Krant Issuu 25 aug

Page 1

Argumentenkaart Marktwerking in de zorg

De kwaliteit van de zorg neemt af De kwaliteit van de zorg neemt toe

Marktwerking leidt ertoe dat zorgaanbieders vooral hun kosten bewaken en in mindere mate de kwaliteit. Verzekeraars en zorgkantoren contracteren op prijs en in mindere mate op kwaliteit. Concurrentie zet een rem op opleiden en kwaliteitsbevorderende uitwisseling van kennis en ervaring. Marktwerking leidt tot verzakelijking en verkilling van de zorg waarin liefde en aandacht tellen.

Het zorgaanbod neemt af

Marktwerking leidt tot concurrentie tussen marktpartijen die de beste zorg en service willen bieden. Zorgaanbieders en verzekeraars worden aangesproken en afgerekend op de kwaliteit die zij bieden. Marktwerking leidt tot specialisatie van zorgaanbieders die de beste op hun vakgebied willen zijn. Door marktwerking luisteren aanbieders en verzekeraars beter naar de vraag van hun klanten, de patiënten.

Kwaliteit

Kwaliteit

Bij onvoldoende vraag kunnen lokale zorgvoorzieningen volledig verdwijnen. Het zorgaanbod versmalt omdat aanbieders niet bereid zijn zorg te bieden die voor hen niet rendabel is. Voorkomen van ziekte is minder rendabel dan behandelen waardoor er minder aan preventie wordt gedaan.

Marktwerking leidt tot nieuwe toetreders tot de zorg, innovatieve producten en nieuwe behandelwijzen. Marktwerking leidt tot een breder zorg- en verzekeringsaanbod.

De totale zorgkosten nemen toe Zorgaanbieders willen zoveel mogelijk omzet draaien en hebben weinig prikkels om de kosten te beperken. De vraag naar zorg stijgt doordat zorgaanbieders steeds meer zorg aanbieden. Verzekeraars zijn onvoldoende in staat om de toename van de zorgkosten te beteugelen. Het stelsel van gereguleerde marktwerking is ingewikkeld en bureaucratisch en daardoor duur.

De zorgkosten per patiënt nemen toe Aanbieders in nichemarkten zijn al gauw monopolisten die de prijs kunnen opdrijven. Zorgaanbieders gaan hun ondernemersrisico’s doorberekenen in de prijzen.

Het zorgaanbod neemt toe

Financiën

Wat zijn de argumenten voor en tegen marktwerking in de zorg?

De totale zorgkosten nemen af Marktwerking leidt tot kostenbewustzijn bij patiënten, zorgaanbieders en verzekeraars. Marktwerking leidt ertoe dat, afgezien van de basiszorg, patiënten betalen voor de zorg die zij consumeren. Marktwerking leidt ertoe dat patiënten een financiële prikkel hebben om gezonder te leven. Marktwerking prikkelt verzekeraars en zorgaanbieders om meer aan preventie te gaan doen.

De zorgkosten per patiënt nemen af

Financiën

Private partijen verdienen publiek geld

Zorgaanbieders en verzekeraars bieden hun producten en diensten aan tegen zo laag mogelijke prijzen. Marktwerking prikkelt zorgaanbieders en verzekeraars efficiënter en goedkoper te werken.

Private financiering wordt mogelijk

Publiek geld, bedoeld voor collectief verzekerde gezondheidszorg, vloeit weg naar private zorgaanbieders.

Door marktwerking kunnen private financiers investeren in de zorg, waardoor financieel meer mogelijk wordt. Zorgaanbieders worden dankzij private financiering minder afhankelijk van de overheid.

tegen

voor

Het huidige stelsel van gereguleerde marktwerking functioneert slecht Het zorgstelsel verbetert

In het huidige stelsel is marktwerking halfslachtig ingevoerd. Het huidige stelsel heeft de kwaliteit niet verbeterd en de stijgende zorgkosten niet beteugeld. Het huidige stelsel is sterk gereguleerd waardoor groei, innovatie en concurrentie worden geremd. Patiënten, verzekeraars en zorgaanbieders zijn van elkaar afhankelijke maar ongelijkwaardige partijen.

De zorg is niet geschikt voor marktwerking

Zorgstelsel

Zorgstelsel

Marktwerking botst met het principe dat zorg voor iedereen toegankelijk, bereikbaar en betaalbaar moet zijn. Marktwerking leidt tot tweedeling en sluit mensen zonder aanvullende verzekering uit van bepaalde zorg. De organisatie en de cultuur binnen zorginstellingen stroken niet met de eisen die marktwerking stelt. Marktwerking leidt ertoe dat medische fouten meer in de openbaarheid komen, dit voedt het wantrouwen.

Marktwerking schept (juridische) duidelijkheid over bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden. Zorgaanbieders stemmen hun aanbod af op de vraag en (medische) behoeften van patiënten. Zorginstellingen worden beter bestuurbaar doordat bestuurders meer zicht hebben op kosten en prestaties. Doordat marktpartijen meer macht in handen hebben, heeft de zorg minder last van politieke wispelturigheid.

Marktwerking dwingt tot bewustere keuzes over collectief gefinancierde zorg Helderheid over kosten en baten dwingt politici tot keuzes over wat wel en niet collectief gefinancierde zorg is. Marktwerking dwingt tot een maatschappelijk debat over de grenzen aan het recht op zorg.

De individuele keuzevrijheid neemt toe De keuzevrijheid neemt niet toe

Keuzevrijheid

Verzekeraars bepalen steeds vaker door welke zorgaanbieders hun klanten geholpen worden. De keuzevrijheid neemt niet toe omdat het zorgaanbod verschraalt.

Keuzevrijheid is in de zorg veelal fictie

Patiënten willen en kunnen kiezen in de zorg. Marktwerking leidt tot beter zicht op prestaties, specialisatie en (on)kunde van zorgaanbieders.

Keuzevrijheid

Patiënten die acute zorg nodig hebben, kunnen niet kiezen. Niet alle consumenten zijn in staat te kiezen bijvoorbeeld omdat ze niet medisch opgeleid of te ziek zijn. Consumenten worden onvoldoende in staat gesteld om onderbouwde keuzes te maken in prijs en kwaliteit. Consumenten willen pas keuzes maken in zorg op het moment dat zij patiënt worden.

Deze Argumentenkaart biedt een overzicht van alle argumenten voor en tegen marktwerking in de zorg. Het uitgangspunt hierbij is het huidige stelsel van door de overheid gereguleerde marktwerking. In het huidige stelsel stuurt en begrenst de wetgever de balans tussen vraag en aanbod voor elk van de drie zorgsectoren: de Zorgverzekeringswet (Zvw), de AWBZ en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze kaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek en drie denksessies met zorgbestuurders, die deelnamen aan de Master Class van het Erasmus Centrum voor Management Development in de zorg (CMDz). Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. in opdracht van:

gemaakt door:

© 2010


Mijn omzet

Declaratie

versus

provisie

Ik krijg, na het kennismakingsgesprek, betaald voor alle uren die ik voor de klant werk. Ik heb altijd de kans om de klant advies te geven en zo geld te verdienen. Ik krijg door advies te geven beter betaald voor de kleine provisieposten.

Ik heb kans op uitschieters naar boven om financiële reserves op te bouwen. Ik krijg meer provisie als mijn omzet bij een aanbieder een bepaalde grens overschrijdt. Ik kan producten makkelijker verkopen omdat klanten (nog) niet weten wat ik ermee verdien. In mijn organisatie heeft iedereen de eenduidige prikkel om zoveel mogelijk provisie binnen te halen.

Mijn zekerheid

Mijn zekerheid

Ik stel mijn eigen tarief vast en ben voor mijn beloning niet meer afhankelijk van de aanbieders. Ik loop geen risico dat aanbieders mijn provisie (deels) terugvorderen als de klant het product opzegt. Ik kan een breder scala aan diensten leveren zodat het risico voor mijn onderneming kleiner wordt.

Ik heb geen debiteurenrisico omdat ik geld krijg van de verzekeraar en niet van de klant. Ik kan de waarde van mijn portefeuilles vaststellen en deze makkelijk verkopen of financieren.

Mijn dienstenaanbod Ik kan ook diensten leveren die niet samenhangen met producten. Ik kan de klant keuze geven over de mate van zelfwerkzaamheid en daar de prijs op aanpassen. Het is rendabel om ook over complexe vraagstukken (zoals echtscheiding) te adviseren. Ik kan me specialiseren en me zo beter onderscheiden van andere intermediairs.

Mijn dienstenaanbod

voor

voor

Mijn aanbieders nemen de bulk van de administratie voor hun rekening.

Ik heb alleen te maken met facturen aan klanten. Ik heb een urenadminstratie waarmee ik de productiviteit van mijn medewerkers goed kan meten.

Mijn werkplezier

Wat zijn voor mij als financieel adviseur de argumenten voor en tegen de twee verdienmodellen?

Mijn werkplezier Het geeft mij veel voldoening om mensen het advies te geven dat echt bij hen past. Ik voel minder druk van de aanbieders, bijvoorbeeld om producten te moeten verkopen. Ik vind het prettig om langdurige relaties op te kunnen bouwen met klanten die goed bij mij passen.

Mijn klanttevredenheid Mijn klanten hebben niet te maken met verkopers maar met adviseurs. Mijn klanten weten vooraf waar ze financieel aan toe zijn. Mijn klanten betalen alleen voor de aan hen geleverde diensten.

Ik krijg een kick van het verkopen van een product met een hoge provisie. Ik vind het fijn dat ik tijd heb om breed te adviseren omdat ik niet ieder uur hoef te factureren.

Mijn klanttevredenheid Mijn klanten krijgen niet direct een factuur maar betalen premie over een langere periode. Ik kan mijn klanten een deel van mijn provisie uitkeren als cashbonus. Mijn klanten hoeven zich pas laat te committeren aan de aanschaf van een product.

Mijn omzet

Mijn omzet

Ik kan geen piekomzet draaien en sparen omdat mijn omzet afhankelijk is van mijn gewerkte uren. Ik kan kennismakingsgesprekken en de verplichte nazorg bij productverkoop moeilijk factureren. Ik loop het risico meer uren te maken dan ik had ingeschat en die kan ik niet in rekening brengen. Ik kan diensten moeilijk verkopen omdat de klanten weten wat ik ermee verdien. Ik moet met mijn uurtarief concurreren op prijs.

Ik loop het risico dat mijn klanten hun rekening niet betalen (debiteurenrisico). Ik kan de waarde van mijn onderneming moeilijk bepalen.

Ik verdien geld als ik een product verkoop maar ik krijg niets voor mijn advies. Ik kan niet aan een klant verdienen als deze geen producten nodig heeft. Ik verkoop soms producten die veel werk opleveren maar waar ik weinig aan verdien. Ik kan producten moeilijker verkopen als ik vanaf 2009 moet laten zien hoeveel provisie ik krijg.

Mijn zekerheid

declaratie

provisie

Mijn dienstenaanbod

Ik geef kleine provisieposten weinig aandacht omdat deze niet rendabel zijn. Ik help alleen klanten van wie ik denk dat ze producten gaan afsluiten. Ik focus alleen op nieuwe klanten en besteed weinig tijd aan ‘nazorg’ bij bestaande klanten. Ik geef klanten niet altijd het juiste advies, omdat de kwaliteit van mijn advies niet beloond wordt.

Mijn administratie Ik moet een (uren)administratiesysteem opzetten. Ik moet een btw-administratie opzetten. Ik moet factureren en incasseren. Ik moet een verrekeningssysteem opzetten omdat aanbieders nog vooral op provisiebasis werken.

Ik mis de kick van het afsluiten van een grote deal. Ik moet eerst mezelf verkopen voordat ik advies mag gaan geven. Ik voorzie discussies met de klant over de hoogte van het uurtarief en het aantal uren.

Mijn klanttevredenheid Mijn klanten krijgen direct een rekening terwijl zij gewend waren aan ‘gratis’ advies. Mijn klanten moeten direct betalen terwijl ze nog niet weten wat ze precies gaan krijgen.

in opdracht van:

Omniplan BV

Ik moet de provisie (deels) terugbetalen als de klant het product binnen vijf jaar opzegt. Ik ben voor mijn producten en provisie, en daarmee voor mijn omzet, afhankelijk van aanbieders. Ik word geraakt als er producten wegvallen, bijvoorbeeld door maatschappelijke onrust. Mijn werknemers hebben een prikkel om te sturen op omzet maar niet op beheersing van risico’s.

Mijn dienstenaanbod

Ik kan geen diensten leveren waarvan de opbrengst te laag is. Ik heb een ander belang dan mijn aanbieders waardoor hun ondersteuning achterblijft.

Mijn werkplezier

Door hoge provisies op sommige producten kan ik ook lagere provisieposten aandacht geven. Ik heb hetzelfde belang als mijn aanbieder en kan daarom op diens ruime ondersteuning rekenen. Ik kan goede mensen aannemen omdat ik relatief hoge salarissen kan bieden.

Mijn administratie

Mijn administratie

Mijn zekerheid

Mijn omzet

Mijn administratie Het kost mij steeds meer moeite om aan de eisen te voldoen die in wetgeving worden gesteld. Het kost mij veel tijd om het inboeken van de provisie te controleren.

tegen

tegen

Mijn werkplezier Ik vind het vervelend dat mijn belang (provisie) niet altijd overeenstemt met het belang van de klant. Ik vind het niet fijn om veel gesprekken te voeren die niets opleveren.

Mijn klanttevredenheid Klanten die producten afsluiten betalen voor klanten die dat niet doen. Mijn klanten zijn sceptisch omdat aanbieders hen grotere provisies tonen dan ik in feite ontvang.

gemaakt door:

© 2008


Argumentenkaart CO2-afvang en -opslag (CCS*) CCS is goed voor het klimaat CCS vermindert, samen met duurzame energie en besparing, de CO2-uitstoot snel genoeg om klimaatverandering tegen te gaan. CCS kan toegepast worden in de industrie waar alternatieven voor CO2-reductie ontbreken. CCS kan CO2 afvangen bij energieopwekking uit biomassa en zo zelfs CO2 uit de lucht halen. CCS kan grootschalige waterstofproductie en elektrisch vervoer CO2 neutraal maken.

Delen van de CCS-keten zijn veilig gebleken CO2-afvang, -transport en ondergrondse CO2-opslag zijn elk apart al veilig toegepast. Het injecteren van CO2 in olievelden is een beproefde techniek om olieopbrengsten te vergroten. Gasvelden zijn bewezen gasdicht; aardgas heeft er immers ook miljoenen jaren in gezeten. CO2-opslag demonstratieprojecten zijn zonder veiligheidsproblemen verlopen.

voor

voor

CCS heeft een positief effect op andere veiligheidsproblemen

CCS maakt internationale klimaatafspraken (beter) haalbaar CCS koopt de tijd die nodig is voor efficiënte grootschalige implementatie van duurzame energie. Als Nederland het voorbeeld geeft, zullen landen met veel kolencentrales zoals China eerder volgen. Met CCS hoeven burgers hun leefstijl minder te veranderen om de klimaatdoelen te halen.

klimaat

CCS herstelt gedeeltelijk het drukevenwicht na gaswinning, wat bodemdaling beperkt. CCS vermindert de behoefte aan - vaak als onveilige beschouwde - kernenergie. De geopolitieke veiligheid neemt toe, omdat kolenverbruik de afhankelijkheid van gasleveranciers vermindert.

Veiligheid

De gevolgen van CCS zijn onvoorspelbaar

CCS is onnodig voor het klimaatprobleem

CCS is nieuw en nooit grootschalig toegepast, waardoor de risico’s niet volledig bekend zijn. Voor burgers is informatie over CCS complex, soms tegenstrijdig en zij vertrouwen de experts niet. De geopolitieke veiligheid kan afnemen, als extra energiegebruik de afhankelijkheid van leveranciers vergroot.

De gevolgen van het klimaatprobleem kunnen ondervangen worden door aanpassing (adaptatie). Het klimaatprobleem kan opgelost worden met energiebesparing, duurzame energie en kernenergie. Het klimaatprobleem kan in andere sectoren zoals bos- en landbouw opgelost worden.

CCS is slecht voor het klimaat

tegen

Elektriciteitscentrales op fossiele brandstoffen blijven, ook met CCS, CO2 uitstoten. De urgentie van energiebesparing en duurzame energie kan door CCS verloren gaan. CCS legitimeert nieuwe kolen- en gascentrales die, zonder CCS-plicht, onverminderd CO2 blijven uitstoten. Het is onzeker of de CO2 voldoende lang onder de grond blijft om klimaatverandering tegen te gaan.

CCS houdt fossiele energievoorraden toegankelijk

Wat zijn voor Nederland de argumenten voor en tegen CO2-afvang en -opslag (CCS*)?

tegen

Als bij transport en opslag onder lage druk CO2 vrijkomt, kan dit op windstille dagen verstikking veroorzaken. Als CO2 ondergronds in de ondiepe ondergrond ontsnapt kan dit grondwater verzuren. CO2-opslag leidt tot het risico van kleine aardschokken, vergelijkbaar met die bij aardgaswinning. Bij afvang van CO2 na verbranding kunnen kankerverwekkende stoffen worden uitgestoten.

CCS is goed voor het bedrijfsleven en voor hoogwaardige werkgelegenheid Het bedrijfsleven kan kennis, technologie en opslagcapaciteit (internationaal) vermarkten. CCS vergroot de bedrijfszekerheid van bestaande kolen- en gascentrales. Afvangtechnologie levert kennis op die bruikbaar is voor de productie van waterstof.

Zonder CCS is de grote en goedkoop winbare kolenvoorraad praktisch onbruikbaar vanwege de klimaatgevolgen.

CCS draagt bij aan de succesvolle implementatie van duurzame energie

voor

Verplichte CCS verhoogt de prijs van elektriciteit, duurzame energie wordt hierdoor eerder rendabel. Centrales met CCS zijn een stabiele aanvulling op het wisselende energieaanbod van zon en wind.

CCS is onveilig voor mens en milieu

voor

energie

Met CCS zijn de klimaatdoelen economisch haalbaar Elektriciteit uit centrales met CCS is op middellange termijn goedkoper dan elektriciteit uit zon en wind. Verplichte CCS laat de vervuiler (via zijn energierekening) betalen.

CCS kost extra energie Nederland heeft vergeleken met andere landen een concurrentievoorsprong in het toepassen van CCS

CCS kost tien tot veertig procent extra energie, dat put kolen- en gasvoorraden sneller uit.

CCS remt de ontwikkeling van duurzame energie

Nederland heeft dicht bij elektriciteitscentrales geschikte gasvelden met grote opslagcapaciteit. Nederland heeft door de gasinfrastructuur een voorsprong in het ontwikkelen van CCS-technologie.

ECONOMIE

tegen

De investeringen in CCS gaan ten koste van de investeringen in duurzame energie. CCS vergt investeringen in kolencentrales, waardoor deze langer gebruikt zullen worden.

CCS kost het Nederlandse bedrijfsleven geld Van de hoge startinvesteringen voor technologie en infrastructuur is onzeker of deze terugverdiend worden. Van de hoge exploitatiekosten is onzeker of deze in de elektriciteitsprijs verrekend kunnen worden. Tegen de tijd dat CCS grootschalig mogelijk is, zijn alternatieven voor CO2-reductie al aantrekkelijker.

CCS is goed voor het milieu CCS is vergeleken met zonne- en windenergie efficiënt met ruimte en materiaal.

voor

milieu

CCS is slecht voor het milieu Bij CO2-afvang komen grote hoeveelheden chemisch afval vrij zoals amines. CCS leidt door extra energieverbruik tot extra luchtverontreinigende emissies (verzuring en fijnstof). Toegenomen gebruik van kolen door CCS schaadt de mijnwerkers en het milieu bij kolenmijnen.

tegen

tegen

CCS kost de Nederlandse burger geld De overheid (belastingbetalers) financiert in de vorm van subsidies de ontwikkelfase van CCS. De overheid (belastingbetalers) betaalt - oneindig - voor toezicht op en aansprakelijkheid voor opslag. CCS heeft, zolang het controversieel is, mogelijk een negatief effect op de lokale huizenprijzen. Met CCS gaan kostbare tijd en middelen verloren in een tussenoplossing. De elektriciteitsrekening stijgt door CCS.

Nederland heeft de plicht om CO2 op te slaan CO2 is een restproduct van elektriciteitsopwekking, dat hoor je niet in de lucht te ‘lozen’.

voor

ethiek

CCS is niet verantwoord Een restproduct stop je niet voor eeuwig in de grond, dat is het verschuiven van het probleem. CCS houdt een niet-duurzaam systeem in stand. Een oplossing waar weinig maatschappelijk draagvlak voor is, is niet acceptabel.

in opdracht van:

tegen

* CCS staat voor Carbon Capture and Storage, het afvangen, transporteren en opslaan van CO2, in de volksmond meestal CO2-opslag genoemd. De argumenten hebben betrekking op alle delen van de keten, vandaar dat hier de term CCS gebruikt is. Er zijn verschillende manieren om CO2 af te vangen en op te slaan. Op deze kaart gaan we uit van de beoogde situatie in Nederland. Afvang zou plaatsvinden bij kolencentrales, en ook bij gascentrales en in de industrie. Opslag vindt plaats in lege gasvelden (niet in zogenaamde aquifers). De kaart gaat uit van het bestaan van een klimaatprobleem. De argumenten hebben gedeeltelijk betrekking op klimaatdoelen (afspraken), bijvoorbeeld dat in 2050 de CO2-uitstoot tachtig procent lager moet zijn dan deze in 1990 was. Deze kaart is gemaakt op basis van literatuuronderzoek en denksessies met deskundigen. Wij danken de deskundigen voor hun denkwerk. gemaakt door:

www.co2-cato.nl

© 2010


Argumentenkaart voor (vroeg)gepensioneerden

WERKEN verrijkt mijn leven

WERKEN heb ik al genoeg gedaan Werken berooft mij van de vrijheid die ik heb om mijn eigen leven in te richten. Werken associeer ik met ondergeschiktheid, toestemming vragen en gezeur. Ik heb geen zin meer in de organisatorische kwesties die bij het werk komen kijken. Ik ben op een goede manier gestopt, weer gaan werken betekent een afbreukrisico. Ik ga snel te veel werken en kan geen nee zeggen als ze meer van me vragen. Zolang ik nog gezond ben, ga ik liever genieten.

Als (vroeg)gepensioneerde het onderwijs in? De keuze is aan u. Deze kaart geeft een overzicht van argumenten die bij die keuze een rol spelen.

Door werken blijf ik bij en voel ik me betrokken bij de maatschappij. Werk geeft mij de kans om nieuwe mensen en een nieuwe omgeving te leren kennen. Ik vind het zonde om mijn kennis en kwaliteiten niet meer te benutten. Ik wil deel blijven uitmaken van de beroepsbevolking en door werken voel ik me jong. Ik vind het uitdagend om me te blijven ontwikkelen in mijn vak of op een ander gebied. Ik vind de erkenning die bij betaald werk hoort prettig, ik wil niet alleen vrijwilliger zijn. Ik wil de waarde van oudere werknemers aantonen.

HET ONDERWIJS zie ik niet (meer) zitten HET ONDERWIJS biedt aantrekkelijk werk

Ik heb niks (meer) met het onderwijs. Scholen zorgen slecht voor hun personeel en de faciliteiten zijn niet goed. Scholen hebben ouderen er jarenlang uitgewerkt; daarvoor wil ik niet inspringen. Ik ben bang dat de leerlingen mij niet meer voor de klas willen.

Ik vind het werken met leerlingen heerlijk en bovendien heel relevant. Ik ben trots op mijn levenservaring en wil daarmee het onderwijs verbeteren. De school waar ik een baan aangeboden heb gekregen heeft goede faciliteiten. Deze school heeft een positief imago en zorgt goed voor oudere werknemers. Ik ben een professional van buiten het onderwijs en wil graag jongeren opleiden. Ik wil bijdragen aan een oplossing voor het personeelstekort in het onderwijs.

DE COLLEGA’S zien mijn komst niet zitten Er is geen draagvlak op school voor mijn (terug)komst. Ik ben bang dat mijn collega’s denken dat ik alleen de krenten uit de pap haal.

DE COLLEGA’S zijn positief over mijn komst De collega’s reageren goed op mijn (terug)komst. Ik vind het leuk om met jongere collega’s te werken en hen te coachen. Ik wil de collega’s op (mijn oude) school helpen. Ik ben vereerd dat ze mij gevraagd hebben, de mensen op school waarderen me.

voor MIJN KWALITEITEN sluiten aan op het werk Ik weet dat ik nog goed ben in mijn vak en veel te bieden heb. Mijn gezondheid is nog prima.

Wat zijn voor mij als (vroeg)gepensioneerde argumenten voor en tegen (opnieuw) gaan werken in het onderwijs?

MIJN KWALITEITEN maken werken lastig

tegen

MIJN TIJD is met werken goed besteed

Ik kan geen hoge werkdruk aan. Mijn gezondheid staat mij niet toe dat ik werk. Ik ben bang dat ik niet goed (meer) zal zijn in het vak, of dat ik veel bijscholing nodig heb.

MIJN TIJD wil ik graag anders benutten Ik ben blij dat ik buiten de schoolvakanties en weekenden vrij ben. Ik wil alle tijd hebben voor leuke dingen zoals sport, reizen en cultuur. Ik wil meer tijd om mezelf buiten mijn werk te ontwikkelen, bijvoorbeeld door een studie. Ik heb al andere verplichtingen, bijvoorbeeld als zelfstandige, mantelzorger of vrijwilliger. Ik wil meer tijd besteden aan mijn partner, kinderen of kleinkinderen.

Ik heb het gevoel thuis te weinig omhanden te hebben. Mijn hobbies blijken alleen maar leuk als ik daar niet te veel tijd voor heb. Ik vind het prettig om weer een gestructureerde dagindeling te hebben.

MIJN DIERBAREN weerhouden mij ervan Mijn partner wil niet dat ik weer ga werken. Ik moet of wil voor mijn ouders, mijn partner of andere dierbaren zorgen. Ik wil mijn kinderen steunen, bijvoorbeeld door op de kleinkinderen te passen. Volgens mijn dierbaren ben ik een workaholic, ik wil hun beeld niet bevestigen.

MIJN DIERBAREN zijn een reden om te gaan werken Mijn partner moedigt mij aan om buitenshuis actief te blijven. Mijn partner werkt ook nog.

MIJN INKOMEN is toereikend MIJN INKOMEN wil ik aanvullen Ik wil graag wat extra geld verdienen om leuke dingen mee te doen. Ik heb maar weinig pensioen opgebouwd dus extra inkomsten zijn welkom. Mijn situatie is veranderd waardoor extra inkomsten goed uitkomen.

in opdracht van:

De argumenten op deze kaart zijn verzameld in groeps­gesprekken met (vroeg)gepensioneerden waarvan sommige wel en andere niet gedurende (vroeg)pensionering in het onderwijs actief zijn. Ook deskundigen leverden hun bijdrage. Het project Wijs Grijs in het Onderwijs wordt uitgevoerd in opdracht van de Ministeries van SZW en OCW. Voor meer informatie kunt u terecht op: www.wijsgrijsinhetonderwijs.nl

Ik kan me goed aanpassen aan het lagere inkomensniveau. Ik kan goed rondkomen van mijn inkomen dus ik heb geen extra geld nodig. Mijn vakanties worden duurder als ik alleen vrij ben in de schoolvakanties. Het extra inkomen weegt niet op tegen de administratieve rompslomp.

gemaakt door:

© 2008


Kosten

Goedkoop ontslag is mogelijk

Deze Argumentenkaart geeft een overzicht van de belangrijkste voor- en nadelen van het huidige ontslagrecht. Het vraagstuk is benaderd vanuit het perspectief van de belanghebbenden: werkgevers, werknemers, inactieven en flexwerkers.

Ontslag zonder vergoeding is mogelijk via de zogenaamde CWI-route, mits goed gemotiveerd. Ontslag bij reorganisatie is, internationaal bekeken, in Nederland relatief goedkoop (OESO). Ontslag is goedkoop voor flexwerkers en duur voor vaste werknemers, gemiddeld is Nederland een middenmoter.

Ontslag kan relatief snel geregeld worden

tijd

De tijd die een ontslag kost, is in Nederland relatief kort, met name dankzij de korte opzegtermijnen. Sinds de veranderingen in de WW is het eenvoudiger zelf een deal te sluiten met werknemers.

Procedure

De procedure biedt zekerheid

Omdat ontslag vooraf - preventief - getoetst wordt, zijn werkgevers juridisch gedekt. Kosten en uitkomst van een ontslagprocedure zijn redelijk voorspelbaar. Het CWI kan werkgevers adviseren over de ontslagprocedure.

Ontslagbescherming is goed voor het bedrijf

werkgevers

Ontslag is soms duur

De kosten van ontslag van mensen met een vast dienstverband zijn in Nederland relatief hoog (OESO). Naarmate iemand ouder is, of als de werkgever iets te verwijten valt, is de ontslagvergoeding hoger. Werkgevers betalen soms vergoedingen die niet in verhouding staan tot de schade voor de werknemer. Om de ontslagvergoeding lager te maken is dossiervorming noodzakelijk en dat kost tijd en geld. Het ontslaan van mensen kost het Nederlandse bedrijfsleven jaarlijks circa 3,5 miljard euro (HSI).

tijd

Een werknemer ontslaan kost tijd

Een werknemer ontslaan kost gemiddeld via het CWI 6,2 maanden, via de rechter 5,7 maanden (HSI).

werkgevers

Procedure

Ontslagbescherming prikkelt werkgevers om te investeren in innovaties die arbeidskosten verlagen. Ontslagbescherming biedt werknemers de kans creatief te zijn, wat de winstgevendheid verhoogt. De hoge mate van bescherming zorgt voor zekerheid, arbeidsrust en een prettige werksfeer. Personeel dat al lang in dienst is zal, vanwege de opgebouwde ontslagbescherming, niet zomaar vertrekken.

Bedrijfsvoering

voor de verschillende belanghebbenden?

Werkgevers hebben keus: de CWI-route, de kantonrechter, of zelf een deal sluiten met de werknemer. Ook zonder uitgebreide motivatie is ontslag mogelijk, zij het tegen hogere kosten via de kantonrechter. Maatwerk is mogelijk: de kantonrechter kan zaken als de financiële situatie van het bedrijf meewegen.

Bescherming Het ontslagrecht geeft zekerheid

Ontslagvergoeding werknemers

Ontslagvergoeding

met vast contract

De ontslagvergoeding kan behoorlijk oplopen en groter zijn dan de geleden schade. Vooral oudere werknemers met een lang dienstverband en mensen met hoge inkomens profiteren financieel.

werknemers

voordelen

nadelen

met vast contract

Inspraak

Inactieven en flexwerkers praten niet mee over ontslag

Flexwerkers profiteren vaak niet van sociale plannen die worden afgesproken bij reorganisaties. Het zijn de werkgevers en de vakbonden die afspraken maken over de invulling van het ontslagrecht. De sociale partners vergeten vaak de belangen van werklozen, uitzendkrachten en flexwerkers.

Kansen

Het ontslagrecht creëert mogelijkheden voor mensen die geen vast contract willen of kunnen krijgen. Een eventuele versoepeling van het ontslagrecht leidt niet tot meer banen (CPB).

Ontslagbescherming is niet goed voor de werknemer

Vaste werknemers voelen zich zo zeker van hun baan, dat zij hun eigen inzetbaarheid niet op peil houden. Ontslagvergoedingen zijn soms zo hoog dat werknemers geen prikkel hebben om weer aan de slag te gaan. Ontslagbescherming is soms een slechte reden om ergens te blijven werken waar het eigenlijk niet leuk is.

Arbeidsrelatie

Het ontslagrecht schept behoefte aan flexwerk

De procedure is nadelig voor de werknemer

Ontwikkeling

Ontslagbescherming speelt een rol in de arbeidsvreugde en motivatie van vooral zwakkere werknemers. De ontslagbescherming vermindert de competitie tussen werknemers, wat de sfeer ten goede komt. Door de ontslagbescherming voelen werknemers zich vrij om kritisch te zijn over hun werkgever. Door de ontslagbescherming is het voor werkgevers noodzakelijk om in werknemers te investeren.

Het ontslagrecht biedt ook bescherming aan flexwerkers

Procedure

De werknemer is afhankelijk van de ontslagroute die de werkgever kiest: CWI of kantonrechter. De werknemer kan niet in beroep gaan tegen de uitspraak van de kantonrechter. Het ontslagrecht is ingewikkeld voor individuele werknemers. Een ontslagtraject is een aanslag op de psychische gezondheid van werknemers.

De rechter kan bij nalatigheid van de werkgever een hogere ontslagvergoeding opleggen. Werknemers krijgen de kans om hun verhaal te doen voordat het ontslag een feit is. Dankzij veranderingen in de WW kunnen werknemers nu makkelijker zelf met hun baas een ontslagdeal sluiten.

Ontslagbescherming houdt werken leuk

De vergoeding kan laag uitvallen

De ontslagvergoeding kan laag uitvallen als de werkgever een goed beargumenteerde motivatie heeft.

Procedure

Er is ruimte voor overleg en maatwerk

De ontslagbescherming is in de praktijk beperkt

Zo’n 85 procent van de ontslagaanvragen wordt gehonoreerd, al daalt dit percentage (Loonstra e.a.). Ontslag bij reorganisaties is in Nederland relatief eenvoudig (OESO).

Bescherming

De ontslagbescherming biedt relatief veel inkomenszekerheid voor werknemers met een vast contract. Het vooraf - preventief - toetsen van ontslag biedt bescherming tegen onredelijk ontslag. Rechters wijzen ontslag steeds vaker af omdat de werkgever te weinig zijn best heeft gedaan (Loonstra e.a.).

De vergoeding kan hoog oplopen

Ontslagbescherming is slecht voor het bedrijf

Ontslagbescherming tast het aanpassingsvermogen en de concurrentiepositie van het bedrijf aan. Werkgevers werven door de ontslagbescherming minder personeel en lopen zo omzetgroei mis. Werknemers hebben geen prikkel om hun eigen inzetbaarheid op peil te houden. Slechte werknemers blijven zitten om hun - alsmaar stijgende - ontslagvergoeding veilig te stellen. Strijd over de ontslagvergoeding kan leiden tot een moddergevecht, wat slecht is voor de bedrijfssfeer.

ontslagrecht

Keus

Mensen ontslaan is ingewikkeld

Er zijn meerdere routes naar ontslag, via het CWI of via de rechter, dat maakt het ingewikkeld.

Wat zijn de voor- en nadelen van het huidige

Bedrijfsvoering

Het ontslagrecht biedt veel mogelijkheden

Kosten

inactieven en flexwerkers

inactieven en flexwerkers

Arbeidsmarkt

Werkloosheid wordt niet ‘eerlijk’ verdeeld: flexwerkers zijn vaker werkloos, ook als ze goed presteren (CPB). Mede door het ontslagrecht is de werkloosheidsduur in Nederland relatief hoog (CPB).

Bescherming

Een tijdelijk contract kan niet tussentijds worden opgezegd, tenzij het vooraf zo is afgesproken. Ook voor flexwerkers en werklozen lonkt het vooruitzicht van een vaste baan met ontslagbescherming.

Voor inactieven en flexwerkers is het moeilijker een baan te krijgen

Bescherming

Het ontslagrecht beschermt flexwerkers amper

Mensen met een flexibel contract hebben nauwelijks bescherming en krijgen zelden een ontslagvergoeding. Het stapelen van tijdelijke contracten mag in principe niet, maar wordt vaak omzeild via de CAO.

ontslagroutes Geraadpleegde literatuur OESO: Employment Outlook (2004) HSI: Ontslagkosten van werkgevers (2007) CPB: Employment Protection Legislation (2006) Loonstra e.a.: Statistiek ontbindingsvergoedingen (2007) in opdracht van:

Er zijn meerdere routes naar ontslag: CWI en kantonrechter. De route via het CWI is doorgaans goedkoper. De kantonrechter kan vergoedingen toekennen die gebaseerd zijn op de zogenaamde kantonrechtersformule. Die stelt dat de vergoeding afhangt

van het inkomen, de leeftijd en het aantal dienstjaren, en een correctiefactor C die kan variëren van 0 tot heel hoog, afhankelijk van de vraag of werkgever danwel werknemer nalatig is geweest. Gemiddeld is C iets kleiner dan factor 1.

Behalve de routes met tussenkomst van CWI of rechter, kunnen werkgevers en werknemers ook samen een beëindigingsovereenkomst opstellen, eventueel met vergoeding. Zij kunnen die regeling laten bekrachtigen bij de rechter, maar dat hoeft niet.

Deze kaart is gemaakt door De Argumentenfabriek op basis van drie groepsinterviews met deskundigen, met dank voor hun denkwerk. gemaakt door: ©


ARGUMENTENKAART EUROPESE VERKIEZINGEN

Door mijn stem heb ik invloed

mijn invloed

Het Europees Parlement heeft best invloed en dat wordt nog meer met het Verdrag van Lissabon. Als de lage opkomst zo laag is als verwacht, heeft mijn stem relatief veel invloed.

Ik wil met mijn stem een signaal afgeven Met mijn stem laat ik zien dat ik een voor- of tegenstander ben van de Europese Unie. Met mijn stem laat ik zien wat ik van het Europees Parlement vind. Ik gebruik mijn stem als een protest tegen of een steunbetuiging aan het Nederlandse kabinet.

Ik weet welke kant het op moet met Europa

mijn overtuiging

Ik ondersteun de koers van een bepaalde politieke partij. Ik steun met mijn voorkeursstem een bepaalde politicus. Ik stem omdat ik sterke opvattingen heb over een bepaald thema (bijvoorbeeld milieu). Ik voorkom dat mensen met een andere politieke voorkeur de koers bepalen.

Ik vind dat ik moet stemmen Ik vind democratie belangrijk en daar hoort stemmen bij. Stemmen is niet meer wettelijk verplicht, maar het is nog wel mijn burgerplicht. Door te stemmen voorkom ik dat gevestigde partijen voordeel hebben van de lage opkomst.

wel mijn omgeving

mijn gevoel

Wat zijn voor mij de argumenten om wel of niet te gaan stemmen voor het Europees Parlement?

De Europese verkiezingen spelen een belangrijke rol in mijn omgeving Mensen uit mijn omgeving vinden stemmen belangrijk en ik wil aan hun verwachtingen voldoen. Ik ben loyaal aan een politieke partij en die rekent op mijn stem. De media-aandacht geeft mij het idee dat deze verkiezingen belangrijk zijn.

Europa houdt me bezig Ik ben eurofiel: Europese politiek vind ik boeiend en ik beslis er graag over mee. Ik ben euroscepticus en wil dat geluid in het Europees Parlement versterken. Ik voel me Europeaan en stemmen versterkt mijn binding met Europa en de Europeanen.

Mijn stem heeft toch geen invloed

mijn invloed

Mijn ene stem op een paar miljoen stemmen maakt geen verschil. Nederland heeft maar 25 van de 736 zetels en daardoor relatief weinig invloed. Het Europees Parlement mag slechts meebeslissen over beperkt aantal onderwerpen zoals milieu en vervoer. Mijn stem wordt niet serieus genomen; het ‘nee’ bij het referendum over de grondwet is genegeerd.

Ik wil een signaal afgeven door niet te gaan stemmen Ik laat zien dat ik tegen (het beleid van) de Europese Unie ben. Ik laat zien dat ik het Europees Parlement afkeur. Ik laat zien dat ik geen vertrouwen heb in de kwaliteit en integriteit van Europarlementariërs. Niet stemmen is voor mij dé manier om te protesteren tegen de politieke ontwikkelingen in de Europese Unie.

mijn overtuiging

Ik kan met mijn politieke voorkeur niet terecht bij de deelnemende partijen Geen enkele partij vertegenwoordigt mijn opvattingen. Mijn voorkeurspartij vormt met andere partijen een Europese fractie die ik niet zie zitten. Ik kan niet kiezen tussen een aantal partijen waar ik het allemaal deels mee eens ben.

Ik vind dat ik niet hoef te stemmen

niet

Ik stem al voor de Tweede Kamer en dat vind ik genoeg. Democratie is een schijnvertoning en daar doe ik niet aan mee.

mijn omgeving

Deze Argumentenkaart is gemaakt op basis van literatuuronderzoek en denksessies met deskundigen en kiesgerechtigden. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk.

in opdracht van:

mijn gevoel

De Europese verkiezingen leven niet in mijn omgeving Ik ken niemand in mijn omgeving die gaat stemmen. In mijn omgeving interesseert niemand zich voor de Europese Unie. Ik heb op 4 juni iets belangrijkers te doen.

