Expressionisme Crisis gaat gepaard met emotie en niet te zeer verblind door het gevoelsleven kan het leiden tot ingrijpende veranderingen en groei. “De zoekende mens” is in staat te komen met baanbrekende en gedurfde oplossingen, het afzetten tegen traditie en gewoonte vereist wel een avontuurlijke geest. Avontuurlijk omdat het onderzoek naar de immateriële wereld niet geheel van gevaren verstoken is. Grensoverschrijdend gedrag kan het individu een tamelijk moeilijk eigen leven opleveren, waarin het niet makkelijk is de psyche in redelijke gezondheid te behouden ondanks of dankzij het zelf. Het ‘niet geaccepteerd worden’,vergt moed en durf van het sociaal wezen ‘de mens’. Maar toch de expressie van de eigen innerlijkheid met alle gevaren van dien heeft tot grote hoogtes en vernieuwende inzichten geleid, welke tot een totale aardverschuiving hebben geleid in de tot op heden ten dage geproduceerde moderne kunst. En niet alleen in de Kunst maar ook in de filosofie en de wetenschap. Dat het onderzoek naar het psychisch functioneren van de mens tot dermate radicale omvormingen heeft geleid is eigenlijk zeer opmerkelijk. Grote denkers zijn van alle tijden en de duistere paden van de menselijke geest zijn door de eeuwen heen bewandeld door niet de minsten uit onze geschiedenis. Maar toch is het levenswerk van de Weense psycholoog Sigmund Freud (1856-1939) van diepgaande invloed geweest, dusdanig dat het tot een radicale breuk heeft geleid met de gevestigde waarden en normen aan het begin van de twintigste eeuw. Het besef dat de ratio van de mensheid niet de sleutel is voor begrip naar zijn gedrag sloeg in als een bom. Dat emoties en ervaringen samen met zijn onderbewuste driften met name de drijfveren van de mens bepaalde, dat feit gooide de deur open naar een totaal andere zienswijze op de mens en zijn omgeving. Traumdeutung (1900) wierp een totaal ander licht op de seksualiteit en het onderbewuste van de mens dus ook zijn reden van bestaan. Het dromerige van de directe impressie, de beschaafde verfijning van de waarneming, de esthetische uitdrukking van het moment en het licht kende zijn laatste indrukwekkende hoogtepunt in de “Waterlelies” van Claude Monet (1907). Men was kennelijk aan verdieping toe, de maatschappelijke orde voldeed niet meer en de industrialisatie reduceerde de menselijke factor steeds verder terug. Men betwijfelde het bestaan en de zin ervan. Met het verbeterde welzijn, - materiele zaken waren nu ook voor de minder bedeelden toegankelijker- kwam tevens een schaduwzijde aan het licht. Het tot dan toe toenemend optimisme begon te tanen en een onnavolgbare angst lag onderhuids te broeden en zou niet lang daarna tot revolutie leiden in meerdere landen. De sociale onrust deed het Europese continent sidderen, oorlog stond op de drempel en velen zouden het leven gaan laten in de loopgraven. De waanzin lag op de loer en vele individuen pikten deze sfeer al op. Al deze negatieve gevoelens zochten een uitweg en dreven de mens naar zijn oerbronnen. De primitieve mens werd hergewaardeerd evenals zijn kunst. Het natuurlijke, het instinctieve, het intuïtieve, het onbedorvene werd bejubeld. De aard van inheemse volkeren werden een grotere spontaniteit, energie en oprechtheid toegedicht dan de gecultiveerde Westerse mens. De volkskunst en andere naïeve kunstvormen, ja zelfs de artistieke producten van kinderen werden omarmd door gerenommeerde kunstenaars. De Westerse beeldcultuur zou voor eens en altijd veranderen, transformeren naar vormen waarvan voorheen nooit gedroomd had kunnen worden. Dat juist Vincent van Gogh (1853-1890) een voorloper op de tijdgeest is, is in het licht van hierboven