BQSJM t F KBBSHBOH t ĂŠ t OVNNFS
architectenweb magazine
praktisch vakblad over bouw en architectuur
w w w . a r c h i t e c t e n w e b . n l
praktisch vakblad over bouw en architectuur
interview Ton Schaap project Dobbelmanterrein Nijmegen, Research Laboratorium Groningen, Ontvangstgebouw en Crematorium Sint-Niklaas focus Winkelinterieurs them@gazine Binnenwanden
Om in te bijten...
SHINNOKI : een assortiment kant-en-klare ďŹ neerplaten die gekleurd en gelakt zijn en geen verdere afwerking vereisen. De SHINNOKI collectie is samengesteld uit kwaliteitsďŹ neren geperst op een MDF PEFC drager met een lichte of donkere melamine tegenzijde. Het gamma bestaat uit 16 kleuren die perfect aansluiten bij de materialen die in hedendaagse architectuur worden aangewend. Bijpassende kantenbanden, ook gekleurd en vernist, zijn beschikbaar. Er is een handige stalenbox met cataloog verkrijgbaar om uw creativiteit de vrije loop te laten. En gegarandeerd dat uw volgend project er eentje wordt om in te bijten!
Meer weten ? Surf naar www.shinnoki.com
VELUX daglichtsymposium Op zoek naar evenwicht tussen energie-efficiĂŤntie en gezond leefklimaat Op 13 en 14 mei 2009 wordt het derde internationale VELUX daglichtsymposium gehouden in de Van Nelle Ontwerpfabriek te Rotterdam. Het moment voor architecten, ontwerpers, onderzoekers en andere voorschrijvers om kennis en visies uit te wisselen over het gebruik van daglicht in gebouwen. Kijk voor meer informatie op www.thedaylightsite.com.
[[ VAN DE REDACTIE INHOUDSOPGAVE
PROJECT
Hello Goodbye Voor u ligt de 25e editie van AWM. Op de kop af vier jaar geleden rolde het eerste nummer van de pers. Inmiddels hebben we een grote lezersgroep opgebouwd die ons blad met veel plezier leest. Toch zat mij wat dwars. Te vaak hoorde ik dat architecten ons blad lezen als alternatief op de gevestigde titels. Enerzijds is dat positief, anderzijds betekent het dat AWM en de gevestigde bladen te weinig een eigen gezicht hebben. In de afgelopen jaren is er wel wat gepoetst en gesleuteld aan AWM, maar in essentie is de formule ongewijzigd gebleven. Die tijd is nu bijna voorbij. De afgelopen maanden is er door ons hard gewerkt aan een frisse en in onze optiek vernieuwende bladformule. U moet nog een editie wachten om uw eigen mening hierover te kunnen vormen, maar ik durf mijn spaargeld er wel op te zetten dat de meesten onder u de vernieuwde AMW met nog meer plezier zullen lezen. Om de spanning op te bouwen licht ik alvast een tipje van sluier op. AWM nieuwe stijl staat geheel in het teken van actualiteit, innovatie en trends in de architectuur. AWM wordt ook minder opiniërend. In het vervolg zal ik u daarom niet meer elk nummer persoonlijk te woord staan. Daarnaast nemen we afscheid van onze columnisten Peter Drijver en Kees van der Hoeven en in hun kielzog blaast stripheld Arch.Maaik de aftocht. Trouwe fans kunnen hem blijven volgen op www.archmaaik.net. Ook in ons redactionele team vinden er enkele wijzigingen plaats. Eindredacteur Theo Janssen gaat genieten van zijn welverdiende pensioen en kan terugkijken op 25 tekstueel vrijwel foutloze AWM’s. Uitgever Marjoleine van Schaik maakt een carrièreswitch en wordt opgevolgd door Michiel van Raaij. Ik wil Marjoleine, Theo, Peter, Kees en Arch.Maaik hartelijk danken voor hun inzet en de toewijding waarmee ze AWM hebben gemaakt. Waarom deel ik u dit mee? Had ik de betrokkenen niet persoonlijk kunnen bedanken? En wat is het nut van het vooraf aankondigen van een nieuwe bladformule? Het antwoord is eenvoudig. Mede dankzij de economische recessie betreden we een nieuw tijdperk, waarin vernieuwing en menselijke maat centraal komen te staan. Met de nieuwe bladformule voor AWM en hernieuwde aandacht voor de persoon bereidt Architectenweb zich voor op de toekomst. Dat voelt goed en dat wil ik – nu dit podium voor de laatste keer tot mijn beschikking staat – graag met u delen. Jeroen van Oostveen Hoofdredacteur AWM
30 30 Research Laboratorium UNStudio
PROJECT
44 44 Cadiz Abbink x De Haas
PROJECTEN 30 Research Laboratorium UNStudio
34 Schiecentrale 4b Mei
44 Cadiz Abbink x De Haas
48 Droste Cacaosilo Max van Aerschot
56 Ontvangstgebouw en Crematorium Claus en Kaan
60 Dobbelmanterrein Marlies Rohmer
70 Sportcentrum BO.2
jvo@architectenweb.nl
4
coverfoto: Christian Richters
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
PROJECT
INTERVIEW
34
20
34 Schiecentrale 4b Mei
20 Ton Schaap
PROJECT
48
60
Max van Aerschot
74 74 Winkelinterieurs
Schakelen tussen Architectuur & Stedenbouw
PROJECT
48 Droste Cacaosilo
FOCUS
60 Dobbelmanterrein
Ingericht op imago
THEM@GAZINE
98 98 Binnenwanden en scheidingen
Marlies Rohmer
Flexibel en visueel open
ARCHIPEDIA
PRODUCTINFORMATIE
EN VERDER...
102 Alvar Aalto
92 productinformatie
04 05 12 15 16 18
van de redactie inhoudsopgave nieuws agenda nieuws buitenland column Kees van der Hoeven Overspoeld door de media
86 column Peter Drijver Welke crisis?
89 106 113 114 114
NUMMER 25 - APRIL 2009
Material Xperience boeken Arch.maaik advertentie index colofon
5
Rockpanel geeft verhalen vorm
Elk bedrijf, elk gebouw, elke gevel heeft een uniek verhaal. Met Rockpanel kunt u deze verhalen vormgeven. Unieke verhalen worden unieke gevels, unieke gebouwen, uw gebouw. Het rijke palet aan kleuren en designs van Rockpanel plaatmateriaal geeft u de vrijheid elke visie uit te beelden. Zo vertellen uw creaties het unieke verhaal dat schuil gaat achter de gevels. Deze gevel vertelt het verhaal van Rockpanel’s productieproces: het verhitten van basalt en het spinnen van het ruwe basisproduct. Lees het volledige verhaal op www.rockpanel.nl.
EcoTherm b.v. Postbus 198, 7100 AD Winterswijk, Lorentzstraat 1, 7102 JH Winterswijk tel.: +31 (0)543 54 32 10, fax: +31 (0)543 53 08 44, www.ecotherm.nl, e-mail: info@ecotherm.nl
:kYeIgdc^X HnhiZb
9Z jai^ZbZ kdgb kVc cVijjga^_`Z kZci^aVi^Z
KCK d[ KgVV\\ZhijjgYZ CVijjga^_`Z KZci^aVi^Z odg\i kddg ZZc ZkZcl^X]i ijhhZc \ZXdcigdaZZgYZ cVijjga^_`Z ajX]iidZkdZg Zc bZX]Vc^hX]Z ajX]iV[kdZg# =Zi c^ZjlZ 9jXdIgdc^X HnhiZb kZgoZ`Zgi ZZc dei^bVaZ kZci^aVi^Z Yddg bZi^c\ de Yg^Z [VXidgZc/ YZ W^ccZc" Zc Wj^iZciZbeZgVijjg! ]Zi 8D'"\Z]VaiZ ^c Za`Z gj^biZ Zc YZ gZaVi^ZkZ kdX]i^\]Z^Y ^c YZ ÈcViiZÉ gj^biZh# =Zi O"lVkZ egdidXda odg\i kddg ZZc Z[[^X^ ciZ Zc YgVVYadoZ Xdbbjc^XVi^Z ijhhZc YZ XdbedcZciZc# =Zi 9jXdIgdc^X HnhiZb aZkZgi ZZc ZZc ;F9#m_dij jej &"(,
mmm$ZkYe$[k
C6IJG6A 8DB;DGI >CH>9:
C^Zjl
Brede school De Matrix in Hardenberg heeft onlangs de Scholenbouwprijs 2008 gewonnen in de categorie primair onderwijs. Het fraaie opvallende ontwerp van Architectenbureau Marlies Rohmer bestaat uit vier clusters en een centrale gemeenschappelijke ruimte. Deze ruimte wordt gebruikt door de verschillende participanten, elk met hun eigen wensen. Door toepassing van Visio 85 mobiele glazen paneelwanden van Espero kan de centrale hal met aangrenzende speellokalen en vergaderruimtes op eenvoudige wijze omgetoverd worden tot een grote feest- of kerkzaal. Wordt de ruimte overdag vooral door scholen benut; in de avonduren en in het weekend maken stichtingen, verenigingen en kerken er gebruik van voor cursussen, bijeenkomsten en vieringen. Door dit dubbelgebruik kunnen de exploitatiekosten omlaag worden gebracht. Besparing door exibele ruimte-indeling met mobiele wanden van Espero.
Vraag onze documentatie aan met meer voorbeelden en overige informatie, ook over onze andere wandtypen Sonico,Visio, Flexio en Uno & Duplo. Uitgebreide bestekservice en projectpresentatie vindt u op onze website: www.espero.nl
Espero BV Sluisweg 26-28 5145 PE Waalwijk Nederland T 0416 338955 F 0416 332635 E info@espero.nl I www.espero.nl
# &# ' $ ' $ *! ( #
) #$ ! %( % & & $)$% '!!# # &# ' $ ' $ *! ( # * ! #$ ( % % & % ! % % '!# ' # % $ ( # % # % % %!% !"' # % '
!' % ' !" !$$ $% ' ) #$ $
' # &( ) #$ $ &( " #% # '!!# # % %! $ !" !$$ % & & $ % # % & %$% $ % $ ! $" # # # % %&&# % # $ # ( # % ' % % ! % %!% ' % ) #$
% & . % # $$ # # % %! $ ! ' "#! & % ' ) #$ ! % % !" % ! * # % % ' $ &#$ !" ((( # ) #$ ! +
explore the edge between stairs
and
art
e
stairs
Barneveld
|
T +31 (0)342 405700
|
E-mail nl@eestairs.com
|
Website www.eestairs.com
[[ NIEUWS BINNENLAND
DRIE WINNAARS BUILDING FOR BOUWKUNDE Minister Ronald Plasterk heeft de prijswinnaars bekendgemaakt van de internationale ideeënprijsvraag ‘Building for Bouwkunde’. De ideeën van de acht genomineerden vormen samen met de resultaten van een speciale denktank de basis voor concrete toekomstplannen. De opgave was tweeledig: ‘het Onderwijsgebouw van de Toekomst’ en ‘de relatie van het faculteitsgebouw tot de campus en de stad’. Architecten en studenten zijn uitgedaagd om hun faculteit opnieuw uit te vinden door reflectie en debat. De prijsvraag resulteerde in een schat aan ideeën, variërend van
één gebouw tot een verzameling van gebouwen, ontworpen voor de oude locatie van Bouwkunde maar ook voor onverwachte nieuwe plekken binnen en buiten de campus en op basis van hergebruik van oude gebouwen. De drie winnende ideeën zijn Amalgam (laura alvarez architecture, Nederland), Green-Housed Culture (Marc Bringer, Frankrijk) en A World Without Objects (Gijs Raggers architect, Nederland). Over de andere genomineerden werden drie tweede prijzen en twee eervolle vermeldingen verdeeld.
GROEN LICHT VOOR BOUW STRIJP S
‘VONDEL VERZEN’ ALS MEUBILAIR IN VONDELPARK Anouk Vogel landscape architecture heeft met het ontwerp ‘Vondel Verzen’ de ontwerpwedstrijd voor het meubilair voor het Vondelpark in Amsterdam gewonnen. Het bureau krijgt de mogelijkheid een definitief ontwerp te maken. De prijsvraag is een initiatief van Stadsdeel OudZuid en de stichting Hart voor het Vondelpark. Er werd gezocht naar een ontwerp dat bijdraagt aan een duurzaam en verantwoord beheer van het park. De jury roemt het winnende ontwerp als een moderne vertaling van het negentiende-eeuwse parkontwerp van Jan David Zocher jr.. 12
De bouw op Strijp S in Eindhoven gaat na acht jaar van start. De Raad van State heeft in februari het laatste bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, waardoor het bestemmingsplan definitief is geworden. Tot de eerste projecten die van start gaan, behoort de herontwikkeling van het voormalige NatLab tot verzamelgebouw voor creatieve, startende ondernemers. Verder zullen de twee gebouwen van de Hoge Rug worden getransformeerd tot appartementencomplexen. Ook plannen van Woonbedrijf voor een grootschalig woonprogramma kunnen nu verder ontwikkeld en uitgevoerd worden.
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
COEVORDEN KRIJGT ENERGIELEVERENDE WONINGEN Het Drentse Coevorden krijgt drie woningen die zo zuinig zijn dat ze energie leveren. De woningen zullen volledig op de energie van zonnecollectoren draaien. De collectoren wekken zoveel energie op dat ook het verbruik voor verlichting en huishoudelijke apparaten kan worden afgedekt. De huizen zijn hierdoor vrij van energielasten. De zogeheten HR-Actiefhuizen in de nieuwbouwwijk Ossehaar dienen als voorbeeld voor toekomstige kopers om te laten zien hoe je energiezuinig kunt bouwen. De eerste drie woningen worden in samenwerking met de bewoners ontworpen.
WINKELS EN HOTEL IN POSTKANTOOR NEUDE Hoewel het postkantoor aan de Neude in Utrecht pas na 2015 zal worden herontwikkeld, heeft ASR Vastgoed alvast de plannen en een eerste ontwerp onthuld. De ontwikkelaar wil het Rijksmonument een ‘recreatief karakter’ geven, met hoogwaardige modewinkels, een viersterrenhotel met daaraan gekoppeld een restaurant en andere horecafaciliteiten. Het binnenplein van het gebouw aan de Oudegracht krijgt een spectaculaire gevel annex overkapping van glas. Dit zal dan tevens de nieuwe hoofdingang van het centrum worden. Rijnboutt Van der Vossen Rijnboutt is de architect van de eerste plannen.
PIETER KERS
EERSTE THEATER BIJLMERMEER OPGELEVERD
In Amsterdam is het Bijlmer Parktheater opgeleverd. Het door Architectenbureau Paul de Ruiter ontworpen cultuurcen-
trum is de eerste theaterzaal in Amsterdam-Zuidoost. Door de ligging op de grens tussen het nieuwe Anton de Komplein
en het Bijlmerpark moet het theater een impuls geven aan de sociaaleconomische ontwikkelingen rond het plein. Het
vormt tevens het beginpunt van een nieuwe culturele as, van Bijlmerpark tot ArenAPoort. De basisvorm van het gebouw is een ellips, waarbij de verdiepingen licht verspringen ten opzichte van de begane grond. De gevel bestaat uit een combinatie van houten lamellen en stalen golfplaten, wat het gebouw een vloeiende en dynamische uitstraling geeft. De glazen omloop rondom de grote zaal zorgt voor een ruime lichtinval. In de zaal met 277 stoelen kan geschoven worden met coulissen en de in- en uitschuifbare tribunes kunnen in zowel circus- als theateropstelling worden geplaatst. Daarnaast beschikt het theater over een ruime foyer, studio’s, vergaderruimtes en kantoren. Dit voorjaar wordt het Parktheater in gebruik genomen.
NUMMER 25 - APRIL 2009
13
,3""*+7"/(&3¸t63#*4
[[ NIEUWS BINNENLAND
GROTE ZAAL DE DOELEN KRIJGT OPFRISBEURT De Grote Zaal van De Doelen gaat in april voor vijf maanden dicht. De grootste concertzaal van Nederland krijgt een opknapbeurt omdat de faciliteiten zijn verouderd. In ruim veertig jaar tijd namen 20 miljoen bezoekers plaats op de stoelen die dateren uit 1966. Bovendien moet er op technisch gebied ingrijpend worden gerenoveerd om met de moderne tijd mee te kunnen. Naast aanpassingen van het interieur en meubilair vormen de installaties een groot onderdeel van de renovatie. Ook wordt het binnenklimaat verbeterd en komt er een nieuw verlichtingsplan om voor verschillende orkest- en publieksbezettingen bijpassende sferen te creĂŤren.
%F SFOPWBUJF XPSEU HFEBBO EPPS ,SBBJKWBOHFSt6SCJT EBU OJFU onbekend is met De Doelen. De broers Kraaijvanger, oprichters van het Rotterdamse bureau, hebben het gebouw ontworpen. De Doelen wordt gezien als een bekroning van de wederopbouw. “De ingrepen worden zorgvuldig uitgevoerd, zodat het oorspronkelijke ontwerp op een evenwichtige manier bewaard blijft�, zegt ,SBBJKWBOHFSt6SCJT 1SPKFDUBSDIJUFDU JT 3PC -JHUWPFU Op 18 september gaat de Grote Zaal, die wordt geroemd om de goede akoestiek, weer open.
QUEESTE ARCHITECTEN
DEN HAAG KRIJGT MOGELIJK NATIONAAL POPMUSEUM
14
Den Haag gaat de levensvatbaarheid van de komst van het Nationaal Popmuseum in de Hofstad onderzoeken. Daarbij kiest de stad voor het ontwerp dat door Queeste architecten is gemaakt. Het eveneens Haagse bureau won de bijbehorende prijsvraag waaraan vier architecten hadden deelgenomen. ‘Pop Experience’ moet verrijzen in de Tweede Haven van Scheveningen. Het 30.000 vierkante meter omvattende gebouw biedt plaats aan interactieve poptentoonstellingen, een Rock & Art hotel, zalen voor concerten en congressen, restaurants, een HardRock cafĂŠ en muziekshops. De Stichting Nationaal Popmuseum (SNP) – met bekende namen als Sjaak Bral en Erik de Zwart – heeft voor de ontwikkeling van deze nieuwe attractie de Zoetermeerse projectontwikkelaar Volker Wessels Vastgoed aangetrokken. De visie van SNP spreekt de gemeente aan, omdat er naast een museum ook ruimte is voor optredens. Het idee past bovendien uitstekend bij Den Haag als popstad. ,,Daarnaast sluit de stoere maritieme architectuur aan bij de uitstraling van Scheveningenâ€?, vindt bouwwethouder Marnix Norder (PvdA). ARCHITECTENWEB MAGAZINE
ERVEN JOS. BEDAUX RICHTEN STICHTING OP De erven van Jos. Bedaux zijn bezig een stichting voor de Tilburgse architect op te richten. De stichting gaat het erfgoed van Bedaux senior beheren. De in 1989 overleden ontwerper van onder meer de Universiteit van Tilburg geldt als een van de belangrijkste Brabantse architecten. Volgend jaar komt er onder meer een tentoonstelling over de medenaamgever van Bedaux de Brouwer Architecten. Daarnaast zullen er een Bonas-publicatie, een (Brabantse) architectuurgids en een website aan hem worden gewijd.
AGENDA 23 tot en met 25 april De Nederlandse Restauratiebeurs 2009 Allerlei partijen die aan de instandhouding, verbetering en toegankelijkheid van het Nederlandse cultureel erfgoed bijdragen, komen gedurende drie dagen samen in ‘s-Hertogenbosch. www.restauratiebeurs.nl 24 april Studiedag ondergrondse monumenten Ondergrondse monumenten zijn doorgaans onzichtbaar en treden bij bijvoorbeeld bouwactiviteiten aan het licht. Hoe om te gaan met dit ondergronds monumentaal erfgoed? www.wta-nl-vl.org/studiedagen/studiedag04.09.htm tot en met 24 april Conflicts, Politics, Construction, Privacy, Obsession Deze tentoonstelling over de Zwitserse architect Christian Kerez toont aan de hand van vier gebouwen aspecten als conflicten met opdrachtgevers, blootstelling aan de media en complexe constructieve opgaven. w3.bwk.tue.nl/nl/casa_vertigo/ tot en met 26 april Karel Maat in Leidsche Rijn Fotograaf Karel Maat heeft enkele winters in Vinex-wijk Leidsche Rijn geportretteerd. Hoewel de architectuur prominent aanwezig is in zijn werk, gaat zijn aandacht uit naar de ruimten tussen de woningen. www.architectuurhaarlem.nl tot en met 30 april Portscapes – Maasvlakte 2 Met tijdelijke kunstwerken, performances, excursies en screenings in het havengebied creëren verschillende kunstenaars Portscapes, een culturele ‘reisgids’ voor het havengebied met als focus de toekomst: Maasvlakte 2. www.portscapes.com
VASTE TENTOONSTELLING PIERRE CUYPERS GEOPEND Begin april is de vaste presentatie over het leven en werk van Pierre Cuypers in het Stedelijk Museum Roermond geopend. Maurice Mentjens Design heeft de permanente tentoonstelling vormgegeven aan de hand van de thema’s passie, business, spiritualiteit en theorie. De thema’s worden in vier aparte ruimtes verbeeld. Twee zalen zijn inmiddels geopend, de andere twee zijn voorlopig alleen als ontwerp te zien.
ROTTERDAM KRIJGT WIJK ‘VOOR LICHAAM EN GEEST’ De gemeente Rotterdam gaat de komende twee decennia een nieuw woon- en leefgebied tussen Delfshaven en het centrum ontwikkelen. De wijk tussen de Westersingel en de Coolhaven krijgt de naam Rotterdam Hoboken en moet veel jonge wetenschappers en kunstenaars naar de stad trekken. Het streven is om van de hippe nieuwe buurt een ‘topmilieu met ruimte voor lichaam en geest’ te maken. Het eerste concrete project is een grootschalige nieuw- en verbouw van het Erasmus MC. Dit ziekenhuis gaat de komende tien jaar 185.000 vierkante meter nieuwbouw realiseren.
tot en met 3 mei Architecten Estafette: Blomjous architecten Peter Blomjous startte in 1981 een project om kleine wooneenheden in de nog functionerende watertoren in Zutphen te realiseren. Sindsdien is er binnen het bureau gewerkt aan projecten die een breed scala aan ontwerpopdrachten vormen. www.architectuurcentrumnijmegen.nl inschrijven tot 29 mei Europan 10 De tiende editie van de Europese prijsvraag voor architecten onder de veertig jaar. Er zijn vier locaties uitgezocht waarvoor een stedenbouwkundige visie wordt gevraagd. www.europan.nl tot en met 7 juni Building for Bouwkunde Tentoonstelling over de internationale ideeënprijsvraag voor de Bouwkundefaculteit van de TU Delft. Aan bod komen interviews met personen betrokken bij de jurering en leden die deelgenomen hebben aan verschillende denktanks. www.nai.nl
Conflicts, Politics, Construction, Privacy, Obsession (tot en met 24 april)
NUMMER 25 - APRIL 2009
15
[[ NIEUWS BUITENLAND
1 2 5 4 6
3
7
1 DENEMARKEN
3XN ONTWERPT MUSEUM VOOR DEENSE KUNST 3XN heeft de prijsvraag voor het ontwerp van het kunstmuseum in Randers (Denemarken) gewonnen. Het sculpturale gebouw vormt een overgangspunt van de stad naar het platteland, doordat het zich naar beide kanten opent. De kunstwerken zullen volgens 3XN onderdeel worden van deze transitieervaring.
2 DUITSLAND
+½3( 70/ #36$))"64&/
RESTAURATIE NEUES MUSEUM BERLIJN VOLTOOID
3
Het Neues Museum in Berlijn is na een jarenlange restauratie opgeleverd. David Chipperfield begeleidde het project dat een van de meest prestigieuze in zijn soort is. De Brit reconstrueerde waar nodig het verleden, maar voegde vooral ook nieuwe elementen toe aan het gebouw.
MONGOLIË
VMX ARCHITECTS ONTWERPT HILTON MONGOLIË VMX Architects heeft de prijsvraag voor het ontwerp van het Hilton-hotel in Ordos (Mongolië) gewonnen. Het programma bestaat uit een vijfsterrenhotel met driehonderd kamers, verschillende restaurants en bars, vergadervoorzieningen en een uitgebreid sportcentrum.
16
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
4 OOSTENRIJK
MUZIEKGEBOUW UNSTUDIO IN GRAZ GEOPEND
CHRISTIAN RICHTERS
In maart is na tien jaar bouwen het Mumuth in het Oostenrijkse Graz geopend. Dit door UNStudio ontworpen bouwwerk herbergt een muziektheater en een kunstopleiding. De basisvorm is de spiraal, die werkt als een ‘waslijn’ waaraan constructieve onderdelen zijn ‘opgehangen’.
5 BELGIË
PORTZAMPARC VERNIEUWT BRUSSELSE EUROPAWIJK Een consortium onder leiding van Christian de Portzamparc maakt het stedenbouwkundig plan voor de Europese wijk in Brussel. Er wordt de komende jaren van het gebied rond de Wetstraat een gemengd gebied gemaakt, waarbij veel kantoren van de Europese commissie plaats zullen maken voor woningen en winkels.
6 VERENIGDE STATEN
DAVE PINTER / PSFK.COM
DROOG OPENT WINKEL IN NEW YORK Het Nederlandse Droog Design heeft in maart een vestiging geopend in New York. De Amerikaanse stad is na Amsterdam en Tokio de derde waar het conceptuele ontwerpbedrijf een winkel opent. Tevens zal het onderkomen in een voormalig pakhuis dienst doen als expositieruimte.
7 CHINA
CHINESE OPDRACHT VOOR COOP HIMMELB(L)AU Coop Himmelb(l)au is geselecteerd voor het ontwerp van het hoofdkantoor van de China Insurance Group. De ongeveer 200 meter hoge toren maakt deel uit van het zakendistrict in het centrum van Shenzhen. In dit gedeelte in het hart van de stad verrijst een ensemble van torens, die een iconisch silhouet moeten vormen.
NUMMER 25 - APRIL 2009
17
[[ COLUMN KEES VAN DER HOEVEN
OVERSPOELD DOOR DE MEDIA Raoul Heertje heeft sinds een aantal weken een nieuw televisieprogramma genaamd ‘Heerlijk Eerlijk Heertje’. Hij interviewt telkens twee of drie gasten, maar laat het niet bij het opnemen (‘in front of a live audience’) en uitzenden van die gesprekken. Hij probeert ons een compleet beeld te bieden van de redactionele voorbereiding, aangevuld met zijn eigen ervaringen tijdens, plus zijn gevoelens na afloop van het programma. Die aanpak levert zeer bijzondere en soms ook verwarrende televisie op. Met de gekozen methode probeert Heertje zo eerlijk mogelijk te laten zien hoe alles gaat. Hij denkt hiermee meer ‘waarheid’ of ‘realiteit’ boven tafel te krijgen. Vooral en juist ten opzichte van de gangbare televisieprogramma’s, waarin alles is voorgeproduceerd, waarin de vragen meestal vaststaan en waarbij vaak ook de antwoorden van de gasten moeten passen in het bedachte format. In de tweede aflevering had Raoul een bijzondere gast uit de Verenigde Staten aan tafel. Professor Thomas de Zengotita was overgevlogen om iets te vertellen over zijn boek ‘Mediated’, waarin hij op heldere wijze de alles verzwelgende invloed van de media beschrijft. Hij introduceerde in dat kader de ‘blob’, hier niet bedoeld als de ons bekende architectonische vorm, maar nu – verwijzend naar een sciencefictionfilm uit de jaren vijftig – als metafoor voor de onontkoombaarheid van de mediarepresentatie in onze tijd. “Hoe kun je nog iets écht doen of beleven als alles direct wordt opgenomen en in ‘realtime’ wereldwijd wordt uitgezonden?” Zoals bijvoorbeeld op 11 september 2001 in New York. Niet alleen hij – die er echt bij stond – maar ook iedereen die er niet fysiek bij was, heeft inmiddels zijn of haar eigen persoonlijke verhaal bij die gebeurtenis ontwikkeld. Hoezeer de media ons in bezit hebben genomen, werd op schokkende wijze aangetoond via een klein experiment. De redactie was op pad gegaan om ‘de man in de straat’ een paar vragen te stellen. ‘Of er nog een Elfstedentocht zou komen?’ was de eerste vraag en ‘omdat we er nu toch zijn’ vroegen ze of de geïnterviewden misschien met-
16 18
een wilden reageren op de inauguratie van Barack Obama, een gebeurtenis die pas twee dagen later zou plaatsvinden. Twee van de vijf reageerden door binnen 30 seconden een kort ooggetuigenverslag te geven, zelfs gelardeerd met details over de aanwezigheid van Obama’s oma... De Zengotita concludeert dat we op zoek moeten gaan naar nieuwe vormen van authenticiteit, dat we moeten leren zo om te gaan met het mediabombardement, dat we geen genoegen meer nemen met een enkele keuze uit dat oneindige aanbod. Zijn theorie is goed toepasbaar op de architectuur. Want hoe kan ik zelf nog een authentiek ontwerp maken na het indrinken van de niet te stoppen serie nieuwe beelden die vanuit de vakbladen rechtstreeks mijn hoofd en hart worden ingepompt? En hoe kan die toparchitect nog waarmaken wat hij me laatst zei: “Kees, ik stuur binnen mijn bureau de ontwerpprocessen op originaliteit”? Gelukkig zijn de betere gebouwen niet echt goed te fotograferen en kan de fysieke ervaring van een gebouwbezoek niet compleet worden gerepresenteerd. Ten slotte vroeg Heertje aan De Zengotita of hij zelf al een remedie had gevonden tegen zijn onontkoombare constateringen. Hij antwoordde: “I live a relatively solitary life, I work hard, I have a few friends, I see my children and that’s about it.” Als vanzelf werd ik weer rustig, want zo leef ik ook. Enigszins teruggetrokken, maar natuurlijk wel fulltime online... Met dank aan de trouwe lezers van mijn 25 columns, waarvan deze vooralsnog de laatste is.
Leestip: Thomas de Zengotita (2005), Mediated, Bloomsbury Publishing Plc, Londen. ISBN 978-0-7475-7086-8
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
architectuurboeken koopt u voortaan op
architectenweb.nl/store
M ruim
1500 boektitels M elke week het nieuwste aanbod M veilig betalen met creditcard, PayPal, iDeal of acceptgiro M op werkdagen voor 14.00 besteld, is de volgende dag in huis (indien voorradig) M geen verzendkosten bij een bestelling boven â‚Ź25,-
[[ INTERVIEW TON SCHAAP
SCHAKELEN TUSSEN
STEDENBOUW & ARCHITECTUUR Als hoofd stedenbouwkunde bij de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) van Amsterdam is Ton Schaap verantwoordelijk voor de alom geroemde stedenbouwkundige successen van de stad. Een verklaring voor het succes is de zorgvuldige schakeling tussen stedenbouw en architectuur. TEKST ERIC FRIJTERS EN OLV KLIJN
unt u uitleggen hoe u bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam terechtgekomen bent? Ik ken de stedenbouwkundige praktijk vanuit een particulier bureau. Voordat ik in Amsterdam begon, heb ik acht jaar gewerkt bij Hajema in Assen. Die praktijk verschilde nogal van de situaties waar ik nu bij de DRO vaak mee te maken heb. Hajema had destijds, geloof ik, 35 gemeenten als klant. Bij de baas hing een grote kaart aan de wand, waarop een groot stuk Nederland geel gekleurd was. Dat was ‘ons’ gebied.
K
Was dit een unieke situatie of was het overal in Nederland zo geregeld? Dankzij de toenmalige wet op de ruimtelijke ordening waren gemeentes verplicht om stedenbouwkundige plannen te maken en daar waren bureaus voor nodig. De gemeentes waren grofweg onder een aantal van die bureaus verdeeld. In het zuiden en oosten had je Pouderoyen voor de katholieke gemeentebesturen. Hajema was wat linkser, meer VPRO-achtig, en richtte zich vooral op het noorden en oosten van het
20
land. In Groningen zat bureau Bugel. Tegenwoordig vormen die twee samen Bugelhajema. In mijn tijd bij Hajema heb ik aan veel verschillende plannen gewerkt die allemaal lage dichtheden kenden. Een dichtheid van 35 woningen per hectare beschouwde ik toen als zeer stedelijk. De confrontatie tussen grootschalige gebouwen en complexe verkeersstromen was iets waar ik alleen maar van kon dromen. Toen ik in Amsterdam ging werken was het alsof ik in Luilekkerland aankwam: die stad had het allemaal. De periode van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig, toen u aan de slag ging in Amsterdam, stond echter ook in het teken van crisis. Hoe werd er gereageerd op het leeglopen van de stad? In Amsterdam moest de stedenbouw inderdaad opnieuw worden uitgevonden. Hoewel niemand het nog hardop durfde te zeggen, was de Bijlmer natuurlijk gewoon mislukt. Ook de dienst waarin ik was gaan werken, sprak die gedachte niet uit. Die had met plezier en overtuiging aan de Bijlmer gewerkt. De geestelijke vaders van het plan werden nog als
helden van het apparaat beschouwd. Zelf woonde ik in mijn eerste jaren in Amsterdam in een torenflat in de Bijlmer. Het wonen had van alle aspecten van stedelijkheid alleen de anonimiteit. Toen ik eens vrienden uit Londen op bezoek had, vroeg ik hun of ze het uitzicht niet mooi vonden. ‘It is very green’, was het antwoord. Ze vonden er niets aan. Achteraf denk ik dat ze gelijk hadden. Van de stad verwacht je meer. De gedachte dat je de problemen en hinderlijkheden van een stad weg moet organiseren, zodat er een paradijs ontstaat van rust en vogels, is een misvatting gebleken. In de Bijlmer heeft men geprobeerd honderdduizend mensen gelukkig te maken met vissen en pootje baden, zoals Rem Koolhaas ooit zei. Het heeft niet gewerkt. Er moest iets nieuws gevonden worden en dat is geleidelijk gegaan, zoekend en aftastend. Wat kwam er na de Bijlmer? Na de Bijlmer brak de periode van de stadsvernieuwing aan: de Jan Schaeferperiode. Het was een soort stedenbouw vanuit de onderbuik. We deden wat goed voelde. ‘Vooral niet te veel nadenken’, luidde het motto. De echte vernieuwing is later gekomen, met de aanpak van het ¡
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
ROLF VOGEL NUMMER XX - MAAND 0000
21
[[ INTERVIEW TON SCHAAP
Oostelijk havengebied. Voor het KNSMeiland heeft de DRO een plan gemaakt op basis van gesloten bouwblokken en met een aantal te handhaven belangrijke gebouwen. Woningbouwcorporatie Het Oosten trad op als opdrachtgever, maar was niet erg overtuigd. Ze wilde dat nog iemand anders naar het plan zou kijken en kwam met het voorstel om Jo Coenen te vragen. Ik had geen echt alternatief en herinner me nog goed dat Coenen mij op een zondagmiddag belde om te vertellen dat het hem wel wat leek om samen aan KNSM te werken. ‘Nou vooruit dan maar’, dacht ik. Voor het Java-eiland dat als tweede eiland na KNSM is aangepakt, had ik best ook met Coenen willen werken, maar dat wilde de Dienst Volkshuisvesting niet. De monumentale blokken die Coenen had voorgeschreven op KNSM leverden namelijk veel complexe en dus dure woningen in de hoeken van de blokken op. Er moest dus iemand komen die niet alleen vanuit de grote vorm ontwierp, maar vooral ook vanuit de plattegronden van de woningen kon denken. Ik heb toen Sjoerd Soeters voorgesteld naast Jeroen Geurst en Rudy Uytenhaak. Klopt het dat u op zoek was naar iemand die in staat was om te scha-
kelen tussen de stedenbouwkundige schaal en architectuur, omdat het daar in het Bijlmerplan immers aan had ontbroken? Ja, de architecten konden in de Bijlmer geen kant uit en moesten er maar wat van maken. Toen de bezuinigingen kwamen, en die komen altijd, konden ze niet meer bewegen. De enige die ontsnapte was Van Stigt, zijn gebouwen staan er nog. Dit model van stedenbouw was in hoge mate absolutistisch. Zelfs toen was dat al achterhaald. Achteraf vraag ik me af hoe men op de gedachte is gekomen dat de Nederlander die er niet om bekend staat graag in de grote groep mee te marcheren zich daar en masse moest gaan vestigen. De hele planningsmachinerie, van al die brutale Amsterdammers tot en met de ambtenaren hier, die over het algemeen ook best iets durven te zeggen, iedereen dacht blijkbaar: ‘Nu, dit is het dan’. Het is echt een cultureel raadsel. Voor Java-eiland wilde u die fout niet nog eens maken. Hoe zag het plan van Soeters er uit? We hebben om te beginnen de hoofdlijnen zelf vastgelegd: gebouwen parallel aan de kades, autoverkeer op de Noordkade en een groen, windluw
en autovrij binnengebied. De visie van Sjoerd Soeters was een soort manifest dat zeer tot de verbeelding sprak. Zeker de commerciële partijen waren enthousiast. Soeters stelde voor om uit te gaan van een stedenbouw waarin de huizen eigen gevels en eigen opgangen zouden hebben. Bovendien had hij het idee om grachten aan te leggen. Hierdoor staan nu de duurste huizen op de in eerste instantie minst aantrekkelijke plekken van het eiland, commercieel briljant. Het enige dat Soeters nog niet echt had opgelost, waren de binnenterreinen. De oplossing voor dat probleem kwam van Rudy Uytenhaak. Soeters en Uytenhaak kenden elkaar uit hun studietijd in Eindhoven en hebben voor het Java-eiland samengewerkt. Uytenhaak bedacht de Januskopwoning, waardoor zowel aan binnenkanten als aan de buitenkanten van de blokken voorkanten ontstonden. Door de binnenterreinen iets op te hogen ten opzichte van de straat konden we de souterrains die we aan de kade maakten, wegwerken in een binnentuin. Bijgevolg konden we ervoor zorgen dat er zicht kwam tussen de huizen door naar het water. Kortom, dat leidde allemaal tot voordelen. Bij Borneo Sporenburg, het gebied dat na Java-eiland is ontwikkeld, hebben
Het ruimtelijk ontwerp voor de NDSMwerf. Het gebied is aangewezen als
XXXXXXXXX
culturele broedplaats van Amsterdam
22
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
Op Java-eiland gaat architectuur van structuralistisch naar postmodern: Soeters heruitvinding van ‘architecture parlante’
we onze aanpak uiteindelijk geperfectioneerd. Wij hebben als stedenbouwkundige dienst van te voren nog beter nagedacht over wat we wilden en zijn tot een nog scherpere formulering van de opgave gekomen. We hebben direct de eis gesteld dat het om een laagbouwplan ging waarin individuele woningen niet hoger mocht zijn dan drie lagen. Het uiteindelijke ontwerp voor het gebied is in twee stappen tot stand gekomen. Zes ontwerpers werden uitgenodigd hun visie te geven op drie specifieke plekken binnen een hectare in het plangebied. Twee daarvan waren midden op de eilanden gesitueerd en één half op het land en half op het eiland. Op die hectare moesten honderd woningen komen, zo veel mogelijk grondgebonden en met parkeerruimte. De bedoeling was om bouwstenen te ontwikkelen voor een integraal plan. In een tweede ronde werd architect Wytze Patijn, stedenbouwkundig bureau Quadrat en landschapsarchitecten West 8 gevraagd met het beschikbare materiaal een visie te geven op de beide eilanden als geheel. Dat was het West 8 plan. Welke andere plannen waren er eigenlijk?
NUMMER 25 - APRIL 2009
Het plan van Adriaan Geuze gaf het meest directe antwoord op de vraag. In de eerste ronde hadden onder anderen Ben van Berkel, Liesbeth van der Pol en Claus en Kaan studies gedaan. Als het goede plan daar al bij was geweest, hadden we het daarbij gelaten. Behalve het fascinerende plan van Geuze herinner ik me de inzending van Liesbeth van der Pol. Zij leverde een leeg velletje in. Haar inzending heette ‘Jatten van het water af!’, we moesten met onze handen van het water afblijven. Hoewel de meesten van het gezelschap dat de plannen moest beoordelen deze bijdrage niet konden waarderen, vond ik het persoonlijk wel een goed statement. Het is namelijk helemaal niet verkeerd om af en toe zo iets te doen; ik kom te veel architecten tegen die maar door blijven tekenen. Wij, een breed gezelschap van mensen van DRO, de Dienst Volkshuisvesting en de opdrachtgever, hebben de plannen beoordeeld op fasering, verkoopbaarheid en het soort leefmilieus dat we voor ogen hadden.
Geleidelijk aan vond iedereen het plan met de mooiste maquette het best. De eerste schetsen van Geuze verschilden overigens nogal van wat er nu gerealiseerd is. Aanvankelijk had hij net als in zijn beroemd geworden manifestatie onder de arcade van het NAi het hele plangebied volgezet met losse huisjes. Hoewel het er leuk uitzag, bevatte het plan ergens de smalle straatjes à la de Jordaan die we voor ogen hadden. Na ons commentaar kwam Geuze op de tweede avond van die tweede ronde met een totaal nieuw idee. Ik vond dat heel professioneel van hem. Niet bijschaven maar radicaal anders. Het nieuwe plan voldeed veel beter aan het beeld van een compacte stad met smalle straatjes, maar bleek onhaalbaar. We hebben er net zo lang aan zitten schaven en beitelen tot het dat wel was. De inrichting van de openbare ruimte hebben we in het hele havengebied zelf gedaan. Wat opvalt in uw beschrijving, is dat niet alleen de opdrachtgever sturing ¡
Iedereen vond het plan met de mooiste maquette het best 23
[[ INTERVIEW TON SCHAAP
geeft aan een ontwerper, maar dat ook DRO invulling geeft aan die ontwerpende rol. Dat is zeker lang niet overal in Nederland het geval? Dat klopt. Amsterdam wordt vaak beschouwd als een praatstad. Maar onze inmenging in het ontwerpproces is niet bedoeld om het debat gaande te houden. Het is van wezenlijk belang voor een stad – ik denk niet alleen voor Amsterdam – om een ontwerpafdeling te handhaven. Alleen al om de praktische redenen dat je een gesprekspartner nodig hebt die goed tekeningen kan lezen. Dat klinkt banaal, maar ik maak wel mee dat mensen van wie ik weet dat ze geen tekeningen kunnen lezen, toch een oordeel geven. Ik pleit daarom ook voor enige terughoudendheid bij leken. Zoals ik onbevoegd ben om uitspraken te doen over een Chinese tekst, zo moet iedereen die geen tekening kan lezen gewoon zijn mond houden en bij het openen van die tekening niet meteen al zijn of haar gevoelens op tafel gooien. Daar is vakmanschap voor nodig. En ik
is op een zeef blijven liggen. Daar valt veel doorheen, want er wordt hard aan geschud. Dat betekent dat in deze stad veel wordt getest voordat het daadwerkelijk wordt gemaakt. Dat is direct een deel van de verklaring voor het succes van Amsterdam. Maar ook steden als Groningen en Maastricht zijn als stad succesvol. Rotterdam is een voorbeeld van een stad die niet in de eerste plaats als stad, maar vooral als architectuurtentoonstelling succesvol te noemen is. Naar Amsterdam, Groningen en tot voor kort ook Maastricht komen de mensen toe. Hoewel Maastricht te maken heeft met krimp, is het wel een goed voorbeeld van een stad die zichzelf in de afgelopen twintig jaar opnieuw heeft uitgevonden. Dat heeft alles te maken met mensen als Huub Smeets, Rein Geurtsen en Frits Palmboom. Zij zijn bezig met het ontwikkelen van een visie op die stad voor de lange duur. Denk maar aan Céramique, of de A2-operatie. Dat is een project waarin met inzet van veel belasting-
We weten hoe belangrijk het overdrachtsmoment tussen de diverse partijen is kan eraan toevoegen dat je een tekening pas goed kunt lezen als je er ook zelf een kunt maken. Pas dan weet je wanneer een ontwerp goed is; je weet immers zelf hoe moeilijk het is om een ontwerp te maken. Je zult mij nooit over voetbal horen praten. Ik denk soms wel eens: ‘Wat een mooi doelpunt’, maar of het echt knap is, weet je natuurlijk pas wanneer je begrijpt hoe moeilijk het is om zo met een bal te draaien en te manoeuvreren. Dat is met stedenbouw en architectuur net zo. Door haar bemoeizucht geeft DRO dus juist een enorme impuls aan de kwaliteit van wat er in Amsterdam gerealiseerd wordt. Zouden andere steden daarvan moeten leren en ook weer een vergelijkbare stedenbouwkundige dienst moeten opbouwen? Wat in Amsterdam wordt uitgevoerd,
24
geld het langetermijnbelang van de stad wordt gediend. In mijn optiek berust het maken van goede steden vaak op het waarborgen van het publieke domein door een stedenbouwkundige dienst die in staat is om grote structuren te creëren. Dat betekent volgens mij niet dat de stad totaal centraal gepland moet worden. Net als in andere steden is ook in Amsterdam constant behoefte aan nieuwe impulsen om verkeerde routine, ambtelijke moeheid en cynisme te voorkomen. Maar de opstelling van DRO garandeert in deze stad wel dat stedenbouw niet een optelsom van projecten wordt met daartussen het niemandsland van de infrastructuur. De verschillende schaalniveaus en termijnen komen tegelijkertijd aan bod. De ruim twintig jaar die u bij DRO werkt, was een zeer bewogen perio-
de voor het ontwerpvak. U heeft veel zien veranderen. Bovendien kwam u met heel veel ontwerpers in contact. Vindt u dat de praktijk er nu heel anders uitziet dan toen u begon? Wat de huidige kredietcrisis uit gaat richten in de stedenbouw is moeilijk te voorspellen, maar als ik dezelfde vraag een half jaar geleden zou hebben moeten beantwoorden, zou ik gezegd hebben dat we nu wel weten hoe we een stad moeten maken. Een van de meest recente voorbeelden waarin we deze aanpak hebben gehanteerd is het Shell-terrein in Amsterdam-Noord. De gemeente heeft in de persoon van wethouder Stadig het terrein aangekocht. Vervolgens heb ik samen met Jaap van der Bout het stedenbouwkundig plan mogen maken op basis van een door de gemeente en ING Vastgoed overeengekomen programma. Wij hebben dus zowel het stratenplan van de ‘Campus’ als de openbare oever en een zone met hoogbouw loodrecht op de oever bedacht, met de verbindende groene scheg. Bovendien was het ons idee om het land gedeeltelijk op te hogen, zodat we het parkeren in garages konden oplossen. Vervolgens gaat stedenbouw over in architectuur en hebben we drie architecten gevraagd om een ontwerp te maken. Jeroen Geurst kwam met het meest overtuigende voorstel. In zijn ontwerp waren de parkeergarages mooi gecompartimenteerd. Ze sloten goed aan op de woongebouwen, zodat je vanuit de algemene parkeergarage prachtig in je eigen hal uitkwam. Ook de gebouwen zelf hadden een behapbare structuur waar behalve woningen van alles in paste, bijvoorbeeld een school, een kantoor of een kliniek. Het plan voldeed aan veel vereisten en het zag er rustig en overtuigend uit. Je kunt stellen dat wij door onze ervaring weten welke dingen wij als stedenbouwers moeten bepalen en wat de architecten in opdracht van marktpartijen moeten doen. We weten ook hoe belangrijk het overdrachtsmoment tussen de verschillende partijen is. Net als bij de koppelingsplaten in een auto is er ook in de stedenbouw altijd een gevoelig
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
Het interieur van de nieuwe kantoorruimte van Atelier Kempe Thill in de oude Van Nelle Fabriek in Rotterdam
Het Shell-terrein, Amsterdam-Noord. DRO ontwierp het stedenbouwkundig plan en schakelde vervolgens over naar architectuur
en lastig moment waarop de kracht van de ene partij op de andere over moet. Als dat fout gaat, slaat de motor af. Een eerdere uitspraak in deze reeks gesprekken is dat architecten zich te veel bezig houden met de opdracht, en niet met de opgave. De schakelbak, als metafoor voor het cruciale overdrachtsmoment tussen stedenbouw en architectuur, veronderstelt een soort stedenbouwkundige affiniteit bij de architect. Leidt deze ontwikkeling ertoe dat architecten hun kennisgebied moeten verbreden? Het leidt er in ieder geval toe dat wij geneigd zijn een bepaald soort architecten op te zoeken. De architecten die wij aantrekken, moeten niet alleen aan hun eigen gebouw denken. Zij moeten in staat zijn zorgvuldig te schakelen tussen architectuur en stedenbouw. Desondanks is het heel moeilijk een sluitend recept voor goede stedenbouw te geven. Naast mijn werk in Amsterdam ben ik in Enschede
NUMMER 25 - APRIL 2009
actief, waar ik een dag in de week stadsstedenbouwer ben. En in Hengelo ben ik supervisor van het Hart van Zuid, het oude Stork-terrein. Tussen Amsterdam en Twente bestaat een contrast: in Amsterdam is de context veel dwingender. Je hebt er altijd te maken met een drassige ondergrond en daardoor bijna altijd met rationele, efficiënte verkavelingen. De meeste bebouwing richt zich daar naar de grachten, de straten en de kades. Slechts een enkele keer springt een gebouw eruit. Maar het gros van de gebouwen is gewoon deel van het geheel, de stedenbouw moet dominant zijn. In een stad als Enschede ontbreekt zo’n structuur. Van oudsher zijn er geen grote infrastructurele structuren, geen rivieren, of andere dingen
waar je van af moet blijven, of juist op voort moet borduren. In principe kun je overal bouwen. Daaruit resulteert een projectmatige stedenbouw, die de meeste mensen niet zo mooi vinden, te veel niemandslanden. Is het mogelijk deze traditie te doorbreken? Jazeker. De stedenbouwkundige afdeling in Enschede beschikt over goede ontwerpers, maar het probleem was dat de stedenbouwers en landschapsarchitecten er vooral memo’s schreven. Feitelijk leverden ze vooral kritiek op andermans plannen. Daar word je niet gelukkig van en het helpt de stad ook niet zo. Dan kun je beter zelf plannen maken en dat doen we nu dus ook. Inmiddels wordt er gewoon weer over de eigen plannen ¡
Kritiek leveren op andermans plannen: daar word je niet gelukkig van 25
[[ INTERVIEW TON SCHAAP
Door uw werkzaamheden in twee totaal verschillende regio’s van het land beschikt u over een dubbel perspectief op de stedenbouwkundige praktijk. Hoe beïnvloedt dat uw visie op stedenbouw in het algemeen? Ik zie drie punten waarop stedenbouw een cruciale bijdrage kan leveren. Het eerste is dichtheid, het tweede is het mengen van wonen en werken en het derde is ruimte bieden aan de individuele bouwer. In het ontwerp voor IJburg hebben we geprobeerd op al die punten doorbraken te forceren. Direct vanaf het begin hebben we gezegd dat op IJburg de meeste auto’s van de bewoners in garages moeten worden opgeborgen. In het begin was dat even slikken voor iedereen, maar nu we over die hobbel heen zijn, zien ook alle andere partijen dat het bijdraagt aan de kwaliteit en dus de verkoopbaarheid van het geheel. Gebouwd parkeren is de voorwaarde voor hoge dichtheid. Bij het huisvesten van bedrijven is er op Haveneiland voor gekozen om een belangrijk deel van het programma in zogenaamde ‘solids’ te clusteren. Met
ROLF VOGEL
gepraat en zijn er nieuwe jonge mensen binnengekomen die heel goed met de computer overweg kunnen. Iets waar we vroeger drie maanden over deden, ligt er nu in drie weken en dat is voor de stad echt heel belangrijk. Het Van Heekplein en Roombeek hebben de Enschedeërs geleerd dat stedenbouw vanuit de openbare ruimte mogelijk is en meerwaarde oplevert. We gaan nu kijken of die successen in de Spoorzone een vervolg kunnen krijgen. Infrastructuur is wezenlijk. De kwaliteit en de hoeveelheid stedelijk gebied waar men zich als voetganger of fietser prettig voelt, is nog altijd maatgevend voor de aantrekkingskracht van een stad, eigenlijk wonderlijk. Stedelijk gebied is dat deel van de openbare ruimte waar je ook welkom bent als je er niet woont.
veel moeite is de eerste van die solids nu in aanbouw. Je kunt daar negatief over doen, maar je kunt het ook positief bekijken en zeggen dat er in ieder geval één in aanbouw is. Op Steigereiland is de menging tussen wonen en werken al beter gelukt. Daar staan in feite de huizen tegenover bedrijfsgebouwen in meerdere verdiepingen. Het werkt tot nu toe goed. Tot slot, de particuliere bouwer koopt een kavel aan een door de gemeente aangelegde straat, heel klassiek, zonder tussenkomst van ontwikkelaren of consortia. De stad voorziet in stedelijk publiek domein, de kerntaak, alles tot aan de voordeur. Voor beide punten die u aandraagt, is een meer onderzoekende architect nodig die vaardig is op het snijvlak van architectuur en stedenbouw. Welke impuls verwacht u van architecten in het algemeen? Vorig jaar ontstond er een hevige dis-
Uit architectenland heb ik al een tijd geen werkelijke vernieuwing meer vernomen 26
cussie met de gemeenteraad: die vond dat de bouwproductie van de laatste vijf jaar te minimalistisch en anoniem werd. Op IJburg, maar ook in de Westelijke Tuinsteden. Bij de beantwoording van raadsvragen realiseerde ik me dat na de Tweede Wereldoorlog het Burgerweeshuis van Aldo van Eyck voor een omslag zorgde en tot het structuralisme leidde. Op het Java-eiland en in de Valkenburgerstraat valt op hoe de architectuur vrijwel naadloos overgaat van structuralistisch naar postmodern, met ‘gevels’ die iets moeten zeggen, Soeters’ heruitvinding van de ‘architecture parlante’. De laatste steen in de vijver van de ontwikkeling van een architectonisch vocabulaire was het Pireausgebouw op KNSM-eiland door Hans Kollhoff en Christian Rapp. Sindsdien zetten sculpturale gebouwen met donkere bakstenen gevels de toon. Er is behoefte aan iets anders, maar vanuit architectenland heb ik al een poosje geen werkelijke vernieuwing meer vernomen. Die blijkt vooral te komen van de bouwers op de vrije kavels: het is nu de populairste straat van IJburg. ¡
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
P77C
D
:K
KH
8EKM;
De slimste wanden voor
[milieubewust bouwen]
Waarom? Omdat de grondstof voor een FAAY-wand vernieuwbaar is: vlasvezels zijn een restproduct van de vlasteelt. De milieubelasting van de grondstofwinning is gering, lokale vlasproductie beperkt milieuvervuilend vervoer. Daarbij is een FAAY-wand zeer solide ĂŠn verplaatsbaar, en daarmee een levensloop-bestendig bouwproduct. FAAY is gewoon de bĂŠste wand als het gaat om duurzaam en milieubewust bouwen. Meer weten? Kijk op www.faay.nl of bel met (0347) 376624.
:C@D8GCLJ FE<
J>>
J^[ =h[[d ED;
K_i\\ `e Fe\1 D`c`\lY\_fl[ <e\i^`\Y\jgXi`e^ :fd]fik J>>
:C@D8GCLJ FE< `j \\e
e\lkiXXc `jfc\i\e[\ _ff^i\e[\d\ekjY\^cXq`e^ d\k le`\b\ gi\jkXk`\j fg _\k ^\Y`\[ mXe k_\id`jZ_\ `jfcXk`\ \e qfee\nXidk\n\i`e^%
L 4 (#' N&d)B ^ 4 '#+0
mfc^\ej <E -.* d\k 8i^femlcc`e^ 0' d\k jgfln (, dd%
:C@D8GCLJ FE< [iXX^k jk\ib Y`a XXe m\id`e[\i`e^ mXe _\k \e\i^`\^\Yil`b k%Y%m% m\inXid`e^ f] m\ibf\c`e^%
J>>
nnn%jX`ek$^fYX`e$^cXjj%Zfd
. -2-.
(1 ) ) 0 ) ,/2)3
' ). ,!$)$-# &/).
/ '' & ). ) *+ , / **& 0**, &$ -. / ). '.$% 0 ,3 & , 0 ) 4)
) #*" &1 '$. $.
) -. ,& - ,0$
) .,*/1 , + ,.) ,
% # ! ! % " & $ " ! " " " ! " ! ! " "
**, ) &/)-.1 ,& 0 ) &1 '$. $. ,/2)3 ' ). ,!$)$-#
(&) $* %'( )' "# & " +
* $( $ %'( )' %%' $ " " +
*** &),$- "!$( & !$!' $" !$ % &),$- "!$( & !$!' $"
RESEARCH LABORATORIUM RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN DOOR UNSTUDIO
langsdoorsnede
VIRTUOOS
VLECHTWERK In het Universiteitscomplex van Groningen valt het nieuwe Research Laboratorium van UNStudio op door de bijzondere gevel met verticale aluminium lamellen. Twee glazen vides in het gebouw zorgen voor de daglichttoetreding. DOOR OLV KLIJN FOTOGRAFIE CHRISTIAN RICHTERS
V
oor de ontwikkeling van geneesmiddelen blijft het noodzakelijk onderzoek te doen waarbij gebruik wordt gemaakt van proefdieren. De eisen aan zulk onderzoek worden steeds verder aangescherpt. Daarom werd besloten het Centraal Dierenlaboratorium van de Rijksuniversiteit in Groningen uit 1972 te vervangen door een nieuw gebouw. Binnen het stedenbouwkundig plan van KCAP, dat een gebouw met een ingetogen karakter adviseerde, ontwierp UNStudio het nieuwe Research Laboratorium als een gesloten volume. In het nieuwe onderzoeksgebouw zijn drie microbiologische niveaus van elkaar gescheiden, elk met verschillende eisen voor toegankelijkheid en hygiĂŤne. Met sluizen wordt onderscheid gemaakt tussen het laboratorium en het ondersteunende deel, waar de receptie, administratie en op de begane grond de expeditieruimte toe behoren. Het gebouw is georganiseerd rond twee grote glazen vides, NUMMER 25 - APRIL 2009
31
[[ PROJECT RESEARCH LABORATORIUM
4
5
3 3 2
4 4
4
2e verdieping
1 installaties 2 atrium 1
3 verkeersruimte 4 laboratoria 2
5 receptie
1e techniekverdieping
die als conische vormen in het gebouw steken en voor daglicht zorgen. De vides zijn qua vorm gespiegeld, zodat de ene vide de grote diameter aan de bovenkant heeft en de andere aan de onderkant. De vides zorgen voor een groot ruimtelijk effect in het interieur. De centrale verkeersruimte is rond de vides georganiseerd, de onderzoekslaboratoria liggen daarachter, langs de buitengevels. De entree van het Research Laboratorium bevindt zich op de tweede verdieping. Hier wordt het laboratorium met een loopbrug vanuit het hoofdgebouw van de RuG ontsloten. Het licht oplopende dak van het gebouw vormt de schakel tussen de lagere woningen aan de straat en de hogere faculteitsgebouwen erachter. De gevel van het Research Laboratorium bestaat geheel uit verticale aluminium lamellen. Op verschillende plekken buigen de lamellen buiten het gevelvlak. Ook draaien 32
de lamellen op sommige punten geleidelijk naar buiten, waardoor ruimte ontstaat voor een invulling met groene en gele panelen. Dit kleurverloop levert een virtuoos en gelaagd gevelbeeld op dat wordt versterkt door de ingenieuze manier waarop de lamellen de hoek omgaan. Door de felle kleurstelling onderscheidt het gebouw zich van de bestaande bebouwing van de faculteit. De kleur zorgt tevens voor een verbinding met de nieuwe lichting gebouwen: het door RAU ontworpen onderwijsgebouw ernaast is goudkleurig. UNStudio heeft zich in het ontwerp van het Research Laboratorium bescheiden opgesteld en zich grotendeels laten leiden door de strenge voorschriften van het technisch programma van eisen. De aandacht is vooral uitgegaan naar het gebruik en de ruimtelijke organisatie in het gebouw. In contrast met de eisen voor de rest van het ARCHITECTENWEB MAGAZINE
gebouw, bood het ontwerp van de gevel UNStudio wel veel vrijheid. Met zijn gevelontwerp heeft de architect hier optimaal gebruik van gemaakt.
OPDRACHTGEVER
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN
ARCHITECT
UNSTUDIO (WWW.UNSTUDIO.COM)
TEAM
BEN VAN BERKEL, GERARD LOOZEKOOT, RENÉ WYSK, ERWIN HORSTMANSHOF, JACQUES VAN WIJK, WOUTER DE JONGE, ERIC DEN EERZAMEN, NANANG SANTOSO, TON VAN DEN BERG, BOUDEWIJN ROSMAN, THOMAS DE VRIES, MICHAELA TOMASELLI, ANDREAS BOGENSCHUETZ, PABLO RICA, JEROEN TACX, EUGENIA ZIMMERMANN, STEPHAN ALBRECHT, ANIKA VOIGT.
BOUWTECHNIEK
ABT, VELP
INSTALLATIES
DEERNS, RIJSWIJK
AANNEMER
HEIJMANS BOUW, ASSEN
REALISATIE
2008
NUMMER 25 - APRIL 2009
33
SCHIECENTRALE FASE 4B IN ROTTERDAM DOOR MEI ARCHITECTEN EN STEDENBOUWERS
ONTWORPEN
OP HOOFDLIJNEN
[[ PROJECT SCHIECENTRALE 4B
Met de klok mee: twee televisiestudioâ&#x20AC;&#x2122;s, Hotel STROOM, 25KV, Kraton 230 en Schiecentrale 4B
In het Rotterdamse Lloydkwartier heeft Mei Architecten en Stedenbouwers met Schiecentrale 4B een twaalf jaar durend bouw- en verbouwtraject voltooid. Daarin heeft Robert Winkel een architectonische houding ontwikkeld die tegelijk cynisch en betrokken is. Vanuit dat afstandelijke engagement heeft een imposant multifunctioneel complex gestalte gekregen op de plaats van de voormalige energiecentrale. TEKST ERIC FRIJTERS FOTOGRAFIE LUUK KRAMER
situatie 36
D
e havenbekkens in het Rotterdamse Lloydkwartier zijn rond 1900 aangelegd. In de jaren zestig werd de Maasvlakte aangelegd en verplaatsten de havenactiviteiten zich naar het westen. Het potentieel van de gronden langs de verlaten oude havenbekkens werd aan het eind van de vorige eeuw door de gemeente opnieuw ontdekt. In samenwerking met Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) werd het gebied ingrijpend geherstructureerd door een mix van wonen en werken. Op die manier werd tevens beoogd om de oevers van de Maas meer bij de stad te betrekken. Architect Robert Winkel is een van de initiatiefnemers die vanaf het begin bij de gebiedsontwikkeling van het Lloydkwartier betrokken is. Op de plaats van de monumentale Schiecentrale (1905) koos hij voor een omvangrijke stedenbouwkundige strategie. In vier uiteenlopende fases onderging het complex een ware transformatie en werden er studioâ&#x20AC;&#x2122;s, horeca, kantoren en woonwerkeenheden in ondergebracht. Als eerste werden ARCHITECTENWEB MAGAZINE
De kunststof bergingen zijn in een schijnbaar willekeurig patroon aan de galerijen bevestigd
in 1997 twee televisiestudio’s gerealiseerd, gevolgd door de oplevering in 2000 van het voormalig accuhuis, dat werd verbouwd tot een bedrijfsverzamelgebouw en thans 25kV wordt genoemd. Hotel STROOM en een grand café volgden in 2005. Toen werd aan de oostzijde van het Schiecomplex ook gestart met het project Schiecentrale fase 4A (Kraton 230), waarin de lokale radio- en televisiezender RTV Rijnmond is gevestigd. De in het oog springende hoogbouw van Schiecentrale is onderdeel van fase 4B en werd in november 2008 in gebruik genomen. Daarmee werd na twaalf jaar de herontwikkeling van de oude Schiecentrale voltooid. Schiecentrale 4B bevat een omvangrijk en divers programma. Het geheel beslaat zo’n 55.000 m² aan kantoren, vrij indeelbare woonwerkeenheden, grondgebonden kadewoningen, een supermarkt, een gymzaal, een buitenschoolse opvang, een collectieve buitenruimte en vierhonderd parkeerplaatsen. Met dit programma is nu ook het wonen geïntroduceerd en heeft het dagelijks leven in al haar facetten definitief een plaats gekregen in het Schiecentrale complex. Globaal bestaat de ingreep van fase 4B uit een drietal gebouwvolumes. Twee daarvan zijn uitgevoerd als grote schijven. Met de schaal van de architectuur is aansluiting gezocht bij de omvang en weidsheid van de haven. De honderddertig meter lange gebouwdelen rusten op een vierlaagse onderbouw waarin de parkeergarage is opgenomen. NUMMER 25 - APRIL 2009
De zogeheten ‘Hoge Schijf’ is vijftig meter hoog. De onderste vier verdiepingen, gerekend vanaf de parkeergarage, zijn bedoeld als kantoorruimte. Daar bovenop zijn acht lagen van woonwerkeenheden voorzien. In de dertig meter hoge ‘Lage Schijf’ zijn onderin twintig grondgebonden kadewoningen ondergebracht. Elke woning telt vier verdiepingen. Hierboven zijn twee lagen met kantoren en vier niveaus met woonwerkeenheden opgenomen. Op het dak van de parkeergarage, tussen de twee schijven in, bevindt zich een goed uitgeruste gemeenschappelijke buitenruimte. Doordat Robert Winkel een zekere mate van vormwil in zijn architectuur uitsluit, is er geen poging ondernomen om de schaal van de bouwvolumes te verdoezelen. Gebruik en flexibiliteit In de ontwerpvisie van Mei staat de gebruiker en het gebruik centraal. Dit uit zich in Schiecentrale 4B in een terughoudende architectuur waar flexibiliteit, aanpasbaarheid en inwisselbaarheid van programmaonderdelen de belangrijkste dragers van het ontwerp zijn. Om een maximale indelingsvrijheid te garan¡ deren is in plaats van een tunnelbekisting gekozen voor een
Het gebouw oogt in alle opzichten onaf 37
[[ PROJECT SCHIECENTRALE 4B
1
3
3
2
3
2
8e verdieping
7 3
3
6
4
5 3
1
3
4e verdieping
12
3
3
1
kantoren
2
woon- en werkeenheid
3
trappenhuis
4
sporthal
5
multifunctioneel dek
6
BSO
7
gaanderij
8
supermarkt
9
parkeergarage
10 kadewoningen
8
11 hoofdentree 12 fietsenberging 9
11 3
10
3
10
begane grond
38
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
De galerijen van de Hoge Schijf hebben geweven roestvrijstalen doeken als borstwering
betonnen kolommenstructuur. De woningscheidende wanden zijn niet-dragend en alle technische installaties zijn als ‘opbouw’ uitgevoerd. De afzonderlijke units kunnen hierdoor relatief eenvoudig worden samengevoegd. Dat levert grote voordelen op in de levensduur van het gebouw. De woonwerkeenheden worden bovendien semi-casco opgeleverd. Dat wil zeggen dat elke eenheid voorzien is van een natte cel, waarin zowel een keuken, als een badkamer en toilet is opgenomen. Verder zijn alle leidingen en elektra in het zicht gelaten. De eerste lichting gebruikers heeft kortom nog wel wat werk te verzetten voordat de woning in gebruik genomen kan worden. Het streven naar een flexibel gebouw heeft ook gevolgen voor het interieurbeeld van de collectieve ruimte in het geheel. Het gebouw oogt in alle opzichten onaf. In de trappenhuizen is de afwerking zichtbaar afwezig. Het beeld wordt bepaald door het gelige grijs van de gevlinderde betonvloeren, de gecementeerde wandafwerking en het staal dat overal in diezelfde betonkleur is geschilderd. De enige afwijkende kleur is het fluorescerend oranje van de bewegwijzering. Het uitgangspunt om de plattegrond van het gebouw als geheel en de op zichzelf staande eenheden een zekere mate van lenigheid te verlenen heeft natuurlijk consequenties voor het gevelbeeld. De volledig beglaasde westgevel is zeer neuIn de compositie van de gevel zijn de verschillende woontraal. De strenge ritmiek van de gevelindeling geeft weinig prijs ¡ en werkprogramma’s te herkennen van het achterliggende eenheden. NUMMER 25 - APRIL 2009
39
[[ PROJECT SCHIECENTRALE 4B
Op de parkeergarage, tussen de schijven met woon-/werkeenheden in, is een gemeenschappelijke buitenruimte ingericht
De Mei-methode is tegelijkertijd betrokken en cynisch 1
kadewoningen
2
kantoren
3
woon- en werkeenheden
4
techniek
5
parkeergarage
Een andere vernieuwing is de situering van de bergingen aan de galerij tegenover de woningen. In een ogenschijnlijk arbitrair ritme kleven de bergingen als bruine ‘pokken’ op de glanzende metalen huid van de ‘Hoge Schijf’. De volumes zijn gemaakt van een kunststof composiet met een geïntegreerd stalen frame. De uitpandige bergingen zijn thermisch geïsoleerd, beschikken over een raam en een ventilatierooster, en kunnen desgewenst als extra logeerkamer gebruikt worden. De oplossing ondervangt een veel voorkomend nadeel van gestapelde woningbouw, dat de bergingen ver van de woningen aan een donkere gang in de kelder van het gebouw liggen.
3
3
3 2
3
2
3 2 2
4 2 5 4
dwarsdoorsnede 40
5
Onconventionele ontwerpoplossingen De Schiecentrale 4B is de galerijflat revisited. Om de klassieke bezwaren tegen dit ontsluitingsprincipe het hoofd te bieden, heeft Robert Winkel een aantal innovaties geïntroduceerd. Zo ontbreekt de traditionele borstwering. In plaats daarvan fungeert een van vloer tot plafond gespannen metaalgaas als doorvalbeveiliging. Het gaat om geweven roestvrijstalen doeken, waarin ter verfijning translucente kunststof draden zijn meegeweven. In het interieur oogt de galerij meer als een gang dan als een galerij. Het fijnmazige weefsel biedt bovendien bescherming tegen zon, wind en regen.
1
Om tegemoet te komen aan de problematiek rond de beheersbaarheid van de galerij introduceert Robert Winkel een tweede controlemoment in de toegang tot het gebouw. Door zowel bij het ingaan, als bij het verlaten van het trappenhuis de gebruiker te dwingen zich te identificeren, heeft alleen een select ARCHITECTENWEB MAGAZINE
De uniforme, glazen gevel van Schiecentrale 4B verhult het
Op de kop van het gebouw is in de plint een supermarkt
achterliggende programma
ondergebracht
gezelschap van bewoners toegang tot de galerij. Om de controle daarop te vergemakkelijken beschikt iedere unit over een moderne variant van ‘het spionnetje’. De bewoner kan op elk moment inloggen op het camerasysteem en zo verschillende plekken in het complex bekijken. De gebruikers kunnen hun gasten volgen uit de parkeergarage, naar de lift, tot aan hun voordeur. De faciliteiten bieden extra veiligheid en verlichten de traditionele ongemakken van de galerijtypologie.
metaforen van offshore- en procestechnologie richtinggevend voor de wijze waarop alle teamleden om zijn gesprongen met het ontwerp. Naast het gebruik van metaforen worden essentieel geachte esthetische en technische prestaties van het project vastgelegd op basis van een beperkt aantal handgetekende principedetails en een aantal op schrift gestelde afspraken.
De Mei-methode Het proces dat meer dan een decennium in beslag nam, heeft niet enkel een gebouwcomplex opgeleverd, maar heeft tevens de architectuuropvatting van Robert Winkel aangescherpt. Ze is verwoord in de zogeheten Mei-methode, die uitgaat van werken in teamverband, waarbij de architect als regisseur optreedt. In een vroeg stadium vinden verkenningen plaats van materiaalgebruik en wordt uitgebreid overlegd met opdrachtgevers, adviseurs en aannemers. Belangrijk gereedschap tijdens die gesprekken is beeldspraak. Voor de Schiecentrale 4B waren de NUMMER 25 - APRIL 2009
Met die bijna nonchalante ontwerphouding bedrijft Robert Winkel architectuur die tegelijk betrokken en cynisch is. Hierdoor ontstaat een ongemakkelijke spanning tussen wat bepaald is en wat nog van interpretatie moet worden voorzien. In die ‘tussenruimte’ zijn de opvattingen over architectuur vogelvrij voor zowel de architect, de bouwer, als voor de gebruiker. De terughoudende opstelling van de architect is uitzonderlijk te noemen. Robert Winkel doet er een schepje bovenop door ook nog afstand te doen van het copyright op de door hem ontworpen gebouwen. Na oplevering behoort het gebouw aan de gebruiker toe, die er mee mag doen wat hij of zij wil. Dit ¡ ongebruikelijke standpunt heeft verstrekkende gevolgen voor 41
[[ PROJECT SCHIECENTRALE 4B
1
4
5
6
2
7
3
8
9
10
11
1
staalgaas borstwering
2
prefab betonnen galerij
3
prefab betonnen console
4
combinatie bevestiging berging en galerijplaat
5
stalen frame
6
isolatie
7
stalen koker, 60 x 60 mm
8
deur
9
aluminium tranenplaat, 5 mm
10 RVS strip, 40 x 4 mm 11 trekveer
42
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
Grenzend aan het dek zijn werkruimtes gesitueerd, zodat de collectieve buitenruimte werkt als een plein
OPDRACHTGEVER
ยก
de rol van de uitvoerende partij. De bouwer heeft, net als de beeldhouwer in vroeger tijden, een groot aandeel in het uiteindelijke beeld van de architectuur. De Schiecentrale 4B bewijst dat een procesgang, die ruimte toekent aan de verschillende betrokken partijen, tot een robuuste architectuur kan leiden.
ONTWIKKELINGSBEDRIJF ROTTERDAM, PROPER STOK EN PWS
ARCHITECT
MEI ARCHITECTEN EN STEDENBOUWERS B.V.
TEAM
ROBERT WINKEL, HENNIE DANKERS, ROBERT PLATJE, EELCO DEKKER, FRANK AARSSEN, JACK BOUWER, ERWIN VERHOEVE, MAURICE DE RUIJTER, BART SPEE, JACK HOOGENBOOM, MIRJAM VAN DAM, JOANNE WIENK, LEA WIEDERHOLT, MEIKE STOETZER, RICHEL LUBBERS, MICHEL ZAAN, JANE NAGTEGAAL
PROJECTMANAGEMENT
BOAG, OBR; TRIPLAN RAADGEVENDE INGENIEURS
CONSTRUCTEUR
PBT DELFT; DHV
UITVOERING
BESIX, BRUSSEL (BELGIร )
BOUWER ALUMINIUM GEVELS OSKOMERA, DEURNE PRODUCENT METAALGAAS
DRENTH HOLLAND, OUDE PEKELA
ENGINEERING METAALGAAS
POLY-NED, STEENWIJK
ENGINEERING BERGINGEN
ECONAIR, BEVERWIJK
PRODUCENT BERGINGEN
THEUWS POLYESTER, WIERINGERWERF
Door de toepassing van stalen doeken trans-
REALISATIE
2008
formeren de galerijen tot gangen
NUMMER 25 - APRIL 2009
43
[[ PROJECT CADIZ
beneden- en bovenwoningen
eengezinswoningen
situatie
HOLLANDS WONEN
IN MEDITERRANE SFEREN In het midden van Osdorp heeft Abbink x De Haas een ensemble van zes blokken ontworpen. De stedenbouwkundig compositie bouwt voort op het oorspronkelijke ontwerp voor het gebied van Cornelis van Eesteren. De architect heeft het project een mediterrane sfeer meegegeven.
T
ussen de Hoekenesgracht en de Wolbrantskerkweg heeft Abbink x De Haas 69 woningen ontworpen. Het project kent een grote verscheidenheid aan woningtypologieĂŤn en plattegronden. Er zijn zowel koopwoningen als sociale huur woningen gerealiseerd. In de drie stroken aan het water zijn beneden- en bovenwoningen ondergebracht. Aan de Wolbrantskerkweg zijn zes stroken gegroepeerd tot drie blokken met elk twaalf eengezinswoningen.