Europa zegt me niets Ik wil niets met de Europese Unie of met Europese politiek te maken hebben. De onderwerpen en manier van werken van het Europees Parlement zijn voor mij abacadabra.

©2009


Provincies en gemeenten krijgen meer taken en bevoegdheden en meer vrij te besteden budget, maar moeten de administratieve lasten voor burgers en bedrijven met 25 procent terugdringen De beleidsafdelingen op ministeries worden ‘in aantal, omvang en gelaagdheid’ verminderd ‘Gewetensbezwaarde’ ambtenaren hoeven geen homo-huwelijken te voltrekken Burgemeesters worden niet gekozen maar benoemd

De publieke omroep blijft tot 2015 zoals ze nu is en krijgt extra budget

Veiligheid, stabiliteit en respect

Bestuurlijke inrichting

Veiligheid

Publieke omroep

Extra uitgaven (2011) 0,7 miljard euro, waarvan 0,4 miljard voor extra capaciteit in de veiligheidsketen

Een slagvaardige en verbindende overheid

Preventie krijgt een impuls, onder meer door een rookvrije horeca, een commercial-verbod voor alcohol voor 21.00 uur op radio en tv, en hogere accijns op alcohol en tabak De no-claim korting wordt vervangen door een nieuw systeem van eigen betalingen In 2008 wordt de marktwerking in ziekenhuizen verder verruimd en daarna geëvalueerd ICT-gebruik wordt bevorderd, het elektronisch patiëntendossier start in 2010 Het kabinet wil kleinschalige verpleeghuiszorg bevorderen en belonen; nieuwe toetreders tot de markt worden hierbij ‘niet onnodig belemmerd’ De basisverzekering wordt uitgebreid met anticonceptiepil en tandarts De wetgeving rond stamcellen voor wetenschappelijk onderzoek en euthanasie blijft gehandhaafd De overtijdsbehandeling valt voortaan onder de Abortuswet waardoor vrouwen voor deze behandeling een verplichte, maar variabele, bedenktijd krijgen opgelegd

Er komt een pardon voor mensen die voor 1 april 2001 hun eerste asielaanvraag hebben ingediend

‘Substantiële verhoging van de arbeidsparticipatie’, te realiseren in overleg met sociale partners en gemeenten op een ‘participatietop’, met een brede agenda Ouderen met een aanvullend pensioen hoger dan 18.000 euro per jaar gaan stapsgewijs meer belasting betalen als ze voor hun 65ste stoppen met werken Het belastingvoordeel voor kostwinnersgezinnen met kinderen boven de zes, wordt stapsgewijs afgebouwd, waardoor niet-werkende partners gestimuleerd worden betaald werk te zoeken De leeftijdgrens voor het niet meer herkeuren van WAO’ers daalt van 55 naar 45 jaar Volledig arbeidsongeschikten in de (oude) WAO krijgen, net als die in de WIA, een hogere uitkering De premiedifferentiatie voor werkgevers wordt afgeschaft in de WAO en juist ingevoerd in de WW

De algemene heffingskorting wordt niet meer aangepast aan de inflatie Er komt een belastingverlaging die werken tegen laag loon aantrekkelijk maakt Gemeenten krijgen meer mogelijkheden voor het voeren van gericht armoedebeleid Topinkomens in de (semi-)publieke sfeer worden gemaximeerd op het inkomen van de premier Het inkomen van de premier en ministers wordt stapsgewijs met 30 procent verhoogd De gouden handdruk voor topverdieners in (semi-)publieke dienst wordt maximaal een jaarsalaris

Alle wachtlijsten voor inburgerings- en taalcursussen worden weggewerkt De normen voor inburgeringscursussen worden verhoogd tot minimaal MBO-niveau Driejarige kinderen met taalachterstand krijgen voorschoolse educatie Alle burgers krijgen de plicht de grondrechten te verdedigen

Het wettelijk recht op ouderschapsverlof wordt verlengd van 13 naar 26 weken De sollicitatieplicht voor alleenstaande bijstandsgerechtigden met jonge kinderen verdwijnt Om segregatie te voorkomen, worden opvang, speelzalen en voorschoolse educatie geïntegreerd De organisatie van de jeugdzorg wordt vereenvoudigd; wachtlijsten worden weggewerkt Jongeren moeten tijdens hun schooltijd drie maanden maatschappelijke stage volgen Jongeren tot 27 jaar krijgen geen uitkering, maar een leer/werk-plicht

Er zal een nieuwe Emancipatienota worden uitgebracht Homo-emancipatie zal bijzondere aandacht krijgen ‘met name in etnische kring’

Er komt een ‘actieplan’ om probleemwijken binnen tien jaar te veranderen in ‘sterke wijken’ Met corporaties worden ‘niet-vrijblijvende’ afspraken gemaakt over nieuwbouw, betaalbaarheid, energie-efficiency van bestaande huizen en investeringen in achterstandswijken De hypotheekrenteaftrek blijft en er komt geen onderzoek naar alternatieven De huurliberalisatie gaat niet door; de huurstijgingen worden gekoppeld aan de inflatie

‘Met alle de overheid ten dienste staande middelen’ wordt ingezet op versnelde introductie van nieuwe, schone technologie Door energiebesparing en een groter aandeel voor duurzame energie wordt de uitstoot van broeikasgas in 2020 met 30 procent verlaagd ten opzichte van 1990, liefst in Europees verband Milieuvervuiling wordt door ecotaksen voelbaar in de prijzen, bijvoorbeeld bij vliegtickets Het kabinetsproject ‘Schoner en zuiniger’ moet Nederland brengen in de ‘Europese top’ van duurzame energievoorziening

Dierenmishandelaars worden strenger bestraft en krijgen een verbod op het houden van dieren in opdracht van:

Zorg

Ondernemerschap

Extra uitgaven (2011) 0,7 miljard euro, waarvan 0,5 miljard voor de gezondheidszorg en 0,1 miljard voor de publieke omroep

Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie

Kennis en innovatie

Immigratie

Mobiliteit

Extra uitgaven (2011) 1,8 miljard euro, waarvan 1 miljard voor onderwijs

Onderwijs

Participatie Regio

Inkomens

Sociale samenhang Integratie

Jeugd en gezin

Extra uitgaven (2011) 2,5 miljard euro, waarvan 0,7 miljard voor kinderopvang en 0,4 miljard voor aanpak van achterstandswijken

Hoe wil het kabinet Balkenende IV zijn zes doelen bereiken? Dit is een visualisatie van het coalitieakkoord tussen CDA, PvdA en ChristenUnie. Citaten zijn uit dit document afkomstig.

Europa

Een actieve internationale en Europese rol

Buitenland en defensie Arme landen

Extra uitgaven (2011) 0,4 miljard euro

Extra inkomsten (2011)

Emancipatie

16,5 miljard euro

Wonen

De criminaliteit moet met 25 procent worden teruggedrongen, gerekend vanaf 2003 De samenwerking van de regionale politiekorpsen moet worden verbeterd; een landelijk politiecorps is daarmee voorlopig van de baan Omwille van openbare orde en veiligheid kan gelaatsbedekkende kleding worden verboden Het ‘doorgeven van radicaliserende boodschappen’ door internet-providers wordt verboden Coffeeshops bij scholen worden gesloten en coffeeshops in de grensstreek worden tegengegaan

Zelfstandig ondernemerschap wordt gestimuleerd, onder meer met fiscale maatregelen De ‘regeldruk’ voor ondernemingen wordt (opnieuw) met 25 procent teruggebracht Het kabinet zal ‘kansrijke initiatieven en betekenisvolle sectoren’ gericht ondersteunen Het aantal koopzondagen wordt zo mogelijk teruggedrongen

Universiteiten krijgen een groter onderzoeksbudget, vooral voor duurzame energie Arbeids- en kennismigranten krijgen makkelijker toegang tot Nederland

Files worden bestreden met rekeningrijden, gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken Schiphol kan binnen de bestaande normen doorgroeien en gaat niet naar de beurs De Nederlandse Spoorwegen moeten jaarlijks 5 procent meer reizigers vervoeren

De overheid gaat alle diploma-eisen vaststellen, en scholen krijgen meer vrijheid van handelen Voor ouders worden schoolboeken op middelbare scholen gratis Het systeem van leerrechten in het hoger onderwijs gaat in de koelkast; er wordt een nieuw systeem voor bekostiging en besturing bedacht Doel van het project ‘Aanval op de schooluitval’ is de halvering van de schooluitval in 2012

Noord-Nederland krijgt de Zuiderzeelijn, of een ‘alternatief samenhangend pakket’

Het kabinet wil een nieuw Europees verdrag sluiten dat zich in ‘inhoud, omvang en benaming’ onderscheidt van de per referendum verworpen Europese Grondwet In het nieuwe Europese verdrag moet de democratische controle worden ‘zeker gesteld’ en de taakverdeling tussen de Unie en de lidstaten opnieuw worden vastgelegd Het kabinet wil strengere handhaving van de toelatingseisen aan nieuwe Europese lidstaten

In 2010 wordt besloten over de aankoop van nieuwe straaljagers, waarbij de JSF zal worden vergeleken met alternatieve toestellen

Ontwikkelingslanden moeten veel sterker gaan participeren in het wereldhandelsstelsel Bovenop het budget voor ontwikkelingssamenwerking komt er geld voor duurzame energie

Het kabinet verhoogt de lasten voor burgers en bedrijven met 2,5 miljard euro Het kabinet rekent met de verwachte economische groei van 2 procent per jaar, waardoor in 2011 8 miljard euro extra in de schatkist vloeit

Waarvan 1,2 miljard euro door de algemene heffingskorting niet langer te laten meestijgen met de inflatie Waarvan 1,1 miljard milieubelastingen op onder meer vliegtickets en verpakkingen

Waarvan 0,75 miljard door het aantal (beleids)ambtenaren terug te brengen Waarvan 0,25 miljard door jongeren tot 27 jaar geen recht op Bijstand meer te geven

Het kabinet bezuinigt 6 miljard euro

Waarvan 0,5 miljard door te korten op reïntegratiebudgetten voor uitkeringsgerechtigden

Duurzame productie

Dierenwelzijn

En wat gaat dat kosten? Een duurzame leefomgeving

Extra uitgaven (2011) 0,9 miljard euro, waarvan 0,5 miljard voor energie

Extra uitgaven (2011)

Het kabinet geeft 7 miljard euro uit aan nieuw beleid om de zes hoofddoelstellingen te bereiken Het kabinet verlaagt de lasten voor burgers en bedrijven met 3 miljard euro

16,5 miljard euro

Saldo

Waarvan 1,2 miljard ter stimulering van arbeidsparticipatie Waarvan 0,8 miljard ter verbetering van de koopkracht Waarvan 0,5 miljard voor kinderen, jeugd en gezin

Het kabinet zet 6,5 miljard euro opzij om de staatsschuld te verlagen

Het financieringstekort van 0,2 procent van het nationaal inkomen in 2007 moet in 2011 zijn omgeslagen in een overschot van 1,1 procent gemaakt door:

©


Toetreding is een positief keerpunt in de internationale verhoudingen

Toetreding van Turkije is een bedreiging voor de Nederlandse positie in Europa

Toetreding van Turkije slaat een brug tussen Islam en Christendom, Azië en Europa. Toetreding bewijst dat met diplomatie en samenwerking (‘Soft Power’) succes te boeken valt.

