Landschapskrant

Page 1

Andreas Bauwens Landschapsontwikkeling Landschapsanalyse Landschapsgenese 2016-2017

Robin Cheers


Mag ik u voorstellen... Désiré “André” Bauwens. Geboren op een winternacht op 15 januari 1900 te Meerbeke. Opgegroeid in een wereld die we ons niet meer kunnen voorstellen, eentje die je zelfs niet in Bokkerijk kan terugvinden. Te jong voor WOI, te oud voor de tweede, ‘nen sjansaer’. In 1989 sterft mijn grootvader in alle rust in zijn bed, als vader van acht kinderen en uiteindelijk 21 kleinkinderen. Hij heeft de wereld zien veranderen en het mooie daarvan, hij heeft die, al

dan niet bewust, op de gevoelige plaat vastgelegd. Iets waar ik hem nu zeer dankbaar voor ben! Maar wat zou hij denken als hij nu nog steeds op deze aardbol zou wandelen? “Is dit nu later?” Zou hij met trots kunnen kijken naar het resultaat van al dit menselijk handelen? Dat de wereld er beter aan toe is dan toen hij zijn eerste foto nam. Of denkt hij, want dat zegt men toch zo graag, “Vroeger was het beter!”

Meerbeke zegt u? Meerbeke, of zoals op de kaart van de Buurtwegen te lezen staat Meirbeke, ligt in het noordwesten van de gemeente Evergem. In het plaatselijk dialect spreekt men nu ook nog vaak over Meirbeke. Het is een gehucht dat het eerst vermeld wordt in 1295. Als het dan al bewoont werd is niet zeker maar er waren alvast enkele ontginningen (De Vos A., 1994). Het toponiem zelf is een samenstelling uit de woorden beek en meer. Wellicht afkomstig van het Germaanse woord 'mari' , wat ‘meer, waterplas, moerassige plaats’ of 'meri' ‘grens’ betekend. Meerbeke kan een grensbeek aanduiden, die de scheiding vormde tussen Evergem en Sleidinge. En tussen deze twee gemeentes ligt effectief een beek. De wijk die rond deze grensbeek ontstond, erfde zijn naam van de waterloop. Een andere mogelijkheid is dat de wijk zijn naam dankt aan een beek die aan een meer of plas gelegen was (Van Der Bauwhede H., 2010). In diezelfde masterproef wordt ook gesproken over de 'meersen', nu lijkt het mij niet onlogisch dat Meerbeke, dat gelegen is in een meersengebied een samenvoegsel is van de woorden meers en beek. Toen graaf Ferraris en zijn gevolg hier hun befaamde kaart kwamen tekenen was Meerbeke al uitgegroeid tot een straatdorp waar vooral aan landbouw werd gedaan. Rond 1600 zijn er nog enkele gebieden onontgonnen, dit waren uiterwaarden van de toenmalige Langebeek. Later zal deze waterloop de naam “Zeepbeek” en uiteindelijk “ Het Sleins Vaardeken” krijgen. Verder komen er nog enkele plassen voor zoals de kwadeplas en de langeplas. Deze plassen kunnen de tweede toponomische verklaring ondersteunen waar men spreekt over een meer en een beek. Meerbeke bestaat uit de “straten” Allaertseinde, Grijpstede en Meerbekestraat. Deze straten vinden hun oorsprong in de personen die er ooit gevestigd waren en wiens naam de tijd doorstaan hebben (Van der Bauwhede H., 2010). Hedendaags worden deze echter niet meer gebruikt en is het Allaertseinde bijvoorbeeld een deel van een weide geworden .

Ortho

foto 2

016

Ortho

(Geop

unt,2

016)

foto 1

Ferra

971

riskaa

(Geop

unt,2

rt (Geop

Infras

unt,2

016)

tructu

ur (Geop

unt,2

016)

Bodem

kaart

(Geop

unt,2

016)

016)


Ah, van bij Van Hyfte! Een oud gebruik in Evergem en (hopelijk) ook in de rest van Vlaanderen is om de erven en de bewoners te noemen naar de vorige eigenaar. Dat deze al decannia lang gestorven of verhuisd zijn maakt op zich weinig uit, de lokale inwoners, en zeker de ouderen, spraken mijn vader bijvoorbeeld nog steeds aan met “Ah gy zijt van bij Van Hyfte”.

T

ot opluchting van de postbodes is dit nu niet meer de gang van zaken want wij heten Bauwens, en dat is toch een vrij groot verschil. Maar in 1920 was dit het dus nog wel zo, en daar bevinden we ons nu. Dit is het huis van mijn grootvader en zijn ouders. Het waren landbouwers, zoals het merendeel van de Vlaamse bevolking destijds. Meerbeke is nog grotendeels onveranderd sinds het huis gebouwd werd. De schoorsteen op de woning verraad het bouwjaar "1771". Deze schoorsteen was ook in het bezit van een zonnewijzer. Ik vraag we hierbij wel af hoe je van

1920

op de begane grond correct de tijd kon aflezen zonder daarbij een verrekijker te gebruiken. De schuur links was in hout opgetrokken en had een rieten dak. Omstreeks 1927 werd ze afgebroken en op dezelfde plaats in steen herbouwd. Aan de structuur en de indeling van de schuur is weinig veranderd. De houten afrastering achteraan waar de koeien zich bevonden is bijvoorbeeld hergebruikt. Onder deze stal lag en ligt nog steeds de opslagplaats voor de mest, en daarmee bedoelen we alle mest. Boven deze beerput bevond zich namelijk ook het enige toilet van de woning.

Hierbij wil ik het ook hebben over deze foto, in een tijd zonder drones en compacte camera's moet je eens proberen een foto te trekken van iemand op een dak, hiervoor is de fotograaf van dienst zelf in de boom moeten klimmen met een camera die bijna even groot was als een voetbal . Een opmerkelijk prestatie.

De Nieuwste Tijd

O

1945

mstreeks 1945 ziet het erf er zo uit. Er is niet veel veranderd. Enkele fruitbomen zijn verdwenen. Maar de gemengde haag van hulst, meidoorn en haagbeuk is nog voor grote delen aanwezig. Een eerste wijziging is de stalen poort die geplaats is voor het erf. Maar de mooiste verandering, volgens mij, is het torentje dat op het dak van de woning geplaatst is. Een nieuw tijdperk vraagt om een nieuwe klok moet men gedacht hebben. Deze werd geconstrueerd door André Bauwens in samenwerking met twee televisiemechaniekers tijdens de tweede wereldoorlog. De kapel is in het bezit van een uurwerk, windwijzer en een klok. Ze bestaat nog steeds maar is bij de afbraak van het woonhuis elders ondergebracht. Het klokwerk gaf ieder uur een signaal. Dit systeem heeft slechts enkele jaren gewerkt. De bel kon gebruikt worden om iemand te roepen die zich op het veld

bevond. Via een knop beneden werd een signaal gegeven en werd een kleinere bel geactiveerd. Erg lang heeft dit systeem niet gewerkt maar men moet er maar opkomen.

Een nieuw begin

I

2016

n 1976 wordt de oude boerenwoning afgebroken en vervangen door de woning links op de foto. De oude woning voldeed niet meer aan de noden en samen met zijn zonen bouwt André Bauwens, ondertussen al 76, een nieuw huis. Dit is naar de straat georiënteerd en staat nu veel dichter bij de rooilijn. De witgekalkte duiventoren en kippenhok die zich achter de oude woonhuis bevonden blijven echter wel bewaard en men kan deze op de foto in de verte zien.

Het hek is inmiddels vervangen rond de jaren ‘80. De boomgaard is bijna zo goed als verdwenen. Nog enkele appel- en perenbomen zijn aanwezig. De schuur is ook nog steeds present. Het heeft zijn agrarische functie dan wel grotendeels verloren, ze doet nog steeds herinneren aan het vroegere landbouwleven dat hier heeft plaatsgevonden. Het huis wordt sinds de dood van André Bauwens bewoont door Urbain "Ben" Bauwens (zoon van) en zijn gezin.


De meersen Dit zijn de akker- en weilanden die zich achter de woning bevinden. Om onderscheid te maken tussen de verschillende meersengebieden sprak men soms ook van Kloostermeersen. De verwijzing naar een klooster doet vermoeden dat deze gronden ooit in bezit waren van kloosterorde of abdij. Maar er is verder geen informatie hierover te vinden.

De "lochtingk" De moestuin waar de nodige groenten werden in gekweekt. Hier was ook al sinds de jaren '40 een serre aanwezig.

Een kerstpeer Om aan de fruit te komen tijdens het jaar had haast iedere landbouwersfamilie een boomgaard op zijn erf. Deze bestond uit kersen-, peren-, appel- en pruimenbomen. De boomgaard bevond zich zowel in de voor- als achtertuin. EĂŠn bijzondere peer was wel de kerstpeer. Geen kerstbal in de vorm van een peer zoals Google suggereert. Maar een soort die werd geplukt in de late zomer en pas werd gegeten tegen kerstdag omdat dan de vrucht goed genoeg gerijpt was.

Den Hof


Wees gegroet Maria Dat valt te lezen op het kleine veldkappeletje. Ooit hing het aan een grote eik aan de overkant van de veldweg. Deze boom is wellicht gestorven of omgewaaid, niemand weet het echt maar sindsdien hangt Onze-Lieve-Vrouw aan de populier bij de vijver. Ieder jaar wordt hier een meiviering gehouden en deze blijft mensen op de been brengen (ookal zitten de meeste al in een rolstoel).

De plas Deze vijver of de plas zoals ze zeggen werd in de jaren 70 gegraven. Deze had geen specifieke agrarische functie. Hij werd vooral gebruikt om in te zwemmen en te vissen.Vroeger kon deze zichzelf bevoorraden met water, zelfs in de warme zomermaanden. Maar door de daling van de watertafel is dit tegenwoordig niet meer mogelijk.

"Den bieteput" Een ondiepe put van ongeveer 5 op 5 meter. Hier werden de bieten ‘s winters gestockeerd De stapel bieten werd bedolven onder een dikke laag aarde gemengd met stro. Als het 's winters streng vroor kon het gebeuren dat de aarde bovenop zo stevig was dat het als het watere een dak werd waar men onder moest kruipen om aan de bieten te kunnen .

Deze visualisatie is een poging om een beeld te schetsen hoe het landschap er ooit heeft uitgezien. De inrichting is gebeurd op basis van oude foto's en aanwijzigen van mijn vader. Dit was het beeld dat men toen moet gezien hebben rond de jaren '50 van de vorige eeuw. De afbeelding rechts toont in een luchtfoto het landschap vandaag de dag.


Meimaand.Mariamaand. De kapel zelf werd gebouwd omstreeks 1838 door de toenmalige burgemeester P.F. Geirnaert. Omstreeks het midden van de jaren ‘50 kwam de kapel in de handen van Augusta 'Gusta' Bauwens (1896-1972), de zus van mijn grootvader. De kapel had een oprit van ongeveer 20m lang en deze werd begeleid door enkele lindes en een meidoornhaag. Deze gronden zijn later in verschillende fases overgenomen door de gemeente voor 'openbaar nut'. Een doodzone lijkt me want de oorspronkelijke visie van de bouwer is hiermee verdwenen.

Achter deze plaats van spirituele rust lag estaminet “Den Hollander”, hier ging je heen als de spirituele rust niet hielp of als je zoals mijn vader vroeger, het offerblok had weten open te krijgen. Het werd uitgebaat door Dhr. Lippens. De café was uitgerust met een bolbaan, dit is het eerste gebouw achter de kapel. Krulbollen was destijds nog een topsport. De kapel was oorspronkelijk

2016 1976 1950

een veldkapel en lag bij zijn bouw en ook nog lang daarna aan de rand van Evergem. Dit is inmiddels drastisch veranderd zoals de kaart rechts aanwijst. De gronden zijn

inmiddels bijna allemaal verkaveld. De laatste open stukken zullen binnenkort aangesneden worden.

Doorheen de tijd is er, zoals eerder besproken, een groot aandeel van de kapelgrond ingelijfd door de gemeente. Hierdoor konden de wegen verbreedt worden.

De grote opkomst bij een kapel is tegenwoordig niet meer denkbaar, maar in de jaren '70 was dit nog de normaalste zaak van de wereld. Deze mensen verzamelen zich voor de viering van de meimaand.


