5 minute read

Wilde zwijnen

Wilde zwijnen: robuuste landschapsarchitecten

Artikel door Bosgroep Limburg

Advertisement

Vlaanderen en groot wild, het is een moeizame combinatie. In ons dichtbevolkte landsgedeelte, waar lintbebouwing en wegen natuurgebieden versnipperen tot kleine relicten, is haast geen plaats voor ‘woeste’ natuur. En everzwijnen vormen daar absoluut geen uitzondering op. Regelmatig lees je over botsingen – soms letterlijk – tussen dit uit de kluiten gewassen hoefdier en de mens. Wat zijn de meest voorkomende problemen en hoe vermijd je ze? Is het enkel ellende wat de klok slaat, of biedt de aanwezigheid van evers ook voordelen voor de natuur?

Evers in je bos

Wilde zwijnen wroeten graag in de bodem, waar ze voedsel zoeken zoals bodemdieren, plantenwortels, eikels en beukennoten. Als ze op een nest bosmuizen stuiten, verdwijnen deze ook in de zwijnenmaag. Vooral in het najaar eten ze veel regenwormen en larven van de langpootmug om goed op te vetten tegen de winter. Wanneer evers wroeten in (moes) tuintjes, sportvelden of begraafplaatsen, zijn mensen hier uiteraard niet bepaald mee opgezet, maar in het bos zijn hun graafbezigheden welkom. Wilde zwijnen woelen zaden naar boven, die daardoor kunnen ontkiemen. Hun graafwerk zorgt voor microbiotoopjes met een specifieke fauna en flora. Tel daar nog eens bij dat de zwijnen zorgen dat er op bepaalde plekken minder zaailingen en jonge boompjes zijn, zodat andere planten meer kansen krijgen, dat ze zaden vervoeren in hun pels en je begrijpt waarom veel terreinbeheerders everzwijnen omschrijven als landschapsarchitecten. Toch zijn hier enkele kanttekeningen te maken, want een hoge dichtheid aan everzwijnen kan, afhankelijk van het gebied in kwestie, ook een negatieve invloed hebben voor bepaalde kwetsbare planten of dieren, zoals orchideeën of hagedissen. Ook de natuurlijke bosverjonging kan afgeremd worden als er te veel wilde varkens in het bos voorkomen. Of je dit als overlast ervaart, hangt vooral af van je beheervisie en de gestelde doelsoorten.

Schuwe schemerdieren

Je kan perfect overdag door een bos lopen waar het krioelt van de everzwijnen zonder dat je ze te zien krijgt. Ze houden zich meestal stil in het struikgewas. Normaal gezien

zal een everzwijn niet aanvallen. Moest dat toch gebeuren, moet je gewoon veel lawaai maken en met je armen zwaaien. Wanneer er toch een confrontatie met een wandelaar plaatsvindt, is dat meestal omwille van loslopende honden die de nestplaats verstoren. Bij zeugen met kleintjes is het altijd extra opletten geblazen. In de schemer en het donker maak je meer kans om wilde varkens te treffen, maar ze zijn behoorlijk schuw en beschikken over een heel goed gehoor. Wat hun aanwezigheid wel verraadt, zijn sporen: pootafdrukken, wroetsporen, uitwerpselen, plekken waar ze een modderbad namen, bomen waar ze tegenaan hebben geschuurd, … Als je één everzwijn spot, weet je dat er meer zitten, want het zijn sociale dieren, die in groepen (rotten: Duits voor kudde) leven. Zo’n rotte kan uit enkele tientallen varkens bestaan.

Afschotcijfers

Het wilde zwijn komt hier van oudsher voor, zoals blijkt uit vondsten van 13.000 jaar geleden. Obelix en zijn volk aten al eens graag een stukje zwijn, maar hun aantal nam pas zorgwekkend af vanaf de middeleeuwen. De resterende Belgische populaties waren tot twee decennia geleden teruggedrongen naar Voeren en Wallonië. De precieze omvang van populaties meten, is zeer moeilijk en de beste indicatie komt uit de afschotgegevens van het INBO. Daaruit blijkt dat er in 2006 welgeteld twee everzwijnen werden geschoten in heel Vlaanderen. Sindsdien is het aantal echter spectaculair toegenomen, met 1.656 geschoten exemplaren in 2018, waarvan het overgrote deel in Limburg. Veel specialisten vermoeden dat de wilde varkens moedwillig zijn uitgezet. De grootschalige monoculturen van maïs (o.a. voor varkensvoer) boden hen vervolgens de perfecte situatie met veel voedsel en schuilplaatsen. Ook de zachtere winters, de toename van het aantal mastjaren door de klimaatverandering en de toename van loofbos (doordat er veel naaldbos wordt omgevormd naar gemengd bos) droegen bij aan de snelle toename. Op een handvol wolven na hebben evers geen natuurlijke vijanden in België. Evers planten zich snel voort en als er veel voedsel voorhanden is, krijgen ze meer jongen per jaar. Er wordt al enkele jaren vrij intensief op everzwijnen gejaagd. Het is echter niet evident om de populatie in toom te houden. De dieren zijn schuw en intelligent en het kost

dan ook veel tijd en moeite om everzwijnen te schieten. Wilde zwijnen doden mag overigens niet zonder toestemming van het ANB. Jagers moeten per geschoten dier een aanmeldingsformulier invullen en de onderkaak naar het INBO sturen voor onderzoek.

Evers op akkers

Als er akkers rond je bos liggen, bestaat de kans dat de evers daar vroeg of laat op bezoek gaan. Dit is echter relatief: evers zijn alleseters en in een goed mastjaar bestaat hun menu voor minstens 70% uit beukennoten en eikels. Daarnaast eten ze ook kastanjes, bladeren, wortels, larven, regenwormen, kleine knaagdieren, konijnen, aas, naaktslakken en amfibieën. Het is dus niet zo dat ze hun voedsel enkel bij de boer gaan zoeken, maar als dat gebeurt, is er vaak wel behoorlijk grote schade. Varkensboeren willen al helemaal geen wilde zwijnen in de buurt van hun stallen, uit angst voor besmetting met de varkenspest. Schade aan akkers, vooral maïs, graan en aardappelen, kan ontstaan doordat de dieren van de bladeren van gewassen eten, maar ook door het wroeten en vertrappen. Schrikdraad of een stevig raster van betongaas van 110 cm hoog kan de teelten beschermen. Er zijn ook afweermiddelen op basis van geur en geluid, maar die werken niet op lange termijn omdat varkens zeer intelligent zijn.

Overstekend wild

Nachtelijke aanrijdingen met everzwijnen vormen een probleem, vooral waar wegen dwars door natuurgebieden lopen, zoals bijvoorbeeld in Genk (Bokrijk) en Hechtel-Eksel (Bosland). Een matige snelheid en een goede oplettendheid maken al een groot verschil. Verder zijn er

Wil je meer weten over de afschotgegevens van everzwijnen en andere wildsoorten in jouw regio? Je vindt alle cijfers op https://grofwildjacht.inbo.be/. talloze efficiënte maatregelen mogelijk, zoals omheiningen, wildroosters, oversteekplaatsen, … Andere voorzorgen zoals wildspiegels, geur- of geluidsgordijnen, reflectoren en waarschuwingsborden helpen nauwelijks. Als terreinbeheerder kan je overwegen om geen eiken of beuken aan de rand van je bos aan te planten, zeker niet als dat bos aan een weg grenst, want zo lok je de evers natuurlijk naar de bosrand, wat de kans op confrontaties gevoelig verhoogt.

This article is from: