Het Kerstdiner

Page 1

Waxinelichtjes in de houders, gebraden vlees net uit de oven, Jingle Bells schalt uit de radio. Er schijnt de ster boven de stal, de geur van vers hooi omringt een klein kind. Engelen zingen U de eer. Ik sta ertussenin.


Voorbereiding Waar je ook komt en welke media je ook bekijkt, je kunt er niet omheen: overal worden tips gegeven voor een goede voorbereiding op de kerstdagen. Koop dit, doe dat, kom naar ons, vergeet niet, heb je al … En voor je het weet, ben je alleen nog maar hard aan het rennen om alles voor elkaar te krijgen en een perfecte sfeer te scheppen voor hét feest van het jaar. In al die drukte zou je bijna vergeten om je voor te bereiden op het Kerstkind zelf. Wat is het dan bijzonder om te zien dat de kerktraditie daarin voorziet met advent. Een periode van vier weken om je te bezinnen en bewust toe te leven naar Kerst. Hebben we dat eigenlijk niet méér nodig dan een handige checklist? Daarom wil ik je vragen: wat doe jij met advent? Gun je jezelf de tijd om eerst terug te gaan naar de basis? Tijdens de kerkdienst of met het lezen van een goed boek, een (alternatieve) adventkalender misschien. Laten we goed voorbereid naar het feest gaan door bewust te zoeken naar momenten om even stil te staan, zodat we niet uit het oog verliezen waar het met kerst om gaat. Als het feest dan aanbreekt, kunnen we volop genieten van alles wat er te vieren valt. Een goede voorbereiding gewenst!

Renske Huisman

VOORBEREIDING

- HET KERSTDINER - 11



Amuse

Een verhaal boeiend vertellen Deze bundel staat vol verhalen. Het kerstdiner of een kerstviering leent zich er uitstekend voor om een verhaal voor te dragen of te vertellen. Maar hoe doe je dat? Hieronder vijf tips voor een goed verhaal.

1 2

3

4

5

Kies een verhaal dat jij leuk vindt om te vertellen. Als jij het een mooi verhaal vindt, straal je dat uit en heeft je publiek er plezier in. Wie luistert er naar je verhaal? Je publiek bepaalt hoe je een verhaal vertelt. Zijn er jonge kinderen bij? Kies dan eenvoudige woorden en vertel het speciaal voor hen. Hoewel ze het vaak niet zeggen houden volwassenen ook van verhalen; ze luisteren vanzelf mee. Ben je bang dat je de aandacht van een kind niet vast kunt houden? Laat het meespelen in het verhaal. Geef het kind een opdracht om geluiden te maken bij bepaalde woorden (die je dan een aantal keren herhaalt). Hiervoor kun je alles gebruiken. Van het ‘roepen’ van geluiden (de bel gaat: ‘ding, dong’) tot het maken van geluiden met je voeten, je handen, et cetera, zoals het knippen van je vingers. Een verhaal wordt boeiend als je je stemgeluid varieert. Wanneer je soms wat harder, soms wat zachter vertelt, houd je de aandacht vast. Op spannende momenten zacht en langzaam gaan vertellen, maakt dat mensen (letterlijk) aan je lippen hangen. Houd het kort! Te veel details maken een verhaal langdradig. Een goed verteld verhaal van zeven à acht minuten is sterker dan een lang verhaal waar ‘geen eind aan komt’.

Maar de belangrijkste tip: heb plezier!

