Duurzaamheid Issuu 3 juni

Page 1

InformatIekaart lokale duurzame energIebedrIjven Hoe kan een gemeente een LDEB financieren? Een gemeente kan subsidiëren

Wat is de definitie van een LDEB?

De gemeente stelt geld beschikbaar voor een LDEB; de exploitant hoeft dit niet terug te betalen.

definitie

Een gemeente kan een lening verstrekken De gemeente stelt (tegen relatief lage rente) geld beschikbaar voor een LDEB.

Een gemeente kan garant staan

Financiering

De gemeente dekt het risico af dat een LDEB een (bank)lening of de rente niet meer kan betalen. De gemeente dekt nieuwe, hogere rentes af bij herfinanciering van een langlopend LDEB-project.

Een LDEB produceert of levert lokaal duurzame energie uit zon, wind, water, (schone) biomassa of de aarde. Een LDEB levert energie aan lokale afnemers, zoals bewoners, bedrijven of instellingen. Afnemers gebruiken energie voor elektriciteit, verwarming, koeling, warm water, koken of brandstof. Een LDEB is een zelfstandige marktpartij en behaalt een maatschappelijk verantwoord rendement. Een LDEB is meestal een samenwerkingsverband van burgers, bedrijven en lokale (publieke) instellingen.

Een gemeente kan zelf investeren

Welke diensten kan een gemeente aanbieden?

De gemeente is (mede-)oprichter en (mede-)eigenaar van de private rechtspersoon LDEB. De gemeente investeert (mede) in een fonds waarop energiebedrijven - ook LDEB’s - kunnen inschrijven. De gemeente investeert in een specifiek LDEB.

diensten

De gemeente brengt op eigen initiatief partijen bij elkaar die een LDEB kunnen oprichten. De gemeente eist de inzet van LDEB’s bij gebieds- of projectontwikkeling. De gemeente stelt bij aanbestedingen en concessies prestatie-eisen die gelijk zijn aan die van LDEB’s. De gemeente draagt zorg voor de kennisbasis over LDEB’s.

Een gemeente kan klant zijn De gemeente betaalt een LDEB voor te leveren diensten als energie of expertise.

Wat is een lokaal duurzaam energiebedrijf (ldeb) en welke rol kan een gemeente hierin spelen?

Hoe kan een gemeente haar diensten organiseren? Een gemeente kan zich beperken tot primaire taken De gemeente verricht haar wettelijke taken. De gemeente stimuleert en faciliteert LDEB’s. De gemeente laat commerciële uitbating van energie over aan de LDEB-exploitant.

Een gemeente kan met partners samenwerken in een zelfstandig LDEB-rechtspersoon De gemeente is met burgers, bedrijven of (publieke) instellingen aandeelhouder. Partners kiezen een rechtsvorm: stichting, (coöperatieve) vereniging, fonds, maatschap of vennootschap.

Een gemeente kan zelfstandig LDEB´s opzetten

Een gemeente kan de ontwikkeling van LDEB’s stimuleren

Een gemeente kan de ontwikkeling van LDEB’s faciliteren De gemeente zorgt voor (snelle) vergunningsverlening. De gemeente stelt fysieke capaciteit ter beschikking, zoals personeel of grond. De gemeente draagt financieel bij aan LDEB’s.

Een gemeente kan zelf de uitbater van de duurzame energie zijn De gemeente produceert duurzame energie en verkoopt deze aan energieleveranciers. De gemeente koopt zelf duurzame energie in en verkoopt deze aan eindgebruikers. De gemeente produceert duurzame energie en verkoopt deze aan eindgebruikers. De gemeente verkoopt energieoverschotten. De gemeente verhuurt duurzame energie-installaties. De gemeente investeert in LDEB´s.

Organisatie

De gemeente is de enige aandeelhouder van een LDEB en kiest een passende rechtsvorm. De gemeente produceert of levert duurzame energie en verhandelt eventuele energieoverschotten.

Aan wie kan de gemeente diensten aanbieden? Een gemeente kan diensten aanbieden aan exploitanten van LDEB´s

Welke wet- en regelgeving is mogelijk relevant voor een gemeente?

markten

Een gemeente moet voldoen aan wet- en regelgeving Gemeenten zijn wettelijk verplicht “prudent” om te gaan met hun middelen. Gemeenten mogen alleen geld uitlenen, investeren of garanties geven wanneer het de publieke zaak dient. Gemeenten moeten LDEB-activiteiten onder voorwaarden aanbesteden. Gemeenten mogen organisaties geen overheidssteun verlenen.

Wet- en regelgeving

Exploitanten zijn uitbater van een LDEB. Exploitanten kunnen (een combinatie van) burgers, bedrijven, instellingen of de overheid zelf zijn.

Een gemeente kan diensten aanbieden aan eindgebruikers van LDEB´s Eindgebruikers ontvangen direct te gebruiken energie en betalen hiervoor een rekening. Eindgebruikers kunnen burgers, bedrijven, instellingen of de overheid zelf zijn.

Een gemeente kan diensten aanbieden aan andere energiebedrijven Een LDEB moet voldoen aan wet- en regelgeving

Andere energiebedrijven produceren of leveren - net als een LDEB - ook energie.

Het type energie (elektriciteit, warmte, vervoer) bepaalt welke wetten en regels gelden voor een LDEB. Een LDEB moet mogelijk voldoen aan wetten als de Warmtewet, Elektriciteitswet, Gaswet, Grondwaterwet, Mijnbouwwet, Wet milieubeheer, Wet ruimtelijke ordening en de Belastingwet. Provincies en gemeenten kunnen aanvullende regelgeving hebben opgesteld, zoals milieuverordeningen.

Deze Informatiekaart geeft weer welke rol een gemeente kan spelen in een LDEB. Hiervoor heeft een gemeente verschillende opties die zij naar eigen inzicht kan combineren. Deze combinaties kunnen variëren per fase waarin een LDEB zich bevindt: de initiatief-, realisatie- of de exploitatiefase. Deze kaart gaat over een LDEB die duurzame energie produceert of levert, of dit allebei doet.

in opdracht van:

Deze kaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek en een denksessie met deskundigen. Met dank aan allen voor hun denkwerk.

Een gemeente kan aan de hand van zes vragen van Agentschap NL bepalen of zij wil, kan en mag bijdragen aan een LDEB. Willen Waarom wil de gemeente betrokken zijn bij het oprichten van een LDEB? Draagt een LDEB bij aan de klimaatdoelen van de gemeente? Kunnen Kan de gemeente een wezenlijke bijdrage leveren aan een LDEB? Heeft de gemeente instrumenten beschikbaar (kennis en geld)? Mogen Is er politieke ruimte om mee te doen vanuit B en W en gemeenteraad? Kent de gemeente de speelruimte die overheden mogen nemen?

gemaakt door:

© 2010


Amersfoorts Afwegingskader Duurzaamheid Dit project draagt bij aan een gezond woon- en werkklimaat in Amersfoort. Dit project bevordert een veilige leefomgeving in Amersfoort. Dit project zorgt voor meer en kwalitatief hoogwaardig groen.

Dit project leidt tot meer diversiteit in wijken wat betreft leeftijd, opleidingsniveau en etniciteit. Dit project bevordert contact en verbondenheid tussen mensen. Dit project bevordert (actieve) betrokkenheid bij de leefomgeving.

Dit project bevordert sociaal-economische vooruitgang: betere scholing en banen voor Amersfoorters.

Dit project maakt dat kansen eerlijker worden verdeeld onder Amersfoorters. Dit project bevordert de toegankelijkheid van publieke voorzieningen, zoals de zorg. Dit project bevordert betere arbeidsomstandigheden, ook in de rest van de wereld.

Leefomgeving

Sociale samenhang

Ontwikkeling

Cultuur

Dit project vermindert het aantal auto-kilometers, bijvoorbeeld door thuiswerken. Dit project bevordert duurzame mobiliteit, zoals gebruik van openbaar vervoer of fiets.

Verkeer

Dit project bevordert een breed en divers aanbod van publieke voorzieningen. Dit project verstevigt de economische positie van Amersfoort in de regio. Dit project verbetert de gemeentelijke samenwerking: met het bedrijfsleven en de regio.

Waardecreatie

Welke aspecten van duurzaamheid stelt de gemeente Amersfoort voorop?

Economische structuur

Dit project maakt Amersfoort beter bereikbaar over weg, spoor en water. Dit project bevordert (duurzaam) ondernemerschap in Amersfoort. Dit project bevordert een divers aanbod van bedrijfslocaties. Dit project verbetert de gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven.

Vestigingsklimaat

Dit project bevordert de werkgelegenheid in Amersfoort. Dit project bevordert de toegang tot werk voor Amersfoorters. Dit project verbetert de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt.

Arbeidsmarkt

Dit project vergroot het innovatief vermogen van het Amersfoortse bedrijfsleven. Dit project bevordert de ontwikkeling van creatieve sectoren als ontwerp, advies en technologie. Dit project bevordert innovatie in het onderwijs, bijvoorbeeld wat betreft methodes en financiering. Dit project bevordert een langere levensduur van producten.

Innovatie

Dit project vermindert de noodzaak tot nieuwe investeringen of maakt deze overbodig. Dit project leidt tot besparingen op exploitatie, onderhoud en beheer van gemeentelijk eigendom. Dit project leidt tot lagere (sociale) uitgaven, bijvoorbeeld door minder werkloosheidsuitkeringen. Dit project leidt tot kostenbesparing bij de aanschaf van goederen en diensten.

Gemeentelijke bestedingen

in opdracht van:

Planet

Dit project speelt in op de gevolgen van klimaatveranderingen, zoals stijging van het waterpeil. Dit project vermindert de uitstoot van broeikasgassen.

Energie

Dit project vermindert het energiegebruik, bijvoorbeeld in woningen of in het verkeer. Dit project bevordert inzet van de duurzame energiebronnen zon, wind, water en biomassa. Dit project minimaliseert de inzet van fossiele brandstoffen. Dit project bevordert de terugwinning van energie.

Solidariteit

Dit project verbreedt en bestendigt het Amersfoortse cultuuraanbod. Dit project bevordert gebruik van culturele voorzieningen. Dit project verstevigt de Amersfoortse identiteit.

Dit project verhoogt het gemiddelde inkomen van Amersfoorters. Dit project bestendigt economische groei op lange termijn. Dit project maakt gemeentelijk eigendom, zoals grond, waardevoller. Dit project boekt winst door middelen als geld, mensen en grondstoffen efficiënt in te zetten. Dit project komt positief uit de kosten-batenanalyse.

People

Klimaat

Lucht

Dit project verbetert de luchtkwaliteit, binnenshuis en buitenshuis.

Water

Dit project vermindert het waterverbruik. Dit project verbetert de kwaliteit van water, zowel aan de oppervlakte als in de grond. Dit project beperkt (de gevolgen van) verdroging en wateroverlast.

Bodem

Dit project verbetert de bodemkwaliteit.

Ruimte

Dit project draagt bij aan efficiënt gebruik van ruimte, bijvoorbeeld door meervoudig ruimtegebruik. Dit project houdt rekening met bestaande omgevingskenmerken.

Natuur & landschap

Grondstoffen

Profit

Proces

Duurzaamheid betekent oog voor de toekomst. Duurzame projecten wentelen schadelijke effecten niet af op toekomstige generaties of op andere plaatsen in de wereld. Ieder duurzaam project houdt rekening met zoveel mogelijk aspecten van duurzaamheid. Dit afwegingskader geeft een overzicht van de aspecten van duurzaamheid die de gemeente Amersfoort voorop stelt. De duurzaamheidsaspecten zijn ingedeeld in vier categorieën: People, Planet, Profit en Proces.

Slaagkans

Bewustwording

Toekomstbestendigheid

Dit project verbetert de kwaliteit van de natuur en het landschap. Dit project versterkt de ecologische structuur. Dit project vergroot de diversiteit en levensvatbaarheid van (gebiedseigen) planten en dieren.

