REIS #4 – Confrontatie

Page 1

SOORT ARTIKEL

REIS NAAM ACHTERNAAM

NAAM ACHETRNAAM

De confrontatie

#4 2022 SEEDERDEBOER

REISDAG REISDAG301 303


SEEDERDEBOER

REISDAG 300

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


SOORT ARTIKEL GEDICHT

CARL NAAM GUSTAV ACHTERNAAM JUNG

NAAM ACHETRNAAM UNSPLASH / AUTOBAHN

‘Wanneer u eenzaam bent, komt dit omdat u zich isoleert. Wanneer u voldoende bescheiden bent, dan blijft u nooit eenzaam. Niets isoleert ons meer van andere mensen dan macht en prestige. Probeert u een trapje lager te gaan staan en leer bescheiden te worden, dan zult u nooit alleen zijn’ REISDAG 301


SEEDERDEBOER

REISDAG 302

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


EDITORIAL

H

JURGEN SCHUT

et is half negen ’s ochtends. Ik zit in een kring met zeven collega’s. Een jonge, ambitieuze groep mensen die net als ik allemaal rond de 29 jaar zijn. De trainingsruimte in Bosch en Duin is zo groot dat we maar een klein deel van de ruimte innemen. Twee mannen gaan ons begeleiden. De ene lijkt vooral bezig met de schilder die buiten aan het werk is, de andere maakt oogcontact met alle deelnemers. Hij heeft een mooie verweerde kop en loenst wat. Het is de start van een ‘personal try out.’ Wat blijft er van je over als je alle patronen doorbreekt? Wie ben je dan? Hopelijk blijft onze kern over die wij kunnen inzetten om veranderingen in organisaties teweeg te brengen. Op het moment van de try out ben ik projectleider van de grootste fusie in consultancy-land. Ik voel me heel belangrijk. Een jaar lang heb ik internationaal gewerkt om die fusie mogelijk te maken. Ik ben net terug in Nederland en ga de nieuwe organisatie in de Benelux voor achtduizend consultants verder vormgeven. Het spel meespelen met de grote mannen. Strategie bedenken, organisatie structureren, wie krijgt welke positie, de goede mensen, het leukste gebouw, de mooiste klanten en de grootschalige communicatiebijeenkomsten. Een schril contrast met de stilte vanochtend. Na een beperkt welkom vanuit de begeleiders, gebeurt er niks. Geen woorden over doel en programma van de week. Niets over de opzet van deze dag. Het enige vertrouwde zijn mijn collega’s. Het is onwennig en spannend. We worden in het diepe gegooid, ga maar aan de slag met elkaar. Hoe dan? Dit alles is bedoeld om de druk op te voeren. Wat doe je als er geen doel is? Wat gebeurt er met je? Wat laat je zien van jezelf? Acht consultants die prima weten wat ze moeten doen als er een doel en plan is, zijn bijna twee uur lang zo goed als stil. Ik schuif ongemakkelijk op mijn stoel en kijk geregeld om me heen. De meeste ogen zijn naar de grond of het plafond gericht. Iedereen is van slag en weet niet hoe hier invulling aan te

DUCO DE VRIES

geven. Om elf uur heb ik er genoeg van. ‘Gaan we hier nog iets doen? Ik heb het druk, ik moet een fusie begeleiden. Kun je uitleggen hoe het programma eruitziet en kunnen we starten? En misschien wel het belangrijkste: ik voel me hier niet thuis.’ De begeleider die de hele tijd met de schilder bezig was, reageert verrassend zacht. ‘Van mij hoef je hier niet te zitten. Dus als je liever gaat, dan kan dat. Je kan ook aan de slag gaan met de vraag waar jij je thuis voelt. Dan kun je het beste daar achterin de hoek zitten , buiten de groep. Ga maar voelen waar jij je thuis voelt.’ Normaliter was ik gegaan, weg van deze ongemakkelijke situatie. Doen wat ik moet doen en toegeven aan de druk van het werk. Door het woordje ‘thuis’ en de aandacht van de begeleider begin ik te twijfelen. Ik voel dat hij gelijk heeft. Wat is voor mij thuis? Dat weet ik niet en ik kan het zeker niet goed voelen. Ik heb vervolgens de hele week in de hoek van de trainingsruimte gezeten. Ik voelde me alleen, werd geregeld boos en verdrietig. Honderden keren heb ik bedacht om alsnog weg te gaan. Langzaam begon ik mijn lijf te voelen, iets dat ik volledig kwijt was. Dat gaf rust. Ik had gedachtes over mijn thuis. In mijn huis ben ik thuis, bij mijn gezin, bij mijn ouders. En bij mijn vrienden en de groep die in de andere hoek van de zaal zat. Ik kon het alleen niet voelen. Aan het einde van de week kreeg ik een intense fysieke ervaring. De loensende begeleider bleek een acupuncturist te zijn. Hij vroeg of hij één van mijn energiebanen open mocht zetten. Een naaldje in mijn oor en bij mijn milt. De opgeslagen woede knalde eruit. Schreeuwen, een lijf dat trilde, rennen, bewegen. Dat gaf lucht. Daarna kon ik mijn lijf beter voelen. Die ochtend was het begin van een jarenlange zoektocht om me vooral op één plek thuis te voelen: bij mezelf.

