samenvattingskaarten

Page 1

Dijsselbloemkaart De Commissie Dijsselbloem is in haar onderzoeksrapport ‘Tijd voor Onderwijs’ kritisch over de onderwijs­ vernieuwingen in Nederland. Toch zal ook in de toekomst onderwijsvernieuwing nodig blijven. Deze kaart geeft een overzicht van de eisen die de Commissie stelt aan toekomstige onderwijsvernieuwingen.

De scholen zijn verantwoordelijk voor het ‘hoe’. De scholen zijn verantwoordelijk voor het ‘hoe’. (zie ‘eisen aan de scholen’)

De scholen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijsproces. De scholen bepalen de manier waarop kennis en vaardigheden worden aangeleerd. De scholen bepalen het pedagogisch­didactisch klimaat.

De overheid is verantwoordelijk voor het ‘wat’. (zie ‘eisen aan de overheid wat betreft de inhoud’)

De scholen moeten zich voor doorgevoerde vernieuwingen verantwoorden. De scholen moeten zich verantwoorden aan de overheid en direct belanghebbenden. De scholen moeten verantwoorden welke keuze zij maken uit de mogelijke werkvormen. De scholen leggen in hun schoolplannen verantwoording af aan het bevoegd gezag en aan ouders. Scholen moeten met een begin­ en eindtoets hun ‘toegevoegde waarde’ laten zien.

EisEn aan DE scholEn

Scholen moeten personeel bij de onderwijsvernieuwingen betrekken.

algEmEnE EisEn aan DE RolVERDEling BiJ onDERWiJsVERniEUWing

De overheid is verantwoordelijk voor een zorgvuldig proces van onderwijsvernieuwing. (zie: ‘eisen aan de overheid wat betreft het proces’)

Binnen de school moeten de docenten de vakdidactiek bepalen.

Onderwijsvernieuwing vereist een zorgvuldig beleidsproces. (toetsingskader voor onderwijsvernieuwingsbeleid)

Scholen moeten zich bij vernieuwing de volgende vragen stellen Welke (nieuwe) onderwijsinhoud vraagt om welke (nieuwe) werkvormen? Bij welke leerling(groep) zet je wanneer welke (nieuwe) werkvorm in? Is hierbij rekeninggehouden met specifieke doelgroepen, zoals zorgleerlingen of jongens en meisjes? Is de (nieuwe) werkvorm bewezen effectief en efficiënt voor deze inhoud en voor deze leerlingen? Zo nee, hoe kan de vernieuwing dan middels een onderzoek in de praktijk worden getoetst? Is er controle op de vernieuwing, bijvoorbeeld door een wetenschappelijk instituut? Zijn er genoeg gekwalificeerde docenten om te kunnen vernieuwen en worden zij goed bijgeschoold?

De overheid is verantwoordelijk voor de onderwijsinhoud.

Welke eisen stelt Dijsselbloem bij toekomstige onderwijs­ vernieuwingen aan de scholen en aan de overheid?

De overheid is verantwoordelijk voor het toezicht.

De overheid moet ook elementen van het ‘hoe’ borgen. De overheid bepaalt de wettelijk verplichte onderwijstijd. De overheid stelt de kwaliteitseisen voor docenten op.

De overheid moet zorgen voor adequate en additionele financiering. De overheid mag niet van scholen eisen dat ze vernieuwing financieren uit de lopende begroting. OCW moet inzichtelijk maken hoeveel geld beschikbaar is voor welke vormen van onderwijsvernieuwing. De overheid is verantwoordelijk voor het bewaken van de efficiënte besteding van de onderwijsgelden.

De politiek moet geen (partij)politieke idealen proberen te realiseren via het onderwijs. De politiek moet in regeerakkoorden geen gedetailleerde afspraken maken over onderwijsvernieuwingen.

De Tweede Kamer moet onderwijsvernieuwing gefaseerd invoeren.

De overheid is verantwoordelijk voor toetsing en examinering.

De overheid moet een meetinstrument hebben om de onderwijskwaliteit te bewaken. Inspectie moet de resultaten controleren met een door de Tweede Kamer gemaakt toetsingskader.

Onderwijsvernieuwing kan alleen als er voldoende tijd en geld is.

De politiek moet zelfbeheersing tonen.

De overheid definieert de onderwijsinhoud via leerstandaarden en canonisering. Leerstandaarden worden ontwikkeld met docenten, schoolleiders, inspectie en wetenschap. Vernieuwing van de onderwijsinhoud is een geleidelijk proces. Vernieuwing van de onderwijsinhoud vergt grote betrokkenheid van vakdocenten.

Om de kwaliteit van onderwijs te kunnen meten, is een verplichte begin­ en eindtoets nodig. In het VO moet de leerling om te slagen een voldoende halen voor zowel eindexamen als schoolexamen.

De probleemanalyse is wetenschappelijk onderbouwd en wordt breed gedragen door betrokkenen. Er is aangetoond dat overheidsinterventie nodig is en eerder beleid is geëvalueerd. Er is verantwoord welke beleidsalternatieven zijn overwogen en gekozen. Het beleid is opgesteld en uitgewerkt rekening houdend met ander beleid. De gekozen beleidsoptie moet wetenschappelijk gevalideerd worden in kleine pilots. Aan de voorwaarden voor een goede implementatie (tijd, geld, expertise) is voldaan. Scholen en docenten zijn actief betrokken bij de totstandkoming van de vernieuwing. Er is voldoende draagvlak voor de vernieuwing onder alle betrokkenen. De vernieuwing moet tussentijds worden geëvalueerd, echter zonder overhaaste bijstellingen. Wie wil afwijken van dit toetsingskader moet dit altijd eerst uitleggen aan het parlement.

EisEn aan DE oVERhEiD WaT BETREFT DE inhoUD

EisEn aan DE oVERhEiD WaT BETREFT hET PRocEs

In nieuwe onderwijswetten moet ruimte zijn voor het uitproberen en bijstellen van de wet. De wet moet ruimte bieden om een aantal jaren te experimenteren met stapsgewijze invoering. De wet moet ruimte bieden om vernieuwingen op kleine schaal te evalueren. De wetgever kan de definitieve wet vervolgens aanpassen op basis van de praktische bevindingen.

De Tweede Kamer moet onderwijsvernieuwing laten toetsen door externe experts. De Tweede Kamer moet voor nieuwe onderwijswetten een uitvoeringstoets laten uitvoeren. De uitvoeringstoets bekijkt of scholen de vernieuwing bedrijfsmatig uit kunnen voeren. De uitvoeringstoets bekijkt of docenten de vernieuwing inhoudelijk kunnen realiseren. De uitvoeringstoets bekijkt de financiële onderbouwing van de onderwijsvernieuwing. De uitvoeringstoets bekijkt of er voldoende tijd beschikbaar is voor de vernieuwing.

De overheid mag onderwijsvernieuwing niet uit handen geven aan externe procesmanagers. Extern procesmanagement staat op gespannen voet met de politieke verantwoordelijkheid. Extern procesmanagement staat op gespannen voet met adequaat parlementair toezicht.

in opdracht van:

onderwijs dat werkt

gemaakt door: ©


Provincies en gemeenten krijgen meer taken en bevoegdheden en meer vrij te besteden budget, maar moeten de administratieve lasten voor burgers en bedrijven met 25 procent terugdringen De beleidsafdelingen op ministeries worden ‘in aantal, omvang en gelaagdheid’ verminderd ‘Gewetensbezwaarde’ ambtenaren hoeven geen homo-huwelijken te voltrekken Burgemeesters worden niet gekozen maar benoemd

De publieke omroep blijft tot 2015 zoals ze nu is en krijgt extra budget

Veiligheid, stabiliteit en respect

Bestuurlijke inrichting

Veiligheid

Publieke omroep

Extra uitgaven (2011) 0,7 miljard euro, waarvan 0,4 miljard voor extra capaciteit in de veiligheidsketen

Een slagvaardige en verbindende overheid

Preventie krijgt een impuls, onder meer door een rookvrije horeca, een commercial-verbod voor alcohol voor 21.00 uur op radio en tv, en hogere accijns op alcohol en tabak De no-claim korting wordt vervangen door een nieuw systeem van eigen betalingen In 2008 wordt de marktwerking in ziekenhuizen verder verruimd en daarna geëvalueerd ICT-gebruik wordt bevorderd, het elektronisch patiëntendossier start in 2010 Het kabinet wil kleinschalige verpleeghuiszorg bevorderen en belonen; nieuwe toetreders tot de markt worden hierbij ‘niet onnodig belemmerd’ De basisverzekering wordt uitgebreid met anticonceptiepil en tandarts De wetgeving rond stamcellen voor wetenschappelijk onderzoek en euthanasie blijft gehandhaafd De overtijdsbehandeling valt voortaan onder de Abortuswet waardoor vrouwen voor deze behandeling een verplichte, maar variabele, bedenktijd krijgen opgelegd

Er komt een pardon voor mensen die voor 1 april 2001 hun eerste asielaanvraag hebben ingediend

‘Substantiële verhoging van de arbeidsparticipatie’, te realiseren in overleg met sociale partners en gemeenten op een ‘participatietop’, met een brede agenda Ouderen met een aanvullend pensioen hoger dan 18.000 euro per jaar gaan stapsgewijs meer belasting betalen als ze voor hun 65ste stoppen met werken Het belastingvoordeel voor kostwinnersgezinnen met kinderen boven de zes, wordt stapsgewijs afgebouwd, waardoor niet-werkende partners gestimuleerd worden betaald werk te zoeken De leeftijdgrens voor het niet meer herkeuren van WAO’ers daalt van 55 naar 45 jaar Volledig arbeidsongeschikten in de (oude) WAO krijgen, net als die in de WIA, een hogere uitkering De premiedifferentiatie voor werkgevers wordt afgeschaft in de WAO en juist ingevoerd in de WW

De algemene heffingskorting wordt niet meer aangepast aan de inflatie Er komt een belastingverlaging die werken tegen laag loon aantrekkelijk maakt Gemeenten krijgen meer mogelijkheden voor het voeren van gericht armoedebeleid Topinkomens in de (semi-)publieke sfeer worden gemaximeerd op het inkomen van de premier Het inkomen van de premier en ministers wordt stapsgewijs met 30 procent verhoogd De gouden handdruk voor topverdieners in (semi-)publieke dienst wordt maximaal een jaarsalaris

Alle wachtlijsten voor inburgerings- en taalcursussen worden weggewerkt De normen voor inburgeringscursussen worden verhoogd tot minimaal MBO-niveau Driejarige kinderen met taalachterstand krijgen voorschoolse educatie Alle burgers krijgen de plicht de grondrechten te verdedigen

Het wettelijk recht op ouderschapsverlof wordt verlengd van 13 naar 26 weken De sollicitatieplicht voor alleenstaande bijstandsgerechtigden met jonge kinderen verdwijnt Om segregatie te voorkomen, worden opvang, speelzalen en voorschoolse educatie geïntegreerd De organisatie van de jeugdzorg wordt vereenvoudigd; wachtlijsten worden weggewerkt Jongeren moeten tijdens hun schooltijd drie maanden maatschappelijke stage volgen Jongeren tot 27 jaar krijgen geen uitkering, maar een leer/werk-plicht

Er zal een nieuwe Emancipatienota worden uitgebracht Homo-emancipatie zal bijzondere aandacht krijgen ‘met name in etnische kring’

Er komt een ‘actieplan’ om probleemwijken binnen tien jaar te veranderen in ‘sterke wijken’ Met corporaties worden ‘niet-vrijblijvende’ afspraken gemaakt over nieuwbouw, betaalbaarheid, energie-efficiency van bestaande huizen en investeringen in achterstandswijken De hypotheekrenteaftrek blijft en er komt geen onderzoek naar alternatieven De huurliberalisatie gaat niet door; de huurstijgingen worden gekoppeld aan de inflatie

‘Met alle de overheid ten dienste staande middelen’ wordt ingezet op versnelde introductie van nieuwe, schone technologie Door energiebesparing en een groter aandeel voor duurzame energie wordt de uitstoot van broeikasgas in 2020 met 30 procent verlaagd ten opzichte van 1990, liefst in Europees verband Milieuvervuiling wordt door ecotaksen voelbaar in de prijzen, bijvoorbeeld bij vliegtickets Het kabinetsproject ‘Schoner en zuiniger’ moet Nederland brengen in de ‘Europese top’ van duurzame energievoorziening

Dierenmishandelaars worden strenger bestraft en krijgen een verbod op het houden van dieren in opdracht van:

Zorg

Ondernemerschap

Extra uitgaven (2011) 0,7 miljard euro, waarvan 0,5 miljard voor de gezondheidszorg en 0,1 miljard voor de publieke omroep

Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie

Kennis en innovatie

Mobiliteit

Immigratie

Extra uitgaven (2011) 1,8 miljard euro, waarvan 1 miljard voor onderwijs

Onderwijs

Participatie Regio

Inkomens

Sociale samenhang Integratie

Jeugd en gezin

Extra uitgaven (2011) 2,5 miljard euro, waarvan 0,7 miljard voor kinderopvang en 0,4 miljard voor aanpak van achterstandswijken

Hoe wil het kabinet Balkenende IV zijn zes doelen bereiken? Dit is een visualisatie van het coalitieakkoord tussen CDA, PvdA en ChristenUnie. Citaten zijn uit dit document afkomstig.

Europa

Een actieve internationale en Europese rol

Buitenland en defensie Arme landen

Extra uitgaven (2011) 0,4 miljard euro

Extra inkomsten (2011)

Emancipatie

16,5 miljard euro

Wonen

De criminaliteit moet met 25 procent worden teruggedrongen, gerekend vanaf 2003 De samenwerking van de regionale politiekorpsen moet worden verbeterd; een landelijk politiecorps is daarmee voorlopig van de baan Omwille van openbare orde en veiligheid kan gelaatsbedekkende kleding worden verboden Het ‘doorgeven van radicaliserende boodschappen’ door internet-providers wordt verboden Coffeeshops bij scholen worden gesloten en coffeeshops in de grensstreek worden tegengegaan

Zelfstandig ondernemerschap wordt gestimuleerd, onder meer met fiscale maatregelen De ‘regeldruk’ voor ondernemingen wordt (opnieuw) met 25 procent teruggebracht Het kabinet zal ‘kansrijke initiatieven en betekenisvolle sectoren’ gericht ondersteunen Het aantal koopzondagen wordt zo mogelijk teruggedrongen

Universiteiten krijgen een groter onderzoeksbudget, vooral voor duurzame energie Arbeids- en kennismigranten krijgen makkelijker toegang tot Nederland

Files worden bestreden met rekeningrijden, gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken Schiphol kan binnen de bestaande normen doorgroeien en gaat niet naar de beurs De Nederlandse Spoorwegen moeten jaarlijks 5 procent meer reizigers vervoeren

De overheid gaat alle diploma-eisen vaststellen, en scholen krijgen meer vrijheid van handelen Voor ouders worden schoolboeken op middelbare scholen gratis Het systeem van leerrechten in het hoger onderwijs gaat in de koelkast; er wordt een nieuw systeem voor bekostiging en besturing bedacht Doel van het project ‘Aanval op de schooluitval’ is de halvering van de schooluitval in 2012

Noord-Nederland krijgt de Zuiderzeelijn, of een ‘alternatief samenhangend pakket’

Het kabinet wil een nieuw Europees verdrag sluiten dat zich in ‘inhoud, omvang en benaming’ onderscheidt van de per referendum verworpen Europese Grondwet In het nieuwe Europese verdrag moet de democratische controle worden ‘zeker gesteld’ en de taakverdeling tussen de Unie en de lidstaten opnieuw worden vastgelegd Het kabinet wil strengere handhaving van de toelatingseisen aan nieuwe Europese lidstaten

In 2010 wordt besloten over de aankoop van nieuwe straaljagers, waarbij de JSF zal worden vergeleken met alternatieve toestellen

Ontwikkelingslanden moeten veel sterker gaan participeren in het wereldhandelsstelsel Bovenop het budget voor ontwikkelingssamenwerking komt er geld voor duurzame energie

Het kabinet verhoogt de lasten voor burgers en bedrijven met 2,5 miljard euro Het kabinet rekent met de verwachte economische groei van 2 procent per jaar, waardoor in 2011 8 miljard euro extra in de schatkist vloeit

Waarvan 1,2 miljard euro door de algemene heffingskorting niet langer te laten meestijgen met de inflatie Waarvan 1,1 miljard milieubelastingen op onder meer vliegtickets en verpakkingen

Waarvan 0,75 miljard door het aantal (beleids)ambtenaren terug te brengen Waarvan 0,25 miljard door jongeren tot 27 jaar geen recht op Bijstand meer te geven

Het kabinet bezuinigt 6 miljard euro

Waarvan 0,5 miljard door te korten op reïntegratiebudgetten voor uitkeringsgerechtigden

Duurzame productie

Dierenwelzijn

En wat gaat dat kosten? Een duurzame leefomgeving

Extra uitgaven (2011) 0,9 miljard euro, waarvan 0,5 miljard voor energie

Extra uitgaven (2011)

Het kabinet geeft 7 miljard euro uit aan nieuw beleid om de zes hoofddoelstellingen te bereiken Het kabinet verlaagt de lasten voor burgers en bedrijven met 3 miljard euro

16,5 miljard euro

Saldo

Waarvan 1,2 miljard ter stimulering van arbeidsparticipatie Waarvan 0,8 miljard ter verbetering van de koopkracht Waarvan 0,5 miljard voor kinderen, jeugd en gezin

Het kabinet zet 6,5 miljard euro opzij om de staatsschuld te verlagen

Het financieringstekort van 0,2 procent van het nationaal inkomen in 2007 moet in 2011 zijn omgeslagen in een overschot van 1,1 procent gemaakt door:

©


NAAR EEN TOEKOMST DIE WERKT De arbeidsmarkt staat aan de vooravond van een fundamentele verandering: de komende decennia krijgen we te maken met meer werk en met minder mensen. Door internationale concurrentie nemen de eisen aan het kennisniveau en het aanpassingsvermogen van de beroepsbevolking toe. De Commissie Arbeidsparticipatie adviseert in het rapport Naar een toekomst die werkt (juni 2008) over maatregelen die nodig zijn om de arbeidsparticipatie tot 80 procent te verhogen. Het gaat om voorstellen voor de korte en de lange termijn. Het gaat ook om voorstellen om de werking van de arbeidsmarkt kwalitatief en kwantitatief te verbeteren. Deze Informatiekaart is de visuele samenvatting van het rapport.

Vijf knelpunten staan een hogere arbeidsparticipatie in de weg:

Met meer mensen aan het werk kunnen vier doelstellingen gerealiseerd worden:

Er zijn 900.000 mensen die wel kunnen en willen werken (de ene helft met uitkering, de andere helft zonder), maar die niet goed aan het werk worden geholpen. De werktijden en de organisatie van werk maken dat er veel in (kleine) deeltijdbanen wordt gewerkt. De arbeidsmarkt voor ouderen zit op slot; er wordt te weinig in hun inzetbaarheid geïnvesteerd. Het onderwijs sluit (kwalitatief) onvoldoende aan op de vraag van de arbeidsmarkt en de schooluitval is te hoog. Door gebrek aan stimulans wordt er te weinig geïnvesteerd in de inzetbaarheid van werknemers.

Met voldoende en goed opgeleide mensen kan de economie blijven groeien. De beschikbaarheid en kwaliteit van de publieke dienstverlening (onderwijs en zorg) blijft op peil. Concentraties van inactiviteit en uitsluiting worden voorkomen. De AOW en andere sociale voorzieningen blijven betaalbaar ondanks het toenemend aantal ouderen.