Toetreding zal Europa dwingen om z’n eigen zaken op orde te brengen Toetreding dwingt Europa tot bestuurlijke vernieuwing, bijvoorbeeld tot een inperking van het vetorecht. Nederland heeft, als nettobetaler, baat bij minder Europese subsidies. Toetreding dwingt Europa tot ander subsidiebeleid want anders zouden de subsidies voor landbouw en arme regio’s niet meer te betalen zijn.

Europa heeft Turkije het lidmaatschap beloofd Turkije kreeg in 1963 in een associatieakkoord perspectief op lidmaatschap. Door in 1987 de Turkse lidmaatschapsaanvraag te accepteren, heeft de Europese Unie Turkije erkend als Europees land. In 1996 trad Turkije toe tot de Europese douane-unie. In 1999 kreeg Turkije de kandidaat-status en oktober 2005 gingen de toetredingsonderhandelingen van start.

Politiek

Wat zijn de argumenten voor en tegen de toetreding van Turkije tot de Europese Unie?

De invloed van Nederland in Europa zal verder marginaliseren. Turkije is vanaf 2014 met meer dan 80 miljoen inwoners het grootste land van Europa en zal bij toetreding grote invloed krijgen op het Europese beleid.

Toetreding van Turkije is een bedreiging voor de Europese Unie

Politiek

De bevolking is tegen toetreding Van de Europese bevolking steunt een minderheid van 28 procent de toetreding van Turkije (EC). In 2004 steunde driekwart van de Turkse bevolking de toetreding, nu is dit eenderde (ZEI).

Toetreding leidt tot versterking van de rechtstaat in Turkije

Deze Argumentenkaart geeft een overzicht van de belangrijkste argumenten voor en tegen de toetreding van Turkije tot Europa. Het vraagstuk is primair benaderd vanuit Nederlands perspectief.

Toetreding versterkt de Turkse democratie en zal de macht van het leger terugdringen. Met de toetreding krijgt Europa grip op aan Turkije gerelateerde problemen zoals milieuproblemen en illegale migratie. Toetreding dwingt erkenning van internationaal recht af, bijvoorbeeld bij ILO-verdragen over arbeidsvoorwaarden. Toetreding maakt de Turkse rechtspraak onafhankelijker, en verbetert de rechtspositie van Europese instellingen in Turkije.

De Europese Unie staat met Turkije politiek sterker Met Turkije heeft Europa een grotere stem in internationale instituties zoals de wereldhandelsorganisatie. Met Turkije krijgt Europa meer invloed in het Midden-Oosten.

Toetreding is een bedreiging voor de stabiliteit van Turkije Turkse instituties zijn nog niet klaar voor toetreding. De hervormingen die nodig zijn roepen weerstand op. Het leger zal z’n machtspositie moeten inleveren. Daardoor ontstaat ruimte voor andere partijen, zoals de politieke Islam. Dat het leger macht moet inleveren is een risico: wellicht grijpen de militairen straks naar de wapens.

Een moslimland past niet in het joods-christelijke Europa Toetreding van een moslimland is een bedreiging voor de Europese christelijke normen en waarden.

De Turkse politieke filosofie (het Kemalisme) past niet bij Europa

Turkije hoort cultureel-historisch gezien bij Europa Als Turkije voldoet aan alle criteria - wat nog jaren zal duren - kan het probleemloos toetreden tot de Europese Unie. De Turkse Islam is niet onverenigbaar met de Europese normen en waarden (WRR). Turkije en Europa hebben al eeuwenlang een hechte maar gespannen relatie. Doel van het Europese project is spanningen zoals die tussen Turkije en Europa te pacificeren.

Toetreding is goed voor de integratie van Turken in Europa

Turkije voldoet nog lang niet aan de toetredingscriteria. Zelfs als Brussel besluit dat Turkije er wel aan voldoet, zal het nooit een echt Europees land zijn. Omdat de Europese bevolking tegen toetreding is, ondermijnt het toetredingsproces het vertrouwen in de Unie. Door toetreding worden Turkse problemen Europese problemen, zoals de conflicten met Cyprus en met de Koerden. De toetreding van Turkije zet de deur open voor andere landen die niet of nauwelijks op het Europese continent liggen.

Cultuur

Turkije gaat on-Europees om met religie, vrouwen en minderheden

Cultuur

De scheiding tussen kerk en staat is formeel sterk, maar in de praktijk erg geforceerd De Turkse regering gebruikt de Islam als machtsmiddel en geeft bijvoorbeeld meer geld uit aan moskeeën dan aan scholen. Vrouwen, homo’s en religieuze minderheden worden onderdrukt.

Door de open grenzen komt er meer uitwisseling - en daarmee begrip - en kunnen vooroordelen over Turken afnemen. Door toetreding horen Turkse Europeanen er ‘echt bij’, wat de integratie makkelijker kan maken.

Met Turkije erbij demonstreert Europa dat het geen exclusief christelijke club is

voor

Met een Moslimland binnen de grenzen laat Europa zien dat het de godsdienstvrijheid serieus neemt.

Onder het Kemalisme is het individu onderworpen aan de Turkse republiek. Het Turkse leger heeft, als hoeder van het Kemalisme, veel invloed op de Turkse samenleving. Het Kemalisme is zeer nationalistisch, wat blijkt uit het verbod op het beledigen van de Turkse identiteit (artikel 301). Turkije heeft moeite met zijn eigen geschiedenis. Zo weigert de regering de Armeense genocide te erkennen.

Toetreding kan een Turkse identiteitscrisis veroorzaken

tegen

Toetreding versnelt de Europeanisering in Turkije, wat leidt tot verwarring over de Turkse identiteit (jeans en hoofddoek). Dat Turkije de eigen normen en waarden moet verruilen voor Europese regels roept verzet op en werkt destabiliserend.

Turkije vormt een diplomatieke brug tussen Europa en de Islamitische wereld Turkije heeft als een van de weinige moslimlanden goede diplomatieke betrekkingen met Israël. Turkije zit als enig NAVO-land in de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC).

Toetreding versterkt het Europese veiligheids- en defensiebeleid Europa krijgt meer grip op smokkelroutes (mensen, drugs) die via Turkije lopen. Toetreding vergemakkelijkt de samenwerking met Turkije in internationale crisissituaties.

Het opschuiven van de Europese buitengrenzen naar het oosten is gevaarlijk

Veiligheid Veiligheid

De georganiseerde criminaliteit wordt moeilijker beheersbaar Dankzij het vrije verkeer van personen wordt het voor Europese en Turkse criminelen makkelijker om samen te werken.

Turkije niet laten toetreden is riskant Afwijzing van Turkije door Europa kan een voedingsbodem vormen voor fundamentalisme. Als Europa besluit dat Turkije niet mag toetreden, zet het de relatie met een belangrijke NAVO-bondgenoot op het spel.

Toetreding maakt migratie van en naar Turkije makkelijker Toetreding maakt heen en weer reizen makkelijk, waardoor Turken zich niet definitief in Nederland hoeven te vestigen. Door toetreding groeit de Turkse economie fors, waardoor het voor Turken aantrekkelijk wordt om terug te keren.

Migratie

Als Turkije toetreedt zonder aanpassing van het landbouwbeleid dan kost dit Europa 10 à 20 miljard euro. Nederland betaalt als nettobetaler in Europa hier relatief veel aan mee. De toetreding van een groot land met weinig sociale wetgeving ondermijnt de Nederlandse verzorgingstaat.

Economie

Toetreding is goed voor de Europese economie

Economie

Er lopen belangrijke pijpleidingen door Turkije zoals de Baku-Ceyhanpijplijn. in opdracht van:

Toetreding van Turkije is potentieel destabiliserend voor de Europese economie Goedkopere productie in Turkije, bijvoorbeeld door de lage loonkosten in Turkije, kan Europese banen kosten. De slechte handhaving van wetgeving, bijvoorbeeld merkenrecht, kan leiden tot oneerlijke concurrentie. Turkije heeft een grote zwarte sector (de helft van de economie), wat onder meer leidt tot oneerlijke concurrentie. Turkije zal op termijn toetreden tot de eurozone, wat riskant is voor de waarde van de euro.

Toetreding heeft negatieve gevolgen voor de Turkse economie

Toetreding stimuleert de Turkse economie

Toetreding verbetert de leveringszekerheid van energie aan Europa

Na toetreding zullen 2,7 miljoen Turken naar Europa komen, waarvan ruim 100 duizend naar Nederland (CPB). Immigrerende Turken zullen banen bezetten, vooral van andere ‘nieuwe Europeanen’ maar ook van Nederlanders. Als Turken Europeanen zijn, kan Nederland geen eisen meer stellen aan gezinshereniging en gezinsvorming.

Toetreding heeft nadelige effecten voor de Nederlandse economie

De effecten voor de economische groei in Nederland zijn zeer beperkt maar positief. Toetreding is een stimulans voor Nederlandse investeringen in Turkije en voor de handel. Dankzij het toetredingsproces verdrievoudigde de handel tussen Nederland en Turkije sinds 2001 tot 3,6 miljard euro per jaar.