Jurgen Schut

Partner bij SeederDeBoer REISDAG 303


Collapse of Cohesion

Meesters in confrontatie

Ik hef nog hetzelfde gewicht...

REISDAG 331

REISDAG 342

‘Ik ben bang om iets te verliezen’

REISDAG 320

REISDAG 310


De werkelijkheid als wildernis

An Droid

Boys will be boys

Meer liefde

REISDAG 354

REISDAG 361

REISDAG 377

REISDAG 386


REIS / CONFRONTATIE #4 2022

SONGTEKST KAE TEMPEST

UNSPLASH

TUNNEL VISION

SEEDERDEBOER


REISDAG 308

Fragment uit het nummer Tunnel vision van Kae Tempest

The myth of the individual has left us disconnected, lost, and pitiful I'm out in the rain It's a cold night in London And I'm pleading with my loved ones to wake up and love more.

It was us who turned bleakly away Looked back down at our nails and our wedding plans In the face of a full-force gale, we said ‘Well, it's not up to us to make this place a better land.’

Existence is futile, so we don't engage But it was our boats that sailed, killed, stole, and made frail And it was our fuckin' banks that got bailed

REISDAG 307


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Ik ben bang om iets te verliezen’ Hoe dichter iemand bij hem staat, hoe lastiger hij confrontaties vindt. Albert Visscher, partner bij SeederDeBoer, heeft het bespreken van gevoelens niet van huis uit meegekregen. ‘Ik ben opgegroeid in een familie waar ruzies niet meer goed kwamen. Ze leidden ertoe dat we elkaar jaren niet meer zagen. Dan ga je conflicten liever uit de weg.’ REISDAG 308


REISDAG 309


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

W

ie het huis van Albert Visscher in Wassenaar binnenloopt kan niet anders dan constateren dat kunst een belangrijke rol in zijn leven speelt. In vrijwel elk vertrek hangen schilderijen en foto’s waar de partner van SeederDeBoer tijdens een rondleiding graag over vertelt. Hij bezoekt regelmatig musea en kunstbeurzen en verzamelde vroeger veel kunst. Dat is nu nauwelijks nog mogelijk omdat er letterlijk geen plek meer voor te vinden is. Waarom is kunst zo belangrijk voor je? ‘Kunst roept emoties op of geeft ze weer. Je kunt verliefd worden op kunst, afschuw voelen of troost vinden. Het laat je zelden onberoerd. Wel moet je een kunstwerk soms iets vaker zien voordat je het begrijpt, meestal stelt kunst meer vragen dan dat het antwoorden biedt. Daarmee is het ook een instrument om gesprekken en discussies op gang te brengen. Ik kan me geen huis zonder schilderijen voorstellen. Kunst raakt mij op veel verschillende manieren. Soms gaat het louter om schoonheid, een andere keer vertelt het een confronterend verhaal. Zo heb ik verschillende schilderijen van de kunstenaar Armen Eloyan met de titel Roof. Toen ik hem vroeg waarom het thema van zijn werk ‘daken’ was, zei hij dat het over zijn vader ging die uit Armenië was gevlucht. Kunst kan je ogen openen, een nieuw perspectief bieden. Ik bezocht een overzichtstentoonstelling van de Duitse fotograaf Michael Schmidt in Madrid. Die confronteerde mij met mijn beperkte kennis van Duitsland en vooroordelen. De ouders van mijn moeder waren behoorlijk anti-Duits en op weg naar ons vakantieadres in Italië reden we zo snel mogelijk door het land. De tentoonstelling toonde de rauwe werkelijkheid van de wederopbouw, hoe zwaar de mensen het hadden. Dat had ik me nooit gerealiseerd.’

‘Een confrontatie kan een verrijking zijn, alleen wordt het vaak vermeden’

Maakt je liefde voor kunst je een betere consultant? ‘Ik denk het wel, kunst leert je om met een bepaalde afstand naar dingen te kijken. Om niet meteen te oordelen, om er nog eens goed over na te denken. Het is niet voor niets dat wij bij SeederDeBoer Theory U centraal stellen. Dit procesmodel voor vernieuwing en transformatie van mens en organisatie omvat een diepgaande beweging, zoals in de letter U. Met deze theorie buig je complexe vraagstukken van deze tijd om naar een wezenlijke verandering, vanuit verbinding met jezelf, anderen en alle aspecten die met de vraag samenhangen. In Theory U staat openheid centraal, in hoofd, hart en wilskracht. Zo kijk je eigenlijk ook naar een schilderij, zonder oordeel want dat staat openheid in de weg. Oordelen zijn beperkend en belichten slechts een klein deel van de realiteit. Door je te laten raken en je in te leven, kan je hart zich REISDAG 310


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

DUCO DE VRIES

openen. Dat gebeurt door schoonheid te zien, dankbaarheid te voelen, en vertrouwen en nabijheid toe te staan. De kunst is om angst te erkennen en te voelen, en er voorbij te kunnen stappen. Moed kan de angst verdrijven. Het geeft kracht om angst in de ogen te kijken en los te laten. Het helpt om vrij te spreken en te handelen.’ Hoe belangrijk is het voor een consultant om de confrontatie aan te gaan? ‘Heel belangrijk, confrontaties hebben een reinigend effect. Wrijving geeft glans. En als je het echte probleem niet op tafel hebt, kun je het ook niet oplossen. Dan is er geen verbinding. Het is ingewikkeld om dat goed te doen. Een confrontatie kan een verrijking zijn, alleen wordt het vaak vermeden. Ik ben opgegroeid in een familie waar ruzies niet meer goed kwamen. Ze leidden ertoe dat we elkaar jaren niet meer zagen. Dan ga je conflicten liever uit de weg. Sinds mijn scheiding in 2013 kan ik privé beter met conflicten omgaan, maar hoe dichter iemand bij me staat, hoe lastiger ik dat vind. Met mijn dierbaren omgaan is spannend omdat de angst voor verlies dichterbij komt. Dan ga ik voorzichtiger handelen. Maar zoals mijn nieuwe liefde het mooi omschrijft: ‘Als je geen ruzie maakt kun je het ook niet goedmaken.' Zakelijk gezien ben ik niet bang om confrontaties aan te gaan. Ik was eens programmamanager van een groot transformatietraject. De klant wees iemand aan om mij te ondersteunen, maar die persoon was in mijn ogen niet voldoende capabel. Ik wilde daarom een van onze eigen mensen, iemand die ik echt kon vertrouwen, inzetten om mij te ondersteunen. De klant weigerde hiermee in te stemmen. Toen ik uiteindelijk dreigde om met het programma te stoppen, ging hij toch akkoord en is het programma mede door de inzet van mijn collega, een groot succes geworden. Ik ben bereid mijn functie neer te leggen om mijn zin door te drijven, als het echt niet anders kan. Als een klant niet werkelijk bereid is om te veranderen, stopt de samenwerking.’ Je bent voorzitter van de maatschap. Hoe gaan jullie daar met confrontaties om? ‘Als voorzitter in een maatschap ben je primus inter pares, een onder gelijken. Maar er moet iemand de dirigent zijn. Wrijving geeft dan wel glans, het zorgt ook voor een hoop gedoe. We zijn allemaal slimme, dominante ego’s. Het is bij tijd en wijle een hell of a job. Ik probeer de onderstroom bespreekbaar te krijgen, maar dat lukt niet altijd. Ik kan goed tussen de regels door luisteren, en me erg goed focussen, maar ben dan minder bereikbaar. Dat heb ik al mijn hele leven. REISDAG 311


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

Als ik me ergens op richt, vervaagt de omgeving. Ik kan eindeloos doorgaan. Op het werk ben ik energiek, eigenwijs, op de details gericht en heb ik het overzicht. Soms ben ik een tikkeltje dominant. Ik denk dat de andere partners zouden willen dat ik me meer uitspreek. In een maatschap kom je bijna vanzelf in een familiestructuur terecht. We kennen elkaar al heel lang. Dan denk je te weten hoe de ander denkt en welke kant een reactie of oplossing zal opgaan. Het voelt voor mij bijna tegennatuurlijk om iemand in je familie tegen te spreken.’ Hoe zorgen jullie ervoor dat dit wel gebeurt? ‘We worden daarin begeleid. We maken onder meer gebruik van systemisch werken waarbij de onderlinge verhoudingen helder worden. Een opstelling geeft veel inzicht waarbij je in eerste instantie met jezelf en jouw overtuigingen wordt geconfronteerd. De bijeenkomsten zorgen er voor dat je elkaar beter gaat begrijpen. Waarom iemand doet zoals ‘ie doet. Dat geeft ruimte om patronen te doorbreken, en mij handvaten om een andere bril op te zetten, anders naar iemand te luisteren of naar gedrag te kijken. Zo kun je uiteindelijk effectiever met elkaar samenwerken en succesvol zijn. Ik gun elk directieteam zo’n traject. Het ontbreekt alleen vaak aan moed om jezelf te laten zien, om je kwetsbaar op te stellen. Veel mensen hebben een harnas om zich heen. In directies heerst nog vaak een machocultuur en de angst om je positie te verliezen. Kwetsbaarheid wordt als zwak ervaren. Maar als jij jezelf meer laat zien, ontstaat er verbinding en meer effectiviteit. Het bespreken van gevoelens heb ik ook niet van huis uit meegekregen. Ik had in het begin ook veel weerstand om het echte gesprek te voeren. Dat heeft mij ongetwijfeld ook parten gespeeld in de relatie met mijn exvrouw. We durfden niet te delen wat we echt dachten of voelden.’ Wat voor impact had de scheiding op jou? ‘Ik werd echt wakker geschud. Voor mijn gevoel werd het fundament onder me vandaan geslagen. Achteraf voel ik me schuldig dat ik er te weinig was, ik maakte veel uren op kantoor. De scheiding was een emotional drain, het kost veel energie om al die emoties te verwerken en alles een plek te geven. Ik ben vijftien kilo kwijtgeraakt, kon bijna niet eten. Het was een soort rouwverwerking. Ik kreeg ongelooflijk veel steun van mijn collega-partners. Er was veel ruimte en begrip. Dat was mooi en bijzonder. Ik heb alle zeilen bijgezet om mijn werk te kunnen blijven doen, en ik denk niet dat de medewerkers er iets van hebben meegekregen. Thuis zat ik als een zombie op de bank. Ik vond het lang moeilijk om mezelf te laten zien of om over mezelf te praten, om echte verbinding te maken. REISDAG 312

#4 2022


SOORT ARTIKEL INTERVIEW

NAAM DOMINIQUE ACHTERNAAM HAIJTEMA

NAAM DUCO ACHETRNAAM DE VRIES

‘Het ontbreekt vaak aan moed om jezelf te laten zien, om je kwetsbaar op te stellen’

REISDAG 313


SEEDERDEBOER

Albert Visscher (1965) studeerde bestuurskunde, werkte als bankier bij Mees & Hope en daarna als consultant bij Ernst & Young (later Cap Gemini). In 2007 stapte hij over naar SeederDeBoer. Hij woont samen met zijn nieuwe partner en het samengesteld gezin bestaat uit zes kinderen.

REISDAG 314

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

DUCO DE VRIES

Waar komt dat vandaan?

Het is waarschijnlijk een dooddoener, maar het gaat altijd over verbinding in het leven. Je hebt liefde en aandacht nodig om te kunnen overleven. Ik ben bang om te verliezen, dat is soms dominanter dan de wil om te verbinden. Daarin heeft de scheiding me verder gebracht, het heeft me meer open gemaakt. Daardoor heb ik ook andere gesprekken gekregen met klanten, ik krijg meer oprechte verhalen te horen. Dan ontstaat verbinding bijna als vanzelf.’ Hoe was de scheiding voor jullie kinderen? ‘Het is heel zwaar om je kinderen te vertellen dat je gaat scheiden. Dat is een moment dat ik nooit meer vergeet. Het was een mooie zonnige ochtend en we brachten het nieuws tijdens het ontbijt. We hadden er voldoende tijd voor gereserveerd. De kinderen reageerden zwaar geëmotioneerd, sloegen dicht en vluchtten naar hun kamer. Dan moet je honderd procent aanwezig en beschikbaar zijn. Niemand wil dat zijn of haar kinderen lijden. Inmiddels begrijpen ze het beter, maar het blijft ingewikkeld dat ze in twee verschillende werelden terecht zijn gekomen. In één huishouden kun je makkelijker met elkaar polderen. Ik vind het mooi dat ze nu ook kritisch durven zijn en zich meer uitspreken. Zo is mijn dochter heel goed in het verwoorden van wat zij voelt. ‘Pap, dat is allemaal leuk en aardig wat jij vindt en denkt, maar je zult nooit weten hoe het voelt om een kind van gescheiden ouders te zijn.’ Vraag je anderen makkelijk om hulp? ‘Dat doe ik te weinig. Ik heb van huis uit meegekregen dat je het zelf moet doen, je eigen boontjes moet doppen. Dat is ook mijn overtuiging: je zult gewoon werken voor de kost. Niet zeuren, maar gewoon doen. Om hulp vragen hoort daar zeker niet bij.’

‘Misschien omdat ik uit een arbeidersgezin kom met een vader die gemeenteschilder was en een moeder die de kleuterschool en bibliotheek schoonmaakte. Ze waren intelligent, maar niet ontwikkeld. Mijn vader werkte van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Omdat mijn vader de boerderij van zijn vader moest afbetalen, ging hij als schilder werken, terwijl hij graag leerde en allemaal tienen haalde op de LTS. Tot zijn teleurstelling kwamen mijn opa en oma niet eens naar de diploma-uitreiking. Hij moest zijn salaris inleveren en kreeg er een beetje zakgeld voor terug. Dat is zeker een verklaring voor een deel van mijn drive en vechtlust. Om ervoor te knokken dat het anders en beter kan. Toen ik in Leiden ging studeren ging de wereld voor mij open. Ik had geen flauw idee wat het inhield, dat had nooit eerder iemand in mijn familie gedaan. Na mijn afstuderen startte ik als managementtrainee bij de bank Mees & Hope. Ik was de enige trainee die geen lid van het studentencorps was geweest. Die sociale klasse kende ik niet. Dat was de upper class van Nederland. Van deze periode in mijn leven heb ik veel geleerd. Het voelde als een bevrijding om uit mijn bubbel te stappen.’ Is het niet ook confronterend om uit je bubbel te stappen? ‘Ja, het kost kracht en energie. Je hebt vooral de wil nodig om dingen anders te doen. Ik voelde ook irritatie over mijn omgeving toen ik opgroeide, en wilde iedereen laten zien wat ik kon bereiken. Elke keer als je jouw community verlaat kom je erachter hoe houdbaar andere sociale relaties zijn. Ook na een verhuizing blijkt vaak dat sommige vriendschappen flinterdun zijn. Ik heb behoefte aan diepgang, en liever minder vrienden met wie het ook ergens over mag gaan. Ik voel het nu vooral als een voorrecht dat ik me in verschillende werelden gemakkelijk kan bewegen. Dat is allesbehalve vanzelfsprekend. Waar ik me zorgen om maak is de steeds verdergaande polarisatie in onze samenleving.’ REISDAG 315


