Financiële voordelen 50+ werknemers
Hoeveel korting kan ik als werkgever krijgen? Mijn korting kan oplopen tot 6.500 euro per jaar bij een volledige werkweek van de werknemer. De hoogte van mijn korting hangt af van het arbeidscontract en het uitkeringsverleden van de werknemer. Ik kan maximaal drie jaar korting krijgen.
Hoeveel bonus kan ik als werknemer krijgen? Mijn bonus kan oplopen tot 4.592 euro per jaar, afhankelijk van mijn geboortejaar en mijn salaris.
Korting op premies
Doorwerkbonus
Een aanvulling van de Belastingdienst op mijn bruto-jaarsalaris.
Wat is premiekorting? Het is een belastingkorting op mijn premies voor arbeidsongeschiktheid, voor werknemers boven de 50 jaar.
Hoeveel geld kan ik als werkgever krijgen? In het eerste ziektejaar 70 tot 100 procent van het salaris en in het tweede jaar 70 procent. Ik krijg maximaal 188 euro per dag. Ik kan maximaal twee jaar een bedrag ontvangen.
Welk financieel voordeel kan ik krijgen als 50+ werknemer of als werkgever?
Wat is geld bij ziekte?
Geld bij ziekte
Belastingkortingen
Ik kan geld krijgen vanaf het moment dat mijn werknemer veertien weken ziek is. Mijn werknemer had, voor deze bij mij kwam werken, minimaal een jaar een werkloosheidsuitkering. Mijn werknemer wordt ziek in de eerste vijf jaar nadat deze bij mij kwam werken.
Hoeveel korting kan ik als werkgever krijgen?
Wanneer krijg ik een bonus? Ik krijg een bonus als ik voor 1948 ben geboren en jaarlijks meer dan 8.859 euro verdien.
Hoeveel korting kan ik als werknemer krijgen?
Het is een bijdrage van het UWV Werkbedrijf aan het salaris van mijn zieke werknemers boven de 55 jaar.
Wanneer krijg ik geld?
Wat is een doorwerkbonus?
Mijn algemene heffingskorting is als 65-minner jaarlijks 1.987 euro en als 65-plusser 925 euro. Mijn ouderenkorting bedraagt 684 euro per jaar. Mijn arbeidskorting kan oplopen tot 2.273 euro, afhankelijk van mijn geboortejaar en mijn salaris. Mijn arbeidskorting wordt hoger vanaf het moment dat ik 57 jaar ben.
Wat zijn belastingkortingen?
Als werkgever
Als werknemer
Jaarlijkse kortingen op de inkomstenbelasting die ik betaal. Drie kortingen zijn belangrijk voor mij: de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de ouderenkorting.
Mijn korting is jaarlijks 3.247 euro als mijn werknemer regulier onderwijs volgt. Mijn korting is jaarlijks maximaal 5.953 euro als mijn werknemer in de praktijk leert. De hoogte van mijn korting hangt af van hoeveel salaris iemand krijgt en hoeveel iemand werkt.
Wat is korting bij basisscholing? Het is een korting op belasting en premie volksverzekeringen, als mijn werknemer een basisopleiding doet. Een basisopleiding houdt in een diploma op minimaal mbo-2, havo- of vwo-niveau (startkwalificatie).
Korting bij basisscholing
Persoonlijk budget
Hoeveel budget kan ik als potentiële werknemer krijgen? Mijn budget kan oplopen tot 2.500 euro, afhankelijk van mijn afspraken met budgetverstrekker UWV Werkbedrijf.
Wat is een persoonlijk re-integratiebudget?
Wanneer krijg ik korting?
Een bedrag dat mensen met een uitkering - potentiële werknemers - kunnen gebruiken om werk te vinden.
Mijn werknemer verdient jaarlijks minder dan 23.507 euro. Voor indiensttreding was mijn werknemer werkloos, in een re-integratietraject of volgde een basisopleiding. Mijn werknemer volgt een erkende opleiding.
Wanneer krijg ik een budget? Ik ben minimaal twaalf maanden werkloos en heb uitzicht op een baan.
Hoeveel geld levert een gratis proeftijd mij als werkgever op? Mijn financiële voordeel staat gelijk aan het salaris dat mijn werknemer normaal zou krijgen.
