Nlcoach nr 2 2012

Page 1

NLCOACH - 7e jaargang - nummer 2 - 2012

7e jaargang - nummer 2 - 2012

COACH van coaches - voor coaches - door coaches

Bert van Marwijk: “Ik ben wie ik ben” Robert Maaskant kent de wetten van coachschap in Pools voetbal Edwin Goedhart “Trainerswisselingen bij Ajax leiden ook tot stilstand’’ Camera’s in het voetbaldoel “In Hilversum ligt materiaal klaar voor direct gebruik”

Thema

16 miljoen bondscoaches

Voetbal verbindt aan de basis | Bondscoaches uit andere sporten Kamerlid: Van Marwijk als premier | Voetbalbolwerk Groesbeek


Rexona is ‘s werelds best verkochte anti-transpirant (bron: Nielsen 2011)


voorwoord joop alberda

Impact van voetbal op de samenleving is fascinerend

@joopalberda

Het is fascinerend om te zien hoe groot de impact is van voetbal op onze samenleving. De uitdrukking dat voetbal eigendom is van 16 miljoen bondscoaches is ook niet zonder betekenis, ze geeft aan hoe groot de rol van deze volkssport is in ons dagelijks doen en laten. Waar in andere sporten nog wel eens wat minachtend wordt gedaan over het voetbal als top- en breedtesport, zie ik daarin vooral een verkapte vorm van jaloezie. Voetbal heeft zich laten gelden als een sport waarvan in alle opzichten – zowel in zijn vorm als in zijn trainingsleer – veel van valt te leren. Het is niet voor niets dat inmiddels 110 Nederlandse voetbalcoaches werkzaam zijn bij buitenlandse clubs of bonden. Het is daarom ook onzin om te denken dat voetbal een zogenoemde ‘gemakkelijke’ sport is waarin verhoudingsgewijs minder wordt getraind en de beleving op een lager niveau ligt dan in andere sporten. Daarbij maakt de wijze waarop het voetbal zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid in onze samenleving heeft genomen grote indruk. Via stichtingen als bijvoorbeeld Meer dan Voetbal worden clubs en profspelers in toenemende mate ingezet om sociale en gezondheidswinst te boeken. De bindende kracht van vitale sportclubs is ongemeen groot. Het is goed om ons ook dat, aan de vooravond van het Europees Kampioenschap dat op 8 juni in Polen en Oekraïne begint, te realiseren. In zijn grootheid maakt voetbal maatschappelijke bewegingen los die waardevol zijn en is de organisatie van clubs en

nummer 2 - 2012

spelers erop gericht om de zuiverheid van sport onder alle omstandigheden te bewaren. De grote kracht van voetbal is zijn onvoorspelbaarheid in resultaten. Het is anders dan in veel andere sporten, als tennis en hockey, zo dat niet altijd de sterkste wint. Dat leidt ertoe dat de discussie over voetbal oneindig is, want iedereen heeft wel een idee of een mening over winnen en verliezen. Waar je ook bent, thuis, op je club of op je werk, je kunt met anderen altijd over voetbal praten omdat je over het algemeen niets hoeft uit te leggen. We weten meteen waar we het over hebben en dat heeft natuurlijk ook te maken met de enorme televisieaandacht die het voetbal wordt gegeven. Daarbij is sport, dus ook voetbal, een schitterende afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Er wordt in principe geen verschil gemaakt in ras, geslacht of geloof en dat zie je elk weekend terug bij de duizenden teams, sporters en elftallen die actief zijn op onze velden. Er is in sport plaats voor individualisten en teamspelers, voor creatieve voetballers en afmakers, kortom alle wetmatigheden van de samenleving staan samen op het veld. Het pure talent, de werkelijke aanleg, geeft uiteindelijk de doorslag als het team elkaar heeft gevonden. In voetbal zitten alle kenmerken van de bevolking. Het succes van Oranje, is het succes van het volk met zijn 16 miljoen bondscoaches die met z’n allen uitkijken naar de verrichtingen van de enige echte bondscoach bij het Nederlands elftal: Bert van Marwijk.

COACH

3


uitgelicht

ANP PHOTO

De Nederlandse olympische ploeg wint op weg naar Londen aan omvang en glans, maar kent ook verliezers. De waterpolovrouwen, die vier jaar geleden in Peking nog olympisch kampioen werden, slaagden er niet in zich opnieuw te kwalificeren. Met een 7-6 nederlaag in het beslissende duel van het plaatsingstoernooi in TriĂŤst, werden ze uitgeschakeld door ItaliĂŤ. Ook de volleybalvrouwen misten bij het kwalificatietoernooi in Ankara de laatste mogelijkheid om zich bij de Nederlandse olympische familie voor Londen aan te sluiten. Buiten de tranen was er de vreugde over de prestaties van met name zwemster Ranomi Kromowidjojo en judoka Edith Bosch, die aantoonden in grootse vorm te verkeren. Kromowidjojo plaatste zich met overwinningen op de 50 en 100 meter vrije slag bij de Swim Cup in Eindhoven aan de top van de wereldranglijst. Edith Bosch veroverde in het Russische Chelyabinsk de Europese judotitel in de categorie tot 71 kilogram en stelde daarmee haar kandidatuur voor een olympische medaille veilig.

ANP PHOTO

Vreugde en verdriet op weg naar de Spelen


ANP PHOTO


NLCOACH is een uitgave van NLcoach en Arko Sports Media in samenwerking met NOC*NSF. Het blad verschijnt vijf keer per jaar.

Hoofdredactie Joop Alberda & Poul Annema Eindredactie Mirjam de Graaff E. mirjam.de.graaff@sportsmedia.nl 7e jaargang, nummer 2 juni 2012 Aan dit nummer werkten mee Yves Brokken Jan-Cees Butter Henk van der Hoeven Pieter van den Hoogenband Jaap Rozema Mart Smeets Rob Tamminga Iwan Tol Steven Verseput John Volkers Tessa de Wekker Redactieadres Arko Sports Media NLCOACH Postbus 393, 3430 AJ Nieuwegein T. 030 - 707 30 00 F. 030 - 605 26 18 Uitgever Michel van Troost E. michel.van.troost@sportsmedia.nl Marketing Daniëlle de Jong E. marketing@sportsmedia.nl Lidmaatschap NLcoach Leden van NLcoach ontvangen automatisch vijf keer per jaar het blad NLCOACH. Meer informatie over het lidmaatschap is verkrijgbaar bij NLcoach.

NLcoach Wattbaan 31-49 3439 ML Nieuwegein T. 030 - 751 38 20 F. 030 - 751 38 21 E. info@nlcoach.nl W. www.nlcoach.nl

Inhoud

Bert van Marwijk: “Ik ben wie ik ben” 16

Lezersservice Abonnementen/adreswijzigingen Arko Sports Media Postbus 393, 3430 AJ Nieuwegein T. 030 - 600 47 80 F. 030 - 605 26 18 E. info@sportsmedia.nl Abonnementen Regulier abonnement € 29,75 per jaar (incl. 6% btw). Studentenabonnement € 22,75 per jaar (incl. 6% btw). Voor verzendingen buiten Nederland wordt een jaarlijkse toeslag berekend van € 8,50 (incl. btw). Opzeggingen van het abonnement – uitsluitend schriftelijk – dienen uiterlijk zes weken voor afloop van de abonnementsperiode in het bezit te zijn van Arko Sports Media BV. Ontwerp en opmaak Wielaard Studio, Belfeld Drukker PreVision, Eindhoven Coverfoto SCS/Sander Chamid

Robert Maaskant kent de wetten van coachschap in Pools voetbal 10 Edwin Goedhart “Trainerswisselingen bij Ajax leiden ook tot stilstand’’ 18

Reprorecht Het verlenen van toestemming tot publicaties in dit tijdschrift houdt in dat de uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur is gemachtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex art. 16b van de Auteurswet 1912 te innen en/of daartoe in en buiten rechte treden.

©2012 NLcoach/Arko Sports Media, Nieuwegein Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Lid van het Nederlands Uitgeversverbond (NUV), groep uitgevers. ISSN 1871-9813

6

COACH

nummer 2 - 2012

Camera’s in het voetbaldoel “In Hilversum ligt materiaal klaar voor direct gebruik” 40


thema

FOTO: SCS

16 Miljoen bondscoaches En verder… Servicepagina NLcoach

9

De column van John Volkers

23

Medisch: het enkelgewricht

34

De column van Pieter van den Hoogenband

37

Philip Hennemann en de EK-statistieken van Infostrada

38

Belgen verbijten zich voor de televisie

43

Erik Spoelstra, Nederlands bloed in de NBA

45

Bij Pro Patria leeft glorieus turnverleden

48

De column van Mart Smeets

50

Stem van het volk

25

Voetbal verbindt aan de basis: “Coach ben je voor het leven”

26

Bondscoaches uit andere sporten. Hoe kijken zij naar het EK?

28

VVD-Kamerlid Bert de Liefde: Van Marwijk als premier

30

Voetbalbolwerk Groesbeek vaart wel bij winnaarsdrang

33

nummer 2 - 2012

COACH

7


Wat je sport ook is... NEW

AA Drink Iso•Lemon De razendsnelle dorstlesser met verfrissende lemon smaak. Speciaal ontwikkeld voor sporters! AA Drink High Energy De echte energie-booster. Geeft je onmiddellijk een energiestoot, zodat je snel weer verder kunt. AA Drink Pro•Energy Voorziet het lichaam bij langdurige inspanningen langzaam, gelijkmatig en langdurig van energie. AA Drink Isotone De razendsnelle dorstlesser, die je lichaam onmiddellijk voorziet van vocht en mineralen. AA Drink Multi•Nine De hypertone dorstlesser, met 9 toegevoegde vitamines.

AA Drink Sportwater Zuiver water met alléén die mineralen die je verloren hebt bij het sporten. Bevat géén calorieën.

AA drink heeft altijd dé sportdrank voor jou ! Voor meer info kijk op www.aa-drink.com


SERVICEPAGINA

“Vanuit het individu denken bij samen­stel­len team” CIOS Arnhem was op vrijdag 20 april 2012 het decor van het congres ‘Team, leren en ontwikkelen’. Hockeybondscoach Max Caldas sprak tijdens het plenaire deel over zijn visie op teamcoaching en over de weg naar de Olympische Spelen in Londen. Aan de hand van stellingen nam hij de deelnemers mee. In een zeer interactief plenair deel kwam een goede discussie los en behandelde Max Caldas vele aspecten die hem helpen bij het begeleiden van het dameshockeyteam: het individu als uitgangspunt nemen voor het samenstellen van een team, leren delegeren, fouten toe durven geven, leren luisteren naar de meningen van je teamleden en je leren te verplaatsen in de gedachten van je spelers/speelsters zijn essentieel! Na het plenaire gedeelte verdeelden de coaches zich over een viertal workshops. Hoe laat je een team zich optimaal ontwikkelen? Hoe vergroot je de mentale weerbaarheid van een team? Hoe leer je de persoonlijkheidsvoorkeuren van je sporters herkennen? En hoe kan je daar als coach op inspelen? In twee workshopronden kregen de deelnemers de kans in discussie te gaan met onder anderen Jan Sjouke van den Bos en VSPN-sportpsycholoog Rogier Hoorn. Al met al was het een inspirerende dag waarop ongeveer zeventig coaches van en met elkaar leerden om de opgedane kennis vervolgens terug kunnen vertalen naar hun eigen praktijksituatie.

Website

NIEUW: NLcoach komt naar u toe! Een thema-avond op uw vereniging voor trainers en coaches NLcoach komt graag naar u toe. Wij kunnen bij uw vereniging een thema-avond invullen met als kern de verbetering van de kwaliteit van de trainer-coach. Vooraf voeren we een gesprek over de behoeften en wensen met betrekking tot de thema-avond. Als vereniging kunt u kiezen uit de onderstaande thema’s: • introductie van Action Type; • talentontwikkeling in de vereni ging; • introductie tot mentale begeleiding van sporters; • de basisprincipes van coachen; • teamontwikkeling en teambuilding. De thema-avond duurt circa 2,5 uur. Deelnemers krijgen veel praktische tips aangereikt die zij kunnen gebruiken om spelers en speelsters beter te maken. Een voordeel voor zowel de spelers als de trainer en de vereniging. Een win-winsituatie voor alle partijen. De kosten voor een thema-avond bij u op de vereniging bedragen € 500 incl. 19% BTW. Er kunnen dertig trainer-coaches deelnemen aan de thema-avond. Let op: u kunt ook samen met een andere vereniging ingaan op dit aanbod! Heeft u interesse? Neem dan contact op met Tim Lubout, projectmanager NLcoach via tim.lubout@ nlcoach.nl of 030-7513824.

Voor meer informatie over de activiteiten van NLcoach: ga naar www.nlcoach.nl.

data Cursussen najaar bekend! Cursus

Locatie

Data

De basis van mentale begeleiding

Zwolle

13 september, 27 september, 11 oktober

Voeding en supplementen

Nieuwegein

18 september, 25 september, 2 oktober, 9 oktober

Krachttraining

Doorn

20 september, 27 september, 4 oktober, 1 november

Mentale begeleiding van individuele sporters

Eindhoven

25 september, 9 oktober, 30 oktober, 13 november

Mentale begeleiding van jeugdsporters

Nieuwegein

31 oktober, 14 november, 28 november

Mentale begeleiding van teams

Arnhem

1 november, 15 november, 29 november

Snelheid

Rotterdam

6 november, 20 november

Fysieke training voor gevorderden

Amsterdam

8 november, 22 november, 29 november, 13 december

De basis van fysieke training

Eindhoven

13 november, 20 november, 27 november

De basis van talentontwikkeling

Arnhem

15 november, 29 november, 13 december

nummer 2 - 2012

COACH

9


ACTUALITEIT

Robert Maaskant werkte een jaar in Oranjes EK-uitvalsbasis

“In Polen worden trainers aan de lopende band ontslagen” Als iemand kenner is van Krakow, de verblijfplaats van het Nederlands elftal tijdens het EK voetbal, dan is het Robert Maaskant wel. Hij woonde en werkte meer dan een jaar in de Poolse stad. “Het veld is goed, want de club beschikt over een van de beste groundsman van Polen.”

Door: Iwan Tol

Finale Duitsland-Spanje “Ik vind het moeilijk in te schatten hoe ver Polen komt bij het EK. Alle elftallen net onder de top – en daar reken ik Nederland, Duitsland en Spanje toe – ontlopen elkaar niet veel. Ik hoop echt dat we ver komen met Nederland. Voor veel spelers van deze generatie is het de laatste kans op succes. Maar als ik kijk naar de kwalificatie, dan ga ik voor een finale tussen Duitsland en Spanje.”

10

COACH

nummer 2 - 2012

“Af en toe spreek ik nog Pools, want zoals iedereen heb ik een Poolse schoonmaakster”, lacht Robert Maaskant. “Maar laat ik eerlijk zijn: een heel gesprek voeren lukt niet. Ik versta het alleen redelijk.” Maaskant woonde en werkte van augustus 2010 tot november 2011 in Krakow, de stad die de staf van het Nederlands elftal voor het EK koos als uitvalsbasis. De geboren Schiedammer was er coach van Wisla. Met die ploeg werd hij kampioen, speelde hij voorronde Champions League en kwam hij uit in de Europa League. Het was zijn eerste buitenlandse club als trainer. Gevraagd naar de belangrijkste les die hij in Polen opstak, zegt hij: “Als trainer wil je natuurlijk altijd winnen, maar de druk van het absoluut móeten winnen was nieuw voor mij. Wij waren de te kloppen ploeg. Stadions zaten overal vol, er was altijd sprake van vijandigheid. Ergens stiekem een keer een puntje meenemen, daar kwam je niet mee weg. Dat is toch een verschil in benadering.”

Completere trainer Maaskant werkte in Nederland voor onder meer RBC, Willem II en NAC. De stap naar het buitenland maakte van hem een completere trainer. Voor het eerst moest hij bijvoorbeeld werken met internationals uit allerlei landen. “Daar zaten jongens bij uit Bulgarije en Slovenië, maar ook uit Costa Rica en Honduras. Die kwamen steevast vermoeid terug na een interlandweek, de één nog meer dan de ander. De vraag was: In welke mate kun je ze belasten? Vroeger keek je zo iemand nog weleens recht in de ogen en zei je: ‘nou, die kan nog wel een dagje mee’. Maar die tijd is voorbij. Als ze terugkwamen, namen we bloedtesten af. Aan de hand van die waarden konden we bepalen of iemand rust nodig had of juist niet.” Maaskant voerde verder het verplicht ontbijten en lunchen bij de club in voor zijn spelers. “Het ging mij in eerste instantie om teambuilding. Maar er zaten ook veel singles in de ploeg. Die ontbijten over het algemeen ongezond of zelfs

“Als trainer wil je natuurlijk altijd winnen, maar de druk van het móeten winnen was nieuw voor mij”


Foto: ANP PHOTO

helemaal niet. En een trainingsprikkel op een lege maag werkt niet.” Ook stuurde hij zijn spelers verplicht op Poolse les. “Ik ging zelf ook mee het klaslokaal in. Niet om als een schoolmeester te kijken of ze hun best deden, maar meer om hen te stimuleren. Ik vind het belangrijk dat spelers in het buitenland de taal spreken. Heel simpel: hoe makkelijker ze het in het dagelijks leven hebben, hoe meer ze zich kunnen richten op voetbal.”

“Hans Jorritsma, de teammanager, heeft regelmatig contact met Stan Valckx, die technisch directeur is bij Wisla. Het gaat over zaken als hoe het veld erbij ligt. Die velden daar krijgen best wel wat tikkies. In de winter is het -10 graden Celsius en dan gaat de verwarming eroverheen. Dat komt de kwaliteit over het algemeen niet ten goede. Maar het veld van Wisla is goed, want de club beschikt over een van de beste groundsmen van Polen.”

Goed veld Twee keer eerder was Maaskant in zijn leven in Polen geweest, maar Krakow kende hij alleen uit verhalen. Zijn schoonfamilie was er ooit op vakantie; zij kwamen met lovende berichten terug. En de directeur van Wisla schonk hem bij het ondertekenen van zijn contract een boek over de stad. “Het beeld van louter grauwe, grijze gebouwen klopt niet”, zegt Maaskant. “Het stadscentrum is juist een van de mooiste van Europa, met mooie winkels en gezellige barretjes. Het staat niet voor niks op de Unesco Werelderfgoedlijst.” De staf van Oranje koos vooral voor Krakow vanwege de goede verbindingen, het hotel en de trainingsaccommodatie. Dat laatste is bekend terrein voor Maaskant, want de oefensessies van Bert van Marwijk vinden plaats in het stadion van Wisla.

Niet gelikt Ook het hotel waar Oranje verblijft, het Sheraton, is Maaskant bekend. “Het is een uitstekend hotel. Van binnen is alles prachtig. Maar spelers moeten zich er wel op instellen dat het niet heel gelikt is allemaal. Buiten bijvoorbeeld heb je nauwelijks tuinen waar je even op een terras kunt zitten, terwijl het in juni best heel warm kan zijn in Krakow. Het zijn niet de hotels zoals de spelers die gewend zijn in grote West-Europese steden.” Op een klein uurtje rijden van Krakow ligt Auschwitz. Van Marwijk liet al in een vroeg stadium weten dat hij met zijn spelers het concentratiekamp gaat bezoeken, net als de nationale ploegen van Duitsland en Engeland overigens. Een uitje waarover je kunt twisten. Moet je als coach tijdens een toernooi wel

“Er is in Polen een afwijkend hoog verwachtingspatroon” naar zo’n beladen plek willen? Maaskant, die zelf ook Auschwitz bezocht, vindt van wel. “Ik vind het goed dat het Nederlands elftal daar naartoe gaat. Er is meer dan alleen voetbal in het leven.” Hoog verwachtingspatroon Maaskant vertrok uit Polen nadat hij in november vorig jaar werd ontslagen. Ook dát is Polen; aan de lopende band worden trainers aan de kant gezet. “De man die mij opvolgde verdween alweer na vier wedstrijden. Ik heb proberen te begrijpen waarom dat zo vaak in Polen gebeurt. De meeste clubs hebben een eigenaar die op afstand regeert. Voor hen is voetbal niet de hoofdmoot. Ze willen juist zo snel mogelijk geld verdienen. Dat zorgt voor een afwijkend hoog verwachtingspatroon. Ik heb me daar altijd zo weinig mogelijk van proberen aan te trekken, je hebt er immers toch geen invloed op.” Zijn plotselinge vertrek heeft niet voor een wrange nasmaak gezorgd. Integendeel zelfs. Op het paspoort van zijn zoontje Maas staat ‘Krakow’ als geboorteplaats. Als tweede naam kreeg hij Kaziu mee, een afkorting van de voormalige Poolse koning Kazimierz. “Een knipoog naar mijn tijd in Krakow. Alleen al daardoor zal ik voor altijd een beetje aan die stad verbonden blijven.”

nummer 2 - 2012

COACH

11


debat COVErprofiel

Dirigent achter Oranje Bert van Marwijk als een baken van rust

“Het gaat niet om meningen, maar om kennis” Hij was als speler niet de gemakkelijkste voor zijn trainers, dus begrijpt de bondscoach

dat spelers zo af en toe hun irritaties laten blijken. Als het echter te lang duurt grijpt hij in. Zijn adagium: geen gezeik bij Oranje. Daarom ook even geen interviews; een portret van de bondscoach op weg naar het EK. Door: Poul Annema

T

oen scholieren begin april de kans kregen Bert van Marwijk het vuur aan de schenen te leggen, luidde één van de vragen of hij er als speler in het hedendaagse voetbal ook in zou zijn geslaagd het Nederlands elftal te halen. Een groots verleden als international heeft Van Marwijk niet – hij droeg het Oranjeshirt één keer: op 30 mei 1975 in de met 3-0 verloren wedstrijd tegen Joegoslavië – maar hij gold wel lang als een grote belofte. Op de vraag van de verslaggever-in-spé antwoordde hij: “Het voetbal was in mijn tijd anders, maar ik zou me wel aangepast hebben aan het huidige tempo.” Een persoonlijke herinnering van één van de kinderen kan niet de aanleiding tot de vraag zijn geweest. Bert van Marwijk is onlangs – 19 mei – zestig jaar geworden, het panel dat hem ondervroeg telde een

“Ik had als speler een grote bek, was eigenwijs en dacht dat ik alles kon en wist” 12

COACH

nummer 2 - 2012

gemiddelde leeftijd van net twaalf jaar en zal hem uit eigen waarneming alleen kennen als de dirigent en drijvende kracht achter het Nederlands elftal. In hem leeft het heden van de succesvolle coach. De afstand naar zijn verleden als speler is in alle opzichten groot, maar juist de verbinding tussen die twee werelden maakt hem bekwaam, solide en zeer gedreven. Teambuilder Bert van Marwijk is geen man van trompetgeschal of overdreven aandacht voor zichzelf. Hij wil de energieke, onverstoorbare teambuilder zijn, die verdeelde geesten weet samen te brengen. Hij draagt het cement voor de optimale samensmelting aan en wil het baken van rust te zijn dat hij als speler nodig had om het beste van zichzelf te kunnen laten zien. “Ik werd zenuwachtig van een schreeuwende coach. Ik had het meest aan een coach die rustig bleef, verstandige woorden sprak en me het gevoel gaf dat hij zich ook in mij kon verplaatsen,” zei hij ooit, “maar ik weet ook dat je dát moet leren, want toen ik begon bij de amateurs van SV Meersen, stond ik bijna als een radioreporter langs de kant. Ik had al gauw in de gaten dat het zo niet werkte.”


FOTO: SCS

“Een lastpak” noemde hij zichzelf na zijn actieve carrière. “Ik had als speler een grote bek, was eigenwijs en dacht dat ik alles kon en wist. Zo gedroeg ik me ook op de training bij Go Ahead, waar ik in alle selecties vaak de jongste was.” De oudere spelers wisten wel raad met dat brutaaltje. Hij werd in onderlinge partijtjes vaak zo hard geraakt dat hij strompelend naar huis ging. De liefhebber in hem hield hem overeind. “Ik wilde me het liefste dat ik had, het voetballen, niet door anderen laten afnemen.” De liefhebber Van Marwijk was een jongen van de stad – Deventer – en van de club – Go Ahead –, een parmantige en balvaardige dribbelaar op de linkerflank, op en buiten het veld een mannetje met branie en flair, dat voorbestemd leek op zijn terrein de grote Coen Moulijn bij Feyenoord en in het Nederlands elftal op te volgen. Tweemaal stond hij op het punt om naar RotterdamZuid te verkassen. De eerste keer voorkwam zijn toenmalige trainer Barry Hughes dat door hem na een doorwaakte nacht voor zijn deur met een nieuw contract van Go Ahead op andere gedachten te brengen, de tweede keer koos hij bewust voor AZ. Gesterkt door de wijsheid die zijn vader en beste vriend hem meegaf: “Je eigen keuze is altijd de beste keuze.”

Beperking Ook in Alkmaar rees de ster van de flamboyante vleugelspits, maar lichamelijk ongemak en blessuregevoeligheid doorkruisten zijn uiteindelijke selectie voor Oranjes WK-selectie van 1978. Al ver voor zijn derde meniscusoperatie in een knie-zonder-kruisband haalde Van Marwijk naar eigen zeggen nooit meer het niveau dat hij als negentienjarige etaleerde. “Ik moest het als linksbuiten van mijn beweging hebben, maar ik kon de draai gewoon niet meer maken als ik een tegenstander voorbij was”, aldus Van Marwijk eerder in één van zijn interviews met Voetbal International. “Alleen mijn vader en mijn vrouw wisten van mijn beperking, elk jaar was ik bang dat ik afgekeurd zou worden, maar sprak me nooit uit over die angst. Ik heb me desondanks steeds goed kunnen redden en speelde in totaal meer dan 400 wedstrijden in het betaald voetbal. Ik ben blij dat ik tot mijn 36e actief kon blijven en ook nu nog lichamelijk goed functioneer, want diep in mijn hart ben ik wel eens bang geweest dat ik een stijf been aan mijn beschadigde knie zou overhouden.” De nadagen van zijn actieve carrière sleet hij bij MVV, Fortuna Sittard en ten slotte het Belgische FC Assent;

nummer 2 - 2012

COACH

13



COVErprofiel

Zichzelf zijn ‘Gewoon’ was hij als beginnend trainer in de Kuip, hij rolde er zijn sjekkie zoals hij dat altijd had gedaan, mengde zich onder de fans en ging de discussie met zijn spelers aan. Hij was minder uitgesproken en grillig dan hij als speler was, maar onderscheidde zich door de duidelijkheid die hij ook als speler had nagestreefd. “Als speler was ik zo stronteigenwijs dat ik dacht alles beter te weten en te kunnen, als trainer leerde ik al snel dat er naast mijn waarheden nog andere waarheden bestaan. Eigenwijs ben ik nog altijd, daarom houd ik onder alle omstandigheden mijn eigen lijn aan, ook omdat ik weet dat je anders je geloofwaardigheid zo kwijt bent. Ik was zelf niet de gemakkelijkste voor mijn trainers, ik snap het als iemand in zijn emoties zijn irritaties laat blijken. Maar ze moeten het niet te gek maken, dan grijp ik in. Ik wil geen gezeik.” Spontaniteit vormde door de jaren heen de basis van zijn werk. “Ik ben gewoon mezelf en wat anderen daarvan vinden, moeten ze zelf weten.” Geen flauwe praatjes om de aandacht af te leiden, geen grappen om zijn autoriteit te benadrukken en geholpen door

zijn diepste overtuiging: “Je moet als coach kunnen beïnvloeden, maar je niet laten beïnvloeden.” Toen hem nadat Feyenoord verrassend de UEFA Cup won, werd gevraagd of hij nu ook van zichzelf wist wat hij als trainer kon, antwoordde hij: “Ik vind dat ik niets bijzonders doe.” “Ik hanteer nooit een boekwerk van regels”, aldus de bondscoach in VI. “Ik ga gewoon uit van professioneel handelen. Dat zit ’m in de manier van leidinggeven, de wijze waarop je met de groep ergens naartoe werkt. Als er discipline op het veld is, dan zul je zien dat je daarmee ook discipline ernaast kweekt. Die dingen hangen altijd samen. Ik probeer duidelijk en eerlijk te zijn. Ik ben ook hard, maar dan in de zin van duidelijk zijn. Ieder mag zijn mening over mij hebben, maar het gaat op dit niveau niet om meningen, maar om kennis.” Die houding nam hij ook als trainer mee naar Borussia Dortmund in de Bundesliga, waar hij

Van Marwijk wist met Feyenoord te verrassen.

FOTO: SCS

pas negen jaar later, toen hij 45 was, keerde hij na praktijkjaren bij de jeugd van MVV en de amateurs van SV Meersen terug als trainer in het betaald voetbal. Hij had een sportzaak en ging er vanuit dat niemand op hem zat te wachten, maar toen de muren op hem afkwamen en Fortuna hem vroeg, dacht hij: “Al moet het voor niets, dan nog doe ik het.” Het was geen geregisseerde stap vanuit de winkel naar het trainerschap, wel een gemotiveerde. Hij zocht de uitdaging en maakte met zijn no-nonsenseaanpak indruk op Feyenoord. Van Marwijk verbaasde, de branie van het verleden leek verdwenen, zonder dat hij zich onderdanig of afwachtend opstelde. Degelijkheid sierde zijn optreden in en buiten zijn selectie, hij stelde zich open voor iedereen en het verraste hem dat zo vaak de nadruk werd gelegd op de gedaantewisseling die hij zou hebben ondergaan. “Ik ben wie ik ben, doe hetzelfde wat ik altijd heb gedaan en wordt door de buitenwacht als trainer opeens heel anders neergezet. Als een rustige, aardige vent die niet eens boos kan worden. Mensen die me goed kennen, weten wel beter. Natuurlijk leer je onderweg één en ander, maar het werkelijke karakter kun je niet veranderen”, vertelde Van Marwijk toen hij zijn naam had gevestigd. “Ik zeg wat ik denk en wat ik zie. Ik heb wel eens het gevoel dat je als je in deze wereld heel gewoon doet, al heel speciaal bent.”

“Ik ben wie ik ben, doe hetzelfde wat ik altijd heb gedaan en wordt door de buitenwacht als trainer opeens heel anders neergezet”

nummer 2 - 2012

COACH

15


Driedaagse cursus Werken aan je imago; personal branding in de sport Laat uw kwaliteiten zien!

Vrijdag 15, 22 en 29 juni 2012 – Bilderberg Hotel De Buunderkamp te Wolfheze Imago doet ertoe, ook in de sport! Nog jaren na dato wordt met regelmaat gerefereerd aan de kopstoot van Zidane in 2007. Tiger Woods zette vanwege zijn buitenechtelijke escapades niet alleen zijn huwelijk op het spel; hij liep als gevolg van zijn gedrag ook een enorm bedrag aan sponsorgelden mis. Hoe dicht ligt het beeld dat anderen van ú hebben eigenlijk bij uw zelfbeeld? Wat wilt u laten zien? Welke kwaliteiten van uzelf wilt u naar voren brengen? Hoe kunt u daarbij gebruik maken van diverse kleur- en stijlkenmerken en zo in uw presentatie aan overtuigingskracht winnen? In de interactieve cursus Werken aan je imago gaat u met allround imagoconsultant Erika Krone op zoek naar de antwoorden op deze vragen. Zij geeft u: • zicht op het belang van imago;

Prijs De prijs voor deelname aan deze boeiende cursus bedraagt € 1.995,- excl. btw. Dit bedrag is inclusief documentatiemateriaal, persoonlijk kleuradvies, kleurenkaart, kleurenwaaier, stijlgids, lunches, diner en netwerkborrel. Contact Arko Sports Media (Rian van Dijk) via 030 707 30 70 of conferences@sportsmedia.nl.

• reflectie op het beeld dat anderen van u hebben met behulp van de ‘imagometer’; • verkenning van de waarden en persoonlijke kwaliteiten die u graag onder de aandacht wil brengen en hoe u uzelf als merk kunt presenteren;

Dit congres is een initiatief van BMC en Arko Sports Media.

• mogelijkheden om uzelf te positioneren en zo uw imago in de gewenste richting te beïnvloeden. Vanwege het interactieve en persoonlijke karakter zijn er slechts 15 deelnameplaatsen

Meer informatie op www.sportsmedia.nl/bijeenkomsten

L SMEDIA.N W.SPORT W W R A A GA N

Bestel nu het boek

SPORTPSYCHOLOGIE SPORT Het standaardwerk voor de sportpsychologie in de Nederlandse taal waarin onderwerpen worden besproken die in de sportpraktijk vragen opleveren! Het boek is niet alleen geschikt voor studenten in het hoger onderwijs, maar ook interessant voor trainers, coaches en anderen die zich willen verdiepen in de sportpsychologie.

Auteurs: Frank Bakker en Raôul Oudejans. ISBN: 978-90-5472-182-6 Omvang: 496 pagina’s. Prijs: € 52,50 incl. btw, excl. verzendkosten

4372_Opm_adv_180x120.indd 1

10-05-12 10:06


FOTO: ANP PHOTO

COVErprofiel

Van Marwijk in ’79 in de wedstrijd MVV-PSV na een benutte strafschop.

uiteindelijk zijn stelligheid moest bekopen met een vervroegd vertrek. Hij stuitte op verzet van bovenaf. Op die momenten kwam het gevoel van eigenwaarde weer in hem boven en ging hij de strijd aan met lieden die hij indringers noemde. Via een nieuwe periode bij Feyenoord, werd hij begin 2008 aangesteld als bondscoach van het Nederlands elftal, als opvolger van Marco van Basten. Weer was er die duidelijkheid, die hij voorstaat. Met in woorden verpakte wetmatigheden: “Ik kijk met een schuin oog naar de toekomst, maar niet meer dan dat. Opbouwwerk kun je bij een club doen, niet bij het nationaal elftal.” “Natuurlijk wil ik het liefst aantrekkelijk een aanvallend voetbal en zou het fantastisch zijn als alle spelers ook nog eens elkaars beste vriend zijn. Maar dat haalt het niet bij het eerste doel dat ik heb, dat is plaatsing voor èn een hoofdrol in de grote toernooien.” “Ik vind dat spelers houvast moeten hebben, zonder ze in een keurslijf te stoppen. Ze moeten het gevoel hebben dat ze vrij zijn en tegelijkertijd iets hebben waarop ze kunnen terugvallen. Een goede coach durft zijn spelers verantwoordelijkheid te geven en zorgt ervoor dat ze betrouwbaar zijn in het uitvoeren van hun taak. Daarom zal ik ook niet snel afwijken van de speelwijze die ik voor ogen heb. In mijn filosofie moet je die verbeteren en uitbreiden. Niet gaan afwijken als het een keer niet gaat zoals het moet gaan. Gewoon doorgaan waarmee je bezig bent.” “Je moet als trainer een concept neerleggen waarin het beste van de kwaliteiten van de speler naar boven komt. Daarom zoek ik altijd naar een vaste formatie waarbij je de creativiteit in de ploeg niet uitbant, maar tegelijkertijd op alles

kunt inspelen wat de tegenstander doet.” In Van Marwijks visie is het voor de bondscoach niet anders dan toen hij de amateurs van Meerssen naar topprestaties op hun niveau leidde. “Volgens mij ben ik nog steeds dezelfde persoon als toen en werk ik in grote lijnen ook hetzelfde: het best mogelijke team samenstellen en proberen dat maximaal te laten presteren. Al het gedoe eromheen is natuurlijk wezenlijk anders, maar de kern niet. Het is mijn taak een stabiel elftal neer te zetten, waarin de aanwezige kwaliteiten het beste tot uiting komen. Het gaat om saamhorigheid en respect voor elkaars kwaliteiten.” “Soms neem ik het mezelf kwalijk dat ik niet in de keuken heb gekeken bij Arsène Wenger of Sir Alex Ferguson, maar tegelijk weet ik van mezelf dat ik het toch op mijn eigen manier doe. Dat betekent dat ik zelfvertrouwen uitstraal, maar ik vind dat niet iets bijzonders. Ik ga uit van een aantal principes en die veranderen niet omdat er een andere groep voor me staat. Daarom is het ook niet bijzonder wat ik doe.”

Voor dit artikel is gebruikgemaakt van eerder verschenen interviews in Voetbal International, AD en de Volkskrant.

“Je moet als coach kunnen beïnvloeden, maar je niet laten beïnvloeden” nummer 2 - 2012

COACH

17


sport en wetenschap

Ego clubarts Edwin Goedhart is geslonken in Ajax’ kampioensjaar

“Snelle trainerswisselingen zetten wetenschap onder druk” Hij was, met een tussenjaar bij AZ, negen jaar clubarts bij Ajax. In de zomer vertrekt Edwin Goedhart (48) bij de Amsterdammers. “Je moet solidair zijn met de visie die je uitstraalt.”

N

og voordat het interview begint, wil Edwin Goedhart iets zeggen. “En dat is dat ik sportarts ben.” Hij kijkt er een tikkeltje onbegrepen bij, zittend in de zon op het trainingscomplex van Ajax. “In eerste instantie ben ik arts – en sta ik met mijn ene been in de wetenschap – maar mijn andere been staat in de sport. Het is niet zo dat ik primair verantwoordelijk ben voor de prestatie. Die verantwoordelijkheid ligt altijd bij de coach. Maar ik betrek de sportieve prestatie natuurlijk wel in mijn adviezen.” Hoe belangrijk is een medische staf voor de coach? “In het hedendaagse voetbal heb je als coach je handen vol aan een selectie van dertig man. Dan moet je ervoor zorgen dat je andere dingen, zoals krachttraining, mentale training en medische begeleiding, zo veel mogelijk uitbesteedt aan een prestatieondersteunende staf. Dat betekent dat je iets van je controle kwijt bent. Je moet alleen zorgen voor coherentie

COACH

De meeste coaches vinden het niet prettig als ze de controle kwijtraken. “Natuurlijk is het eng, omdat je voor je gevoel niet meer kan beschikken over iets dat waarschijnlijk wél jouw prestatie kan beïnvloeden. Bovendien ga je mensen in je staf halen die op een aantal vlakken meer weten dan een ander. Dat kan ook bedreigend overkomen. Die angst zal er bij sommige coaches ongetwijfeld inzitten. Je kunt het vervelend vinden, maar het is de toekomst. Je probeert in een getalsmatige benadering trends te ontdekken, die je moeten ondersteunen bij de beslissingen die je moet maken. Als je altijd de juiste beslissing neemt, ga je winnen. Maar hoe weet je nou dat je altijd de juiste

“Een speler is niet alleen een lichaam, maar er zitten ook sociale en mentale aspecten bij”

Door: Jan-Cees Butter

18

in beleid. De jongste jeugd tot en met de oudste selectiespelers moeten volgens dezelfde visie begeleid worden, zodat je geen stijlbreuken krijgt en de continuïteit altijd gewaarborgd blijft. Ook binnen de disciplines moet de aanpak hetzelfde zijn.”

nummer 2 - 2012


Edwin Goedhart (links) op de bank met Hennie Spijkerman en Dennis Bergkamp, afgelopen seizoen tegen De Graafschap. FOTO: ANP PHOTO

beslissing neemt? Ik probeer dat grijze gebied steeds meer zwartwit te maken. Maar let wel: science is not the truth, it’s a tool.” Voetballers spelen vaak twee wedstrijden per week, veertig weken per jaar. Kan dat qua fysieke belasting? “Nee, dat kan niet. Dat roep ik al jaren. Belachelijk. Iedereen die roept dat het wel kan, heeft geen kennis van fysiologie. Je kunt het wel een tijd volhouden, maar je gaat vroeg of laat een keer interen. Bij de ene speler gaat het beter dan bij anderen. Je hebt positieverschillen. Als je een forse kneuzing hebt opgelopen in een spier, kun je daar niet zomaar van herstellen. Als je dat telkens opbouwt, gaat het een keer mis. En dan hebben we het niet eens over het mentale aspect. Als je al die wedstrijden wint, zit je in een flow en gaat het wel. Maar als je ze allemaal verliest, zijn drie wedstrijden in een week wel heel zwaar. Ik maak graag gebruik van het biopsychosociaal model. Een speler is niet alleen een lichaam, maar er zitten ook sociale en mentale aspecten bij. En die moeten alle drie top zijn om een prestatie te kunnen leveren. Zeker als het prestatief minder gaat, hebben we de neiging harder te gaan trainen. Maar misschien moet je iemand gewoon even vrij geven, waardoor hij weer frisser binnenkomt.”

Hoe vaak overleg je met een hoofdcoach? “Elke dag. Dat gaat op spelerniveau. We registreren nu sinds een jaar alle trainingen met camera’s en zendertjes. Hoeveel de spelers gelopen hebben, maar met name hoe vaak ze gesprint en versneld hebben en met welke snelheid ze dat hebben gedaan.” Na het WK in Zuid-Afrika stonden sommige spelers drie dagen later alweer op het trainingsveld bij Ajax ter voorbereiding op de voorronde Champions League. Met blessures tot gevolg. “Ik heb voorspeld dat je er in oktober en november de prijs voor ging betalen, want dan zijn ze niet meer fit. Dan ben je moe. Ook mentaal. Bij de overvolle agenda wordt totaal geen rekening gehouden met de belasting voor zo’n speler. Topsport is natuurlijk roofbouw plegen, maar op deze manier is het wel heel erg navrant. Dan krijg je een zelfregulerend mechanisme; spelers die overbelast zijn gaan op een gegeven moment een blessure krijgen en pakken dan pas hun rust.” Vermoeidheid doet iets met het menselijk reactievermogen, zei u eens. Is dat wetenschappelijk bewezen? “Nee, nog niet in relatie tot de voetbalprestatie, maar ik ben er

wel van overtuigd. Ik merk het aan nauwkeurigheid, startsnelheid of doordat spelers keuzes maken die ze normaal nooit zouden maken. Terwijl die reactiviteit en ‘beslissen zonder dat je erover na hoeft te denken’ één van de kenmerken van een topsporter is.” Gertjan Verbeek wordt geroemd om zijn aanpak bij AZ. Wat doet hij goed? “Ik denk dat hij een visie heeft waaraan hij vasthoudt. En dat hij ervaring heeft. Iedereen moet ook een aantal keer dingen doen waarvan hij denkt: dat doe ik in het vervolg anders. Ik heb in de zeventien jaar dat ik actief ben in het profvoetbal met achttien verschillende coaches gewerkt, en ze doen alle achttien wat anders. Dus de gouden regel bestaat niet.” Ajax had dit seizoen veel blessures. Hoe komt dat? “Het is een samenspel van factoren. Frank de Boer is een trainer met een jonge selectie die er een systeem in wil slijpen, maar deze selectie heeft vaak dubbele programma’s. Velen spelen ook internationaal. Dan ben je heel kwetsbaar. Het kan ook weleens zo zijn dat alles in één keer de verkeerde kant op valt. En hoe komt dat dan? Daar kunnen we nog niet achter komen. Daarom hangen die systemen er ook. Maar dat gaat pas over vijf jaar iets opleveren.”

nummer 2 - 2012

COACH

19



“We zijn niets opgeschoten, maar hebben een hoop tijd en energie verspild” FOTO: ANP PHOTO

Jij vertrekt bij Ajax omdat het met wisselende trainers lastig is medisch beleid te maken. Kun je dat eens uitleggen? “Bij elke verandering in een organisatie hoor je: wat hiervoor gebeurde, was helemaal niks, we gaan het radicaal anders doen. Maar na een halfjaar zeggen ze: dat vorige was toch niet zo slecht. Na een jaar vind je jezelf op precies dezelfde positie terug. We zijn niets opgeschoten, maar hebben een hoop tijd en energie verspild. En dan kun je opnieuw beginnen. Bij Ajax is de levensduur van een coach gemiddeld anderhalf jaar. Dan komt er weer iemand anders binnen. Je krijgt alleen maar stilstand. Doordat je op een aantal aspecten anders gaat meten, ben je alles kwijt wat daarvoor gebeurde.” Dat vreet enorm aan een clubarts, lijkt me. “Dat is frustrerend, ja. Drie jaar geleden werd ik door Marco van Basten teruggevraagd bij Ajax met een bepaalde opdracht en ik zie mezelf drie jaar later op precies dezelfde plek staan. Als ik dat van tevoren had geweten, was er geen haar op mijn hoofd geweest die er aan dacht terug te keren.” Even concreet: Wat vind je niet goed aan de huidige koers? “Er spelen een paar dingen. Mijn rol is getalsmatige ondersteuning. Daar wordt minder waarde aan gehecht. Dat gaat erom of je überhaupt testen gaat doen of niet. Dat is één. Het tweede aspect is: als je deskundige specialisten inhuurt, die elke keer verantwoording moeten afleggen aan iemand die daar eigenlijk geen kaas van heeft

gegeten, dan frustreer je die specialist. Dat moet je niet willen.” Dus je voelt je niet serieus genomen? (denkt lang na) “Je moet solidair zijn met de visie die je uitstraalt. Als je dat niet meer kunt, moet je je conclusies trekken. Voor mij was de uitdaging om de wetenschappelijke benadering door te voeren in het voetbal. Dat is namelijk het meest ingewikkelde wat er is. Er was ook een coach die daarin geloofde, Marco van Basten, en op dat moment heb je alle faciliteiten om iets op te bouwen. Vervolgens komt er een andere coach, Martin Jol, die ook wel getallen wil, maar hele andere getallen. Dan wordt het al wat lastiger. Vervolgens komt er wéér iemand anders, die ook weer iets anders wil. En het nadeel is dat in deze constructie niemand weet waar hij verantwoordelijk voor is. Iedereen heeft hier een jaar naar elkaar zitten kijken.” Werd jij betrokken bij de aanstelling van een coach? “Nee, helemaal niet, en dat hoeft ook niet. Maar bij AZ zeggen ze: als je als trainer niet volgens onze methode wilt werken, dan pas je niet bij ons. Dan maar niet. Als het goed is, moet de club het beleid dragen. Daar moet je je coachprofiel ook op afstemmen.” Intussen word jij wel verantwoordelijk gehouden voor de hoeveelheid blessures bij Ajax. “Maar ik heb daar dus helemaal niets meer over te zeggen. Ik heb in het begin ook gezegd: als ik nou verantwoordelijk ben voor die blessures, dan kan ik er in ieder geval

verantwoordelijk voor zijn. Maar ik kan hier helemaal niets aan doen. Zelfs de langdurige blessures; 95 procent van de kritiek kan ik zo weerleggen. Maar dan moet ik uit mijn beroepsgeheim treden en uit de school klappen. En dat doe ik niet.”

Edwin Goedhart met Mauro Rosales (links) en Hedwiges Maduro die naar zijn geblesseerde lies grijpt, aan de vooravond van de Champions Leaguewedstrijd tegen Arsenal in september 2005.

Specialisten zeggen dat jou niets te verwijten valt. “Daar ben ik blij om. Ik heb veel aan zien komen aan het begin van het seizoen. Ik kon naar een andere club, en achteraf had ik dat ook moeten doen als sportarts. Want dan had ik niet de reputatieschade opgelopen die ik nu opgelopen heb. Maar intussen ben ik ook werknemer van Ajax. Ik moet – waar ik kan – de club dienen, ook al gaat dat ten koste van mijn eigen positie.” Maar je zag de ene na de andere speler uitvallen. “Ik zag mezelf elke week op tv met weer een geblesseerde speler. Mijn incasseringsvermogen is aardig op de proef gesteld dit jaar. Vooral omdat ik vond dat de club de medische staf veel meer had moeten beschermen.” Wie is er verantwoordelijk? Komt dat door de trainer, die ten koste van alles spelers wil opstellen? “Uiteindelijk is degene die beslist verantwoordelijk, dus de trainer, maar natuurlijk speel ik daar ook een rol in. Soms wordt er naar me geluisterd, soms gedeeltelijk en soms helemaal niet. Maar als het misgaat, komt het wel op mijn bordje. Mijn ego is, door alles wat er dit seizoen gebeurd is, wel aardig geslonken, hoor. Als mens heb ik veel geleerd dit jaar.”

nummer 2 - 2012

COACH

21


ADVERTORIAL

Vraag van de tennisvereniging In deze rubriek gaat mr. Caroline Beekes, jurist privaatrecht en arbeidsconsulent bij Sportkader Nederland, in op allerhande juridische sportgerelateerde onderwerpen voor trainers en coaches. Wilt u reageren of heeft u als trainer-coach zelf een vraag op dit gebied, stuur dan een mail naar: cbeekes@sportservicenoordholland.nl.

Wij als tennisvereniging hebben een arbeidsovereenkomst met een tennistrainer. Deze is aangenomen om onze jeugdleden les te geven. Daarnaast geeft hij ook les aan onze senioren, maar deze lessen voert hij uit als zzp’er, onder de voorwaarde dat alleen leden les mogen krijgen. Onze vereniging stelt hiertoe kosteloos banen aan deze trainer ter beschikking, maar wij hebben geen zeggenschap over het uurtarief, de inning van het lesgeld, de tijden en dergelijke. Nu vragen wij ons af of wij het risico lopen dat de Belastingdienst ons toch kan aanslaan voor inhouding loonbelasting en afdracht van socialeverzekeringspremies. Veel tennistrainers werken op bovengenoemde wijze. Het als vereniging ter beschikking stellen van banen aan een trainer, naast de lesuren die hij in dienstverband voor de vereniging verricht, kan slechts op twee manieren. Het kan door het sluiten van een arbeidsovereenkomst of door middel van een overeenkomst van opdracht, dus als zelfstandig trainer. Om aangemerkt te worden als zelfstandig trainer dient onder meer te worden voldaan aan de volgende eisen:

Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Sportkader Nederland

Postbus 338

• er moeten meerdere opdrachtgevers zijn; • er mag geen gezagsverhouding met de vereniging zijn; • optreden voor eigen rekening en risico; • er dienen investeringen gedaan te worden.

2000 AH Haarlem T. 023-531 94 75 E. info@sportservicenoordholland.nl

22

COACH

nummer 2 - 2012

Om zeker te zijn dat in dit geval sprake is van een

zelfstandig trainer dient bij de Belastingdienst een zogenaamde VAR WUO aangevraagd te worden. Er is echter een grote kans dat de Belastingdienst in deze situatie geen VAR WUO afgeeft, omdat indien sprake is van één opdrachtgever, niet gesproken kan worden van een zelfstandige trainer. Het rechtstreeks factureren aan de lesnemers betekent niet dat deze lesnemers allemaal opdrachtgevers zijn. De vereniging vertegenwoordigt immers de leden en is uitsluitend opdrachtgever. Voorts geven de feiten reeds aan dat sprake is van een gezagsrelatie, immers de vereniging stelt als voorwaarde voor het ter beschikking stellen van de banen dat alleen leden les mogen krijgen en er is reeds een arbeidsovereenkomst met dezelfde trainer afgesloten voor het lesgeven van de jeugd. Ook kan gesteld worden dat geen sprake is van het doen van investeringen, omdat de banen kosteloos aan de tennistrainer ter beschikking worden gesteld. Daar komt bij dat de Belastingdienst waarschijnlijk het sturen van een factuur aan een vereniging waar de trainer ook loon ontvangt, aanmerkt als voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Het gevolg van deze constructie is dat de vereniging waar de trainer lesgeeft groot risico loopt een naheffing te krijgen van de Belastingdienst en een eventuele boete opgelegd krijgt. Het is dan ook raadzaam om voor alle uren die de tennistrainer bij een vereniging lesgeeft een arbeidsovereenkomst aan te gaan.


De biecht van Beltman De hand in eigen boezem, het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Gerrit Beltman deed het, althans hij poogde het. De turntrainer uit Friesland, tegenwoordig werkzaam in Canada, ging op eigen initiatief door het stof. Hij had vorig najaar het belastende verhaal van zijn pupil Renske Endel gelezen, in Helden, het magazine van de familie Barend. Het ging over “turnterrorisme”. Hij had het nu toch echt tijd gevonden om met de vicewereldkampioen van 2001 hun gezamenlijke verleden uit te spreken. Beltman, type ruwe bolster, vertelde me erover in Calgary, sinds een jaar zijn nieuwe woonplaats. Het was kerst 2011 en Beltman was naar België gevlogen voor een weekend met zijn nieuwe vriendin.

column JOHN VOLKERS

John Volkers is ruim twintig jaar sportverslaggever van de Volkskrant. Hij bezocht onder meer alle Olympische Zomerspelen sinds 1984 en vier EK’s en WK’s voetbal. Verder schreef hij boeken over volleybal (De Lange Mannen, 1995) en voetbal (De Internationals, 1999). In zijn vrije tijd lijdt hij pijn op de racefiets.

Beltman zag een cultuur

Hij had met Renske afgesproken, om hun jaren (bij Kracht & Vriendschap in Opmeer) nog eens door te in Nederland van “excuses nemen en te zeggen dat hij het allemaal anders had moeten doen. Op oudejaarsdag volgde ook een gesprek zoeken” met Renskes moeder Lia. Zijn uitleg over die twee gesprekken in het interview voor de Volkskrant was aarzelend, nog steeds niet doordrongen van de ernst van de kwestie. “Ik had niet het gevoel dat ik verantwoording moest afleggen. Het was meer terugkijken. Daar waar ik steun kan geven, kan ik die geven. Daar waar zij antwoorden willen hebben, kunnen ze die krijgen.” Beltman en zijn ex-vrouw Marja Huijting hadden Renske destijds in huis genomen. Ze was veertien jaar oud en de coach wilde haar, het grote turntalent, dichter bij zich hebben. De ouders, Jos en Lia, gingen akkoord. Er was geen tijd te verliezen in de vorming van een internationale kampioene. Het moest lijken op wat de grote trainer van het Roemeense vrouwenturnen Octavian Belu in Deva deed. Daar werden meisjes gekneed, getraind, gestraft, uitgehongerd en gecoacht tot de ware opvolgsters van de gouden Nadia Comaneci. In die gedachten ging Beltman in zijn eigen aanpak ver. Hij zag een cultuur in Nederland van “excuses zoeken”. Hij probeerde een manier die “harder en strikter” was. Hij wilde trainen “zonder storende factoren”. Hij was niet hard, “omdat ik de behoefte had iemand onderuit te schoffelen”. Dat het wel zo is overgekomen, “kan ik me nu wel voorstellen”. Het liep compleet uit de hand, kun je vele jaren later wel vaststellen. Na publicatie van het interview met Beltman ging de telefoon en vulde zich de mailbox. Er is een erfenis. Turnsters uit die tijd bezoeken nog altijd psychotherapeuten. Tranen vloeien nog steeds, daar doen de openbare boetedoening en biecht van Beltman niets aan af. De trainer had zijn excuses. Hij was autodidact en de gymnastiekbond had niemand die hem afremde. Beltman ging zijn weinig goddelijke gang. Nooit was de intentie “nu gaan we effe kindjes pesten”. Dan had de rechter eraan te pas moeten komen, gaf hij toe. Maar zou het niet gepast zijn, als de gymnastiekunie KNGU een serieus onderzoek zou instellen naar de gedragingen van trainers als Beltman? Voor heling van een gestolen turntoestel is trainer Marc de Wit geroyeerd en staat levenslang aan de kant. Voor het beschadigen van een jong sportleven zou een stevige straf ook op zijn plaats zijn.

nummer 2 - 2012

COACH

23


DE LEVENSLOOP VAN EEN PROFESSIONAL VEREIST EEN ANDERE TOEKOMSTVISIE ABN AMRO Sport & Entertainment Desk Met toewijding en professionaliteit hebt u zich naar de top gewerkt en duizenden toeschouwers genieten van uw vaardigheden op het veld of op het podium. U staat vaak onder enorme druk om te presteren. En daarom laat u uw belangen behartigen door een team dat u vertrouwt. Wij willen graag een aanvulling op dit team zijn. Daarom bieden wij u een dienstverlening op maat voor financiële vraagstukken die spelen tijdens en na uw professionele carrière als ook in uw priveleven. Neem dus nu contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek en bezoek onze speciale site. Wij komen graag met u in contact. Kijk op abnamro.nl/sed of bel: +31 (0)20 - 628 10 47


Thema

en o j l i m 16 bonds-s coache

De stem van het volk

Door: Poul Annema

De discussie heeft zich al aangekondigd. Moet bondscoach Van Marwijk voor Klaas-Jan Huntelaar of Robin van Persie kiezen in de punt van de aanval van het Nederlands elftal? Iedereen heeft er wel een mening over, want naast Van Marwijk telt Nederland nog 16 miljoen bondscoaches. De discussie is soms nog interessanter dan de kern van de kwestie. Nederland Voetballand denkt mee met de bondscoach, valt hem bij of bekritiseert hem. Kunnen Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart samen op het middenveld? Van Marwijk houdt zich publiekelijk op de vlakte, maar achter hem klinkt de stem van het volk luid en nadrukkelijk. De stem van de 16 miljoen bondscoaches. Voetbal is een volkssport die gemakkelijk tot beroering leidt, want we weten het allemaal beter. We zeuren graag, maken thema’s die eigenlijk helemaal geen thema zijn. En de bondscoach is altijd het doelwit, vaak van hoon, soms van vreugde. Luister maar op een willekeurige dag op de markt naar de stem van het volk en we weten weer waar we staan met de bondscoach, ónze bondscoach. Het is op de Albert Cuyp in Amsterdam,

waar een man voor de nu al oranje gekleurde souvenirshop lang aarzelt. Hij is nadrukkelijk op zoek naar een shirt. “Voor die kleine,” zegt hij in plat Amsterdams, “die wordt zaterdag acht jaar en is helemaal leip van voetballen. Speelt in de jeugd van JOS Watergraafsmeer en geloof me: een echte spitsie. Alleen fan van zowel Huntelaar als Van Persie, en dan vraag je je af welk shirt je voor zo’n kind moet kopen…” Frits heet hij, Frits Jonker, woont in Betondorp, Amsterdam-Oost, is Ajaxfan en abonnee van Eredivisie Live. “Van het voetballen mis ik niets”, zegt hij bijna trots. Maar te midden van al die langzaam voorbij schuifelende mensen op de Albert Cuyp legt hij wel het dilemma van de enige echte bondscoach op straat: Van Persie of Huntelaar? “Dat is toch geen vraag. Die moeten allebei spelen, als Van Marwijk dat niet ziet, snapt hij er helemaal niets van. Zoals ook Van der Vaart en Sneijder allebei moeten spelen. Maar hij moet ze dan ook wel zijn vertrouwen geven.” Zonder rem: “Niet de ene keer wel en de andere keer niet, dat werkt voor geen meter. Nee, ik zou het wel weten als ik Van Marwijk was.” En Frits is de enige niet, zeggen ze even verderop bij de poffertjeskraam: “Amsterdammers weten het altijd beter.”

Inhoud thema “Coach ben je voor het leven”. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26

Ook de andere bondscoach wordt van liefhebber toch weer coach. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 “Van Marwijk zou een goed politicus zijn” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30

Winnaarsdrang als bron van uniek voetbalbolwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33

nummer 2 - 2012

COACH

25


THEMA

16 miljoen bondscoaches debat

“Coach ben je voor het leven” De enige echte bondscoach gedurende het Europees kampioenschap voetbal is Bert van Marwijk. Een onafhankelijk denker wordt hij genoemd, geen grote prater. Rustig, weloverwogen en professioneel laat hij de komende weken de discussie en opvattingen van zijn 16 miljoen ‘tijdelijke’ collega’s over zich heen komen vanuit de enig juiste opvatting: “Uiteindelijk beslis ik toch zelf.” Het voetbal denkt niettemin in volle breedte met hem mee, geïnspireerd door de dynamiek van de basis. 26

COACH

nummer 2 - 2012

T

hiemo Meertens is veertig jaar speldocent aan de ALO in Groningen en meervoudig amateurinternational. Hij was laatstelijk actief als technisch manager van FC Emmen en is momenteel trainer van de jongste jeugd van vv Gieten. “Je hebt gemaakte en geboren coaches. Ik heb het al in die jaren, als docent op de academie, gezien: hoe leuk het einddiploma ook is, dat getuigschrift bepaalt niet of je een goede coach bent. Het leiderschap is aangeboren of niet, dat kun je niet maken. Trucs en didactiek helpen, dat zeker, maar het gaat om de warmte en duidelijkheid die de echte coach moet uitstralen. Ik ben in alles wat ik nu doe nog steeds coach. Of ik nu biljart of fiets, ik geef richting aan. Als voetballer zette ik het elftal waarin ik speelde neer en was ik dus ook al coachend actief. Ook nu zit ik, thuis voor de televisie, nog steeds als coach naar het voetbal te kijken. Ik laat maar weinig voetbal ongezien voorbij gaan en ik kan zelfs van slechte wedstrijden genieten omdat ik me puur richt op de coach. Ik juich niet bij een doelpunt, ik sluit mijn emoties uit en richt me op de vraag hoe de coach zijn elftal neerzet. Natuurlijk werpt het EK ook bij mij zijn schaduw vooruit en

verdiep ik me in de vraag wie er in de spits moet spelen. Mijn uitgangspunt is altijd geweest: kies voor de beste spelers bij het systeem dat de ploeg het beste past. Dat zou van wedstrijd tot wedstrijd kunnen verschillen, want je dominante rol is ook afhankelijk van de tegenstander die je treft. Je tegenstander slaapt ook niet, dus de route naar succes kan de ene keer via A en de volgende keer via B lopen. Maar nu al verheug ik me op de discussie die dat telkens bij mezelf losmaakt.”

Rein de Wit is veelvuldig volleybalinternational en al 45 jaar volleybalcoach. Sinds zes jaar is hij voorzitter van voetbalvereniging VVS’46 uit Spanbroek en volleybalcoach bij het jongensteam van Reflection, ook uit Spanbroek. “Natuurlijk: eens coach, altijd coach. Ik ben geen voorzitter van VVS’46 om speciaal te letten op het optreden van de trainer/ coach, integendeel. Als hij aangeeft het prettig te vinden om met mij te praten over de wedstrijdbenadering of over het contact met de spelers, doe ik het graag. Zonder dat overigens nadrukkelijk te laten blijken, ik wil me in deze voetbalomgeving niet als coach laten gelden. Het voorzitterschap van een


FOTO: DREAMSTIME.COM

voetbalclub met 500 leden vraagt genoeg van me, meer in elk geval dan ik bij mijn verkiezing, zes jaar geleden, had verwacht. Je voelt je als voorzitter zo af en toe de baas van een klein bedrijfje. Er komen zoveel dingen bij kijken om de zaken in gang te houden dat ik me weleens afvraag hoe anderen dat aan de basis doen. En dan nog heb ik het getroffen met een bestuur waarin heel veel deskundigheid ligt opgeslagen. Ik houd me maar vast aan de regel dat je als voorzitter van de club de dingen moet doen waar je goed in bent en de rest moet overlaten aan mensen die er meer verstand van hebben dan jij. Voetbal leeft in ons typische WestFriese dorp. VVS’46 is de dorpsclub, het is de plaats waar mensen zich samen sterk voelen. En succes prikkelt, dat merken we nu. Halverwege de competitie stond ons eerste elftal zo laag in de klassering dat we wel eens schamper tegen elkaar zeiden dat we het lachertje van de derde klasse waren. Maar zie, in de derde periode hebben we de periodetitel gepakt. Dat gaf een geweldige boost. Het eerste elftal is dan wel niet het enige en belangrijkste van de club, want we zijn van alle markten thuis, maar het blijft wel je vlaggenschip in een

gemeenschap waarin voetbal heel belangrijk is.” Maarten de Jong kreeg als voetballer vanwege zijn jarenlange verdiensten voor de club de naam Mister Heerenveen, later was hij materiaalman bij Oranje en nu is hij trainer/coach van het vrouwenteam van Heerenveen. Hij leidt bovendien zijn eigen meisjesvoetbalschool. “De vrouwentak van het betaald voetbal in Heerenveen sneuvelde onlangs onder een nieuwe bezuinigingsronde. Het geld was op. Gelukkig heeft een inderhaast in het leven geroepen stichtingsbestuur besloten tot een doorstart. Los van SC Heerenveen, maar we mogen wel gebruik blijven maken van de faciliteiten van het betaald voetbal. Ik was hier eigenlijk alles: materiaalman, teammanager en

assistent-trainer. Toen hoofdtrainer Peter Meindertsma onlangs werd ontslagen, ben ik gevraagd de leiding over te nemen. Of dat ook komend seizoen het geval zal zijn, is de vraag, ik beschik niet over de vereiste papieren. Ik reken op enige clementie, naast SC Heerenveen run ik ook nog mijn eigen meisjesvoetbalschool, waarvoor de belangstelling groot is. Tekenend voor de huidige populariteit van het vrouwenvoetbal. Ik had vroeger helemaal niets met vrouwenvoetbal, maar dat is wel veranderd sinds ik hier werk. Natuurlijk, vrouwen kunnen ongekend lang doorzeuren over iets wat hun totaal niet aanstaat, anderzijds zie ik bij de meesten een fantastische topsportbenadering, voor mij betekent dat ook dat we met het vrouwenvoetbal in Nederland nog maar aan het begin staan.”

Ruud Bruijnis, algemeen directeur amateurvoetbal KNVB “Het spelletje is de afgelopen jaren hetzelfde gebleven. Maar met drieduizend verenigingen is de KNVB het grootste gezinsvervangende tehuis van Nederland. Vitale sportclubs zoeken de verbinding met onderwijs, buurt, buitenschoolse opvang, bedrijfsleven en ook met de gemeente, die meer dan ooit iets terug wil zien van haar investeringen. Accommodaties moeten het hele jaar open zijn voor de kinderen in de wijk. Dat stelt andere eisen aan accommodaties, aan het vrijwilligerskorps en ook aan de coaches die op enige wijze bij de begeleiding zijn betrokken. Dat is de dynamiek van Nederlands grootste sportbond.”

nummer 2 - 2012

COACH

27


16 miljoen bondscoaches debat

FOTO: ANP PHOTO

THEMA

Ook de andere bondscoach wordt van liefhebber toch weer coach Onder de 16 miljoen bondscoaches die Oranje deze zomer op de voet volgen, bevinden zich ook échte bondscoaches. Hoe kijken zij straks naar het EK? Door: Iwan Tol

28

COACH

nummer 2 - 2012

C

oaches en het EK kijken? Volgens korfbalcoach JanSjouke van den Bos moet je het zo zien: “Een kok die op vakantie is en ergens met zijn gezin gaat eten, zal ook met andere ogen naar het menu kijken. Zo gaat dat met een coach die een groot toernooi volgt ook. Je kunt wel zeggen: ik ga lekker als supporter kijken, maar je

coach-zijn kun je niet eventjes uitzetten, alsof het niet bestaat. Wat je ziet, ga je altijd vergelijken met je eigen opvattingen.” Van den Bos is straks een van de 16 miljoen bondscoaches die voor de tv het EK voetbal in Polen en Oekraine gaat bekijken. Net als al die anderen zal hij commentaar hebben op het Nederlands elftal.


Toch is er volgens de korfbalcoach een wezenlijk verschil tussen een coach en een gemiddelde liefhebber. “Je begint als supporter, maar gaandeweg word je toch weer coach, is mijn ervaring. En ik denk dat dat voor andere vakgenoten niet anders zal zijn.” “Je kijkt met andere ogen”, erkent Henk Groener, bondscoach van de handbalvrouwen. “Hoe is Van Marwijk in de omgang met de pers? Hoe is hij naar zijn spelers toe? En hoe is hij na een nederlaag? Dan valt mij op: hij is ontzettend rustig. Van Marwijk heeft een heel duidelijke visie en wijkt daar niet vanaf.” Vergelijken Waar Van den Bos tijdens het EK met zijn korfbalteam in Hongkong verblijft voor een internationaal toernooi, zit Robin van Galen thuis voor de buis. “Nee, niet met pen en papier, zo erg is het ook niet”, vertelt de gewezen coach van de gouden waterpolovrouwen van Peking. “Ik ben in de eerste plaats voetballiefhebber, maar natuurlijk let ik meer dan de gemiddelde supporter op Van Marwijk. Wat ik bij dit toernooi interessant vind is de vraag hoe het Nederlands elftal zich verhoudt tot de andere toplanden. Een aantal jongens is de dertig al gepasseerd. Is er genoeg ververst? Iedere coach heeft wel eens met dat vraagstuk te maken gehad. Mijn overtuiging is dat je nooit bang moet zijn om te verjongen in je team.” Volgens Van Galen, Groener en Van den Bosch zijn er veel raakvlakken tussen hun eigen sport en het voetbal. Van den Bosch formuleert het zo: “Je bent met een geweldige groep atleten op stap, die ergens in de wereld op een

“Ik heb heel veel vertrouwen in Van Marwijk. Oranje gaat de finale halen.” [Robin van Galen] groot evenement zo goed mogelijk wil presteren. Ze zijn allemaal ver van huis en willen allemaal het liefst in de basis. Jij als coach moet dat in goede banen leiden, zorgen dat het team zo goed mogelijk functioneert. Dat geldt voor elke bondscoach, of hij nou korfballers, voetballers of handballers onder zijn hoede heeft.” Verschillen zijn er uiteraard ook. Groener: “Ik kijk vooral naar wat er op het veld gebeurt en dan constateer ik dat een voetbalcoach enorm beperkt is in wat hij tijdens een wedstrijd kan doen. Hij mag in anderhalf uur maar drie keer wisselen, heeft te maken met een enorm groot veld en kan zijn spelers nauwelijks bereiken doordat de wedstrijden in grote stadions worden gespeeld. Kortom, dat is niet veel. Daarbij is er nog een groot verschil tussen ons werk: hij werkt met mannen, ik met vrouwen. En hij staat wat meer in de schijnwerpers dan ik. Bij mij zijn er geen 16 miljoen bondscoaches die een mening hebben over mijn werk.” Beslissingen Een van de grote discussiepunten komende zomer staat nu al vast: gaat Van Marwijk voor de spitspositie kiezen voor Klaas-Jan Huntelaar, voor Robin van Persie, of gaat hij beide spelers opstellen? Welke beslissing hij ook neemt, het is een duivels dilemma. “Ik zou zeggen: alle twee opstellen”,

trapt Van Galen af. “En dan bedoel ik: Huntelaar in de spits en Van Persie daarachter of aan de zijkant. Dan hoef je het systeem niet helemaal aan te passen. Als twee spelers zo goed spelen in één seizoen, dan kun je het eigenlijk niet maken er eentje buiten de basis te laten.” Van den Bos: “Heel interessant. Zijn keuze zegt namelijk veel over wat Van Marwijk voor coach is. Hij zal dat rustig en beheerst doen, verwacht ik. Het wordt geen ordinaire strijd. Volgens mij moet de beste spelen. En dat is Van Persie. Maar nu Huntelaar het zo goed doet, gaat iedereen twijfelen. Van Persie is internationaal gelauwerd en functioneert in mijn opinie het beste in het Nederlands elftal. Huntelaar krijgt een eerlijke kans daarachter.” Tot slot, wordt het een mooie zomer met een tocht door de Amsterdamse grachten? Groener blijft nuchter: “Ik heb werkelijk geen idee. Laten we Van Marwijk maar gewoon zijn werk laten doen. Ik ga vooral genieten.” Van den Bos: “Wij denken zelf altijd dat we kampioen worden hè? Er zit genoeg kwaliteit en ervaring in het elftal om tot de kwartfinale te komen. Daarna hangt het af van het moment en de genialiteit van het team.” Van Galen: “Ik heb heel veel vertrouwen in Van Marwijk. Oranje gaat de finale halen.”

nummer 2 - 2012

COACH

29


THEMA

16 miljoen bondscoaches debat

VVD-Tweede Kamerlid Bart de Liefde over de sfeer in Den Haag tijdens de Oranjegekte

“Van Marwijk zou een goed politicus zijn” Tussen het werk van een politicus en dat van een bondscoach bestaan flink wat overeenkomsten, vindt Bart de Liefde. Hij is Tweede Kamerlid voor de VVD, internationaal hockeyscheidsrechter én natuurlijk voetbalfan. “Bert van Marwijk zou een goed politicus zijn”, aldus de woordvoerder sport van zijn partij.

COACH

De Liefde is 35 jaar en sinds 2010 volksvertegenwoordiger voor de VVD. In zijn vrije tijd is hij hockeyscheidsrechter. Wekelijks fluit hij wedstrijden in de hoofdklasse en daarnaast is hij actief in de Euro Hockey League en floot hij tijdens het Aziatisch Kampioenschap indoorhockey in Maleisië. Ooit hoopt De Liefde nog eens de Olympische Spelen te halen als scheidsrechter. “Dat is een droom. Ik ben een van de zes internationale scheidsrechters in Nederland. Ons land heeft veel goede scheidsrechters. Je mag tot je 47e internationaal fluiten, dus ik heb nog drie kansen”, zegt hij lachend. Beschaafd Als politicus, en als mens, kijkt De Liefde naar de houding van coaches en spelers ten opzichte van de arbiter. Hij ergert zich kapot aan voetballers en trainers die zich tijdens en na de wedstrijd in de media laten gaan over de rol van

Door: Tessa de Wekker

30

T

oen vorige maand het kabinet viel, kon De Liefde zich voorstellen wat Van Marwijk en zijn spelers meemaken tijdens een groot toernooi. “Het was hier een heksenketel wat betreft media-aandacht. Daar moet je mee om kunnen gaan. Van Marwijk doet dat op een heel ontspannen manier. Hij laat zich niet gek maken. Gelukkig gaan de meeste politici ook goed om met de druk van de media.”

nummer 2 - 2012

de scheidsrechter. “Ze zijn soms zo fel en agressief. Dat moet harder worden aangepakt om een eind te kunnen maken aan het geweld op het veld.” Van Marwijk is een positieve uitzondering, vindt De Liefde. “Los van wat je sporttechnisch van hem vindt, hij is een goed voorbeeld. Hij coacht op een verstandige manier, laat zich zelden gaan. Als hij het ergens niet mee eens is, laat hij dat op een rustige en beschaafde manier merken, heel anders dan bijvoorbeeld zijn collega’s Preud’homme en Mourinho.” Hoewel we ongetwijfeld heetgebakerde coaches langs de lijn zullen zien, kijkt de sportieve politicus uit naar de mooie en lange sportzomer die voor hem ligt, te beginnen met het EK. Net als overal in het land verandert ook politiek Den Haag tijdens zo’n evenement. Enthousiasme en vrolijkheid vieren hoogtij. “Natuurlijk. De debatten zijn zakelijk hoor, maar we zijn wel echt volksvertegenwoordigers in de letterlijke zin van het woord. Iedereen in Nederland heeft een mening over de wissels, wie er goed of slecht gespeeld heeft. Wij dus uiteraard ook. Tijdens de koffie wordt uitgebreid gedebatteerd over de wedstrijden. Ongetwijfeld zal het er dan ook heftig aan toe gaan.” De Liefde geeft aan een rotsvast vertrouwen te hebben in Van Marwijk, vindt hem een rustige en nadenkende man, die zich niet snel van de wijs laat brengen. “Dat zijn


Foto: ANP PHOTO

Motie van vertrouwen

goede eigenschappen voor een bondscoach. En ook voor een politicus. Van Marwijk zou denk ik een goed politicus zijn, hoewel er geen 150 Van Marwijks in de Kamer zitten. Iedereen heeft zijn eigen stijl.” Sommige politici zouden best wat kunnen leren van de bondscoach, juist omdat beide vakken een aantal raakvlakken hebben. “Net als over de opstelling van het Nederlands elftal denken veel mensen in dit land anders over wat de beste oplossingen zijn voor bepaalde problemen. De politiek is ervoor om de beste oplossingen aan te dragen, net als Van Marwijk er is om de beste opstelling te bedenken.” Zowel de bondscoach als politici nemen beslissingen die een heel land bezig houden. De Liefde benadrukt dat beide goede afwegingen moeten maken en zich niet te veel moeten laten leiden door de druk van media en volk. “Als politici moeten we in staat zijn alle belangen af te wegen en op basis daarvan met een helder beleid komen. Dat moet de bondscoach ook kunnen.” Voetbalfeest Hoewel De Liefde uitkijkt naar wat een groot voetbalfeest moet

worden, heeft hij als politicus ook zorgen over het aanstaande EK. Met name de veiligheid van de Oranjesupporters in Polen en Oekraïne houdt hem bezig. Helaas hebben Polen en Oekraïne een traditie van geweld tussen voetbalhooligans tijdens competitiewedstrijden. Er zijn al groepen die met filmpjes op YouTube hebben aangekondigd graag te gaan vechten met buitenlandse supporters. “Ik moet er niet aan denken dat goedwillende Oranje-supporters, en ook fans uit andere landen, door die debielen in elkaar worden gemept.” Vorig jaar heeft De Liefde het kabinet er daarom op aangesproken bij de UEFA om maatregelen te vragen en de regeringen van Polen en Oekraïne nogmaals te wijzen op hun verantwoordelijkheid te zorgen voor de veiligheid op straat. Onder andere racisme en homofobie moeten hard bestreden worden. “Dat moet aangepakt worden, om zeker te weten dat we straks een echt voetbalfeest kunnen vieren.” De Liefde kijkt uit naar het EK en verwacht veel van de wedstrijden met vrienden in de kroeg te gaan bekijken. “De sfeer is geweldig. De spanning van met zoveel mensen de wedstrijd kijken, is fantastisch.’’

Renske Leijten, woordvoerder sport voor de SP: “Tijdens debatten wordt vaak gerefereerd aan de wedstrijd van de avond ervoor. Wij willen ook scoren. Ik probeer meestal iets wat er gebeurd is tijdens het voetbal te verwerken in een interruptie. Alleen degenen die het EK niet volgen, hebben geen idee waar het over gaat. Dat zijn er trouwens niet veel. Net als heel Nederland is ook de Kamer in de ban van Oranje.” Hanke Bruins Slot, woordvoerder sport voor het CDA: “Met het CDA hebben we bij EK’s, WK’s en ieder jaar bij de Tour de France een poule. Kamerleden, bewindspersonen en onze medewerkers leggen dan een paar euro in en we voorspellen alle uitslagen. Er wordt in de Kamer over alles wat met Oranje te maken heeft gediscussieerd. Maar over één ding is iedereen het wel eens; Van Marwijk is de juiste man op de juiste plaats. In de politiek kan het snel gaan met de populariteit van iemand. Maar hij is toch al vanaf 2008 een ontzettend goede en populaire bondscoach.” Tjeerd van Dekken, woordvoerder sport voor de PvdA: “De sfeer in de Kamer is bijna alsof je in een klein voetbalstadion zit. De spanning is hier om te snijden. Met dezelfde bevlogenheid, nervositeit, suggesties en prognoses als in de rest van het land volgen we het EK. Politiek gezien vind ik Bert van Marwijk een interessante man. Zijn opvattingen over asielbeleid en naturalisatie, in de discussie over de naturalisatie van de Braziliaanse voetballer Douglas, spreken me zeer aan. Ik ken hem niet, maar zou graag eens met hem spreken. Over voetbal natuurlijk en over zijn sociale opvattingen.” Richard de Mos, woordvoerder sport voor de PVV: “Twee jaar geleden hebben we met de fractie en medewerkers bij collega’s thuis gekeken. Ik kijk zelf heel erg uit naar het EK, ben echt een voetbaldier. Zeker omdat ADO Den Haag een slecht seizoen heeft gedraaid, kan het EK voor mij niet vroeg genoeg beginnen. Ik hoop met Oranje toch nog op een mooi einde van het seizoen.”

nummer 2 - 2012

COACH

31



Winnaarsdrang als bron van uniek voetbalbolwerk Groesbeek. Een dorp

zoals vele, maar met één onderscheidend element: voetbal. Op 19.000 inwoners vormt Groesbeek met zes sterke amateurclubs een even hecht als uniek voetbalbolwerk. Twee van de plaatselijke clubs spelen op het hoogste niveau, in de Topklasse: Achilles’29 en De Treffers. Achilles’29 werd onlangs Nederlands kampioen. Een triomf die niet op zichzelf staat.

Door: Poul Annema

H

et succes van Nederlands sterkste amateurclub in het zondagvoetbal verklaren? Voorzitter Harrie Derks hoeft over het antwoord niet lang na te denken. “Doen wat je moet doen”, zegt hij nadat de hoofdmacht van de club, die hij al veertien jaar als voorzitter dient, drie weken voor het einde van de competitie de titel in de Topklasse opeiste. “We hebben tien jaar geleden heel bewust voor dit traject gekozen en ons tussendoor stap voor stap verbeterd. Maar we spelen al sinds 1964 onafgebroken op het hoogste niveau. Deze club is opgegroeid met de drang om te presteren, om te winnen.” Aan de hand van een trainer, Eric Meijers, die al tien jaar de scepter zwaait bij de club, die voor de komst van de Topklasse twee keer hoofdklassekampioen werd en net zo vaak de districtsbeker in Groesbeek liet landen. “De druk van het presteren hoort bij Achilles’29, daar is deze club groot mee geworden. We willen in alles de beste zijn, met minder nemen we hier geen genoegen. Daarom past deze club zo goed bij mij. Voetbal is hier beleving. Het is een voorrecht om daar als trainer te mogen werken.” Achilles’29 is een stabiele club in het van voetbal bruisende Groesbeek. “De mensen hebben de clubs hier voor het uitkiezen”, zegt voorzitter Derks. “Vanuit die gedachte hebben we gezegd dat het uiteindelijk gaat om het onderscheidende vermogen. Onze keus is prestatievoetbal geweest. Zo hoog mogelijk voetballen met een maximale eigen inbreng, vanuit de overtuiging dat als je eerste elftal goed scoort dat werkt als een magneet. De beste voetballers willen altijd bij de beste club spelen.”

Gezonde rivaliteit ligt aan de basis van de ontwikkeling van de voetbalsport in Groesbeek. “Concurrentie maakt je alleen maar sterker, dat hebben we hier gemerkt”, zegt Derks. De wedstrijden tegen grote concurrent De Treffers zijn spektakelstukken die het hele dorp bezighouden en die vooraf en naderhand tot veel discussie leiden. “Alles in het redelijke”, zegt Derks. “En als Nederland op weg naar het EK 16 miljoen bondscoaches telt, hebben wij in Groesbeek voor elke derby 19.000 coaches. Want iedereen weet het dan beter en iedereen is op zijn manier deskundig. Wij hebben in de loop van de jaren wel geleerd met die deskundigheid om te gaan.” Met ruim 600 leden staat Achilles’29 model voor een middelgrote Nederlandse voetbalclub. “Onze groeilimiet gaat tegenwoordig tot buiten de dorpsgrenzen, hoewel we met Nijmegen als grote stad in de buurt en de Duitse grens in de rug wat dat betreft ook weer onze beperkingen hebben.” Vandaar dat er kwaliteitsinjecties naar de jeugd uitgaan. “Je hebt kwantiteit nodig om kwaliteit te kweken”, vindt Derks, wiens leven vanuit uit familietraditie nauw verweven is met de club en die zichzelf als voorzitter ook een coachrol toedicht. “Je hebt toch te maken met clubbelangen en sentimenten die je, door alsmaar scherp te blijven, moet sturen of bijsturen. Maar het begint natuurlijk allemaal met visie en keuzes. Wij weten waar we met onze club voor staan, en eigenlijk is dat heel simpel, we willen op zondag gewoon onze wedstrijden winnen. Dat houdt de club en het voetbal in alle opzichten levend.”

nummer 2 - 2012

COACH

33


sportmedisch

Enkel een enkeltje? De verzwikte enkel is een van de meest voorkomende sportblessures en is verantwoordelijk voor zestien procent (570.000) van alle sportblessures die zich gemiddeld per jaar voordoen (3,5 miljoen).

Door: Henk van der Hoeven en Rob Tamminga

34

COACH

nummer 2 - 2012

O

ngeveer 300.000 mensen zoeken jaarlijks met enkelletsel medische hulp bij de huisarts of een eerstehulpafdeling. Over het algemeen betreffen het eenvoudige letsels zoals verrekking en verstuiking. In tien tot twintig procent van de enkelletsels is sprake van een verscheuring van de enkelbanden, de kans op een fractuur is nog kleiner, te weten vijf procent bij bezoek aan de huisarts en twintig procent bij bezoek aan het ziekenhuis. Bij deze laatste groep is er over het algemeen sprake van meer ernstige letsels. Gemiddeld verzuimen de mensen met een enkelbandletsel 2,5 week van het werk en hervat negentig procent het werk na zes weken. Van de sportende mensen hervat zestig tot negentig procent hun activiteit binnen twaalf weken. Dat betekent niet dat alle sporters daarna geheel klachtenvrij zijn. Zo’n twintig tot veertig procent blijft klachten houden van pijn, onzeker gevoel en ‘functionele’ instabiliteit. Een enkelbandletsel dient dus altijd zorgvuldig te worden benaderd om de kans op restverschijnselen zo klein mogelijk te houden. Anatomie De enkel vormt het gewricht tussen scheenbeen (tibia), kuitbeen (fibula) en voetwortel (sprongbeen). Het is een scharniergewricht en staat buiging en strekking in de enkel toe. Onder het enkelgewricht bevindt zich het subtalaire gewricht dat zorgt voor kanteling van de voetwortel tijdens het afwikkelen van de voet. Dit is het gewricht tussen sprongen hielbeen. Rondom de enkel

bevindt zich een aantal ligamenten dat zorgt voor de stabiliteit van de enkel. Anamnese Het is belangrijk dat het mechanisme van het trauma wordt nagevraagd. Bij een inversietrauma is sprake van een beschadiging van de laterale enkelband, bij een eversietrauma van de binnenste enkelband. Het feit dat de sporter op de verstuikte enkel kan lopen meteen na het trauma geeft belangrijke informatie over het wel of niet aanwezig zijn van een fractuur. De plek waar de pijn wordt aangegeven, wijst op de beschadigde liamentaire structuur. Ook de plaats van de zwelling geeft aan waar het letsel zit. Lichamelijk onderzoek Het is bij het onderzoek van de enkel handig uit te gaan van de lokalisatie van de pijn om een goede diagnose te kunnen stellen (buitenzijde = lateraal, binnenzijde = mediaal, voorzijde = anterior, achterzijde = posterior). Ook dient gekeken te worden naar de plaats waar de zwelling optreedt. Kort na het ongeval is namelijk vaak niet vast te stellen of er sprake is van een verrekking (distorsie) of een verscheuring (ruptuur) van de enkelbanden. Bij een herhaald onderzoek na vier tot en met zeven dagen is de diagnose vaak beter te stellen door betere beoordeling van de stabiliteit met de schuiflade­ test. Tevens wijst het optreden van een bloeduitstorting op de aanwezigheid van een mogelijke ruptuur van de enkelband. De coach en/of (sport)fysiotherapeut zijn vaak de eersten die geconfronteerd worden met een acute enkelblessure.


FC Twente-speler Luuk de Jong stond afgelopen seizoen twee weken aan de kant dankzij een enkelblessure.

FOTO: ANP PHOTO

Over de auteurs

Sportfysiotherapeut In die gevallen waarbij acuut enkelletsel optreedt (82,5%) zal meestal de sportfysiotherapeut degene zijn die als eerste onderzoek en behandeling uitvoert. Hierbij zal de enkel volgens de richtlijn worden onderzocht. Met name de toepassing van de Ottawa Ankle Rules (OAR) is hiervan een standaard onderdeel. Deze wordt toegepast om ernstig letsel uit te sluiten. OAR zijn positief als de sporter pijn heeft in de malleoluszone of middenvoetszone, gecombineerd met een van de volgende bevindingen: • drukpijn aan de dorsale zijde van één of beide malleoli (onderste zes centimeter); • drukpijn aan de basis van os metatarsale V; • drukpijn aan het os naviculare; • de sporter onvermogen heeft om de enkel te belasten (binnen 24 uur na het letsel) en vier stappen te lopen. Ook asdruk is raadzaam om te controleren op pijnprikkels. In die gevallen waarbij bovenstaande testen positief zijn, is het noodzakelijk de sporter in te sturen voor nader onderzoek. Bij hoge intensiteit en niveau van sportbeoefening is tevens een vroegtijdig consult bij een sportorthopeed c.q. bezoek van een combispreekuur orthopedie/ fysiotherapie aan te raden. De behandeling in het acute stadium (0-7 dagen) is gericht op

het RICE-principe (Rust, IJs, Compressie, Elevatie): • ontlasten of gedeeltelijk belasten van het enkelgewricht; • ijstoepassing; • compressie, eventueel gedeeltelijk met brace/tapebandage. Voor het stellen van de diagnose enkelbandruptuur worden sporters vier tot en met zeven dagen na het trauma opnieuw onderzocht. Indien er sprake is van hematoomvorming, lokale drukpijn bij palpatie en/of een positieve voorste schuifladetest is er hoogstwaarschijnlijk sprake van een enkelbandruptuur. De volgende indeling geeft dan ook houvast in de sportmedische praktijk: • graad 1, milde verstuiking/ verrekking: • veroorzaakt door over een overrekking of lichte verscheuring van het ligament zonder instabiliteit; • minimale pijn, zwelling en bijna geen of enige vermindering van functioneel vermogen; • graad 2, incomplete scheur van het ligament en wordt gekarakteriseerd door een: • kneuzing; • gemiddelde pijn en zwelling; • graad 3, complete scheur of ruptuur van een ligament: • veel pijn en zwelling; • tekenen van instabiliteit.

Henk van der Hoeven is orthopedisch chirurg van de Bergman Clinics in Naarden. Rob Tamminga is topsportfysiotherapeut en orthopedisch/manueel therapeut bij Medical Sport & Orthopedic Care in Utrecht, Naarden en Bilthoven.

Bij stagnatie van het klachtenbeeld: combispreekuur orthopedie/ fysiotherapie. Chronische enkelblessures Hoewel de meeste enkelletsels een goede prognose hebben, blijft een aanzienlijk deel van de patiënten toch klachten houden. Het is dan van belang een systematisch onderzoek te doen om achter de aard van de aandoening te komen. Een goede systematiek is de aandoeningen in te delen naar de plaats waar de klachten aangegeven worden. Deze hebben betrekking op de laterale zijde, de mediale zijde, anterior (voor) of posterior (achterzijde: voetbal, dansen en springsporten). In alle gevallen is het dan raadzaam experts in te schakelen om het herstelproces te begeleiden. Conclusie Een enkelblessure dient serieus benaderd te worden. Beoordeling door een geschoolde (para)medicus is van belang om een juiste diagnose te stellen en een adequate behandeling in te stellen. Een goede relatie met vooral een sportfysiotherapeut is van grote toevoegende waarde. Bij het vermoeden van ernstiger letsel is verwijzing naar een in sportletsels gespecialiseerde specialist noodzakelijk. Zie voor uitgebreide informatie over dit onderwerp www.nlcoach.nl.

nummer 2 - 2012

COACH

35


Het doel is sporttalent te helpen hun droom waar te maken. Sponsor van de toekomst.


Dark horses Het is alweer bijna twintig jaar geleden, maar ik kan het me nog als de dag van gisteren herinneren. Maandag 3 augustus 1992. De dag dat Ellen van Langen de atletiekwereld en – blijkens de beelden na afloop – ook zichzelf verbaasde met het winnen van de 800 meter bij de Olympische Spelen van Barcelona. Ik was net veertien jaar en wilde zelf ooit ook naar de Spelen. Tot dan toe keek ik vooral naar voorbeelden uit mijn eigen sport. Biondi, Popov, dát waren mijn helden. Maar na de race van Ellen in Barcelona, had ik er een heldin bij. De manier waarop ze in de laatste bocht, binnendoor, van de vijfde naar de tweede plaats kroop en vervolgens op het laatste rechte stuk de Russische Noeroetdinova (ken je klassiekers!) nog achterhaalde. Prachtig, indrukwekkend, onvergetelijk.

Wat is er eigenlijk met de

Ellen was geen favoriet in Barcelona. Sterker nog: kennis van Frans Thuijs gedaan? het jaar ervoor had ze nog de WK gemist door een blessure en ook de aanloop naar de Spelen van 1992 ging gepaard met vallen en opstaan. Maar Ellen was die ene dag, 3 augustus 1992, wel in topvorm: fysiek maar vooral mentaal! De prestatie van Ellen was voor mij een enorme inspiratiebron er nog harder tegenaan te gaan om mijn doel te bereiken. Tot dan toe trainde ik keihard om de top te halen. Maar wat was eigenlijk mijn top? Nederlands kampioen worden bij de senioren, de Ada Kok Games in Valkenswaard winnen, deelnemen aan de échte Spelen? Nee, dankzij Ellen was het me plots helemaal helder: ik ging voor het hoogst haalbare in de sport: olympisch goud! Sinds 3 augustus 1992 ging ik er ook daadwerkelijk in geloven dat je als Nederlander ook in een mondiale sport als zwemmen olympisch kampioen kon worden op een sterk bezet nummer, in mijn geval de 100 vrij. De rest is geschiedenis.

column pieter van den hoogenband

FOTO: ANP PHOTO

Pieter van den Hoogenband is Nederlands succesvolste zwemmer aller tijden. Hij is drievoudig olympisch kampioen, veroverde zestien Europese titels en werd in 2000 bovendien uitgeroepen tot ’s werelds Zwemmer van het Jaar. In 1999, 2000 en 2004 was hij Nederlands Sportman van het Jaar. In 2013 zal hij optreden als toernooidirecteur van het European Youth Olympic Festival in Utrecht, daarnaast beheert hij zijn eigen Topsport Community.

Ik las onlangs met veel interesse het interview met Ellen van Langen in NuSport. Het is mooi, dat zij haar kennis en ervaring gebruikt om de huidige generatie atleten, zoals Yvonne Hak en Bram Som, te helpen. Hoe zou het eigenlijk zijn met haar toenmalige trainer Frans Thuijs? En – nog belangrijker voor de Nederlandse sport – wat is er eigenlijk met zijn kennis gedaan? Die vragen stelde ik drie jaar geleden in mijn column in De Telegraaf, nadat ik met mijn eigen ex-trainer Jacco Verhaeren had zitten filosoferen over kruisbestuiving in de Nederlandse topsport. Jacco stuurde een mail naar Frans en zijn antwoord stemde ons droevig. Niets, noppes, nada was er met zijn ervaring en knowhow gedaan. “Frans was in de periode ‘rond’ 1992 met zijn wetenschappelijke aanpak en het perfect georganiseerde ‘team rondom Ellen’ zijn tijd zeer ver vooruit”, zo schreef ik destijds in De Telegraaf. Of er sindsdien wél weer een beroep op Frans Thuijs is gedaan door coaches of sporters die olympisch goud als hoogste doel hebben, weet ik niet. Ik hoop van wel, maar denk eerlijk gezegd van niet. Dom. Zeker als je jezelf als dark horse beschouwt! Hij weet wat je ervoor moet doen om een paradepaardje te worden.

nummer 2 - 2012

COACH

37


Sportcijfers

Het kloppend hart van de sportstatistieken

Infostrada vangt het EK voetbal in cijfers Niets ontgaat de mensen bij Infostrada als het een voetbalwedstrijd betreft. Bij Euro 2012 zitten de cijferaars en statistici, vijf per wedstrijd, weer klaar in Nieuwegein om al hun klanten, vooral in de media, op maat te bedienen. “Er komt een dag dat je op het stadionscherm gaat zien hoeveel procent van de toeschouwers het eens is met een penalty.”

Door: John Volkers

38

COACH

nummer 2 - 2012

D

e computers in Nieuwegein zingen, de beeldschermen stralen, de toetsenborden klikken. Een heel pand, met honderd werknemers, zoemt van activiteit. Maar het begon toch ooit anders, met de schriften van een terreinknecht uit Bussum die zijn vrije tijd in dienst stelde van de voetbaldata. Het was de ‘grote’ John Frederikstadt – een naam uit de tijd van Frits van Turenhout en Herman Kuiphof – die aan de basis stond van Infostrada als voetbalcijferaar. Philip Hennemann, oprichter en directeur van de Nederlandse wereldmarktleider in sportdata, kan er met smaak over vertellen. “John Frederikstadt was een ongeëvenaarde cijferaar, de vader van de Nederlandse sportstatistiek, de man die in 1962 als eerste begon met het bijhouden van alle kaarten en wissels in de eredivisie van het Nederlandse voetbal. Zijn oudste gegevens dateren van 1956.” Die Frederikstadt, in 2002 overleden, wilde zijn archief in 1998 verkopen. Het was de ‘dot.com’-periode. “Er waren veel kapers op de kust”, weet Hennemann. “Iedereen zag brood in websites. De ultieme digitale revolutie stond op het punt van uitbreken. John was bezorgd hoe het met zijn archief verder moest. Het ging hem om de nalatenschap. Dat het goed terecht zou komen. We hebben hem

daarvan kunnen overtuigen. En we hebben hem er goed voor betaald. Dat ook.” Goede data In het seizoen 1993/1994 dacht Hennemann er voor het eerst aan om een bedrijfje in sportstatistieken te beginnen. “We begonnen uiteindelijk in 1995/1996. Het eerste dat we leverden was een diskette met gegevens van de Ronde van Frankrijk. 3.000 stuks, in mijn vrije tijd gemaakt. Maar meteen daarna stapten we in het voetbal. Willem van Kooten kwam als financier in 1997. In 1998 waren we bij de Olympische Winterspelen van Nagano. Lars Jansen verkocht daar een factbook. Dat werd opgepikt door de Australiërs, die twee jaar later de Zomerspelen van Sydney moesten organiseren. Zij hadden in Atlanta, bij de Spelen van 1996, het drama met IBM meegemaakt. Veel klopte daar niet. Steve Dettre, ons contact en tegenwoordig mijn collega, wilde in Sydney goede data hebben.” Het werd de wereldwijde doorbraak van Infostrada. De rest is historie. Nu heet het bedrijf Infostrada Sports Group en heeft het vestigingen in Nederland, China, Australië en Denemarken. Het heeft sinds vorig jaar Unicem, Sport2Media en Eyeworks Sports in zijn constellatie. Het nieuwe Infostrada produceert videobeelden, schept multimediale platforms, doet aan host


Foto: ANP PHOTO

De Olympische Spelen in Sydney vormden het toneel van de wereldwijde doorbraak van Infostrada.

broadcasting en werkt crossmediaal. Steekwoorden zijn tweede scherm, games en interactiviteit. Van statistieken naar content Hennemann kan nog steeds genieten van de diskette die hij in 1998 van het WK voetbal in Frankrijk maakte. Van de diskettes is lang geleden de stap naar websites (ptttelecompetitie.nl was de eerste) gemaakt, en nu gaat de aandacht ook uit naar televisiekanalen, puur gericht op sport. “We hebben warmgedraaid met statistieken, nu zijn we van de content.” Hennemann laat in zijn kantoor Sidekick zien. Dit is een tweede schermapplicatie bedoeld om naast het voetbalbeeld meerwaarde te bieden, met een liveblog, filmpjes en statistieken om over mee te kunnen praten. Passes, balbezit, gewonnen duels, opstelling, schoten, buitenspel, historie, afgelegde meters, penalty’s, gele kaarten, uitsluitingen, overtredingen, alles wordt weergegeven. “Maar zo’n tweede scherm is eigenlijk drie schermen tegenwoordig”, zegt Hennemann. “Je kijkt met je vrienden voetbal op je main screen, en daarnaast krijg je zaken binnen op je telefoon, je tablet en je pc, de schermen 2, 3 en 4. Vooral daarvoor zijn onze producten bedoeld. Apps zijn perfect. Nu maken we onze diensten nog voor de thuissituaties, maar er komt een moment dat alle stadions compleet met wifi zijn

uitgerust. Je betaalt 25 euro extra naast je seizoenkaart en dan krijg je Sidekick op je iPad. Dan kun je instant herhalingen zien, net als de kijker thuis. Je kunt de camera kiezen waarmee het beeld is gemaakt; uit elke hoek dus. Dat willen we nog wel een keer zien, zeggen de fans dan. Dat kun je tijdens de wedstrijd, bij blessurebehandelingen of in de rust doen. Op de schermen in het stadion laten ze nu de beelden van omstreden momenten als de aanleiding tot een strafschop niet zien. Maar de bezoeker kan het straks wel bekijken op zijn tablet. Er komt een dag dat je op het stadionscherm gaat zien hoeveel procent van de toeschouwers het eens is met de penalty van die avond.” Glasvezel Infostrada scoort zijn gegevens uit de Nederlandse stadions met een glasvezelverbinding. Er is geen vertraging tussen wat er gebeurt op het veld en wat waargenomen wordt in de werkruimtes te Nieuwegein. Daar zitten bij een topwedstrijd vijf mensen klaar om de wedstrijd te registreren en in te voeren in de daarvoor passende formats. “Door het goede glasvezel kunnen we alles centraal doen”, zegt Hennemann. “Het is heel kostbaar op verplaatsing alles neer te zetten. Van Kerkrade naar Groningen is 300 kilometer. Dan kun je je ploeg maar één keer aan het werk zetten. In onze huidige

“We hebben warmgedraaid met statistieken, nu zijn we van de content” werksituatie kan de ploeg na vijf minuten pauze weer aan de slag voor de volgende wedstrijd. Een van de vijf doet de tekst; elke minuut een regel voor het live verslag. De andere vier krijgen telkens een stukje video in hun bak. Die doen pass voor pass. Eén man kan dat niet bijhouden. Daarom hebben we dat systeem van opknippen van de wedstrijdbeelden. Er wordt clip voor clip bekeken, om nauwkeurig te kunnen zijn.” Er is in het vakgebied van de statistieken veel afgekeken van de Amerikanen. “De Amerikaanse sporten lenen zich bij uitstek voor de statistieken. Wij hebben de heilige graal van de voetbalstatistiek nog niet gevonden. Zoals Billy Beane in de film Moneyball, die een manier van scouting bedacht voor honkbal waarbij scouts de statistieken heel anders gingen lezen. Ogenschijnlijk mindere spelers hadden specifieke verdiensten in het veld en waren meer waard. Dat willen we ook voor voetbal vinden. Druk toernooi Euro 2012 wordt een druk toernooi voor Infostrada, dat hier echter een andere positie heeft dan bij een WK voetbal zoals dat van 2010 in Zuid-Afrika. “Wij doen heel veel voor de FIFA, net als voor het IOC, maar voor de UEFA doen we niet zo veel. Wel gaan we voor onze vaste afnemers heel veel werk verrichten, vanuit Nieuwegein.

nummer 2 - 2012

COACH

39


Sport en wetenschap

Coaches zijn unaniem: voetbal kan niet zonder

Waarom doellijn­ technologie nog taboe is

Terwijl het in sporten als hockey, rugby en tennis al de normaalste zaak van de wereld is, blijft het voetbal nog altijd verstoken van doellijntechnologie. Iedereen is er klaar voor, behalve de

wereldvoetbalbond FIFA. “We willen er zeker van zijn dat deze technologie waterdicht is.”

Mijlenver achter Voetbal, van oudsher een con­ servatieve sport, loopt qua technologie mijlenver achter op sporten als tennis, hockey en rugby. Terwijl de commerciële belangen in het voetbal misschien wel het grootst zijn. Een bal die wel of niet over de lijn is, het kan een club of natie miljoenen euro’s schelen. De FIFA test momenteel twee systemen: Hawk-Eye en GoalRef. Het ene systeem werkt met

Door: Jan-Cees Butter

40

COACH

S

epp Blatter (76), voorzitter van wereldvoetbalbond FIFA, sprak begin dit jaar krachtige taal over doellijntechnologie in de grootste volkssport ter wereld. “Ik ga dood als ik nog een keer zo’n situatie moet meemaken. We kunnen niet meer wachten op die technologie, we moeten door”, zei hij aan de vooravond van een bijeenkomst van spelregelcommissie IFAB. Blatter refereerde aan het geldige doelpunt van de Engelsman Frank Lampard op het WK van 2010 in Zuid-Afrika. Voor miljoenen tv-kijkers was duidelijk dat de bal over de lijn was. Maar de officials zagen het niet, waardoor uiteindelijk niet Engeland, maar Duitsland doorging naar de kwartfinales van het WK. Zo’n situatie wil Blatter niet meer meemaken. Het was voor het eerst dat de preses zich uitsprak vóór het gebruik van technische hulpmiddelen.

nummer 2 - 2012

een elektronisch oog, het andere functioneert met een magnetische strip en een speciale bal. Een woordvoerder van de FIFA wijst er verder op dat er twee keer eerder is geëxperimenteerd met doellijntechnologie. De eerste keer was bij het WK voor spelers onder 17 jaar in Peru (2005), de laatste keer bij het WK voor clubs in Japan (2007). “Maar we willen er zeker van zijn dat de gebruikte technologie waterdicht is”, laat de woordvoerder weten.

Fel tegenstander De Fransman Michel Platini, preses van de Europese voetbalunie UEFA, is al jaren fel tegenstander van de invoer van technologie in het voetbal. “Elke veertig jaar worden we op een WK geconfronteerd met de vraag of het leer al dan niet de doellijn heeft overschreden. De UEFA lost dat probleem op door extra scheidsrechters in te schakelen”, liet hij noteren in de media. De beleidsbepaler vreest dat de invoer van technologie niet lang meer op zich zal laten wachten. Als de FIFA hierover een besluit neemt, zal de UEFA dit moeten overnemen. Vermoedelijk zullen in juli, net na het EK in Polen en Oekraïne, de eerste testresultaten bij de FIFA bekend zijn. “Men zegt dat dit extra kosten met zich meebrengt, maar die technologie kost nog veel meer”, meent Platini.