Dit project vermindert het gebruik van grondstoffen. Dit project bevordert gebruik van duurzame grondstoffen. Dit project vermindert de afvalproductie. Dit project bevordert hergebruik.

Dit project inventariseert vooraf en integraal kansen en knelpunten. Dit project bevordert draagvlak en efficiëntie door belanghebbenden te betrekken in de beleidscyclus. Dit project bevordert de dialoog van de gemeente met inwoners en bedrijven. Dit project is in de uitvoering veilig en gezond.

Dit project bevordert draagvlak voor en kennis van duurzaamheid onder Amersfoorters. Dit project verhoogt de status van duurzame producten. Dit project bevordert dat inwoners en werknemers zelf investeren in duurzaamheid. Dit project bevordert een duurzame leefstijl, bijvoorbeeld bij de keuze voor een vervoermiddel.

Dit project is ook waardevol op de lange termijn. Dit project dient als voorbeeld voor andere projecten. Dit project wordt geëvalueerd en continu verbeterd.

People betekent dat een project een positieve uitwerking heeft op mens en samenleving. Planet gaat over het behoud van de mondiale ecosystemen en voorraden. Profit betreft winstmaximalisatie. De vierde P, Proces, gaat over de procesmatige aspecten die bijdragen aan het succes van een project. gemaakt door:

©2010


de Cradle to Cradle kaart Welke voordelen biedt C2C mijn organisatie? Winst boeken

Wat is C2C in een notendop?

C2C helpt producenten en producten waarde toe te voegen aan hun omgeving. C2C helpt anticiperen op de eindigheid van de voorraad van grond- en hulpstoffen. C2C helpt om mensen bij duurzame ontwikkeling te betrekken door het positief te benaderen. C2C helpt, doordat het open source is, ervaringen te delen en steeds betere oplossingen te vinden. C2C helpt om kosten te besparen door slim te (her)ontwerpen. C2C helpt om de opbrengsten te verhogen, omdat het nieuwe kansen biedt.

C2C betekent ‘van wieg tot wieg’ en is ontstaan als antwoord op het ‘van wieg tot graf’-denken. C2C is uitgewerkt door Michael Braungart en William McDonough, onder andere in het gelijknamige boek. C2C is een nieuwe visie op duurzame ontwikkeling: de wereld beter achterlaten dan we haar aantroffen. C2C is een manier van werken: zo ontwerpen en produceren dat er geen afval ontstaat. C2C is een manier van denken: doe de dingen goed in plaats van minder slecht. C2C is een optimistische visie: groei kan goed zijn zolang we meer positief bijdragen dan we verbruiken. C2C-oplossingen zijn goed voor de ecologie én de economie én hebben een sociale meerwaarde. C2C is een antwoord op een traditie van criticasters als de Club van Rome, die grenzen aan groei voorzien.

Verantwoord groeien C2C helpt om te groeien en tegelijk verantwoordelijkheid te nemen voor de wereld. C2C helpt om te groeien en tegelijk verantwoordelijkheid te nemen voor onszelf.

Welke doelen horen bij C2C?

Welke WerkWijze biedt C2C mijn organisatie?

De wereld beter achterlaten dan we haar hebben aangetroffen

Intelligent ontwerpen

C2C-oplossingen stellen dat de mens als onderdeel van het systeem de wereld verrijkt in plaats van verarmt. C2C-oplossingen behouden of vergroten de diversiteit, voor mens en natuur. C2C-oplossingen kennen geen afwenteling naar mens en milieu; ook niet elders en in de toekomst.

Denk en werk ‘synchroon’: over alles tegelijk, aan alles tegelijk, met iedereen tegelijk. Vermijd gebruik van grondstoffen die schadelijk zijn voor de menselijke of ecologische gezondheid. Ontwerp zo dat je producten makkelijk uit elkaar kunt halen, zodat je grondstoffen opnieuw kunt inzetten. Ontwerp en produceer zo dat stoffen in hun biologische of technologische kringloop blijven. Voorkom menging van materialen die moeilijk van elkaar te scheiden zijn.

Ecologie: ecologische meerwaarde bieden

Wat is Cradle to Cradle (C2C) en wat kan het voor mijn organisatie betekenen?

Intelligent produceren Voorkom verspilling van grondstoffen en energie en bespaar hiermee ook kosten. Gebruik lokale mogelijkheden optimaal, waardoor je de wereld minder belast en vaak kosten bespaart. Benut de volledige keten om kringlopen te sluiten. Respecteer mensen en zet hen optimaal in, waardoor gezondheidskosten en personeelsuitval zullen dalen. Gebruik duurzame, schone energie via inkoop of eigen opwekking.

Intelligent vermarkten Creëer een nieuwe markt voor gebruikte grondstoffen, waardoor afval verdwijnt. Overweeg het verkopen van de functie of het gebruik van je product, in plaats van het eigendom ervan. Innoveer en verbeter daarmee je concurrentiepositie.

C2C-oplossingen sluiten de biologische kringloop: biologische materialen zijn afbreekbaar zonder milieuschade. C2C-oplossingen sluiten de technologische kringloop: veilige materialen kunnen veilig hergebruikt worden.

Economie: economische meerwaarde bieden C2C-oplossingen zijn (in potentie) winstgevend: ze verlagen de kosten of verhogen de opbrengsten.

Sociaal: sociaal-culturele meerwaarde bieden C2C-oplossingen dragen bij aan rechtvaardigheid: tussen mensen en tussen generaties. C2C-oplossingen bieden mensen een gezond leefklimaat, bij de productie en bij gebruik van een product. C2C-oplossingen bieden plezier, in het werk en bij het gebruik van producten.

Welke denkWijze biedt C2C mijn organisatie? Ambitieus Doe de dingen goed in plaats van minder slecht. Doe meer goed dan wat nodig is voor je eigen, directe succes. Verander niet het recept, maar het menu: ontwerp geen nieuwe auto, maar een nieuw vervoersconcept. Respecteer de maker, transporteur en gebruiker van je product. Stel doelen voor de lange termijn, bijvoorbeeld voor over tien of vijftien jaar. Weeg ieder handelen af tegen de (toekomstige) effecten op jezelf en op de omgeving.