Wat is gratis proeftijd? Werknemers die drie maanden bij mij op proef komen werken en ondertussen een uitkering krijgen.
Wanneer krijg ik gratis proeftijd? Werknemer heeft een uitkering door werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of is Wajonger. Ik ben van plan de werknemer na de proef minimaal een half jaar bij mij in dienst te nemen.
in opdracht van:
Gratis proeftijd Deze Informatiekaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek, verricht in zomer 2010. De op de kaart genoemde regelingen en bedragen kunnen veranderen. De meest recente informatie staat op www.belastingdienst.nl en www.uwv.nl. Informatie over erkende opleidingen staat op www.cfi.nl (mbo) en www.ib-groep.nl (hbo en wo). Naast de op deze kaart genoemde generieke regelingen, kunnen werkgevers en 50+ werknemers mogelijk ook gebruik maken van regelingen die alleen gelden voor de sector waarin zij werken.
Officiële namen werkgeversregelingen Korting op premies: premiekorting Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) • Geld bij ziekte: compensatieregeling 55+ • Korting bij basisscholing: afdrachtvermindering startkwalificatie • Gratis proeftijd: proefplaatsing
gemaakt door:
© 2010
Voorwaarden De overledene was verzekerd voor de Algemene nabestaandenwet (Anw). De nabestaande verdient niet meer dan het vastgestelde grensbedrag van 2.263 euro bruto per maand met werk en ontvangt geen uitkering hoger dan 1.056 euro in verband met arbeid (2008). De nabestaande is jonger dan 65 jaar, niet gehuwd en niet samenwonend. Als de nabestaande na 1950 geboren is, moet hij/zij een kind jonger dan 18 jaar verzorgen of meer dan 45 procent arbeidsongeschikt zijn.
Hoogte De uitkering bedraagt maximaal 70 procent van het netto wettelijk minimumloon (maximaal 1.057 euro bruto in 2008, exclusief vakantie-uitkering).
Voorwaarden De voorwaarden zijn vastgelegd in reglementen en verschillen per fonds of verzekeraar. Werknemers zijn ouder dan de minimum deelnemersleeftijd (meestal 21 jaar).
Een Anwuitkering voor weduwen en weduwnaars
Hoogte
Uitvoerder De regeling wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Vanuit pensioenuitvoerders
zorg Vanuit de overheid
Voorwaarden De ontvanger is de achterblijvende ouder of duurzame verzorger van één of meer kinderen (halfwezen) onder de 18 jaar.
Hoogte De uitkering bedraagt 20 procent van het netto wettelijk minimumloon (243 euro bruto in 2008, exclusief vakantie-uitkering).
Een pensioenuitkering voor partners en (half)wezen
Uitvoerder
Een Anwuitkering voor halfwezen
De regeling wordt uitgevoerd door pensioenuitvoerders, pensioenfondsen of verzekeraars.
Uitvoerder
Keuzes
De regeling wordt uitgevoerd door de SVB.
Alle verzekerden kunnen het nabestaandenpensioen inruilen voor een hoger ouderdomspensioen of omgekeerd. Alle verzekerden kunnen het nabestaandenpensioen inruilen voor het eerder laten uitkeren van het ouderdomspensioen. Alle verzekerden kunnen het nabestaanden- en ouderdomspensioen overdragen aan een ander pensioenfonds. Soms kunnen verzekerden de verzekering op vrijwillige basis voortzetten na de start van een eigen bedrijf. Sommige pensioenregelingen bieden ook een eenmalige uitkering bij overlijden. Sommige pensioenregelingen bieden een aanvullende Anw-hiaatverzekering aan.
Voorwaarden De wees is jonger dan 16 jaar. Óf de wees is onder de 21 jaar en volgt onderwijs en/of de wees is niet getrouwd en verzorgt een broertje of zusje jonger dan 16 jaar. Óf de wees is arbeidsongeschikt en jonger dan 18 jaar.
Waaruit bestaat de financiële voorzorg voor nabestaanden?
Hoogte De uitkering bedraagt, los van het inkomen maar afhankelijk van de leeftijd, tussen de 32 en 64 procent van de bruto nabestaandenuitkering (338 tot 676 euro bruto in 2008, exclusief vakantie-uitkering).
