DELTA ATELIER CONVERSATION VERSLAG 17 JUNI 2019 10:00 – 17:00 Atelier Vlaams Bouwmeester, Ravensteingalerij 54-59, 1000 Brussel contact: Architecture Workroom Brussels voor het Delta Atelier E delta@architectureworkroom.eu T +32 2 204 07 10
Dit document blikt terug op de eerste Delta Conversation van 2019. De dag was opgedeeld in twee delen: ‘s ochtends werd de werkwijze van het Delta Atelier gepresenteerd en de opgestarte projecten ter discussie gebracht. In de namiddag stond de voortgang van ieders projecten centraal. Alle praktijken werden gevraagd om de vorderingen van het afgelopen jaar in een korte pitch van 5 tot 10’ te presenteren. Zo stonden uiteindelijk 25 projecten op het programma. Conclusie: Voor het eerst stelden alle praktijken zichzelf aan elkaar voor –los van thema of methode– en kregen ze elkaars voortgang te zien. Deze rollercoaster van initiatieven legde verbanden bloot tussen praktijken die op het eerste zicht niet zichtbaar waren: in verschillende projecten komt de zoektocht naar commoning terug, her en der resulteren langlopende trajecten in Communities of Practices en zowel in regionale als lokale praktijken wordt gewerkt aan sociaal-ruimtelijke aanpakken. Het geloof dat in de missie van het Delta Atelier schuilt, werd tijdens deze dag gesterkt: in al deze praktijken zit een zoektocht naar het structureren van verandering. En juist op dat vlak willen we van elkaar leren en met elkaar samenwerken. Het algemene aanvoelen is dat we dit soort momenten moeten blijven opzoeken en al doende de formats moeten ontwikkelen om dat op een steeds inspirerendere manier te doen.
©Thomas Legreve
1
DEEL 1: STAND VAN ZAKEN DELTA ATELIER Terugblik Het Delta Atelier heeft zich tijdens de test-run in 2018 ontwikkeld op drie sporen: - Niveau 1: Een basiswerking met thematische intervisie-sessies en plenaire werkconferenties. - Niveau 2: Communities met als testcase Circulaire Stadshavens. - Niveau 3: Projecten met als opstart verkenning ‘Het beheren van de toekomst’. Vervolg Richting 2020 gaan we verder, met steun van de Vlaamse en Nederlandse overheid voor de basiswerking, en een alternatieve samenwerking met de IABR en de twee bouwmeesterteams: zij hebben mee het Delta Atelier geïnitieerd en zullen nu vanuit hun inhoudelijke projecten mee deelnemen. 1. Als meta-reflectie op wat we in het Delta Atelier aan het doen zijn, hebben we drie ambities geformuleerd: een FORUM-werking, een INCUBATOR- werking en een PODIUM. -
-
Binnen de FORUM-werking worden vragen en aspiraties van onderop opgehaald, inzichten en strategieën opgeteld tot een collectieve werkagenda, verknoopt met (politieke) agenda’s en ontsloten naar een breed en professioneel publiek. Binnen de INCUBATOR- werking zoeken we hoe we grote veranderingen en opgaven (crisissen) kunnen koppelen aan lokale vragen en aspiraties via nieuwe types projecten. Het PODIUM positioneert de ontwerpende en ruimtelijke praktijken als een PRAKTIJK VAN PRAKTIJKEN. Dat kan via tentoonstellingen, maar ook via media, opleidingen als online platform.