Europa biedt Turkije de institutionele voorwaarden voor een stabiele economie. De Turkse economie zal in de twintig jaar na toetreding met 0,8 tot 6,4 procent groeien (CPB).

Toetreding leidt tot een toestroom van Turken naar Europa

Migratie

Toetreding is goed voor de Nederlands economie

Een groter aanbod van arbeid drukt de loonkosten en verbetert de concurrentiepositie van Europa. Turkse arbeidskrachten kunnen de krapte op de arbeidsmarkt ten gevolge van de vergrijzing verminderen.

Door wegvallende grenscontroles kan Turkije de poort naar Europa worden voor terroristen en smokkelaars.

Literatuur: CPB, Assessing the economic implications of Turkish accession tot the EU, Den Haag, 2004. EC, Eurobarometer 66, E6012, Den Haag, 2006. WRR, De Europese Unie, Turkije en de Islam, Den Haag, 2004. ZEI, EU-Turkey-Monitor, vol. 2, no. 3. Bonn, 2006.

Turkije zal moeite hebben om te concurreren met Europa en dat kan tot werkloosheid leiden, met name in de landbouw. Implementatie van de Europese wetgeving gaat Turkije veel geld kosten, vooral qua milieubescherming.

De argumenten zijn verzameld door de Argumentenfabriek tijdens groepsgesprekken met deskundigen. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. gemaakt door: ©


Kernenergie is goedkoper

Energiebeleid

Bij de huidige energieprijzen is kernenergie de goedkoopste vorm van elektriciteitsopwekking. Consumenten en bedrijven kunnen profiteren van de lagere energierekening. Consumenten profiteren van de lage energieprijs door goedkopere producten. De kosten van kernenergie worden marginaal bepaald door de grondstof (uranium) en zijn daardoor stabiel.

Nieuwe kerncentrales zijn goed voor de Nederlandse economie Bij de huidige energieprijzen is de exploitatie van een kerncentrale winstgevend. Een nieuwe impuls voor de Nederlandse kernenergiesector levert hoogwaardige werkgelegenheid op.

voor

Kerncentrales zijn nodig om de energievoorziening in de toekomst veilig te stellen

Kernenergie is geen praktische oplossing

voor tegen Nieuwe kerncentrales zijn relatief veilig

Nieuwe kerncentrales zijn goed voor andere bedrijven en de staat De verwerking van kernafval zal efficiënter worden doordat meer instellingen meebetalen. Nieuwe centrales stimuleren de ontwikkeling van (nucleaire) technologie in Nederland. Nieuwe kerncentrales zijn goed voor uraniumverrijkingsbedrijf Urenco, waarvan de staat aandeelhouder is.

Economie

Nederland is een relatief veilige plek voor nieuwe kerncentrales

De nieuwe centrales zullen de overheid geld kosten

voor

Na 100 jaar neemt de overheid de kosten en verantwoordelijkheid voor de opslag van afval over. Bij een ramp draait de (internationale) gemeenschap op voor het onverzekerbare deel van de kosten.

Veiligheid

De bouw van nieuwe centrales is financieel riskant Het verkrijgen van een vergunning duurt lang en is onzeker door bezwaar- en beroepsprocedures. Exploitatie vergt hoge investeringskosten voor bouw, onderhoud en veiligheid. De schade bij uitval van een centrale is groot en vraagt veel back-upvoorzieningen. De kosten van een eventuele ramp met een nieuwe kerncentrale zijn onverzekerbaar hoog.

Nieuwe kerncentrales maken de wereld veiliger voor Nederland

tegen

Nieuwe kerncentrales zijn riskant

De consument profiteert niet direct van de lage kostprijs van kernenergie De elektriciteitsprijs voor consumenten is vooralsnog gekoppeld aan de olieprijs.

Nieuwe kerncentrales zijn nodig om de CO₂-uitstoot terug te dringen Bij de productie van kernenergie komt nauwelijks CO₂ vrij.

Kerncentrales produceren relatief weinig afval De gevaarlijkste hoeveelheid radioactief afval is in volume beperkt (enkele kubieke meters per jaar). Het afval is met de huidige technieken goed op te slaan, in elk geval voor de voorzienbare toekomst. Een toenemend deel van het afval kan worden hergebruikt.

voor

Lokale productie van kernenergie voorkomt energieverspilling Kernenergieopwekking in Nederland leidt tot minder energieverlies tijdens transport.

Welke argumenten zijn er voor en tegen het bouwen van nieuwe kerncentrales in Nederland?

Nederland is een riskante plek voor nieuwe kerncentrales

tegen

Nederland kan proliferatie en terreurdreiging niet uitbannen

Kerncentrales produceren radioactief afval waar geen definitieve oplossing voor is

Nieuwe kerncentrales leveren Nederland geopolitiek voordeel op

Hoogradioactief kernafval moet meer dan 100.000 jaar veilig opgeborgen worden. Tot nu toe kan slechts eenderde deel van het afval worden hergebruikt als brandstof.

Milieu

voor

Nieuwe kerncentrales belemmeren de ontwikkeling van duurzame alternatieven

Politici willen scoren

Kerncentrales zijn slecht voor het milieu

tegen tegen

Nieuwe kerncentrales vormen geen direct gevaar voor de volksgezondheid De straling in en rondom een kerncentrale is gering en ongevaarlijk.

voor

De langetermijneffecten voor de volksgezondheid zijn onzeker

Volksgezondheid

De gevolgen van een ramp voor de volksgezondheid zijn groot. Het is nog onbekend of wonen bij of werken in een kerncentrale op lange termijn schadelijk is.

voor

Het draagvlak voor kernenergie ontbreekt

Nederland is moreel verplicht om nieuwe kerncentrales te bouwen

Ethiek Het is moreel verwerpelijk om nieuwe kerncentrales te bouwen

Mensen in Nederland kunnen ziek worden van angst voor de kerncentrales Sommige mensen worden ziek alleen al doordat ze denken dat de productie van kernenergie gevaarlijk is. Ook bij een ongeval waarbij geen straling vrijkomt, zullen sommige mensen ziek worden.

Nederland moet aan zijn klimaatdoelstellingen voldoen

Politiek

Geld geïnvesteerd in kerncentrales kan niet worden uitgegeven aan duurzame energieopwekking.

Een kerncentrale loost relatief veel en relatief warm koelwater. De winning van de brandstof voor kerncentrales (uranium) schaadt het milieu in de landen van herkomst.

Nieuwe kerncentrales maken de wereld minder veilig

tegen

tegen

De productie van kernenergie is mogelijk schadelijk voor de volksgezondheid elders De werkomstandigheden in de uraniummijnen in de herkomstlanden schaden de volksgezondheid aldaar.

in opdracht van:

KernenergieDEF.indd 1

Deze kaart is gemaakt op basis van groepsinterviews met deskundigen. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk.

gemaakt door:

© 2008

23-01-2009 08:37:49


*

Verhoging van de AOW-leeftijd draagt bij aan gezonde overheidsfinanciën Verhoging pakt stijgende vergrijzingskosten (meer mensen die langer AOW krijgen) in de kern aan. Verhoging versterkt de verzorgingsstaat doordat meer mensen gaan werken en belasting betalen. Verhoging bezuinigt op de lange termijn maar houdt de overheidsbestedingen nu op peil. Door de kredietcrisis heeft de overheid minder geld om de vergrijzingskosten te dekken.

VOOR

Door verhoging wordt het pensioenstelsel op termijn meer solide

Deze Argumentenkaart biedt een overzicht van de argumenten voor en tegen verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar, conform de plannen van het kabinet. De argumenten hebben dus betrekking op een verhoging die voldoet aan de volgende punten: ����������������������������������������������� ������������������������������������������� ������������������������������������������������ �����������������������������������������������

Door verhoging kunnen pensioenpremies omlaag, waardoor het pensioenstelsel betaalbaar blijft. Verhoging leidt tot meer werkende en minder niet-werkende deelnemers aan pensioenfondsen.

Verhoging van de AOW-leeftijd is niet nodig voor gezonde overheidsfinanciën

GELD

Het probleem is kleiner dan het lijkt omdat ouderen belasting betalen over hun aanvullend pensioen. AOW-kosten worden overschat omdat onterecht wordt uitgegaan van een welvaartsvaste AOW-uitkering.

VOOR

Verhoging van de AOW-leeftijd levert minder op dan het kabinet stelt

Verhoging verdeelt de vergrijzingskosten gelijker over generaties zonder verlies van solidariteit. Verhoging betekent dat premiebetalers niet meer betalen voor de groep 65-67 die nog kan werken. Met minder AOW-uitkeringen kan de hoogte van de AOW-uitkering op (welvaartsvast) peil blijven. Verhoging schept financiële ruimte voor mensen die steun echt nodig hebben.

VERDELING

Zware beroepen ‘uitzonderen’ kost meer dan het kabinet denkt en zal de bezuiniging verminderen. Veel ouderen zullen niet doorwerken maar een andere uitkering ontvangen die duurder is dan AOW.

Verhoging tot 67 gaat niet ver genoeg

AOW vanaf 67 leidt tot een gelijkere verdeling van de lusten en lasten van de vergrijzing

Verhoging pakt vooral slecht uit voor jongeren, laagopgeleiden, armen en zelfstandigen TEGEN TEGEN

De AOW-leeftijd moet veel verder omhoog om de AOW betaalbaar te houden.

Op korte termijn verbetert verhoging van de AOW-leeftijd de positie van pensioenfondsen niet

Door de lange overgangstermijn worden oudere generaties ontzien en betalen jongeren de rekening. Verhoging is nadelig voor laagopgeleiden omdat ze jong zijn gaan werken en minder lang leven. Arme ouderen krijgen nu met hun AOW wat financiële lucht, AOW vanaf 67 stelt dit twee jaar uit. Hoge inkomens kunnen, fiscaal ondersteund, een koopsompolis bijkopen, lage inkomens niet. Verhoging pakt slecht uit voor zelfstandigen omdat zij vaak weinig aanvullend pensioen hebben.

De positie van pensioenfondsen verbetert niet omdat opgebouwde rechten onaantastbaar zijn. De opbouwjaren van deelnemers tussen 65 en 67 jaar zijn voor een pensioenfonds relatief duur.

Wat zijn de argumenten voor en tegen AOW vanaf 67 jaar? * Verhoging is nu politiek haalbaar en aantrekkelijk

Mensen kunnen langer werken dan vroeger omdat ze langer leven en gezonder zijn. Mensen beginnen steeds later met werken en verwachten ook op latere leeftijd te stoppen. Verhoging verkleint de groep inactieve ouderen en dat is beter voor de sociale samenhang. Door langer te werken, blijven ouderen gezonder en worden ze minder snel als oud gezien. Verhoging geeft burgers meer eigen verantwoordelijkheid voor hun oude dag.

VOOR

Verhoging is goed voor het vertrouwen in de politiek De politiek wint aan geloofwaardigheid als ze harde maatregelen treft. Geleidelijke invoering laat zien dat de overheid burgers tijd geeft zich aan te passen.

VOOR

AOW vanaf 67 prikkelt tot modernisering van de arbeidsmarkt

POLITIEK

Verhoging prikkelt werkgevers de beloning van oudere werknemers te koppelen aan productiviteit. Sociale partners zullen pensioenregelingen aanpassen aan de karakteristieken van sector of bedrijf.

Er is weerstand tegen AOW vanaf 67 jaar bij vakbonden en grote groepen kiezers. Verhoging is een belangrijke beslissing waarover geen verkiezingen zijn geweest.

Verhoging van de AOW-leeftijd ondermijnt het vertrouwen in de politiek De politiek wordt ongeloofwaardig en creëert onzekerheid als ze morrelt aan sociale voorzieningen. Verhoging is een breuk met het Museumpleinakkoord tussen kabinet en sociale partners uit 2004.

Verhoging prikkelt werknemers langer door te werken, waardoor het arbeidsaanbod groeit.

AOW vanaf 67 sluit beter aan bij de moderne samenleving

Verhoging is electoraal aantrekkelijk omdat veel kiezers - de babyboomers - relatief worden ontzien. Verhoging is een eenduidige maatregel die voor iedereen begrijpelijk is: we moeten langer werken. AOW vanaf 67 is goed te verdedigen omdat bij de invoering in 1957 verhoging al werd voorzien.

Verhoging van de AOW-leeftijd is politiek riskant

AOW vanaf 67 verlicht de toekomstige krapte op de arbeidsmarkt

Een hogere AOW-leeftijd verbetert de positie van werknemers Mensen behouden door verhoging twee jaar langer werknemersrechten zoals ontslagbescherming. Verhoging prikkelt werknemers na te denken over scholing, loopbaan, gezondheid en pensioen. Verhoging stimuleert vakbonden en werkgevers te investeren in de gezondheid van werknemers.

TEGEN

WERK

Verhoging van de AOW-leeftijd is moeilijk uitvoerbaar Rekening houden met ‘zware beroepen’ is moeilijk in praktijk te brengen. Positieve effecten op de arbeidsmarkt zijn afhankelijk van medewerking van de sociale partners. Verhoging betekent dat veel andere wetten en uitkeringen ook moeten worden aangepast.

Tijdens de invoering verslechtert de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers Werkgevers zullen aandringen op demotie (minder zwaar werk tegen een lager loon) van ouderen. Werkgevers hebben hun personeelsbeleid nog niet aangepast aan 65-plussers. Werkgevers zullen ouderen vaker ontslaan omdat loon doorbetalen tot 67 jaar meer kost dan ontslag. Ziekteverzuim zal stijgen omdat sommige ouderen blijven werken ondanks gezondheidsproblemen.

Na de invoering drukt verhoging de lonen van alle werknemers Naarmate ouderen meer gaan werken, drukt hun extra arbeidsaanbod de lonen van alle werknemers.

Deze kaart is gemaakt op basis van drie denksessies met in totaal dertig deskundigen en belangenbehartigers. We danken alle deelnemers voor hun denkwerk. Deze kaart is financieel mogelijk gemaakt door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Argumentenfabriek is verantwoordelijk voor het resultaat.

TEGEN

AOW vanaf 67 past niet bij de uiteenlopende voorkeuren van burgers Door verhoging van de AOW-leeftijd hebben mensen minder vrije tijd tussen 65 en 67 jaar. AOW vanaf 67 miskent de grote verschillen tussen hoe mensen hun loopbanen plannen.

Langer doorwerken leidt tot een tekort aan mensen in de informele economie Verhoging betekent dat ouderen minder tijd hebben voor vrijwilligerswerk en zorgtaken.

© 2009


argumentenkaart GEMENGDE SCHOLEN Mengen verkleint de ontwikkelingskansen van leerlingen

Mengen vergroot de ontwikkelingskansen van leerlingen Zwakkere leerlingen kunnen zich optrekken aan sterkere leerlingen. Sterkere leerlingen leren extra doordat ze lesstof kunnen uitleggen aan zwakkere leerlingen. Leerlingen met verschillende achtergronden krijgen gelijke kansen op goed onderwijs. Leerlingen krijgen op gemengde scholen, in kleinere klassen, meer aandacht dan op witte scholen. Mengen biedt kansarme leerlingen kansen terwijl de kansrijke leerlingen kansrijk blijven.

Leerlingen Leerlingen

Sterkere leerlingen worden geremd in hun cognitieve ontwikkeling en ambitieniveau. Zwakkere leerlingen raken de gespecialiseerde begeleiding kwijt die zij nodig hebben.

Mengen kan de afstand tussen leerlingen vergroten Verschillen in cultuur en achtergrond stoten af, leerlingen trekken zich terug in de eigen groep. De zichtbaarheid van verschillen wordt vergroot waardoor leerlingen zich er bewuster van worden.

Mengen kan de sociale en culturele afstand tussen leerlingen verkleinen Leerlingen maken al vroeg kennis met de diversiteit in de maatschappij. Leerlingen leren omgaan met verschillende culturele en sociaal-economische achtergronden.

Ouders willen het beste voor hun kind

Ouders willen het beste voor hun kind

Ouders

Ouders willen dat hun kind opgroeit in een omgeving die zo min mogelijk gesegregeerd is. Ouders vinden het belangrijk dat hun kind leert omgaan met diversiteit.

Mengen heeft voordelen voor ouders Met een gemengde school in de buurt hoeven ouders niet te ‘vluchten’ naar witte scholen elders. Gemengde scholen hebben soms kortere wachtlijsten dan witte scholen. Ouders met verschillende achtergronden komen met elkaar in contact.

Mengen maakt scholen toekomstbestendiger Door te mengen komen witte scholen in aanmerking voor meer geld. Zwarte scholen kunnen (kansrijke) ouders en leerlingen aantrekken en/of aan zich binden.

Wat zijn voor verschillende belanghebbenden argumenten voor en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs?

Ouders

Mengen heeft nadelen voor ouders Ouders voelen zich thuis bij de eigen groep en herkennen zich onvoldoende in gemengde scholen.

Mengen brengt scholen onrust Zwarte scholen lopen overheidsgeld mis als ze meer kinderen van kansrijke ouders aantrekken. Witte scholen vrezen ouders en leerlingen kwijt te raken en/of niet meer aan te trekken.

Scholen

Scholen

Schoolbesturen vinden mengen niet nodig Bestuurders van witte scholen vinden dat het al goed gaat op school. Bestuurders vinden mengen de zoveelste modegril waar ze niet aan mee willen doen. Hoge ambities (de beste resultaten voor de eigen witte school) verhouden zich slecht met mengen.

Mengen vraagt bewust onderwijsbeleid van scholen Door mengen zijn bestuurders bewust met het onderwijsbeleid bezig waardoor de kwaliteit verbetert. Afspraken tussen scholen over aannamebeleid garanderen het voortbestaan van alle scholen. Scholen voldoen aan hun verplichting aandacht te besteden aan ‘actief burgerschap en sociale integratie’.

Ouders zijn bang dat de schoolprestaties van hun kansrijke kind negatief worden beïnvloed. Ouders hebben het gevoel dat hun kind wordt blootgesteld aan een sociaal experiment. Ouders willen dat de school aansluit bij hun eigen gebruiken en opvoeding. Ouders willen niet dat hun kind beïnvloed wordt door andere gebruiken, normen en waarden.

Mengen maakt het werk van leraren complexer

voor

Mengen maakt het werk van leraren leuker

tegen

Een gemengde school vraagt veel van leraren: specifieke vaardigheden, affiniteit, tijd en energie. Leraren moeten behalve onderwijzer ook sociaal werker en opvoeder zijn.

Een gemengde klas biedt leraren uitdaging.

Politici vinden mengen niet nodig Mengen heeft (lokale) politieke prioriteit

Politici vrezen dat de aandacht teveel uitgaat naar mengen en te weinig naar goed onderwijs. Het oplossen van het segregatieprobleem is niet de primaire taak van het onderwijs. De samenleving is niet maakbaar en daarbij zijn klassenverschillen van alle tijden.

Het voorkomen van segregatie staat hoog op de beleidsagenda, mengen is hiertoe een middel. Mengen voorkomt dat scholen verdwijnen uit de wijk en daarmee ook andere voorzieningen. Het (lokale) gebouwenbestand wordt beter benut doordat leerlingen beter worden verspreid. Mengen draagt bij aan de internationale reputatie van Nederland als geïntegreerde samenleving.

Overheid

Overheid

Mengen is een manier om segregatie tegen te gaan Mengen bevordert de acceptatie van diversiteit in de samenleving. Mengen bevordert integratie en sociale samenhang. Mengen draagt bij aan de emancipatie van culturele minderheden en achterstandsgroepen.

in opdracht van:

Deze Argumentenkaart geeft een overzicht van de argumenten voor en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs. De argumenten zijn gerankschikt per belanghebbende: leerlingen, ouders, scholen (inclusief besturen) en overheid. Op deze kaart wordt onder mengen in het basisonderwijs verstaan: het (op vrijwillige basis) mengen van leerlingen met verschillende culturele, etnische en sociaaleconomische achtergronden. Een veelgekozen uitgangspunt bij mengen is dat scholen qua samenstelling een afspiegeling van de buurt of woonwijk vormen. .

Mengen gaat segregatie niet tegen Mengen van basisscholen is alleen succesvol als woonsegregatie ook wordt tegengegaan. Alleen in het basisonderwijs wordt gemengd, mengen houdt op in het voortgezet onderwijs.

Mengen is lastig uitvoerbaar De vrijheid van onderwijs dreigt in het geding te komen.

gemaakt door:

© 2010


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.