€ 4 - nr 3 - april 2010
ED TEMPLETON ROBERT DOWNEY JR AUTECHRE OLivER sTONE CARiBOU BALTHAZAR
MGMT
POP OP TRIP
LOOK HOES TALKING Het geflipte hoesontwerp van Congratulations staat op naam van Anthony Ausgang, geboren in Trinidad & Tobago als zoon van een Welshe vader en een Nederlandse moeder. Hij woont in Los Angeles en is een van de bekendste afgevaardigden van de lowbrow-kunst. Ausgang werkte al in opdracht voor Queens Of The Stone Age, Boredoms en The Warlocks. Nog meer bewonderaars? Perry Farrell (Jane’s Addiction, Porno For Pyros), Mark Mothersbeugh van Devo en LSD-goeroe Timothy Leary. referentiepunt. Het artwork is een ouverture bij de muziek.”
Over schilders vs. muzikanten: “Ik bewonder een geweldige muzikant meer dan een geweldige schilder, want ik weet wat er voor nodig is om een goed schilderij te maken. Hoe een sterke song ontstaat, is een mysterie voor mij. Toch zijn muzikanten jaloers op mijn job. Omdat ik alleen werk en geen rekening moet houden met andere karaktergestoorde pippo’s om iets klaar te krijgen. Zelfs graffiticrews komen beter overeen dan sommige bands.”
Over lowbrow art: “Lowbrow betekent niet automatisch antihighbrow. De beweging staat op zich, ook zonder actieve afkeer van opera of abstracte kunst. Wij refereren gewoon aan informatiebronnen die door de Schone Kunsten-maffia uitgespuwd worden. Voor lowbrow-kunstenaars zijn subculturen als rock-’n-roll, skaten of surfen even belangrijk als Hellenistische beeldhouwwerken.”
Over MGMT:
Over het hoesontwerp:
“Ik ontmoette Ben en Andrew via Sonic Boom, hun coproducer. Op visite in LA hebben ze de hele dag mijn verzameling hot rod-spullen en nazi-memorabilia gemonsterd. Ze vroegen me de pieren uit de neus. Het klikte meteen. We willen elk op onze manier de hedendaagse cultuur een schop onder de kont verkopen.”
“Het eerste idee was om de hoes te ontwerpen als een loterijticket, maar uiteindelijk besloten we het surfthema centraal te stellen. De meeste muzikanten willen een foto van zichzelf op de hoes, een ego-kwestie. Ik vind het een enorm compliment dat MGMT mij uitkiest om hun identiteit mee vorm te geven. Voor je een cd uit het doosje haalt, is de hoes het enige
14
www.apollo.be
Jonas Boel
Onder invloed Ze hadden ons gewaarschuwd: er staan géén singles op de nieuwe MGMT. “De mensen zullen schrikken”, liet Andrew Vanwyngarden zich ontvallen in SPIN. “Congratulations ligt veel dichter bij wie we écht zijn.” Om de schok bij de onschuldige luisteraar toch ietsje te dempen, bokst Apollo een ouverture ineen.
Over kunstverzamelaars: “Gisela Betty (telg van de gefortuneerde Gettydynastie en moeder van acteur Balthazar Getty, red.) bezit een paar van mijn schilderijen. Ze kocht een doek waarop een kat uit z’n dak gaat op een parking. Op de voorgrond staat een grote hondendrol, je kan er moeilijk naast kijken. Na een week kreeg ik Gisela aan de telefoon; ze had een etentje georganiseerd en verschillende tafelgasten maakten haar attent op het hoopje stront. Ze was in alle staten en vroeg of ik het kon camoufleren. Geen sprake van, zei ik. Ze heeft het schilderij dan maar doorverkocht aan Nicolas Cage, die had blijkbaar minder moeite met drollen.”
Pink Floyd - Astronomy Domine/See Emily Play (Pipers At The Gate Of Dawn, 1967) Voor de dino’s van Pink Floyd zich vergrepen aan pompeuze conceptplaten en dito concerten, nam hun eerste frontman Syd Barrett (RIP) de groep op sleeptouw doorheen zijn LSDvisioenen.