De uitkering is afhankelijk van de aard van het dienstverband op moment van overlijden en van de pensioenregeling: opbouwbasis, risicobasis of een mengvorm. Bij een regeling op opbouwbasis krijgt de nabestaande het opgebouwde bedrag uitgekeerd als de verzekerde nog in dienst was. Vaak is dit 70 procent van het ouderdomspensioen van de overledene. Als de verzekerde al uit dienst was, is dit (veel) lager. Bij een verzekering op risicobasis krijgt de nabestaande een lagere uitkering en niets als de verzekerde al uit dienst was.
Een Anwuitkering voor wezen
Uitvoerder De regeling wordt uitgevoerd door de SVB.
Uitkeringen van begrafenisverzekeringen worden onder voorwaarden onbelast uitgekeerd. Kosten voor een begrafenis of crematie zijn tot en met 2008 fiscaal aftrekbaar. De overlijdensuitkering uit een kapitaalverzekering, een spaarrekening en het beleggingsrecht eigen woning zijn onder voorwaarden belastingvrij. Volgens de omkeerregel wordt niet de pensioenaanspraak belast, maar de te ontvangen pensioenuitkering.
Eenmalige uitkeringen door de werkgever van maximaal drie maandsalarissen (afhankelijk van de arbeidsvoorwaarden van de overledene) zijn belastingvrij. Als de overledene recht had op een AOW- of WW-/WAO-uitkering, loopt deze nog één of twee maanden door. Nabestaanden kunnen recht hebben op het fiscaal gefaciliteerde spaarloon- of levenslooptegoed van de overledene.
Toezicht via De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Verplichtstelling deelname aan de pensioenregeling van de werkgever. Zorgplicht van gemeenten voor re-integratie (op verzoek) van Anw’ers. Mogelijkheid om werkgever of veroorzaker van een dodelijk ongeval aansprakelijk te stellen voor de inkomensderving.
in opdracht van:
SVB_kaart02_voorkant5.indd 1
Belastingvrijstellingen
Eenmalige voorzieningen
gefaciliteerd door de overheid
Vanuit burgers
Eigen inkomen
Inkomen uit werk.
Eigen vermogen
Geld op een spaar- of levensloopregeling. Aandelen en beleggingsfondsen. Onroerend goed zoals een eigen woning. Bezittingen zoals kunst en juwelen.
Private verzekeringen
Een overlijdensrisicoverzekering en/of levensverzekering. Een private Anw-hiaatverzekering. Een lijfrenteverzekering en/of koopsompolis. Gefaciliteerd banksparen voor pensioen of hypotheek. Een kapitaalverzekering om de hypotheekschuld af te kunnen lossen.
Overige wetgeving
© 2008
06-11-2008 16:11:26
Langer doorwerken, minder werken, met pensioen gaan. Uw werknemers hebben de keuze. En u hebt een mening over hun keuze. Deze kaart geeft een overzicht van de argumenten die hierbij een rol spelen.
Argumentenkaart Pensioenbeslissing Werkgevers Deze medewerker functioneert goed De medewerker levert goed werk, zowel kwalitatief als kwantitatief. De medewerker is gemotiveerd en enthousiast. Deze medewerker is flexibel en kan goed mee in een veranderende omgeving. De medewerker heeft specifieke kennis die ik niet kwijt wil.
Het is beter als deze medewerker ander werk gaat doen, of minder gaat werken Het gaat nu niet goed, en ik verwacht dat de medewerker elders beter tot z’n recht komt. Het werk wordt te zwaar, deze medewerker functioneert beter in deeltijd of in een lichtere functie. Knelpunten in competenties en vaardigheden kunnen we oplossen met scholing.
Deze medewerker gaat het liefst zo door doorwerken
doorwerken
De medewerker zou liefst tot na zijn 65ste doorwerken en is sterk aan zijn (publieke) functie gehecht.
middenweg
Het werk van de medewerker
middenweg
De mening van de medewerker
Deze medewerker functioneert niet goed De competenties van de medewerker zijn niet op niveau, en met scholing is dat niet op te vangen. De lichamelijke of geestelijke gesteldheid van deze medewerker sluit niet - meer - aan op het werk. De medewerker is niet (meer) flexibel en wil of kan niet meegaan met de veranderende organisatie. Het ontbreekt deze medewerker aan de instelling en motivatie om dit werk te kunnen doen.