Welke begrippen gebruikt C2C? Eco-effectiviteit: ecologische, economische en sociaal-culturele meerwaarde bieden. Eco-efficiëntie: de schade aan mens en milieu minimaliseren. De Biosfeer: het geheel van alle biologische materialen. Biologische kringloop: de cyclus waarin biologische materialen aan de natuur worden onttrokken, benut en teruggegeven. De Technosfeer: het geheel van alle synthetische materialen en mineralen.

Optimistisch

Technologische kringloop: de cyclus waarin technologische materialen worden onttrokken, benut en (her)gebruikt. Upcycling: het hergebruiken van materialen waarbij deze hun waarde behouden of vergroten en afval verdwijnt.

Richt je op groei en ontwikkeling, niet op grenzen: positieve groei is goed. Ga uit van kansen en uitdagingen en leer van elkaars fouten en resultaten. Respecteer en geniet van diversiteit van culturen, wensen, behoeftes en van biodiversiteit.

Realistisch

Downcycling: het hergebruiken van materialen waarbij deze uiteindelijk hun waarde verliezen (de gangbare recycling). Intelligent ontwerpen: producten zo ontwerpen dat ze bij de productie en/of het gebruik ervan waarde toevoegen aan het systeem waar ze deel van uitmaken. X-list: een lijst giftige stoffen die schade toebrengen. P-list: een lijst stoffen die veilig zijn in het gebruik.

Wees zo goed als je kunt zijn met wat er is. Blijf niet hangen in schuldgevoel, maar gebruik juist je capaciteiten om een bijdrage te leveren. Wacht niet op anderen, neem zelf verantwoordelijkheid.

in opdracht van:

Deze Informatiekaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek en denksessies met deskundigen op het gebied van Cradle to Cradle. De deskundigen zijn uitgenodigd door het Cradle to Cradle aanjaagteam van VROM en Senter Novem. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. Deze kaart is Cradle to Cradle gedrukt.

gemaakt door:

© 2009



de Cradle to Cradle kaart voor de bouW Wat is C2C in een notendop? C2C is een visie op duurzame ontwikkeling: de wereld beter achterlaten dan we haar aantroffen. C2C sluit kringlopen van materialen, zowel biologisch als technologisch. C2C is een manier van denken: doe de dingen goed in plaats van minder slecht. C2C is een manier van werken: zo ontwerpen en bouwen dat grondstoffen behouden blijven. C2C betekent ‘van wieg tot wieg’ en is een antwoord op het ‘van wieg tot graf’-denken. C2C is uitgewerkt door chemicus Michael Braungart en architect William McDonough. C2C is een optimistische visie: groei is goed als we kwaliteit toevoegen aan onze omgeving. C2C-oplossingen zijn goed voor de ecologie èn de economie èn hebben een sociale meerwaarde.

Met Welke WerkWijze kan de bouW C2C realiseren? Organiseer vooraf duurzame betrokkenheid Mobiliseer vanaf het eerste idee alle belanghebbenden, zoals gebruikers, installateurs en slopers. Werk alleen met (bouw)partijen die ook C2C willen nastreven en haal nieuwe partijen hiertoe over. Maak vooraf inzichtelijk wat de integrale kosten van een bouwwerk zijn (‘total cost of ownership’). Verbind ontwerper, bouwer en beheerder duurzaam met innovatieve contracten en verdienmodellen.

Maak gebruik van het bestaande Profiteer van bestaande kennis en verspreid nieuwe kennis tussen disciplines (‘open source’). Overweeg hergebruik van bestaande bouwwerken alvorens te beginnen met nieuwbouw. Inventariseer lokale kansen en kwaliteiten en benut deze (natuurlijke bronnen, lokale ondernemers).

Wat zijn de voor- en nadelen van C2C voor de bouW?

Ontwerp effectief en vooruitstrevend

C2C helpt de bouw meer waarde te creëren

Neem het gebruik, het hergebruik en de sloop van het bouwwerk als uitgangspunt voor het ontwerp. Ontwerp demontabel en flexibel zodat de functie van het bouwwerk ook aan nieuwe wensen kan voldoen. Gebruik materialen en bouwelementen die na gebruik hun waarde kunnen behouden of vergroten. Standaardiseer de generieke (en niet zichtbare) onderdelen van een bouwwerk. Gebruik alleen materieel dat onder goede arbeidsomstandigheden is vervaardigd en toepasbaar is.

Ontwerp bouwwerken die meerwaarde bieden Ontwerp bouwwerken die mooi, bruikbaar en gezond zijn voor de (toekomstige) gebruikers . Verbeter de omgeving door met een bouwwerk bij te dragen aan de kwaliteit van lucht, grond en water. Geef planten en dieren (biodiversiteit) een plek in het bouwwerk en compenseer zo het ruimtegebruik. Streef naar milieu- en energiewinst over de hele levenscyclus en gebruik duurzame energie.

Bouw in één keer goed Gebruik alleen ‘goede’ materialen: niet giftig bij de productie en in gebruik. Borg kennis over de samenstelling van materiaal, bijvoorbeeld door een chip in materiaal te plaatsen. Plan de aan- en afvoer van mensen en materialen (bouwafval) vooraf en zo optimaal mogelijk. Deel kennis met alle uitvoerenden (zodat ook bouwvakkers weten dat purschuim niet meer kan). Werk samen met omwonenden en belanghebbenden en maak het bouwen zelf al tot een feest.

voordelen

Wat betekent C2C voor de bouw?

C2C helpt de bouw effectiever te werken C2C betrekt alle belanghebbbenden bij het bouwproces en biedt hen een gedeelde taal. C2C maakt nieuwe oplossingen mogelijk, bijvoorbeeld wat betreft materiaalkeuze. C2C is een stimulans voor (wetenschappelijk) onderwijs en onderzoek naar bouwinnovaties. C2C draagt bij aan de gezondheid, het welzijn en het plezier van bouwers zelf.

C2C vraagt een investering van de bouw C2C stelt hogere eisen aan de projectvoorbereiding dan nu: inhoudelijk en procesmatig. C2C vereist nu investeringen, terwijl het rendement zichtbaar wordt op de lange termijn.

C2C is groter dan de bouw alleen

nadelen Welke doelen biedt C2C de bouW? Met bouwwerken ecologische meerwaarde bieden Bouwwerken creëren die tijdens bouw en in gebruik positief bijdragen aan de ecologische omgeving. Hergebruik van grondstoffen realiseren door zuivere materialen te gebruiken en deze zuiver te houden. Energiebewuste ontwerpen en hernieuwbare energie toepassen in ontwikkeling, gebruik en sloop.

C2C dwingt tot innovatieve producten en integrale oplossingen. C2C biedt opdrachtgevers en gebruikers beter resultaat: gezondere, waardevollere bouwwerken. C2C dwingt tot een beter inzicht in kosten en baten. C2C gaat er vanuit dat meer bouwen goed is en dat biedt de bouw continuïteit. C2C biedt de bouw de kans een voortrekkersrol te vervullen bij het streven naar een betere wereld.

C2C vereist de inzet van opdrachtgevers en alle aanpalende sectoren en beleidsterreinen. C2C drijft op multidisciplinaire samenwerking en vereist meer kennisdeling in de bouw. C2C is pas echt succesvol als ook de gebruiker van het bouwwerk zijn of haar gedrag verandert.

C2C is in de bouw nog moeilijk uitvoerbaar C2C is zo veelomvattend dat het nog lastig is te bepalen hoe C2C een project daadwerkelijk is. C2C gaat uit van genoeg schone energie en biedt nog geen oplossing voor het CO2- en energievraagstuk. De gemonopoliseerde certificering beperkt momenteel innovaties en het C2C-idee van ‘open source’.

Met bouwwerken economische meerwaarde bieden Optimaal gebruik maken van (schaarse) middelen als geld, ruimte, materieel en mensen. Profiteren van wat de omgeving biedt aan bronnen als water, lucht, grondstoffen en energie. Levensloopbestendige bouwwerken creëren waarvan de functie kan worden veranderd. Doorbouwen en tegelijkertijd de bouwmogelijkheden voor volgende generaties op peil houden.

Met bouwwerken sociaal-culturele meerwaarde bieden Bouwwerken neerzetten die positief bijdragen aan de sociale omgeving; veiliger, mooier en gezonder. Plezier, gezondheid en veiligheid voor alle betrokkenen bij het bouwwerk, met name de gebruikers.

Welke begrippen gebruikt C2C? Eco-effectiviteit: met bouwwerken ecologische, economische en sociale meerwaarde bieden; bij de totstandkoming en in gebruik. Biologische kringloop: cyclus waarin biologische materiaal ontstaat, wordt benut en teruggegeven. Technologische kringloop: cyclus waarin technologisch materiaal wordt gedolven, geproduceerd, benut en hergebruikt. Upcycling: het hergebruiken van bouwmaterialen waarbij deze hun waarde behouden of vergroten. X-list: een lijst giftige stoffen die schade toebrengen en niet mogen worden gebruikt in bouwwerken. P-list: een lijst van stoffen die veilig zijn in het gebruik en kunnen worden gebruikt in bouwwerken.

Deze Informatiekaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek en denksessies met deskundigen uit de bouwsector, op het gebied van Cradle to Cradle (C2C). De sessies vonden plaats verspreid door Nederland. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. Deze kaart is Cradle to Cradle gedrukt. Dit betekent dat het papier en de inkt van deze kaart voldoen aan de certificeringseisen van EPEA. Vragen, opmerkingen of suggesties? info@c2cindebouw.nl

in opdracht van:

gemaakt door:

© 2009


afWegingskader dUUrzaamheid Dit project verbetert de gezondheid van de Utrechters. Dit project is gericht op een gezonde en veilige leefomgeving. Dit project verbetert de arbeidsomstandigheden in Utrecht. Dit project zorgt ervoor dat Utrechters meer bewegen/sporten. Dit project brengt Utrechters vaker buiten.

gezondheid

Dit project draagt bij aan de externe veiligheid, het voorkomt rampen. Dit project verhoogt de sociale veiligheid voor de Utrechters. Dit project leidt tot minder ziekenhuisopnames en minder doden.

Veiligheid

Dit project geeft Utrechters meer invloed op hun leefomgeving. Dit project levert betaalbare woningen van een goede kwaliteit op. Dit project vermindert de vervuiling van de openbare ruimte in Utrecht. Dit project bevordert het contact en de communicatie tussen de Utrechters. Dit project respecteert of versterkt de bestaande sociale verbanden. Dit project bevordert wederzijds respect en begrip. Dit project draagt bij aan een evenwichtige bevolkingsopbouw. Dit project draagt bij aan de identiteit van de provincie Utrecht. Dit project biedt ruimte aan zowel de eigen identiteit als aan de diversiteit.

Leefomgeving

Dit project verbetert de luchtkwaliteit in Utrecht. Dit project vermindert de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen. Dit project vermindert de geluidsoverlast. Dit project creĂŤert meer donkere plekken in Utrecht en vermindert lichtoverlast. Dit project vermindert de schadelijke invloed van stralingsvelden. Dit project vermindert geuroverlast.

Water

Dit project vermindert het watergebruik. Dit project vermindert de verontreiniging van het grond- en oppervlaktewater. Dit project verbetert de opvang van (regen)water in de provincie. Dit project houdt het grondwaterniveau in Utrecht op peil.

