Burgers betalen verzekeraars een nominale premie voor de verplichte basisverzekering
13,8 miljard
Burgers zijn via de ZVW verplicht verzekerd voor een basispakket aan zorg. Burgers kiezen zelf waar ze zich verzekeren, zij mogen niet geweigerd worden door verzekeraars. Volwassenen betalen een door de verzekeraar vastgestelde nominale premie.
Burgers betalen zorgaanbieders zelf
BURGERS
7,8 miljard
Burgers betalen zelf voor de zorg waarvoor ze niet verzekerd zijn (eigen betalingen). Burgers moeten in sommige gevallen (via verzekeraars) een eigen bijdrage betalen.
Burgers betalen verzekeraars premies voor aanvullende verzekeringen
3,3 miljard
Burgers kunnen zich verzekeren voor zorg buiten het basispakket, tenzij verzekeraars hen weigeren.
Burgers betalen (via verzekeraars) een verplicht eigen risico
1,4 miljard
Burgers die zorg gebruiken, betalen een door de minister van VWS vastgesteld eigen risico. Burgers betalen geen eigen risico voor huisartsenzorg en verloskundige hulp. Burgers kunnen vrijwillig hun eigen risico verhogen in ruil voor een lagere nominale premie.
Burgers betalen een inkomensafhankelijke premie voor de verplichte basisverzekering
2,3 miljard
Zelfstandigen betalen zelf een inkomensafhankelijke premie via de Belastingdienst aan het Zorgverzekeringsfonds. Gepensioneerden betalen zelf een inkomensafhankelijke premie over hun aanvullend pensioen aan het Zorgverzekeringsfonds. Zelfstandigen en gepensioneerden betalen het lage tarief voor de inkomensafhankelijke premie.
WERKGEVERS EN UITKERINGSINSTANTIES
Werkgevers en uitkeringinstanties betalen een compensatie inkomensafhankelijke premie
Werkgevers en uitkeringsinstanties zoals UWV en gemeenten betalen de inkomensafhankelijke bijdrage van burgers. Werkgevers en uitkeringsinstanties betalen de compensatie inkomensafhankelijke bijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds. De totale inkomensafhankelijke premie bedraagt de helft van de totale kosten van de ZVW.
Het Rijk betaalt burgers een zorgtoeslag
Wie betaalt wat?
14,3 miljard
3,5 miljard
Het Rijk betaalt burgers met lage inkomens een zorgtoeslag als tegemoetkoming voor de nominale premie. De minister van VWS bepaalt wie, onder welke voorwaarden, in aanmerking komt voor zorgtoeslag.
RIJK
Het Rijk betaalt een rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds
2,1 miljard
De rijksbijdrage dekt de kosten van de nominale premie die kinderen niet hoeven te betalen. De rijksbijdrage per kind bedraagt de helft van de nominale premie die volwassenen zelf betalen.
Het Rijk betaalt ziekenhuizen voor opleidingen
0,8 miljard
Het Rijk financiert de opleiding voor medisch specialisten via het opleidingsfonds. De minister van VWS bepaalt de hoogte van de bijdrage voor het opleidingsfonds. Het Rijk subsidieert wetenschappelijk onderzoek binnen ziekenhuizen, veelal via ZonMW en NWO.
Het Zorgverzekeringsfonds compenseert zorgverzekeraars voor risico’s
ZORGVERZEKERINGSFONDS
19,5 miljard
Het Zorgverzekeringsfonds verevent de risico's die verzekeraars lopen omdat ze niemand mogen weigeren voor de basisverzekering. Risico's worden vooraf verevend op basis van risicoverschillen tussen verzekerden. Omdat de schattingen niet perfect zijn, wordt gedeeltelijk nagecalculeerd en verevend.
Het Zorgverzekeringsfonds compenseert academische ziekenhuizen
0,6 miljard
Het Zorgverzekeringsfonds betaalt academische ziekenhuizen een academische component. De academische component is een compensatie voor innovatie en de meest complexe zorg.
Het Zorgverzekeringsfonds compenseert burgers voor het eigen risico
0,09 miljard
Het Zorgverzekeringsfonds betaalt een compensatie eigen risico aan chronisch zieken en gehandicapten. De minister van VWS bepaalt de hoogte van de compensatie voor het eigen risico.
Verzekeraars betalen vergoedingen aan ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra
17,0 miljard
Verzekeraars vergoeden ziekenhuiszorg, uitgedrukt in vaste (a-DBC’s) en vrije (b-DBC’s) tarieven. Verzekeraars vergoeden via ziekenhuizen de honoraria van medisch specialisten. Verzekeraars en ziekenhuizen maken afspraken over de te leveren hoeveelheid zorg. De NZa stelt op basis van deze afspraken ziekenhuisbudgetten vast voor de zorg die onder de a-DBC’s valt.
Verzekeraars betalen vergoedingen aan genees- en hulpmiddelenverstrekkers
6,5 miljard
Verzekeraars betalen apothekers een door de NZa vastgesteld tarief per verstrekt geneesmiddel. Verzekeraars kunnen de vergoeding beperken tot één voorkeursgeneesmiddel als er meerdere zijn met dezelfde werkzame stof. Verzekeraars vergoeden hulpmiddelen geheel of gedeeltelijk, voor zover opgenomen in het basis- of aanvullend pakket.
Verzekeraars betalen vergoedingen aan ggz-instellingen
ZORGVERZEKERAARS
3,4 miljard
Verzekeraars vergoeden door ggz-instellingen geleverde zorg uitgedrukt in vaste tarieven. Verzekeraars en ggz-instellingen maken afspraken over de prijs en hoeveelheid van de te leveren zorg. De NZa stelt op basis van deze afspraken een budget vast voor de zorg.
Verzekeraars betalen zorgaanbieders voor aanvullend verzekerde zorg
3,3 miljard
Verzekeraars vergoeden onder andere aanvullend verzekerde alternatieve geneeswijzen, fysiotherapie en tandartszorg. Verzekeraars bepalen de inhoud, de voorwaarden en de prijs van aanvullende pakketten.
Verzekeraars betalen vergoedingen aan huisartsen
2,2 miljard
Verzekeraars betalen huisartsen een vast inschrijftarief voor iedere patiënt in hun praktijk. Verzekeraars betalen huisartsen een vergoeding per consult of bijzondere verrichting. De NZa stelt voor een deel van de prestaties de (maximum)tarieven vast.
Verzekeraars betalen vergoedingen aan aanbieders van eerstelijnszorg
2,0 miljard
Verzekeraars betalen diëtisten, fysio- en oefentherapeuten een onderhandelbaar tarief. Verzekeraars betalen door de NZa gemaximeerde tarieven voor logopedie, tandheelkunde, verloskunde en kraamzorg.
Verzekeraars betalen vergoedingen aan overige zorgaanbieders
1,9 miljard
Verzekeraars vergoeden ambulance- en ziekenvervoer. Verzekeraars betalen zorgaanbieders in het buitenland. Verzekeraars vergoeden vrijgevestigde aanbieders van ggz, overige curatieve zorg en beheerskosten.
TOELICHTING
Hoe lopen de geldstromen in de curatieve zorg?
BURGERS
1,4 mil jard :€
sico n ri
ver ze
ker ing en: € Eige
,8 m €7
nde
en:
ling
Pre
rd
mie
ilja
aan vull e
RIJK
a bet
ina le p rem ie
WERKGEVERS EN UITKERINGSINSTANTIES
Zorgtoeslag: € 3,5 miljard
Compensatie inkomensafhankelijke premie: € 14,3 miljard
Op
Nom
Compensatie eigen risico: € 0,09 miljard
en Eig
bas isve rzek erin g: €
13,8
mil ja
3,3 mil jard
rd
Inkomensafhankelijke premie zelfstandigen en gepensioneerden: € 2,3 miljard
ds:
on
gsf
din
lei
Rijksbijdrage: € 2,1 miljard
mi
,8 €0 rd
lja
:
ng eni rev e v co Risi
,5 € 19
ZORG- VERZEKERINGS FONDS
jard mil
Aca
dem
isch
e co
mp
one
nt: €
0,6 m
ilja
rd
ZORG- VERZEKERAARS
ZORGAANBIEDERS
Vergoedingen aanvullende verzekeringen: € 3,3 miljard
Vergoedingen basisverzekering: € 33,0 miljard
BRONNEN BETALER
GELDSTROOM
BEDRAG (in euro’s)
ONTVANGER
BRON
Burgers
Nominale premie basisverzekering Eigen betalingen Premie aanvullende verzekeringen Inkomensafhankelijke premie zelfstandigen en gepensioneerden Eigen risico
13,8 miljard 7,8 miljard 3,3 miljard 2,3 miljard 1,4 miljard
Zorgverzekeraars Zorgaanbieders Zorgverzekeraars Zorgverzekeringsfonds Zorgverzekeraars
Ministerie VWS, Begroting 2011, p191 CBS, Zorgrekeningen, 2010 CBS, Zorgrekeningen, 2010 Gebaseerd op schattingen van het CPB Ministerie VWS, Begroting 2011, p193
Zorgtoeslag Rijksbijdrage Opleidingsfonds
3,5 miljard 2,1 miljard 0,8 miljard
Burgers Zorgverzekeringsfonds Zorgaanbieders
CBS, Nationale Rekeningen 2009, p166 Ministerie VWS, Begroting 2011, p191 Ministerie VWS, Begroting 2011, p188
Werkgevers en uitkeringsinstanties
Compensatie inkomensafhankelijke premie
14,3 miljard
Zorgverzekeringsfonds
Gebaseerd op schattingen van het CPB
Zorgverzekeringsfonds
Risicoverevening 19,5 miljard Zorgverzekeraars Academische component 0,6 miljard Zorgaanbieders Compensatie eigen risico 0,09 miljard Burgers Vergoedingen basisverzekering 33 miljard Zorgaanbieders Vergoedingen aanvullende verzekeringen 3,3 miljard Zorgaanbieders
Rijk
Zorgverzekeraars
Ministerie VWS, Begroting 2011, p193 Ministerie VWS, Begroting 2011, p49 CAK, Jaarverslag 2009, p34 Ministerie VWS, Begroting 2011, p191 CBS, Zorgrekeningen, 2010
ArgumentenkAArt mArktWerking in de zorg
De kwaliteit van de zorg neemt af De kwaliteit van de zorg neemt toe
Marktwerking leidt ertoe dat zorgaanbieders vooral hun kosten bewaken en in mindere mate de kwaliteit. Verzekeraars en zorgkantoren contracteren op prijs en in mindere mate op kwaliteit. Concurrentie zet een rem op opleiden en kwaliteitsbevorderende uitwisseling van kennis en ervaring. Marktwerking leidt tot verzakelijking en verkilling van de zorg waarin liefde en aandacht tellen.
Het zorgaanbod neemt af
Marktwerking leidt tot concurrentie tussen marktpartijen die de beste zorg en service willen bieden. Zorgaanbieders en verzekeraars worden aangesproken en afgerekend op de kwaliteit die zij bieden. Marktwerking leidt tot specialisatie van zorgaanbieders die de beste op hun vakgebied willen zijn. Door marktwerking luisteren aanbieders en verzekeraars beter naar de vraag van hun klanten, de patiënten.
Kwaliteit
Kwaliteit
Bij onvoldoende vraag kunnen lokale zorgvoorzieningen volledig verdwijnen. Het zorgaanbod versmalt omdat aanbieders niet bereid zijn zorg te bieden die voor hen niet rendabel is. Voorkomen van ziekte is minder rendabel dan behandelen waardoor er minder aan preventie wordt gedaan.
Marktwerking leidt tot nieuwe toetreders tot de zorg, innovatieve producten en nieuwe behandelwijzen. Marktwerking leidt tot een breder zorg- en verzekeringsaanbod.
De totale zorgkosten nemen toe Zorgaanbieders willen zoveel mogelijk omzet draaien en hebben weinig prikkels om de kosten te beperken. De vraag naar zorg stijgt doordat zorgaanbieders steeds meer zorg aanbieden. Verzekeraars zijn onvoldoende in staat om de toename van de zorgkosten te beteugelen. Het stelsel van gereguleerde marktwerking is ingewikkeld en bureaucratisch en daardoor duur.
De zorgkosten per patiënt nemen toe Aanbieders in nichemarkten zijn al gauw monopolisten die de prijs kunnen opdrijven. Zorgaanbieders gaan hun ondernemersrisico’s doorberekenen in de prijzen.
Het zorgaanbod neemt toe
Financiën
Wat zijn de argumenten voor en tegen marktwerking in de zorg?
De totale zorgkosten nemen af Marktwerking leidt tot kostenbewustzijn bij patiënten, zorgaanbieders en verzekeraars. Marktwerking leidt ertoe dat, afgezien van de basiszorg, patiënten betalen voor de zorg die zij consumeren. Marktwerking leidt ertoe dat patiënten een financiële prikkel hebben om gezonder te leven. Marktwerking prikkelt verzekeraars en zorgaanbieders om meer aan preventie te gaan doen.
De zorgkosten per patiënt nemen af
Financiën
Private partijen verdienen publiek geld
Zorgaanbieders en verzekeraars bieden hun producten en diensten aan tegen zo laag mogelijke prijzen. Marktwerking prikkelt zorgaanbieders en verzekeraars efficiënter en goedkoper te werken.
Private financiering wordt mogelijk
Publiek geld, bedoeld voor collectief verzekerde gezondheidszorg, vloeit weg naar private zorgaanbieders.
Door marktwerking kunnen private financiers investeren in de zorg, waardoor financieel meer mogelijk wordt. Zorgaanbieders worden dankzij private financiering minder afhankelijk van de overheid.
tegen
voor
Het huidige stelsel van gereguleerde marktwerking functioneert slecht Het zorgstelsel verbetert
In het huidige stelsel is marktwerking halfslachtig ingevoerd. Het huidige stelsel heeft de kwaliteit niet verbeterd en de stijgende zorgkosten niet beteugeld. Het huidige stelsel is sterk gereguleerd waardoor groei, innovatie en concurrentie worden geremd. Patiënten, verzekeraars en zorgaanbieders zijn van elkaar afhankelijke maar ongelijkwaardige partijen.
De zorg is niet geschikt voor marktwerking
Zorgstelsel
Zorgstelsel
Marktwerking botst met het principe dat zorg voor iedereen toegankelijk, bereikbaar en betaalbaar moet zijn. Marktwerking leidt tot tweedeling en sluit mensen zonder aanvullende verzekering uit van bepaalde zorg. De organisatie en de cultuur binnen zorginstellingen stroken niet met de eisen die marktwerking stelt. Marktwerking leidt ertoe dat medische fouten meer in de openbaarheid komen, dit voedt het wantrouwen.
Marktwerking schept (juridische) duidelijkheid over bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden. Zorgaanbieders stemmen hun aanbod af op de vraag en (medische) behoeften van patiënten. Zorginstellingen worden beter bestuurbaar doordat bestuurders meer zicht hebben op kosten en prestaties. Doordat marktpartijen meer macht in handen hebben, heeft de zorg minder last van politieke wispelturigheid.
Marktwerking dwingt tot bewustere keuzes over collectief gefinancierde zorg Helderheid over kosten en baten dwingt politici tot keuzes over wat wel en niet collectief gefinancierde zorg is. Marktwerking dwingt tot een maatschappelijk debat over de grenzen aan het recht op zorg.
De individuele keuzevrijheid neemt toe De keuzevrijheid neemt niet toe
KeuZevrijheid
Verzekeraars bepalen steeds vaker door welke zorgaanbieders hun klanten geholpen worden. De keuzevrijheid neemt niet toe omdat het zorgaanbod verschraalt.
Keuzevrijheid is in de zorg veelal fictie
Patiënten willen en kunnen kiezen in de zorg. Marktwerking leidt tot beter zicht op prestaties, specialisatie en (on)kunde van zorgaanbieders.
KeuZevrijheid
Patiënten die acute zorg nodig hebben, kunnen niet kiezen. Niet alle consumenten zijn in staat te kiezen bijvoorbeeld omdat ze niet medisch opgeleid of te ziek zijn. Consumenten worden onvoldoende in staat gesteld om onderbouwde keuzes te maken in prijs en kwaliteit. Consumenten willen pas keuzes maken in zorg op het moment dat zij patiënt worden.
Deze Argumentenkaart biedt een overzicht van alle argumenten voor en tegen marktwerking in de zorg. Het uitgangspunt hierbij is het huidige stelsel van door de overheid gereguleerde marktwerking. In het huidige stelsel stuurt en begrenst de wetgever de balans tussen vraag en aanbod voor elk van de drie zorgsectoren: de Zorgverzekeringswet (Zvw), de AWBZ en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze kaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek en drie denksessies met zorgbestuurders, die deelnamen aan de Master Class van het Erasmus Centrum voor Management Development in de zorg (CMDz). Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. in opdracht van:
gemaakt door:
© 2010
ARGUMENTENKAART IN VITRO FERTILISATIE (IVF) De ziektelast van verminderde vruchtbaarheid is geen reden voor pakketopname Verminderde vruchtbaarheid is geen ziekte maar een natuurlijke variatie. De geestelijke gezondheidszorg kan de psychische effecten van verminderde vruchtbaarheid behandelen.
Pakketopname is nodig vanwege de hoge ziektelast Ivf hoort niet in het pakket omdat het geen effectieve behandeling is
Verminderde vruchtbaarheid is een ziekte met een hoge psychische ziektelast. Ivf helpt verminderde vruchtbaarheid psychisch te verwerken, ook als kinderloosheid de uitkomst is.
MEDISCH
Ivf hoort in het pakket omdat het een effectieve behandeling is Ivf is effectief omdat het de kans op zwangerschap aanzienlijk vergroot.
Pakketopname heeft medisch ongewenste effecten
MEDISCH
Het succes van ivf remt nieuw onderzoek naar oorzaken van verminderde vruchtbaarheid. Ivf is een risicovolle, lichamelijk en psychisch belastende ingreep in een gezond lichaam. Als ivf mislukt, leidt dat in veel gevallen tot toename van psychisch lijden. Pakketopname vergroot de vraag en dus het aantal mensen dat medische risico’s loopt. Pakketopname neemt prikkels weg voor vrouwen om gezond te leven.
Pakketopname heeft medisch gewenste effecten Pakketopname maakt toezicht en controle mogelijk, zoals op het aantal terug te plaatsen embryo’s. Pakketopname voorkomt medisch risicovolle en ondoelmatige behandelingen (in het buitenland). Ivf stimuleert tot een gezonde leefstijl om de kans op zwangerschap te maximeren. Vrouwen die een zwangerschap hebben doorgemaakt, hebben een verlaagd riscio op borstkanker.
Wat zijn de argumenten voor en tegen opname van ivf in het basispakket?
Pakketopname is nodig omdat verminderde vruchtbaarheid onacceptabel is Het krijgen van een (genetisch) eigen kind is van grote existentiële waarde en draagt bij aan levensgeluk. Mensen moeten de vrijheid hebben een gezin te stichten wanneer zij dat willen. Adoptie is geen adequaat alternatief voor een zwangerschapswens.