Meerbeekse Meersen Het zou de naam van een nieuw natuurgebied kunnen zijn. Maar zover zal het het wellicht niet komen. Ik had er zelf nooit bij stilgestaan, "meersen" tja, dat zijn de velden waar ik als kind met mijn vader ging wandelen, waar je over de bevroren plassen kon glijden zonder bang te hoeven zijn dat je er doorzakt, een soort grote speeltuin waar een schrikdraad af en toe een obstakel vormt maar waar je ook weer even snel voorbij bent. In het document "Toponiemen van Evergem voor 1660" een verklaring gegeven. Oorspronkelijk werd meers gebruikt als benaming voor aangeslibde grond langs beken en rivieren, maar al gauw duidde het ook vochtig grasland op alluviale grond aan. In de zomer werden meersen gemaaid, terwijl men er na de hooioogst vee op liet grazen van het opschietende nagras. Deze beweidingsvorm bleef in onze streken tot lang na de middeleeuwen toonaangevend. Die meersen in de vroege middeleeuwen eigendom van de boerengemeenschap van een gehucht of dorp. De percelen in de meersen hebben niet altijd de kenmerkende langwerpige vorm typisch voor het Meetjesland. De geschiedenis van de meersen kan verklaren waarom deze atypsche vormen aanwezig zijn. Nadat de meersen ontgonnen werden vielen ze in privé handen. Het stratenpatroon begrensd de percelen, en langs deze wegen werden de landbouwerswoningen opgetrokken. Deze woningen waren gericht op de weides en akkerlanden. Nu wil je als boer een zo groot mogelijk perceel dat toch droog genoeg is om op te werken en door de begrenzing van de straten bekom je deze vorm.

"Het zou de naam van een nieuw natuurgebied kunnen zijn." Eecken ende wulghen ende heschen De wegen vroeger waren 6-7 voet breed. Omgerekend is dat ongeveer 1.8m (1 voet is 0.28m). En langs deze onverharde, vaak slecht toegankelijke banen waren langs weerszijde bomen en hagen aangeplant. Dit was niet omdat men een feëriek landschap wou creëren maar dit had juist als doel om de winderosie tegen te gaan. Een mooi extraatje was dat dit ook nog een mooie lading hout opbracht. De middeleeuwer onderhield het landschap met grote zorg. In de pachtovereenkomsten werd duidelijk vermeld wat er verwacht werd van de huurder op de percelen die hem ter beschikking werden gesteld. Een overeenkomst uit 1549 vermeld wat de gebruiker van de hoeve moest doen voor zijn heer. Zo werd er verwacht dat hij ieder jaar het aantal hoogstambomen, hakhout en tronken of knotbomen op peil moest houden. Deze regelingen waren zeer strikt en men verwachte dat men deze aanplanten goed verzorgde. Per verdroogde wilg moest men bijvoorbeeld twee nieuwe aanplanten. Het houtbestand destijds bestond uit eiken, wilgen, populieren, olmen, abelen en essen. In dit specifiek geval moest de huurders 650 wilgentronken onderhouden, 696 eikentronken en 207 upgaonde bomen (hoogstammen).

Tussen kouters en bulken Het landschap omheen Evergem behoort tot het bulken- en koutergebied. Bulk is verwant met “beluik” en kan men terugvinden in de naam Bijloke. Het betekend omsloten of afgesloten ruimte. In de percelen uit zich dit in een stuk land omsloten door een perceelsrandbegroeiing. Daar de kouters een open gebied zijn. Evergem wordt gedomineerd door een bulkengebied en kent maar enkele kouters. Er waren wellicht meer koutergebieden dat er op de kaart van Ferraris ingetekend waren. Sommige kouters waren gewoonweg te klein om als slagveld te fungeren en werden voor het gemak ook ingetekend als bulkengebied. Dit wordt aangetoond door luchtfoto’s van het begin van de 20ste eeuw te vergelijken met de Ferrariskaart. Langs waterlopen vinden we nog de 'meetjes' terug. Rechtlijnige percelen loodrecht op de waterloop om de afwatering te verbeteren. Globaal gezien kunnen we spreken over een gebied gekenmerkt door een onregelmatig blok-stroken-complex. Dit type perceel wijst op een individuele ontginning. Ze werden omsloten met randbegroeiing wat een sterk gesloten uitzicht bezorgde. Dit alles staat toch in schril contrast met de rest van het Meetjesland.