Spacemen 3 - Honey (Playing With Fire, 1989) De keuze voor producer Peter Kember (alias Sonic Boom) was geen toeval. Samen met Jason Pierce van Spiritualized richtte hij in 1985 Spacemen 3 op. Hun credo: ‘Taking drugs to make music to take drugs to’. Muzikaal vertaald: in emmers reverb gedrenkte shoegaze, met sixties garage en surfrock als voornaamste invloeden.
Brian Eno - St. Elmo’s Fire (Another Green World, 1975) Oprichter van Roxy Music, producer van Bowie en Talking Heads, uitvinder van de term ‘ambient music’, muziektheoreticus en zo verder. De adelbrieven van Eno strekken zich zo ver uit als zijn invloed reikt. Dat hij als geen ander pop met avant-garde wist te mengen, is ook MGMT niet ontgaan.
George Harrison Awaiting On You All (All Things Must Pass, 1970) Het meest mystiek aangelegde lid van The Beatles en auteur van transcendente meesterwerkjes als While My Guitar Gently Weeps en het psychedelische magnum opus Without You Without You. Op zijn eerste solo-album gaat George ook de Spectoriaanse surftoer op.
Television Personalities - I Was A Mod Before You Was A Mod (s/t, 1995) Frontman Dan Treacy had een obsessie voor subculturen uit de jaren zestig en schreef neo-psychedelische popsongs met een serieuze hoek af. Klinkt bekend? Met Song For Dan Treacy betuigt MGMT respect aan deze eeuwige outsider.
Dukes Of Stratosphear - What In The World (25 O’Clock, 1984) Het tongue-in-cheek zijproject van XTC, een hommage aan meesters van de psychedelica zoals The Zombies, The Byrds en Jefferson Airplane. Compleet met achterwaarts afgespeelde gitaren, fuzzy vocals en barokke arrangementen.
David Crosby Laughing (If I Could Only Remember My Name, 1971) De titelsong van Congratulations is een tedere hippieballade over ‘beroemd zijn en de wereldwijde economische crisis’. Zouden de jongens ter inspiratie naar David Crosby geluisterd hebben? De wandelende walrus van The Byrds en Crosby, Stills, Nash & Young weet zich van opvolging verzekerd. Todd Rundgren International Feel (A Wizard, A True Star, 1973) Gevierd producer (Meat Loaf, XTC, New York Dolls,
www.apollo.be
Patti Smith), maar vooral een geniale weirdo die van de pot gerukte soloplaten maakte. Kosmische spacerock, synthetische soul, symfonische synthpop of excentrieke pianoballades, een koud kunstje voor de stiefpa van Liv Tyler.
The Sleepy Jackson Good Dancers (Lovers, 2003) Momenteel maakt Luke Steele furore met Empire Of The Sun, maar zeven jaar geleden had de Australiër al een neus voor zeemzoete California dreams en nostalgische zomerpop. The Flaming Lips – Worm Mountain (Embryonic, 2009) Ze deelden al een producer (Dave Fridmann) en vorig jaar een studio – zou MGMT tijdens de opnames van Worm Mountain ook aan de paddo’s van Wayne Coyne gezeten hebben? (JB)
15
De softie in Iron Man
ROBERT DOWNEY JR: “De bullshit is bijna bedwongen”
16
www.apollo.be
Celebritext
Vielen dubbel op tijdens de Oscars vorig jaar: Mickey Rourke en Robert Downey Jr. Al ging geen van beide naar huis met een Academy Award, ze waren wat blij dat ze er opnieuw bij waren. Voor Robert Downey Jr. ziet het er met Iron Man 2 ook naar uit dat de lange terugweg naar de top eindelijk is beslecht en dat de belofte van Chaplin, waar hij in 1993 zijn eerste Oscarnominatie voor kreeg, verzilverd wordt. Rourke en Downey Jr. schitteren samen in Iron Man 2, naast een sterrencast met Scarlett Johansson, Sam Rockwell, Samuel L. Jackson, Paul Bettany, Don Cheadle, Gwyneth Paltrow en Iron Man-bezieler Stan Lee als, euh, Larry King. De gesmaakte vertaling van de Marvelheld naar het grote scherm is een van de twee grote