Bodem

Dit project verbetert de bodemkwaliteit in Utrecht. Dit project zorgt voor de juiste kwaliteit van de bodem voor de beoogde functie.

ruimte

Dit project benut de ruimte zo goed mogelijk: meervoudig en multifunctioneel. Dit project verhoogt de ruimtelijke kwaliteit en/of samenhang.

natuur & Landschap

Dit project maakt de natuur gevarieerder en meer levensvatbaar. Dit project draagt bij aan de ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur. Dit project bevordert de biologische landbouw. Dit project verhoogt het welzijn van dieren. Dit project ontwikkelt of behoudt landschappelijke en stedelijke kernkwaliteiten.

grondstoffen

Dit project beperkt het verbruik van primaire grondstoffen. Dit project gebruikt grondstoffen zodanig dat ze weer terugkomen in de kringloop. Dit project beperkt het gebruik van giftige en gevaarlijke stoffen.

klimaat

Dit project vergroot de klimaatbestendigheid van de provincie. Dit project vermindert de uitstoot van broeikasgas.

middelen Provincie

Dit project realiseert een kostenverlaging voor de provincie. De totale kosten (investering + exploitatie) van dit project zijn zo laag mogelijk. Dit project verlaagt de kosten van andere projecten. Dit project kan (deels) bekostigd worden via investeringen door andere partijen. Dit project verhoogt de opbrengsten voor de provincie. De terugverdientijd van dit project is zo kort mogelijk.

middelen Burgers en Bedrijven

Dit project leidt voor burgers tot lastenverlichting of besparing. Dit project verhoogt het (gemiddelde) inkomen van de Utrechters. Dit project verhoogt de waarde van onroerend goed van burgers. Dit project verhoogt de winst of de omzet van de bedrijven in de provincie.

economische structuur

Dit project verbetert het Utrechtse vestigingsklimaat. Dit project verbetert de bereikbaarheid en/of mobiliteit in Utrecht. Dit project bevordert de samenwerking tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Dit project genereert nieuwe economische activiteiten of investeringen in de provincie. Dit project bevordert de innovatie in Utrecht. Dit project vergroot op termijn de veerkracht en het aanpassingvermogen van de economie. Dit project maakt Utrecht meer zelfvoorzienend; het verhoogt de voedsel- en energiezekerheid.

arbeidsmarkt

Dit project realiseert werkgelegenheid in de provincie (passend bij het opleidingsniveau). Dit project bevordert de deelname aan de arbeidsmarkt van Utrechters. Dit project investeert in het toekomstperspectief van de Utrechters.

people planet Woonomgeving

sociale samenhang & identiteit

Welke aspecten

Dit project vergroot de kennis en vaardigheden van de Utrechters. Dit project bevordert de politieke en/of sociale participatie. Dit project maakt informatievoorziening toegankelijker. Dit project vergroot de keuzevrijheid van de burger.

Ontwikkeling & Participatie

Dit project draagt bij aan behoud, benutten en bekendheid van ons cultureel erfgoed. Dit project stimuleert de identiteit en culturele uitingsvormen van de diverse Utrechters. Dit project bevordert de creativiteit van de Utrechters.

Cultuur

Dit project zorgt voor een eerlijker verdeling van de welvaart. Dit project zorgt voor een eerlijker verdeling van kansen. Dit project stimuleert het respecteren van mensenrechten. Dit project vergroot de toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen.

rechtvaardigheid

in opdracht van:

energie

Dit project vermindert het energiegebruik in Utrecht. Dit project verhoogt het aandeel groene energie in de energieproductie in Utrecht. Dit project verhoogt het aandeel groene energie in de consumptie. Dit project vergroot het aandeel van het openbaar vervoer in de vervoersstromen.

bepalen volgens de provincie

Utrecht

de duurzaamheid

Dit project voorkomt afwenteling op toekomstige generaties. Dit project heeft een langdurig positief effect. Dit project is goed geborgd: op termijn is het positieve effect gewaarborgd.

Tijd

Dit project vermindert nadelige effecten op andere plaatsen in de wereld. Dit project heeft een positief effect op andere plaatsen in de wereld. Dit project heeft een positief effect op de directe omgeving.

Plaats

Dit project betrekt belanghebbenden bij projectvorming en uitvoering. Dit project borgt continue verbetering van processen. Dit project heeft een voorbeeldfunctie.

Proces

Dit project is repliceerbaar op andere plekken. Dit project biedt ruimte om nieuwe kennis en inzichten mee te nemen

flexibiliteit

van haar projecten?

effect profit

gemaakt door:

Š 2008


Dieren zijn afhankelijk van de mens, dat geeft ons een morele plicht goed voor ze te zorgen. Dieren hebben recht op een fatsoenlijk bestaan omdat dieren intrinsiek waarde hebben. Meer dierenwelzijn is goed omdat het hoort bij een hoger niveau van beschaving. Dieren ervaren positieve en negatieve impulsen, daar moeten we rekening mee houden. Meer dierenwelzijn hoort in de bredere trend van verantwoord ondernemen en consumeren. Meer dierenwelzijn is goed volgens sommige religieuze levensbeschouwingen.

Dieren hebben geen moreel recht op welzijn omdat ze intrinsiek geen waarde hebben. De mens staat bovenaan de evolutionaire ladder en mag dieren desgewenst gebruiken. Meer dierenwelzijn is onnodig omdat dieren niet bewust kunnen ‘lijden’. Het is decadent om dieren als mensen te gaan beschouwen. Het is voor Nederlandse boeren niet eerlijk hier meer dierenwelzijn te eisen en in het buitenland niet.

De vleesvraag daalt (productie is duurder) dus krimpt de veestapel en daalt de uitstoot van broeikasgas. Minder veehouderij betekent dat er minder import van soja en maïs als diervoeder nodig is. Minder vraag naar diervoeder betekent minder grondbeslag en ontbossing in het buitenland. Een kleinere veestapel betekent schoner drink- en oppervlaktewater en een schonere lucht. Diervriendelijkere veehouderij past beter in een natuurlijk landschap.

Diervriendelijke veehouderij legt een groter beslag op de ruimte. Diervriendelijke productie kan grootschalig (varkensflat) en dat past niet altijd in een natuurlijke omgeving. Dieren die buiten lopen vervuilen het milieu extra met hun mest en broeikasgassen (methaan). Jachtverboden maken het lastig de wildstand te controleren. Meer dierenwelzijn in Nederland betekent meer import van goedkoop en minder duurzaam geproduceerd vlees uit andere delen van de wereld.