De medewerker wil zelf graag doorwerken, en vindt zijn werk leuk. Dit is het type medewerker voor wie het gezonder is om aan het werk te blijven. Het is voor deze medewerker financieel heel aantrekkelijk of noodzakelijk om door te werken. Er is een conflict met de medewerker, maar die zal alles in het werk stellen om te blijven of financieel zijn gram te halen.
De medewerker wil op een andere manier werken Geleidelijk afbouwen is voor deze medewerker een gezonde oplossing. De medewerker zet in op een andere contractvorm zoals deeltijdpensioen of ingehuurd worden als zelfstandige. De medewerker wil een ander soort functie binnen de organisatie.
De medewerker wil zelf vertrekken pensioen
Zie ook de Argumentenkaart Pensioenbeslissing Werknemers
pensioen
De medewerker kan gebruik maken van een zeer aantrekkelijke vertrekregeling. De medewerker heeft belangrijke redenen om te stoppen, zoals de eigen gezondheid of die van een familielid. De medewerker kijkt duidelijk uit naar pensionering. Deze medewerker is bereid te vertrekken, mits daar een vergoeding tegenover staat. De medewerker ziet outplacement of detachering als een aantrekkelijke oplossing.
Het is beter voor de afdeling als deze medewerker blijft De medewerker heeft een belangrijke inhoudelijke rol binnen het team. De sociale rol van de medewerker in het team is belangrijk, bijvoorbeeld als aanjager, bindmiddel of als relativerende factor.
Ik zie de medewerker liever doorwerken doorwerken
Ik kan het niet maken om hem weg te sturen, bijvoorbeeld vanwege zijn financiële situatie of staat van dienst.
doorwerken
We hebben deze medewerker op dit moment hard nodig vanwege een specifiek project. Het is moeilijk om aan goede mensen te komen, dus ik laat de medewerker liever niet gaan.
Het is beter voor de afdeling als de medewerker anders gaat werken De medewerker kan anderen begeleiden of coachen, en dat is goed voor het team. Voor de motivatie van het team moeten we iedere werknemer serieus nemen en, waar nodig, deze begeleiden naar een nieuwe rol waarin iemand zich goed voelt en productief is. Door deeltijdpensioen kunnen we het team verjongen en tegelijk de kennis van deze medewerker behouden. Door deze medewerker in flexibele uren in deeltijd te laten werken, wordt het makkelijker om piekbelasting op te vangen.
middenweg
Onze afdeling
Vertrek van deze medewerker is beter voor de afdeling Ik moet inkrimpen, en daarom komt het vertrek van een medewerker goed uit. De afdeling heeft jong bloed nodig, dat maakt ons flexibeler en zorgt dat onze kennis weer up-to-date is. Het kost de afdeling te veel tijd en moeite om deze medewerker er weer bij te trekken. Deze medewerker ligt vaak dwars of is geen teamspeler; conflicten kosten ons onnodig veel energie. We kunnen FPU aanbieden, of een vertrekregeling die de organisatie betaalt en niet op mijn budget drukt. Demotie of deeltijdpensioen zijn geen opties, omdat ze te duur of niet te organiseren zijn. Ik kan het vertrek van de medewerker voordelig regelen met een detachering of outplacement. De medewerker doet werk dat voor de afdeling weinig toegevoegde waarde heeft.
Wat bepaalt of ik graag zie dat een medewerker doorwerkt, met pensioen gaat, of een middenweg kiest?
Ik durf het niet aan om op vertrek aan te sturen; dat vind ik confronterend en ik zou me er impopulair mee maken. Ik gun deze medewerker geen vertrekregeling, dat zou een beloning zijn voor slecht gedrag. Deze medewerker is belangrijk voor mij, bijvoorbeeld als klankbord, vriend of als medestander.
Mijn persoonlijke afweging
Voor de organisatie is het belangrijk dat deze medewerker blijft
doorwerken
Zoeken naar manieren om ouderen actief te houden is goed voor het imago van de publieke sector. Deeltijdpensioen, een andere functie, bij- en omscholen zijn middelen om het ziekteverzuim te beperken. Binnen onze organisatie kan deze medewerker zich in een andere rol nog nuttig(er) maken.