TEKST LINDA ZENGER FOTOGRAFIE WILLEM FRANKEN
Het project is ontworpen binnen een stedenbouwkundig basisplan uit het midden van de jaren â&#x20AC;&#x2122;90. Het uitgangspunt van het basisplan was de stedenbouwkundige opzet van de Westelijke Tuinsteden te behouden en te versterken. De basis voor deze structuur werd 75 jaar geleden gelegd in het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) en is zichtbaar in het behoud van de karakteristieke strokenbebouwing. De zes oostelijk gelegen stroken zijn twee aan twee verbonden met een doorlopende plint. Hierdoor heeft dit onderdeel 44
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
CADIZ TE AMSTERDAM DOOR ABBINK X DE HAAS ARCHITECTURES
NUMMER 24 - MAART 2009
45
[[ PROJECT CADIZ
7
6
5
4
1
2
3
doorsnede bebouwing langs Hoekenesgracht
1
berging
6
bovenwoning woonvertrekken
11 dakterras
2
tuin
7
dakterras
12 tuin
3
benedenwoning woonvertrekken
8
keuken en study
13 parkeergarage
4
benedenwoning slaapvertrekken
9
slaapkamers, badkamer, woonkamer
5
bovenwoning slaapvertrekken
10 slaapkamer
van het plan een stedelijk karakter gekregen. De bebouwing is maximaal drie lagen hoog. Tussen de eengezinswoningen zijn op het maaiveldniveau, onder de verhoogde tuinen, parkeergarages opgenomen met 78 plaatsen voor alle bewoners van Cadiz. De hoeken, verbijzonderd met houten vlakken en overstekken, herbergen op elke kop een extra ruime woning
46
en vestigen de aandacht op de blokken als geheel. De boven- en benedenwoningen zijn ondergebracht in de stroken langs de Hoekenesgracht en hebben net als de eengezinswoningen elk hun eigen entree. De stroken, die vier bouwlagen bevatten, kennen geen â&#x20AC;&#x2DC;achterkantâ&#x20AC;&#x2122;, omdat de entrees zich zowel in de noord- als zuidgevels
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
10
11
9 12
8
13
doorsnede bebouwing aan Wolbrantskerkweg
bevinden. De hogere bebouwingsdichtheid in het oostelijke deel maakt het mogelijk de stroken aan de waterkant verder uit elkaar te plaatsen. Door de landschappelijke inbedding van de drie westelijke stroken ontstaat ruimtelijke transparantie en hebben alle woningen zicht op het water in de Hoekenesgracht. Het groen van de openbare ruimte sluit aan op het privégroen in de tuinen, waardoor een doorlopende groene ruimte is ontstaan die parken ten noorden en ten zuiden van de buurt met elkaar verbindt. De aandacht voor de overgangen tussen privé en openbaar is ook zichtbaar in de houten vlonders aan de straatgevels. Het vroege modernisme uit het begin van de twintigste eeuw was sterk beïnvloed door de Zuid-Europese architectuur. Denk bijvoorbeeld aan de platte daken en wit gestuukte gevels. Met dit ontwerp pakt Abbink de Haas die draad weer op. De ramen aan de zuidzijde zijn voorzien van luiken, de hekken hebben een Moors patroon. In Osdorp heeft de verwijzing naar de mediterrane cultuur extra betekenis in het licht van de multiculturele samenstelling van de bewonersgroep. Het is een prettige nuancering van het Hollandse wonen.
OPDRACHTGEVER
DELTA FORTE, AMSTERDAM, NAMENS STADGENOOT (VOORHEEN ALGEMENE WONINGBOUW VERENIGING), AMSTERDAM.
PROGRAMMA
39 EENGEZINSWONINGEN WAARVAN 15 IN DE SOCIALE HUUR, 15 BENEDENWONINGEN, 15 BOVEN WONINGEN EN BEBOUWD PARKEREN.
ARCHITECT
ABBINK X DE HAAS ARCHITECTURES, AMSTERDAM
TEAM
MICHA DE HAAS, CHRIS VAN DER BERK
LANDSCHAPSARCHITECT
KARRES EN BRANDS
CONSTRUCTEUR
EVERS PARTNERS, IJMUIDEN
AANNEMER
HEDDES BOUW
REALISATIE
JANUARI 2009
NUMMER 25 - APRIL 2009
47
[[ PROJECT DROSTE CACAOSILO
DROSTE CACAOSILO DOOR MAX VAN AERSCHOT ARCHITECT, HAARLEM
DRASTISCHE METAMORFOSE Na de verhuizing van de Droste Cacao en Chocoladefabriek in Haarlem heeft het vrijgekomen terrein een woonbestemming gekregen. De voormalige cacaosilo is door architect Max van Aerschot met vier verdiepingen opgehoogd en tot een appartementencomplex omgevormd. TEKST OLV KLIJN FOTOGRAFIE LUUK KRAMER
H
et voormalige Drosteterrein is gelegen aan het Spaarne in Haarlem en maakt deel uit van een groot binnenstedelijk ontwikkelingsplan. De herbestemming van het industriële gebied naar een compact, stedelijk woongebied omvat naast woningen een kantoor, horeca en ondergronds parkeren. Het stedenbouwkundig plan is van DKV architecten. Omwille van het specifieke karakter van de locatie diende een van de bestaande fabrieksgebouwen behouden te blijven. De uit 1956 daterende cacaosilo werd als icoon van Droste beschouwd en kreeg een nieuwe bestemming als woontoren. De silo is door Max van Aerschot grondig getransformeerd en bevat 48 appartementen van gemiddeld honderd vierkante
meter. De plint van het gebouw is voor bedrijfsruimten gereserveerd. Om het vereiste programma onder te kunnen brengen had DKV in het stedenbouwkundig ontwerp voorgesteld om boven op de bestaande silo een nieuw gebouwdeel te plaatsten. Max van Aerschot heeft de silo met vijf verdiepingen opgetopt, wat constructief gezien geen belemmering voor de fundering van het bestaande gebouw opleverde. De appartementen op de eerste tot en met de vierde verdieping hebben door het behoud van de constructie een verdiepingshoogte van bijna vier meter. Deze woonkwaliteit is niet doorgevoerd in de woningen in het opgetopte deel, waar de verdiepingshoogte de gebruikelijke 2,70 meter bedraagt. Daar staat echter wel een weidser uitzicht over Haarlem en omstreken tegenover. In feite is alleen het betonskelet van de cacaosilo overeind gebleven. De bestaande bakstenen gevel werd vanwege de slechte kwaliteit volledig vervangen door een nieuw gemetselde gevel. De opvallende witte accenten verwijzen naar de belijning van het oorspronkelijke silogebouw en komen op tal van wijzen terug in de plint, de balkons, de bovenste vier verdiepingsvloeren en in de omlijstingen van de kleinere vensters. Ook het kenmerkende witte betonnen risaliet aan de zuidzijde is – verhoogd – teruggebracht in het ontwerp. Hoewel het project in letterlijke zin kan worden opgevat als behoud van industrieel erfgoed, is de gehanteerde methode op zijn minst ingrijpend te noemen. In een dergelijke metamorfose
48
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
NUMMER 24 - MAART 2009
49
[[ PROJECT DROSTE CACAOSILO
1
1
8
1
8
8
9
2
3
10
9
2 2
3
3
7
5
9
10
11
7
6
13
6 5
13
11
3
5 4
4
4
niveau 8 (opbouw)
13
12 12
12
niveau 4 (bestaande bouw)
1
appartement 8.1
8
appartement 4.1
2
appartement 8.2
9
appartement 4.2
3
appartement 8.3
10 appartement 4.3
4
appartement 8.4
11 appartement 4.4
5
appartement 8.5
12 appartement 4.5
6
hal
13 appartement 4.6
7
trappenhuis
dreigt een belangrijk element van herbestemming verloren te gaan. Contrastwerking, ofwel de spanning tussen oud en nieuw, wordt doorgaans als uitgangspunt van herbestemming beschouwd. Qua opbouw en materialisering onderscheiden beide gebouwdelen zich van elkaar, maar ze zijn duidelijk afkomstig uit dezelfde tijd. Het industriële verleden zit dan ook meer besloten in de locatie en in de verdiepingshoogten van de loftwoningen.
Lees meer over hergebruik in het themadossier: www.architectenweb.nl/hergebruik gebouwen/ OPDRACHTGEVER
DMV VASTGOEDONTWIKKELING BV
ARCHITECT
MAX VAN AERSCHOT
TEAM
REMKO VAN HEUMMEN, HANS VAN EEDEN, NICK VAN DER ZWET, MARTIJN D’HERRIPON, WILL STOKKERMANS, CO GOVERS
AANNEMER
BOUWONDERNEMNING LUITEN (WWW.LUITENBOUW.NL)
CONSTRUCTEUR
ADVIESBUREAU BUIZER (WWW.BUIZERBV.NL)
REALISATIE
2008
50
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
REINDER KUIPERS TEL 015 2146717 ZENIT@ZENIT.NL
SCHUIFDEUR VELARIA GARDEROBE DRESS, BIBLIOTHEEK SIXTY DESIGN G.BAVUSO
SHOWROOM: MILANO ROMA BOLOGNA PALERMO CATANIA PARIGI VIENNA MADRID BARCELLONA ISTANBUL NEW YORK CHICAGO BOSTON MIAMI SAN PAOLO HONG KONG
TEL +39 0362 3171
Graktit.ws.v.
jaarboe
â&#x201A;Ź39,50
Architectuur in Nederland jaarboek 2007-2008
De succesvolle publicatie Architectuur in Nederland wordt dit jaar voor de laatste keer samengesteld door Daan Bakker, Allard Jolles, Michelle Provoost en Cor Wagenaar. Zij maken ook dit jaar een selectie van de meest opmerkelijke architectuur die het afgelopen jaar op Nederlands grondgebied is gerealiseerd. Met projecten van onder meer Arons & Gelauf, BUROBEB, Claus en Kaan, DKV, Dynamo Architecten, Friedensreich Hundertwasser, Korteknie Stuhlmacher, Van Sambeek & Van Veen, VMX, Han Westelaken en anderen.
Word nu Architectenweb Magazine abonnee en ontvang het jaarboek “Architectuur in Nederland” t.w.v. €39,50 cadeau!
Gratis jaarboek t.w.v. € 39,50 bij een jaarabonnement op Architectenweb Magazine. O Ik neem een jaarabonnement (8 nummers) voor €96,- en ontvang als welkomstgeschenk het boek: Architectuur in Nederland ter waarde van €39,50 O Ik neem een jaarabonnement voor €96,- met een éénmalige korting van €20,-. Ik betaal het eerste jaar €76,-. Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . m/v Bedrijfsnaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Postcode/Plaats:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoon: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-mail: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handtekening:
architectenweb
Stuur deze antwoordcoupon in een envelop naar:
Architectenweb B.V., antwoordnummer 526, 1400 VB BUSSUM. Een postzegel is niet nodig. Het abonnement geldt tot wederopzegging en wordt door middel van een acceptgiro in rekening gebracht. U ontvangt het welkomstgeschenk nadat het abonnementsgeld door u is voldaan.
Online aanmelden: www.architectenweb.nl/awm
Architectenweb Magazine
J gZcdkZgZc! l^_ Zc\^cZgZc
M_` hWa[d [dj^eki_Wij Zeeh [[d X_`ZhW][ j[ b[l[h[d WWd _d][d_[kp[ [d ifhWWacWa[dZ[ WhY^_j[Yjkkh" cWWh ZWWhdWWij p_`d ^[j eea Z[ ab[_d[ Z_d][d Z_[ [[d fhe`[Yj _[ji X_`pedZ[hi ][l[d P_` X[fWb[d ^[j l[hiY^_b jkii[d ][c_ZZ[bZ[ amWb_j[_j [d ^[j Zeeh _[Z[h ][m[dij[ ^ee]ij[ d_l[Wk Hig^`di]Zgb g^X]i o^X] heZX^Ò Z` de YZ egd[Zhh^dcZaZ bVg`i Zc YdZi VaaZh db YZ kV`bVc iZ dcYZghiZjcZc# L^_ W^ZYZc ]Zb YZ oZ`Zg]Z^Y YVi ]Zi lZg` haVV\i! c^Zi VaaZZc Yddg ZZc eZg[ZXi egdYjXi bVVg dd` Yddg VYk^ZoZc! WZ\ZaZ^Y^c\ de YZ Wdjl"
eaVVih! \VgVci^Zh Zc dcoZ IZX]c^hX] 6hhdgi^bZci EgdYjXi HZgk^XZ I6EH # L^_ o^_c cVVhi aZkZgVcX^Zg dd` ZZc eVgicZg kddg YZ deYgVX]i\ZkZg! VgX]^iZXi! egd[Zhh^dcZaZ kZglZg`Zg Zc Y^hig^WjiZjg# 6ah dcYZghiZjc^c\ kddg ]Zi kddgWZgZ^YZc!
e] (& % &+' *& ), *% > [m (& % &+' *' ') -( > ^c[d5hig^`di]Zgb#ca > lll#hig^`di]Zgb#ca A^hhZckZaY . " &( > EdhiWjh *' > ).)% 67 GVVbhYdc`hkZZg
YZiV^aaZgZc Zc j^ikdZgZc kVc \ZkZa"^hdaVi^Z" hnhiZbZc `jci j YZh`jcY^\Z ^c[dgbVi^Z ^cl^ccZc W^_ ]Zi Hig^`di]Zgb 6Yk^Zh 8ZciZg# =Zi 6Yk^Zh 8ZciZg W^ZYi kg^_Wa^_kZcY VYk^Zh Zc VcilddgY de kgV\Zc# =Zi ^h ') jjg eZg YV\ WZgZ^`WVVg k^V lll#hig^`di]Zgb#ca! Zc i^_YZch `VciddgjgZc dd` k^V ]Zi \gVi^h iZaZ[ddccjbbZg/
%-%% " ,-,)*+*# VaaZZc ^c CZYZgaVcY
www.modula-does-matter.nl
ONTVANGSTGEBOUW EN CREMATORIUM TE SINT-NIKLAAS, BELGIË, DOOR CLAUS EN KAAN ARCHITECTEN
&
HEMEL AARDE In Sint-Niklaas heeft Claus en Kaan Architecten uit Rotterdam op Begraafplaats Heimolen twee gebouwen ontworpen die de gebruikers begeleiden in de herdenking en het afscheid van een overledene. DOOR MICHIEL VAN RAAIJ FOTOGRAFIE CHRISTIAN RICHTERS
I
n de periferie van Sint-Niklaas, verborgen achter bomen en taluds, ligt Begraafplaats Heimolen. Claus en Kaan werd gevraagd de infrastructuur van de begraafplaats aan te vullen met een ontvangstgebouw en een crematorium. De gebouwen zijn aan weerszijden van de centrale waterpartij van de begraafplaats geplaatst. Het ontvangstgebouw ligt aan de straat, de Waansmunsterse Steenweg, en vormt de entree tot de begraafplaats. Het crematorium ligt op een heuvel achter op de kavel. Samen kaderen de gebouwen het landschap in. Door hun situering aan weerszijden van de plas worden ze op elkaar betrokken. Vanuit het ene gebouw is op afstand het andere zichtbaar. Het thema van de wederkerigheid hebben de architecten verder uitgewerkt door de twee gebouwen conceptueel elkaars spiegelbeeld te maken: het ontvangstgebouw ligt verscholen onder een dakvlak van veertig bij honderd meter, het crematorium staat verheven op een betonnen plaat met dezelfde afmetingen. Het conceptuele spiegelbeeld motiveert Claus en Kaan vanuit het programma. Bij de ontvangst, rouw en verwerking gaat de aandacht volgens de architecten uit naar de levenden op aarde, terwijl bij de crematie de blik gericht wordt op de hemel. Het dak van het ontvangstgebouw is voorzien van een laag hangende â&#x20AC;&#x2DC;mantelâ&#x20AC;&#x2122;. Ter plaatse van de zalen wordt de mantel NUMMER 25 - APRIL 2009
doorsnede 57
[[ PROJECT ONTVANGSTGEBOUW EN CREMATORIUM
als het ware omhoog geduwd, bij het overdekte plein hangt hij lager. Staande op het kale plein wordt de blik als vanzelf naar beneden geleid, naar de aarde. De twee paar bankjes op het plein zijn in verhouding bevreemdend klein. De herdenking van de overledene is in het ontvangstgebouw georganiseerd langs een as. De architecten vatten de begrafenis/crematie op als een processie. Die start op het overdekte
7
plein en loopt via de wachtruimte naar de herdenkingszaal. Na een laatste blik op de overledene te hebben geworpen, kunnen de nabestaanden na de plechtigheid de zaal via het podium verlaten. Achter de herdenkingszaal staat de lijkwagen op een opstelplaats gereed om de nabestaanden naar het graf of het crematorium te leiden. Het verderop gelegen crematoriumgebouw heeft Claus en Kaan
1 plein
5 kleine zaal
2 wachtruimte
6 toiletten
3 grote zaal
7 cafĂŠ
4 opstelplaats lijkwagen
8 restaurant
8
6
5
4
6
1
2
3
ontvangstgebouw 58
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
ontworpen als een abstracte monoliet. De gevel van het crematorium bestaat uit prefab betonnen elementen van een bij een meter met een reliëf. Om de pure vorm van het gebouw niet te ontsieren zijn de schoorstenen opgenomen in de hoogte van het gebouw. Niet alleen de vorm is abstract, het gevelpatroon is dat ook. Een verbeelding van vluchtigheid, noemt de architect het zelf. De serene architectuur past uitstekend bij de functie van crematorium.
OPDRACHTGEVER
INTERCOMMUNALE WESTLEDE, LOCHRISTI
ARCHITECT
CLAUS EN KAAN ARCHITECTEN, ROTTERDAM
PROJECTTEAM
PROF. IR. C.H.C.F. (KEES) KAAN, MARCH V.J.C. (VINCENT) PANHUYSEN, DIPL.-ING. H. (HANNES) OCHMANN, IR. L.M. (LUUK) STOLTENBORG, DIPL.-ING. Y. (YARON) TAM, BARCH H. (HAGAR) ZUR
De abstracte vormgeving van het crematorium wordt binnen doorgezet. De ruimte met de ovens is hoog en licht. Het daglicht, dat door de vele kleine ramen naar binnen valt, werpt lichtvlekken op de wanden, de vloer en de ovens. De hoge plaatsing van ramen leidt de blik strategisch naar boven. In het patroon van kleine ramen wordt de buitenwereld een abstractie. Wat resteert is licht.
LANDSCHAPSARCHITECT STADSBESTUUR SINT-NIKLAAS I.S.M. CLAUS EN KAAN ARCHITECTEN, ROTTERDAM DIRECTIEVOERING
CLAUS EN KAAN ARCHITECTEN, ROTTERDAM
ADVISEUR CONSTRUCTIE PIETERS BOUWTECHNIEK, DELFT ADVISEUR BOUWFYSICA
BUREAU BOUWTECHNIEK, ANTWERPEN
ADVISEUR INSTALLATIES
BUREAU BOUWTECHNIEK, ANTWERPEN
ADVISEUR AKOESTIEK
PRINSSEN EN BUS RAADGEVENDE INGENIEURS
HOOFDAANNEMER
ROEGIERS, KRUIBEKE
REALISATIE
2008
1 entreehal 2 ovenruimte 3 wachtruimte 4 galerij 4 1
3
3
2
crematorium NUMMER 25 - APRIL 2009
59
[[ PROJECT DOBBELMANTERREIN
DOBBELMANTERREIN IN NIJMEGEN DOOR ARCHITECTENBUREAU MARLIES ROHMER
BERLIJNSE SCHOOL
[[ PROJECT DOBBELMANTERREIN
De centrale as van het binnengebied van het Dobbelmanterrein voert onder de verdiepingen van het WoZoCo door
Met een robuust en flexibel stedenbouwkundig concept heeft Marlies Rohmer het Dobbelmanterrein omgevormd van een verkommerd fabrieksterrein tot een inspirerende woonomgeving, waarin de overgang van privé naar openbaar met zorg is geregisseerd. TEKST JOS LAFEBER FOTOGRAFIE MICHAEL VAN OOSTEN / MARIJKE MOOY
O
verbodig geworden fabrieksterreinen die dicht bij stadscentra gelegen zijn, vormen een actuele ontwerpopgave voor stedenbouwers en architecten. Marlies Rohmer raakte al in 2001 via een prijsvraag betrokken bij de herbestemming van het fabrieksterrein van De Koninklijke Dobbelman Zeepfabriek in Nijmegen. De fabriek sloot in 1999 haar deuren na anderhalve eeuw in productie te zijn geweest. De industriële bouwwerken werden bijna allemaal gesloopt. Wat overbleef was één en kwart hectare braakliggend zand op een historisch belaste, maar zeer gunstig gelegen locatie nabij treinstation en stadscentrum. Anno 2009 is het terrein omgevormd tot een inspirerende woonomgeving die prikkelt tot betrokkenheid van de bewoners bij hun buurt.
situatie 62
Levendige woonomgeving In opdracht van de Gemeente Nijmegen, De Principaal en Talis Woondiensten tekende Rohmer een stedenbouwkundig plan voor in totaal ruim 30.000 vierkante meter woon- en werkruimte, gecombineerd met een parkeergarage. Jord den Hollander gaf invulling aan het ontwerp van de openbare ruimARCHITECTENWEB MAGAZINE
Overeenkomstig de visie van Rohmer bevinden zich op het niveau van de begane grond leefruimtes, die door middel van grote deurpartijen uitkijken op straat
te. Het omvangrijke programma, voortgekomen uit de wens tot binnenstedelijke verdichting, bevat een brede mix van functies en woningtypes. Appartementen, eengezinswoningen, psychiatrische dagopvang, woningen voor gehandicapten, kantoren, bedrijven en ateliers voor kunstenaars zijn geïntroduceerd om een levendig binnenstedelijk woonmilieu te realiseren. Het stedenbouwkundig concept is robuust en flexibel. Uitgangspunt is de autonome positie van het terrein in de wijk Bottendaal, waarmee de vrijheid is gecreëerd om een losse compositie van gebouwmassa’s te hanteren, door Rohmer het ‘patchworkmodel’ genoemd. De gebouwen zijn georganiseerd rond een openbaar, grotendeels met Stelconplaten afgewerkt binnenterrein, dat toegankelijk is via onderdoorgangen, straatjes en steegjes. Het is een ruimtelijke opzet die refereert aan de rommelig ogende organisatie van de voormalige fabrieksbebouwing. Tevens bood de opzet tijdens het planproces de mogelijkheid om redelijk soepel te kunnen schuiven met gebouwmassa’s en wijzigingen in het plan op te nemen, die voortkwamen uit de talrijke en intense inspraakrondes met de omwonenden. Uiteindelijk zijn de tientallen meters hoge bakstenen schoorsteen, de kleine portierswoning en het zogenaamde L-gebouw, de oude Biotexfabriek, gehandhaafd. Al wordt van dit laatste gebouw slechts het casco hergebruikt. In contrast tot het schuiven met gebouwmassa’s op grote schaal staat de verfijnde uitwerking van de gebouwen op NUMMER 25 - APRIL 2009
straatniveau, dat wil zeggen de plint en de belendende buitenruimtes. Veel aandacht is besteed aan de detaillering van de overgang van privé naar openbaar gebied. Conform de ideeën van Rohmer bevinden de leefruimtes van de woningen zich op de begane grond, waarbij de vertrekken achter de gevel via grote glazen deuren naar de straat geopend kunnen worden. De bewoners waarderen zichtbaar deze aangeboden handvatten om de aan hun woning grenzende ruimte in te vullen. De ¡
Met rode baksteengevels en fijn geprofileerde grijsmetalen beplating zijn de eensgezinswoningen subtiel gedetailleerd 63
[[ PROJECT DOBBELMANTERREIN
4
4
4
6e verdieping 08 1 08 4
0 80
doorsnede appartementencomplex
3 3
3
5e verdieping
3
3
3
2e verdieping
2
1
1e verdieping De medeklinkers van het woord ‘Dobbelman’ zijn als herkenningstekens over de gebouwen verstrooid 2
1
picknicktafel op het binnenterrein illustreert dat de openbare straat inderdaad een verlengstuk van de private woningen is geworden. begane grond
1
bakkerswinkel
3
appartement
2
winkel / kantoorruimte
4
loftwoning
64
De levendigheid wordt vergroot door de grote verscheidenheid aan eengezinswoningen, van meer algemene rijwoningen tot introverte patiowoningen en woningen met een souterrain en bel-etage. De eengezinswoningen, met gevels van rode baksteen en fijn geprofileerde grijsmetalen beplating, zijn met veel oog voor het detail ontworpen door Herman Zeinstra van ¡ ARCHITECTENWEB MAGAZINE
De vleugels van het woonzorgcomplex steken over het binnenterrein. In de kolom is de vluchtweg opgenomen NUMMER 22 - DECEMBER 2008 / JANUARI 2009
65
[[ PROJECT DOBBELMANTERREIN
De appartementen in het voormalige Biotexgebouw hebben hoge plafonds en royale raampartijen
DOK Architecten. Hij heeft de kenmerkende elementen van de uit het begin van de twintigste eeuw stammende bebouwing in de omgeving, zoals de talrijke erkers, dakoverstekken, raamen daklijsten, vertaald naar een eigentijds vocabulaire. Kort na de oplevering is al te constateren dat de ranke glazen luifel boven de entree, de met zorg gekozen voordeur en de in de gevel geĂŻntegreerde stalen brievenbus de bewoners voldoende aanleiding geven om een mooie lamp op te hangen of om een mat bij de voordeur te leggen, waarmee de collectieve buitenruimte verder wordt gepersonaliseerd. Met een levendig straatbeeld tot gevolg. Appartementengebouw De twee appartementengebouwen die door hun gefacetteerde daken kenmerkend zijn voor het Dobbelmanterrein, zijn door Marlies Rohmer zelf ontworpen. Ze liet zich hierbij
Inspiratiebron voor Rohmer is de AEG Turbinefabriek van Peter Behrens 66
inspireren door de AEG Turbinefabriek van architect Peter Behrens, die in 1909 in Berlijn gerealiseerd werd. De solide bakstenen massa met de ingetogen baksteenornamentiek, de grote stalen kozijnen en het gefacetteerde dak van Rohmers zeven verdiepingen tellende appartementengebouwen zijn duidelijk schatplichtig aan de industriĂŤle architectuur van Behrens. Boven een plint van bedrijfsruimtes bevatten de appartementengebouwen in totaal 67 appartementen die ontsloten worden middels een portiek. De appartementen hebben inpandige balkons over de volle breedte van de woningen, waardoor de bakstenen langsgevels een open uitdrukking krijgen. De detaillering van de borstwering van de balkons, een brede houten leuning boven fragiel gaas, versterkt de openheid. De inpandige buitenruimte vormt een overgang tussen het leven in de woningen en het leven op straat. In volledig contrast tot deze openheid staat het strenge gevelbeeld van de andere langsgevels van beide woongebouwen. De geslotenheid is het resultaat van de hoge bebouwingsdichtheid op het terrein, die op sommige plekken leidt tot confrontaties. Daar waar de inkijk te groot zou kunnen ARCHITECTENWEB MAGAZINE
worden, zijn de vensters aan de buitenzijde voorzien van te openen gevelschermen die zijn ingevuld met horizontale metalen louvres. Wanneer alle schermen gesloten zijn, levert dit een streng, hermetisch gesloten gevelbeeld op waarin elke geopend deel een welkome onderbreking is. De louvres zijn niet alleen functioneel, maar worden ook als vormgevingselement ingezet. In enkele van de louvres zijn letteraanduidingen opgenomen. Bij de andere gebouwen worden de letteraanduidingen, de medeklinkers uit het woord â&#x20AC;&#x2DC;Dobbelmanâ&#x20AC;&#x2122;, weergegeven in baksteenornamentiek. In de onderdoorgangen naar het binnenterrein wordt het ritme en de kleur van de louvres bovendien fraai overgenomen door de metalen plafondplaten. Het geheel is echter zo consequent uitgewerkt dat de aan de ondergang gelegen entrees tot de appartementen en de werkruimtes moeilijk te vinden zijn. Slechts een deurkruk in het strakke vlak van metalen louvres verraadt waar de entree zich bevindt. De enige andere onderbreking is een roestvast stalen bellentableau met naambordjes en huisnummers. Een van de van metalen louvres voorziene gevels domineert de aanblik van het Dobbelmanterrein vanaf de doorgaande De wintertuin van het woonzorgcomplex fungeert als verweg. De aanblik is slechts tijdelijk, want het laatste plandeel ÂĄ lengde van het centrale binnenterrein NUMMER 25 - APRIL 2009
67
[[ PROJECT DOBBELMANTERREIN 7 7
6
7 7
2e verdieping
doorsnede WoZoCo
4
7
3
4
7 2 5 4
7 3 1
begane grond
1
entree
2
buitenruimte
3
woonkamer
4
slaapkamer
5
multifunctionele ruimte
6
wintertuin
7
zelfstandige woning
68
1e verdieping
is nog niet gerealiseerd. Op de driehoek voor het terrein moet in de naaste toekomst nog een expressieve woontoren van ongeveer 15 verdiepingen verrijzen, de zogenaamde Castellatoren, naar een ontwerp van Liesbeth van der Pol van DOK Architecten. Woonzorgcomplex Centraal in het plangebied, in een U-vorm om de hoge schoorsteen gevouwen, ligt het eveneens door Marlies Rohmer ontworpen woonzorgcomplex. Het vier verdiepingen hoge complex omvat (groeps)woningen voor gehandicapten en ouderen. Het gebouw is georganiseerd rond een overdekte tuin. De U-vorm opent zich aan de kant van het binnenterrein. De twee vleugels van het gebouw zweven boven het maaiveld en worden opgetild door een draagconstructie ARCHITECTENWEB MAGAZINE
De assemblage van verschillende gebouwtypen en materialen levert een gelaagd stedelijk en industrieel beeld op
die is opgenomen in twee markante ronde zuilen waarin zich eveneens de vluchtroutes bevinden. Marlies Rohmer tekende ook voor de renovatie van het naast het woonzorgcomplex gelegen L-blok. Het betonnen casco bleek uitermate geschikt om op de begane grond atelierruimte voor kunstenaars op te nemen en lofts op de verdiepingen. Als verwijzing naar het verleden siert in rode letters de oude lichtreclame ‘Dobbelman’ de daklijst. Ondanks deze lichtzinnigheid betitelt Marlies Rohmer het totaalproject zelf als ‘Berlijns’, een vergelijking die door de sobere, industriële degelijkheid en het gebruik van baksteen en staal in de hand wordt gewerkt. Vergeleken met sommige van haar meer expressieve projecten, zoals bijvoorbeeld de brede school De Matrix of het dagcentrum De Zeester, is het Dobbelmanterrein inderdaad bijna ingetogen. Maar een grote kwaliteit schuilt in NUMMER 25 - APRIL 2009
de wijze waarop middels regie en stilering de ruimte wordt geboden aan het toeval en een vervloeiing van openbare en private ruimte, waardoor de bewoners de kans krijgen om zich de omgeving toe te eigenen. ¡
OPDRACHTGEVER
GEMEENTE NIJMEGEN / DE PRINCIPAAL / TALIS WOONDIENSTEN
ARCHITECT
ARCHITECTENBUREAU MARLIES ROHMER
TEAM
MARLIES ROHMER MET FLORIS HUND, LENNAART SIRAG, SIMONE VAN DEN BRINK, JOOST KOLK, ARJAN VAN RUYVEN, LISETTE JACOBS, CHARLES HUEBER, IRENE ZANDHUIS
AANNEMER
BOUWBEDRIJF VAN GRUNSVEN, ERP / KLOK DRUTEN BOUWMIJ BV, NIJMEGEN
REALISATIE
2008
69
[[ PROJECT SPORTCENTRUM T-KWADRAAT
SPORTPALEIS Sportcomplex T-Kwadraat heeft een prominente plek gekregen aan het nieuwe Marathonplein in Stappegoor, Tilburg. De toegankelijke situering en de glazen plint spelen in op de openbare functie die het complex zal vervullen. DOOR OLV KLIJN FOTOGRAFIE RALPHF VAN GENDT
I
n de stedenbouwkundige ontwikkeling van NieuwStappegoor vormt het sportcomplex een belangrijk element. Het plein waaraan het sportcomplex gelegen is, zal aan de noord- en zuidzijde worden begrensd door grootschalige woongebouwen en een bioscoop. In het ontwerp komt de belangrijke positie van sport in het hedendaagse openbare leven tot uitdrukking. Het sportcomplex omvat een multifunctionele sporthal met een fitnessruimte, squashbanen, een klimhal, een danszaal, een zaal voor vechtsporten, een sportmedisch centrum, commerciĂŤle ruimtes en horeca. Het gebouw zal niet uitsluitend 70
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
SPORTCENTRUM T-KWADRAAT IN STAPPEGOOR DOOR BO.2 I.S.M. VAN HOOGMOED
[[ PROJECT SPORTCENTRUM T-KWADRAAT
3
15
16
entree
2
receptie
3
foyer
4
horeca
5
klimhal
6
fitness
7
squashbanen
8
danszaal
9
sportmedisch centrum
10 budozaal
5 14
1
14
11 opslag 12 commerciĂŤle ruimte 13 doorgang naar ijsbaan
1e verdieping
14 kleedruimte 15 sporthal 16 schuiftribunes
13
7
4 11 6
2 1
10
9
8 5
12
12
begane grond
72
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
voor sportieve doeleinden worden ingezet, maar ook voor andere grootschalige publieksevenementen. Om de sporthal te vergroten kunnen tribunes worden weggeschoven. Kleinere ruimtes kunnen gerealiseerd worden door de aan het plafond hangende wanden neer te laten. Het gebouw laat zich het best omschrijven als een massief blok van 18 meter hoog en 63 meter breed. De constructie bestaat uit een combinatie van beton en staal. De grote overspanning van de sporthal is volledig in staal uitgevoerd. De prefab houtskeletbouw buitenwanden zijn voorzien van donkergrijze kunststof beplating waarin in de oppervlaktestructuur een speciaal voor het complex ontworpen patroon is verwerkt. Dit patroon is gebaseerd op de letter ‘T’, een verwijzing naar het logo van de gemeente Tilburg. Het donkere, zwevende volume rust op een glazen plint die wordt voortgezet in de gevel van de naastgelegen ijsbaan, waardoor op eenvoudige wijze beide gebouwen aan elkaar gekoppeld zijn. In de gevel zijn willekeurig ronde en ovale vensters opgenomen. Deze openingen gunnen een blik op wat zich binnen afspeelt.
een diep dal tussen steile rotswanden. Deze gorge zorgt met het spel van loopbruggen en balkons voor dynamiek in de ontsluiting van het gebouw. Doordat vanuit elke positie in de gorge iedere ruimte zichtbaar is, verbindt de gorge de verschillende sporten en functies met elkaar. In de sobere wandvlakken, de vloerbedekking en het meubilair zijn op enkele plekken kleuraccenten geïntroduceerd. ‘Leisure’ krijgt steeds vaker een prominente plek toebedeeld in stedenbouwkundige planvorming. In de uitstraling van sportcomplex T-kwadraat is daar rekenschap aan gegeven: de architecten hebben op overtuigende wijze het samengaan van sporten en leven weten te vertalen naar dit sportpaleis.
OPDRACHTGEVER
(SYNCHROON, CRAPTS, RABO-VASTGOED) ONTWERP
NUMMER 25 - APRIL 2009
BO.2 ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW I.S.M. VAN HOOGMOED ARCHITECTEN (WWW.BO2.NL)
ARCHITECT
DIRK VAN DE POL
TEAM
PAUL GOLTSTEIN, PETER VAN HOOGMOED, NIELS OLIVIER, BAS TERMEER, BART THAL, ROY MOONEN.
AANNEMER
De daglichttoetreding gebeurt hoofdzakelijk via twee grote lichtstraten in het dak. De vide wordt door de ontwerpers aangeduid als ‘gorge’, afgeleid van het Franse woord voor
CONSORTIUM STAPPEGOOR
BOUWCOMBINATIE (HEERKENS VAN BAVEL, REMMERS, GTI)
CONSTRUCTEUR
TIELEMANS, EINDHOVEN
ADVISEUR INSTALLATIES
ROYAL HASKONING, NIJMEGEN
REALISATIE
2009
73
WINKEL INTERIEURS
ARJEN SCHMITZ
INGERICHT OP IMAGO
[[ FOCUS WINKELINTERIEURS
Het interieurontwerp voor een winkel moet praktische oplossingen bieden, zoals oriëntatie voor de klant en presentatie van de producten. Steeds vaker wordt architecten en ontwerpers gevraagd om het interieur tevens tot een bouwsteen van het merk te maken. TEKST ROBERT MUIS
D
e concurrentie in de retailbranche neemt toe. En retailers zien zich geconfronteerd met een veranderd winkelgedrag. Prijsbewuste consumenten laten zich informeren via websites en online communities, vergelijken producten en kopen steeds vaker via internet. Hierdoor neemt ook de concurrentie tussen de fysieke winkels en de online retailkanalen toe. Als consumenten naar een winkel gaan, willen ze er iets beleven. Naast behoeftevoorziening is winkelen een vrijetijdsbesteding met een sociaal aspect geworden.
CAMPER
Retailers moeten en willen zich daarom nadrukkelijker onderscheiden: ze moeten duidelijk maken in welk segment ze zich bevinden, wat hun unique selling points zijn en tot welke doelgroep zij zich richten. Bovendien moet de fysieke vestiging een meerwaarde bieden ten opzichte van een verkoopkanaal op internet. Dat heeft invloed op de inrichting, presentatie en sfeer van winkels. Vestigingen bieden de consument ‘beleving’ door bijvoorbeeld café’s, restaurants en dj-opstellingen op te nemen. De onlangs in Utrecht geopende vestiging van muziekketen Plato heeft een podium in de zaak. In een Rotterdamse vestiging van Kinki Kappers kan de klant een Wii-spelletje
De Camper-vestiging in Napels is vormgegeven door
spelen. De kappersketen heeft overigens van meet af aan de inrichting van zijn vestigingen op een jonge, alternatievere doelgroep afgestemd. Winkel als merk De winkel straalt met het aangeboden assortiment, de beleving en het interieur een levensstijl uit waarin de beoogde clientèle zich herkent. Alle facetten dragen bij aan de eigen identiteit. De winkel wordt een merk op zich: store branding. Volgens de organisatie van de Euroshop nemen winkeleigenaren steeds vaker architecten en ontwerpers in de arm om het interieur af te stemmen op de beoogde doelgroep. De Duitse speciaalbeurs voor de retailbranche ruimde bij zijn laatste twee edities dan ook plaats in voor presentaties van die groepen. Er zijn uiteraard gespecialiseerde retailarchitecten en winkelinrichters, maar er vindt een toenadering plaats tussen de retailbranche en de niet-gespecialiseerde architecten. De keuze voor een bepaalde architect of ontwerper, vooral als die zelf al een merk is, kan bijdragen aan de positionering van een winkel in de markt. Dit doet bijvoorbeeld het schoenenmerk Camper. Winkels van Camper zijn ingericht door hippe ontwerpers als Jaime Hayon, Alfredo Häberli en de gebroeders Campana. De winkels presenteren de collectie nooit in rekken, maar altijd op meubels en planken. De ontwerpers geven elke vestiging een andere invulling met speciale objecten en aankleding. Fernando en Humberto Campana richtten bijvoorbeeld de Berlijnse vestiging in met hun bejubelde hergebruik van materialen. De wanden zijn bedekt met lagen van gescheurde drukproeven en misprints van reclameposters. Los van hun oorspronkelijke context en grootte vormen ze een nieuw patroon. Dat verandert bovendien wanneer bezoekers delen wegscheuren. De etalagepresentaties zijn opgebouwd uit strobalen en ruw houten pallets. Het geheel is een eenvoudig en low budget, maar krachtig concept. Begin 2009 opende Camper een nieuwe winkel in Napels, waarvan het interieur is vormgegeven door de Argentijns-Zwitserse ontwerper Alfredo Häberli. Speciaal voor die vestiging is een keramische wandbekleding vervaardigd. Door keramiek en koper toe te passen wil Häberli uitdrukking geven aan de kwaliteit en oprechtheid van het merk. De creativiteit en humor die hij in Camper herkent, leiden tot bijvoorbeeld lampen in de vorm van jurken, rokjes, broeken en shorts, die boven de uitgestalde schoenen hangen.
Alfredo Häberli 76
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
CAMPER
Fernando en Humberto Campana richtten de Berlijnse vestiging van Camper in met hergebruikte materialen
Voor het nieuwe meubelmerk VilaSofa heeft Tjep. een winkelinterieur ontworpen dat onderscheidend is en het concept van VilaSofa verduidelijkt. De onderneming heeft producten voor een breed publiek in het middensegment en garandeert een levering binnen 48 uur. Tjep. nam bij het interieurontwerp het pakhuis als metafoor voor de snelle levering. Een pakhuis is de plaats waar tijdelijk goederen staan op hun weg van de fabrikant naar de consument. Het interieur verwijst zowel naar een pakhuis als naar woningen. In de materialisatie is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van zowel krathout als luxe glanzende afwerkingen. Symbolen rond transport en verpakking dienden als inspiratiebron voor grafische elementen en decoratieve meubelen, waarmee de ruimte is ingedeeld. Een witte wand met uitsparingen in de vorm van kroonluchters, ramen en balkons verwijst naar de woning. Verkopers en klanten kunnen elkaar spreken aan picknicktafels. De mobiele kassasystemen kunnen naar de klant worden gereden, zodat die kan afrekenen op de zojuist uitgekozen bank.
Er vindt een toenadering plaats tussen de retailbranche en niet-gespecialiseerde architecten
TJEP.
Overzicht en oriĂŤntatie Terwijl men met de inrichting een gewenste sfeer en identiteit nastreeft, moet het interieurontwerp tevens een aantal praktische oplossingen geven. De winkel moet klanten en personeel Het interieur van meubelwinkel VilaSofa verwijst naar een bijvoorbeeld een duidelijke routing en veiligheid bieden. De inrichtingsoplossingen voor de gewenste uitstraling en de ÂĄ pakhuis NUMMER 25 - APRIL 2009
77
[[ FOCUS WINKELINTERIEURS
praktische zaken hangen nauw samen. Het Duitse onderzoeksbureau EHI Retail Institute constateert in alle branches een tendens naar een ruimtelijke en heldere indeling van de winkelvloer. Winkels bieden de consument zo overzichtelijk mogelijke vlakken en brede paden. Min of meer dwingende routes door de winkel hebben hun beste tijd gehad, net zoals het loop-concept, een breed rondlopend pad als oriëntatie. Zelfs in warenhuizen en bouwmarkten is het streven naar ruimtelijkheid met pleinen, zéér brede gangen en brede tussengangen duidelijk te zien. Presentatiemeubels worden, vooral in de kleding- en schoenenwinkels, laag gehouden voor een hogere transparantie. Verschillende vloerbekledingen dienen ter begrenzing van productgroepen of prijssegmenten. Vloerbedekking die luxueuzer is (of oogt, bijvoorbeeld elastische vloerbedekking met houtof parketoptiek) wordt gebruikt voor de producten die men wil benadrukken. Verschillende kleuren en materialen voor de wanden helpen eveneens bij de oriëntatie.
TJEP.
Steeds vaker besluit de retailer zijn klanten te prikkelen door de producten verrassend te presenteren. De presentaties worden bijvoorbeeld niet op productgroep maar op leefwereld of thema samengesteld. Dat vergt een snellere wisseling van de opstellingen en daarmee een grotere flexibiliteit in het interieur. Meubelfabrikanten spelen hierop in met modulaire systemen en gestandaardiseerde, multifunctionele producten. Voor zowel oriëntatie als sfeer wordt in toenemende mate visuele communicatie gebruikt in de vorm van foto’s in grote formaten en focuswanden. Het bureau Dalziel + Pow, gespecialiseerd in retail en branding, werkt veel met zulke elementen. Grote visuals, (gekleurde) verlichting en heldere, overzichtelijke winkelvloeren kenmerken de winkelinterieurs van de modeketens Gap en Next, die recentelijk door het Londense bureau gerestyled zijn. Voor de nieuwe TNT-winkel in Den Haag
DALZIEL + POW
DALZIEL + POW
Het interieur van VilaSofa, ontworpen door Tjep.
Wandgrote teksten, banken en opvallende verlichtingsarma-
Een fotowand, een functioneel en sfeervol zithoekje en een
turen in de pasruimten van modeketen Gap
ruime opzet van de pasruimten bij modeketen Next
78
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
STUDIO ARNE QUINZE
Met kleuren en materialen zijn eilanden gecreëerd in de open ruimte van de Ferrer Concept Store
VIZONA BV
is herkenbaar aan het gebruik van heldere kleuren. De lay-out van de winkel is flexibel, zodat productgroepen telkens anders kunnen worden gepresenteerd. In de ruime paskamers zorgen sfeervolle verlichting en grote spiegels voor een aangename pasomgeving. De eiken vloer gaat hier over in een bank en de achterwand.
Glazen wanden en donker natuursteen en hout onderscheiden de herenafdeling in de Mood-winkel
ontwierp Merkx & Girod een interieur met grote iconen die verwijzen naar de post. Ook in de eerste vestiging van Mood worden materialen, kleuren en visuals gebruikt om afdelingen duidelijk te onderscheiden, met behoud van de overzichtelijkheid. Het winkelinterieur is ontworpen door Bleeker Concepts en in samenwerking met Vizona geïmplementeerd. Mood is een multibrand van Bodyfashion United voor lingerie, onder-, nacht- en badkleding. De onderneming wil haar merken Ten Cate en Tweka in een eigen winkelomgeving positioneren, gecombineerd met een aantal andere merken. Vrouwen, mannen en kinderen vormen de doelgroep en krijgen in het ontwerp van Bleeker Concepts letterlijk afzonderlijk de ruimte. Centraal in de plattegrond is een duidelijk te onderscheiden winkel voor mannen gecreëerd. De ruimte heeft een masculiene sfeer door het gebruik van antracietkleurig Belgisch natuursteen, zwart mdf en zwart eikenhout. Transparantie en contact met de rest van de winkel blijft door glazen wanden behouden. Voor een lange wand aan de rechterzijde wordt lingerie gepresenteerd, nacht- en badkleding bevinden zich achter in de winkel. De overheersende kleur op de vrouwenafdeling is wit, de vloer heeft een lichte houttint. De kinderafdeling aan de linkerkant NUMMER 25 - APRIL 2009
De Ferrer Concept Store, die begin 2009 is geopend in het Vlaamse Nieuwpoort-Bad, is een ander voorbeeld van een open ruimte waarin een aantal ‘eilanden’ is gecreëerd. Studio Arne Quinze heeft in de luxueuze modeboetiek een aantal semitransparante ruimtes gevormd met gordijnen en hangende koorden. Ze bieden privacy aan de klanten en geven gelaagdheid in het totaalontwerp. De eilanden worden benadrukt door onregelmatig gevormde karpetten. Ook de parelmoer glanzende kunststof toonbanken hebben grillige, ruwe vormen. Lichte tinten vormen de basis, bruin- en crèmekleuren geven een warme toon. In de hangende koorden zijn kristallen geknoopt. Zo heeft Arne Quinze een helder en overzichtelijk geheel ontworpen, waarin de details met kleur, materiaal en vorm contrasteren. De hooggesegmenteerde winkel Kymyka shoes and bags in Maastricht, die geopend is in februari 2009, heeft een ruim opgezet interieur met een ingetogen en chique uitstraling. Interieurontwerper Maurice Mentjens koos pure materialen als hout en rvs buizen, en voor de wanden en de vloer lichte kleuren. Horizontale en verticale lijnen domineren het ontwerp en geven rust. De winkel is gehuisvest in twee doorgebroken herenhuizen uit het begin van de twintigste eeuw. Op de grens van de gespiegelde plattegronden staat een kolom die (met ¡
Min of meer dwingende routes hebben hun beste tijd gehad 79
STUDIO ARNE QUINZE
[[ FOCUS WINKELINTERIEURS
Het heldere interieur van de Ferrer Concept Store met warme en luxueuze materialen in de details
aan de authentieke rosetten hangen. De halogeenlampen zijn traploos te richten om wanden, consoles en de buizenvelden naar wens aan te lichten. Helderheid De trend naar helderheid en overzichtelijkheid resulteert, vooral in de hoger gesegmenteerde modewinkels, in de toepassing van lichte tinten, translucente materialen, changeant effecten en verchroomde oppervlakken. In de zich als stoer profilerende jeans- en outdoorwinkels wordt juist meer gebruik gemaakt van ruw hout, onafgewerkt steen en metaal en donkere kleuren. In de foodsector ziet het onderzoeksinstituut EHI een toenemend gebruik van donkerder tinten en warme materialen om de winkelatmosfeer te veraangenamen. De trend naar ruimtelijkheid zet zich overigens door tot in de pasruimten, zoals onder andere de genoemde projecten van Dalziel + Pow en Bleeker Concepts laten zien. Terecht, want hier wordt vaak de feitelijke koopbeslissing genomen. Ook de pasruimten zijn groter en helderder geworden en liefst voorzien van grote, verstelbare spiegels, zit- en legmogelijkheden en kleurechte verlichting. De detaillering hier kan de onderscheidende winkelinrichting completeren.
ARJEN SCHMITZ
de balk daarop) de scheidingsmuur vervangt. De stalen kolom is geheel voorzien van spiegels, waardoor men vanaf dit punt de gehele ruimte kan overzien. Tegen twee nog aanwezige schoorstenen plaatste Mentjens passpiegels. In een doorlopend, halfhoog meubel zijn rondom kastruimtes, vitrines, bankjes en de techniek ondergebracht. Boven het meubel lopen langs de wanden balken, die bij de ramen een etalage worden. Blikvanger is de centrale presentatie, die bestaat uit twee velden met stalen buizen. Ze reiken de klanten als het ware elke schoen aan. Alle interieurelementen zijn op maat gemaakt, inclusief de kroonluchters die met stalen draden
In alle retailbranches bleken ondernemingen de afgelopen jaren bereid om te investeren in de verlichting. De belangrijkste functies zijn: de winkelruimte voldoende belichten met de Kymyka shoes and bags is een heldere en open winkel; twee basisverlichting en de waren zichtbaar maken met accentvervelden met buizen vormen een opvallende presentatie lichting. Bij een helder interieur en een sterke basisverlichting 80
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
ZUMTOBEL
Met leds verlichte kleur- of fotovlakken (hier in het plafond van het Stadioncenter in Wenen) dragen bij aan de sfeer
blijkt accentverlichting niet meer voldoende te werken. Het EHI Retail Institute constateert dat men daarom, vooral in de nonfoodsector alleen spots en sfeerlichten inzet. Verlichting draagt er sterk toe bij sfeer te scheppen en stemmingen op te roepen. De lichtenscenering loopt van helder naar contrastrijk, en van accenten tot lichtende vlakken in het plafond en bewegende kleurwanden. Leds bieden interessante nieuwe mogelijkheden met wisselende kleur- of fotovlakken, zoals Zumtobel laat zien met de Cielos lichtmodule.
