Onderwijsvernieuwing ABC spreker Arend Landman over de REIS van de leerling door de 21e eeuw

Page 1

Samenvatting van presentatie van Arend Landman, spreker onderwijsvernieuwing, http://arendlandman.nl

TWAALF PILAREN VOOR ONDERWIJSVERNIEUWING Het ABC van de REIS van de leerling in de 21e eeuw: aandacht, bezieling en creatie De wereld verandert, de technologie verandert en de mensen veranderen. Dat betekent dat het onderwijs moet mee-veranderen, moet worden wordt afgestemd op de mogelijkheden en eisen van deze tijd. We leven in een tijd waarin velen een grote versnelling ervaren, waarin oude structuren en methoden niet goed meer functioneren en waarin grenzen vervagen. Wat kunnen we doen om in onze vloeibare samenleving mogelijkheden te creëren waardoor mensen zich optimaal kunnen ontplooien? Die vraag is van belang voor iedereen die op de een of andere manier betrokken is bij onderwijs in de meest brede zin van het woord. Momenteel is veel onderwijs gericht op het aanleren van vaardigheden om aan een bepaalde standaard te voldoen. Hoewel vaardigheden natuurlijk belangrijk zijn, is een eenzijdige nadruk daarop wel een verarming. Het gaat er niet om dat leerlingen na hun schoolperiode direct kunnen worden ingezet in het arbeidsproces. Er is behoefte aan harmonieus ontwikkelde mensen die stevig in hu8n schoenen staan en durven met glans zichzelf te zijn. Akzo-Nobel topman Tex Gunning is een voorstander van waardengedreven onderwijs. Tijdens een lezing daarover zie hij onder andere: ‘Kinderen die de kans krijgen om het beste uit zichzelf te halen, doen dat ook. Gewoon omdat het vermogen tot leren en groeien is aangeboren, en ze daar plezier in hebben. Kinderen hebben van nature de talenten, de creativiteit en de empathie die nodig zijn om hun rol in het leven te spelen. Het is onze taak die vermogens te cultiveren, en een klimaat te scheppen waarin ze uit kunnen groeien tot een volwassen humaniteit.’ Een voorbeeld van van een school waar daar heel bewust aan wordt gewerkt is Wittering.nl in Rosmalen. Er zijn minstens drie essentiële invalshoeken van waaruit kan worden gekeken naar onderwijsvernieuwing: aandacht, bezieling en creatie. In het onderwijs spelen die drie aspecten een rol op alle niveaus: bij het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, bij de besturen/ directies van onderwijsinstellingen, bij de docenten/leerkrachten en bij leerlingen/studenten. Aandacht bezieling en creatie hangen nauw samen en kunnen niet zomaar worden geïmplementeerd. Ze houden verband met denken, voelen en handelen van binnenuit.

1


Samenvatting van presentatie van Arend Landman, spreker onderwijsvernieuwing, http://arendlandman.nl

Gerichte AANDACHT is nodig om dingen voor elkaar te krijgen. Alles wat geen aandacht krijgt neemt af en alles wat aandacht krijgt groeit. Tegenwoordig komen er zoveel taken af op volwassenen, tieners en kinderen, dat ze geneigd zijn meerdere dingen tegelijk te doen en van het ene naar het andere te springen. Doordat de aandacht wordt versnipperd, wordt weinig flow ervaren en blijven de resultaten beperkt. Bovendien leidt het voortdurend omschakelen van de ene activiteit naar de andere tot vermoeidheid en concentratieverlies. Ook gaat het ten koste van de kwaliteit van het leven. Als je veel surft op internet en heel actief bent met sociale media, verandert je brein. Uit onderzoek blijkt dat de hersenen dan hongerig worden naar steeds nieuwe informatie. Dan is het moeilijk om iets waardevols tot stand te brengen. Aandacht voor aandacht leidt niet alleen tot betere resultaten, maar ook tot versterking van de het geheugen, de intuïtie en het gevoel van welbevinden. Mensen die leven en werken vanuit hun eigen BEZIELING bereiken meer en ervaren meer levensvervuling. Bezieling ontstaat als je je leven en werk ervaart als waardevol, wanneer je je talenten gebruikt en ontwikkelt, en deze in dienst stelt van een groter geheel. Onderwijsinstellingen staan voor de uitdaging om randvoorwaarden te creëren die het mogelijk maken dat leraren en leerlingen meer gaan leven en werken vanuit een intrinsieke motivatie. Dat kan door autonomie, meesterschap en zingeving te bevorderen. Het onderwijssysteem in Finland is mede zo succesvol omdat met die drie factoren rekening is gehouden Het huidige Nederlandse onderwijsbeleid dat inzet op professionalisering van leraren sluit aan op de behoefte aan meesterschap. De kwaliteit en de effectiviteit van het onderwijs kan worden verhoogd door meer nadruk te leggen op CREATIE en minder op consumptie. We zijn zijn van nature scheppende wezens. We houden ervan om dingen te creëren. Wanneer iemand individueel of in samenwerking met anderen bewust iets moois creëert, komt er in de hersenen dopamine vrij. Die natuurlijke neurotransmitter geeft niet alleen een goed gevoel, maar zorgt er ook voor dat neurale verbindingen sterker worden. Dat betekent dat mensen beter leren wanneer ze in een creatieproces zelf ontdekken en verbanden leggen. Daarvoor is het nodig dat er in het onderwijs meer aandacht komt voor talenten die in verband worden gebracht met de rechter hersenhelft en voor creatief denken.

“Als je een opleidingsomgeving zou willen ontwikkelen die precies tegengesteld werkt aan hoe het brein goed werkt, zou je waarschijnlijk iets ontwerpen als een klaslokaal”. John Medina in zijn boek ‘Breinmeester’ De noodzaak van vernieuwing van het onderwijs wordt algemeen ingezien. Leraren ervaren steeds meer de beperkingen van klassikaal lesgeven en zien in dat het onderwijs sterker dient te worden afgestemd op het individu. Nieuwe technologie biedt daarvoor tal van mogelijkheden. Daar wordt echter nog maar mondjesmaat gebruik van gemaakt. Moeten basisscholen en scholen voor voorgezet onderwijs het gebruik van internet, sociale media en educatieve software in hun onderwijs integreren? Voor mij is het antwoord op die vraag een volmondig ja. Waarom? • Internet en sociale media hebben de wereld veranderd. Kinderen besteden er aardig wat (vrije) tijd aan en kunnen er vaak beter mee omgaan dan hun leraren. • Internet en sociale media kunnen bijdragen aan de verhoging van de efficiëntie en de effectiviteit in het onderwijs • Internet en sociale media kunnen bijdragen aan een grotere betrokkenheid bij de onderwijsinstelling (van belang voor onder andere het werven van leerlingen/studenten, contecten onderhouden met leerlingen en hun ouders). Als scholen en educatieve uitgevers de mogelijkheden van internet, sociale media en educatieve software onbenut laten, zal de kloof tussen het onderwijs en de praktijk van het leven breder worden. De discussie dient naar mijn idee niet te gaan over ja of nee, maar over de manier waarop, de structuur en de uitgangspunten. Ik ben positief over het gebruik van internet, sociale media en educatieve software in het onderwijs, maar ik ben me ook heel goed bewust van de vele valkuilen die er zijn. Wanneer er niet wordt gewerkt vanuit de juiste uitgangspunten, kan de inzet 2


Samenvatting van presentatie van Arend Landman, spreker onderwijsvernieuwing, http://arendlandman.nl