Pakketopname waarborgt de toegankelijkheid, bereikbaarheid en betaalbaarheid Opname van ivf in het pakket voorkomt dat ivf alleen voor rijke mensen beschikbaar is.
Ivf hoort niet in het pakket omdat vruchtbaarheidsproblemen bij het leven horen Een genetisch eigen kind is een wens waarvoor de solidariteit niet mag worden aangesproken. Kinderen neem je niet, kinderen krijg je. Pakketopname belemmert acceptatie van verminderde vruchtbaarheid als iets dat bij het leven hoort. Vrouwen die door hun ongezonde leefstijl verminderd vruchtbaar zijn, moeten daar zelf voor opdraaien.
ETHISCH
Ivf hoort niet in het pakket omdat het een onverantwoorde techniek is Er is nog (te) weinig bekend is over de effecten van ivf voor uit ivf geboren kinderen. Ivf doorkruist de natuurlijke selectie en is daardoor risicovol voor de soort.
ETHISCH
Pakketopname is inconsistent met andere regelgeving
Pakketopname is consistent met andere regelgeving
Ivf valt buiten de definitie van noodzakelijk medische zorg voor illegalen. De kosten voor niet-medische alternatieven als adoptie worden niet vergoed.
Andere behandelingen voor (oorzaken van) verminderde vruchtbaarheid zitten ook in het pakket. Ivf wordt in andere Europese landen ook vergoed.
voor
tegen
Door pakketopname blijven ongewenste maatschappelijke effecten in stand
Pakketopname voorkomt ongewenste maatschappelijke effecten
Door pakketopname worden vrouwen niet gestimuleerd op jonge leeftijd kinderen te krijgen. De ivf-techniek lokt ongewenste ontwikkelingen uit zoals handel in eicellen en embryoselectie. Door ivf te vergoeden versterkt de overheid de illusie dat alles (medisch) maakbaar is.
Pakketopname voorkomt ongewenste effecten zoals handel in eicellen, kinderen of embryo’s. Pakketopname vermindert de verdere ontgroening van de bevolking.
Er is maatschappelijk draagvlak voor pakketopname
Bij sommige stellen is ivf kansrijker dan bij andere, gemiddeld slaagt slechts één op de vijf pogingen.
SOCIAAL SOCIAAL
Mensen gunnen het anderen om via ivf een eigen kind te krijgen en willen daar aan bijdragen.
Pakketopname is nodig omdat patiënten de kosten niet zelf kunnen dragen
Pakketopname legt te veel nadruk op een genetisch eigen kind Pakketopname belemmmert de maatschappelijke acceptatie van ongewenste kinderloosheid. Pleegouderschap en adoptie bieden goede alternatieven voor ivf. Pakketopname vermindert de bereidheid van mensen om kinderen te adopteren. Er zijn al genoeg kinderen op de wereld.
Veel mensen kunnen ivf niet bekostigen (de totaalkosten van drie pogingen zijn circa 10.000 euro).
Pakketopname is niet nodig omdat patiënten de kosten zelf kunnen dragen Pakketopname is financieel gunstig voor de maatschappij De kosten-baten analyse van ivf is gunstig in vergelijking met andere vergoede behandelingen. Een gezond kind uit een ivf-behandeling levert de maatschappij meer geld op dan het heeft gekost. Pakketopname voorkomt medisch toerisme met vaak hoge herstel- en zorgkosten achteraf.
Pakketopname leidt tot efficiëntere gezondheidszorg Pakketopname vergroot de vraag naar en ervaring met ivf waardoor ivf innovatiever en efficiënter wordt. Pakketopname leidt tot regulering en daarmee tot kwalitatief hoogwaardige efficiënte zorg.
in opdracht van:
Ivf is een individuele keuze waar mensen voor kunnen sparen of lenen.
FINANCIEEL
Pakketopname maakt het stelsel minder houdbaar Deze Argumentenkaart biedt een overzicht van alle argumenten voor en tegen opname van in vitro fertilisatie (ivf) in het basispakket. In 2010 biedt het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) de minister van VWS een verkenning aan over de vraag of ivf tot de noodzakelijk te verzekeren zorg moet blijven behoren. Deze Argumentenkaart is tot stand gekomen op basis van denksessies met CVZ-medewerkers en externe deskundigen. Met dank aan allen voor hun denkwerk.
FINANCIEEL
Pakketopname van ivf zet de deur open voor vergoeding van dure toekomstige technologie. Pakketopname vergroot de vraag naar ivf en daarmee de kosten voor de maatschappij. Beëindigen van de pakketopname levert op korte termijn een kostenbesparing op.
Pakketopname vermindert de efficiëntie van de gezondheidszorg Er is een grote kans dat kinderen die uit ivf geboren worden later zelf dure zorg nodig hebben. Door pakketopname blijft ivf duur omdat er geen prijsconcurrentie is.
gemaakt door:
© 2010
Trends- & factorenkaart
Cliënten, zorgaanbieders en -financiers krijgen een nieuwe rol Krapte op de arbeidsmarkt dwingt werkgevers te investeren in duurzame inzetbaarheid De beroepsbevolking wordt gemiddeld ouder en krimpt op termijn. Niet- en laaggekwalificeerde mensen vinden steeds moeilijker een baan. Werkgevers investeren steeds meer in de kennis en kunde van hun steeds meer diverse werknemers. Werkgevers investeren steeds meer in gezondheidsbevordering en het voorkomen van ziekte en uitval. Werkgevers faciliteren steeds vaker de inzetbaarheid van senioren en mensen met beperkingen. Het aantal effectieve interventies, methodieken en instrumenten voor inzetbaarheid neemt toe.
Zorg
Cliënten zijn mondiger, deskundiger, vermogender en veeleisender geworden. Consumenten verdiepen zich pas echt in de kwaliteit en de prijs van de zorg als zij cliënt worden. Zorgaanbieders werken onderling steeds meer samen om hun cliënten maatwerk te bieden. Het aantal private partijen dat 24/7 zorg aanbiedt, neemt toe.
Technologische innovaties leiden tot betere zorg
Arbeid
Steeds meer ziektes zijn behandelbaar waardoor het aantal chronisch zieken (met een baan) stijgt. Cliënten hebben steeds vaker via internet contact met hun (huis- of gespecialiseerde) arts. Cliënten, dokters en dienstverleners kunnen steeds makkelijker gegevens uitwisselen.
Aandacht voor de gezondheid van werknemers leidt tot ethische vraagstukken Werkgevers zoeken naar de mate waarin zij werknemers kunnen aanspreken op leefstijl. Werkgevers mogen werknemers en sollcitanten niet verplichten tot preventieve (medische) keuringen. Privacywetgeving beperkt het uitwisselen van gegevens die zicht bieden op de inzetbaarheid van werknemers.
De vraag naar arbeid verandert Dienstverlening, zorg, kennis en milieu zijn groeisectoren; fysieke en industriële arbeid verdwijnen. Globalisering brengt organisatieculturen met mogelijk andere opvattingen over inzetbaarheid naar Nederland.
Arbeidsverhoudingen veranderen Werkgevers vragen, behalve diploma’s, steeds meer (een bewijs van) persoonlijke ontwikkeling. Inzetbaarheid wordt een steeds belangrijker onderwerp bij het aannemen van personeel. Het toenemend aantal werkende ouders vraagt om een flexibelere balans tussen werk en privé. Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) is de afgelopen jaren snel gestegen. Internet maakt de arbeidsmarkt, het vacatureaanbod en het salaris van de buurman inzichtelijker. Werk is steeds minder gebonden aan plaats en tijd.
Wat zijn voor Boaborea relevante trends en factoren op het gebied van inzetbaarheid? De stelsels van sociale zekerheid en zorg staan onder druk
Overheid
De economische crisis dwingt overheden de komende jaren tot bezuinigen. De totale kosten voor zorg en zekerheid maken een steeds groter deel uit van het nationaal inkomen. Door de vergrijzing moet een relatief kleine groep werkenden de collectieve lasten opbrengen. Het huidige stelsel is niet toegerust op de toenemende diversiteit aan arbeidsverhoudingen. Financiering van zorg en zekerheid wordt complexer door de veelheid aan specifieke regelingen.
Werknemers en werkgevers zijn steeds vaker verantwoordelijk voor collectieve lasten De overheid treedt terug uit zorg en sociale zekerheid en geeft burgers steeds meer zeggenschap. Toenemende keuzevrijheid voor burgers leidt tot maatwerk en individuele financiering. Werkgevers organiseren collectieven om de stijgende werknemerskosten te dekken, zoals voor opleiding.
Deze kaart geeft de belangrijkste trends en factoren voor Boaborea weer die een rol spelen bij het herpositioneren van Boaborea. Deze kaart maakt onderdeel uit van een serie van drie kaarten. De kaarten zijn gemaakt op basis van drie denksessies met het bestuur van Boaborea. Op de kaart staat het begrip ‘duurzame inzetbaarheid’. Dit betekent voor Boaborea dat mensen nu en in de toekomst actief kunnen zijn op de arbeidsmarkt. Volgens Boaborea bestaat duurzame inzetbaarheid uit verschillende componenten: fysieke, psychische en sociale gezondheid, vaardigheden en competenties.
in opdracht van:
gemaakt door:
© 2010
Visiekaart
Boaborea vergroot de duurzame inzetbaarheid van mensen via de dienstverlening van haar leden Boaborea bevordert dat mensen nu en in de toekomst, gezond en op niveau inzetbaar zijn. Boaborea bevordert dat mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt inzetbaar worden. Boaborea zorgt dat werknemers inzicht krijgen in hun sterke kanten en in hun verbeterpunten. Boaborea biedt werkgevers inzicht in de noodzaak van de duurzame inzetbaarheid van werknemers. Boaborea stimuleert werkgevers een grotere inzetbaarheid van hun werknemers te faciliteren.