ANALYSE Waarom moet de arbeidsparticipatie omhoog en waarom gaat dit niet vanzelf? Verbeter de uitvoering van reïntegratie. Zorg dat er in regionaal verband bindende resultaatafspraken worden gemaakt. Introduceer een no-risk polis voor ziekte en een tijdelijke loonkostensubsidie voor werkgevers bij het aannemen van langdurig werklozen. Introduceer een participatieplicht voor alle mensen die een half jaar een uitkering hebben en combineer dat met een financiële prikkel.

Stimuleer meer uren werken door werknemers in deeltijd. Maak via aanpassing van de belastingkortingen meer uren werk voor deeltijdwerkers financieel meer lonend. Geef als overheid het goede voorbeeld aan werkgevers door flexibele werktijden aan te bieden. Introduceer voor- en naschoolse voorzieningen naar Zweeds model.

Stimuleer werken tot de AOW-leeftijd.

Stimuleer inzetbaarheid door introductie van een Werkbudget voor iedereen. Laat werknemers zelf de bestemming bepalen (inzetbaarheid of inkomensaanvulling). Laat alle partijen meebetalen aan het Werkbudget waarbij kostenneutraliteit een belangrijk uitgangspunt is.

SPOOR 1 zO SNEL MOGELIjK MEER MENSEN AAN HET WERK

OPLOSSINGEN Hoe kan de arbeidsparticipatie omhoog tot 80 procent?

SPOOR 2 WERKzEKERHEID vOOR IEDEREEN

Verhoog de arbeidskorting voor ouderen. Maak het mogelijk om levenslooptegoeden ook na 65-jarige leeftijd in te zetten. Verhoog voor werkgevers de vrijstelling voor sociale premies als ze ouderen in dienst nemen. Roep sociale partners op om de arbeidsduur van oudere werknemers geleidelijker af te bouwen.

Vorm de WW om tot een Werkverzekering. Laat werkgever bij ontslag maximaal een half jaar loon doorbetalen en maak de werkgever in deze transferperiode ook verantwoordelijk voor reïntegratie. Zorg dat bij voldoende inspanning door de werkgever na een half jaar de sector voor zes maanden de financiering overneemt, waarbij de verantwoordelijkheid voor reïntegratie overgaat naar de Locatie Werk en Inkomen (LWI) – sociale partners kunnen de uitvoering ook elders beleggen –. Introduceer een Voorziening voor Werk en Inkomen, uitgevoerd door de LWI onder de financiële verantwoordelijkheid van de gemeente waarbij de uitkeringshoogte geleidelijk daalt tot bijstandsniveau. Zorg dat de uitkeringsduur van de drie fasen korter is dan de huidige WW.

Maak één partij financieel verantwoordelijk voor reïntegratie van mensen met een zwakke positie op de arbeidsmarkt. Beleg het financiële risico van langdurig werklozen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten en Wajongers op het niveau van de LWI.

Verbeter de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Geef het VMBO ruimte voor de intersectorale leerweg en vakschoolvarianten voor tekortsectoren. Zorg dat het VMBO en het MBO goed op elkaar aansluiten (doorlopende leerlijnen). Introduceer een open bestel voor het beroepsonderwijs met meer ruimte voor private initiatieven en zorg voor een bekostiging op basis van diploma’s en arbeidsmarktkansen van afgestudeerden.

Verhoog de inzetbaarheid. Geef iedereen recht op een digitiaal e-portfolio waarmee men meer inzicht krijgt in de eigen arbeidsmarktpositie en loopbaanmogeljkheden. Introduceer op grote schaal talentverkenningen en EVC-procedures (Elders Verworven Competenties). Zorg dat mensen een groter deel van hun scholingsuitgaven fiscaal kunnen aftrekken.

SPOOR 3 DuuRzAME ARbEIDS­ PARTIcIPATIE

Verhoog geleidelijk de AOW- en pensioenleeftijd. Verhoog vanaf 2016 de AOW-gerechtigde leeftijd met één maand per jaar totdat deze in 2040 op 67 uitkomt.

Fiscaliseer geleidelijk de AOW. Laat AOW-gerechtigden geboren na 1945 vanaf 2011 meebetalen aan de AOW.

in opdracht van:

Commissie Arbeidsparticipatie

gemaakt door:

© 2008


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.