abc-tjes-issuu

Page 1

DE VOLKSKRANT WOENSDAG 12 DECEMBER 2012

27

Wetenschap Computer Hybride chip pompt gegevens duizenden keren sneller rond

Pijn

Suikerwater laat baby minder huilen bij prik Baby’s die een paar minuten voordat ze worden gevaccineerd een lepeltje suikerwater krijgen, huilen minder lang. Vermoedelijk komen door de suiker stoffen vrij die de pijn verminderen of voelen de kinderen zich comfortabeler door de zoete smaak. Dat blijkt uit onderzoek van de Cochrane Collaboration, dat het wetenschappelijk bewijs beoordeelt van behandelingen. Cochrane keek naar de resultaten van veertien studies bij ruim 1.500 kinderen, in leeftijd variërend van een maand tot een jaar. Welke suikerconcentratie het beste werkt, is nog onbekend.

Evolutie

‘Naald’ van parasiet is hergebruikte staart

Microscopisch beeld van de toekomst: een hybride chip die koperen en optische verbindingen combineert. Koper op printplaten en in kabels vormt nu een belangrijke flessenhals. Optische verbindingen zijn

duizenden keren sneller. Op papier had IBM de chip al rond. Nu heeft het bedrijf zijn eerste prototypen gemaakt, op dezelfde manier als waarop het chips maakt voor bijvoorbeeld de PlayStation. Foto IBM

Parasieten zoals de malaria- en de toxoplasmoseparasiet blijken de ‘naald’ waarmee ze cellen infecteren te hebben overgehouden uit de prehistorie. Bij hun verre voorouders was de structuur nog gewoon een zweepstaart, waarmee ze door zee zwommen. Biologen maken dat op uit analyse van de genen die voor de structuur coderen. De onderzoekers hopen op termijn medicijnen te ontwikkelen die de parasieten aanpakt door ze hun naald te ontnemen.

Vrouw minder vruchtbaar door groeiremmers Van onze verslaggeefster Ellen de Visser

amsterdam Vrouwen die als kind met groeiremmers zijn behandeld omdat ze te lang dreigden te worden, zijn minder vruchtbaar. Bij mannen heeft de behandeling geen nadelig effect op de vruchtbaarheid. Groeiremming bij meisjes moet worden afgeraden als de medische noodzaak ontbreekt. Dat concludeert kinderarts-in-oplei-

ding Emile Hendriks in zijn proefschrift waarop hij morgen promoveert aan het Rotterdamse Erasmus MC. Sinds een aantal decennia worden jongeren met een sterk bovengemiddelde groei behandeld met geslachtshormonen. Bij meisjes moet er dan vooruitzicht zijn op een lengte boven de 1 meter 84, bij jongens boven de 1 meter 98. Normaal gesproken treedt aan het begin van de puberteit een groeispurt op door de aanmaak van geslachtshormonen. Die bevorderen de groei van de pijpbeenderenmaarremmendiegelei-

delijkaanookaf doorhetsluitenvande groeischijven. Als kinderen tijdig een hoge dosis geslachtshormonen krijgen, groeien ze nog heel even door, maar stopt hun groei ook eerder. Hendriks onderzocht en vergeleek zevenhonderd mannen en vrouwen die als kind bij een arts waren gekomen vanwege hun lengte en al dan niet waren behandeld. Hij analyseerde de hormonen in hun bloed, bekeek de zaadkwaliteit en keek met een echo naar de voorraad eicellen. Bij de behandelde mannen was de

ABC van denkfouten

vruchtbaarheid in orde. Zij produceerden wel minder testosteron en dat kan op latere leeftijd problemen opleveren, zegt Hendriks. De behandelde vrouwen bleken minder vruchtbaar. De helft raakte binnen het jaar zwanger, veel minder dan de 85 procent in de algemene bevolking. Van de behandelde vrouwen kampte 16 procent met vervoegde veroudering van de eierstokken, drie keer zoveel als in de niet-behandelde groep. Bij hen is de voorraad eicellen veel sneller uitgeput. Mogelijk is dat de reden van hun verminderde

vruchtbaarheid, aldus Hendriks. Hij schat dat in Nederland 7.500 à 10 duizend vrouwen met groeiremmers zijn behandeld. De meesten bevinden zich nu in de vruchtbare leeftijd. Het aantal behandelingen neemt de laatste jaren af. Dat komt wellicht doordat een flinke lengte bij vrouwen meer worden geaccepteerd, zegt hij. Vaak zijn er voor een behandeling vooral psychosociale en praktische redenen. Hendriks heeft alle kinderendocrinologen (hormoonspecialisten) over zijn bevindingen geïnformeerd.

