7 minute read
IN THE SPOTLIGHT
IN DE SPOTLIGHT
VISSEN MET DE ZAKLAMP
Advertisement
Overdag valt er genoeg te beleven en zijn er voor de meeste vissers genoeg vissen te vangen. Tel daar de ochtend- en avondschemer bij op en je hoeft je als hengelaar echt niet te vervelen. Als soortenjager wil je alle soorten vangen. Dus ook de rakkers die overdag verstopt liggen en pas ’s nachts tevoorschijn komen. Voor deze visserij gaan we niet met een tent, stretcher en karperhengels op pad. We kiezen voor een handlijntje en zaklamp. Onze missie: de kleine modderkruiper.
In de spotlight gevangen: een bijna onzichtbare kleine modderkruiper Het is juni 2018 wanneer ik met een vismaat heb afgesproken om een eerste poging op de kleine modderkruiper te wagen. Een andere vriend die meer ervaring met zaklampvissen heeft moet helaas verstek laten gaan. Ik ben onderweg naar een locatie die we van hem hebben doorgekregen. Hij had het over een helder ondiep water waar een goed bestand aan modderkruipers zou moeten zitten. Ik stuiter wat in mijn stoel als ik stapvoets over een bospaadje rijd. Op de bijrijdersstoel ligt een klein schoudertasje gevuld met wat haakjes en loodjes, een zaklamp en een kleine vaste stok. Het is een uur voor zonsondergang wanneer ik in de verte iemand uit een auto zie stappen. Vismaat Roman is net voor mij aangekomen op de afgesproken locatie. We kletsen wat bij en lopen op ons gemak naar het water. De zon hangt al achter een rij bomen en in combinatie met het heldere water is het zicht in het water heel goed. We zien algen en waterplanten op de bodem en hiertussen open plekjes met licht zand. Zouden de modderkruipers later op die plekken verschijnen of kiezen ze toch meer voor de planten? Feit is dat we ze nu nog niet zien. Op een paar kleine voorntjes en wat kikkers na zien we nog geen leven in het water. We besluiten om bij de auto rustig op te tuigen en te wachten tot het echt donker wordt. De muggen zijn al wakker. Gekleed in korte broek en T-shirt fungeren wij nu als hun avondmaal. Volgende keer toch maar een flesje Deet in de schoudertas gooien.
STUKJE MESTPIER
Het water is zo’n twee meter breed met een hoge en een lage kade. Aan de lage kant kunnen we dichter bij het water komen. De begroeiing is er ook wat minder wild. In de schemer lopen we zo’n 50 meter langs het water, maar zien geen enkele vis en besluiten om te draaien. Wanneer we weer vlak bij de auto zijn, spot Roman iets wat op een klein takje lijkt. Wanneer ik naast hem sta zie ik midden in zijn bundel licht een bruin staafje liggen. Als het takje een klein beetje beweegt is het duidelijk; dit moet onze targetvis zijn! Roman heeft een ministukje mestpier op het haakje gezet en laat deze in het water zakken. Helaas schrikt de vis en schiet de algen in. Kans gemist. We zoeken verder en niet veel later is het mijn beurt en warempel; wanneer ik een wormpje voor de neus van de vis leg blijft de vis liggen. Het duurt een minuutje of twee, maar er begint wat beweging in de vis te komen. De vis draait de kop iets richting aas en de kieuwen beginnen wat sneller te bewegen. Dan opeens slurpt hij het aasje naar binnen. Ik sla aan en een seconde later sta ik met kronkelende prijs in de handen. Het is gelukt, wat gaaf! We bewonderen de vis en na wat foto’s mag hij weer zwemmen. We stappen twee meter en zien de volgende alweer liggen. Het lijkt hier te stikken van deze visjes. Roman heeft nog een paar pogingen nodig, maar voor middernacht heeft ook hij zijn eerste kleine modderkruiper te pakken. Als kers op de taart weet ik later ook nog mijn allereerste marmergrondel te vangen. Wat een topavond! De volgende jaren struinen we nog vele malen met een zaklamp langs verscheidene wateren. Met enige regelmaat spotten we kleine modderkruipers, maar nooit weten we er meer dan één per avond te vangen. Ik weet zelfs vaker te blanken dan te slagen bij deze vis. Geen makkie dus, die kleine modderkruiper.
Een marmergrondel als welkome bonus tijdens het vissen op kleine modderkruipers Opdracht geslaagd: de eerste kleine modderkruiper is binnen.
Als het takje beweegt is het duidelijk: dit is onze targetvis!
MINIHENGEL
Voor de zaklampvisserij heb je niet veel nodig. De vis zit vaak vlak voor je voeten in het kantje. Een (hand) lijn met een loodhagel en een haakje is dan al voldoende. Toch kies ik ervoor de lijn aan een telescoophengel te bevestigen. Als het water dieper is dan verwacht of de vis zit toch ver uit de kant, dan hoef je niet eerst te knopen en kun je snel je hengel
Een cuvet is een mooi hulpmiddel om gevangen vis te bestuderen. Deze bevat een montagu’s slijmvis uit een zout rotspoeltje.
De spotlight methode werkt in heel Europa, op verschillende watertypen. Deze Oost-Europese rivierdonderpad en reuzengrondel kwamen uit totaal verschillende biotopen.
uitschuiven, zonder de vis uit het oog te verliezen. Ik gebruik een hengel die ingeschoven zo’n 30 cm. lang is. Deze is mooi handzaam en zit niet in de weg wanneer ik met de lijn in de hand vis. Vaak vis ik met een doorgeknipte made of mestpier op een witvishaakje maat 24. Voor de kleinste vis kies ik zelfs een maat 30 of een speciale tanago-haak. Deze laat ik met de hand vlak voor de neus van een vis zakken. Vaak duurt het even voordat ze het aandurven om het aas te nemen. Laat je aas dus rustig een tijdje voor de neus liggen. Met deze manier van vissen kun je een vis precies ‘aanleggen’ of een specifiek exemplaar uitpikken. Daarnaast heb ik ook altijd een smal (plexi)glas bakje bij me, een zogenaamde cuvet. Dit is een geweldig hulpmiddel om de vis goed te bekijken en te fotograferen. Je vult het met water en omdat het een smal bakje is blijft de vis mooi recht liggen. Maak daarbij altijd je handen nat wanneer je een vis toch moet vasthouden, bijvoorbeeld bij het onthaken. Hierdoor beschadigt de slijmlaag veel minder snel. Dat is natuurlijk veel beter voor de vis.
EEN GOEDE LAMP
Ik gebruik tegenwoordig meestal een hoofdlamp. Hoewel het fijn is om je handen vrij te hebben kies ik er toch vaak voor om de lamp in de hand te houden. Een oever uitkammen gaat soepeler met een polsbeweging dan wanneer je je hele hoofd moeten draaien. Soms valt er net een vervelende reflectie op het water en dan helpt het om net uit een andere hoek te kunnen schijnen. Ik kies voor een zo sterk mogelijke lamp. Dat heeft voor- en nadelen. Een sterke lamp maakt het makkelijker om vis te spotten, maar het maakt de vis ook schuwer en verjaagt ze sneller. Met grote regelmaat staan we naar een stofwolkje te kijken als er weer een modderkruiper angstig is weggeschoten. Een dimbare of zelfs gekleurde lamp kan hier uitkomst bieden. Een vismaat van mij heeft een lamp met rood licht. We hebben opgemerkt dat de vis hier minder angstig op reageert. De theorie is dat de vis rood licht minder goed ziet en dus ook minder snel zal opschrikken. Maar een sterke, draagbare en betaalbare rode lamp is lastig te vinden. Het is heerlijk om in de nacht langs het water te struinen. Je zintuigen draaien overuren. Geuren en geluiden komen veel harder binnen dan overdag. Bijvoorbeeld de aroma’s van geknakt gras, lisdodde, slootwater en modder. Maar ook het geritsel in het riet, de plons van een geschrokken kikker, de roep van een ransuil of op sommige plaatsen in Nederland, de klap van een beverstaart op het water. Prachtig gewoon! Let er wel op dat je ’s nachts niet op elk water mag vissen. En vergeet ook je nachtvergunning niet.