2 minute read

Zoekertjes & kalender

Predatie en habitatkwaliteit

Veel predatoren als vossen, steenmarters en insectenetende vogels hebben een territorium dat ze op zijn minst verdedigen tegen soortgenoten. De grootte van dit territorium hangt meestal af van het voedselaanbod in dat gebied. Zo wees onderzoek uit dat het territorium van bv. stadsvossen in Bristol +/- 30 ha bedraagt, dat van vossen in een agrarisch gebied in Midden-Engeland +/- 100-200 ha en dat van vossen in het kale hoogland van Noord-Engeland +/- 1000 ha.

Advertisement

Eens de territoria ingenomen zijn in een gebied is ook het maximaal aantal van bv. vossen of steenmarters bereikt voor dat gebied. Nieuwe jongen zullen dan verder weg moeten trekken om een leeg territorium te vinden.

Zwarte kraaien en sommige andere soorten zijn sociale dieren en hebben zich volledig aangepast aan de mens. Zij eten naast hun prooien ook van gewassen en menselijk afval en hun aantal hangt enkel en alleen af van het voedselaanbod.

Predatie versus habitatkwaliteit

Predatoren krijgen vaak de schuld van de achteruitgang van vele soorten, zoals bv. van de patrijs en van weidevogels als de kievit en de grutto. Naast predatie is er echter ook de factor habitatkwaliteit, die bovendien een grotere directe en indirecte impact heeft op de achteruitgang van soorten. Wat houdt habitatkwaliteit in? Eenvoudig gezegd gaat dat vooral over de aanwezigheid van voedsel en schuilgelegenheid voor een soort. Deze twee elementen zijn net een probleem in Vlaanderen. Laten we de patrijs als voorbeeld nemen. De patrijs is een typische soort van het agrarische landschap, waarvan de populatie de laatste jaren sterk achteruit gaat. Deze soort heeft een kleinschalig, gesloten agrarisch landschap nodig, met veel hagen met een ruige vegetatie onmiddellijk erlangs, verloren hoekjes en een grote gewasdiversiteit met veel kruiden. Deze types vegetatie en zeker de optimale combinatie zijn door intensifiëring van de landbouw zo goed als verdwenen. De combinatie van deze types vegetatie is zeer belangrijk voor de patrijs omdat ieder type vegetatie een andere functie heeft. De haag dient als schuilgelegenheid tegen predatoren. De verruigde vegetatie langs de heg wordt gebruikt om te broeden en eveneens om te schuilen voor predatoren. De kruiden- en bloemrijke vegetatie/gewassen zijn nodig voor de kuikens om er naar voedsel (insecten) te zoeken. Kuikens van patrijzen moeten direct na het uitkomen zelf op zoek naar voedsel. Ontbreekt er één van deze vegetatietypes of is deze maar in beperkte mate aanwezig, dan zullen de patrijzen(kuikens) het moeilijk hebben om voldoende voedsel te vinden of te schuilen voor predatoren. Zo is het broedsucces in akkerranden van minder dan 10 meter breed zeer laag omdat alle nesten gevonden worden door grondpredatoren. De predatoren lijken dan wel de oorzaak voor dit lage broedsucces, maar de echte oorzaak is echter de lage habitatkwaliteit die te weinig beschutting biedt voor het nest. Wanneer de habitat (broedrand) echter breder is dan 12m, stijgt de kuikenoverleving met 64%.

Meer dan alleen predatie…

Predatie kan bijdragen aan de achteruitgang van een soort, maar het grootste probleem is bijna altijd een te lage habitatkwaliteit. Om echt iets te veranderen in de goede richting, zal er dus op veel plaatsen sterk moeten worden ingezet op het verbeteren van de habitat. Aan de slag!

Links en in het midden worden nesten gemakkelijk gevonden door predatoren, kuikens hebben weinig voedsel. Rechts een goed voorbeeld, met alle nodige elementen voor broed- en schuilgelegenheid en het vinden van voedsel.

This article is from: