9789033833076

Page 1

Syrië – december 2015 In mijn land is het al vijf jaar oorlog. Oorlog lijkt een beetje op ruzie. Maar dan veel erger. De mensen schieten op elkaar. Er worden bommen gegooid. Het is niet veilig op straat. Daarom is onze school gesloten. Mijn vader gaf Engels op de grote school. Maar zijn school is ook dicht. Nu geeft hij ons les. Ik zit in groep 5 en mijn zusje in groep 3. Veel van mijn vriendjes wonen hier niet meer. Zij zijn met hun ouders gevlucht naar een ander land. Mijn vader en moeder denken daar ook over na. Ik hoop dat er snel vrede komt. Zodat we hier kunnen blijven wonen. Want naar een ander land vluchten is niet leuk. Dan ben je alles kwijt. Je familie, je vrienden, je huis, je speelgoed, je taal … alles.

Amir

7


Syrië 02:45 uur, 4 december 2015

Wiehoeh … Wiehoeh … Moeder schrikt wakker. Ze stoot vader aan. ‘Hasan! Hasan, word wakker.’ ‘Wat? Wat is er?’ ‘In de straat gaat het alarm af!’ Vader springt uit bed. Hij loopt naar het raam en kijkt naar buiten. In de verte ziet hij vlammen. Ook hoort hij twee harde knallen.

Boem, boemer-de-boem … Het lijkt net of het onweert. Maar vader weet wel beter. Het is oorlog in Syrië. ‘Dit is foute boel,’ zegt hij geschrokken. ‘Het leger gooit bommen op Aleppo. Ze hebben daar al dagen mee gedreigd. Kom gauw,’ zegt hij. ‘We moeten zo vlug mogelijk naar de schuilplaats.’ Moeder stapt uit bed en kleedt zich snel aan. ‘Ik maak Zara wakker,’ zegt ze. ‘Haal jij Amir uit bed?’ ‘Dat is goed,’ antwoordt vader.

8


‘We zien elkaar bij de voordeur.’ Vader grist zijn badjas van de stoel. Hij holt naar de kamer van Amir. ‘Amir, wakker worden!’ roept vader. ‘Hum,’ kreunt Amir. Hij draait zich om en slaapt verder. Vader schudt Amir flink heen en weer. ‘Kom, Amir, je moet eruit,’ zegt hij. ‘We moeten naar de schuilplaats.’ ‘Huh, wat, waarom?’ ‘Het leger valt aan,’ antwoordt vader. ‘Er worden bommen op Aleppo gegooid.’ Amir schrikt. Lieve help!

9


Hij gooit zijn dekbed van zich af en springt uit bed. Vader pakt een trui uit de kast. ‘Hier, Amir,’ zegt hij. ‘Trek deze over je pyjama aan. Het is koud buiten.’ ‘Joehoe!’ roept moeder onder aan de trap. ‘Zijn jullie klaar?’ ‘Ja!’ roept vader. ‘We komen.’ Amir trekt vlug zijn trui aan. Achter vader rent hij de gang op. En bonke, bonke, de trap af. Zara en moeder staan al bij de voordeur.

Boem! De vloer onder hun voeten trilt. Door de knal springen de ruiten in duizend stukjes.

Rinkel-de-kinkel … Moeder slaakt een gil van schrik. Ze kijkt vader bang aan. ‘Kom, we gaan,’ zegt hij.


Vader tilt Zara op en opent de voordeur. ‘Blijf dicht achter mij,’ zegt hij tegen moeder en Amir. ‘Wacht!’ roept Zara. ‘Mijn beer ligt nog in de kamer.’ ‘Beer redt het wel,’ antwoordt vader. ‘We moeten nú weg.’ Vader rent met Zara de donkere straat op. Moeder geeft Amir een hand. Ze hollen achter vader aan. Er zijn nog veel meer mensen op straat. Iedereen rent naar het plein. Op het plein staat een groot gebouw. Onder dat gebouw is een kelder. Daar zijn ze veilig voor de bommen. Amir rent zo hard als hij kan. In de verte hoort hij het geluid van een vliegtuig. Dat geluid komt steeds dichterbij.

Pwieuwhhhh … Het vliegtuig laat een bom vallen. Achter hem klinkt een doffe dreun.

Boem! De aarde schudt. Een regen van puin en stof stort neer. Amir hoort mensen gillen en huilen. Zou er iemand gewond zijn geraakt? Hoestend en met een arm voor zijn gezicht rent hij door. ‘We zijn er, Amir!’ roept moeder. ‘Hier moeten we naar beneden.’

11


Ze rennen achter vader aan de trap af. Vader rukt de deur van de kelder open. ‘Kom gauw,’ zegt hij. En hij duwt Amir en moeder naar binnen. Amir haalt opgelucht adem.

Pfft … Ze zijn veilig. Zijn hart bonst tegen zijn ribben. Dit was spannend. Heel spannend.


In de schuilplaats 03:10 uur, 4 december 2015

In de kelder is niet veel licht. Er brandt alleen een kaars. Amir hoort mensen praten en huilen. Een mevrouw jammert luid. ‘Soerya khalas (dit is het einde van Syrië). Soerya khalas.’ ‘Kom,’ zegt vader, ‘we gaan kijken of we ergens kunnen zitten.’ Moeder, Amir en Zara lopen achter vader aan. In de hoek is nog een plekje vrij. Er ligt een dun matras en er staan wat kisten. Amir gaat op een kist zitten. Hij kruipt dicht tegen vader aan. Boven hem klinkt het gedreun van de bommen. Maar hier lijkt het op onweer dat ver weg is. Hij is nu niet bang meer. In de kelder zijn ze veilig. ‘Ik heb het k-k-k…koud,’ snikt Zara. ‘En ik mis beer.’ ‘Kom maar,’ zegt moeder. En ze slaat een arm om Zara heen. ‘Ik heb nog een extra deken,’ zegt een mevrouw. ‘Neem die maar.’

13


Ze geeft de deken aan moeder. Moeder slaat de deken om Zara heen. Amir kruipt er ook onder.

Brrr ‌ Je kunt merken dat het winter wordt. Over drie weken is het kerst. Kerstfeest ‌ vrede op aarde. Nou, die vrede is ver te zoeken in zijn land. Het is al vijf jaar oorlog. Mensen schieten op elkaar. Er vallen bommen en er knallen granaten. Het is niet veilig op straat. Elke dag raken mensen gewond of gaan dood.

14


Oorlog is stom, maar ook saai. Je kunt niet naar school. Niet met je vriendjes buiten voetballen. Bah! ‘Pap,’ zegt Amir. ‘Denk je dat de oorlog nog lang duurt?’ ‘Ik weet het niet,’ antwoordt vader. ‘Niemand weet het.’ Amir zucht. ‘Ik vind het erg wat er in ons land gebeurt.’ ‘Ik ook,’ zegt vader. ‘Laten we maar hopen dat er gauw vrede komt.’ Vader geeft Amir een aai over zijn bol. ‘Probeer maar wat te slapen, jongen. Het is midden in de nacht. We zitten hier misschien nog uren. Als het buiten rustig wordt, maak ik je wel wakker.’ Amir doet zijn ogen dicht. Af en toe dommelt hij even weg. Maar van echt slapen komt niet veel. Hij schrikt steeds wakker van alle geluiden. Hoelang zitten ze hier nu al? Eén uur, twee uur, zes uur? Hij weet het niet. Verveeld kijkt Amir de kelder rond. Veel mensen die hier zitten, kent hij wel. Die wonen bij hem in de straat.

15


Je kunt zien dat iedereen snel uit bed is gestapt. Meneer Salal draagt altijd een keurig pak. Maar nu heeft hij zijn pyjama nog aan. Mevrouw Salal heeft geen hoofddoek om haar hoofd. Maar een raar netje om haar haren. Daar zit Musty. Die kent hij van school. Wat ziet hij er mal uit. Zijn haren staan alle kanten op. En het jasje van zijn pyjama zit scheef. Hij heeft één knoopje verkeerd geknoopt. De mevrouw naast Musty kent hij niet. Of toch wel? Ja, het is Musty’s moeder. Hij herkent haar bijna niet.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.