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Waar merk je dat aan? ‘Ik was laatst met familie bij pretpark Slagharen. Daar zag ik allerlei lagen uit onze samenleving, zoals veel mensen met obesitas, die er ongezond en onverzorgd uitzagen. We leven in toenemende mate niet met, maar naast elkaar. Mijn vrouw was bij een vaccinatie-bus in de Haagse Schilderswijk om er daar achter te komen dat er geen Nederlandstalige formulieren beschikbaar waren. We wonen in Wassenaar ook in een bubbel, de kinderen gaan naar hockey, wij zijn hoog opgeleid en ik werk in een bedrijf met alleen maar hoog opgeleide mensen. We worden niet blootgesteld aan de zorgen en problemen van andere groepen in de samenleving en kunnen ons wellicht moeilijker in anderen inleven. Ik las bijvoorbeeld laatst dat elke jurist wel een bouwvakker kent, maar weinig bouwvakkers een jurist.’ Waarom bestaat de maatschap bij SeederDeBoer alleen uit hoogopgeleide witte mannen? ‘Er zijn een heleboel verschillen tussen ons en ik denk dat dit ook een van de reden is waarom we succesvol zijn. We vullen elkaar perfect aan. Natuurlijk willen we meer vrouwen als partner, maar de vraag is of we dat in het verleden in voldoende mate hebben uitgestraald. Dat denk ik niet. Inmiddels hebben we wel meer vrouwen dan mannen in dienst en is de verwachting dat het niet meer lang zal duren voordat een aantal vrouwen zal toetreden tot de maatschap. Het gaat natuurlijk niet alleen over het aantal vrouwen, maar over de feminiene en masculiene kwaliteiten die in balans moeten zijn.’

REISDAG 316

Hoe kun je meer diversiteit realiseren? ‘Een eerste belangrijke stap is de dialoog over diversiteit en inclusie te stimuleren. Dit zorgt voor meer bewustwording. Ik ben er trots op dat we met ons hele bedrijf diversiteits-sessies hebben georganiseerd. Daar voerden we openhartige gesprekken met elkaar. Bijvoorbeeld over onderwerpen als schaamte en veiligheid. Hoe creëer je een veilige omgeving met elkaar? En gebruiken we wel de juiste taal in onze communicatie naar buiten? Zijn we benaderbaar genoeg voor doelgroepen uit andere ‘bubbels’? Zelf ervaar ik tenslotte ook dat het niet gemakkelijk is om over de grens van je eigen bubbel heen te kijken. De sessies hebben mij bewuster gemaakt en aan het denken gezet. Ikzelf heb ook een ‘onbewuste bias’ en straal niet altijd uit dat ik benaderbaar ben. Het is goed om tegenspraak te organiseren. We willen ons als partners niet laten omringen door een hofhouding van gelijkgestemden en ‘ja-knikkers’. We willen graag weten wat er echt aan de hand is, ook al wil je dat natuurlijk niet altijd horen. Het blijft een uitdaging om actief mensen te raadplegen die zaken vanuit een heel ander perspectief bekijken, maar dat is tenslotte diversiteit.’


REISADVIES

'WAT GA JE DAN NIET MEER DOEN?' VROEG MIJN LEIDINGGEVENDE TOEN IK EEN DAG MINDER WILDE WERKEN OMDAT IK MIJN EERSTE KIND VERWACHTTE. ‘EH, NIETS NATUURLIJK’, STOTTERDE IK. ‘HET WERK MOET TOCH GEBEUREN.’ IK BLEEF FULLTIME WERKEN, MAAR MEER FLEXIBEL. DAAR BEN IK BLIJ MEE,ANDERS HAD IK ME MINDER SNEL ONTPLOOID. LINDA SAS Bestuurder AFM (Autoriteit Financiële Markten)


REIS / CONFRONTATIE

The collapse of cohesion

SEEDERDEBOER

REISDAG 318

#4 2022


BEELDVERHAAL

LEVI VAN VELUW

Tectonic plates — Houtskooltekening | Detail


Implosion — Houtskooltekening | 120cm x 205cm



SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

↑ Hole — Houtskooltekening | 120cm x 205cm

↓ Exploded III — Houtskooltekening | 51cm x 73cm

REISDAG 322


BEELDVERHAAL

LEVI VAN VELUW

↑ Wind — Houtskooltekening | 51cm x 73cm

↓ Structure II — Houtskooltekening | 51cm x 73cm

REISDAG 323


Archive — Houtskooltekening | 120cm x 205cm



SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

↑ Hole of light — Houtskooltekening | Detail

REISDAG 326


BEELDVERHAAL

LEVI VAN VELUW

↑ Grid — Houtskooltekening | 120cm x 205cm

The Collapse of Cohesion is een serie houtskooltekeningen, installaties en films met elementen uit de kinderkamer van kunstenaar Levi van Veluw (1985). Hij onderzoekt met dit werk de thema’s chaos, controle en zijn jeugd. The Collapse of Cohesion laat een archiefkamer zien die gevuld is met grote symmetrische kastenstructuren. Daar zitten meer dan vijftienhonderd keurig gerangschikte wiskundige vormen in: icosaëders. Wanneer de kasten door een onbekende oorzaak omvallen, neemt de zwaartekracht het over en ontstaat een fundamentele, voortdurende strijd tussen het verlangen naar orde en de kracht van de natuur. Visioenen van instortende bureaus, vallende en exploderende kasten markeren het moment van disruptie. The Collapse of Cohesion ontstond met tekeningen, voor Levi van Veluw de meest vrije fase van expressie waarin de werkelijkheid uit het niets ontstaat. Via installaties, foto’s en films heeft hij dit vertaald naar de driedimensionale werkelijkheid. De thema’s controle, orde en structuur kwamen al eerder terug in het werk van Van Veluw. Levi van Veluw studeerde in 2007 af aan de Artez Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. Zijn werk is onder andere opgenomen in de collectie van museum Voorlinden en verkrijgbaar via Galerie Ron Mandos.

REISDAG 327


SEEDERDEBOER

The Factory II — Houtskooltekening | detail

REISDAG 328

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


PORTRET

DOMINIQUE HAIJTEMA / MILOE VAN BEEK

MALOU VAN BREEVOORT

Het beest in de bek kijken Ze gaan door waar anderen stoppen, laten hun stem horen of dagen anderen uit om meer uit zichzelf te halen. In gesprek met vier meesters in confrontatie over idealen, drijfveren en de lessen die zij leerden. ‘Ik wil de bullshit uit mijn leven verwijderen.’

REISDAG REISDAG 329 329


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

Sander Aarts (42) vocht in Afghanistan en is Ridder in de Orde van OranjeNassau. ‘Status of werk is eigenlijk bijzaak.’ ‘Ik word veel ingehuurd voor de stoere verhalen, maar in mijn boek, presentaties en trainingen gaat het er over wat je leert van heftige ervaringen: hulp kunnen vragen en emoties toestaan. Dat is geen vanzelfsprekendheid in situaties waar het gaat om leven en dood. Dan wordt er een soort jachtinstinct aangewakkerd waarbij je juist berekenend en koel te werk moet gaan. Ik heb defensie verlaten omdat ik een betere vader wilde zijn. Ik voelde me altijd schuldig dat ik zo weinig thuis was. Het afscheid was een soort rouwproces, ik moest echt afkicken van de adrenaline. Het is pittig om er ineens niet meer bij te horen. Ik kreeg in die tijd een affaire met een andere vrouw, achteraf gezien verdoofde ik daar de rouw wat mee, het was een mooie afleiding. Ik vind integriteit en loyaliteit belangrijk, en besloot het daarom aan mijn vrouw te vertellen. We belandden in een diep dal, en na een tijd maakte ze me duidelijk dat ze absoluut geen vechtscheiding wilde, ook niet als ik voor de andere vrouw zou kiezen. Ik stopte met de affaire en realiseerde ik me hoe verslavend het contact met alle appjes was geweest. Ik verdiepte me vervolgens in verschillende soorten persoonlijke ontwikkeling en kwam erachter dat ratio niet de oplossing is, pas als je je hart durft te openen ontstaat echte verbinding. Dat is iets anders dan kwetsbaarheid, het gaat volgens mij om menselijkheid. Als ik met iemand praat, wil ik me geen zorgen hoeven te maken over hoe ik overkom, ik wil gewoon vertellen wat ik echt denk en voel. Bij REISDAG 330

#4 2022

hele masculiene mannen denk ik vooral aan een onzeker jongetje dat ontzettend hard zijn best doet, een jongetje dat ik het liefst een knuffel zou geven. Het is toch prachtig als je onzeker bent? Wat weten wij nou zeker? In onze trainingen leren de deelnemers fysieke, emotionele en mentale grenzen te verleggen. Ze worden geconfronteerd met extreem ongemak en denken regelmatig dat ze niet verder kunnen. We proberen door de pantsers heen te breken, mensen kunnen veel meer dan ze denken. Iedereen haalt het. De overwinning is euforisch, maar daarvoor moet de laatste fase het heftigst zijn. We zitten vaak gevangen in ons hoofd. Een typisch beperkende overtuiging is: ‘ik ben niet goed genoeg.’ Daar had ik zelf ook last van. Daarom besteden we bijvoorbeeld veel aandacht aan uiterlijkheden of proberen op social media een schijnwereld hoog te houden. Als je denkt dat je niet goed genoeg bent, moet je steeds van alles doen om liefde of aandacht te mogen ontvangen. Dat is niet houdbaar en leidt tot angst, verdriet of burnouts. We maken het onszelf zo ontzettend moeilijk door al dat denken en het vastzitten in bepaalde systemen. Je bent niet je functieprofiel. Status of werk is eigenlijk bijzaak. Het leven wordt veel leuker als je niet steeds probeert alles naar je hand te zetten. Mijn zoon confronteert mij daar bijvoorbeeld mee. Hij heeft autisme en is niet zeker over zijn sekse of seksualiteit. Doordat hij zich anders gedraagt of irritatie oproept, dwingt hij mij om verder dan het gedrag te kijken en mijn eigen oordelen en overtuigingen te onderzoeken. Nadat ik een interview had gegeven over mijn relatie met hem, kreeg ik verzoeken van ouders of ik kon helpen met hun autistische kind. Maar dan besteed je het probleem alleen maar uit. Het heeft weinig zin om je kinderen proberen te veranderen. Dat werkt juist averechts, niet oordelen, liefde, vrijheid en een beetje sturing geven werkt wel. Onvoorwaardelijke liefde is volgens mij de persoon achter gedrag te blijven zien. Dat is nog best lastig, maar wel de belangrijkste les die ik hier op aarde te leren heb. De rest is bullshit. Het is mijn missie om dat uit mijn leven te verwijderen.’