Zorg
Boaborea bevordert duurzame inzetbaarheid via de zorg Boaborea stimuleert samenwerking tussen reguliere- en bedrijfszorg rond inzetbaarheid. Boaborea bevordert dat bedrijfsartsen een spil zijn in de zorg voor werknemers. Boaborea bevordert dat alle betrokkenen bij zorg (digitale) kennis, data en ervaringen uitwisselen. Boaborea zorgt dat individuele gegevens alleen worden uitgewisseld na afstemming met werknemers.
Arbeid Boaborea ondersteunt werknemers en werkgevers op de veranderende arbeidsmarkt Boaborea informeert over veranderingen rond arbeid, zoals nieuwe arbeidsverhoudingen.
Boaborea maakt als autoriteit kennis toegankelijk op het gebied van duurzame inzetbaarheid Boaborea is aanspreekpunt op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Boaborea vergroot de (wetenschappelijke) kennis op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Boaborea bevordert samenwerking tussen haar leden zodat zij hun werk beter kunnen doen. Boaborea bevordert dat (potentiële) werknemers centraal staan in de branche.
Wat wil Boaborea betekenen op het gebied van inzetbaarheid? Boaborea werkt aan beter overheidsbeleid voor duurzame inzetbaarheid
Overheid
Boaborea creëert bij overheid en belanghebbenden bewustzijn en draagvlak voor duurzame inzetbaarheid. Boaborea denkt met partners na over hervormingen in sociale zekerheid en zorg. Boaborea streeft naar wetten en regels die overzichtelijker zijn voor werknemer en werkgever.
Boaborea draagt bij aan een financieel gezondere overheid Boaborea zorgt dat mensen zelfredzaam zijn en minder beroep op zekerheid en zorg hoeven te doen. Boaborea stimuleert dat voldoende mensen kunnen bijdragen aan de collectieve lasten.
Deze kaart geeft de visie weer van waaruit Boaborea zich herpositioneert. Aan deze kaart ligt de inventarisatie van de belangrijkste trends en factoren voor Boaborea ten grondslag. Deze kaart maakt onderdeel uit van een serie van drie kaarten. De kaarten zijn gemaakt op basis van drie denksessies met het bestuur van Boaborea. Op de kaart staat het begrip ‘duurzame inzetbaarheid’. Dit betekent voor Boaborea dat mensen nu en in de toekomst actief kunnen zijn op de arbeidsmarkt. Volgens Boaborea bestaat duurzame inzetbaarheid uit verschillende componenten: fysieke, psychische en sociale gezondheid, vaardigheden en competenties.
in opdracht van:
gemaakt door:
© 2010
Argumentenkaart opties tabaksontmoediging Toelichting
Toelichting Verkoop van rookartikelen beperken tot speciaalzaken waardoor het aantal verkooppunten daalt. Minder verkooppunten leidt tot minder impulsaankopen: wat niet wordt gekocht, wordt niet gerookt. Tabaksproducten zijn moeilijker te verkrijgen, dit maakt niet-roken en stoppen makkelijker. Tabaksproducten zijn minder zichtbaar, evenals de reclame die erop staat. Hulp om te stoppen met roken kan gekoppeld worden aan de verkooppunten. Verkoop in speciaalzaken maakt roken exclusief en daarmee aantrekkelijker. Winkeliers willen de tabaksverkoop niet kwijt omdat ze er veel aan verdienen. Verstokte rokers schaffen in één keer grotere hoeveelheden aan die in hoger tempo worden geconsumeerd. De illegale (tussen)handel kan toenemen met als gevolg verlies van controle op de kwaliteit. Rokers moeten verder reizen voor hun tabak, dit is discriminerend voor ouderen en slecht voor het milieu.
Niet-roken tot de sociale norm verheffen met behulp van een positief begrippenkader.
VOOR
BEPERKEN VERKOOPPUNTEN
HANTEREN POSITIEF BEGRIPPENKADER
TEGEN
VOOR
De norm wordt niet-roken, dit sluit aan bij het gegeven dat 72 procent van de Nederlanders niet rookt. Sociale normen zijn krachtige motivatoren, mensen willen er graag bij horen. Door niet-roken tot norm te verheffen, ontstaan nieuwe kansen voor optimistische campagnes. Deze maatregel roept weinig weerstand op.
TEGEN
Roken blijft lekker, verslavend en beschikbaar, een positief begrippenkader helpt daarom niet iedereen. Een positief begrippenkader is lastig te definiëren, er is nog geen alternatief voor het ‘niet’. Alleen de groep mensen die zich herkent in het positieve beeld wordt bereikt. De verslaafde roker is er niet mee gebaat en kan zich buitengesloten voelen. Het risico bestaat dat de aandacht voor hulp om te stoppen afneemt.