Diervriendelijk geproduceerd vlees heeft meer smaak. Consumenten hoeven zich minder schuldig te voelen over het eten van vlees. Duurder vlees drukt de overmatige consumptie van vlees. Meer dierenwelzijn lokt productdifferentiatie uit waardoor consumenten meer keus krijgen.

Voor Voor

Tegen

Tegen

Ethiek Voor

Voor

Natuur & Milieu

Tegen

Voor

Voor

Tegen

Dankzij meer dierenwelzijn kunnen recreanten genieten van een mooier en diverser platteland. Door verantwoorde productie krijgt de consument meer respect voor het boerenbedrijf. Het werk en de leefomgeving van de dierhouder gaan erop vooruit. Beter diervoer leidt tot minder poepproductie bij honden en katten, en dus minder overlast. Meer ruimte voor wilde dieren betekent nieuwe mogelijkheden voor recreatie en toerisme.

Sociaal

Wat zijn de argumenten voor en tegen meer dierenwelzijn?

Tegen

Met meer dierenwelzijn boort de verwerkende sector nieuwe markten aan voor duurzame producten. Meer diervriendelijkheid dwingt tot innovatie in de huisvesting en in het transport van dieren. Met meer diervriendelijkheid neemt het dierentransport af, en daarmee de files. Meer dierenwelzijn verhoogt mogelijk de toegevoegde waarde in de kolom. Meer diervriendelijkheid betekent een beter imago voor Nederland als exportland. Volgens supermarkten willen consumenten 15 procent meer betalen voor diervriendelijke producten.

in opdracht van:

Wanneer dieren meer buiten lopen, zullen er meer uitbraken van epidemieën zijn. De ecologische infrastructuur voor wilde dieren verhoogt het verspreidingsrisico van ziektes. Door meer dierenwelzijn worden dieren ouder, wat meer ziektes met zich meebrengt. Sommige doorgefokte diersoorten zijn niet meer geschikt voor een natuurlijker leefwijze, zoals bepaalde dikbillen.

Dier­ gezondheid

Meer dierenwelzijn maakt vlees zo duur, dat het alleen nog voor rijkere mensen betaalbaar is. Meer stof en minder hygiëne zijn slecht voor de gezondheid van de boer. Sportvissers en jagers worden beperkt bij het uitvoeren van hun hobby. Meer dierenwelzijn beperkt de mogelijkheden voor circussen en dierentuinen. Het afschaffen van de muilkorf voor honden en van het onthoornen van koeien is riskant. Meer dierenwelzijn kan betekenen dat sommige mensen hun hobby- of gezelschapsdier niet meer kunnen houden.

Beter diervoer leidt tot minder verontreiniging in vlees, zoals dioxine in kippen. Beter diervoer leidt tot minder besmettingen en ziektes, zoals BSE. Minder preventief antibioticagebruik vermindert de kans op bacteriële resistentie, wat een gevaar is voor de volksgezondheid.

Voedsel­ veiligheid

Consumptie Meer buitenloop vraagt om meer vaccinatie en de consument ervaart dat mogelijk als onveilig. Doordat dieren ouder worden, wordt het vlees taaier. Meer bewustzijn van het ‘dode dier’ op het bord vermindert het eetplezier. Door een jachtverbod of -beperking wordt de consumptie van wild en bont onmogelijk of fors duurder. De kwaliteit van leer is minder goed te bewaken en gaat dus achteruit.

Minder ingrepen betekent minder stress en een hogere weerstand voor de dieren. Door meer bewegingsruimte en meer ventilatie komen bepaalde ziektes minder voor. Door minder transport neemt de kans op verspreiding van besmettelijke ziektes af. Dankzij kleinschaligheid raken bij een uitbraak minder dieren betrokken bij een epidemie.

Economie

Voor

Tegen

Tegen

Meer besmetting door buitenloop leidt tot meer antibioticagebruik en de bijbehorende bacteriële resistentie. Meer buitenloop leidt tot meer besmettingen en ziektes, zoals vogelgriep. Meer buitenloop leidt tot meer verontreiniging van het vlees, zoals dioxine in kippen. In een minder gecontroleerde omgeving is het moeilijker de voedselveiligheid te bewaken.

Meer dierenwelzijn verhoogt de kosten van productie, transport en slacht. Minder gecontroleerde productie verhoogt de kans op bepaalde dierziekten, dat leidt tot extra kosten. Als de extra kosten niet geheel doorberekend kunnen worden, neemt de winstgevendheid van de sector af. De hogere kosten verslechteren de concurrentiepositie van Nederland. Vaccinaties die nodig zijn ter voorkoming van epidemieën, beperken de exportmogelijkheden. Door meer toezicht op dierenwelzijn nemen de administratieve lasten en de handhavingskosten toe. Bij de aanleg van infrastructuur is dierenwelzijn een extra kostenpost; denk aan wildovergangen. Meer dierenwelzijn drukt de omzet van bedrijven die bezig zijn met de jacht- en hengelsport.

Deze Argumentenkaart geeft een overzicht van de belangrijkste argumenten voor en tegen meer dierenwelzijn. De kaart is tot stand gekomen op basis van groepsinterviews met deskundigen, zowel ambtenaren van het ministerie als wetenschappers, woordvoerders uit de sector en van belangenorganisaties. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk.

gemaakt door: ©


Eco-effectiviteit: de wereld beter achterlaten dan we haar hebben aangetroffen C2C deelt de doelstelling van Balkenende IV dat we de wereld beter moeten achterlaten. C2C stelt zich ten doel productieprocessen zo in te richten dat alle afval herbruikbaar is.

Ecology: C2C moet ecologisch meerwaarde bieden C2C heeft als doel producten herbruikbaar of biologisch afbreekbaar te maken. C2C stelt dat recycling meestal downcycling is en dus moet worden voorkomen. C2C streeft naar het sluiten van kringlopen (grondstoffen, energie, water). C2C stelt natuurlijke hulpbronnen niet sneller te gebruiken dan dat ze worden aangevuld. C2C steeft naar een wereld waarin afval voedsel is.