van internet en sociale media juist averechts werken. Mede om dat te voorkomen heb ik de twaalf pilaren voor onderwijsvernieuwing geformuleerd. Veel leraren werken al onder een grote tijdsdruk en zien het niet zitten om zich ook nog eens uit te zoeken hoe ze internet en sociale media in de klas kunnen inzetten. De rapporten die ik heb gelezen over inzet van socale media in het onderwijs zijn vooral geschreven door self-made goeroes drie workshops en trainingen geven over social media. In de meeste publicaties over social media in het onderwijs lijkt het toepassen van sociale media het doel te zijn. Persoonlijk vind ik dat geen goed uitgangspunt. Naar mijn idee draait het in het onderwijs primair om het ontwikkelen van talenten. Bieden social media werkelijk toegevoegde waarde als het gaat om talentontwikkeling? Ik durf te stellen dat dat zelden het geval is. Het lijkt wel of de social media-goeroes de vaardigheid om snel de juiste informatie te vinden beschouwen als het belangrijkste talent dat er bestaat. Daar ben ik het niet mee eens. Er is een vaardigheid die wel essentieel is voor alle vormen van talentontwikkeling: het vermogen om taken met aandacht en liefde uit te voeren. Dat is een enorm belangrijk aspect waarvan men zich in het onderwijs altijd bewust dient te blijven. We moeten leren om ons met hoofd, hart en handen op iets te focussen, want alleen vanuit gerichte aandacht kunnen we dingen creëren die werkelijk de moeite waard zijn. Daarmee kom ik bij de eerste van de twaalf pilaren die ik heb benoemd aan de hand van de vier letters van het woord REIS. Elke letter heb ik drie keer gebruikt als beginletter van een ‘pilaar’. R E I S

Richten (focus), Rust, Rechter hersenhelft Educatie, Empowerment, Entertainment Integriteit, Individualisering, Intuïtie, Steun, Sfeer. Sturing

1. Richten (focus). We leven in een samenleving waarin er enorm veel afleidingen zijn. In het werkelijke leven, maar vooral ook op internet. Het is gebleken dat intensief internetgebruik leidt tot behoefte aan afleiding, concentratieverlies en oppervlakkigheid. Ik vind het belangrijk dat leerlingen leren dat focus noodzakelijk is om werkelijk iets te kunnen bijdragen. 2. Rust. Natuurlijk kan de boog niet altijd gespannen zijn. Rust is ook heel belangrijk. En dat schiet er in deze hectische tijd, waarin alles zich lijkt te versnellen, nogal eens bij in. Als leraren zelf voldoende rust nemen, werken vanuit rust en het belang van rust overdragen op hun leerlingen heeft dat een weldadige uitwerking. Een reeks van psychologische onderzoeken heeft aangetoond dat mensen blijk geven van veel meer aandacht, een sterker geheugen en een verbeterde cognitie wanneer ze een tijdje in een landelijke omgeving hebben doorgebracht. Hun hersenen worden kalmer en scherper. 3. Rechter hersenhelft. Het onderwijs is in de afgelopen honderd jaar sterk gericht geweest op rationeel, analytisch en logisch denken, dat in verband wordt gebracht met de linker hersenhelft (neurologisch klopt dat niet, maar het is wel een goede metafoor om die benadering aan te duiden). Dat is prima, maar wel eenzijdig. In het werk zullen we een steeds groter beroep moeten doen op de mogelijkheden van de rechter hersenhelft, die in verband wordt gebracht met beelden, verhalen, spel en synthese. 4. Educatie. Educatie wordt in verband gebracht het gestructureerd werken aan het opdoen van kennis en het verwerven van vaardigheden. Het geheugen speelt daarin uiteraard een cruciale rol. Er wordt ten onrechte nog steeds veel gedacht dat het zinloos is om leerlingen veel dingen uit hun hoofd te laten leren, als ze maar in staat zijn de gewenste informatie op te zoeken. Dat is een grote misvatting. Als we nieuwe langetermijn-herinneringen opslaan, beperken we onze mentale krachten niet, maar versterken ze juist. Elke uitbreiding van ons geheugen gaat gepaard met een vergroting van onze intelligentie. Het web verschaft een handige en verleidelijke aanvulling op ons persoonlijke geheugen, maar als we het web gaan gebruiken als substituut en op die manier de innerlijke consolidatie processen overslaan, lopen we het risico dat we ons brein van zijn rijkdommen beroven. 3


Samenvatting van presentatie van Arend Landman, spreker onderwijsvernieuwing, http://arendlandman.nl