Wat zijn de argumenten voor en tegen verschillende opties om roken verder te ontmoedigen?
Toelichting
Toelichting Huisartsen financiële prikkels geven om zich in hun praktijk in te spannen voor tabaksontmoediging.
Belasting verhogen waardoor prijsverschillen verdwijnen tussen soorten en merken tabaksartikelen. Internationaal onderzoek toont aan dat accijnsverhoging de meest effectieve ontmoedigingsmaatregel is. Accijnsverhoging treft alle rokers en jongeren in het bijzonder, omdat zij minder te besteden hebben. Accijnsverhoging is een goedkope maatregel die de overheid zelfs geld oplevert.
Roken wordt niet ontmoedigd omdat verstokte rokers niet reageren op prijsprikkels. Fabrikanten kunnen accijnsverhoging tenietdoen door een prijsverlaging. Het is moreel onaanvaardbaar dat de overheid nog meer profiteert van schadelijke producten. Accijnsverhoging vergroot de inkomensongelijkheid, lagere inkomensgroepen roken namelijk meer. Accijnsverhoging is niet eerlijk want rokers compenseren al ruimschoots de schade die zij veroorzaken. Accijnsverhoging kan leiden tot toename van illegale handel in tabaksartikelen. Accijnsverhoging is alleen effectief als de landen om ons heen dit ook doen.
VOOR
VERHOGEN ACCIJNZEN
MOBILISEREN HUISARTSEN
TEGEN
VOOR
Huisartsen zijn gevoelig voor extra beloning en zullen zich daarom extra inzetten voor stoppen met roken. De huisarts is een autoriteit waar iedereen wel eens komt en waar iedereen naar luistert. De huisarts kent de problemen van zijn of haar patiënten waardoor de effectiviteit van interventies toeneemt. Huisartsen motiveren rokers persoonlijk en dit vergroot de kans op een geslaagde stoppoging. De huisarts krijgt extra middelen voor preventie of interventies.
TEGEN
Het mobiliseren van huisartsen voorkomt niet dat mensen beginnen met roken. Huisartsen hebben het al te druk en gaan hier geen tijd voor maken. Mensen die niet of weinig naar de huisarts gaan (zoals jongeren) zijn er niet mee geholpen. Financiële prikkels tasten de onafhankelijkheid van en het vertrouwen in de huisarts aan. Mensen vinden het bemoeizuchtig en gaan daarom minder snel naar de huisarts.
Toelichting Toelichting
Uitbreiden van het rookverbod waardoor er meer rookvrije zones ontstaan in de openbare ruimte.
Inzicht bieden in de werkwijze van de tabaksindustrie, zoals het gebruik van additieven. Uitbreiden van rookvrije zones maakt het moeilijker om te roken en makkelijker om niet te roken. Roken wordt minder zichtbaar waardoor de sociale norm van niet-roken wordt bevestigd. Uitbreiden van rookvrije zones leidt tot gezondheidswinst door minder blootstelling aan schadelijke stoffen. Uitbreiden van rookvrije zones leidt tot minder hinder van tabaksrook. Uitbreiden van rookvrije zones leidt tot minder zwerfafval, luchtverontreiniging en verwarmde terrassen. Uitbreiden van rookvrije zones is een relatief goedkope en uitvoerbare maatregel. Roken wordt niet ontmoedigd omdat rokers altijd wel een plek vinden om te roken. Het is betuttelend om rokers te beperken in hun vrijheid en buiten te sluiten. Het is hypocriet dat je een legaal product als tabak niet mag gebruiken. Handhaven van en controle op rookvrije zones is lastig.
in opdracht van:
VOOR
TEGEN
UITBREIDEN ROOKVERBOD
BLOOTLEGGEN WERKWIJZE TABAKSINDUSTRIE
VOOR
Deze maatregel biedt, vooral jongeren, nieuwe informatie en roept maatschappelijke verontwaardiging op. Het stoere imago van de roker als vrij en onafhankelijk persoon wordt onderuit gehaald. In Nederland heeft de tabaksindustrie een positief imago, hier is dus nog winst te behalen. Het blootleggen van de werkwijze van de tabaksindustrie kost relatief weinig en is makkelijk uitvoerbaar.
TEGEN
De tabaksindustrie heeft niets te verbergen, er is niets dat het daglicht niet kan verdragen. Het is moeilijk om informatie boven tafel te krijgen, de tabaksindustrie loopt niet met haar werkwijze te koop. Nieuwe informatie leidt niet tot het gewenste resultaat omdat mensen al verzuipen in informatie. Deze maatregel is niet rechtvaardig omdat tabaksfabrikanten en medewerkers er de dupe van zijn. De tabaksindustrie zal weerwoord bieden met veel tijdrovende en dure juridische procedures als gevolg.
gemaakt door:
© 2010