2640 Actief (december 2017)

Page 1

Driemaandelijks tijdschrift van beweging.net, een netwerk van sociale en christelijke organisaties. Jaargang 2, nr. 4 • december 2017-februari 2018 • P106314 • VU: Beweging vzw Antwerpen, beweging.net Antwerpen, Nationalestraat 111, 2000 Antwerpen. www.beweging.net/antwerpen

2640 Actief

Kunnen we, willen we, een sociale dijkbreuk vermijden? Armoede en inkomensongelijkheid zijn een beetje zoals de klimaatopwarming. In beide gevallen gaat het om problemen die lange tijd geminimaliseerd en zelfs ontkend werden. Tot de wetenschappelijke bewijzen zo omvangrijk zijn geworden, dat het moeilijk wordt nog in ontkenning te vluchten.

Met de klimaatopwarming breekt het besef van de ernst van de situatie duidelijk door, onder druk van de realiteit van hevigere orkanen en zwaardere overstromingen. Met armoede is dat tot nu toe helaas minder het geval, hoewel ook hier de bewijzen voor de hand liggen. In beide gevallen zijn er diepgaande en fundamentele bijsturingen in de werking van onze welvaartsstaten nodig. Dat is een samenvatting van de inleiding van Bea Cantillon op een info- en praatavond van CD&V en beweging.net (KWB, Samana en Welzijnszorg) op 12 oktober 2017 in het Centrum, Osylei 43 in Mortsel. Bea Cantillon is directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck aan de Universiteit Antwerpen. Armoede en inkomensongelijkheid zijn al bijna 40 jaar haar onderzoeksgebied. Naast haar kwamen ook Samana, Welzijnszorg en de schepen voor Sociale Zaken van Mortsel aan het woord. Samana is de deelorganisatie van beweging.net die zich inzet voor chronisch zieke en zorgbehoevende mensen en hun mantelzorgers. Welzijnszorg en Sociale Zaken Mortsel zijn de lezer bekend. Een golf van ongelijkheid In de twintigste eeuw hebben de uitbouw van de sociale zekerheid en progressieve inkomstenbelastingen (een hoger belastingpercentage voor wie meer verdient) de inkomensverschillen verminderd en de armoede doen dalen. Maar aan die positieve evolutie is sinds 20 jaar een einde gekomen. Het armoedepercentage blijft in ons land al jarenlang rond de 15 procent schommelen en de inkomensongelijkheid daalt niet langer. De enige, maar magere troost die we hebben, is dat het in andere landen erger is – in Nederland, Engeland en vooral in de Verenigde Staten neemt de ongelijkheid toe. Aan de basis van die evolutie liggen de globalisering van de economie en de technologische evolutie. In de rijke landen groeien de inkomens van de arbeiders- en middenklassen weinig of niet, o.a. door het verdwijnen van stabiele jobs voor geschoolde arbeiders. De één procent, de superrijken, profiteren van de toegenomen mobiliteit van kapitaal, goederen en diensten. Maar grotere ongelijkheid en onzekerheid zijn geen fataliteit. Regeringen kunnen tot op zekere hoogte de globalisering oriënteren en in elk geval kunnen ze de negatieve gevolgen ervan beperken, maar in plaats daarvan werden in vele landen maatregelen genomen die tot toenemende ongelijkheid leiden. In de Verenigde Staten werd de positie van de vakbonden ondergraven en daalden de hoogste belastingtarieven van 71 procent in 1971 tot 35 procent nu. Ook in Frankrijk en Duitsland daalden de hoogste belastingtarieven, bij ons gebeurde dat in de jaren 1990.

Marcel Pira

2

Daarbovenop komt dan nog dat we door Europa de voorbije tien jaar niet echt goed gediend werden. Het soberheidsbeleid (juister zou zijn: verarmingsbeleid) dat ons door de Europese Unie opgedrongen wordt, laat te weinig ruimte voor sociale correcties Zij die niet meekunnen met de technologie en de globalisering voelen zich bedreigd. In de VS en in Engeland heeft dat al geleid tot verontrustende politieke ontwikkelingen: de keuze voor de Brexit in Engeland, de verkiezing van Trump tot president in de VS. Een verdere uitholling van de democratie door populistische partijen is niet uitgesloten. Schuldgevoel in plaats van ondersteuning Begin oktober 2017 heeft Staatssecretaris voor Armoedebestrijding Zuhal Demir (N-VA) publiek gezegd wat velen al lang voorspelden: de regering Michel I zal er niet in slagen om de laagste sociale uitkeringen te verhogen tot aan de armoedegrens. Dat is natuurlijk niet alleen haar persoonlijke verantwoordelijkheid. Ook de voorgaande regeringen hadden geen consistent en systematisch beleid om armoede te bestrijden. Ive Marx van het Centrum voor Sociaal Beleid schrijft het zo in De Morgen van 14 oktober: “Het regeerbeleid van Michel I was tot hiertoe gericht op afslanking van de publieke diensten, afbouw van de sociale zekerheid, flexibilisering van de arbeidsmarkt, fiscale en sociale dumping”. Vergeet de ondersteuning van de zwakkeren, de lage inkomensgroepen moeten de broeksriem verder aansnoeren. Bij Samana weten ze wat dat wil zeggen. Langdurig zieken moeten geactiveerd worden om terug aan het werk te gaan. Ze volgen opleidingen maar aan het einde daarvan is er geen werk, want er is geen werkgever die iemand met een maanden- of jarenlange onderbreking in zijn loopbaan in dienst wil nemen. Bea Cantillon benadrukt dat armoedebestrijding geen beleidsdomein is dat je er eventjes bijneemt. Het optillen van de sociale minima tot aan de Europese armoedegrens kost meer dan 3 procent van het nationaal inkomen. De helft daarvan dient om de minimumuitkeringen te verhogen, de andere helft om maatregelen voor de laagste inkomens te nemen zodat werken aantrekkelijk genoeg blijft. Dat vereist een brede maatschappelijke overeenstemming over een globaal plan dat gespreid is over vijf tot tien jaar. Een plan over werk, sociale zekerheid, publieke diensten zoals kinderopvang en belastingen. We moeten er absoluut voor zorgen dat de welvaart minder ongelijk verdeeld wordt. Anders kunnen de sociale dijken van de welvaartsstaat het wel eens begeven. Emiel Vervliet

Een bevoorrechte generatie?

3

Algemene vergadering kwb

3

Van Brussel tot Bagdad

4


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.