Economy: C2C moet economisch meerwaarde bieden C2C stelt dat oplossingen bij moeten dragen aan de economische groei. C2C produceren kan tegen lagere kosten en hogere opbrengsten.

EEn aantal ambitiEUzE doElEn

C2C produceren kan tegen lagere kosten

Equity: C2C moet sociaal meerwaarde bieden Cradle tot Cradle ontwerp is de basis voor een gezond klimaat voor het individu. Het C2C-concept is zeer consumentgericht. Het moet ook gewoon leuk zijn: Cradle to Cradle werkt op basis van plezier.

EEn EConomisChE instEEk

Het Cradle tot Cradle-denken is de tegenhanger van de heersende ‘wieg tot graf’-denken. C2C is het herontwerpen van productieprocessen zodat afval weer voedsel kan zijn. C2C is ambitieuzer dan duurzaamheid; verminderen (minder slecht zijn) is niet goed genoeg.

Equity, Ecology, Economy Equity, Ecology en Economy zijn de C2C-termen voor People, Planet en Profit.

De Biosfeer en de Technosfeer

Eco-efficiëntie versus Eco-effectiviteit Eco-efficiëntie is de (onjuiste) strategie om duurzaam de schade te willen minimaliseren. Eco-effectiviteit is het (juiste) streven naar economische, ecologische en sociale meerwaarde.

C2C produceren kan opbrengsten verhogen C2C draagt bij aan een beter imago en dito verkopen. C2C stimuleert innovatie en verhoogt het competitief voordeel van organisaties. C2C creëert een nieuwe markt voor gebruikte grondstoffen (afval heeft waarde). C2C betekent klantenbinding (leaseconstructie vervangt incidentele verkoop). C2C draagt bij aan de kwaliteit van producten en het productieproces. C2C verhoogt de tevredenheid en arbeidsproductiviteit van werknemers.

Cradle to Cradle

In de biosfeer moet de cyclus voor het gebruik van biologische materialen gesloten worden. In de technosfeer moet de cyclus van synthetische materialen en mineralen gesloten worden. Het streven is producten volledig biologisch afbreekbaar en/of volledig herbruikbaar te maken.

Minder grondstoffengebruik (hergebruik) bespaart kosten, zeker gezien de toenemende schaarste. C2C-produceren bespaart energie waardoor de kosten dalen. De vervolgfase van een product wordt meegenomen, de restwaarde is daardoor hoger. Respect voor mensen verlaagt de gezondheidskosten en vermindert personeelsuitval. Toetsen van de toeleveranciers op duurzaamheid kan kostenbesparingen opleveren. Ontwerp gericht op desamblage kan zorgen voor een een efficiënter productieproces. ‘Intelligente ontwerpen’ maken op den duur milieuregelgeving overbodig. C2C kan kostenbesparend worden als er subsidie komt voor onschadelijke grondstoffen. C2C verlaagt het risico op boetes en het eventueel achteraf moeten betalen voor vervuiling Meervoudig ruimtegebruik kan kosten verlagen.

EEn brUikbaar bEgrippEn­ kadEr

Wat betekent Cradle to Cradle (C2C) voor de provincie Utrecht?

1. Ban slechte grondstoffen uit Gebruik geen grondstoffen die schadelijk zijn voor de menselijke of ecologische gezondheid. Op de X-list staan stoffen die giftig zijn.

2. Werk volgens geïnformeerde persoonlijke voorkeuren Wees zo goed als je kunt zijn met wat er is. Wees eco-intelligent (ga bewust om met grondstoffen). Heb respect voor maker, omgeving, transporteur en consument. Geef de voorkeur aan feest en vrolijkheid.

Upcycling versus Downcycling

3. Heroverweeg materiaalgebruik

Downcycling is het verbruik van materialen zodanig dat het elke waarde verliest. Upcycling is het gebruik van materialen zodat dit zijn waarde kan behouden.

EEn vijf­ stappEnplan

Intelligent ontwerp Intelligent ontwerp houdt rekening met alle effecten van een product, een dienst of een systeem.

Op de X-list staan stoffen die giftig zijn. Op de Gray-list staan schadelijke stoffen die minder urgentie behoeven. Op de P-list staan stoffen die niet giftig, niet schadelijk en wel biologisch afbreekbaar zijn.

4. Maak een nieuw ontwerp Afval moet voedsel kunnen zijn. Grondstoffen moeten komen van de P-list. Het ontwerp moet meerwaarde leveren voor Equity, Ecology en Economy. Het ontwerp moet zo goedkoop mogelijk, zo mooi mogelijk en zo goed mogelijk zijn.

C2C is een inspirerend marketingmiddel

5. Vind opnieuw uit

C2C is een goede marketingcampagne, vanuit een enthousiasmerend optimisme. C2C biedt voor de provincie Utrecht de mogelijkheid voorbeeldgedrag te vertonen. C2C is een manier om mensen tot duurzaamheid te verleiden.

Maak vooruitstrevende ontwerpen, bijvoorbeeld een geheel nieuwe transportinfrastructuur. Stel vooruitstrevende doelen, zoals een energie-opwekkende kas of een ‘nutrivehicle’. Grijp in op grote schaal: verander niet het recept, maar pak het menu aan.

C2C levert een manier van denken C2C is een denkproces: een manier om mensen anders te laten denken. C2C is ambitieus en innovatiebevorderend door grote dingen aan te pakken. C2C benadrukt de ontwerpfase. C2C betekent ketendenken en integrale beleidsafwegingen.

EEn maniEr van WErkEn

C2C focust op bepaalde beleidsterreinen C2C heeft vanwege de nadruk op ontwerp betekenis voor Ruimtelijke Inrichting. C2C heeft vanwege de nadruk op het gebruik van grondstoffen veel met Grondbeheer en Landbouw. C2C heeft als uitgangspunt invloed op Energiebeheer en Waterbeheer. C2C heeft als marketingverhaal betekenis voor Communicatie en Scholing. C2C staat in principe boven bepaalde beleidsterreinen (vanwege integrale aanpak).

in opdracht van:

gemaakt door: ©


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.