franchises waarin Downey de hoofdrol heeft; de kaskraker Sherlock Holmes, waarvan eveneens een tweede deel is gepland, is de andere. Een paar grote Hollywood-namen hebben hun schouders gezet onder de comeback van Downey Jr.: Mel Gibson, George Clooney, David Fincher en superproducer Joel Silver, die hem bleef steunen tijdens zijn donkerste dagen – tussen 1996 en 2001 werd de acteur ontelbare keren gearresteerd en veroordeeld voor het bezit en gebruik van drugs. Silver was een van de eerste om hem een tweede kans te geven door hem de hoofdrol aan te bieden in de (flauwe) thriller Gothika. Op de set leerde hij Susan Levin kennen, met wie hij in 2005 trouwde. Sindsdien is zijn carrière in een stroomversnelling geraakt, met als (puur commercieel) hoogtepunt Iron Man 2, de te kloppen favoriet van het Amerikaanse blockbusterseizoen. Het ziet eruit alsof je opnieuw veel plezier hebt beleefd aan de opnames van Iron Man 2. Zat je dit keer ook beter in het vel van je personage? Het zelfvertrouwen was groter, absoluut. Maar plezier is misschien niet meteen het juiste woord, want we voelden meer verantwoordelijkheid omdat er dit keer ook meer werk is ingestoken. We hebben de cast en de horizon gevoelig verbreed. Het verhaal is ook opvallend complexer en subtieler – en het werkt! Nee, ik zou niet zeggen dat het één en al dolle pret was. We voelden elke slag, elk moment, elke lach – geen sinecure om alles rond te krijgen zoals we het wilden. Waar zat het venijnigste addertje onder het gras? Hoe krijgen we het beste uit al die waanzinnig getalenteerde mensen die het gewend zijn om zelf de hoofdrol te spelen? Hoe geven we hun verhaal een begin, midden en einde? Hoe kunnen we hen in een groter verhaal trekken dat we evengoed hadden kunnen vertellen met een doorsnee slechterik en veel actie? Het moeilijkste was om die ambities waar te maken.
www.apollo.be
Hoe zit de plot dit keer eigenlijk in elkaar? Helemaal in het begin wordt Tony benaderd door Nick Fury, die zich afvraagt hoe hij zich voelt zonder ruggensteun. Rhodey (Don Cheadle) zei altijd: “Hey, waarom kom je niet bij ons werken?” Tony staat ook onder druk van de Senaat, die wil dat hij zijn pak afstaat – hij heeft het ontworpen, toen hij daar nog onder contract lag. Maar voor hem was dat pak geen overheidscontract, maar een manier om zijn leven te redden. In de eerste scenariobesprekingen probeerden we het voor de hand liggende te vermijden en de boeiendste, meest onderhoudende en eerlijkste evolutie uit te stippelen. Tony staat deze keer voor een veel grotere opdracht dan wanneer hij gewoon aan zijn eigen leven moest denken.
Showstopper Was er sprake van een ontgroening op de set? Nee, want veel closer konden we eigenlijk niet worden. In dit kleine dorp bestaat er een soort broeder/zusterschap van talenten. Neem nu Don: iedereen kent de topprestaties die hij heeft afgeleverd over de jaren heen. Als die dan mee in een project stapt omdat hij gelooft dat mijn directe betrokkenheid een belangrijke factor is in het welslagen ervan, dan voel ik me bijna verplicht om hem te garanderen dat we ons stinkendste best zullen doen om hem een mooi personage te geven. Het probleem was dat ik dat tegen alle vier de nieuwelingen zei. Regisseur Jon Favreau en ik bezwoeren Mickey (Rourke) dat hij niet zomaar een tweedimensoniale nemesis zou zijn. Idem Scarlett (Johansson): “Je gaat heel wat meer zijn dan een spin-off in een Marvel B-comic. We willen echt een hete stoot die haar mannetje staat.” Ik denk dat we daar ook in geslaagd zijn. En Sam (Rockwell) is zo’n rotgetalenteerde kerel; hij vult knap de ruimte op die mijn personage vrijmaakte toen hij in de eerste film zei geen wapens meer te zullen maken. Maar de echte uitdaging was Don, die mijn sidekick wordt. Als we zeggen dat niemand een eiland is, komt het er altijd weer op aan hoe je dat aanpakt als het moment van de waarheid er is: “Tony, je staat er echt niet alleen voor.” Ik had bij de comics ook altijd het gevoel dat als die twee samen optrokken, ze erom zouden tossen wie het eerst iemand in bed krijgt. Don heeft daar de humor en de intuïtie voor. Als we buiten wat rondhingen
en elkaar steken gaven, voelde ik meteen de juiste connectie. Hij is niet geïntimideerd door mij, op geen enkele manier, en dat moest ook in de film te zien zijn. Moesten jullie hem overtuigen om mee te doen? Twee jaar geleden verkocht Iron Man zichzelf op de Comic-Con-beurs. In tegenstelling tot wat sommige cijferneukers dachten, werd het nadien ook een groot commercieel succes. Maar als acteur krijg je wel vaker een mooi bundeltje aangeboden, dat op één of andere manier toch de beloftes niet kan waarmaken – en dat heeft zelden met foute intenties te maken. Ik heb het zelf meermaals meegemaakt. Jon, ik, de mensen van Marvel, iedereen die er de vorige keer bij was, we weten dat we een creatief verbond hebben dat in staat is om het opnieuw waar te maken. Dat boezemt iemand als Don of Mickey voldoende vertrouwen in. Tussen haakjes: zat het pak beter deze keer? (lacht) Een beetje toch. Is er eigenlijk sprake van een driehoeksverhouding tussen... Bijlange niet genoeg, als je het mij vraagt. (lacht) …tussen Tony, Pepper (Paltrow) en Black Widow (Johansson)? Ik denk dat we in eerste instantie uitgingen van een driehoeksverhouding. Waarna we ons realiseerden dat driehoeksverhoudingen heel erg typisch zijn voor superheldenfilms. We wilden iets geschifters dan dat. Black Widow is een zalig personage omdat ze niet is wat ze lijkt – een buitenkans! Er sluimert zoveel onder de oppervlakte, en dat komt er ook uit.
Marvel-machine Heeft het je verrast dat mensen je sinds Iron Man anders bekijken als acteur? Jazeker. Spreek gerust van een mirakel – een gigantisch groot mirakel! Maar zo werkt de filmindustrie nu eenmaal, en ik ben er eerlijk gezegd niet rouwig om. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik iets als dit wilde en kon doen, en nu heb ik eindelijk ook die kans gekregen. Binnenkort kruip je nog eens in de huid van Iron Man, maar dan in de remake van The Avengers. Al mee bezig? Ik ben nooit bezig met te ver vooruitkijken. Ik weet alleen dat we op dit moment goud in handen hebben, en het is aan ons om dat niet te verkwisten. Ik luister naar de professionals en totdat ze me iets anders opdragen, blijf ik zeep verkopen. Iron Man, Tropic Thunder, Sherlock Holmes, Iron Man 2, The Avengers: je maakt een persoonlijke renaissance mee. Het beste wat ik kan doen – en dat heeft me door al mijn problemen geholpen – is dat ik
17
Ed Templeton stelt tentoon in het S.M.A.K.
© Wouter Van Vaerenbergh
“Een kunstenaar? Moi?”
72
www.apollo.be
Ben Van Alboom
Orange County bracht niet enkel een onwaarschijnlijke guilty pleasure voort – het eerste seizoen van de tv-serie The O.C. is de max! Het gehucht ten zuiden van Los Angeles zette ook een artistiek zwaargewicht op de wereld: skater/fotograaf/schilder/whatever Ed Templeton. In het S.M.A.K. start deze maand de grootste overzichtstentoonstelling van zijn werk – ooit. “En ik ben nog niet eens halfdood!” Ed Templeton loopt al ruim een maand in Gent rond – enerzijds om de tentoonstelling The Cemetery of Reason te helpen opbouwen, anderzijds om er nog vlug een aantal nieuwe werken voor te maken. “Morgen ga ik verf kopen”, klinkt het begin maart in het vegetarische restaurant Lekker Gec aan het Sint-Pietersstation, voor hij bij de serveerster informeert of de mayonaise veganistisch is. Ze weet het niet zeker. Templeton dopt er zijn duim in en likt hem af. “En?”, vragen we. “Ik weet het niet. Ik proef geen verschil tussen gewone en veganistische mayonaise.” Gewone stervelingen zullen Ed Templeton hooguit kennen van het artwork van The Honey and the Knife, het recentste album van Admiral Freebee. De connectie? Templeton zit in de portefeuille van de Antwerpse Tim Van Laere Gallery, en Tim is de broer van Tom a.k.a. de Admiraal. Allemaal zeer tof natuurlijk, maar voor those in the know is Templeton meer dan de dude die onlangs een paar foto’s van Tom Van Laere heeft genomen. Alle respect voor Jeff Bridges, maar voor velen is Templeton gewoon The Dude – in the flesh. Alleen rookt hij niet. En hij drinkt niet. En hij is al bijna twintig jaar samen met dezelfde vrouw, met wie hij uitsluitend sla en wortelen, en komkommer eet. En dan nog is hij cooler dan Jeff Bridges in The Big Lebowski! De inmiddels 38-jarige Templeton begon zijn carrière als skater. Vraag hem vandaag wat hij doet, en hij zal – ondanks het feit dat je hem er niet meer toe in staat zou achten – nog altijd skater zeggen. “Ik vind het moeilijk om mezelf ‘kunstenaar’ te noemen”, zegt de man wiens werk het voorbije decennium in musea en galerijen in New York, Tokio en Madrid te zien was, en dat drie jaar geleden in Parijs de etalage van Colette, the mother of all concept stores, sierde. Voor zijn tentoonstelling in het S.M.A.K. werden twaalfduizend stukken overgevlogen – foto’s, tekeningen, schilderijen en sculpturen. “En toch krijg ik dat woord maar niet over mijn lippen.” Pech, want ik kon niet één zinnige vraag over skaten verzinnen. (Lacht) Perfect! Het is niet omdat ik in de eerste plaats skater ben dat ik over niets anders kan praten. Ik heb ook altijd geprobeerd om mijn leven als skater en mijn werk als kunstenaar wat van elkaar gescheiden te houden – voor mezelf, maar vooral ook voor anderen. In het begin zakte iedereen naar mijn tentoonstellingen af, in de hoop honderden skateboardfoto’s en boardontwerpen te zien. Natuurlijk zijn dat dingen die ik doe, maar er
www.apollo.be
is meer. Ik wil niet getypecast worden als de skater ‘die ook iets doet met kunst’. Het ene heeft niet noodzakelijk iets met het andere te maken.
“Als ik voorbij de douane moet, ben ik noch skater, noch kunstenaar. Dan zeg ik dat ik zakenman ben; daar kunnen ze zich tenminste iets bij voorstellen.” Zelfs niet een héél klein beetje? Natuurlijk wel. Skaten heeft mee bepaald wie ik ben, maar in tegenstelling tot wat velen graag willen horen, bestaat er niet zoiets als een skatekunstenaar. Toegegeven, er komen heel wat kunstenaars uit de skatewereld, maar eind jaren ’80 was skaten in de VS gewoon een manier om jezelf van de mainstream te onderscheiden – toch zeker waar ik vandaan kom. Punk was dood, er was nog geen internet, skaten was alles wat we hadden. Natuurlijk liepen er ook heel wat creatieve geesten in de scene rond, maar om alles wat ze sindsdien deden aan skaten toe te schrijven, lijkt me wat overdreven. Meer nog: de meeste skaters rookten wiet en speelden videospelletjes. Met kunst hielden ze zich totaal niet bezig. Trouwens, als ik voorbij de douane moet, ben ik noch skater, noch kunstenaar. Ik zeg dan altijd dat ik een zakenman ben; daar kunnen ze zich tenminste nog iets bij voorstellen. Je bent anders ook gewoon een zakenman: je bedrijf Toy Machine