2. Die reflectie leert ons iets over het werkplan voor 2019 (met doorkijk naar 2020). Op basis van de collectieve gesprekken in 2018 en bilaterale gesprekken met financierende partners, stellen we hierbij een aantal stappen in 2019 voor: het opzetten van een halfjaarlijkse samenkomst, een eerste reeks gerichte communities of werkgroepen, een aantal diepgaande projecten en een opstart van een online platform. -
-
-
-
De halfjaarlijkse bijeenkomst: een moment waarop alle deelnemers van het Delta Atelier elkaar ontmoeten en peer-to-peer kennis uitwisselen. Er zijn budgetten verworven voor aanvullend programma waar verschillende formats mogelijk zijn (debatten, experts, sitebezoeken...) De gerichte communities of werkgroepen: verdiepen van gezamenlijk benoemde kennisvragen en community bouwen rond die thema’s om volgende stappen richting actieprogramma’s te zetten. Er zijn budgetten verworven voor een eerste reeks workshops richting communities (incl. voorbereiding, begeleiding en verslaglegging), de eerste reeks trekkers hebben toegezegd. Eeen eerste test-community “Circulaire Stadshavens” is lopend. De diepgaande projecten: doorpakken van projectkansen die uit intervisie ontstaan rond opgaven die Vlaanderen en Nederland delen en waar ruimtelijk ontwerp als middel kan ingezet worden. Er zijn nog budgetten te verwerven voor de voorbereiding van nieuwe projecten. De eerste nieuwe projecten “Stedelijk Beheer” en “North Sea Port District” lopen. Het online platform: Een plek om rond verschillende thema’s kennis te verzamelen en te bundelen, om een community van praktijken rond op te bouwen en internationaal podium te bieden. Er zijn budgetten verworven om een concept platform te ontwikkelen. Hier is een eerste versie in de vorm van een “pageflow” in de maak.
3. Doel is dat FORUM, INCUBATOR en PODIUM in een estafettebeweging met elkaar beginnen samenwerken en elkaar gaan versterken.
2
DEEL 2: PRAKTIJKPITCHES A. REGIONALE PROJECTEN Bye Bye Kleine Ring — Wim Menten • Focus: De Kleine Ring van Brussel beschouwen als verbindende ruimte die binnen- en buitenstad met elkaar verbindt en waar de voetganger centraal staat. Laat de ring wijken en mensen samenbrengen, laat ze bijdragen tot een gezonde woonomgeving, maak ze tot een productieve en (re)creatieve ruimte die de Brusselaar zich kan toe-eigenen. • Voortgang: Van “Bye Bye Petite Ceinture” naar “Bienvenue sur la petite ceinture”: Memorandum voor een territoriaal ontwikkelingsprogramma wordt voorgesteld aan de politiek. IABR–Atelier Oost- Vlaams Kerngebied – Charlotte Rosseel, Carmen Van Maercke • Focus: Strategisch project met 24 gemeenten in en rond Gent, waar een demografische groei in de regio als hefboom moet gaan werken voor een gezamenlijk toekomstverhaal over verschillende transities. • Voortgang: Er loopt een testtraject (met drie demonstratieprojecten), een leertraject en een beleidstraject die continu met elkaar in verbinding staan en verschillende opgaven met elkaar verbinden (mobiliteit, energie, open ruimte). UHasselt / WegenWerken, trage wegen als stadsmakers – Liesbeth Huybrechts • Focus: Bewust aandacht vestigen op zachte verbindingen als opportuniteit om de bevolking in Genk te activeren om alternatieve modi te gaan gebruiken. • Voortgang: De kennis en ervaringen uit verschillende proefprojecten op het terrein resulteerden in een WegenWerkplaats: een reizende werkplek die verder zal groeien en burgers, ontwerpers, beleid en organisaties prikkelt en ondersteunt om het Genkse tragewegennetwerk uit te bouwen, te versterken en vorm te geven. Een atlas van kanskaarten bundelt aanbevelingen, adviezen en acties op lokale schaal: een verzameling van mogelijke ingrepen waar de stad op korte termijn mee aan de slag kan gaan en die plaatselijk het verschil kunnen maken. H+N+S / Toekomstperspectief Nederlandse Veengebieden – Jaap van der Salm • Focus: Vasttelling dat een integrale aanpak noodzakelijk is voor een agrarisch toekomstperspectief in de Nederlandse veengebieden. Hoe kan je een lineair model ombouwen naar een circulair landschapsmodel? • Voortgang: Twee concrete casussen worden uitgewerkt en laten toe om op locatie te sensibiliseren. Er is een platform nodig voor uitwisseling met verschillende partijen, zowel voor boeren (landeigenaars) onderling, als met stakeholders, burgers en gemeenten. Met als volgende belangrijke stap: expertise verbinden naar een regionaal perspectief, want “Veen red je niet alleen”! Leiedal / ZeroRegio – Nele Van Daele • Focus: Strategisch project binnen Vlaanderen in het kader van burgemeestersconvenant 2030 (doel: -40% CO2). Hoe kunnen we de regio rond Kortrijk klimaat -en energieneutraliteit realiseren en hoe kunnen we dit ruimtelijk vertalen? • Voortgang: Op regionaal niveau Energielandschap Zuid-West-Vlaanderen wordt via energieworkshops gesensibiliseerd en worden kaarten ontwikkeld specifiek per gemeente (onderzoek naar welke segmenten potentie hebben, vraag en aanbod, ...). Op niveau van energiewijken wordt gekeken naar de transformatie van verkavelingen (bottom-up én topdown verdichten). Ten slotte neemt Leiedal ook deel aan het programma Water+Land+Schap met het project de Gaverbeek rond participatieprojecten in de Gaverbeekse Meersen. Vereniging Deltametropool / Energie en Ruimte – Arjan Smits • Focus: Ontwikkelen van een ruimtelijke strategie voor de energietransitie door ontwerpend onderzoek (Energie en Ruimte) en door beleid met elkaar te verbinden en een structuur te ontwikkelen waarin het Rijk en de verschillende regio’s met elkaar kunnen samenwerken.
3
•
Voortgang: Doel is om de nationale visie uit Energie en Ruimte vertaald te krijgen naar operationele regionale energiestrategieën. Het pleidooi 2050 dat vorig jaar werd gepubliceerd was een eerste stap richting een Nationaal Programma Regionale Energiestrategie. Maar ook de publicatie en tentoonstelling ‘KEER’ tonen zestien ontwerpprojecten waarin wordt onderzocht welke rol ons nationale erfgoed kan spelen bij de klimaatadaptatie en energietransitie in het Nederland van morgen. En GO! RES laat zien welke kansen governance (G) en ontwerp (O) bieden voor regionale energiestrategieën (RES).
Sediment Lab Atelier Rijn-Maasmonding – Peter Van Veelen • Focus: Sediment vasthouden, hergebruiken en toepassen in de Delta om een nieuw landschap te maken gebaseerd op natuurlijk sedimentgedrag. Hoe kunnen we dit vraagstuk circulair oplossen? • Voortgang: Het onderzoek dat in 2018 aan de TUDelft gebeurde naar de sedimentstromen in de Rijn-Maasmonding, leverde de achtergrond voor een open innovatienetwerk. Hoe kunnen we volgend jaar opschalen naar de regio? De volgende uitdaging is om formele samenwerkingen op te zetten. LABO RUIMTE / Labo mobiliteit en ruimte – Lieven Symons, Sofie Troch • Focus: Nadenken over de transitie in mobiliteit en ruimte