DaniĂŤl was een goede man.
Hij was een van de beste helpers van de koning.
Elke ochtend, middag en avond bad hij tot God.
Op een dag beval de koning: ‘Niemand mag meer bidden!’
‘Iedereen die niet gehoorzaamt, zal voor de leeuwen worden gegooid!’
Maar DaniĂŤl bleef bidden.
DaniĂŤls vijanden gingen naar de koning.
‘We zagen Daniël bidden,’ klikten ze.