5. Empowerment. Dit begrip betekent letterlijk: iemand tot iets in staat stellen. Als mensen zelf actief betrokken zijn tijdens een leerproces, beklijft de inhoud beter. Het onderwijs van deze eeuw zou naar mijn mening meer gebruik moeten maken van de principes van brainbased learning. 6. Entertainment. Wat we met plezier leren, vergeten we nooit. Daarom verdient het aanbeveling om in het onderwijs steeds te blijven zoeken naar manieren waarop het leren gewoon leuk is. Hier ligt niet alleen een taak voor de leraren, maar vooral ook voor educatieve uitgeverijen. 7. Integriteit. Het belang van eerlijkheid, doen wat je zegt en consequent zijn naar jezelf en naar anderen wordt steeds meer ingezien. Vooral nu alles steeds meer openbaar wordt en we dagelijks geconfronteerd worden met de problemen die het gevolg zijn van een gebrek aan integriteit. Daarom is het belangrijk dat leerlingen van deze tijd het belang van integriteit niet alleen conceptueel kennen, maar vooral ook ervaren. Nieuwetijdskinderen hebben van nature al een sterk innerlijk gevoel van waarheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid. 8. Individualisering. Er bestaan grote verschillen tussen leerlingen. De effectiviteit van het onderwijs kan daarom aanzienlijk worden verhoogd door rekening te houden met verschillen in ambities, talenten, leerstijlen en competenties van leerlingen. Volgens de theorie van de meervoudige intelligenties is de vraag is niet meer ‘Hoe intelligent ben jij?’ maar ‘Hoe ben jij intelligent? 9. Intuïtie. Binnen het onderwijs wordt steeds meer erkend dat intuïtie voor scholen onontbeerlijk is om goed te kunnen blijven functioneren op een manier die aansluit bij wat de leerlingen en maatschappij nu en in de toekomst nodig hebben. Op PABO’s en andere lerarenopleidingen leren studenten nog vrijwel niets over intuïtie. Dat is jammer, want met onze intuïtie kunnen we feilloos kunnen achterhalen, beslissen, communiceren, anticiperen, bezielen en creëren (ABC-ABC) 10. Steun. Voor de ontwikkeling van mensen, en vooral van leerlingen, is het van groot belang dat ze zich gesteund voelen. Uit celbiologisch onderzoek blijkt dat positieve gedachten een diepgaand effect hebben op het gedrag van de genen wanneer deze in overeenstemming zijn met onbewuste programmering. Niet de genen bepalen ons gedrag, maar de genen worden aan- en uitgezet door externe factoren. 11. Sfeer. De sfeer op school en in de klas hebben een grote invloed op de onderwijsprocessen. Het is heel goed mogelijk om bewust te werken aan een positieve en prettige sfeer. Dat is ook van groot belang voor hooggevoeligen die door hun hooggevoeligheid in veel omgevingen niet goed kunnen functioneren. De innerlijke gesteldheid van de leraren hebben uiteraard een hele grote invloed, maar het is ook mogelijk om de sfeer te verbeteren door de inrichting wat te veranderen en gebruik te maken van kleuren. 12. Sturing. Het is niet reëel om te veronderstellen dat leerlingen juiste beslissingen kunnen nemen in complexe situaties. Concepten als het ‘studiehuis’ en ‘competentie-gericht onderwijs’ sluiten niet aan op de biologische ontwikkeling van de hersenen van de leerlingen. Pas in middenen late adolescentie ontwikkelen zich complexe hersensystemen die nodig zijn voor de integratie tussen handelingen en het plannen van iets complexer activiteiten. Belangrijke hersenstructuren worden pas echt actief middenin de tienertijd. De adolescent kan op dat moment al behoorlijk goed kiezen wat hij of zij ‘s middags wil doen, maar een verantwoorde planning voor volgende week, laat staan voor volgend jaar, is teveel gevraagd. Leerlingen hebben sturing nodig.

Onderwijs is niet het vullen van een vat, maar het ontsteken van een vuur. Wiliam Buttler Yeats 4


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.