in de stadsregio Gent door middel van verkennend onderzoek waar ruimtelijk ontwerp centraal staat. Welke bouwstenen zijn er nodig om een polycentrische regio op te bouwen en wat kan combi-mobiliteit betekenen in de regio? • Voortgang: Samen met 51N4E werd een data-onderzoek gedaan specifiek op de regio Gent door in te zoomen op drie cases en o.a. verkeersmodi in kaart te brengen. De inzichten uit het onderzoek maken het mogelijk om een toekomstperspectief te formuleren over hoe we op nieuwe manieren in en uit de stad kunnen bewegen. Stad Genk, Tractebel / Stiemervallei – Mark Wilschut • Focus: Verkennend onderzoek, opmaken van masterplan voor Genk Stiemervallei om het watersysteem te herstellen. • Voortgang: Het masterplan heeft geleid tot een Stiemerprogramma gestructureerd rond drie sporen: een communicatie/participatietraject (burgerinitiatieven), Stiemerdeals (samenwerking op maat tussen actoren en de Stad Genk), en een projectwerking om uit te leren (4 pilootprojecten). JPI Urbanising in place – Bram Vandemoortel, Lene De Vrieze, • Focus: Onderzoek naar hoe we we een ondersteunende agro-ecologische infrastructuur organiseren. Stedenbouw zal mee moeten veranderen in de landbouwtransitie! Hoe kunnen we de individuele landbouwer helpen? Welke collectieve verantwoordelijkheid is nodig om een gezonder landbouwmodel te ondersteunen? • Voortgang: De eerste stap werd gezet richting de oprichting van een agro-ecologisch centrum dat initiatieven, kennis en expertise samenbrengt. B. BEWEGINGEN Atelier Rijksbouwmeester / Prijsvraag Who Cares – Simone Huijbregts • Focus: Prijsvraag uit 2017 met focus op nieuwe vormen van wonen, zorg en ondersteuning als katalysator van wijkvernieuwing in vier concrete wijken, in vier steden in Nederland. • Voortgang: Als vervolg op de prijsvraag werd een community of practice opgericht: een netwerk waarin de ontwerpers en professionals uit de domeinen wonen en zorg samenwerken met bewoners, gemeenten en professionals. Zo krijgen praktijken een podium via werkconferenties, locatiebezoeken en visualisatie online. Atelier Rijksbouwmeester / Prijsvraag Brood en Spelen – Simone Huijbregts • Focus: Wedstrijd uit 2018 waar 16 winnaars uit zijn geselecteerd, verspreid over NoordBrabant, Overijssel en Gelderland op zoek naar radicale, realistische en realiseerbare voorstellen voor de toekomst van het platteland.
4
•
Voortgang: Stellen vast dat de teams een combinatie grondeigenaren en ontwerpers zijn met verschillende focussen en nieuwe bedrijfsmodellen, maar ook dat er bij de inzendingen nog weinig technologie bij betrokken is. Als volgende stap wordt hen een podium gegeven en ondersteuning om projecten te realiseren.
LABO RUIMTE / Energiewijken – Maxime Peeters, Sofie Troch • Focus: Energietransitie als motor voor collectieve wijkontwikkeling / stadsvernieuwing als hefboom voor de energietransitie. Er is een mentaliteitsswitch nodig om minder energie te verslinden en anderzijds anders energie te produceren. Ruimte speelt hier een cruciale rol in. • Voortgang: Het onderzoek naar verschillende energiewijken in Vlaanderen wordt binnenkort afgerond. Ondertussen worden best strategies getest in een specifieke wijk in Eeklo. Hoe kunnen we van het energie transitie een collectief verhaal maken? Kopgroep Stedelijk Beheer – Wiebe Oosterhoff • Focus: Koppeling tussen stadsontwikkeling, stadsbeheer en maatschappelijke ontwikkeling