REISDAG 332


PORTRET

DOMINIQUE HAIJTEMA / MILOE VAN BEEK

Michelle van Tongerloo (38) is huis- en straatarts in Rotterdam en schrijft voor De Correspondent. ‘Ik zie mezelf als klokkenluider.’ ‘Ik werk in een huisartsenpraktijk in Rotterdam-Zuid, heb spreekuren voor arbeidsmigranten, verslaafden en daklozen. Ik loop niet met spandoeken op straat, maar ben wel activistisch. Wat ik meemaak tijdens mijn consulten schrijf ik op de achterkant van receptenblaadjes en werk ik later uit tot stukken. Zo laat ik mensen kennismaken met de rauwe werkelijkheid van mijn spreekkamer. Ik krijg veel mooie reacties op mijn stukken en soms ook kritiek, dat ik onvoldoende oplossingen bied bijvoorbeeld. Natuurlijk trek ik me dat aan, maar tegelijkertijd ben ik geen politicus of bestuurder. Ik zie mezelf meer als klokkenluider. Als kind zette ik me al in voor kwetsbare mensen, maar wist niet wat ik wilde worden. Mijn vader is arts en geneeskunde lag voor de hand. Na een jaar stopte ik. Ik vond het niet inspirerend, het ging te veel om pleisters plakken. In een opwelling deed ik toelatingsexamen voor de kunstacademie in Breda. Maar daar ontdekte ik dat ik geneeskunde miste en uiteindelijk ben ik afgestudeerd als huisarts en fotograaf. Ik bleek totaal ongeschikt voor ziekenhuizen, ik vond en vind het reparatiefabrieken. Ik kijk breder, veel ziektes worden veroorzaakt door stress, armoede en een ongezonde levensstijl. Als arts moet je contact maken met je patiënten en daar is in ziekenhuizen vaak geen tijd voor. Er zijn veel protocollen en de werkdruk is hoog. Daarom koos ik voor huisartsengeneeskunde. Ik wilde in Rotterdam werken vanwege de grote steden problematiek,

MALOU VAN BREEVOORT

maar liep ook stage in een Brabants dorpje en draaide na mijn afstuderen een tijd mee in een praktijk in Wassenaar. Voor beide plekken was ik te rauw, te ruw, ik kan niks met opsmuk en spelletjes, met mensen die zich niet kwetsbaar kunnen opstellen. Zelfs de verslaafden die me met enige regelmaat voorliegen voelen eerlijker. In Rotterdam moest ik ook de communicatiestrategie loslaten die we tijdens de opleiding leerden. Hokjes afvinken en kille standaardvragen – ‘wat vind je er zelf van dat je dakloos en verslaafd bent’ – werken niet bij deze groep kwetsbare mensen die al van het kastje naar de muur zijn gestuurd. Ze prikken zo door onoprechtheid heen. Ik moest onderzoeken waar ik zelf vandaan kwam, hoe ik kijk, welke oordelen ik heb. Compassie tonen, ruimte geven, openstaan, eerlijk zijn. Ik ben voor veel mensen een soort eindpunt, een laatste vangnetvoorziening. Er is nu meer drugsgebruik en de dakloosheid neemt toe, terwijl er minder gecoördineerde hulp of regie is. Wie de weg kwijtraakt in de complexe systemen, loketten en regels, komt op straat terecht en wordt daar vaak steeds zieker. Ik zie ex-gevangenen die niet goed worden begeleid en door hun medicijnverslaving dakloos raken, uitgeprocedeerde asielzoekers die ik elke week verder zie vermageren, die gewond naar het spreekuur komen omdat ze in elkaar zijn geslagen. ‘Er is niks meer voor jou hier,’ zeg ik tegen hen. ‘Wil je niet terug naar je geboorteland?’ Vaak zeggen ze nog liever op straat dood te gaan. De maatschappij wordt steeds harder, er is minder onderlinge solidariteit. Dat heeft iets te maken met verschuivingen in de politiek en een groter wordende inkomenskloof. Mensen die hard werken onder slechte omstandigheden en toch het einde van de maand bijna niet halen, reageren dat vaker af op immigranten of een buurman die zwart bijklust. Ik kom voor mijn patiënten op. Als ze gewond worden geweigerd bij de eerste hulp omdat ze geen geld bij zich hebben hang ik boos aan de telefoon. De focus ligt tegenwoordig te veel op zelfredzaamheid, op iemands eigen sociale netwerk. We hebben menselijkheid ingeruild voor efficiëntie.’ REISDAG 333