Ik zie tussenoplossingen als deeltijdpensioen of demotie als een positievere beëindiging van een carrière. Ik voel het als mijn morele plicht om mensen zo lang mogelijk aan de slag te houden.
pensioen
De medewerker heeft altijd hard gewerkt en wil nu van zijn welverdiende pensioen genieten; dat regel ik graag op een goede manier. Ik heb weinig vertrouwen in oplossingen als een nieuwe functie of deeltijdpensioen. Onze karakters zijn onverenigbaar, we hebben geregeld conflicten. Gezien de geestelijke of lichamelijke toestand van de medewerker vind ik doorwerken niet verantwoord.
doorwerken
Zonder investering
Bij- of herscholen
Ander werk
middenweg
Voor de organisatie is het beter als deze werknemer vertrekt De organisatie heeft een efficiency taakstelling opgelegd gekregen of gaat reorganiseren. De medewerker brengt het imago van de organisatie of de kwaliteit van de publieke voorziening in gevaar. De medewerker is bijna 65 en daarna is eventueel ziekteverzuim moeilijk te verzekeren. Deze medewerker is duur door hoge salariskosten of bijvoorbeeld garantieregelingen; een eventuele vertrekregeling verdient zichzelf snel terug.
Ik zoek het liefst een alternatief
Als het aan mij ligt, vertrekt deze medewerker
De argumenten in deze kaart zijn verzameld in groepsgesprekken met leidinggevenden en HR-deskundigen van werkgevers die bij ABP aangesloten zijn. Ook deskundigen van ABP leverden hun bijdrage.
Het is in het belang van de organisatie om een alternatief te vinden Door medewerkers, ook als ze relatief jong zijn, regelmatig van taak of functie te laten wisselen en op te leiden, blijven ze tot hun pensioen goed inzetbaar.
Onze organisatie
Wat zijn mijn mogelijkheden?
pensioen
middenweg
Andere tijden
Ander contract
pensioen
Financiële afwikkeling
Organisatorische afwikkeling
Deeltijdpensioen, demotie en andere instrumenten om deze medewerker actief te houden zijn hier onvoldoende voorhanden.
in opdracht van:
middenweg
pensioen
De kwaliteit van onze publieke functie komt in gevaar door de grote uitstroom van oudere medewerkers. Een vertrekregeling voor deze medewerker is te duur, bijvoorbeeld door de strafheffing van de fiscus. Binnen onze cultuur is aansturen op vertrek niet gepast.
De medewerker presteert onvoldoende, maar kan daar niets aan doen, dus mag daar niet op afgerekend worden.
Wilt u meer informatie? ABP helpt u graag. Stel uw vragen aan uw ABP adviseur, of bel de ABP Adviesdesk: 045 579 6556. Op werkdagen van 9 tot 17 uur.
Andere functieinhoud Andere functie Detacheren Outplacement Flexibele werktijden Deeltijd werken, eventueel aangevuld met FPU of ABP KeuzePensioen Tijdelijk contract Free-lance ABP KeuzePensioen of FPU Vertrekregeling bieden Thuiszitten met behoud van salaris Intern vervangen Extern vervangen
gemaakt door: ©
Doorwerken, met pensioen gaan of een middenweg, de keuze is aan u. Deze kaart geeft een overzicht van argumenten die bij die keuze een rol spelen.
Ik vind mijn werk prettig zoals het nu is Ik vind mijn werk leuk en zinvol, ik ben gemotiveerd voor de publieke zaak. Werk houdt me actief, geeft me een reden om op te staan en brengt ritme en structuur aan. Ik wil de sociale contacten met collega’s, met de maatschappij en met jongere generaties niet missen. Ik blijf waar ik ben, want hier profiteer ik van goede arbeidsvoorwaarden (veel vakantiedagen, goede ontslagbescherming, de ABP-pensioenregeling of - mits geboren voor 1950 - het recht op FPU).
Ik wil wel blijven werken, maar het moet anders dan nu Ik wil met deeltijdpensioen, of flexibelere werktijden, zodat ik mijn leven prettiger kan inrichten. Ik wil andere taken dan nu, bijvoorbeeld minder zware verantwoordelijkheden, of omschakelen naar werk als leermeester of coach.
Argumentenkaart Pensioenbeslissing Werknemers doorwerken
doorwerken
middenweg
Mijn werkgever
Mijn werk
Ik zie aantrekkelijke kansen voor een andere baan of het beginnen van mijn eigen bedrijf.
pensioen
Ik beleef weinig plezier aan mijn werk Ik vind het werk dat ik doe niet zinvol, ik moet dingen doen waar ik niet achter sta. Ik heb het gevoel dat ik niet goed meer meekom; de arbeidsomstandigheden en werkdruk zijn zwaar. Ik heb het gevoel dat het werk dat ik doe, niet meer gewaardeerd wordt. Ik heb geen zin meer in cursussen en allerlei vernieuwingen. Ik voel me, als overheidsfunctionaris, niet thuis in het huidige maatschappelijke of politieke klimaat.
Ik zie op tegen mijn pensioen Ik associeer pensioen met ouderdom, de laatste fase van het leven en doelloosheid. Ik ben bang dat ik me ga vervelen en weet niet hoe ik straks mijn tijd moet indelen. Ik ben bang voor de grote veranderingen die samengaan met pensioen en ouder worden. Ik ben te jong om thuis te zitten.
pensioen
pensioen
Mijn partner en ik willen meer tijd samen doorbrengen. Mijn partner of kinderen hebben mijn zorg nodig, bijvoorbeeld vanwege ziekte, handicaps of problemen. Ik wil mijn kinderen graag helpen in hun drukke bestaan, bijvoorbeeld met oppassen. Ik wil meer tijd besteden aan mijn kleinkinderen. Ik heb de relatie met mijn partner en/of kinderen verwaarloosd, en wil daar nu tijd aan kunnen besteden.
Als ik naar de maatschappij kijk, ga ik liever met pensioen Ik heb altijd hard gewerkt en premies betaald, het is tijd dat de jongere generatie mijn rol overneemt. Als ik met pensioen ga, kan ik me nuttig(er) maken, bijvoorbeeld door zorg voor anderen of als vrijwilliger. De maatschappij heeft weinig respect voor mijn functie en voor de publieke sector.
Wat mijn werkgever betreft, kan ik gaan Ik heb het gevoel (of weet zeker) dat mijn leidinggevende/manager/werkgever van me af wil. Mijn werkgever biedt geen mogelijkheden om na mijn 65ste door te werken. Ik kan nu gebruik maken van een vertrekregeling en bij de overheid of in het onderwijs weet je nooit of dat over een jaar nog zo is.
De argumenten in deze kaart zijn verzameld in groepsgesprekken met mensen die vlak voor hun pensioen stonden, of pas met pensioen waren gegaan. Ook deskundigen van ABP leverden hun bijdrage.
Ik kan de inkomensdaling van (deeltijd) pensioen opvangen
pensioen
Ik heb vermogen opgebouwd (sparen, levensloopregeling, erfenis, overwaarde huis). Het inkomen van mijn partner is goed. Mijn vaste lasten kunnen omlaag, door zuiniger te leven, omdat mijn kinderen afstuderen of omdat mijn hypotheek is afgelost. Ik vul de inkomensdaling aan met ABP KeuzePensioen; als ik volledig stop, is mijn pensioen daardoor enkele procenten lager. Ik kan mijn pensioen verhogen door het partnerpensioen over te hevelen, want ik heb geen partner, mijn partner heeft een goed pensioen of ik heb een andere overlijdensrisicoverzekering. Ik krijg een deel van het pensioen van mijn ex.
doorwerken
Mijn gezondheid
Mijn gezondheid is prima Werken is goed voor mijn geestelijke en lichamelijke gezondheid. Lichamelijk en geestelijk kan ik mijn werk goed aan.
Vanwege mijn gezondheid wil ik stoppen pensioen
doorwerken
doorwerken
pensioen
Ik heb hoge vaste lasten, of wil geld kunnen besteden aan vakanties en andere leuke dingen. Mijn partner is al met pensioen, en daardoor is ons inkomen flink gedaald. Ik heb weinig pensioen opgebouwd, bijvoorbeeld omdat ik pas na mijn 25ste ben gaan werken, in deeltijd heb gewerkt, arbeidsongeschikt of werkloos ben geweest.