A BC D E FG HIJK LMNOPQ RSTUV WXYZ

Post hoc ergo propter hoc: denken in oorzaak en gevolg ms’je van een vriendin: ‘Raar vraagje, maar voel jij je helemaal oké? Ik ben gisteravond behoorlijk ziek geworden, misselijk, overgeven en zo. Ben benieuwd hoe het met jou is.’ ‘Nergens last van, kiplekker’, sms ik terug. ‘Van dat broodje kaas en de koffie verkeerd kan het niet zijn. Buikgriepje misschien?’ De redenering van mijn vriendin is simpel en voorstelbaar. Na de lunch ben ik ziek geworden, dus het komt door de lunch. Dit kan natuurlijk waar zijn, maar het hoeft niet. Het feit dat de ene gebeurtenis (ziek worden) plaatsvindt na een andere gebeurtenis (de lunch) wil nog niet zeggen dat de eerste gebeurtenis ook de oorzaak ervan is. Deze denkfout heeft een chique Latijnse naam: post hoc ergo propter hoc, wat letterlijk betekent: erna, dus erdoor. De post hoc-denkfout ligt aan de basis van bijgelovige rituelen (zie ook de M van magisch denken) en bezweringen: ‘Nadat ik het blauwe jurkje had aangetrokken, ging mijn presentatie voortreffelijk, dus de

S

volgende keer draag ik dat jurkje weer.’ Of: ‘Nadat ik een kaarsje voor je had aangestoken, heb je een 9 voor je examen gehaald. Dus door dat kaarsje ben jij geslaagd.’ De post hoc-denkfout heeft een psychologische achtergrond. De meeste mensen houden namelijk niet van toeval; ze willen graag weten hoe iets komt, ze willen een oorzaak aanwijzen. Het is immers fijner om te weten hoe het komt dat je ziek bent geworden of een ongeluk hebt gekregen, dan te moeten leven met onzekerheid. Wie de oorzaak weet, heeft grip op de zaak. Om een oorzaak-gevolgrelatie te kunnen leggen is een opeenvolging in de tijd een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde. Er kan altijd een derde factor in het spel zijn die je niet hebt voorzien, of – en dat vinden de meeste mensen minder fijn – het kan gewoon toeval zijn. De post hoc-denkfout komt niet alleen voor bij simpele ongelukken en successen in de privésfeer, maar slaat ook toe in de professionele wereld, wanneer een correlatie wordt verward met een causaliteit. Zo

bleek in 1992 uit een onderzoek naar anticonceptiemethoden en seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) dat vrouwen die condooms gebruikten significant vaker een soa hadden dan vrouwen die een spiraaltje of contraceptie-sponsje gebruikten. Dit onderzoek kreeg veel aandacht in de media en sommige journalisten trokken daarop de conclusie dat je met een spiraaltje of sponsje minder vaak een soa krijgt dan met een condoom. Ze verwarden

een correlatie met een oorzakelijk verband. De denkfout slaat ook toe in de rechtszaal, wanneer een verdachte op de plaats delict wordt gezien als de veroorzaker van het misdrijf, iets wat Lucia de Berk overkwam, al is deze denkfout een zusje van de post hoc-fout, namelijk de cum hoc ergo propter hoc: met dit, dus door dit. Hoe hardnekkig deze fout is, bleek wel uit het feit dat pas na jarenlange protesten van wetenschappers de rechterlijke dwaling werd erkend. De aanwezigheid van Lucia de Berk bij sterfgevallen in het Juliana Kinderziekenhuis was toeval. De oorzaak van de misselijkheid van mijn vriendin is trouwens nog niet opgehelderd. Eén ding is duidelijk: het kwam niet door de lunch. Dit is de zestiende aflevering van een 26-delige serie over denkfouten. Suzanne Weusten is directeur van De Argumentenfabriek Denkacademie.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
abc-tjes-issuu by De Argumentenfabriek BV - Issuu