Luc Brewaeys - Arne Deforce / Memories of the origins and première of Black Rock Unfolding.

Page 1

Black Rock Unfolding – herinneringen aan mijn samenwerking met Luc Brewaeys Het idee van Luc om een cellostuk voor mij te schrijven hing reeds jaren in de lucht en dateert van de tijd dat ik geregeld met hem samenwerkte in het kader van de vele uitvoeringen die we deden van zijn ensemblestukken met het ensemble voor hedendaagse muziek Champ d’Action. De echte vonk tot het componeren van het Black Rock Unfolding ontstond in 2008 toen Luc mijn cd-opname had beluisterd van de grote Trilogie voor cello solo van de Italiaanse componist Giacinto Scelsi. Luc kende reeds mijn eerdere cd-opname van Jonathan Harvey’s impressionante werk Advaya voor cello, keyboard en live-elektronica met wie ik het geluk had voor deze productie met hem te kunnen samenwerken. Later nodigde Jonathan Harvey mij uit om zijn concerto voor cello en orkest uit te voeren met het BBC Scottisch Symphony Orchestra. Dat Harvey het grote voorbeeld, inspirator en vriend was van Luc is alom gekend. Wellicht waren ook hier de vruchtbare samenwerking en wederzijdse klik die we met Jonathan Harvey deelden ook voor Luc een aanzet en stimulans voor wat zijn grote cellostuk zou worden. Advaya was in vele opzichten de referentie en een werk van die allure en omvang zag Luc wel zitten. Luc was enthousiast over beide cd-opnames en het was de virtuositeit van het werk van Scelsi, zo zei hij in een gesprek, die hem duidelijk had overtuigd om aan het componeren te gaan. Ik herinner me het telefoongesprek dat ik met hem had om eens te polsen wat hij van de Scelsi-opname vond. ‘Machtig gespeeld man, fantastisch! Ik schrijf een stuk voor jou. Maar zoals je wellicht kunt vermoeden’ zei hij met ietwat plagende toon, ‘ben ik niet altijd akkoord met wat Scelsi doet. Sommige delen vind ik problematisch maar ik hou wel van die muziek, vooral van de eerste delen. Mijn volgende compositie wordt een virtuoos en concertant cellowerk met een grote batterij elektronica. Wat de opdracht betreft vinden we wel een oplossing, daar moet je geen zorgen over maken. Ik heb ook een mecenas die na het horen van mijn opera liet weten dat hij mij een compositieopdracht zou willen geven en ik vraag hem wat hij ervan denkt.’ Enkele dagen later vertelde Luc me dat alles in orde zou komen. We hoefden we ons wat het honorarium van de compositieopdracht betreft geen zorgen te maken. Hij wou vooral beginnen componeren, zei hij en hij had reeds een duidelijk idee in zijn hoofd van wat het zou worden. Het leek op een compositorisch visioen, zo dacht ik. Luc was op dat moment herstellende van de een van zijn kankers. Daar had hij naar eigen zeggen tijdens 1


een verblijf in het ziekenhuis (het moet ergens in 2008 geweest zijn vermoed ik) de Scelsi beluisterd en snel daarna kwamen de eerste ideeeë n voor het cellostuk. Het fascinerende aan Luc’s compositorisch denken is dat hij altijd alles innerlijk in zijn hoofd ontwikkelde. Dat liet hij ook graag merken. Ik herinner me dat ik voorstelde om samen met hem in de vorm van improvisatie enkele speciale speeltechnieken en klankstructuren te presenteren. Maar zo verzekerde hij me, dat was helemaal niet nodig omdat alles wat hij voor ogen had reeds in zijn hoofd aanwezig was. Ook de structuur, interactie en processen van de elektronicapartij zou hij in zijn hoofd ontwerpen. Wat dat betreft is Luc in het landschap van de hedendaagse muziek zeker een van die zeldzame vogels te noemen. Hij schreef geen noot noch klank die hij zich niet eerst innerlijk kon voorstellen. Wellicht is dat ook een van de redenen van het alsnog klassieke idioom dat in zijn muziek te horen valt, de zin voor verfijnde controle en ‘meé tier’ maar ook de zeer natuurlijke gave voor retoriek en klankkleur. Terwijl de muziek duidelijk vorm begon te krijgen werd er tevens onderhandeld met Champ d’Action. Zij zouden de live-elektronica ontwikkelen en de premieè re organiseren in een concert ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Luc was duidelijk in zijn nopjes. Hij was niettegenstaande zijn kanker(s) als het op muziek en creatie aankwam steeds bijzonder opgetogen wanneer we het over de voortgang van zijn werk hadden. Het was lente toen de eerste ideeeë n uitrolden en het voelde of Luc uit een donkere periode stapte om met veel goesting een nieuw werk aan te vatten. Hij was bovendien net terug van een residentie in Montreé al waar hij Masterclasses gaf aan de McGill University, aan de Universiteé de Montreé al en aan het Conservatoire. Ik begreep dat vele beslommeringen rond het falen van nieuwe compositieopdrachten voor grote bezetting misschien ook hier de zin tot het componeren van een solowerk hadden aangewakkerd. Een solowerk was immers beheersbaar. De orkestrator die Luc was zou uiteindelijk zijn gading vinden in de concertante elektronicapartij die hij voor ogen had. In mei was Luc komen luisteren naar de uitvoering van het celloconcerto ‘en form de pas de trois’ van Bernd Aloïës Zimmerman. Ik speelde samen met het Vlaams Radio orkest onder leiding van Michel Tabachnick in de Flagey studio te Brussel. Luc kende het celloconcerto uit het hoofd schreef hij in een mail en zag er naar uit om dit zelden

2


gespeelde werk live te horen. Na de voorstelling kwam hij me in de loge feliciteren en zei met typisch vermakelijke toon “je hebt me daarnet een idee gegeven voor mijn cellostuk, jouw flageoletten klonken wel overtuigend man. De techniek van die dubbelflageoletten over drie octaven waar Zimmerman mee begint wordt een substantieel onderdeel van de finale van ons nieuwe werk. Hou je vast, het wordt een pittige finale. Je zal heus wat nootjes mogen kraken mijn beste vriend,” zo zei hij op typisch vermakelijke toon. Terwijl ik eraan denk brengt het plezier waarmee hij het zei me nog steeds een spontane glimlach. Ik herkende er vooral de goesting in om ongelimiteerd te gaan componeren. Luc hield ervan zijn musici uit te provoceren. Hij was enigszins best fier op het schrijven van vindingrijke virtuoze passages. Dat daarvoor zou moeten worden gestudeerd vond hij niet meer dan evident. Hij hield van ‘meé tier’ en muzikantschap en wist immers dat al wat hij schreef speelbaar was. Aan Serge Verstockt die als een van de eersten de partituur zag schreef hij de volgende kwinkslag: ‘Wat vind je van de nootjes? Ik denk dat Arne wat werk zal hebben, maar dat heb ik ook gehad!’. Op 15 augustus kreeg ik in mijn mailbox de eerste vijf pagina’s van het werk toegestuurd. Een ‘voorsmaakje’ schreef hij. De werktitel was ‘Arne’. Exact een maand later op 15 september was de eerste versie van de cellopartij af en ontving ik de volledige partituur. Luc was begonnen en het ging snel. Begonnen betekende niets meer dan het uitwerken en uitschrijven van de muziek die in zijn hoofd zat. Ik telefoneerde hem om mijn enthousiasme te uiten en hij liet me verstaan hoe snel alles uit zijn pen rolde. Hij componeerde rechtstreeks in het notatieprogramma Sibelius duidde hij, wat meteen de mogelijkheid gaf wijzigingen aan te brengen mocht dat nodig en tevens het voordeel gaf de partij van de elektronica zoveel mogelijk mee te componeren. De uiteindelijk realisatie en automatisering van de live-elektronica als mede de keuze van enkele samples, naast een opname van cellofragmenten waarmee Luc een begeleidende ‘orkestratie’ zou maken, zou later in worden uitgewerkt met Roel Das in de studio van Champ d’Action. In dezelfde mail van 15 augustus gaf Luc duidelijk aan wat hij van plan was: De audio zal gebaseerd zijn op cello-samples, maar wàt ik er precies mee ga doen moet ik nog bekijken. Maar om te vermijden dat ik ga "freewheelen" tijdens de realisatie ervan noteer ik de noten al zo nauwgezet mogelijk, al was het ook maar zodat je toch reeds

3


iets concreets hebt om je op te baseren voor de synchronisatie/instudering. We zullen een dezer wel afspreken om wat zaken op te nemen, waarmee ik dan aan de slag kan. Ik denk dat ik jouw samples zal "mengen" met nagalm van klokken en/of piano en/of waterdruppels. Moet ik nog uittesten en horen, ik heb de meeste klanken toch redelijk precies in mijn hoofd. Enkele dagen later rolden de pagina’s 6 tot en met 9 uit mijn computer. Een week later op 5 september was Luc over de helft van het stuk en kreeg ik meer en meer zicht op de vorm van het werk. Het basismateriaal van het nieuwe cellostuk sloot aan bij zijn laatst afgewerkte compositie Cardhu. De oervorm zou uit de afwisseling traag-snel-traag-sneltraag bestaan zo vertelde Luc maar meer dan dat gaf hij niet prijs. Ik was blij te zien dat Luc in het trage middendeel de cello liet ‘zingen’ en alle registers begon open te trekken. Een uitgebreide tweestemmige passage tussen de cello en een onhoorbare ‘geest-partij’ zou worden bewerkt met een ringmodulator. Bovendien was hij vrij opgetogen dit vrij archaïësch elektronisch effect dat in de avant-garde van de jaren zestig heel populair was en door zo goed als niemand meer wordt gebruikt, van onder het stof te halen. ‘Ik zal iets laten horen wat niemand nog doet’. In aanvang duidelijk contrapuntisch opgevat zag ik een meeslepend ‘duo’ tussen cello en ringmodulator om uiteindelijk energetisch in elkaar op te gaan in een eerste grote climax. ‘Nu komt het zwaar geschut’, zei Luc over de eerste maten van wat de groots uitgewerkte cadenza zou worden. Het zag er best pittig, grillig en virtuoos uit. Hij vertelde dat ik het materiaal van de cadenza zou moeten opnemen en dat hij er een audio-file zou mee componeren waarmee hij een ‘leger van cello’s op me zou afsturen. Een concertant virtuoos duel tussen de cello en een reeks vooraf opgenomen cello’s in de elektronica’. Ik zie hem nog glunderen bij zijn opmerking ‘je zal er best wat studeerwerk aan hebben, beste Arne maar dat is wat je wou, nietwaar?’ Luc hield ervan uitdagend te zijn maar wel binnen de krijtlijn van een op klassiek meé tier berustende speeltechniek. Hoewel hij wat Masterclasses bij Xenakis en Ferneyhough had gevolgd zie je in zijn muziek weinig sporen van experimentele exploratieve notatie of complexe extended technics. Wat Luc echter met zijn leermeesters wel gemeen had was de zin voor raffinement in de textuur van de klank naast het ontwikkelen van een vindingrijke klankarchitectuur waarin vooral de densiteit, flux en energie van het materiaal aan bod kwam. Dat laatste zou de essentie van de cadenza uitmaken. Luc 4


vertelde bezield over wat het hoogtepunt zou worden, over hoe ‘de solopartij zich vermenigvuldigd in de elektronica en uitgroeit tot een quasi elektro-symfonisch exces, en dat hebben weinig voorheen ooit gedaan’. Maar het moet gezegd dat de exuberante climax veel gemeen heeft met Jonathan Harvey’s Advaya dat voor Luc duidelijk als model heeft gestaan. Later schreef hij me nog dat de ideale cd-opname van het cellowerk in combinatie zou zijn met Harvey’s Advaya en Ferneyhough’s Time and Motion Study n°2. Dat drieluik zou ik in een Hommage aan Luc nog steeds willen realiseren. Het zou Luc’s muziek in een sterk internationale context plaatsen en Black Rock Unfolding het ‘ampleur’ geven die ze verdient. Op vrijdag 5 september ging Luc dineren met Werner Vanmechelen, de 81-jarige mecenas die na het horen van zijn opera in de Munt te Brussel een opdracht wou geven voor een nieuwe compositie. O ja, die oude meneer die me de opdracht heeft gegeven is weer boven water gekomen. Ik ga aanstaande vrijdagmiddag met hem lunchen. Wat ons overigens misschien toch niet hoeft te beletten wat extra centen te proberen te pakken te krijgen voor dit werk (subsidie?). Uiteindelijk heb ik er (veel) langer over gedaan dan ik oorspronkelijk dacht, maar ik wil die oude mens ook niet "pluimen"... Voor zover ik weet volgde met Champ d’Action volgde een overeenkomst om via de realisatie van de elektronica nog wat extra centen te bekomen. Twee dagen later verscheen de titel van het werk. Het stuk zal heten: "Black Rock Unfolding". Verklaring van deze titel: het stuk is een "ontplooiing" van wat ik in "Cardhu" heb gedaan, Cardhu is een keltisch woord dat zwarte rots betekent, zodoende... Over welk materiaal uit Cardhu en hoe dat in Black Rock Unfolding tot ontplooiing kwam gaf Luc weing antwoord. Dit was wellicht onderwerp voor een van zijn Masterclasses. In de programmatekst die hij schreef staat dat het voornamelijk ritmische en harmonische aspecten van Cardhu betrof. Het idee van de ontplooiing heb ik zelf altijd meegenomen als inspirerende metafoor voor de wijze waarop het materiaal van de cello solo zich ontvouwt, openbloeit en tot volle wasdom komt in de elektronica. Maar er is nog een ander leuk detail. Luc, de grote whiskykenner en whiskycomponist heeft mij persoonlijk en naar mijn weten ook niemand laten weten dat Black Rock tevens

5


een speciale Single Malt Whisky is van de Schotse distilleerderij Bowmore, vernoemd naar de zwarte rotspunt te zien langs de kust van het eiland in het Loch Indaal. Hiermee staat dit solowerk werk ingeschreven in de reeks van in totaal zes whiskystukken die Luc over de jaren heen heeft gecomponeerd. Dat Bowmore voor strijkkwartet en Black Rock Unfolding voor cello tevens de namen zijn van whisky’s van hetzelfde huis en dat van de zes whiskystukken die Luc componeerde net die twee werken uitsluitend voor strijkinstrumenten zijn gecomponeerd is misschien toevallig. Misschien is het dat ook niet en nog maar eens een staaltje van Luc’s finesse. Het is een knipoog die ik graag meeneem in het ‘concertato’ tegen het leger aan cello’s dat me in de elektronische strijd in de cadenza dreigt te verzwelgen. In het heetst van strijd is niet opgeven de enige strategie: Bowmore, more bow, steeds meer boog geven Bowmore Black Rock. In de daaropvolgende maand oktober ging Luc aan de slag tot het realiseren van de elektronicapartij. Ook hier had hij reeds alle materiaal bedacht. Hij vroeg me om fragmenten op te nemen uit de cellopartij die hij dan als samples via een klavier ging verwerken tot verschillende audio-partijen. Daarvoor zat hij samen met zijn collega technicus van de vrt, Jo Tavernier. Met Jo Tavernier had hij reeds gelijkaardige passages voor vroegere composities gerealiseerd. Luc had het in die periode vrij druk. Hij was tussendoor in Madrid geweest en uiteindelijk kreeg ik op eé eén november, zes dagen voor de premieè re de definitieve audiofragmenten toegestuurd. De compositie was wat Luc betreft volledig af. De repetities met elektronica konden beginnen. Op 4 november startten de repetities bij Champ d’action. Klankregisseur Roel Das was verantwoordelijk voor de live-realisatie van het stuk. Het was een vrij spannende week. Uiteindelijk moet je op enkele dagen de ganse elektronica partij muzikaal incorporeren om een logisch en artistiek resultaat op het podium te kunnen zetten. Het feit dat je ook de computer moet bedienen met in dit geval een 90-tal voorgeprogrammeerde cues die tijdens het spelen met een voetpedaal moeten worden aangestuurd maakt dat je alles goed in je hoofd moet georganiseerd, gecooë rdineerd en geautomatiseerd krijgen. Dat de klara-opname van de premieè re meteen op cd zou verschijnen was tevens een extra stimulans om alles uit de kast te halen. De repetities verliepen vlot. Ik herinner me dat ook van toen we in de jaren voorheen met Champ d’Action Luc’s ensemblestukken repeteerden, Luc zeer meegaand was en zich ook steeds zeer opbouwend opstelde. Het kwam me altijd voor alsof hij een diep 6


vertrouwen had in de musici waarmee hij werkte. Zijn optimisme en hartelijkheid afgewisseld met een goede vleug humor hadden steeds een enthousiasmerende en stimulerende werking. Specifiek wat Black Rock Unfolding betreft herinner ik me twee zaken waar Luc wou dat we de nodige aandacht aan besteedden. De fameuze cadenza moest zo worden opgebouwd als een langzaam accelererende crescendo waarin het materiaal onder steeds grotere spanning kwam te staan en dit tot het bijna niet meer houdbare. Dat laatste zou worden bewerkstelligd door het ‘leger’ of orkest aan elektronische cello samples. Het tweede feit van de repetities betrof de klankregie van de elektronica. Deze moest worden gerepeteerd als een vorm van kamermuziek, live de partij van de cello volgend en zo zei Luc, niet bescheiden begeleidend maar energiek en virtuoos. De premieè re van Black Rock Unfolding was op 7 november in een concert integraal gewijd aan werken van Luc Brewaeys in de Amuz te Antwerpen. Aanleiding was zijn 50 ste verjaardag. Het label Etcetera zou voor die gelegenheid met Champ d’Action een cd uitbrengen van het concertprogramma. Het concert als de voor die gelegenheid uitgebreide generale repetitie werden door Klara opgenomen voor een uitgestelde liveuitzending op de radio alsmede als materiaal voor de finale cd-opname. De premieè re van Black Rock Unfolding was een succes maar was niet zonder slag of stoot verlopen. De sfeer in zaal zat er goed in. Black Rock Unfolding stond geprogrammeerd als voorlaatste stuk van de avond. Vele vrienden en collega’s componisten waren voor de gelegenheid naar Amuz afgezakt om het Hommage aan Luc mee te maken. Ik vond het een eer deze premieè re te mogen spelen en was goed in form. Voor Canvas-televisie die een documentaire van Luc maakten hadden we in de kerk van AMUZ om 17:00h een eerste integrale opname gemaakt van Black Rock Unfolding die vlekkeloos was verlopen. Tijdens de premieè re verliep alles even vlot. De muzikale opbouw en spanningsboog tussen cello en elektronica was tot dusver zeer geslaagd tot ik net voor de climax van de cadenza de la-snaar van mijn cello brak. Je kan je geen grotere nachtmerrie voorstellen. Het had een dramatisch effect gezien Luc’s idee van een spreekwoordelijke strijd tegen een ‘leger aan cello’s’. Ik gaf een teken aan de zaal te wachten. De spanning was te snijden en het bleef naar mijn gevoel ademloos stil. Ik stormde naar mijn cellokist, haalde een nieuwe snaar en binnen de minuut was mijn instrument terug spelensklaar. Enkele maten voor de bewuste crash pikte ik de draad terug op, meerbepaald in maat 213 net

7


voor pedaal 95 en speelde met een nog groter gehalte aan adrenaline verder. Het leger aan celli had me de stuipen op het lijf gejaagd. Desalniettemin werd de match binnen gehaald. De finale en de besluitende rustige coda had door de onverwachte onderbreking een bijzondere magie. Deels te wijten aan het publiek die om een of andere redenen de sfeer die het stuk had in de zaal niet met geroezemoes of enig sympathiserend applaus had onderbroken. Luc was bijzonder tevreden, ‘dat is nog es een memorabele premieè re.’ Luc wist en hoorde meteen dat hij met eé eén simpele ‘edit’ de twee onderdelen aan elkaar kon monteren en verzekerde dat dit de versie voor de cd zou worden. Ikzelf was daar niet zo van overtuigd. Uiteindelijk is de versie die op cd is beland toch grotendeels die van de eerder gemaakte Canvas-opname geworden. Dit vooral omdat daar in postproductie de balans tussen de cello en de elektronica achteraf kon worden bijgesteld. Black Rock Unfolding werd goed onthaald en Luc was duidelijk tevreden over zijn nieuwe creatie. Hij hield van de bevestiging van vele collega’s componisten, uitvoerders en fans en deelde graag zijn mails met kritieken en lovende commentaren. “Enfin, de eerste reacties van mensen (voornamelijk collega componisten) die de partituur al hebben gezien is overdonderend positief. Het zal in elk geval geen vervelend stuk zijn.” Uit een reactie van Benoïît Mernier die een daaropvolgend concert meemaakte in Brussel blijkt hoe belangrijk Luc het vond zinvolle feedback van collega-kenners te ontvangen. Het citaat uit een van zijn mails is sprekend en een voorbeeld van uitwisseling die helaas te weinig voorkomt. “Het is toch hartverwarmend dat een collega de moeite neemt om te komen en, vooral, om in z'n pen te kruipen om me te feliciteren, en zelfs nog zinnige commentaar te leveren op wat hij heeft gehoord. Ik vind dat belangrijk omdat ik m'n collega's als dusdanig beschouw en niet als concurrenten, zoals (helaas) sommige anderen wél doen. Toch even iets "speciaals", Benoît Mernier was in Brussel op het concert aanwezig, en dit is wat hij me 's nachts nog schreef. Dat wil ik je niet onthouden. Beste Luc,

8


Proficiat!!! Encore bravo pour ce concert! J'ai été très impressionné par la force et la cohérence des oeuvres de ce concert. J'ai surtout apprécié Oban que je connaissais (je sirote en ce moment un délicieux Glenlivet que je bois à ta santé!), la pièce pour violoncelle et ta pièce pour flûtes à bec et piano, instrumentalement tellement ingénieuse. Tu es le digne héritier de Jonathan Harvey! Le rapport entre l'électronique et le cello est vraiment super -c'est assez rare que pour le souligner et faire la liaison avec la musique de Harvey qui reste pour moi un modèle! La pièce est très forte, très cohérente. La forme est superbe avec une ligne et une direction que l'on suit pas à pas et dont on garde la trajectoire en mémoire! Rien d'anecdotique tout est essentiel! C'est une vraie réussite. Et puis quel interprète!!!

Een andere interessante reactie die ik in de marge wil meegeven is dan weer Luc’s ‘actie’ tegen zijn nominatie met het werk Black Rock Unfolding voor de Cultuurprijzen 2009. De brief die hij schreef naar het Ministerie is dermate interessant en typerend voor zijn engagement dat ik hem graag volledig citeer.

9


In de maanden die volgden op de eerste uitvoering werd de partituur vooral op het vlak van de organisatie van de elektronica meermaals verfijnd en aangepast. Het betrof vaak praktische aspecten als verandering van pedaal-cue’s naast kleine details wat de notatie van de harmonieken betreft. Mijn vraag om de coda met de dubbelgrepen-passage met 3de oktaaf-harmonieken te verlengen met een minuut extra muziek werd door Luc na wat

10


heen en weer-gemail gevolgd. Reeds vanaf de eerste uitvoering had ik het gevoel dat aan het einde na het grote climaxakkoord van de cadenza dat door de computer wordt aangehouden, ‘bevroren’ (een “freeze”) als pedaalakkoord, er meer tijd nodig was om muzikaal te ‘landen’. Er was naar mijn gevoel een proportieprobleem ten aanzien van de globale vorm van het stuk. Het was fijn te zien dat Luc ook daarover in dialoog kon gaan als het ten goede kwam aan een nog beter werkend resultaat. Ik denk nog na over een langer einde, ik denk zelfs dat ik dan de "freeze-reverb" een tijdje zal laten wegzakken, om dan voor het allereinde weer terug te komen om af te sluiten zoals het nu is. What do you think? Luc volgde in de mate van het mogelijke de uitvoering van zijn werken op de voet. Black Rock Unfolding werd binnen de drie jaar toch een tiental keer uitgevoerd. Luc stond erop zoveel mogelijk aanwezig te zijn. Memorabel en in zijn bijzijn waren de uitvoeringen in de Bozar te Brussel, de cellobieë nnale te Amsterdam en Images Sonores te Luik, de eerste keer trouwens dat een werk van Luc in Wallonieë werd gespeeld.

Cello Bieë nnale 2010, Muziekgebouw Amsterdam

11


In Luik tijdens het festival Images Sonores werd de herwerkte coda gepresenteerd in wat uiteindelijk de definitieve versie is geworden. Luc’s appreciatie aan de toenmalige algemene directeur Marie-Isabelle Collart van het Centre de Recherches et de Formation Musicales de Wallonie getuigt van zijn charme en altijd erkentelijke dankbaarheid. Je me réjouis de te rencontrer, et -qui sait- de revoir quelques gens que je connais à Liège. C'est la première fois (!!) que ma musique est jouée en Wallonie (j'exclue Bruxelles, bien entendu) et ça me fait incroyablement plaisir! Bon voilà, à très bientôt et une fois de plus un tout grand merci. De succesvolle ontvangst van Black Rock Unfolding in Luik en de vruchtbare ontmoeting met het Centre de Recherches et de Formation Musicales de Wallonie, dat ondertussen veranderd is van naam en nu Centre Henri Pousseur noemt, leverde vier jaar later in 2013 een nieuwe solowerk met elektronica op Ni fleurs ni couronnes: Monument pour Jonathan Harvey. In Oktober 2010 was Black Rock Unfolding geselecteerd door de Vlaamse Commissie voor de World Music days Zagreb. Het leescomiteé bestond uit Martijn Padding (voorzitter), Cornelis De Bondt en Jan van de Putte, bijgewoond door Rebecca Diependaele en Evelyne Lauwers. In het rapport stond de volgende beschouwing: "Een zeer expressief, theatraal werk, mooi in z'n dialoog met de elektronica; een scherp, energiek (tot nerveus) stuk, heel goed geschreven in een erg modernistische stijl. Een soort van achtbaan met constante actie." Helaas werd het werk weerhouden en kwam er uiteindelijk geen uitvoering van Black Rock Unfolding te Zagreb. Tussen 4 november en 6 december 2019 organiseerde de kunstcampus de Singel een hommage aan Luc’s oeuvre. De concertreeks The Whisky Tour bracht de zes whiskywerken naast een bescheiden tentoonstelling over zijn leven en werk met als titel, Luc’s geliefde uitspraak Nobody’s Perfect. De finale avond waar alle ensemble-, kamermuziek-, en solowerken werden gebracht was een mijlpaal in het Vlaamse muzieklandschap. Het was een bijzondere belevenis om Black Rock Unfolding exact tien jaar later nog es te kunnen spelen op wat zijn zestigste verjaardag zou zijn geweest. Hij was erbij die avond, dat voelde iedereen. Luc was aanwezig in de spectrale finesses, de stuwende muzikale energie van zijn muziek en de onverbloemde gulhartige virtuositeit 12


waar hij zo van hield. De vrolijke whiskyproever betoverde het publiek met benevelende klanken en liet nog maar es horen hoe onvervalst origineel en verrassend zijn muziek uit de hoek kan komen.

Arne Deforce, maart 2021

Een afbeelding van Luc en mezelf van de premieè re in de AMUZ volgt.

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.