Jolanda Kromhout, verhalenverteller

AMUSE

- HET KERSTDINER - 13



Mattijs Fledderman

voorgerecht

De Heer van het woud EEN KERSTPARABEL

De winter was vroeg gevallen. Een ijzige wind waaide uit het hoge noorden en blies dikke sneeuwvlokken door het bos. De Vos huiverde. De wereld om hem heen was wit. Op de avond van het grote Winterfeest had een felle sneeuwstorm hem overvallen. Dit had de Vos zich niet voorgesteld bij zijn familiebezoek. Op dit moment had hij heerlijk dicht bij de open haard moeten zitten, in het behaaglijke hol van zijn neef. Een beker dampende chocolademelk op schoot, luisterend naar de verhalen van zijn gastheer, die uitstekend vertellen kon. Een sneeuwvlok op zijn snuit bracht de Vos weer terug naar het koude bos. Het schemerde al. Het zou nu snel koud worden. Heel koud. En hij was er nog lang niet. ‘Vanavond ga ik het ook niet meer halen,’ bibberde de Vos; hij schudde de sneeuw van zich af. ‘Ik zal een schuilplaats moeten zoeken. Daar zal ik het Winterfeest doorbrengen, koud en alleen.’ En hij huiverde. Toen zag de Vos in de verte een lichtje. Het flikkerde tussen de besneeuwde takken van de bomen. ‘Daar woont iemand,’ riep hij opgewekt, blij dat hij die nacht misschien toch niet buiten zou hoeven slapen. Zo vlug als zijn dunne pootjes hem konden dragen, snelde hij naar het lichtje. Het scheen door een vierkant raam van een klein knus hutje, gebouwd van dikke ronde boomstammen. De koude reiziger klopte op de deur en wachtte af. ‘Wie is daar?’ bromde een donkere stem. Een dikke gestalte verscheen in de deuropening. ‘Wie ben je en wat mot je?’ gromde de Das. ‘Ik ben de Vos en ik ben op doorreis. Maar het is al laat en koud. Mag ik hier vannacht schuilen?’ Hij sprak beleefd en kwispelde opgewonden met

VOORGERECHT

- HET KERSTDINER - 15


zijn staart. Een heerlijke geur van soep en versgebakken brood kwam hem door de openstaande deur tegemoet. ‘Nee!’ antwoordde de Das kortaf. ‘Geen gasten vanavond.’ De mondhoeken van de Vos vielen omlaag. ‘M-maar …’ stotterde hij en hij keek de Das met grote ogen aan. ‘Helaas,’ bromde de Das, ‘de Heer van het woud kan ieder moment komen en ik heb niet genoeg eten voor ons allemaal. Probeer het anders verderop.’ Boem! De deur viel dicht. De opstuivende sneeuw bedekte de voorpoten van de Vos. Verbaasd en teleurgesteld draaide hij zich om. Dan maar verderop, dacht hij en vlug trippelde hij dieper het bos in. Achter hem volgde een donkere schaduw. Dunne sliertjes rook kringelden uit de schoorsteen van de Haas omhoog. Een smakelijke geur van appeltaart deed de Vos watertanden. Opgewekt klopte hij op de kleine ronde deur van het knaagdier. Onmiddellijk werd de deur opengetrokken. Een opgewekte Haas met zijn oren hoog in de lucht sprong naar buiten. ‘Heer van het woud?’ vroeg hij. ‘Nee, ik ben de Vos en ik …’ De oren van de Haas vielen omlaag. ‘I-ik,’ hakkelde de Vos, maar de deur viel alweer dicht. Buiten was het weer donker. ‘Sorry,’ riep de Haas nog. ‘Het is te klein in mijn holletje. Niet genoeg plek voor ons beiden en de Heer van het woud. Probeer het anders maar bij de Kalkoen.’ Toen werd het stil. Teleurgesteld droop de Vos af. Vanuit de bosjes staarden twee donkere ogen naar het arme dier. Het zat de Vos niet mee. De Kalkoen was allergisch voor vossen. De Bever had geen behoefte aan bevroren reizigers. De Beer was te moe en volgens de Eekhoorn was zijn boomhut niet berekend op zo veel gasten. Nergens vond de Vos onderdak, terwijl hij tevreden was geweest met een deurmat om op te slapen. Allemaal verwachtten de dieren de komst van de Heer van het woud, voor wie ze hun beste feestmaal aan het bereiden waren. Niemand kon daar een haveloze, hongerige Vos bij gebruiken. Uitgehongerd, nat en koud sjokte hij verder. Onder een overhellende

16 - HET

KERSTDINER - VOORGERECHT


rots uit de wind legde de Vos zich ten slotte neer. Hij rolde zich op in zijn natte staart en sloot zijn koude ogen. Even later gleed een schaduw over de Vos. Een harige slurf snuffelde aan het arme dier. Plotseling merkte de Vos dat hij werd opgetild. Hij keek op en zag twee enorme ogen hem aanstaren. Toen werd alles hem te veel. Het werd zwart. ‘Welkom in mijn huis,’ klonk een aangename stem. Knipperend met zijn ogen keek de Vos om zich heen. Een knetterend haardvuur brandde vlakbij en deed hem helemaal gloeien van de warmte. Hij lag in een bedje van stro en om zijn rechterpootje zat een verband. Toen zag hij zijn gastheer. ‘Wie bent u?’ vroeg de Vos verbaasd. ‘De Mammoet,’ antwoordde deze, terwijl hij met zijn slurf een dampend stuk taart voor hem neerzette. ‘Eet smakelijk! Laten we samen feestvieren!’ ‘M-m-maar,’ hakkelde de Vos, ‘maar de Heer van het woud dan? Verwacht u …’ De Mammoet begon te lachen. ‘Beste Vos, ik ben de Heer van het woud!’ De kleine viervoeter keek hem met grote ogen aan. ‘Ik was op weg naar de Das, maar die had blijkbaar niet zo veel zin in feest. En de Haas ook niet en al die anderen evenmin. Ik ben je gevolgd.’ De Vos probeerde op te staan, maar hij zakte gelijk weer neer. ‘Ik was op zoek naar iemand om mijn feestvreugde mee te delen, maar geen van allen wilden ze meedoen. Toen vond ik jou. Daar heb je toch vast geen bezwaar tegen?’ De Vos schudde zijn hoofd en straalde van oor tot oor. De twee vierden tot diep in de nacht feest en deelden samen in de vreugde.

VOORGERECHT

- HET KERSTDINER - 17


Wat zijn het gezegende dagen! De hele wereld wordt bijeengebracht in een samenzwering van liefde. Hamilton Wright Mabie


Amuse

Een lekker hapje: twee mooie gedachtes en een grapje Als we elkaar kerstcadeautjes geven in zijn naam, laten we er dan aan denken dat Hij ons de zon en de maan en de sterren heeft gegeven, en de aarde met haar bossen en bergen en oceanen, en alles wat leeft en beweegt op de oppervlakte. Hij heeft ons al het groen gegeven en alles wat bloeit en vrucht draagt en alles waar we ruzie over maken en alles wat we verkeerd gebruikt hebben. En om ons van alle dwaasheid en alle zonden te bevrijden, daalde Hij neer ter aarde en gaf Hij zichzelf. Sigrid Undset Een moeder had op een avond haar best gedaan om een heerlijke maaltijd te bereiden voor de verjaardag van haar man. Ze had haar mooiste jurk aangetrokken en haar twee zoontjes in nette pakjes gehesen. Ze had de tafel mooi gedekt, compleet met kandelaars. Ze dimde het licht en stak de kaarsen aan. Toen de man binnenkwam, grapte hij: ‘Oh, hebben we de gas- en lichtrekening soms niet betaald?’ Een paar maanden later zat het gezin in de kerk voor de kerstnachtdienst. Toen de lichten uitgingen en de kaarsen aan werden gestoken voor Stille nacht, vroeg een van de zoontjes: ‘Papa, heeft de dominee soms ook de gas- en lichtrekening niet betaald?’

Verzameld door Judith van den Berg

AMUSE

- HET KERSTDINER - 19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.