God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een
geest van kracht,
liefde en bezonnenheid. 2 TimoteĂźs 1:7
Ik gebied je dus:
wees vastberaden
en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij. Jozua 1:9
Ik ben
tegen alles
bestand door hem die mij kracht geeft. Filippenzen 4:13
Hij bracht de storm tot zwijgen,
de golven gingen liggen. Psalm 107:29
De God die mijn sterke vesting is baant een
volmaakte weg voor mij.
2 Samuel 22:33
Maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in
zwakheid.´ 2 Korintiërs 12:9
Wees niet ongerust, maar
vertrouw
op God en op mij. Johannes 14:1
Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als
God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Romeinen 8:31
De HEER is
mijn licht,
mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn? Psalm 27:1
Want ik ben de HEER,
je God,
ik neem je bij je rechterhand en zeg je: Wees niet bang, ik zal je helpen. Jesaja 41:13
Met
mijn God
beklim ik de hoogste muur. Psalm 18:30