Foto: ANP PHOTO

“Als de FIFA groen licht geeft, hangen er volgende week camera’s in het doel”

De onterecht afgekeurde WK-goal van Lampard zorgde zorgde in 2010 voor een rouwstemming in Engeland, dat met 4-1 verloor van Duitsland.

Camera’s in het doel Hoe gemakkelijk de invoer van technologie is, is te zien in één van de grote hallen op het Mediapark in Hilversum. Hier werkt Robert Reparon, manager operations van Dutchview, in nauwe samenwerking met Endemol Sport aan de introductie van technologie in de sport. In de hal staat een levensecht doel met daarin op zes verschillende posities camera’s die zo’n beetje de hele doelmond kunnen registreren. Deze technologie moet niet alleen officials ondersteunen, maar ook het kijkniveau verbeteren. Als er spektakel is voor het doel, kan dit gedetailleerd in beeld gebracht worden door één van de zes camera’s. De camera’s zijn vrijwel ongezien in het doel gemonteerd. Het aluminium wordt even onderbroken door een transparant stukje, dat ruimte biedt voor het oog van de camera. “Dit is de toekomst”, meent Reparon. “Voor een paar duizend euro ben je klaar als

club. Eigenlijk is iedereen er klaar voor, zowel in Nederland als in het buitenland. Maar we kijken nu met z’n allen naar de FIFA. Als die groen licht geeft, hangen er volgende week camera’s in het doel.” De technologie werd al een aantal keer getest, onder andere op sportcomplex De Toekomst tijdens de wedstrijd Jong Ajax-Jong PSV. Reparon laat op zijn laptop beelden zien vanuit het doel. Minutieus is in beeld gebracht wat zich afspeelt in het strafschopgebied. “Coaches reageerden stuk voor stuk enthousiast”, vertelt hij. “Dat is ook begrijpelijk, want het komt de eerlijkheid van het spel ten goede. Als een bal over de lijn is, kan de scheidsrechter daar met een piepje in zijn oor of een trillend polsbandje van op de hoogte worden gebracht.” Eerlijker Coaches zijn eensluidend: voetbal kan niet meer zonder deze moderne technologie. Ook Bert

van Marwijk, bondscoach van het Nederlands elftal, is voorstander. Hij laat, bij monde van de KNVB, weten dat het de sport alleen maar eerlijker maakt. Ook de voetbalbond neemt die stelling in. In een document staan de volgende voorwaarden: alleen de doellijnen mogen worden bewaakt, het systeem moet honderd procent betrouwbaar zijn, de scheidsrechter moet vrijwel onmiddellijk weten of de bal de lijn is gepasseerd en alleen de scheidsrechter en zijn assistenten mogen deze informatie krijgen. Wereldwijd invoeren Bondsvoorzitter Michael van Praag, lid van het UEFA-bestuur, bevindt zich in een lastig parket. Is hij voorof tegenstander van technologie in het voetbal? “Als je het mij als privépersoon vraagt, ben ik een groot voorstander van moderne technologie, maar in dit geval moet ik mij conformeren aan de positie van de UEFA.” Die is tegenstander. En Van Praag begrijpt de scepsis van zijn werkgever wel. Als je de technologie invoert, moet het ook honderd procent waterdicht zijn, vindt de oud-voorzitter van Ajax. “Bovendien moet je het meteen wereldwijd invoeren, want je kunt ook niet zeggen: in Nederland doen we aan buitenspel, maar in Mozambique niet. Bij de FIFA zijn 208 landen aangesloten, maar daar zijn tientallen landen bij die geen geld hebben voor deze moderne technologie – laat staan voor een normaal veld. Als je het invoert, kun je niet anders dan het wereldwijd invoeren. Dat moeten we ons goed realiseren.”

nummer 2 - 2012

COACH

41


BEWEGINGSZORG

Peter de Vries - Makelaar en voetballer

“Mannen, AFC maakt zondag geen schijn van kans.”

Niet alleen Peter kan zich verzekerd laten behandelen bij een gespecialiseerde kliniek. Bij Bergman Clinics brengen we hoogwaardige, gespecialiseerde

en zijn alle voorzieningen voor uw behandeling onder één dak

medische zorg binnen bereik van iedereen. In een aangename

samengebracht. Inclusief de MRI-scanner. Bovendien kunt u

omgeving, met bijzondere aandacht voor úw wensen. Ook als

na de ingreep rekenen op een persoonlijk advies van onze

het om een meniscus- of kruisbandoperatie gaat. Dan is voor u

gespecialiseerde fysiotherapeut. Alles om ervoor te zorgen dat

maar één ding echt belangrijk: zo snel mogelijk weer op de been

u na een minimale blessuretijd weer sneller in het veld staat.

zijn. Bij Bergman hebben we dan ook beperkte wachtlijsten

Aandacht. Daar worden mensen beter van.


thuisblijver

Belgisch voetbal terug van weggeweest

“We doen niet meer onder voor Nederland” A geweest, de Belgen.

“Door individuele fouten is dat niet gelukt. België

had bij het EK in Polen en Oekraïne iedereen pijn kunnen doen”, weet Paul van Himst (68), boegbeeld van het Belgisch voetbal tussen 1991 en 1996. “Alleen tegen Spanje en Duitsland komen we nog tekort, maar voor de anderen hoeven we geen schrik te hebben. Ook niet voor Nederland, we hebben na jaren van teloorgang op bijna alle posities in het elftal weer toppers lopen.”

Door: Yves Brokken

nderlecht, Club Brugge en Standard Luik, de traditionele top drie van de Belgische competitie, kon de voorbije jaren goede resultaten voorleggen in de Europa League. De tweede klasse van het Europese voetbal, zeg maar. Volgens Paul van Himst allerminst een verrassing. “In het poulesysteem doen we mee, maar in een rechtstreeks duel met een Engelse, Spaanse of Italiaanse tegenstander weet je vooraf dat je weinig kans hebt om door te stoten. Ons voetbal zwemt een heel eind onder de Europese top, maar ik denk niet dat we onderdoen voor het Nederlandse voetbal. De budgetten bij de Nederlandse topclubs liggen iets hoger, maar ook in Nederland trekken alle grote talenten op jonge leeftijd over de grens.” FOTO: SOENAR CHAMID

Ze waren er graag bij

Stadionproblematiek De voorbije jaren heeft het Belgische voetbal de achterstand van de jeugdopleiding weggewerkt. “Dat blijkt uit de vele transfers van jonge talentvolle spelers naar grote buitenlandse competities”, meent Van Himst. “Kijk maar naar Standard Luik, waar Fellaini, Defour en Witsel naar grote teams verhuisden. Voor de nationale ploeg is het alleen maar positief dat ze nu in zwaardere competities kunnen aantreden.” Er wordt de laatste jaren meer aandacht besteed aan de eigen jeugdspelers. “Niet alleen bij de topclubs, maar ook in de subtop. Ik denk zelfs dat we naar het niveau van de Franse centres de formation toegroeien. Als je de uitslagen bekijkt van de nationale jeugdteams, dan zie je dat wij bij de toplanden horen. Het Belgisch voetbal wordt nog steeds professioneler.”

Wat wel een minpunt blijft, is de kwaliteit van de infrastructuur. “Onze stadions zijn een ramp”, beseft ook Van Himst. “Op dat vlak staan we nergens. De overheid werkt langs alle kanten tegen. Mochten we ook op dat vlak mee zijn met de concurrerende landen, dan zouden we ook sportief nog een stap vooruit kunnen zetten.” Rode Duivels Net als de clubs kan ook de Belgische nationale ploeg nog een stap progressie boeken. “De kwaliteit is aanwezig, en de ervaring intussen ook, maar de resultaten blijven voorlopig wel uit”, merkt Van Himst op. “Het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea was de laatste keer dat de Rode Duivels konden deelnemen aan een groot toernooi. Dan kan je stellen dat de huidige generatie nog niets bereikt heeft. Voor het WK in Brazilië stijgt de druk. Het aanstaande EK had ook al gekund voor de Belgen. “Maar door individuele fouten is dat niet gelukt. Er wordt wel eens gezegd dat de generatie van nu nog jong is, maar daar moet ik om lachen. Als je ziet waar ze spelen en over welke kwaliteiten ze beschikken… Maar goed, België had in Polen en Oekraïne zeker van de partij moeten zijn. We hadden op het EK de ploeg kunnen zijn die iedereen pijn kan doen. Alleen tegen Spanje en Duitsland komen we nog tekort. Maar voor de anderen hoeven we geen schrik te hebben. Ook niet voor Nederland. We hebben op bijna alle posities absolute toppers lopen. Talent zat!”

nummer 2 - 2012

COACH

43


Zilveren Kruis biedt Nederlandse sporters sportmedische zorg. Dat is de Plus van Zilveren Kruis

Zilveren Kruis Achmea vindt sport en beweging in combinatie met goede zorg belangrijk. Daarom zijn wij official supplier van NOC*NSF. Wij steunen Nederlandse topsporters met een sportmedisch pakket en voor alle amateursporters hebben wij de Nationale Sportpolis met extra sportdekking. www.zilverenkruis.nl


switch

“Als hoofdcoach ben jij de klootzak”

Erik Spoelstra, hemelbestormer van Miami Heat met Nederlands bloed Miami Heat –

afgelopen zomer verliezend finalist in de Noord-Amerikaanse profbasketbalcompetitie NBA – heeft aan supersterren én coaches geen gebrek. Hoofdcoach Erik Spoelstra, zoon van een Nederlands-Ierse immigrant en Filippijnse moeder, beschikt op de bank over liefst vijf assistenten. Pure noodzaak, beweert hij. NLCoach ging op audiëntie bij een van ’s werelds meest professionele en beroemde sportorganisaties.

Door: Jaap Rozema

D

e American Airlines Arena is een opvallende verschijning aan Biscayne Boulevard, downtown Miami. De hagelwitte evenementenhal ligt aangenaam ingekapseld tussen moderne wolkenkrabbers, de kilometerslange aanlegsteiger van de vele cruiseschepen en uitlopers van de azuurblauwe Atlantische Oceaan. Aan de achterkant loopt de arena naadloos door in de trainingszaal van de Heat. Een zeldzaamheid in de NBA, waar clubs hun trainingsaccommodatie meestal op een rustige locatie en ver weg van de speelhal hebben. Volgens Spoelstra wordt zijn werkgever in Amerika nog steeds regelmatig bekritiseerd voor het feit dat het zo’n uitgebreide coachingstaf heeft. “We hebben inderdaad een van de grootste in de NBA”, vertelt hij. “Dat is een uitvloeisel van de aanwezigheid van Pat Riley (voormalig coach en tegenwoordig teampresident van de Heat, red.). Hij heeft een familiaire sfeer – met sterke winnaarsmentaliteit – in deze organisatie gebracht, is loyaal aan werknemers. Onze staf bestaat uit mensen die al heel lang voor de Heat werkzaam zijn. Sommige mensen zeggen zelfs dat wij een culturele sekte zijn, zo weinig verandert er op personeelsgebied.

Maar je kunt hier op alle posities groeien, je omhoog werken. Die kans krijg je, zoals bij mij ook het geval is geweest. Het verloop is erg klein”, verzekert Spoelstra, “en dat is Pats en Micky Arisons (Heateigenaar met een geschat vermogen van bijna 5 miljard euro, red.) verdienste.” Hij staaft het met een voorbeeld. “In zeventien jaar hebben we hier in Miami vijf coaches gehad, allemaal met dezelfde filosofie. Die stabiliteit is vrij uniek in de Amerikaanse profsporten.” Volgens Spoelstra is het ook de enige weg naar succes. “Als het leiderschap en de cultuur binnen een organisatie constant veranderen, wordt het erg moeilijk om te winnen. Wij willen elke dag beter worden, zeggen nooit: ‘Oké, we hebben onze grenzen bereikt.’ Zo’n instelling is gevaarlijk. Want het is nooit goed genoeg, er is altijd ruimte voor verbetering. Miami Heat is doordrenkt met die filosofie, van hoog tot laag. Ik zeg niet dat onze werkwijze de beste is, het is slechts een filosofie. We zoeken daar heel bewust spelers bij. Want niet iedereen past hier. We verlangen van werknemers toewijding, vooral verdedigend, discipline en structuur. Er zijn heel succesvolle spelers in de NBA die niet bij ons zouden passen

“Wij zijn altijd op zoek naar de Miami Heat-speler, eentje die hier past” nummer 2 - 2012

COACH

45


switch

of die we gewoon niet zouden willen hebben, wij hebben spelers die ergens anders niet succesvol zouden zijn. Wij zijn altijd op zoek naar de Miami Heat-speler, eentje die hier past.”

FOTO: ANP PHOTO

De inmiddels 41-jarige coach werd in 1995 – na onder meer twee jaar in Duitsland bij TuS Herten te hebben gespeeld – in Miami aangenomen als videocoördinator. Daar maakte hij snel naam. Binnen drie jaar promoveerde hij tot assistent, in 2008 volgde hij zijn mentor Pat Riley – een levende legende in het Amerikaanse profbasketbal – op. Spoelstra was destijds de jongste hoofdcoach ooit in de NBA. Sinds Spoelstra – hij studeerde af aan de University of Portland – aan het roer staat, is zijn leven in de allerhoogste versnelling terechtgekomen. Tijd voor een relatie heeft een van de meest begeerde vrijgezellen van South Beach niet, het werk neemt hem volledig in beslag. “Natuurlijk probeer ik tijd vrij te maken voor andere dingen”, nuanceert Spoelstra, “en mijn hoofd tot rust te brengen. Een baan als deze is namelijk overdonderend, slokt je compleet op. Ik kan bij wijze van spreken 22 uur per dag met het vak bezig kan zijn,

46

COACH

nummer 2 - 2012

of video’s van tegenstanders en onszelf analyseren. Maar ik heb de afgelopen jaren geleerd dat zoiets gewoon niet gezond is. Je moet in deze functie lichamelijk en geestelijk fit en in balans zijn, daarom doe ik veel yoga en probeer ik ’s ochtends vroeg tijdens het joggen genoeg daglicht te zien.” Voor vrienden en een sociaal leven is amper ruimte, beweert Spoelstra. “Een vervelend neveneffect dat je gratis bij deze baan krijgt.” Volgens de man met een van de meest gewilde baantjes in de Noord-Amerikaanse profsporten moet niet worden onderschat wat zijn job precies inhoudt. Er staat nogal wat op het spel. Zeker na de veelbesproken komst van superster LeBron James, vorig seizoen. “Er wordt van ons verwacht dat we kampioen worden, elke wedstrijd winnen. Dat is de perceptie van iedereen.” Vandaar dat niets aan het toeval wordt overgelaten. Spoelstra beschikt over een handvol assistenten, vier trainers en een videocoördinator om alle nieuwe trends in de NBA in de gaten te houden en de tegenstanders met chirurgische precisie te ontleden. “We hebben als staf de hele dag contact met elkaar”, legt hij

uit. “Dagelijks zitten we één keer met elkaar om tafel, verder verloopt het merendeel van de communicatie via geschreven vorm. Ideeën of op- of aanmerkingen gaan meestal via e-mail, daarnaast spreken we elkaar informeel uiteraard vrij vaak. Voor bijna elke positie of elk aspect hebben we iemand in dienst: voor techniek, het schieten, fysieke conditie en trainers die heel specifiek met de guards, forwards of centers werken. Ook heb ik assistenten die zich puur met één onderdeel van het spel bezighouden, bijvoorbeeld de aanval of verdediging.” Ook in dat opzicht is de sport, meent Spoelstra’s assistent Ron Rothstein, geëvolueerd. “Toen ik begin jaren tachtig in de NBA begon, bestond de staf uit drie man: een hoofdcoach en twee assistenten. Maar er is zo’n enorme vooruitgang geboekt op het gebied van video, technologie en televisie. Mensen vragen mij wel eens: waarom heb je in hemelsnaam zoveel assistenten nodig, wat moet je met zes collega’s op de bank? Maar die mensen komen nooit op onze training, weten niet wat er achter de schermen allemaal gebeurt. Geloof me, je hebt echt zo veel mensen nodig. Het is zeker niet overdreven”, verzekert Rothstein. De transitie naar de rol van hoofdcoach verliep met steun van mentor Riley soepel, meent Spoelstra. Maar zijn betrekkelijk kalme leven veranderde rigoureus. “Het is alsof je een klap in je gezicht krijgt. Als verantwoordelijke coach ben jij de klootzak”, stelt hij. “Dat is in mijn ogen het grootste verschil met een baan als assistent. Nu neem jij de beslissingen, verdeel jij de minuten, krijg jij alles over je heen. De relatie met spelers evolueert op natuurlijke wijze, ik heb dat niet bewust gedaan. Je neemt vanwege je rol automatisch iets meer afstand. Als assistent


ben je de brug tussen spelers en hoofdcoach, is de relatie vriendelijker, heb je meer een vertrouwensband. Als beslissingsmaker kun je je verantwoordelijkheid niet ontlopen, je moet blijven communiceren met spelers. Maar ik heb van Pat geleerd assistenten ook veel vrijheid en ruimte te geven. Niet alleen op de trainingen, ook in de voorbereiding en scouting.” Rothstein beaamt Spoelstra’s woorden. De 69-jarige veteraan is een van zijn assistenten en kent eveneens het klappen van de zweep. Rothstein was in 1988 de eerste hoofdcoach bij Miami Heat en daarvoor in Detroit bij de Pistons ontwerper van de zogenaamde Jordan Rules, de defensieve werkwijze om Chicago Bulls’ legende Michael Jordan af te stoppen. “Als hoofdcoach komt alles op jouw bordje terecht, 24 uur per dag en zeven dagen per week. Het is een haat-liefdeverhouding, al groei je plotseling tien centimeter als je het een keer bent geworden, ha ha! Pas als je zelf hoofdcoach bent geweest, weet je wat het verschil is. Het is enorm zwaar, veeleisend, er is constant druk – zeker hier in Miami – en er wordt verwacht dat je wint. Doe je dat, dan ben je een goede coach. Zo simpel is het. Assistent-coach zijn, is veel relaxter: als je ’s avonds naar huis gaat, is je hoofd vrij. Ik zou niet anders willen, heb totaal niet meer de drang verantwoordelijk te willen zijn.” Volgens Rothstein is het werken in de NBA geenszins te vergelijken met een baan als coach van

een universiteitsploeg. “Die stap is moeilijk, je ziet ook dat er weinig mensen geslaagd zijn die het hebben geprobeerd. Bij de profs ben je geen schoolmeester, maar een onderhoudsman”, concludeert Rothstein. “Je werkt in de NBA niet met jongens van zeventien, achttien jaar die nog niet helemaal volgroeid zijn of volwassen. Fysiek, mentaal, emotioneel en sociaal moeten ze vaak nog rijpen. Je moet ze bij de profs slechte gewoontes afleren. Echt, er zijn duizenden dingen heel anders in vergelijking met collegebasketbal.” In de NBA gaan miljarden om, worden ego’s steeds verder opgeblazen en geldt het recht van de sterkste. Vandaar dat Miami Heat zeer selectief is bij het aantrekken van spelers, zoals Spoelstra ook al verduidelijkte. “Het ultieme doel is natuurlijk winnen”, beseft Rothstein. “Het liefst in stijl, maar als het moet ook lelijk. Het gaat

FOTO: ANP PHOTO

“Ik kan bij wijze van spreken 22 uur per dag met het vak bezig zijn”

erom dat je spelers vindt die op jouw teamvoorwaarden willen spelen. Want dat is noodzakelijk. Deze jongens worden dik betaald, hebben vaardigheden, grote ego’s en zijn hoogst competitief. Dat is de wereld waarin wij leven. Maar als je kampioen wilt worden, moet je je ego opzij schuiven en accepteren wat er van je wordt verlangd. Wat moet ik in mijn eigen spel opofferen, zodat het team wint? Want hoe goed je ook bent: als je dat niet wilt of kunt, krijg je het nooit voor elkaar.”

Trots op Nederlands bloed Erik Spoelstra heeft Filippijns, Iers en Nederlands bloed door zijn aderen stromen. Zijn opa was sportjournalist in Detroit en leerde hem volgens eigen zeggen hoogstpersoonlijk hoe hij zijn naam op de juiste manier moest uitspreken. “Ik ben erg trots op mijn afkomst”, zegt Spoelstra, die Amsterdam in zijn leven twee keer bezocht. Het eerste wat hij daar deed? “Mijn naam opzoeken in het telefoonboek. Ik was verbaasd hoe vaak de naam Spoelstra erin stond, had geen idee dat het zo’n veel voorkomende naam was.” Hoewel zijn vader Jon (oud-manager bij Portland Trailblazers) en opa hem veel hebben bijgepraat over Nederland en de gewoonten, weet hij weinig van het land en zijn afkomst. Spoelstra wil daar snel verandering in brengen en zijn familiestamboom eens goed uitpluizen. “Op school werd mij altijd gevraagd hoe ik aan mijn naam kwam. Erik en dan ook nog met een k in plaats van een c, dat begreep niemand. Ik antwoordde dan altijd vol trots: luister, dat is mijn Nederlandse bloed.” Spoelstra keert elke zomer terug naar De Filippijnen om er clinics te verzorgen.

nummer 2 - 2012

COACH

47


OP DE CLUB

Betrokkenheid kracht van vooruitstrevend Pro Patria

“De Spartaanse aanpak zit in de vereniging” Pro Patria is de grootste en meest succesvolle gymnastiekvereniging van Nederland. Veel topturners volgden hun opleiding bij de club uit Zoetermeer. De vereniging is gespecialiseerd in het opleiden van jong talent. Het geheim achter het succes? Zeer betrokken trainers.

Door: Steven Verseput Foto: Maurits van Hout

48

COACH

nummer 2 - 2012

D

e training van de piepjonge turnsters is bijna afgelopen. Dit is het moment dat ze even wat oefeningen voor zichzelf mogen doen. Met het grootste gemak laten de achtjarige supertalentjes salto’s, flikflaks en radslagen zien. Ze zijn zo lenig als elastiek. Lachend landen ze op de blauwe mat, zo makkelijk gaat het hen af. Angst lijken ze niet te kennen. Van deze groep meisjes behoren er twee tot de beste jeugd van Nederland. In de zaal ernaast traint een groep trampolinespringers in de leeftijd van acht tot achttien jaar. Ze raken bijna het dak, zo hoog zweven ze door de hal. De talenten wentelen en draaien soepel door de lucht. Ook zij behoren tot de beste jeugd van Nederland. Kweekvijver Dit is gymnastiekvereniging Pro Patria, de kraamkamer van het Nederlandse turnen en trampolinespringen. Vele ‘Pro Patrianen’ stonden op EK’s, WK’s en de Olympische Spelen. De club uit Zoetermeer heeft een grote naam opgebouwd in de internationale gymnastiekwereld. Succesvolle turners als Verona van de Leur, Suzanne Harmes, Laura van Leeuwen en Jeffrey Wammes volgden hier hun opleiding – en in een ver verleden illustere namen als Monique Bolleboom en Ron Lamboo. Ook de trampolineafdeling bracht meerdere toppers voort, zoals Alan Villafuerte en de tweeling Orlando en Fernando Götschin. En Pro Patria is ook een kweekvijver voor topcoaches.

Diverse trainers van de club werden ooit bondscoach, zoals Frank Louter en Hans van Zetten (de huidige NOS-commentator). Het hoofdkwartier van Pro Patria, de Noord-Westerhal aan de noordkant van Zoetermeer, oogt van de buitenkant enigszins oud en versleten, maar binnen zijn alle faciliteiten aanwezig voor het bedrijven van topsport. Intensief trainen en veel uren draaien, daar staat Pro Patria om bekend. Zo trainen de turnsters in de leeftijd van tien tot twintig jaar gemiddeld zo’n 33 uur per week. Spartaanse aanpak Wat is het geheim achter het succes van Pro Patria? “Betrokkenheid”, zegt Frans van Elteren (57), coördinator van de sectie wedstrijdsport en clubvoorzitter. “Mensen in de organisatie worden niet betaald, dus je moet betrokken zijn, anders doe je het niet. De kracht van de club is dat een kern mensen hun hele leven verbonden blijft aan de vereniging”, zegt oud-trainer en erelid Hans van Zetten (63). En: “De Spartaanse aanpak zit in de vereniging.” Wat onderscheidt Pro Patria van andere clubs? Trainer Frank Louter (47): “Vooruitstrevendheid. Het durven uitspreken van je visie en doelen: groot en goed. Er wordt altijd gezocht naar betere begeleiding en betere trainingsmethoden.” Pro Patria, in de volksmond simpelweg ‘PP’ genoemd, is de grootste vereniging van Nederland. De


claimden wij de gymzaal”, zegt Van Zetten junior, die zijn turncarrière beëindigde na een ernstige knieblessure en begon als trainer. In die jaren werd de basis gelegd voor de huidige grootte van PP.

club kent een recreatietak van zo’n 2.500 leden. Zij kunnen in 25 gymzalen door heel Zoetermeer twintig verschillende disciplines beoefenen (van nordic walking en aerobics tot hiphop en zumba). Daarnaast is er een topsport- en wedstrijdsportafdeling van ongeveer honderd leden, enkel gericht op trampolinespringen en vrouwenturnen. De topsporttak heeft het mannenturnen en de ritmische sportgymnastiek afgestoten. Er zijn veertien trainers voor het vrouwenturnen, zij geven samen 200 coachuren per week. Voor de trampolinespringers zijn er vier trainers, die gezamenlijk zestig coachuren per week geven. Salaris “Een non-profit bewegingsinstituut” noemt de club zich op de website. De contributie is de laagste in Nederland (zie kader) en dat merken de trainers in de portemonnee. “Trainers krijgen hier weinig betaald. Trainers die goed willen verdienen, moeten niet bij Pro Patria zijn”, zegt Van Elteren, zelf oud-topturner. De club trekt hierdoor mensen aan die puur uit passie training geven. Zoals Frank Louter, die twintig jaar geleden als nobody bij de club kwam, en nu gezien wordt als een van de beste turncoaches van Nederland. Van Elteren: “Frank is groot geworden door op een fiets zonder achterlicht, wonend in een flatje, naar de gymzaal te komen, en daar zelf de spullen klaar te zetten. Voor een appel en een ei. Maar wel gáán.”

Louter ziet het als een belemmering dat trainers geen volwaardig salaris krijgen bij Pro Patria. “Je kan ze geen beroepsperspectief bieden. Daarom vertrekken er veel coaches bij Pro Patria. Zij willen toch meer zekerheid, en pakken de kansen die ze krijgen. Het is voor mij vaak al onzeker of ik structureel in mijn onderhoud kan voorzien.” Voldoende financiële middelen of niet, Louter verwacht dat Pro Patria in de toekomst nog genoeg talenten zal voortbrengen. “Mocht ik er ooit mee stoppen, dan staat er weer iemand op, en die komt in een gespreid bedje terecht. Je moet wel een batterij energie, wilskracht en doorzettingsvermogen meebrengen en goede collega’s om je heen verzamelen, dan krijg je alle ruimte en ondersteuning van de club.” GymWorld De gedisciplineerde trainingsaanpak die Louter voorstaat, zit in de genen van Pro Patria. De club werd in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw groot gemaakt door Huib en Jopie van Zetten, de ouders van Hans. “Mijn vader heeft het excelleren in de club gebracht. ‘We gaan ergens voor, en halen er het beste uit’, was zijn motto”, vertelt Van Zetten. “Hij was de grote motor achter de club.” Zoetermeer was in die naoorlogse jaren nog een dorp van zo’n 7.500 inwoners (nu ruim 120.000). De club telde begin jaren zestig zo’n 500 leden. Met de groei van Zoetermeer steeg ook het aantal leden van Pro Patria. “In iedere nieuwe wijk

Om de club toekomstbestendig te maken moet er een groot gymsportcentrum komen in Zoetermeer, waar alle disciplines worden aangeboden. Het PP-bestuur heeft het plan voor ‘GymWorld Zoetermeer’ een aantal jaar geleden ingediend bij de gemeente. “Dat moet het kloppend hart van onze vereniging worden”, zegt Van Zetten, een van de pleitbezorgers. “De Noord-Westerhal is dat niet, omdat die aan de rand van de stad zit, en omdat je er niet alle disciplines kunt beoefenen.” De economische ontwikkelingen van de laatste jaren vertraagden vooralsnog een voortvarende aanpak.

Groot, goed en goedkoop Pro Patria werd op 28 maart 1911 opgericht en is al jaren de grootste gymnastiekvereniging van Nederland. In de begin jaren negentig had de vereniging uit Zoetermeer bijna 3.100 leden. In de jaren die volgden daalde het ledenaantal, evenals bij veel andere gymnastiekverenigingen. De clubs verloren leden aan de (commerciële) fitnessclubs, die in opkomst waren. In 2010 lag het ledenaantal bij PP op een dieptepunt (2.355), maar de afgelopen tijd groeide het aantal leden weer, tot ruim 2.600 (stand maart 2012). Het is een stijging die tegen de landelijke trend ingaat: het aantal leden bij de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) daalde van 295.000 (2002) tot zo’n 248.000 vorig jaar. Hoe kan het dat veel clubs moeite hebben om het ledenaantal op peil te houden, terwijl Pro Patria weer groeit? Voorzitter Frans van Elteren: “PP Zoetermeer is een merk. Mensen willen er graag bijhoren. En we zijn goedkoop. Zo’n 27 euro per kwartaal. We proberen strak aan de onderkant te blijven, waardoor we laagdrempelig zijn.” Hans van Zetten deed onderzoek naar de contributies van Nederlandse gymnastiekclubs in 2011 en daaruit bleek dat Pro Patria het goedkoopst was. Van Zetten pleit ervoor de contributie bij PP te verhogen. “Je hebt dat geld hard nodig voor opleiding, innovatie, aanschaffen van materiaal en het organiseren van kader.”

nummer 2 - 2012

COACH

49


FOTO: ANP PHOTO

column Mart Smeets

Mart Smeets is vanaf 1967 werkzaam in de (sport)journalistiek, waarvan sinds 1974 bij Studio Sport als presentator, documentairemaker en anchorman. Hij volgde talloze Olympische Zomer- en Winterspelen en vele internationale toernooien en bivakkeert jaarlijks een maand in Frankrijk om de Tour de France te volgen. Daarnaast schrijft hij voor Trouw, het Haarlems Dagblad, NUsport en de VARAgids en is hij auteur van meerdere bestsellers.

De Bertfactor Zo in april en mei ziet een mens meer voetbalwedstrijden dan goed voor hem is. Gek, maar waar, ik kan weken doorkomen zonder echt naar voetbal te kijken en dan ineens gaat het erom en wordt het leuk. Ik bedoel: halvefinalewedstrijden voor een cup zijn meestal botsingen van speelstijlen, ego’s en voor mij ook botsingen tussen coaches. Zo kan ik verbaasd zitten kijken naar zich opwindende coaches die een poppenkast opvoeren waar je schele koppijn van krijgt. Mourinho, de heilige tovenaar van Real Madrid, nog op zijn knieën zien zitten bij de penalty’s tegen Bayern München? Bert is in alles wat hij doet Het enige dat ik dacht: “Die is niet normaal.” “Misschien,” zei mijn meekijkende vrouw, “is dit normaal voor hem?” Dan moerustig en ‘normaal’ ten ze hem opbergen. Hij heeft zijn highlights nu voldoende over ons heen laten komen: gekker kan niet. Ik kan me ook niet indenken dat je met zo’n leef- en coachstijl een efficiënte manier van leidinggeven zelfs maar benadert. Dieper doorgedacht; de fratsen van de coach en diens onaangepaste gedrag waar het alleen om ‘uiterlijkheden’ gaat, vinden zijn neerslag op zijn ploeg. Wij in Nederland hebben ook mannen die, naar gelang de spanning groter werd, in een al dan niet bedachte rol gingen wonen. Gert-Jan Verbeek mocht dan voortdurend roepen dat alles om hem heen een misverstand was; zijn quasi-onbestudeerde aanwezigheid werkte storend. Dus ook voor zijn spelers. Hij zal die vierde man uit dat beroemde incident dan niet aangeraakt hebben, voor zijn opgepompte gedrag en zijn slechte voorbeeld had hij het dubbele van zijn straf moeten krijgen. Onrecht in vloeipapier! En de pias die de redder van FC Twente had moeten worden, Steve McClaren, is wel het fraaiste voorbeeld van een trainer/coach die zichzelf belangrijker vindt dan zijn selectie. Zijn trucs en gebaren zijn pathetisch en je hoeft zo’n man nooit meer serieus te nemen. Co Adriaanse, eat your heart out! Bij het EK dus Nederland met Bert van Marwijk op de bank. Het opperwezen zij geprezen. Bert is in alles wat hij doet rustig en ‘normaal’. Wellicht dat het binnenskamers kan stormen, maar Van Marwijk draagt iets van prettige kalmte en overwicht uit. Hij is verantwoordelijk voor deze ploeg en draagt die verantwoordelijkheid ook. Hij laat zich niet gek maken door allerlei pseudokenners, hij doet het op ZIJN manier. Hij kiest en hij neemt verantwoording, de spelers van het Nederlands elftal zijn met hem verlost van de showcoaches onder wier leiding zich hun competitieleven doorgaans afspeelt. Opvallend en waar, aan de top zie je te veel gekken. Aanstellers, showmannetjes met ego’s zo groot als een opgepompte voetbal. Van Marwijk heeft dat dus niet. Zijn kleding is normaal, zijn optreden is vervelend noch uitdagend. Hij ziet, gesticuleert, bekijkt, concludeert en praat met zijn omgeving. Zijn teksten voor en na wedstrijden zijn acceptabel duidelijk en ook weer ‘normaal’. Hij stelt zich niet aan, daar komt het op neer. Heel veel van zijn collega’s worden nuffige zelfbevlekkers die ooit zelf aardig tegen een bal konden schoppen, maar geen idee hebben wat het vak van coach werkelijk betekent. Dat weet Bert dus wel en dat maakt het straks in juni hopelijk de moeite waard naar het EK te kijken.

50

COACH

nummer 2 - 2012


Bright science means better performance Topsporters verleggen voortdurend hun grenzen. Voor hen is alleen het beste goed genoeg. Met onze kennis van voeding en materialen ondersteunen we atleten bij het leveren van topprestaties. Daarom zijn wij een trotse partner van de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie en gezamenlijk presenteren wij trots onze nieuwste innovatie: een beschermend wielertenue met Dyneema速 vezels van DSM. Zie ook www.dsm.com/sports


MAURITS HENDRIKS

LEONTIEN VAN MOORSEL

MAX CALDAS

JOOP ALBERDA

CO ADRIAANSE

THE MASTERMIND

THE SPARK

THE MOTIVATOR

THE VISIONARY

THE CRAFTSMAN

BELEEF EEN TOPCOACH VOOR EEN DAG Ernst & Young biedt maar liefst 22 bedrijven een inspirerende sessie met een topcoach. Met als thema; hoe haal je het maximale uit het aanwezige potentieel. Ernst & Young wil samen met de topcoaches het beste uit het bedrijfsleven naar boven halen. Onder meer Schiphol Group, Fontys Hogescholen, DHL Supply Chain, We Fashion en Fuijifilm Europe behoren tot de winnaars. Kijk op ey.nl/coachesofindustry voor een impressie.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.