en daarmee de positionering van stadsbeheer zelf. • Voortgang: De beheersinstanties van Zwolle, Zoetermeer, Leiden, Rotterdam en Almere sloten een informeel samenwerkingsverband. In de beheerwereld is er nauwelijks kennisdeling, er zijn geen systeeminnovaties maar er is wel geld ter beschikking per jaar. De Kopgroep is actief op drie sporen: een sterkere marketing in de gemeenten, de oprichting van een leerstoel Managing Public Space met praktijkgerichte en de verkenning van vijf testwijken binnen het Delta Atelier. AR-TUR / Kempenlab – Edith Wouters • Focus: impact uitoefenen op de kwaliteit van de gebouwd omgeving in de Kempen door de programmatie van workshops etc. om samen met stakeholders oplossingsgerichte toekomstscenario’s uit te werken en community building voor ruimtelijke uitdagingen in de Kempen en daarbuiten te activeren • Voortgang: Inzetten op kennisopbouw en uitwisseling via scala van activiteiten (uitstappen, interventie op locatie, lezingen, publiek debat, advies verlenen, etc.) alsook formuleren van adviezen in de vorm van een Kempenatlas om zo de regio te bespelen. OVAM / Soil + Land Stewardship Building – Ellen Luyten, Nele Bal • Focus: Aandacht voor onze bodemzorg breed maatschappelijk uitdragen, door middel van stewardship en door in te zetten op sensibilisering van het belang van bodemzorg, onderzoek naar de beperkende structuren en de regels rond bodemzorg en onderzoek naar breed maatschappelijke drijfveren om vanonder aan de slag te gaan. • Voortgang: Via verkennende workshops, bevragingen bodemzorg (nationaal en internationaal, maar ook intern) naar een toekomstperspectief om een gezamenlijk narratief te schrijven rond bodemzorg met onze verschillende partners. OVAM / Circulaire Stadshavens – Nadia Casabella, Ian Kuppens, Elmar Willems, Emma Bierens • Focus: Onderzoek naar verschillende circulaire initiatieven en strategieën die reeds lopen in 11 stadshavens, op zoek naar de gedeelde kansen, problematieken etc. • Voortgang: Via een benchmarking van 11 stadshavens, interviews en workshops met relevante actoren en stakeholder in de brede Delta (Nederland en Vlaanderen, maar ook Le Havre tot Hamburg) werden verschillende circulaire initiatieven en strategieën blootgelegd. Conclusie is dat er ingezet moet worden op zowel het ‘framework/policy’ en ‘projects/programming’ die ruimtelijk samenkomen in verschillende milieus met specifieke condities. Het materiaal van dit traject zal gecompileerd worden in een werkboek en booklet, als input voor de volgende werksessies rond dit thema. Vereniging Deltametropool / Landschap als vestigingsvoorwaarde – Paul Gerretsen • Focus: Hoe kan landschap een nieuwe betekenis krijgen, als vestigingsvoorwaarde is voor een nieuwe, goede economie? Onze nieuwe economie vraagt een aantrekkelijke leefomgeving dus daarvoor is een aantrekkelijk landschap nodig waardoor een grote transitie
5
•
zal moeten plaatsvinden. Het westen van Nederland dient als voorbeeld van een systemische analyse hoe het anders moet. Voortgang: Stap voor staat ontstaat een programmawerking: via “Blind Spot” naar “Spot on” naar “Het volgende landschap” zijn een brede groep van partijen over de jaren heen betrokken om nieuw beleid te koppelen aan landschapsontwikkeling. Als vervolgstap (“On the Spot”) worden op lokaal, regionaal en nationaal niveau investeringen bekomen om ook echt concrete projecten op te kunnen leveren.