is een van de belangrijkste skateboardfabrikanten ter wereld, en van de merchandising (T-shirts, mutsen, caps, sokken) zul je ook wel niet arm worden. Gelukkig maakt dat van mij nog geen zakenman. (lacht) In het skatemilieu bestaat een gezegde: “The only thing that sucks about skateboarding is the skateboarding business.” Ik denk dat dat waar is. Ik zou minder van skateboarden zijn gaan houden, mocht ik mij de voorbije vijftien jaar langer dan een week met geldzaken hebben moeten bezighouden. Dat doet mijn zakenpartner; ik hou mij enkel bezig met de creatieve kant van de zaak, zoals het ontwerpen van de boards. Eerlijk: ik heb in mijn leven nog nooit iemand
moeten aannemen of ontslaan. Ik zou dat zelfs niet kunnen. Ik sta de douane dus maar wat voor te liegen: het laatste wat ik ben, is een zakenman. Je bent beginnen skaten op je dertiende. Was je toen al met kunst en fotografie bezig? Totaal niet. Pas toen ik vijf jaar later voor het eerst de VS verliet om in Europa aan een skatetoernooi deel te nemen, heb ik de smaak te pakken gekregen. ’s Avonds gingen de andere deelnemers altijd op café, maar dat stak mij al gauw tegen. Ik dronk niet, ik rookte niet, ik zat daar gewoon niets te doen. Ik heb dan maar, als wereldvreemde achttienjarige Amerikaan, al mijn moed bijeengeraapt en ben de stad gaan verkennen. We zaten in een of andere shit hole in Duitsland waar uiteraard geen musea waren, maar alleen al het feit dat je op straat standbeelden tegenkwam, was voor mij een openbaring. “Kunst in het openbaar?! Wow!” Dat klinkt misschien belachelijk, maar waar ik vandaan kom, moet je echt naar kunst op zoek gaan, om het dan nog altijd niet te vinden. Dus liever een boerengat in Duitsland dan Orange County? Ik heb in die periode ook grote Europese steden aangedaan, zoals Parijs. Ik heb er heel wat musea bezocht en de microbe te pakken gekregen. Toen ik terug thuiskwam, ben ik als een gek beginnen schilderen. Natuurlijk bakte ik er in het begin niets van – ik had nog nooit een verfborstel in mijn handen gehad, laat staan een penseel. Maar ik vond het belangrijk om zelf mijn skateboards te pimpen. Dat deden Chris Miller en Mark Gonzales ook, twee skaters die ik enorm bewonderde. Alleen zagen die van hen er een pak beter uit. (Lacht) Toen ik in ’93 Toy Machine oprichtte, was ik nog altijd maar een amateur. Ik herinner me mijn eerste advertentie: “Buy Ed Tempelton’s board – the one with the crappy graphics.” Kostte het je evenveel moeite om te beginnen fotograferen? Nee. Niet dat ik mezelf meteen als een grote fotograaf zag – toen ik er in ’95 mee begon, maakte ik veredelde toeristenfoto’s. Maar ik was het gewoon om voor skatemagazines gefotografeerd te worden, dus was het louter een kwestie van goed opletten en geregeld om advies vragen. Er was ook iemand naar wie ik ontzettend opkeek: Tobin Yelland. Hij nam niet alleen kiekjes van skaters in actie, hij fotografeerde ook de lifestyle. Alleen was hij zelf helemaal geen skater – hij kende er gewoon veel. Ik ben toen beginnen nadenken:
73
PLANEET IJSLAND
Het laboratorium van de popmuziek
Š Jim Van Loo
80
www.apollo.be
Dirk Steenhaut
Het IJslandse landschap spreekt als geen ander tot de verbeelding. Bij een eerste aanblik van de gletsjers en geisers, watervallen en lavavelden, waan je je op een andere planeet. Sinds het mondiale succes van Björk en Sigur Rós staat het eiland echter ook bekend als een bruisend muzieklabo waar experiment en magie hand in hand gaan. Hoe komt het toch dat het Hoge Noorden zoveel origineels voortbrengt? En hoe overleeft het artiestengild er de zware monetaire crisis?
