Inhoud 07
Voorwoord
08
Voordat je begint …
14 18 22 26 30 34 38 42 46 50 54 58 62 66 70 74 78 82 86 90 94 98 102 106 110 114 118
01. 02. 03. 04. 05. 06. 07. 08. 09. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
Genesis 1:1-19 Genesis 1:20-2:4 Genesis 3:1-13 Genesis 6:5-22 Genesis 11:1-9 Genesis 12:1-9 Genesis 22:1-19 Exodus 3:1-15 Exodus 15:1-18 Exodus 20:1-17 Numeri 9:15-23 Deuteronomium 4:1-13 Ruth 1:1-19 1 Samuel 3:1-18 1 Samuel 17:24-26 en 36-47 1 Koningen 11:1-13 2 Koningen 20:1-11 Ezra 3:1-6 en 10-13 Job 1:6-12 en 1:20-2:10 Psalm 2 Psalm 138 Spreuken 3:1-15 Prediker 9:1-12 Jesaja 40:12-20 en 27-31 Jeremia 1:4-19 Hosea 11 Jona 3:3b-4:11
122 126 130 134 138 142 146 150 154 158 162 166 170 174 178 182 186 190 194 198 202 206 210 214 218
28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52.
Habakuk 3 Lucas 1:26-38 Lucas 2:1-21 Matteüs 3:1-17 Matteüs 5:1-16 Lucas 8:40-56 Lucas 11:1-13 Lucas 12:13-32 Johannes 10:1-18 Johannes 13:1-20 Marcus 14:12-31 Marcus 15:16-39 Johannes 20:1-18 Johannes 21:15-23 Handelingen 1:1-14 Handelingen 2:14-28 Romeinen 8:1-17 1 Korintiërs 12:4-27 Galaten 2:15-3:5 Efeziërs 6:1-20 Filippenzen 2:1-18 Kolossenzen 3:5-17 2 Timoteüs 1:3-14 Hebreeën 12:1-13 Openbaring 21:1-14
222
Teksten voor feestdagen
Voorwoord Wat valt er toch veel te ontdekken in de Bijbel! Ik blijf het bijzonder vinden dat teksten die zo veel jaren geleden opgeschreven zijn, mij keer op keer aanspreken en persoonlijk kunnen raken. En hoewel ik al jaren werk met creatieve schrijftechnieken, merk ik dat die mij nog steeds helpen om met een frisse blik naar bekende en minder bekende bijbelteksten te kijken. Elke keer als ik schrijf bij het lezen in de Bijbel, ben ik verrast door wat er op papier verschijnt. Dat gun ik jou ook! Daarom ben ik heel blij met dit boek, Read, write, grow! Het biedt je schrijfopdrachten bij 52 bijbelgedeelten uit het Oude en Nieuwe Testament. Zo ga je van voor naar achter de hele Bijbel door. Omdat bijbelteksten veel meer diepgang hebben dan je op het eerste gezicht zou denken, daag ik je uit om meerdere keren met een tekstgedeelte aan de slag te gaan. Voor elke tekst heb ik drie verschillende schrijfopdrachten bedacht. Dit boek is niet gedateerd. Je kunt dus op elk willekeurig moment beginnen. Zet wel de datum bij de opdracht die je doet. Dat is leuk voor wanneer je je schrijfsels terugleest. Wanneer je dit boek gebruikt voor een wekelijks moment, kun je er drie jaar lang mee uit de voeten. Vind je dat te lang? Dan kun je er ook voor kiezen om de drie opdrachten in een week te doen, zodat je het boek in een jaar doorwerkt. Ligt een bepaalde opdracht je niet, voel je dan vrij om iets anders met het bijbelgedeelte te doen. De opdrachten zijn bedoeld om je gedachten op gang te brengen, niet om je het juiste antwoord te laten geven. Verwerk de teksten op een manier die bij jou past. Ik hoop dat door dit boek de Bijbel meer voor je gaat leven en dat je mag groeien in je geloof en je relatie met God.
Wilma PS Op zoek naar inspiratie? Kijk dan op mijn website www.lovetowrite.info voor ideeĂŤn en tips. 7
Voordat je begint ‌ In dit boek is het schrijven geen doel op zich. Het is een middel om te ontdekken wat er in de Bijbel staat en wat het voor jou kan betekenen. Je hoeft niet mooi of foutloos te kunnen schrijven. Het gaat erom dat je al schrijvend nadenkt over de Bijbel. Schrijf gewoon op wat er het eerste in je opkomt! Bij de opdrachten in dit boek maak ik gebruik van creatieve schrijftechnieken. Voor wie er niet bekend mee is, staan ze hieronder uitgelegd. Vind je een techniek lastig? Probeer het gewoon een paar keer, meestal krijg je er vanzelf handigheid in. Wil je een uitgebreidere uitleg van de schrijftechnieken? Koop dan mijn boekje Start to write.
Aanvulzin
Vul een korte zin aan met de gedachten die het eerste in je opkomen. Begin direct met schrijven na het lezen van de aanvulzin.
sprintje
Schrijf gedurende een vastgestelde tijd of tot je een van tevoren bepaald aantal regels hebt geschreven in een hoog tempo onafgebroken je gedachten op bij een vraag of opdracht. Denk van tevoren niet na over wat je zult schrijven, maar zet je pen op papier en laat de woorden uit je pen rollen. Weet je even niet meer wat je moet schrijven, schrijf dat dan op. Corrigeer onder het schrijven niet, want dat haalt je uit je gedachtestroom.
8
woordgedicht
Zet de letters van een woord onder elkaar en bedenk bij elke letter een woord of kort zinnetje dat voor jou iets over het woord zegt. Als je het even niet meer weet, mag je de ‘e’ gerust voor het woordje ‘en’ gebruiken of de ‘c’ als ‘k’ lezen. Ga er creatief mee om.
Voorbeeld
G ratis E chte bevrijding N iet verdiend A lleen door Jezus D ankbaar E rfdeel elfje
Schrijf in elf woorden, verdeeld over vijf regels, de kern van een tekst of je gedachten. Het eerste woord kan het onderwerp van je elfje zijn en het laatste woord een samenvatting van je elfje. Natuurlijk mag je hierop variëren.
Voorbeeld
Eeuwig Duurt wel Heel erg lang Maar met God samen Eindeloos
9
rondeel
Schrijf een gedicht in acht regels volgens onderstaande structuur. Regel 1 wordt op regel 4 en 7 herhaald en regel 2 op regel 8. De zinnen hoeven niet te rijmen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
= regel 1 = regel 2 = regel 3 = regel 1 herhalen = regel 5 = regel 6 = regel 1 herhalen = regel 2 herhalen
Voorbeeld
Eigenlijk gewoon heel bijzonder God waakt over mijn leven Hij zorgt dat ik veilig ben Eigenlijk gewoon heel bijzonder Iemand die mij wil beschermen Die op me let, die bij me is Eigenlijk gewoon heel bijzonder God waakt over mijn leven herhaalgedicht
Gebruik een korte tekst als herhaalregel in een gedicht. Je wisselt deze regel af met een regel eigen gedachten. De zinnen hoeven niet te rijmen. Door de herhaling ontstaat het dichterlijke effect. Schrijf door tot je inspiratie op is. 10
Voorbeeld
Heer, als ik niet weet wat ik moet doen U gaat voor mij uit Heer, als ik iets moet wat ik niet wil U gaat voor mij uit Als ik iets heel erg moeilijk vind U gaat voor mij uit Ook als ik even geloof van niet U gaat voor mij uit aanvulgedicht
Knip een tekst in korte zinnen en wissel deze telkens af met een regel eigen gedachten.
Voorbeeld
Wees waakzaam! Het kwade wil je van het goede afhouden. Volhard in het geloof! Dat valt niet altijd mee. Wees moedig en sterk! Juist als iets moeilijk is. Alles wat je doet, moet je met liefde doen! Want de liefde is het sterkste wapen.
11
cluster
Schrijf je onderwerp in het midden van je cluster. Schrijf eromheen in steekwoorden en korte zinnen welke gedachten er bij je opkomen.
12
raster 1
2
A
3
4
B
C
D
Schrijf je onderwerp in het bovenste vakje van het raster. Schrijf in de vakjes 1 en A twee woorden die in je opkomen als je aan dat onderwerp denkt. Associeer vervolgens door op het woord in vakje 1 tot je bij 4 bent aangekomen. Daarna associeer je door op het woord in vakje A totdat je bij D bent aangekomen. Welk woord komt er in je op als je denkt aan de woorden die je ingevuld hebt bij 4 en D? Dat schrijf je in het onderste vakje. Als je het raster leest, zul je ontdekken wat jou bezighoudt of wat God in jouw hart legt. dialoog
Schrijf zo letterlijk mogelijk een gesprek op tussen je gesprekspartner en jou. Gebruik daarvoor twee pennen met een verschillende kleur. Begin met een begroeting en/of een vraag. Laat je meevoeren in het gesprek en denk er niet te veel over na of het wel echt zo zou kunnen lopen. Rond het aan het eind duidelijk af met een afscheid of een bedankje. 13
01
Genesis 1:1-19
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. 3 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. 4 God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; 5 het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag. 6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. 8 Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag. 9 God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. 10 Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was. 11 God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ont-
14
kiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. 12 De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was.13 Het werd avond en het werd morgen. De derde dag. 14 God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, 15 en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. 16 God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. 17 Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, 18 om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. 19 Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag.