Afhankelijk van leerweg en sector varieert het opleidingssucces tussen de 50 en 75 procent
De gemiddelde mbo-student volgt een voltijdopleiding op niveau 4 en is tussen de 19 en 21 jaar oud
De studenttevredenheid daalt
Het percentage gediplomeerden onder schoolverlaters
Het percentage studenten dat in het algemeen
Het aantal studenten naar leerweg, 2007
Het aantal studenten naar niveau, 2007
De gemiddelde leeftijd naar leerweg, 2007
schoolverlaters naar leerweg, 2007
naar sector, 2007
tevreden of ontevreden is
50
BOL-vt
BBL
Niveau 3
125
0
BOL-dt
100
150
26
25 20
19
15 10 5
213 50
33
0
200 250 1.000 personen
BOL-dt
BBL
80 70
72,3
68,5
60 51,6
50 40 30
MARKTEN
BOL-vt
LEER RESULTATEN
20 10 0
BOL-vt
BBL
59,8
Techniek
61,7
DGO
67,5
Groen
70
Combinatie
BOL-dt
74,3
Tevreden
Ontevreden
2007
21
46
2006
20
51
0 10 20 30 40 50 60 70 80 procenten DGO = Dienstverlening- en Gezondheidsonderwijs Combinatie = een profiel dat onder meerdere sectoren valt
BBL= Beroeps Begeleidende Leerweg BOL-vt= Beroeps Opleidende Leerweg in voltijd BOL-dt= Beroeps Opleidende Leerweg in deeltijd
BBL= Beroeps Begeleidende Leerweg BOL-vt= Beroeps Opleidende Leerweg in voltijd BOL-dt= Beroeps Opleidende Leerweg in deeltijd
Economie
20 10
0
Bron: JOB, JOB-monitor 2007, 2007
123
Niveau 4
12
0
Niveau 2
35 30
Bron: PWC, Benchmark mbo 2007, 2008
148
150 100
19
gemiddelde
Bron: PWC, Benchmark mbo 2007, 2008
250 200
Niveau 1
gemiddelde leeftijd
320
jaar
350 300
procenten
Het succes verschilt tussen sectoren
Het percentage gediplomeerden onder
Bron: Kerncijfers 2003 - 2007 OCW
De BBL is de meest succesvolle leerweg
Bron: Kerncijfers 2003 - 2007 OCW
De gemiddelde leeftijd van studenten is het hoogst voor de deeltijdopleiding
Bron: Kerncijfers 2003 - 2007 OCW
De meeste studenten in het mbo volgen een opleiding op niveau 4
1.000 personen
De meeste studenten in het mbo doen een voltijdopleiding
10 20 30 40 50 60 procenten
De tevredenheid van de docenten daalt terwijl het lerarentekort oploopt
De overheid besteedt per student relatief weinig geld aan het mbo
De vervangingsvraag van docenten in het mbo
10 5
6.300
6.000
6.010 5.560
5.560 5.060
5.000 4.000 3.000 2.000
2003
0
2007
vmbo, havo & vwo
wo
mbo
hbo
FINANCIテ起
po
MENSEN
Wat is de feitelijke situatie in
40 27
20 0
het mbo?
Op bestuurlijk niveau wordt de schaal groter Het aantal mbo-instellingen neemt af
250
139
100 61 50 1987
1992
Bron: Hettema en Lenssen, Van wie is het onderwijs, 2007
aantal
347
2.000
1.860
1.890
2008
2010
2012
fte
1.810 1.620
1.500
1.000
500
0
Gelijk Toegenomen gebleven
2006
60 procent van de docenten werkt meer dan 15 jaar in het onderwijs
De meeste docenten zijn tussen de 46 en 55 jaar oud
Het aantal jaar dat docenten in het onderwijs werken
De leeftijd van docenten in het onderwijs
3 16 12
6-10 jaar
200
0
Afgenomen
1-5 jaar
300
150
13
< jaar
Het aantal mbo-instellingen 350
60
60
1.000
0
80
10
11-15 jaar
13
16-20 jaar 21-25 jaar
17
26-30 jaar
17
5
0
10
ORGANISATIE
16
35-45 jaar
17
46-55 jaar
13
56-65 jaar
13
> 30 jaar
3
< 35 jaar
15 20 procenten
Bron: SBL, waar wij voor staan, 2006
15
7.000
Bron: SBL, waar wij voor staan, 2006
22,6
20
8.000
Bron: SBL, waar wij voor staan, 2006
26,7 25
Bron: CBS, De Nederlandse Economie 2006, 2007
Bron: Kerncijfers 2003 - 2007 OCW
30
100
Bron: Centerdata, Ecorys en QQQ Delft, De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel tot 2015, 2006
De vervangingsvraag van docenten in het mbo stijgt
Ontwikkeling tevredenheid docenten in 2005-2006 procenten
De tevredenheid van docenten over werken in het onderwijs neemt fors af
De publieke uitgaven per student euro
Het mbo krijgt van de overheid relatief weinig geld per student
De uitgaven van OCW aan onderwijs miljarden euro
De publieke onderwijsuitgaven nemen toe
0
10
20
30
40 50 procenten
2006
Er komt meer variatie in het dienstenaanbod
Ondanks de introductie van ICT en nieuwe werkvormen blijft de student-docent ratio nagenoeg gelijk Meer studenten volgen competentiegericht onderwijs
Het aantal studenten per docent blijft nagenoeg gelijk
Het aandeel van boeken en digitaal leermateriaal
Het percentage studenten dat competentiegericht
Het aantal gewogen studenten per fte onder-
in 2008 en 2011
onderwijs volgt
wijzend personeel
800
731
600 400 200 0
Combinatie 8 Groen 139
Dienstverlening- en Gezondheidsonderwijsgroen 77 Techniek Economie Economie 218
Techniek 735
Combinatie 2,7 Groen 26
Dienstverlening- en Gezondheidsonderwijs 160,8 2,7
digitaal boeken
80 60
Dienstverlening- en Gezondheidsonderwijs Combinatie
100
Bron: Kennisnet, 4 in balans monitor 2008, 2008
Bron: www.minocw.nl - feiten en cijfers
aantal
1000
procenten
1.177
1200
DIENSTEN
Techniek 152,3
FORMULE
40
Economie 164,1 20
2003 2004 2005 2006 2007 0
Bron: www.minocw.nl - feiten en cijfers, AOC-raad Combinatie = een profiel dat onder meerdere sectoren valt
Bron: www.minocw.nl - feiten en cijfers en Kerncijfers 2003 - 2007 OCW
po
vo
mbo
2008 2011 2008 2011 2008 2011
50 40,5
40 32,3 30 20 10 0
2006
Gemaakt door:
In opdracht van: onderwijs dat werkt
2007
20 17,1
17,9
15
10
5
Bron: PWC, Benchmark mbo 2007, 2008
Het mbo loopt voorop bij het digitaliseren van het leermateriaal
Het aantal studenten (x 1.000) naar sector, 2007
aantal
De meeste mbo-studenten volgen een opleiding in de sector Economie
Het aantal mbo-opleidingen naar sector, 2007
Bron: MBO2010, Tussenevaluatie Experimenten 2007-2006
De sector Techniek heeft het grootste aantal opleidingen
Het totaal aantal mbo-opleidingen
procenten
Het aantal mbo-opleidingen is in vijf jaar met 60% gestegen
0 2006
2007
ツゥ 2008