Wie last heeft van claustrofobie, kan met een gerust gemoed naar IJsland emigreren. Ademruimte genoeg op een plek die slechts 320.000 inwoners telt. Maar de clichés over onbehouwen vissers en schapenhoeders berusten grotendeels op fictie. IJslanders zijn het meest belezen volk ter wereld en iedere familie telt minstens een schrijver, kunstenaar of muzikant in haar rangen. Door het barre klimaat spendeert de bevolking veel tijd binnenshuis en dus worden kunstzinnigheid en individualisme sterk aangemoedigd. De IJslandse identiteit is doordrongen van non-conformisme, vandaar dat meelopers meewarig worden bekeken. Hoewel artistieke bezigheden in een kleine gemeenschap doorgaans weinig brood op de plank brengen, is het verbazend hoeveel unieke IJslandse pop- en rockbands sinds de doorbraak van The Sugarcubes en hun chanteuse Björk een internationaal platencontract wisten te versieren. Sigur Rós, GusGus, Emiliana Torrini, Múm, Mugison, Jóhann Jóhannsson en Ólafur Arnalds spelen ook bij ons voor uitverkochte zalen, terwijl Seabear, Lay Low en Benni Hemm Hemm vinnig meezwemmen in hun kielzog. “IJsland is een plek van contrasten”, zegt producer Valgeir Sigurdsson, die met Björk en Bonnie ‘Prince’ Billy heeft gewerkt en cd’s uitbrengt op zijn eigen Bedroom Community-
www.apollo.be
label. “In een kwartier flitsen hier alle mogelijke weertypes voorbij. De mensen laten zich dan ook niet makkelijk uit hun lood slaan: ze zijn flexibel, altijd op alles voorbereid. In IJsland belet niets je te worden wat je wilt: je hoeft niemand iets te bewijzen, behalve jezelf. Toch krijg je als kunstenaar weinig steun. De enige beloning voor je creativiteit is je eigen voldoening. IJslandse muzikanten volgen hun instincten. Liever dan van iemand afhankelijk te zijn, steken ze zelf de handen uit de mouwen.” Wie de roman Onafhankelijke mensen van Halldór Laxness heeft gelezen, weet dat IJslanders berucht zijn om hun koppigheid. “Nog geen eeuw geleden huisde de bevolking hier in hoogst armoedige omstandigheden”, legt Sigurdsson uit. “De geschiedenis van dit land is er een van ontbering en hongersnood. Wie hier wilde overleven, moest over een ijzeren wil beschikken. Die onverzettelijkheid maakt deel uit van onze volksaard.” Siggi Baldursson was tijdens de eighties lid van The Sugarcubes. Tegenwoordig maakt hij ethnodance met Steintryggur en drumt hij bij Emiliana Torrini. “IJslanders hebben een hoge dunk van zichzelf”, grijnst hij. “Wij geïsoleerde eilandbewoners zijn op onszelf aangewezen, hé? Als je niet gaat vissen, heb je niets te eten. Dus ontwikkel je vanzelf zin voor initiatief en
een zeker improvisatievermogen, kwaliteiten die je ook in onze muziek aantreft.” Sigurdsson: “Tijdens onze Whale Watching Tour, een concertreeks van Bedroom Community waarin muzikanten met diverse achtergronden samen op het podium staan, hebben we voortdurend het gevoel van een steile klif het water in te duiken. Iedere avond nemen we artistieke risico’s, maar het besef dat alles kan mislukken, houdt ons niet tegen. Mochten we steeds dezelfde set spelen, dan zouden we niet méér zijn dan een circusattractie.” Baldvin Esra Einarsson, de man achter het jonge, succesrijke Kimi Records, wijt de vitaliteit van de IJslandse muziekscene aan het onderwijs. “We beschikken over zestig muziekacademies, waar je zo goed als kosteloos les kunt volgen. De jongste twintig jaar leerden zo’n 30.000 kinderen een instrument te bespelen en die begonnen rond hun veertiende allemaal een bandje. De kids zien muziek niet als iets waar geld mee te verdienen valt. Ze spelen voor hun plezier en proberen iets te maken waar ze zelf trots op zijn. Niemand vertelt een muzikant wat hij moet doen om bij het publiek in de smaak te vallen. Dat houdt zijn muziek puur, eerlijk en compromisloos. De meeste groepen huldigen een indie-ethiek: vinden ze niemand die hun
81
Sure Shot
DAAN “Meestal bijt iemand uit de entourage je net voor het concert nog snel toe: ‘Three songs, no flash’. Bij Daan kun je gelukkig wél tot aan het eind van de show je werk doen. Per definitie levert zoiets spannender beelden op. Op deze foto voel je de allerlaatste noot van het concert aankomen.”
92
www.apollo.be
Alex Vanhee
DAVE GAHAN “Bij het begin van hun show houden nogal wat supersterren vast aan een strak scenario van ingestudeerde poses, wellicht om zich niet te laten vangen aan het legertje fotografen dat samengetroept staat voor het podium. Plots zorgt een popzanger onbewust voor een uniek beeld.”
FLYING LOTUS “Niets vervelender dan beelden schieten van een dj achter zijn laptop. Gelukkig bleek Flying Lotus een uitzondering op die regel. Geestdriftig werkte hij zich in het zweet achter zijn schermpje, terwijl z’n mimiek onversneden spelplezier verried.”
www.apollo.be
93
www.wsje-flp.com Bringing Universities and Businesses Together Contact: Gert Van Mol gert.vanmol@dowjones.com +32 478 882 506