Door mijn scheiding heeft mijn ex recht op een (flink) deel van mijn FPU en/of pensioen.
Mijn geld
Wat bepaalt of ik doorwerk, met pensioen ga of een middenweg kies?
pensioen
Het werk dat ik doe, verschaft mij een bepaalde positie die ik niet wil verliezen. Door mijn werk bij de overheid of in het onderwijs kan ik me maatschappelijk nuttig maken. Ik vind dat er weinig respect is voor ouderen, en wil nog niet bij de grijze golf horen.
Mijn leidinggevende stuurt aan op deeltijdpensioen, een andere functie of taken binnen deze organisatie. Mijn leidinggevende wil mij detacheren of een outplacement traject starten.
Ik ben geboren vóór 1950; doorwerken terwijl ik met FPU mag, is gunstig voor mijn ouderdomspensioen. Ik kan vóór mijn 65ste stoppen met werken, en met ABP KeuzePensioen gaan. Voor elk jaar dat ik eerder met KeuzePensioen ga, daalt mijn maandelijkse ouderdomspensioen met enkele procenten.
Mijn pensioengevoel
Mijn gezin
Mijn huidige maatschappelijke positie bevalt me goed
Mijn werkgever wil iets anders met mij
doorwerken
doorwerken
Ik wil meer tijd voor mijn gezin
Ik heb een leidinggevende die me niet kwijt wil. Mijn leidinggevende geeft me de ruimte om mijn werk naar wens aan te passen (deeltijdpensioen, flexibele tijden, andere taakinvulling, doorwerken na mijn 65ste).
Ik kan beter doorwerken, vanwege het geld
Mijn werk en mijn gezin zijn goed te combineren Zolang mijn partner nog werkt, wil ik niet alleen thuis zitten. Mijn partner moedigt me aan om buitenshuis actief te blijven. Ik zie op tegen het opnieuw verdelen van de taken thuis. Ik heb geen partner en ben bang dat ik misschien in een isolement raak. Omdat ik voor mijn relatief jonge kinderen zorg, kan ik net zo goed werken (veel reizen kan toch niet).
Zie ook de Argumentenkaart Pensioenbeslissing Werkgevers
doorwerken
Ik kijk uit naar mijn pensioen Ik wil van het leven kunnen - gaan - genieten. Ik wil vrijheid en geen verplichtingen meer. Iedereen om me heen stopt, dus ik wil nu ook graag kunnen stoppen. Ik wil meer tijd voor leuke dingen, zoals mijn hobbies, reizen, familie en vrienden. Ik wil meer tijd besteden aan mijn persoonlijke ontwikkeling, bijvoorbeeld aan studie of cursussen.
middenweg
Mijn werkgever wil dat ik blijf
Ik vind het werk lichamelijk of geestelijk te zwaar worden. Ik verwacht dat mijn gezondheid achteruit gaat. De situatie op mijn werk - ik heb het gevoel dat ze van me af willen - is slecht voor mijn gezondheid. Nu ben ik nog gezond, wie weet wat er over een paar jaar gebeurt.
Op dezelfde manier blijven werken
Bij huidige werkgever
De maatschappij
Wat zijn mijn mogelijkheden?
middenweg
Bij andere werkgever
Eigen bedrijf
Deeltijd, eventueel aangevuld met FPU of ABP KeuzePensioen Flexibele werktijden Andere taken Andere functie Ander type contract (free-lance, tijdelijk) Deeltijd, eventueel aangevuld met FPU of ABP KeuzePensioen Voltijd Deeltijd, eventueel aangevuld met FPU of ABP KeuzePensioen Voltijd
Geboren voor 1950
pensioen
Volledig met FPU of ABP Ouderdomspensioen
Geboren na 1949
in opdracht van:
De weergegeven financiële afwegingen zijn algemeen van aard. Wilt u de financiële kant van uw eigen pensioenbeslissing precies weten, ga dan naar www.abp.nl en kies voor MijnABP. U kunt uw situatie verder met uw werkgever bespreken.
Standaard ABP KeuzePensioen op mijn 65ste Flexibel moment (tussen 60 en 70) Flexibele inzet pensioengelden
gemaakt door: ©