4 minute read

Nog meer doorbomen

Next Article
Zoekertjes

Zoekertjes

BEBOSSEN OF LATEN VERBOSSEN? KIEZEN IS NIET ALTIJD VERLIEZEN

Auteur: Simon Brandt, Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

Advertisement

Eind vorig jaar laaide de discussie over de juiste methode om aan bosuitbreiding te doen even hoog op in de media. ‘We moeten stoppen met aanplanten’, was de boodschap van bioloog Tobias Ceulemans. Al snel volgden kritische reacties van bosbeheerders en boomkwekerijen. Zoals bij elke discussie hebben beide partijen een deel van de waarheid in pacht. We leggen op een neutrale manier de voor- en nadelen van beide technieken onder de loep.

Werken met spontane verbossingsprocessen is enigszins risicovol omdat men niet weet hoe het proces zal verlopen. De natuur zal aan het toekomstige bos beginnen bouwen op haar manier. Daarbij spelen toevalsfactoren een grote rol. Denk maar aan mastjaren voor de zaadzetting, onvoorspelbare weersfenomenen en toevallige insecten of dieren die het proces verstoren.

Wat zijn de voordelen als je kiest voor de spontane verbossingstechniek? Eerst en vooral zijn de boomsoorten beter aangepast aan de lokale omgeving. Aangezien het om spontaan vestigende soorten gaat, en het zaad normaliter afkomstig is van bomen uit de nabije omgeving, mag je ervan uitgaan dat de omstandigheden voor deze soorten goed zijn. Er is tevens bij aanvang een zeer hoog stamtal wat natuurlijke selectie in de hand werkt. Alleen de best aangepaste en vitaalste exemplaren halen het. Vaak is er ook een meer gevarieerde structuur en boomsoortensamenstelling dan bij aanplanten, al kan het onvoorspelbaar karakter van verbossingen evenwel resulteren in een zeer homogeen bos qua soortensamenstelling. De aanleg is kosteloos, de verplegingskosten zijn afhankelijk van de doelstelling van de bosbouwer en de dichtheid van de verbossing. Hoewel het moeilijk is om de natuurwaarde in te schatten ligt deze mogelijks hoger bij verbossingen. Vaak wordt bij inschatting gebruik gemaakt van enkele indicatorsoorten als graadmeter. Biodiversiteit is uiteraard veel complexer dus studies kunnen een vertekend beeld geven. Door de grotere structuurdiversiteit kan gesteld worden dat er een uitgebreidere range aan habitats ontstaat bij verbossingen. Dit zou logischerwijs moeten leiden tot een hogere soortenrijkdom. De natuurwaarde moet echter perceel per perceel bekeken worden, met andere woorden: het is onmogelijk om een eenduidig antwoord te geven op de vraag naar natuurwaarde bij verbossingen.

Er zijn ook enkele nadelen voor de bosbouwer die kiest voor verbossing bij bosuitbreiding. Het brengt risico’s mee want het is moeilijk op voorhand te bepalen of een verbossing zal slagen of niet. Het kan soms jaren duren alvorens de eerste houtachtigen zich vestigen. Dit kan uiteraard niet de bedoeling van de bosbouwer zijn. Ook het resultaat is hoogst onzeker qua soorten en opbrengst. Op marginale gronden zien we vaak dat alleen minderw a a r d i g e houtsoorten (klassieke pioniers) zich vestigen, en

dat bijmenging van betere houtsoorten achterwege blijft. Dit zorgt opnieuw voor een lage opbrengst. De verplegingskosten zijn eveneens onvoorspelbaar aangezien men niet weet hoe het bos zal evolueren. Een gevarieerde structuur kan verschillende verplegingsmaatregelen opdringen waardoor de uiteindelijke kost oploopt.

Aan verbossingen zijn dus voor- en nadelen, maar dat geldt net zo goed voor de actieve aanplant. Een eerste voordeel van de actieve aanplant als bosuitbreiding is dat de bosbouwer de soortenkeuze volledig in de hand heeft. Ook het stamtal en het plantverband worden door de bosbouwer bepaald. Dit zorgt voor een meer zekere beginsituatie. De actieve aanplant levert algemeen ook snellere realisatie van het bos op, en dus snellere opbrengst. De winstverwachtingen zijn eveneens te voorspellen terwijl dit bij verbossingen quasi onmogelijk is. Men krijgt een homogenere bosstructuur die beter beheersbaar is, waardoor de kosten voor verpleging lager blijven dan die bij verbossingen.

Dankzij de controleerbaarheid mag je ook een betere stamkwaliteit verwachten, wat een hogere opbrengst met zich meebrengt.

Er zijn ook enkele nadelen. Aanplanten is vaak arbeidsintensief en duur. Door de keuze voor vaste plantverbanden om technisch makkelijker en goedkoper te werken, krijgt het bos vaak een kunstmatig karakter. Dit kan wildschade in de hand werken, aangezien de bomen op rechte lijnen staan wanneer de plantgaten machinaal geboord worden. Dit wordt gedeeltelijk opgelost door steeds diagonaal op aanwezige perceelranden te planten. Toch behoudt het een artificieel

karakter. Bij deze methode moet de selectie van het plantgoed op de kwekerij gebeuren. Natuurlijke selectie speelt veel minder bij dit soort aanplanten.

Algemeen kun je besluiten dat wanneer er opbrengstgericht gedacht wordt, de voordelen van de actieve aanplant sterk doorwegen. Op vlak van beheer en productie is de voorspelbaarheid groot. Wanneer er echter weinig belang gehecht wordt aan de opbrengst van het bos zijn de voordelen die spontane bebossing bieden erg aantrekkelijk en zelfs te verkiezen boven de traditionele aanplant. Het is immers kosteloos in aanleg en het levert een gevarieerd en ongelijkjarig bos op met een potentieel grotere natuurwaarde.

Door Bosgroepen Oost-Vlaanderen

Welke keuze maken als bosbeheerder?

spontane verbossing

+ Kostenloos in aanleg + Boomsoorten aangepast aan lokale omstandigheden + Grotere natuurlijke selectie + Vermoedelijk hogere natuurwaarde + Gevarieerd en ongelijkjarig bos

- Slaagkans onvoorspelbaar - Boomsoorten en opbrengst onvoorspelbaar - Beheerkost onvoorspelbaar

- Mogelijk hoge verpleegkosten door gevarieerde bosstructuur - Soms jaren wachten op eerste houtachtigen

actieve aanplant

+ Plantverband- en dichtheid naar keuze + Boomsoorten naar keuze

+ Voorspelbare aanlegkosten en beheerkosten + Snellere realisatie van het bos + Snellere en voorspelbare winsten + Lagere verpleegkost door homogene structuur - Arbeidsintensief en duur - Kunstmatig karakter door vaste plantverbanden - Vaak keuze voor hoge kwaliteit climaxbomen zonder inmenging van andere soorten - Geringere natuurlijke selectie

- Vaak onaangepast plantgoed

This article is from: