3 minute read
d. Het beleid
01. Oproep tot beleid
D. Het beleid
De discussie over de waarde van beladen erfgoed is ontstaan vanuit een noodzaak tot het herbestemmen van de gebouwen. Sinds 2016 is er namelijk een Erfgoedwet die ervoor heeft gezorgd dat de gebouwen onder de aandacht kwamen. Deze wet legt namelijk archeologische objecten, monumenten en gebouwen in Nederland vast en beoordeeld de waarde. Hierin wordt bepaald welke gebouwen worden afgestoten en welke worden onderhouden door de staat.
Gebouwen zonder functie kunnen bijvoorbeeld worden afgestoten en in verkoop worden gezet. Leegstaand erfgoed heeft namelijk geen functionerende waarde voor de maatschappij en is te duur. Militair erfgoed zoals bunkers of nazibouwwerken zijn gevoelig voor lange leegstand door een lastige functiewijziging en belanden snel op een lijst voor verkoop. Bij de verkoop van deze beladen bouwwerken dienen zich voorstellen aan voor de herbestemmingen. Hier wordt om acceptatie van de maatschappij gevraagd.
4. Hoe dien je bij verkoop zwel publieke zaak als het monument. (2020, 31 oktober). Rijksvastgoedbedrijf. https://www.rijksvastgoedbedrijf.nl/vastgoed/vastgoed-in-beheer/wassenaar-commandopost-clingendael-ook-bekend-als-seyss-inquart
’s-Gravenhage, 25 maart 2019
GEZAMENLIJKE OPROEP,
Kabinet, staak de verkoop van het Rijksmonument Commandobunker Seyss-Inquart. Wij, bezorgde burgers, wetenschappers, herinneringscentra, belangenorganisaties en verenigingen, roepen het kabinet op om de openbare verkoop van het Rijksmonument “Commandobunker SeyssInquart” (S-I bunker) te staken daar men de toekomstige herbestemming moet baseren op de resultaten van: de verkenning van herinneringserfgoed door het ministerie van OCW, erfgoed om bij stil te staan; de samenhangende visie en het actieplan van de regering voor het beheer, behoud, onderzoeken en aan een breed publiek tonen van erfgoed en archeologie uit de Tweede Wereldoorlog. -----
Vandaar onze oproep: Kabinet, staak de verkoop van het Rijksmonument “Commandobunker Seyss-Inquart”. Respecteer de verkenning van herinneringserfgoed en zorg dat de resultaten van de samenhangende visie en actieplan, Motie 32820-267, gedragen wordt door een wetenschappelijke visie met voldoende maatschappelijk draagvlak.
01. Oproep tot beleid
D. Het beleid
Architectuur is, net als de jaarlijks terugkerende discussie over 4 en 5 mei, een afspiegeling van de een bepaalde tijdsgeest. Op basis van de idealen, inzichten en technieken wordt architectuur in een bepaalde periode gemaakt volgens de idealen die op dat moment aanwezig zijn. De architectuur uit 1940-1945 is dus ook een uiting van de periode met de daarbij horende idealen. In deze periode was nazi-Duitsland aan de macht in Nederland en dit kwam tot uiting in de architectuur.
De waarde van de Nationale Dodenherdenking is al sinds de bevrijding zelf ter discussie gesteld, terwijl de waarde van de architectuur uit deze tijd pas 70 jaar later ter discussie wordt gesteld. Dit komt omdat architectuur zich veel trager beweegt dan de maatschappij. Het duurt namelijk veel langer voordat een maatschappij de waarde van gebouwen ter discussie stelt. Nu de eerste generaties oorlogsveteranen uit de tijd begint te raken en de Nationale Dodenherdenking enkel door traditie in stand kan worden gehouden is de discussie over de waarde van architectuur uit de jaren 1940-1945 nog relevanter.
In tegenstelling tot het herdenkingsmoment zijn de gebouwen tijdloze herinneringen. De gebouwen veranderen in basis niet en blijven altijd een fysieke uiting van een tijdsgeest. Deze permanente uiting kan daarom een belangrijke rol spelen in de zeer noodzakelijke herinnering naar deze tijd. Juist nu de menselijke getuigen uit de tijd raken.
Echter, de intrinsieke interesse voor de herdenking van de Tweede Wereldoorlog neemt per generatie af, blijkt uit de interesse in de Nationale Dodenherdenking zelf. Het gebrek aan interesse en draagkracht voor de beladen gebouwen vanuit de maatschappij, zorgen voor leegstand en verval. Dit verval versterkt vooral de onduidelijke waarde van de bouwwerken.
Juist daarom is herbestemming van groot belang omdat het op deze wijze opnieuw dienst doet voor de maatschappij. Dit betekent dus dat het dienst moet doen als onafhankelijke functie die niet direct verbonden is aan de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor zal er acceptatie moeten komen vanuit de conservatieve zijde van het debat.
De weerstand tot het herbestemmen van deze bouwwerken is van grote waarde omdat de bouwwerken niet vanzelfsprekend geassocieerd worden met het beladen verleden vanuit de Tweede Wereldoorlog. Deze verhalen en kennis moeten heel duidelijk worden gemaakt om de monumentale waarde van de bouwwerken goed te reserveren. Door bij een herbestemming te kiezen voor een functie die onafhankelijk van de Tweede Wereldoorlog is, komt het beladen bouwwerk los te staan van het verleden en raakt ook de herinnering aan deze tijd verloren.
De herbestemming moet daarom een balans zijn tussen een nieuwe functie en een respectvolle doorkijk naar het beladen verleden. Alleen met deze balans is het mogelijk de tastbare herinneringen te behouden en de bouwwerken toekomstwaarde te geven.
Lege dam - 1972