Wie een put graaft in de grond... ...ziet de bodem! En die kan veel zeggen over het verleden. Wanneer grond bewerkt wordt laat dit zijn sporen achter in de bodemlagen. Landbouw heeft zijn invloed op de bodemgesteldheid en de ontwikkeling of degradatie ervan. Bemesting, waterbeheersing en ontbossing of ontginning hebben hun effect. Bodemprofielen kunnen gekoppeld worden aan een bepaalde periode in de geschiedenis. Bodemprofiel wordt door aantal factoren zoals topografie, aard van bodemmateriaal en de waterhuishouding en de menselijke ingrepen. Evergem tot Doornzele vertoont een duidelijke humus en/ of ijzerhorizont, dit zijn podzolen. De niet verbrokkelde bodemprofielen wijst er aldus op dat de bodem minder land bewerkt is. Dat wil dan wel niet zeggen dat er nog geen hooilanden waren. Vanaf Evergem tot en met Belzele heeft men meer te maken met een verbrokkelde humus en of ijzer B-horizont, dat zijn dan weer postpodzolen.Wellicht door de invloeden van vroege landbouw op het grondprofiel is deze gewijzigd en is de bodem verbrokkeld


Geen natte voeten meer Meerbeke zelf was erom bekend dat het iedere winter met overstromingen had af te rekenen. Men was hierop voorzien en bouwde de huizen op de iets hogere gronden. Hoger is hierbij zeer relatief begrip, er is amper een hoogteverschil van 2 meter dus met moet het relief zeer goed bestudeerd hebben want met het blote oog is dit bijna niet te zien. Het jaarlijkse weerkeren van dit PlopsAqua avant la lettre bleef zo tot diep in de jaren 60. Vanaf dan werd er meer werk gemaakt

van de waterhuishouding in het gebied. Het is ook zo dat in die periode de Waterspaarbekkens in Kluizen aangelegd werden en al het water werd afgeleid naar deze twee bekkens. We nemen hierbij ook in rekening dat het graven van de Ringvaart enkele jaren voordien en de aanwezigheid van het Kanaal Gent-Terneuzen, ook wel zijn bijdrage zal geleverd hebben in het wijzigen van de waterstand.

snel kunnen omschakelen. De gronden waren eerder bewerkbaar en nieuwe teelten vonden hun intrede, mais zal hier een hoofdaandeel in hebben. Naast de nieuwe teeltopties kon er ook herverkaveld worden, de vele grachten die de meersen rijk waren werden in sneltempo gedemd en smalle percelen werden aan elkaar gekoppeld om de efficientie te vergroten.

Door deze eerder abrupte verandering in de grondwaterstand heeft de landbouw zich

Bibliografie en werkmethode Geopunt, 2016 Geschiedenis van Evergem I en II, De Vos A., 1994 Ferrariskaart, 1777 Bijdrage tot toponimie van Evergem tot 1650, Van Der Bauwhede H., 2010, UGent Oude prentkaarten van Evergem, Wolfaert G., 1982 Etienne Bauwens (mondelinge bron) AndrĂŠ Bauwens (schoendozen vol fotomateriaal)

Ik heb dit werk vooral geschreven op basis van de foto's die mijn grootvader doorheen de 20ste eeuw genomen heeft. Dat zijn meer dan twee schoendozen vol zwart-wit foto's en ze bevatten oneindig veel gegevens van het leven in Evergem sinds 1920. Het verhaal achter de foto heeft mijn vader me vaak moeten vertellen en hij heeft me zo goed als mogelijk proberen uitleggen hoe de omgeving eruit zag toen hij jong was. Hij heeft nog een goed beeld van hoe de omgeving eruit

zag en ik heb mijn verhaallijn hierop gebaseerd. Meer achtergrondinformatie heb ik gehaald uit het fantastische werk van Achiel De Vos, de Evergemse historicus die de gehele geschiedenis sinds zijn ontstaan in 966, heeft genoteerd in twee kleppers van boeken. Hierin staan prachtige gegevens en deze hebben mij altijd weer verder geholpen. Daarna volgde ik het volgende procĂŠde: lees...denk... schrijf...repeat...lees...denk... schrijf...repeat...


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.