ULI SCHADE
Merk als winkel Het inzetten van architectuur en inrichting als bouwsteen voor branding leidt uiteraard niet altijd tot hoogstaande resultaten. De winkelinrichting van de Aldi draagt welbewust bij aan de beoogde gevoelswaarde van het merk. In die zin is ze functioneel en geslaagd. Store branding is niet geheel nieuw: er zijn altijd winkelondernemers geweest die zich met hoogwaardige of vooruitstrevende architectuur hebben willen profileren. Voorbeelden zijn de Galeries Lafayette in Parijs door Georges Chedanne (1906), het Kaufhof in Düsseldorf door Joseph Olbrich (1907-1909), of de Warenhuizen van Schocken in Frankfurt (1928) en Chemnitz (1929) door Erich Mendelsohn. In eigen land werden vestigingen van De Bijenkorf ontworpen door onder andere Piet Kramer (Den Haag, 1926), Willem Dudok (Rotterdam, 1931) en Giò Ponti (Eindhoven, 1969). De waarde die men hecht aan merken en ‘winkels als merk’ Een presentatie in de pop-up store van Tracey Neuls, is sterk toegenomen. In recente jaren zette daardoor een brede trend in naar store branding en in het bijzonder een ¡ ontworpen door Karl Humphreys NUMMER 25 - APRIL 2009
81
De guerilla store van Comme des Garçons in de Haagse
ROLAND TÄNNLER
AAARCHITECTEN
[[ FOCUS WINKELINTERIEURS
De flagship store van Freitag in Zürich
Caballerofabriek
uitgesproken vorm ervan: de single brand stores, winkels die in hun geheel zijn gewijd aan een enkel merk. In Nederland hebben de afgelopen jaren bijvoorbeeld Hästens en Auping eigen slaapspeciaalzaken geopend. Marlies Dekkers verkoopt haar onder-, nacht- en badmode niet alleen in lingeriewinkels, maar ook via een eigen (inmiddels internationale) keten. De winkels hebben een herkenbaar en onderscheidend interieur, dat Dekkers zelf ontwierp. Gecapitonneerde wandpanelen van wit kunstleer, donkerrode Ottomanbanken, spiegels, kroonluchters, rood- en zwartgelakte meubelen en somptueuze pasruimten scheppen de boudoirachtige sfeer waarin zij haar kleding wil presenteren. Met name in de mode- en multimediabranches is de tendens naar single brand stores in uitvergrote vorm terug te vinden in de flagship stores. Hierbij wordt de belevingswaarde van een merk uitgedragen door het gehele assortiment plus gerelateerde producten aan te bieden in een passende omgeving. De architectuur speelt bij flagship stores geregeld een zeer vooraanstaande rol. Voorbeelden zijn de flagship stores voor Prada in New York door OMA (2001), voor Tod’s door Toyo Ito (2004) in Tokyo, voor Ann Demeulemeester in Seoul door Mass Studies (2007) en voor Freitag in Zürich door Spillmann Echsle. Geheel in lijn met de tassen van Freitag, die worden gemaakt van vrachtwagenzeil, autogordels en binnenbanden, ontwierpen Annette Spillmann
Pop-up stores zijn aantrekkelijke vrijplaatsen voor experimenten 82
en Harald Echsle een winkel uit hergebruikte, verstevigde en gestapelde containers. De containers zijn onderling verbonden met de gebruikelijke technieken in de transportindustrie. Ook het interieur is sober en industrieel gehouden met grote houten platen en stalen trappen tussen de vier verkoopvloeren. Langs de wanden zijn eenvoudige, rekken en laden bevestigd waarin de tassen liggen. Tijdelijke interieurs In reactie op zowel de flagship stores als de gevestigde winkelketens ontstonden de guerilla stores: winkels die even plotseling verschijnen als verdwijnen. Ze zijn enkele maanden gevestigd in leegstaande panden die vaak geen winkelbestemming hebben. Kleding en gadgets worden gepresenteerd in combinatie met kunst, optredens en een café. Hun aanwezigheid wordt via websites en verder via de ‘buzz’ op straat en het internet bekend gemaakt, wat bijdraagt aan de exclusieve en artistieke ‘undergroundsfeer’. Het interieur van guerilla stores is eenvoudig en oogt geïmproviseerd. In de praktijk echter komen ook hier vaak architecten aan te pas. Het Japanse Comme des Garçons is een van de eerste merken die dergelijke tijdelijke winkels openden in steden over de hele wereld. Het merk werkt tot op de dag van vandaag met lokale ontwerpers of architecten. Zijn Nederlandse guerrilla store was in 2007 gevestigd in de Caballerofabriek in Den Haag. De inrichting werd verzorgd door AAArchitecten en HUNK-design. De pop-up stores, zoals de tijdelijke winkels ook worden genoemd, zijn interessante verkoopkanalen voor jonge ondernemers zonder ruime presentatiemogelijkheden. ARCHITECTENWEB MAGAZINE
ROLAND TÄNNLER
Het sobere en industriële interieur van de flagship store van Freitag sluit aan bij het materiaalgebruik voor de tassen
Schoenontwerpster Tracey Neuls, van wie de winkel nooit ‘gewoon’ is, had een tijdelijke winkel op het afgelopen Design Festival in Londen. Oude laden op stapels en tegen wanden en op stapels dienden als presentatiemeubels. Schoenen en inspiratiebronnen hingen aan touwtjes vanaf het plafond. Voor ontwerpers en architecten zijn pop-up stores aantrekkelijke vrijplaatsen voor experimenten door de tijdelijkheid en de creatieve sfeer die zo’n winkel omringt. Sinds de eerste guerilla stores van Comme des Garçons hebben echter ook minder recalcitrante merken het fenomeen opgepikt en ingeNUMMER 25 - APRIL 2009
zet, zoals Swatch en Nike. Immers, of het nu gebeurt via een ketenvestiging in de winkelstraat, een in het oog springende flagship store, of via een dwarse pop-up store, de architectuur en de vormgeving van het interieur dragen bij aan verleiding van de consument. ¡
Lees meer over dit onderwerp op: www.architectenweb.nl/winkelinterieurs
83
Gratis jaarboek t.w.v. â&#x201A;Ź39,50 bij een jaarabonnement op Architectenweb Magazine Kijk snel op pagina 52
CORAL® De Coral is de visueel transparante en relatief lichte kunststof stoel geproduceerd van technisch nylon versterkt met glasvezels. Deze zeer duurzame nylon is geschikt voor langdurig gebruik voor zowel binnen als buiten. Tevens is het gebruikte materiaal brandvertragend en duurzaam UV bestendig. Door de gladde en open structuur hebben regen, vuil en stof geen grip. In tegenstelling tot andere bestaande kunststof stoelen zit u altijd op een droge, comfortabele en ventilerende stoel.
sŽŽƌ ŵĞĞƌ ŝŶĨŽƌŵĂƚŝĞ͗ tŽƌŬǁĂƌĞ Ϭϯϱ ϲϵϱϴϵϴϬ ƐĂůĞƐΛǁŽƌŬǁĂƌĞ͘Ŷů
workware
[[ COLUMN PETER DRIJVER
WELKE CRISIS? Waar waren we gebleven? Crisistijd: het personeel kijkt over de rand van de monitor of de buurman en buurvrouw nog wat te doen heeft. De directie is geprikkeld en er is een plenaire vergadering aangekondigd in de hal. Bij de repro wordt gemompeld dat er gedwongen ontslagen vallen en dat die niet per se de laatst binnengekomen werknemers treffen. Voor ontwikkelaars, corporaties, uitvoerend bouwbedrijf, architecten, adviseurs en leveranciers is het niet voor de eerste keer. Eind jaren zeventig was ik er trots op dat – ondanks de crisistijd – Guus Baneke een baantje kreeg aangeboden bij de toen nog beroemde Van de Broek en Bakema. Na daar drie maanden lang met en Rotring-pen plafonds te hebben uitgetekend van de openbare bibliotheek in Rotterdam was het voor hem afgelopen. Het was ook afgelopen voor zijn tekenwerk, want er werd een ander merk plafond gekozen. Eenmaal afgestudeerd bleek er voor mijn generatie zelfs in de stadsvernieuwingsbureaucratie begin jaren tachtig geen plaats. Zodoende hebben we ‘dus’ in 1982 een architectenbureau opgericht zonder werk, in de overtuiging dat we in Delft kennis gemaakt hadden met een werkelijk bestaand vak, dat we echt wilden leren. Had trouwens in oorlogstijd niet menig architect vrijwillig het isolement gekozen door zich niet aan te sluiten bij de cultuurkamer? Tijdens de bezetting kreeg ontwerpwerk zo een nieuwe, studieuze inhoud: ‘recherche patiente’. Rietveld maakte in de oorlog meubels (‘business as usual’), voerde een paar kleine verbouwingen uit en bouwde een paar zomerhuisjes. Zijn belangrijkste werk is denkwerk en dat geldt voor heel wat Nederlanders van de moderne beweging. Van Tijen en Van de Broek deden het praktische vooronderzoek dat na de oorlog de ‘Voorschriften en Wenken’ van de woningbouw op zou leveren, de voorloper van het Bouwbesluit. Net zoals sommige autofabrikanten clandestien prototypes van kleine auto’s testten die de massa ‘na de oorlog’ echt zou mobiliseren. Waar staan we nu de bankencrisis het economisch verkeer heeft lamgelegd? Wat doen we nu aspirant-kopers
86
de toegang tot de woningmarkt ontzegd wordt en initiatiefnemers wordt belet aannemers aan het werk te zetten? De auto-industrie heeft hardhandig ervaren hoe goed de eigen producten eigenlijk zijn: we kunnen veel langer met onze auto’s doorrijden dan we dachten. Het gemeentebestuur van Deventer heeft ervaren dat het spenderen van zeventig miljoen aan het geplande stadhuis onherstelbare schade aanricht aan het stadsgezicht. De Haagse wethouder Marnix Norder streept zijn Haagse hoogbouwmanie weg door te stellen dat de in verzet gekomen burgerij ‘een punt heeft’. De olieconsumptie daalt, Kyoto komt dichterbij en de tendentieuze Randstad 2040visie hoeft zeker niet meer. De komende maanden wordt een tijd van ‘Mea Culpa’, van gevallen wethouders, van tot inkeer gekomen Raden van Bestuur, van papierversnipperaars en van maquette-crunchers. Nederland zit opgescheept met lijkkisten vol aan bouwplannen, structuurvisies, centrumplannen, ontwikkelingsschetsen, herstructureringsplannen en gebiedsvisies die – nu de val van Fortis ons allen heeft wakker geschud – in een dronken, wereldvreemde waan tot stand lijkt te zijn gekomen. In een dergelijke luchtledigheid is het tijd voor de professie zich te heroriënteren. Zoals de architecten Goddijn en Bontebal, die in de crisistijd ieder voor zich tekenden aan een schitterend portfolio van buitenhuisjes en villa’s voor alle prijsklassen. Het is tijd voor een heroriëntatie waarin consumentisme en hedonisme niet langer centraal staan en waarin de plutocraten de democratie niet langer tot een vertoning maken. Een heroriëntatie wellicht waarin de kwaliteit van het leven vooropstaat, de schoonheid, het erfgoed en – excusez – de duurzaamheid van ons stedelijk landschap. AWM heeft zich in de eerste 25 nummers een plaats verworven onder de architectuurtijdschriften. Dat is geen geringe prestatie. Bij deze lever ik onder dankzegging de pen en de wisselend met salpeter en rozenwater gevulde inktcartridges in bij de redactie. U, als lezer, dank ik voor uw aandacht.
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
G
TM
graphic concrete creatief met prefab beton! economisch aantrekkelijk met grote vrijheid in ontwerp
Groot in verwerking De Narvik Modula is een grootformaat modulaire keramische dakpan. Perfect voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. De pan heeft een werkende breedte van 30 cm en beschikt over een variabele kopsluiting van 50 mm.
Groot in duurzaamheid
Foto: Fabienne de Boer
voor meer informatie: info@companero.nl / www.companero.nl
~ companero
De Narvik Modula is gemaakt van klei, een natuurlijke vernieuwbare grondstof. Keramische producten staan bekend om hun bewezen lange levensduur. De Narvik Modula beschikt over het milieubewuste DUBOkeur.
specialist in loopvlakstructuur
Groot in veiligheid De Narvik Modula beschikt over de Stormfix, een ingenieus bevestigingssysteem ontwikkelt door Wienerberger, dat garant staat voor een stormvaste verankering.
R V S balustraden G L A S S T A A L H O U T
Groot in vakkennis
Shell Epicentre Rijswijk
Sterkos Bouw BV ontwerpt, produceert en monteert designbalustraden en leuningen van glas en roestvaststaal (rvs). Dit voor uiteenlopende binnen-
Wienerberger beschikt over eersteklas productkennis en is uw adviseur als het gaat om detaillering, verankering en toepassingen. Al onze dakpannen worden geleverd met dertig jaar garantie op breuksterkte, waterdichtheid en vorstbestendigheid.
en buitenlandse opdrachtgevers, variĂŤrend van architecten, aannemers en projectontwikkelaars in de utiliteit- en woningbouw tot particulieren.
Sterkos Bouw BV Fahrenheitweg 26 Postbus 540 8901 BH Leeuwarden
Tel. 058 212 54 34 Fax 058 212 77 94 www.sterkos.nl info@sterkos.nl
www.modula-does-matter.nl
PYROBEL
BRANDVEILIG
PYROBEL, EERLIJK EN BETROUWBAAR De brandwerende beglazing van AGC is al meer dan 30 jaar het synoniem voor veiligheid. Dus als u een brandwerende beglazing zoekt die ook doet wat hij belooft, is Pyrobel de oplossing. Hulp nodig bij de keuze voor uw ontwerp? Vraag de handige Pyrobelwijzer aan via pyrobel.nl@eu.agc-flatglass.com AGC Flat Glass Nederland - Tel +31 (0)344 679922 – Fax +31(0)344 679724 – pyrobel.nl@eu.agc-flatglass.com – www.YourPyrobel.nl
MATERIAL XPERIENCE INSPIREREND EVENEMENT ROND INNOVATIEVE MATERIALEN Material Xperience 2009, dat zich in februari in de Jaarbeurs Utrecht afspeelde, was een groot succes. Ruim 8.500 bezoekers bekeken de gepresenteerde materialen en luisterden naar sprekers als Neri Oxman, Cristiano Ceccato en Robert Winkel. TEKST ROBERT MUIS
H
et was voor Materia de tweede keer dat ze Material Xperience organiseerde. Het evenement trok een groot aantal professionals uit de architectuurbranche. Material Xperience speelde zich af van 9 tot en met 14 februari in de luwte van de BouwBeurs. Materia, dat sinds september 2008 onderdeel is van Architectenweb, had als locatie Media Plaza gekozen. Op circa 2.500 vierkante meter toonden Materia en tachtig exposanten hun vernieuwende of opvallende materialen en producten.
Materia-expositie en de lezingen. Het publiek kon pauzeren en bijpraten op kussens en aan lange tafels. Van tijd tot tijd liepen medewerkers van Media Plaza rond met hapjes en drankjes. Materia heeft als internationaal kennisplatform op het gebied van materialen een zeer uitgebreide collectie opgebouwd. Ze presenteert de materialen bij voorkeur niet als toepassing, maar ‘an sich’. Op die wijze wil Materia ontwerpers, architecten en producenten inspireren tot nieuwe toepassingen van de mate¡ rialen.
Sfeer en inspiratie De keuze voor het recent verbouwde Media Plaza was een goede. Zowel bezoekers als deelnemers waren positief over de locatie en de sfeer. In de foyer rond de centrale zaal hadden fabrikanten en leveranciers hun presentaties. Architectenweb had hier zijn Bookstore. Grote belangstelling was er onder meer voor de brandvertragende coating van MMC Coating en de driedimensionale printtechnologie van Complex3D. Rond de foyer waren er verschillende themakamers, gewijd aan keramiek, glas, metaal, textiel en beton. Ze waren ingericht door Intercodam Tegels, AGC Flat Glass Europe, Explore Metals, InterfaceFLOR, Strikolith, Studio Stucco en het Cement & Betoncentrum. De centrale zaal was ingeruimd voor een aantal exposanten, de NUMMER 25 - APRIL 2009
89
[[ MATERIAL XPERIENCE
De expositie bestond tijdens deze Material Xperience uit 150 materialen die Materia sinds de vorige editie had verzameld. De bezoekers konden ze bekijken, aanraken en besnuffelen. Dat werd met graagte gedaan: het micromozaïek I Frammenti van Brix nodigde sterk uit om door de vingers te laten glijden, het kokosnoten tegelmatje van Ecom en het week uitziende, felgekleurde oppervlak van de Soligem ‘druppels’ moesten worden betast en menigeen wilde vooral graag met de klaar liggende hamer slaan op D3o, een flexibel materiaal dat bij een krachtige slag juist hard wordt. Lezingen Material Xperience omvatte ook acht lezingen. Neri Oxman en Cristiano Ceccato trokken de meeste belangstellenden. Oxman werkt als architect en onderzoekster bij het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Ze ontving in januari als eerste The Earth Award voor haar project FAB.REcology, dat biomimicry combineert met design en architectuur. Oxman ging in op haar onderzoek, parametrische en biologische systemen, en haar kunstinstallaties die voortvloeien uit haar onderzoeksbevindingen. Oxman ontwikkelde bijvoorbeeld cartesian wax, een materiaal dat reageert op de omgeving - met name op warmte en licht - en bovendien bijzonder is om te zien. Het materiaal, met een celachtige structuur, heeft ze onder meer toegepast bij een experimentele stoel. Ceccato is voormalig directeur bij Gehry Technologies en werkt momenteel bij Zaha Hadid. Hij ging in zijn lezing in op complexe ontwerpprocessen. Ceccato vertelde over de mogelijkheden die
90
de parametrische technologie en computerprogramma’s bieden bij het ontwerpen van gebouwen met een complexe vorm. Boeiend was ook de lezing van Robert Winkel, oprichter van Mei Architecten en stedenbouwers. Hij vertelde hoe zijn bureau een ontwerpopdracht integraal benadert en hoe dat kan leiden tot een vernieuwende materialisatie. Opvallend was zijn opmerking dat Mei denkt over een beperking van zijn auteursrecht. Zodra het gebouw is opgeleverd, doet het bureau afstand van copyrights en is het gebouw volledig van de gebruiker en eigenaar. Andere lezingen waren van directeur Aldus bouwinnovatie Atto Harsta, architect Ingo Gast, Jan Jongert van 2012 architecten, Ingo Michael Rossa van het Duitse onderzoeksinstituut IFT en Els Zijlstra, directeur van Materia. Zijlstra ging vooral in op biomimicry: architectuur en materialen kunnen slimmer, milieuvriendelijker en praktischer worden door te kijken naar hoe de natuur bepaalde problemen oplost. ¡ De volgende Material Xperience vindt plaats in januari tijdens Gevel 2010 in Ahoy. Lees meer over Material Xperience op: www.materialxperience.nl Het boek Material Index 2009 is een uitgebreid overzicht van inspirerende materialen en projecten. Binnenkort te koop in de Architectenweb Bookstore. www.materia.nl
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
DE KEUZE VAN MATERIA. TIEN MATERIALEN
NUMMER 25 - APRIL 2009
FRESCO BAROCK Fresco Barock van Mafi is een collectie houten vloeren met dessins die zijn ge誰nspireerd op de Franse barok. Lijnen en florale motieven zijn uitgefreesd en met een andere houtsoort ingelegd. De vloeren worden alleen met natuurlijke producten afgewerkt.
SORIC Lantor ontwikkelde een polyester nonwoven kernmateriaal met een hooglaagstructuur. De indrukbestendige cellen zorgen voor dikte bij composiet plaatmateriaal en absorberen geen kunsthars. De kanalen tussen de cellen leiden de hars over het materiaal.
TATAMI De stof Tatami heeft een changeanteffect en een kreukelpatroon, waardoor het oogt en voelt als klassieke taffetas. Het textiel is door Nya Nordiska vervaardigd en bestaat uit 100% Trevira CS-garens en is daarmee vlamwerend.
INGEO Ingeo is een natuurlijk plastic, gemaakt van een biopolymeer op basis van 100% hernieuwbare grondstoffen. De biopolymeer, ontwikkeld door Nature Works, zorgt voor een significante vermindering van uitstoot van broeikasgassen.
COTTONMIX Cottonmix Benelux vervaardigt het materiaal Cottonmix uit natuurlijke vezels als katoen, houtpulp en viscose. Ze worden door cellulose gebonden Het product is geheel afbreekbaar, niet toxisch, niet allergeen en antistatisch. Het naadloze materiaal isoleert warmte en geluid en reguleert de luchtvochtigheid.
PAPERLOOP EN PAPERFRINGES De Deense textielontwerpster Annemette Beck werkt vanuit de basisprincipes van het weven en experimenteert met structuren en materialen. Paperloop en paperfringes zijn gemaakt van gerecyclede papiergarens.
CHOPPED CANS Fabrice Covelli ontwerpt en ontwikkelt speelse objecten, die hij op de markt brengt in de lijn FProduct. Een voorbeeld is chopped cans, een decoratief en translucent paneel dat bestaat uit kunsthars waarin afval van de recycling van blikjes is verwerkt. Het sterke materiaal kan bijvoorbeeld als tafel- of barblad worden gebruikt.
METAL BRICK BH Keramiek levert bakstenen met een laag van koper, brons, aluminium, ijzer of staal. Het metaal wordt op de steen gespoten in een laag van 60 tot 80 micron en bindt volledig met de steen. Het metaal behoudt zijn eigenschappen en reageert op weersinvloeden. Het steen neemt weinig water op en is bestand tegen vorst.
LUCEM Het lichtdoorlatende beton van Robatex bestaat uit lagen textiel van optische glasvezels en een speciaal beton. De glasvezels hebben een diameter van 70 micron. Het materiaal wordt vervaardigd naar de specifieke eisen die bij een project gelden. Er worden alleen minerale materialen toegepast, zodat warmte, koude en UV-stralen geen invloed hebben op Lucem.
D3O D3o is ontwikkeld voor toepassingen waar flexibiliteit en een hoge slagvastheid gewenst zijn. Onder normale omstandigheden bewegen de moleculen vrij, waardoor het materiaal zacht, flexibel en vormbaar is. Bij een krachtige slag verbinden de moleculen zich onderling en wordt het materiaal tijdelijk hard. Direct daarop gaan de moleculen weer over in hun vrij bewegende toestand.
91
[[ PRODUCTINFORMATIE
RIB STOEL De ontwerper Alexander Lervik wilde een stapelbare stoel met een sterke designuitstraling creëren. Het ontwerp van de stoel met een geribbelde zitting was snel gemaakt, maar Lervik zocht lange tijd naar het juiste materiaal voor de stoffering van de Rib. Zijn keuze viel op geperst vilt. Een bijzonderheid is dat tijdens het productieproces van de zitting het frame wordt geïntegreerd. De Rib wordt vervaardigd door meubelfabrikant Johanson Design. Arthur Eltink Agencies www.arthur-eltink-agencies.nl
GLOBAL 3
Onderdeel van de restauratie en modernisering van het Berlijnse metrostation Alexanderplatz was het herstel van de historische winkelpassage. Het bouwwerk uit 1930 van architect Alfred Grenander combineert zakelijkheid en esthetiek. Alexis Oehler & Rainer Spehl ontwierpen voor opdrachtgever Urbanis een bank, statafel en kruk. Het toegepaste betonnen straatmeubilair sluit goed aan op de architectuur van het metrostation. De drie meubels zijn gebaseerd op één eenvoudig element; de vorm vloeit voort uit de functie en de constructietechnische voorwaarden. De verhoudingen en materiaaldiktes maken de meubels robuust maar toch slank. De bank kan worden uitgevoerd tot een lengte van 320 cm, met een houten of een betonnen zitvlak. betonWare
Forbo Flooring Systems heeft de nieuwe linoleumcollectie Global 3 het motto ‘designing the future’ meegegeven. De onderneming wil hiermee verwijzen naar de belangrijkste trends in de bouw en het interieurontwerp: open, lichte, flexibele en ecologisch verantwoorde gebouwen. Het product geeft hier volgens Forbo invulling aan. Linoleum Global 3 is de omvangrijkste collectie die het bedrijf ooit heeft geïntroduceerd. Ze omvat ruim 160 kleurstellingen en diverse dessins. Twee ontwerpen zijn geheel nieuw: de Walton cirrus en Artoleum striato. Beide series zijn goed te combineren met de andere Marmoleum- en Artoleum-kleuren. Forbo Flooring Systems
www.betonware.de
www.forbo.nl
STATIONSMEUBILAIR
92
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
MAGNETISCHE SCHUIFDEURAANDRIJVING De CS 80 Magneo is een elegante en gebruiksvriendelijke aandrijving voor enkelvleugelige schuifdeuren met een maximaal gewicht van 80 kg. Door de magnetische aandrijving werkt ze geluidsarm en veilig. Volgens leverancier Dorma is de slijtage minimaal. De bediening van de aandrijving is naar persoonlijke wens in te stellen, van handmatig tot volautomatisch. Het zeer slanke aandrijvingsprofiel, met geringe diepte- en hoogtematen, laat zowel een montage in opbouw als inbouw toe. Dorma www.dorma.nl
MATHEMATISCHE TAFEL De nog jonge onderneming Meta realiseert onder de noemer Made by Meta extravagante ontwerpen van bekende vormgevers en architecten. Een van de bijzonder fraaie producten is de salontafel Ivo_03, ontworpen door Asymptote (Hani Rashid en Lise Anne Couture). Het parametrisch ontworpen onderstel oogt als een metalen berglandschap. Het glazen blad rust met uitstulpingen precies op de hoogste golvingen van het Tulastalen onderstel. Imperial Tulastaal is een historisch metaal, dat Meta opnieuw heeft gecreëerd op basis van een origineel stukje uit 1780. Een ambachtelijke bewerking en een handmatige polijsting van het gefacetteerde oppervlak zorgen voor een bijzondere glinstering. Meta www.madebymeta.com
GEZONDER ZITTEN De bureaudraaistoel Sensona van König + Neurath is voorzien van een nieuwe technologie, die de automatische gewichtsaanpassing combineert met een synchrone bewegingsmechaniek. De stoel stelt zich automatisch in op het gewicht van de gebruiker. Het mechaniek ondersteunt tegelijkertijd optimaal bij elke beweging. Rugleuning en zitting bewegen daarbij synchroon. De gebruiker neemt door de ondersteuning en ontlasting van het lichaam vanzelf een gezondere houding aan, wat ontspannen en geconcentreerd werken bevordert. Ook de vormgeving van de stoel draagt bij aan een degelijke zithouding. Het eigentijdse ontwerp van ITO-Design heeft een rechthoekig frame en armleuningen met verbindingen uit hoogwaardig aluminium. De Sensonastoelenfamilie omvat ook een gestoffeerde bezoekersstoel in sledemodel en als vierpootstoel. König + Neurath Office Furniture www.konig-neurath.nl NUMMER 25 - APRIL 2009
93
[[ PRODUCTINFORMATIE
MOBIELE SCHEIDING De Spot is een licht en verplaatsbaar scherm waarmee men, al of niet tijdelijk, rustige werkplekken kan creëren. Optioneel zijn er zwenkwielen, zodat het scherm eenvoudig is te verplaatsen. De Spot is een ontwerp van Pekka Toivola en Iiro Viljanen voor de Zweedse fabrikant van projectmeubilair Martela. Het scherm is uitgevoerd in frosted acryl of bekleed met een natuurlijk stof of vilt, de standaard is grijs gelakt of verchroomd. In acryl is de Spot leverbaar in 120, 140 en 160 cm breed, de textiele uitvoering in 120 cm breed. De hoogte is 67 cm. De panelen kunnen ook aan een bureau worden bevestigd. Martela www.martela.com
BIJZONDERE BANKEN Met de serie Gea levert Ollerton een programma zitbanken met een opvallende uistraling door de mogelijkheden in materialen. De serie is ontworpen door het Berlijnse S+K Architects and Designers. De banken zijn circa 2 m lang en leverbaar met of zonder rugleuning. De voor- en achterzijde van de zitting zijn vervaardigd uit geëxtrudeerd aluminium en afgewerkt met een poedercoating. Twee hoekprofielen dragen bij aan de sterkte van de banken. De zitting en rugleuning kunnen worden uitgevoerd in geperforeerd rvs, marmer of mozaïek uit keramiek en gekleurd glas in tal van kleuren, afmetingen en patronen. Verder behoren hardhouten latten, in de lengte- of breedterichting van de zitting, tot de mogelijkheden. Ook zijn verschillende plaatsingswijzen mogelijk. Ollerton www.ollerton.nl
DECORATIEF GLASWEEFSEL Het Sigma Wanddecoratie Systeem combineert het gemak en de duurzaamheid van ProGold glasweefsels met de decoratieve mogelijkheden van de Sigma Coatings verven. Glasweefselbehang wordt veel toegepast in openbare gebouwen, kantoren, horeca en zorginstellingen omdat het duurzaam, hygiënisch en brandvertragend is. Doordat het scheuren overbrugt en oneffenheden wegwerkt is het bovendien in vele situaties inzetbaar. Sigma vond de decoratieve mogelijkheden tot nu toe echter beperkt en ontwikkelde het Wanddecoratie Systeem. Het assortiment bestaat uit 34 dessins, negen kleurgroepen en vijf verschillende afwerklagen. Het aanbod omvat matte, glanzende, metallic en meerkleurige uitvoeringen. Sigma Coatings www.sigma.nl 94
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
VERDRAAIBARE GLASLAMELLEN Total Glaslamellen zijn smalle verticale glazen panelen die kunnen fungeren als zonwering. De panelen kunnen meerdere verdiepingen overspannen, bevestigd aan een strak vormgegeven stalen draaimechanisme. De Total Glaslamellen zijn elektrisch te bedienen. Een bedrukte folie tussen de geharde panelen vermindert het invallende zonlicht. Afhankelijk van de oppervlakte van de gevel wordt het systeem opgedeeld in segmenten. De gebruiker kan per segment het invallende zonlicht bepalen door de lamellen te verdraaien via een afstandsbediening. Het resultaat is bovendien een levendig aanzicht, dat architectonisch een fraaie uitstraling heeft. De Total Glaslamellen kunnen ook worden uitgevoerd als vaste panelen, vastgezet met strakke rvs schroefpunten. Metaglas www.metaglas.nl
VLOER- EN WANDTEGELS Het merk STP biedt collecties vloer- en wandbekleding in verschillende materialen en uitvoeringen. Er zijn tegels met leer en hout en met verschillende vormen, afmetingen en dessins. Zo is Wood+ een drielaagsparket met een toplaag van 4,3 mm op twee lagen multiplex, die kruislings zijn verlijmd voor optimale stabiliteit. Wood+ is leverbaar in zes houtsoorten en verschillende afwerkingen, waaronder eiken, esdoorn, wengé en Amerikaans noten. De collectie WoodDéco valt op door onder meer de dessins en op elkaar afgestemde afmetingen. De verschillende productlijnen van STP en de variatie daarin maken het mogelijk om zelf legpatronen te ontwerpen. WoodDéco Multiline biedt streepdessins, bijvoorbeeld met afwisselende stroken esdoorn en Amerikaans noten. De twee houtsoorten zijn met de hand ingelegd. Smits Interior www.smits-interior.com
BUITENKRAT De collectie van Rietveld-by-rietveld is uitgebreid met een buitenversie van de Kratstoel. Gerrit Rietveld tekende de Buitenkrat destijds ook als buitenmeubel. Bij beide ontwerpen uit 1934 koos hij voor realisatie in krathout, zodat iedereen zich de stoelen zou kunnen veroorloven. De Buitenkrat wijkt op een aantal punten af van de Kratstoel: voor de rug en zitting zijn meer planken gebruikt en de constructie van de armleuningen en poten is anders. De huidige Buitenkrat bestaat uit onbehandeld FSC-gecertificeerd Louro Gamela, een weerbestendige hardhoutsoort. De kleur variëert van geel tot roodbruin, met soms wat zwarte nerven. Door weersinvloeden vergrijst het meubel na verloop van tijd egaal. Kunststof glijders voorkomen dat de houten poten direct contact maken met een vochtige ondergrond. Rietveld-by-rietveld www.rietveld-by-rietveld.com NUMMER 25 - APRIL 2009
95
[[ PRODUCTINFORMATIE
DIRECTIESTOEL Vormgever Matthias Dohm streefde bij de draaistoel Centeo naar een spel met contrasten. De directiestoel voor Klรถber heeft een dynamische belijning, maar de riante zitting en leuning stralen rust uit. Gekozen is voor de materialen soepel leer en glanzend aluminium. Ze zijn zorgvuldig verwerkt: stiknaden en paspels kenmerken de rugleuning, bewust geplaatste vouwen de zitting. De aluminium armleuningen buigen achter de rugleuning naar elkaar toe en vervolgens naar beneden, waar de buizen onder de zitting verdwijnen. Een puntsynchroon mechaniek zorgt ervoor dat de stoel zich automatisch aanpast aan het lichaamsgewicht van de gebruiker, die het zitcomfort kan verhogen via een draaiknop. De diepte van de zitting is eveneens instelbaar en de ergonomisch gevormde rugleuning klikt op zijn plaats voor een goede steun. Klรถber www.kloeber.com
LICHTENDE BOL Axelmeiselicht heeft de succesvolle verlichtingsseries Occhio Puro en Sento aangevuld met de Occhio Divo. De serie wordt gekenmerkt door een functionele en sobere vormgeving die alle aandacht richt op de kern van de armatuur: een glazen bol met een doorsnede van 125 mm. De lamp kan worden voorzien van verschillende soorten glas en acht eenvoudig verwisselbare reflectoren. Door bijstelling van de reflector kan de lichtrichting of -functie worden aangepast, bijvoorbeeld van direct functioneel naar indirect sfeerlicht. De verlichtingsfamilie bestaat uit vloer-, tafel-, bureau-, wand- en plafondlampen en een plug-in systeem, alle in verschillende modellen. Occhio www.occhio.de
Bekijk meer producten op www.architectenweb.nl/producten
DOORLEEFDE GEVELS Tijdens de afgelopen BouwBeurs 2009 in Utrecht gaf Trespa een indruk van een aantal nieuwe concepten en technieken. Trespa toonde tijdens de beurs vier motieven. Verrassend is onder meer een productreeks van gevelpanelen met verweringseffect. De platen veranderen van kleur en aanzicht onder invloed van de weersomstandigheden. Daardoor vertonen de gevels met de jaren een natuurlijke veroudering, terwijl ze goed beschermd blijven. De foto laat enkel het effect zien na blootstelling aan zonlicht. Trespa International www.trespa.com 96
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
I N N O VAT I E V E G L A S C O N C E P T E N
Plan Effect is een betrouwbare organisatie die staat voor mooie concepten in systeemwanden, gekoppeld aan uiterst betrouwbare productie en montage op locatie.
PLANEFFECT SYSTEEMWANDEN
Â&#x2DC; +6)'$4'+&' %1..'%6+' Â&#x2DC; (524##- +5 #(524##Â&#x2DC; +)'0 (#$4+%#)' Â&#x2DC; 146' .'8'46+,&'0 Â&#x2DC; 1)' -9#.+6'+6 '0 <''4 $'6##.$##4
156$75 FGM HEMN '.&'4/#.5'0 Š 0&7564+'6'44'+0 10&5)'/'6 Š ' .<'0*1( EE HEME '.&'4/#.5'0 0345 587 000 | 0345 587 001 | systeemwanden@planeffect.nl | www.planeffect.nl
[[ THEM@GAZINE BINNENWANDEN
Het RF glaswandsysteem, Bene
98
ARCHITECTENWEB MAGAZINE
FLEXIBEL EN VISUEEL OPEN In openbare gebouwen, scholen en vooral kantoren is er een groeiende behoefte aan flexibiliteit en evenwicht tussen open ruimten en beslotenheid. Glaswanden vormen een oplossing, mede door de verbeterde kwaliteit en creatieve mogelijkheden. TEKST ROBERT MUIS
E
r is ontegenzeggelijk een trend naar de toepassing van glazen scheidingswanden. Gebruikers van met name kantoren komen terug van de ruime, open werkvloer. De openheid zorgt onder andere voor een betere informatie-uitwisseling tussen de medewerkers, maar ze heeft ook een aantal nadelen. Er blijkt toch behoefte aan gescheiden en persoonlijke werkplekken: werknemers missen een wand waarmee ze een kantoor tot hun eigen plekje kunnen maken. Daarnaast betekent een open ruimte meer geluidsoverlast. Men heeft behoefte aan plekken om ongestoord te kunnen werken of te overleggen. Daardoor keren de scheidingswanden terug. Van glas, omdat opdrachtgevers wel de transparantie willen behouden. De industrie speelt hierop in. Leveranciers van kantoorinrichtingen leveren glazen wandsystemen in verschillende uitvoeringen. Door de wens van visuele openheid worden de profielen steeds minimaler of worden zelfs weggelaten. Glas Zeer bescheiden is bijvoorbeeld het profiel van het PE-70 Lightsysteem, dat Plan Effect begin 2009 heeft geïntroduceerd. In overleg met verschillende interieurarchitecten is zowel horizontaal als verticaal een minimaal detail ontworpen, zonder oplegprofielen, aldus de onderneming. Het systeem is uitgevoerd met aluminium Monobloc elementen en een enkele beglazing. Een andere noviteit van Plan Effect is het PE-25 GlassConcept. Hierbij wordt de enkele beglazing gemonteerd in zeer ranke U-profielen en wordt de verticale glasverbinding gefixeerd met een demontabel kunststof profiel. Ook de deurkozijnen zijn zeer rank gehouden. Beide nieuwe systemen kunnen worden gecombineerd met de bestaande PE-100 wandsystemen. De RF glaswand van Bene biedt een ononderbroken transparant vlak door het ontbreken van verticale profielen. De glazen platen worden geklemd tussen een aluminium profiel langs de vloer en het plafond en onderling onzichtbaar verlijmd. De afzonderlijke glasplaten hebben een maximale afmeting van 3,5 meter hoog en 1,5 meter breed. Bijpassend zijn er schuif-, enkele draai- en dubbele draaideuren. De deuren zijn leverbaar NUMMER 25 - APRIL 2009
in verschillende materialen en hoogtes. De RF wand kan met enkele en dubbele beglazing worden uitgevoerd. Ook de glaswand Clearvision van Verwol Projectafbouw heeft geen verticale profielen. Bij dit systeem zijn de zijden van de glasplaten op een speciale manier geslepen, zodat ze naadloos in elkaar schuiven. De Clearvision is er in een enkel- en een dubbelbeglaasde uitvoering. De dubbelbeglaasde versie is geschikt voor situaties met hogere eisen aan geluidsisolatie. Nieuw in het assortiment van Metaglas is een volglazen vouwwand. Ook deze wand, bestaande uit slanke glaspanelen, heeft alleen een aluminium profiel aan de boven- en onderzijde. De Total Glas vouwwand is zonder moeite volledig te openen en te sluiten. Met de vouwwand is het eenvoudig om een deel van de werkvloer tijdelijk af te scheiden, bijvoorbeeld voor een overleg, terwijl de ruimtelijkheid behouden blijft. König + Neurath introduceerde tijdens de Orgatec 2008 het ¡ wandsysteem two2one. De glaspanelen en de profielen worden
Het wandsysteem two2one, König + Neurath 99
[[ THEM@GAZINE BINNENWANDEN
intermediair tussen de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven, creeerden Customr Industrial Design en Glasimpex een verlichte glaswand. Achter de Profilit glaswand installeerde Lagotronics 30 vierkante meter LagoLED DMX-i Deko Panels. Dit zijn acrylaatpanelen die aan een zijde worden aangelicht met leds, in dit geval 60 meter LagoLED DMX-i Strips in gekoppelde segmenten van 30 centimeter. Elk segment is individueel aanstuurbaar, zodat gekleurde lichteffecten mogelijk zijn. Achter de Profilit en LagoLED Deko Panels is brandwerend glas geplaatst.
Bij Onboard in Utrecht realiseerden Glasimpex, Customr Industrial Design en Lagotronics een verlichte glaswand
Volgens Ton Roelofs van Sepawand is de ruimere toepassing van glaswanden mede mogelijk door de toegenomen kwaliteit van het glas. Werd er voorheen veelal floatglas toegepast, nu gebruikt men zwaarder en gelaagd glas. “Glaswanden zijn geen probleem als het gaat om geluidsisolatie”, zegt Roelofs. “Een gelaagd paneel bestaat uit twee glasplaten met een folie ertussen, waardoor het een hoge geluidisolatie heeft. Er kan eventueel een speciaal folie worden toegepast voor een nog sterkere geluidsisolatie.” Ook met betrekking tot brandveiligheid zijn glaswanden geen probleem. “Er is glas dat dertig, zestig en zelfs negentig minuten brandwerend is. Daar hangt wel een prijskaartje aan. Het wordt dan ook niet heel veel toegepast.” Sepawand ontwikkelt ook wanden in samenwerking met archi-
met een hoogtransparante lijm dermate sterk verbonden, dat ze een constructieve eenheid vormen. De elementen worden alleen in een u-profiel aan het plafond bevestigd; door hun gewicht dragen zij zichzelf en zijn er geen ingrepen in de vloer nodig. De elementen zijn eenvoudig afzonderlijk uit te nemen, zodat bijvoorbeeld een glaspaneel probleemloos kan worden vervangen door een deur. Dat maakt het two2one-systeem zeer geschikt voor projecten waarin regelmatig een andere vloerindeling wordt gemaakt. De dubbelbeglaasde (of dubbelbeplate) elementen worden geprefabriceerd aangeleverd. König + Neurath ontwikkelde een smal voertuig dat door de meeste deuropeningen kan, zodat het de zware panelen zonder veel moeite naar hun plek brengt en direct in het plafondprofiel schuift. Licht en kleur De glazen wanden lenen zich uitstekend voor bijzondere uitvoeringen en toepassingen, waarbij het doorzicht verder wordt teruggebracht zonder de transparantie geheel te verliezen. Glas kan met (gekleurde) folies worden beplakt, maar het is ook mogelijk afbeeldingen op het glas te printen. Steinfort Glas kan bijvoorbeeld glas bedrukken volgens een digitaal procédé. De keramische lakken worden dan ingebrand tijdens het hardingsproces. Het bedrijf kan elke gewenste afbeelding op het glas drukken, volledig dekkend of in een semitransparant rasterpatroon. Steinfort Glas levert ook Kristallight: het glas heeft een geprint puntraster waardoor het met ledverlichting als geheel oplicht. Het is ook mogelijk om alleen een logo of een tekst te laten oplichten vanaf het glasvlak in bovendien een gewenste kleur. Voor de Utrechtse vestiging van Onboard, een professionele 100
Het Sepawood-concept van Sepawand ARCHITECTENWEB MAGAZINE
tecten en ontwerpers. “We doen dat graag”, zegt hij. “Er kunnen innovatieve producten uit voortkomen. Zo hebben we Sepawood ontwikkeld, een product dat tussen de standaardwanden en de speciale producten van de interieurbouwer in ligt. Sepawood is geen collectie maar een systeem, waarbij we graag van architecten het verzoek krijgen voor andere houtsoorten, andere indelingen en dergelijke.” Flexibiliteit Desgevraagd bevestigt iedereen de groeiende vraag naar glaswanden. Maar ook in dichte wanden vinden ontwikkelingen plaats. Verwol Projectafbouw constateert dat het aanbod aan fineerlagen voor dichte panelen toeneemt. De onderneming ziet toeleveranciers steeds meer patronen, kleuren en materialen aanbieden; zelfs een systeemwand met een dun laagje natuursteen is mogelijk. In de praktijk worden echter toch vooral de lichte, naturelle en basistinten toegepast. Faay, dat onder andere zeer actief is in de retail, ziet dat in die branche met melaminefolie omplakte wanden toenemend populair zijn. Ook melamine biedt uiteenlopende mogelijkheden in decors, zoals uni-, hout-, en fantasiedessins. De SP Melamine van Faay is geschikt voor interieurs waar hoge eisen worden gesteld aan hygiëne en stootvastheid, zoals in scholen, kinderdagverblijven en winkels. De verdiepingshoge scheidingswand bestaat uit een kern van vlasscheven en is aan weerszijden voorzien van een dunne spaanplaat en een harde, krasvaste laag. De handzame elementen worden op de bouwplaats tot stabiele, stoot-, spijker- en schroefvaste scheidingswand samengevoegd. De wanden zijn bovendien snel te monteren en demonteren. Een nieuw product dat inspeelt op een snelle (ver)bouw is het BIA LockBlock, een betonblok voor niet-dragende scheidingswanden. Doordat ze droog zijn te stapelen, kan een wand tot zes keer sneller worden gebouwd. De blokken hebben aan de bovenkant twee hoge rondingen die aan de onderzijde zijn uitgespaard. De betonblokken vallen probleemloos in elkaar en metsel- of lijmmortel is overbodig. Volgens fabrikant Beton Industrie Arts zijn steldraden alleen nog nodig voor de hoekconstructie. Het product versnelt het bouwproces, maar zorgt ook voor besparing op de materiaal- en arbeidskosten. De behoefte aan regelmatige en snelle aanpassingen leidt ook tot de noodzaak om bekabelingen aan te passen. Een aantal leveranciers speelt daarop in met wandsystemen die de vrijheid in bekabeling vergroten. Op de BouwBeurs 2009 introduceerde FAAY een vernieuwde versie van zijn KBL-systeem. Hierbij zijn de steunpunten, die een vast onderdeel van de wandelementen zijn, voorzien van clips waarmee de lage plint kan worden bevestigd en weggenomen. Hierachter kan de bekabeling over de hele lengte van de wand worden doorgevoerd. De combinatie van het KBL-systeem met de – in alle typen FAAY-wanden aanwezige – verticale leidingschachten maakt het mogelijk ook in een later stadium elektra- en ICT-voorzieningen te plaatsen. Dit wandsysteem is geschikt voor kantoren, scholen en zorginstellingen, maar ook voor woningen. Dat zal waarschijnlijk nog NUMMER 25 - APRIL 2009
Stilteruimten
in
het
Stadsdeelkantoor
Zuideramstel,
Amsterdam met Clearvision Chinese Blue van Verwol Projectafbouw
toenemen met de uitbreiding van domotica. Volgens Monique de Vos van FAAY toonden meerdere woningbouwcorporaties al interesse. Een vergelijkbaar systeem is Gyproc Cable Stud. Het bestaat uit lichte, niet-dragende scheidingswanden die eveneens een permanent toegankelijke ruimte hebben, zodat de bekabeling voor elektra, data en domotica bereikbaar en aanpasbaar blijft. Beide systemen zijn geschikt voor zowel nieuwbouw als renovatie. Of het nu glazen of dichte wanden betreft, fabrikanten houden sterk rekening met flexibiliteit. Met wandsystemen die in korte tijd zijn op te bouwen en weg te nemen, spelen zij in op de wens om ruimten te kunnen afscheiden, maar de indeling probleemloos te kunnen aanpassen. De flexibiliteit in ruimtescheiding kan bovendien de economische levensduur van gebouwen ¡ verlengen.
Het KBL-systeem van FAAY
Lees meer over binnenwanden in het themadossier: www.architectenweb.nl/binnenwanden
101
[[ ARCHIPEDIA
ALVAR AALTO ARCHITECT EN PRODUCTONTWERPER
S
JOSEP MARIA TORRA
amen met Erik Bryggman legde Aalto de basis voor het Finse functionalisme. Het Paimio Sanatorium, dat hij in 1928 – op 30-jarige leeftijd – ontwierp, werd ook internationaal onmiddellijk geroemd. De Finse paviljoens op de wereldtentoonstellingen in Parijs en New York in 1937 en 1939 vestigden hem als een van de leiders van de Moderne Beweging. Le Corbusier sprak met lof over het Parijse
Het huis van de arbeiders is een van de projecten waarmee Aalto Jyväskylä tot het ‘Florence van het Noorden’ wilde maken 102
TEKST SASKIA BOOM
paviljoen en roemde de ‘diepgewortelde authenticiteit’ van het ontwerp. Dit geeft Aalto’s unieke, regionale interpretatie van het modernisme weer. Geboren ontwerper Hugo Alvar Henrik Aalto werd op 3 februari 1898 geboren als oudste van vier kinderen in Kuortane. Het gezin ruilde dat vijf jaar later in voor Jyväskylä. Als klein kind droomde Aalto ervan architect of kunstenaar te worden. Aan het bureau van zijn vader, landmeter van beroep, tekende en schilderde hij portretten van zijn familie. Nog op de lagere school realiseerde hij zijn eerste ontwerp: een sneeuwkasteel van vier verdiepingen. Na zijn eindexamen werd hij toegelaten op het – sterk klassiek georiënteerde – Technisch Instituut in Helsinki, waar hij als immer onberispelijk geklede student uitgroeide tot een charmeur en gentleman. Zijn politieke voorkeur was minder braaf en als jonge liberaal stond hij aan de kant van de oppositie. Omdat hij werd verdacht van lidmaatschap van de rechtse Jaegerbeweging, werd hij tijdens de Finse burgeroorlog (1918) twee weken in hechtenis genomen. In 1921 studeerde hij cum laude af, waarna hij tevergeefs probeerde in Helsinki als architect en kunstenaar opdrachten te ver-
STYLOS
ARTEK
Geboorteland Finland was gedurende zijn hele leven een bron van inspiratie voor Alvar Aalto. Moeiteloos liet hij de organische vormen uit de Finse natuur samenvloeien met de rechtlijnigheid van het modernisme. De tijdloze en inspirerende ontwerpen die hieruit ontstonden, hebben Alvar Aalto een van de grootste architecten en designers van de 20e eeuw gemaakt.
Het functionalistische sanatorium in Paimo betekende Aalto’s internationale doorbraak
werven. Hij keerde terug naar Jyväskylä, waar hij een eigen bureau oprichtte. Zijn eerste opdracht kreeg hij van zijn vader, wiens nieuwe huis in Alajärvi hij mocht verbouwen. Florence van het Noorden Aalto’s huwelijk met architect Aino Marsio betekende het begin van een intense samenwerking. Het jonge echtpaar raakte tijdens hun huwelijksreis naar Italië sterk gefascineerd door de Italiaanse cultuur. Hieruit groeide de ambitie om van ARCHITECTENWEB MAGAZINE
bevriend met Erik Bryggman, met wie hij ‘Vers une architecture’ en andere geschriften van Le Corbusier bestudeerde. Ook werd hij beïnvloed door zijn vriend László Moholy-Nagy, die aan het Duitse Bauhaus doceerde. Onder de indruk van de idealen en vormen van de nieuwe architectuur werd Aalto in 1928 lid van het Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (CIAM). Het internationaal georiënteerde modernisme hanteerde nieuwe bouwtechnieken en materialen als prefabricatie, staal en beton. Aalto zag al snel de mogelijkheden van die technologische innovaties en paste in zijn ontwerpen onder meer prefab betonelementen toe. Samen met Bryggman realiseerde hij in 1929 een woonblok in Stockholm dat kan worden gezien als de eerste manifestatie van moderne architectuur in Scandinavië.
Evenals de Zweedse architect Gunnar Asplund was Aalto een pionier in de Scandinavische architectuur. Het huis van de Arbeiders en Villa Flora zijn voorbeelden van het door hen ontplooide ‘Noords classicisme’. Echter, toen in 1963 een eerste overzicht van Aalto’s oeuvre verscheen, werden zijn meer dan honderd neoclassicistische ontwerpen gerepresenteerd door slechts drie afbeeldingen. Zijn voorkeur ging duidelijk uit naar de stijl die hij vanaf 1927, na zijn verhuizing naar Turku, ontwikkelde.