Open Ruimte Platform – Bram Vandemoortel • Focus: Brengt dringende, terugkerende open ruimte vraagstukken in Vlaanderen in kaart, en gaat vervolgens na welke partijen energie hebben om die thema's samen aan te pakken en tot gebundelde realisaties te komen. • Voortgang: In 2013 werd het Open Ruimte Offensief gelanceerd met zes mogelijke toekomstvisies voor de open ruimte beweging maar vooral met doorkijk naar uitvoering op het terrein via intersectorale samenwerkingen tussen beleid en kennis. Water+Land+Schap wordt nu als eerste uitgerold: een programma waar 14 projecten zijn geselecteerd die dringende noden rond waterbeheer in landbouwgebieden in kaart brengen en aanpakken samen met landbouwers, grondeigenaars, lokale besturen en waterbeheerders. Binnen de Open Ruimte Beweging worden parallel nieuwe programma’s opgestart, wordt ingezet op communicatie en verbreding en een uitwisselingsplatform opgestart voor ruimtelijke uitvoeringsprogramma’s. C. EXPERTISE RE-ST – Gitte Van den Bergh • Focus: Onderzoek naar en agenderen van niet-bouwen: hoe kunnen we het bestaande patrimonium inzetten als eerste antwoord om aan de betonstop tegemoet te komen? Hoe kunnen we zwerfruimte aanpakken? • Voortgang: Werken op drie pilootprojecten – het Ensorinstituut Oostende – Go!, RE-Move, Patrimoniumstudie Gingelom – om van daaruit de terugkoppeling te maken om methodieken bij te stellen (learning by doing). Miss Miyagi / Bottom-up gebouw- en Gebiedsontwikkeling – Michiel van Balen • Focus: Onderzoek naar de alternatieve ontwikkelmodellen vanuit een democratische driehoek tussen commons – staat – markt, telkens op het snijpunt van de drie (in plaats van in één uithoek). Wat kunnen we met die theorie in de praktijk doen? • Voortgang: Initiëren van hands-on projecten zoals Hal 5, een vastgoedplatform, etc. D. LOKALE PROJECTEN Timelab / Ruimte – Evi Swinnen, Frederique Hermans • Focus: Op zoek naar organisatiemodel waarbij we van onderuit impact tevergroten, om ruimte te delen als commons op kleine schaal (buurtniveau) en koppelen aan internationaal kennis (cosmo-local). • Voortgang: Timelab is een experimenteel stadslabo, een Vlaams kunstenaarsnetwerk, met als voorbeeldproject De Schuur. Hier wordt een infrastructuur aangeboden maar vooral een organisatiemodel, waar de infrastructuur gedeeld wordt door een groep commoners met eigen spelregels. VvE’s Met Energie – Céline Mugica, Corine Erades • Focus: Verduurzaming van het woningbestand van Verenigingen van Eigenaars in functie van de energie-transitie Hoe kunnen we kleinere VvE’s helpen? Hoe kunnen we impact vergroten ook buiten Rotterdam? Hoe kunnen we buurtprogramma’s opzetten? • Voortgang: Het is een collectief leerproces. Ondertussen werden 155 Verenigingen van Eigenaars uit 5200 wooneenheden betrokken. 16 VvE’s worden gerenoveerd en 3 daarvan
6
zijn in de finale ontwerpfase. Hoe kan deze aanpak vervolgens aangescherpt en opgeschaald worden? Stad in de maak The Next Level – Piet Vollaard • Focus: Experimenteren met nieuwe woon-werkvormen door commoning. Ruimte maken voor nieuwe woonvormen, deels collectief, maar soms ook individueel alsook onderdak voor nieuwe generatie stadsnomaden: voor al wie het ‘kerngezin’ niet langer een realiteit is. • Voortgang: Ondertussen werden zeven panden ingericht door middel van commoning met als doel om elk pand economisch zelfstandig te laten draaien, met collectieve ruimtes met een verscheidenheid aan programmatie maar ook om te leren “how to common”. Doel is om op te schalen en te herhalen, maar ook om druk uit te oefenen op het beleid en de vastgoedmarkt. Botsen tegen de versnelde stadsvernieuwing en de problematiek van komende en gaande bewoners. Mobipunten – Angelo Meuleman • Focus: Streven naar meer efficiënte mobiliteit met minder auto’s door de inrichting van knooppunten voor multi- of combi-mobiliteit (naar het voorbeeld van Bergen) door de toegang tot en overstap tussen de verschillende vervoersmogelijkheden mogelijk te maken. • Voortgang: In Vlaanderen werden 2.600 potentiële mobipunten vastgesteld. Autodelen.net en Taxistop willen er in 2025 1.000 gerealiseerd hebben. Doel is om individuele begeleiding te bieden, maar ook om een lerend netwerk op te zetten.
7