Internationaal brak Aalto door met het ontwerp voor het Tuberculosis Sanatorium in Paimio (1929-1933). Het ontwerp is geïnspireerd op het Sanatorium Zonnestraal in Hilversum van Johannes Duiker, met wie Aalto ook bevriend was. Het gebouw heeft een constructie van betonnen kolommen en gevels van baksteen met horizontale stroken van glas. Vanaf de hoofdingang spreiden vier vleugels zich uit over het landschap, elk gepositioneerd naar de stand van de zon en het uitzicht. Het sanatorium is een schoolvoorbeeld van het modernistische streven naar een architectuur met ‘licht, lucht en ruimte’. Een van zijn belangrijkste werken is de
AINO HUOVIO
Functionalisme In Turku, een progressieve stad in het zuidwesten van Finland, raakte Aalto
NUMMER 25 - APRIL 2009
JAKOB HELMER
zijn stad Jyväskylä het ‘Florence van het Noorden´ te maken door de neoclassicistische vormentaal toe te passen. In 1925 publiceerde hij zijn ideeën hierover in de plaatselijke krant: ‘Een maat voor de schoonheid in onze stad en zijn mogelijkheden’. In de volgende vier jaar maakte Aalto maar liefst zesendertig ontwerpen, waarvan er veertien werden gerealiseerd. Bekend is het Vakbondsgebouw met Schouwburg, ook wel Huis van de Arbeiders genoemd (1925). In dat ontwerp plaatste Aalto een rij eenvoudige Dorische zuilen voor een glazen pui. Een ander sterk neoclassicistisch project is het vakantiehuis dat Aalto en Marsio in 1926 ontwierpen: Villa Flora. Het huis is gelegen aan het meer van Alajärvi, heeft een sterke horizontale belijning en is voorzien van klassieke elementen als zuilen en een timpaan.
De open structuur van het sanatorium laat zien dat Aalto geïnspireerd is door sanatorium Zonnestraal te Hilversum van Johannes Duiker
stadsbibliotheek in Viipuri (1933-1935). Al in 1927 won Aalto de prijsvraag voor dit ontwerp, dat toen nog veel neoclassicistische elementen bevatte. Met zijn nieuw verworven inzichten paste hij het ontwerp echter drastisch aan. Het resultaat was een rechthoekig gebouw bestaande uit twee blokken met wit gepleisterde gevels. Daar waar de volumes samenkomen, bevindt zich de hoofdingang. Beroemd is het golvende houten plafond in de aula, dat Aalto ontwierp ten behoeve van de akoestiek van de ruimte. Eigen interpretatie Met zijn baanbrekende ontwerpen behoorde Alvar Aalto samen met Le Corbusier en Mies van der Rohe tot de leiders van de Moderne Beweging. Aalto was echter een tegenstander van de streng rationele benadering en machineesthetiek van het modernisme. Naar zijn idee was het ‘de plicht van de architect om het tijdperk van de machines te humaniseren’. Als romantisch humanist stelde hij in zijn ontwerpen het gevoel van de mens centraal. Het doel van zijn architectuur was om ‘de materiële wereld in harmonie te brengen met het menselijk leven’. Om dit doel te bereiken haalde hij zijn inspiratie uit het Finse landschap. Zijn grootvader, een boswachter, leerde ¡ 103
[[ ARCHIPEDIA
Een herkenbare draagconstructie en optimaal gebruik van daklicht kenmerken de collegezalen van de Technische Universiteit in Helsinki
hem al jong respect voor de natuur: ‘Het bos kan zonder de mens, maar de mens kan niet zonder het bos’. Het golvende merenlandschap van Jyväskylä waarin hij opgroeide, is voor zijn werk een bron van inspiratie geweest. In zijn architectuur combineerde hij de rechthoekigheid van het modernisme met organisch geometrische vormen en natuurlijke materialen als steen en hout. Door het harmonieus groeperen van de verschillende bouwvolumes lijken de gebouwen organismen die opgaan in het landschap.
Designer Aalto startte zijn ontwerpen met een grove met de penseel gemaakte schets, die hij vervolgens tot in detail uitwerkte. Naast het exterieur ontwierp hij ook het interieur en de meubels voor het gebouw, waarbij veel aandacht uitging naar het gebruik en de gebruiker. Bij
BALCER
In 1938 ontwierp Aalto zijn eerste werk waarin de vrije vormentaal geheel tot
Aalto’s regionale interpretatie van het modernisme werd door zijn collegaarchitecten zeer gewaardeerd. Nadat Le Corbusier zijn lof had uitgesproken over het Finse paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1937, deed Frank Lloyd Wright dat twee jaar later tijdens de Wereldtentoonstelling in New York. Hij noemde het ontwerp van Aalto, met aan één zijde een schuin golvende muur geïnspireerd op het Noorderlicht, het ‘werk van een genie’.
In de gebouwen van de Technische Universiteit Helsinki combineert Aalto organische vormen met de functionalistische uitgangspunten van het modernisme 104
het Sanatorium in Paimio resulteerde zijn aandacht voor de patiënt in de toepassing van geluidloze wasbakken, kalmerende verlichting en houten meubels. De ‘Paimio-stoel’ werd wereldberoemd. Het revolutionaire ontwerp was het resultaat van jarenlange experimenten door Aalto en zijn vrouw met het buigen van hout. De stoel was de eerste ‘zacht zittende stoel’ die uit één stuk golvend triplex werd vervaardigd. Ook de kruk met de drie L-vormige poten werd een klassieker; er zijn miljoenen exemplaren over de hele wereld verkocht. Het meubelbedrijf Artek, dat Aalto in 1935 met zijn vrouw oprichtte, bestaat nog altijd. De meubelontwerpen, stofpatronen, lampen en glazen objecten van het echt-
GABYU
NADIA SAGLIETTI
uiting kwam, en wel Villa Mairea in Noormarkku. In dit ontwerp bevrijdde hij zich van het formele functionalisme en bereikte hij de organische en romantische vormentaal die kenmerkend werd voor zijn werk. De villa is een samensmelting van rechthoekige en natuurlijke vormen. Het L-vormige huis heeft een moderne witte façade, waarvan delen zijn bekleed met hout. De met plaggen bedekte sauna en het houten hek verwijzen naar de traditionele Finse bouwkunst. In de ommuurde tuin bevindt zich een organisch gevormd zwembad.
De vaas Savoy (1936) is uitgegroeid tot icoon van Aalto’s productontwerpen
paar waren te zien op designtentoonstellingen in Helsinki, Londen, Milaan, Zürich, Parijs en New York. Glasfabrikant Iittala heeft het bekendste ontwerp van Aalto nog altijd in productie. De tot icoon uitgegroeide vaas ‘Savoy’ werd door hem ontworpen voor het paviljoen voor de Wereldtentoonstelling in Parijs. Aanvankelijk heette de vaas ‘Eskimoerindens skinnbuxa’, de ‘leren broek van een Eskimovrouw’. De asymmetrische vorm zou echter zijn geïnspireerd op de Finse fjorden. Ondanks zijn succes als productontwerper zag Aalto de architectuur als belangrijkste kunstvorm: ‘Mijn meubels zijn zelden, zo ooit, het resultaat van een professioneel ontwerp. Bijna zonder uitzondering heb ik ze ontworpen als onderdeel van een architectuurproject’. ARCHITECTENWEB MAGAZINE
Nieuwe periode In 1949 overleed Aalto’s vrouw Aino. Om een depressie te vermijden stortte hij zich op het reizen en ontwerpen. Het stadhuis van Säynätsalo dat hij dat jaar ontwierp, heeft een minder sprekende vormentaal dan zijn eerdere ontwerpen en luidde een nieuwe periode in zijn werk in. Het gebouw wordt gekenmerkt door de toepassing van rode baksteen en koper, en ademt een zekere monumentaliteit uit. Ook in het ontwerp voor het hoofdgebouw van de Technische Universiteit van Helsinki (1949) paste Aalto de rode baksteen toe.
KIMMO VIRTANEN
In 1952 hertrouwde hij met architect Elissa Mäkiniemi, met wie hij eveneens een intensieve samenwerking startte. In hetzelfde jaar bouwde hij zijn zomerhuis, ook wel het ‘Experimenteel Zomerhuis’ genoemd. In het ontwerp werden vijftig verschillende soorten baksteen gebruikt. De binnenplaats toont een verfijnde overgang van binnen naar buiten, waardoor het gebouw een bijna mythische relatie met de natuur heeft. Met de monumentaliteit van zijn latere werken greep Aalto terug naar zijn voorliefde voor de mediterrane cultuur. Bij de Finlandiahal, een ontwerp uit 1962, paste hij in exterieur en interieur veelvuldig marmer toe, afkomstig uit het noorden van Italië.
Het enigszins monumentale ontwerp van het stadhuis in Säynätsalo ontstond vlak na de dood van Aalto’s eerste vrouw
NADIA SAGLIETTI
Eeuwige roem Alvar Aalto overleed in 1979. Zijn meeste werken bevinden zich in Finland.
In
het
‘Experimenteel
Zomerhuis’
onderzocht Aalto de talrijke mogelijkheden van het gebruik van baksteen
NUMMER 25 - APRIL 2009
Alvar Aalto werd op latere leeftijd zo vaak onderscheiden, dat hij zelf sprak van de ‘banaliteit van de roem’. Zo ontving hij zowel de Royal Gold Medal van het RIBA, de hoogste onderscheiding van het American Institute of Architects, als de Grande Medaille d’Or de l’Architecture, een belangrijke Franse onderscheiding. Tientallen tentoonstellingen in Europa en Amerika werden aan zijn werk gewijd. In 1966 werd er een Alvar Aalto-museum gesticht, dat in 1973 is geopend in een door Aalto zelf ontworpen gebouw. Het museum huisvest een vaste expositie over het werk van Aalto en richt zich op tentoonstellingen en publicaties die verband houden met zijn werk. Zijn unieke kunde om rationele architectuur met een organische vormentaal te
combineren was van grote invloed op het werk van Charles en Ray Eames en George Nelson. Ook zijn humanistische idealen zijn een voorbeeld voor velen. ¡
JESAGUR
Bekende werken zijn in de Verenigde Staten het Instituut voor Technologie in Cambridge (Mass.) en in Duitsland het Hansaviertel in Berlijn en het cultureel centrum in Wolfsburg. Zijn vrouw Elissa zorgde dat na zijn overlijden zijn laatste ontwerpen werden voltooid: de stadsschouwburg in Jyväskylä (1982), het operagebouw in Essen (1988) en de kerk in Lahti (1979).
Aalto´s voorliefde voor mediterrane sferen is zichtbaar in de gevel van de Finlandiahal, gemaakt van Italiaans marmer Dit artikel is gebaseerd op de interactieve architectuurencyclopedie Archipedia op architectenweb.nl, die duizenden artikelen bevat en continu wordt aangevuld. Wilt u een bijdrage leveren aan Archipedia, neem contact op met Linda Zenger - lz@architectenweb.nl
105
[[ BOEKEN
ACADEMIE VAN BOUWKUNST AMSTERDAM 19082008
Architectuur Dave Wendt 2008 Uitgeverij 010 Hardcover ISBN 978 90 645 0668 0 25 x 29 cm 224p € 34,50 Nederlands
Decennia lang heeft de Amsterdamse Academie van Bouwkunst geprobeerd om zijn geschiedenis op papier vast te leggen. Met het honderdjarig jubileum in 2008 is het eindelijk gelukt. Het resultaat is een prachtig naslagwerk met reproducties van tekeningen van studenten die later naam verwierven, en met sprankelende citaten van docenten die het beeld van de Academie bepaalden. Het onderwijs en de status van het architectenberoep worden door de jaren heen gevolgd. Het boek ontstijgt de pure weergave van de Academiegeschiedenis, want over ontwerpen communiceren architecten primair met tekeningen, maar in hun gedachtewisseling over het onderwijs worden ze gedwongen om het geschreven en gesproken woord te gebruiken. Daardoor wordt het boek een uiterst leesbaar tijdsdocument over de visies op de hoofdstedelijke architectonische en stedelijke ontwikkelingen. Van de formele beauxarts tradities aan het begin van de twintigste eeuw tot de gevolgen van de studentenopstand in de jaren zestig. (JL)
ARCHITECTURAL POSITIONS
Theorie Tom Avermaete, Klaske Havik, Hans Teerds (Red.) 2009 SUN Ingenaaid ISBN 978 90 850 6566 1 17 x 24 cm 400p € 39,50 Engels 106
Volgens de redactie van Architectural Positions is in het huidige architectuurdebat de veranderende publieke ruimte een cruciaal thema. In het inleidend essay plaatst ze dit debat in een breder sociologisch, filosofisch en architectuurtheoretisch kader. Omgang met openbare ruimte is vooral een stedelijke kwestie. Het publieke domein beperkt zich niet langer tot de straat of het plein, maar dringt diep door tot in gebouwen. Op die verandering is de afgelopen vijftig jaar verschillend gereageerd. Centraal in het boek staan 36 teksten van architecten, zoals Luis Barragán, Aldo Rossi, Rem Koolhaas, Louis Kahn en Superstudio. In zes verschillende thema’s wordt het contrast tussen de onderlinge architectonische posities blootgelegd en wordt de zoektocht naar een nieuwe benadering in de omgang met de veranderende publieke ruimte verduidelijkt. De teksten vormen daarmee een overzicht van deze specifieke discussie in de recente architectuurgeschiedenis, doordat ze de nadruk leggen op de complexiteit van de verschillende percepties. (EF) ARCHITECTENWEB MAGAZINE
CONSTRUCTING LANDSCAPE
Landschapsarchitectuur Zimmermann, Astrid (Ed.) 2009 Birkhäuser Ingenaaid ISBN 978 37 643 8600 9 24 x 28 cm 533p € 53,40 Engels
Het lijvige Constructing Architecture heeft nu een landschappelijke evenknie gevonden in het minstens even dikke Constructing Landscape. Hierin behandelt Zimmermann de technische kant van landschapsarchitectuur, oftewel het spectrum aan materialen, technieken en componenten dat zich tussen het ontwerp en de uiteindelijke realisatie van een landschapsarchitectonisch project bevindt. De veelomvattende onderwerpen in de drie hoofdstukken worden zorgvuldig ontleed aan de hand van tekst, tabellen, schematische weergaven en foto’s. Hierdoor ontstaat een waardevol totaalbeeld van deelonderwerpen als metaal, funderingstechnieken en muren. De behandelde onderwerpen worden verder uitgewerkt in voorbeeldprojecten aan het einde van elk hoofdstuk. De diversiteit aan informatiedragers maakt de uitgave leesbaar en inzichtelijk, een knappe prestatie voor een boek van ruim 500 pagina’s dat in wezen gewijd is aan technische specificaties en details. Zimmermann laat de techniek van landschapsontwerp tot leven komen in dit nieuwe standaardwerk. (MvS)
FACTS & FORMS
Architectuur Saskia van Stein (red.) 2008 NAi Uitgevers Ingenaaid ISBN 978 90 566 2668 6 16 x 24 cm 128p € 20,00 Nederlands / Engels NUMMER 25 - APRIL 2009
Ter gelegenheid van de uitreiking van de AM NAi Prijs 2008 verscheen dit boekje met de beschrijvingen van de vier genomineerde projecten. De prijs is bedoeld voor jong talent (tot 40 jaar) en biedt een platform voor een nieuwe generatie architecten. Interessant is niet alleen het niveau en de beschrijving van de inzendingen, maar ook dat de publicatie een kijkje in de keuken biedt bij de vier architectenbureaus. Zo werken de partners van de prijswinnaar Powerhouse Company ieder vanuit een eigen locatie (Rotterdam en Kopenhagen), waarmee zij een brede markt hopen aan te boren. In onderlinge visitaties houden ze elkaar scherp. Met de opdracht voor Villa 1 kregen ze de kans om een villa in het bos te ontwerpen. Ter verkenning van de locatie verbleven ze in een houten huisje om ter plaatse de werking van het licht te bestuderen. Uiteindelijk resulteerde dit in een zeer transparant Y-vormig gesamtkunstwerk dat de opdrachtgever past als een maatkostuum. (JC)
107
[[ BOEKEN
FIRST READ THIS
Theorie Ed van Hinte 2008 Uitgeverij 010 Ingenaaid ISBN 978 90 645 0643 7 17 x 23 cm 234p € 34,50 Engels
Gefascineerd door de averij die veel grote projecten, zoals de HSL-lijn, oplopen, schrijft publicist Ed van Hinte een handleiding voor de aanpak van het ontwerp en realisatie van complexe opgaven. Met assistentie van lucht- en ruimtevaarthoogleraar Michel van Tooren, vorig jaar bijna winnaar van de prijs voor de meest ondernemende wetenschapper, is het een prikkelend, associatief boek geworden, zowel qua inhoud als qua lay-out. Hoofdlijn van het boek is de chronologische beschrijving van het totstandkomingsproces, van eerste projectomschrijving tot uiteindelijke realisatie. De toon is doorgaans serieus, maar ludiek commentaar over valkuilen en mislukkingen ontbreekt niet. Door intermezzo’s over de persoonlijke helden van de auteurs en door de tussengevoegde foto’s en tekstfragmenten over aanverwante onderwerpen draagt het boek het persoonlijke stempel van de schrijvers. Kortom, een vermakelijk en illustratief boek over een serieus onderwerp, dat het plezierige midden houdt tussen een luchtige flyer en een gewichtig standaardwerk. (JL)
BUITENRUIMTE BINNENWERELD
Theorie Simon Franke e.a. 2008 SUN Ingenaaid ISBN 978 90 850 6652 1 21 x 27 cm 176p € 49,50 Nederlands 108
In deze publicatie uit de serie Stadscahiers staat de relatie openbare ruimte versus privé domein centraal. Kritische beschouwingen over de tendens om bij stedelijke vernieuwing de openbare ruimte te privatiseren worden afgewisseld met projectbeschrijvingen. Deze voorbeelden tonen diverse ontwerpoplossingen op dit spanningsveld met veel aandacht voor het inpassen van collectieve buitenruimten. Een ander spanningsveld dat aan de orde komt is de onderlinge samenhang van projecten bij herstructurering. ‘Nieuw realisme’ dwingt architecten te vaak tot het ontwerpen van losse projecten, waar juist het ontwerp van een samenhangende stad de belangrijkste opgave zou moeten zijn volgens de bevlogen auteurs. In de essays wordt ervoor gepleit dat opdrachtgevers een samenhangende visie ontwikkelen en afzien van incidentele ingrepen. De publicatie omvat vier essays en zestien projectbeschrijvingen, die uiteenlopen in aard, schaal, inzet en effect. Ze behandelen uitsluitend vervangende nieuwbouw en geen renovatieprojecten. (JC) ARCHITECTENWEB MAGAZINE
FRANK LLOYD WRIGHT, THE BUILDINGS
Architectuur Alan Hess 2008 Rizzoli International Publications Hardcover ISBN 978 08 478 3093 0 28,5 x 28,5 cm 312p € 58,95 Engels
Na het in 2005 verschenen Frank Lloyd Wright, the houses is er nu Frank Lloyd Wright, the buildings. De focus van het laatste boek ligt op de vele grote openbare projecten van de legendarische architect, die met paginagrote kleurenfoto’s en kleinere detailfoto’s worden belicht. Bekende gebouwen als het Guggenheim Museum in New York en de Price Tower in Bartlesville komen aan bod, maar ook minder bekende bouwwerken van zijn hand hebben een plaats gekregen in het boek. Naast de afzonderlijk geïllustreerde gebouwen bevat het boek drie heldere uiteenzettingen van de auteur Alan Hess en de geleerden David G. De Long en Kathryn Smith. In de essays worden de denk- en werkwijzen van Wright op een speelse manier verwoord en uiteengezet, mede aan de hand van tekeningen en plattegronden. Hoewel niet al Wrights ontwerpen van openbare gebouwen in het boek aan de orde komen, toont het boek Frank Lloyd Wright, the buildings een overzichtelijk beeld van een belangrijk deel van zijn carrière als architect. (EvV)
WATER URBANISMS
Stedenbouw, landschap, openbare ruimte Kelly Shannon 2008 SUN Ingenaaid ISBN 978 90 850 6672 9 22 x 23 cm 119p € 24,50 Engels NUMMER 25 - APRIL 2009
Water Urbanisms is het eerste deel van de Urbanism Fascicles Series, waarin onderzoek wordt gepubliceerd dat voortkomt uit een samenwerking tussen de KU Leuven en de TU Eindhoven. Doel is om op een kritische manier belangrijke historische (ontwerp)oplossingen naast voortdurend onderzoek in de stedenbouw te documenteren en zo als platform voor urbanistisch onderzoek te dienen. Tegelijkertijd zal de serie de functie van groeiend archief vervullen. Het gaat vooral om het beschrijven, begrijpen en interpreteren van de transformatieve processen in de stedenbouw. Het credo lijkt te zijn dat stedenbouw als discipline de stad voorbij gaat. Het actuele debat over waterproblematiek domineert net zo goed het denken over de toekomst van de stedenbouw. De in Water Urbanisms opgenomen essays beschrijven vooral de stedelijke potenties in de omgang met water. Wat de ruimtelijke consequenties ervan zouden kunnen zijn, blijkt uit de verschillende scenario’s die voor steden en gebieden wereldwijd worden opgeworpen en die getoond worden in enkele gedocumenteerde ontwerpplannen. (OK)
109
www.gerflor.nl
Gerflor brings you more!
'#24 '/ 3#,1 *# / / ,0. / ,1'# #, )*#2/ '/ 3#,1 *# / '0 "# ,'#24# "#0'%,*'(, ', &#1 ./-%/ ++ '/ 3#,1 #1 '(7-,"#/# #$$#!1 &#*"#/# "'#.1#4#/)',% +#1 &--%%* ,7#," -..#/3* ) / ,0. / ,1# )2,0101-$ 4-/"1 +#1 ##, 0.#!' *# 1#!&,'#) 3--/7'#, 3 , ##, %#)*#2/"# !&1#/%/-," 4 /"--/ "# *'!&1',3 * -. "# )*#2/ 3#/ ,"#/" / )2,,#, +##/ " , $2,!1'#0 4-/"#, %#8,1#%/##/" 9 3 , ##, ##,3-2"'%# *'!&10!& )#* / 1-1 ',1#**'%#,1# %# -24#, #&##/00601#+#, ,"#/0!&#'"#, +#1 "# ' /-"2!1 #0'%, 4 /" ##/ ',$-/+ 1'# 5
'/ #!&,'0!&# /-$' -1*',# #* -$ 444 %'/ ,* $ ##*"',% '/ 3#,1 *# / 74 /1 72'3#/ 4'1 %* ,7#," 1 4##3-2"'%# !-+ ', 1'# "/2)3* )0!& )#* / 4 ,"!-,1 !1"--0 +#1 / ," /"# #, )',"#/ #3#'*'%',%
"
# !
ARCH. MAAIK elke dag een nieuwe strip van arch.maaik op architectenweb.nl
NUMMER 25 - APRIL 2009
113
NUMMER 17 - MEI 2008
113
advertentie index
colofon
AGC Bruynzeel Clestra Compenero Continu Decospan Derako Duco Ecotherm EeStairs Espero FAAY Dubo FAAY geluidsisolatie Frame Gerflor Gira Kwartspil/Sterkos Plan Effect Reynaers Rimadesio Rockpanel Saint Gobain Strikotherm Velux Vola Wienerberger Wienerberger Workware
Architectenweb Magazine is een uitgave van Architectenweb.nl en verschijnt acht keer per jaar. Architectenweb Magazine is een nieuw praktisch vakblad en is een logisch vervolg op het succes, de bekendheid en de goede waardering van www.architectenweb.nl.
88 29 55 87 110 2 84 8 7 11 9 27 116 112 111 111 87 97 10 51 6 28 54 3 115 87 55 85
Redactieadres Postbus 394, 1400 AJ Bussum T (035) 692 08 74 F (035) 692 26 78 I redactie@architectenweb.nl W www.architectenweb.nl Uitgever Marjoleine van Schaik (mvs@architectenweb.nl) Hoofdredacteur Jeroen van Oostveen (jvo@architectenweb.nl) Redactie Michiel van Raaij (mvr@architectenweb.nl), Robert Muis (rm@architectenweb. nl), Linda Zenger (lz@architectenweb.nl), Ronnie Weessies (rw@architectenweb.nl) Eindredactie Theo Janssen Aan dit nummer werkten verder mee Remco Arnold, Saskia Boom, Merel Dirkx, Peter Drijver, Eric Frijters, Kees van der Hoeven, Olv Klijn, Jos Lafeber, Sjoerd Reitsma en Karin Roelofse. Architectenweb Magazine is een uitgave van Architectenweb B.V. Postbus 394, 1400 AJ Bussum media@architectenweb.nl Advertenties Martijn Postmus, Guido Mensink (035) 69 20 874 sales@architectenweb.nl Art-direction en grafische Vormgeving Danny Tupang Huizen, Architectenweb B.V. Naarden Druk Thieme GrafiMedia Groep Informatie over abonnementen Losse nummers € 13,75 Jaarabonnement (8 nummers) € 96,Nabestellingen € 15,90 per nummer (incl. BTW en verzendkosten) Alle prijzen zijn onder voorbehoud van prijswijzingen. Het abonnementsgeld dient bij vooruitbetaling te worden voldaan. Voor de betaling ontvangt u een factuur. Abonnementen kunnen per nummer ingaan en worden zonder tegenbericht automatisch verlengd. Opzeggen dient schriftelijk te gebeuren bij Architectenweb.nl, minimaal vier weken voor de verschijningsdatum van het laatste nummer van uw abonnement. Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven.
colofon
Wet op de persoonsregistratie Wij maken u erop attent dat wij enkele door u als abonnee verstrekte gegevens, zoals naam, adres en telefoonnummer, hebben opgenomen in ons gegevensbestand. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook.
© 2009 - Architectenweb B.V. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of op enigerlei wijze worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Architectenweb B.V.
VOLA Sanitair BV I Tel.: 020 - 36 56 356 I E-mail: info.nl@vola.com I www.vola.com
De slimste wanden voor
[geluidsisolatie]
Waarom? Omdat een FAAY-wand aan elke geluidsisolatie-eis uit het Bouwbesluit kan voldoen. De wandpanelen hebben een hoge dichtheid, dankzij een geperste vlasvezelkern die aan weerskanten is afgewerkt met gipsplaten. Met de keuze uit verschillende paneeldikten bereikt u de geluidsisolatie die uw project nodig heeft. FAAY is gewoon de bĂŠste wand als het gaat om geluidsisolatie. Meer weten? Kijk op www.faay.nl of bel met (0347) 376624.