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

Eric Smit (55) is een van de oprichters van Follow The Money. ‘We zijn een hofleverancier voor Kamervragen.’ ‘We stonden in 2015 op het punt om failliet te gaan en moesten keihard saneren. Gelukkig vonden we investeerders en een goede uitgever om een nieuwe start te maken. Inmiddels hebben wij ruim 31.000 leden en groeien we nog steeds. Ik heb nachten wakker gelegen, maar altijd een onverwoestbaar vertrouwen gehad dat je kwaliteitsjournalistiek aan de man kunt brengen. Journalistiek heeft een publieke functie: het controleren van de macht. Zo'n bedrijf moet een maatschappelijke onderneming zijn. Zo opereren we met een begrensde rendementseis waarbij we onszelf of de investeerders niet te veel kunnen uitkeren. Daarmee is onze onafhankelijkheid gewaarborgd. Het gaat nu goed, daar mogen we trots op zijn. Maar niet te lang, je bent altijd zo goed als je laatste stuk. Follow the Money is een zeewaardig schip en goed op stoom, maar we moeten niet lek worden geschoten. Journalisten brengen misstanden aan het licht zodat er iets aan kan worden gedaan. Het duurt vaak lang voordat je iets van impact ziet. Onze dossiers zijn nooit klaar. Zo houden we ons al een tijd bezig met de zorgsector en dat zal niet snel veranderen. Het gaat bijvoorbeeld over ‘zorgcowboy’s’, ondernemers die de zorg zien als een manier om veel geld te verdienen. Er gebeurt een hoop in die sector, de afgelopen anderhalf jaar zijn we zowat een hofleverancier voor Kamervragen geweest. Het is mooi om te zien dat journalistiek invloed heeft en effect sorteert. Veel zaken die in Den Haag gebeuren zijn niet goed zichtbaar, zoals het afschaffen van de dividendbelasting. Dat stond eerst in geen enkel partijprogramma en later wel in het regeerakREISDAG 334

#4 2022

koord. VNO-NCW lobbyde daar al een tijd voor, en er werd een wetenschappelijk rapport bijgehaald waar Shell en VNO-NCW voor hadden gelobbyd. Door de ophef die ontstond en het besluit van Unilever om Nederland de rug toe te keren, bleef de dividendbelasting in tact. Het niveau en de kwaliteit van veel parlementsleden vind ik bedroevend. Waarom is er geen verplichte tweejarige opleiding voordat iemand parlementslid mag worden. Ook zorgwekkend vind ik het dat een groot deel van de Nederlandse pers in handen is van een klein aantal uitgevers. Dat de Persgroep van de familie Van Thillo zomaar Nu.nl kan overnemen is absurd. Zij willen kranten verkopen, maar het kunnen net zo goed stofzuigers zijn. Ondertussen worden redacties verder uitgekleed en freelancers slechter betaald. Journalistiek is gebaat bij verschillende soorten onafhankelijke media. Niet de winst moet worden gemaximaliseerd, maar de missie. Natuurlijk moet je een gezond bedrijf hebben, maar dat kan met minder winst zonder te veel risico’s te lopen. Je hoeft jezelf geen miljoenen uit te keren. Wij hebben het geld van onze leden alleen in beheer, zij kopen de belofte dat wij er journalistiek mee bedrijven. Ik zou mezelf nooit recht in de spiegel kunnen aankijken als ik dit bedrijf zo opzet dat ik er veel geld mee verdien. Het gaat mij om het grotere doel: zoveel mogelijk journalistieke slagkracht creëren en maatschappelijke betekenis hebben. Toen ondernemer Nina Brink (voormalig WorldOnline topvrouw, red.) jarenlang tegen mij procedeerde en beslag legde op mijn bezittingen, realiseerde ik me hoe kwetsbaar je bent als journalist, zeker als freelancer. Je hebt wel rugdekking nodig, die kreeg ik gelukkig ook. Wij hebben daarom ook bij Follow The Money financiële reserves opgebouwd, als buffer voor mogelijke rechtszaken. Ik hoef zo’n debacle zeker niet nog eens mee te maken, maar ik laat me ook niet zomaar naar de slachtbank leiden. Ik ben niet bang voor confrontaties, dat zit al van kinds af aan in mijn karakter en past bij dit type journalistiek. Het betekent niet dat ik het nooit eng vind. Ik ken zeker angst, maar omarm het liever in plaats van ervoor weg te lopen. Het is er toch en dan kun je het beest maar beter in de bek kijken.’


SOORT ARTIKEL

NAAM ACHTERNAAM

NAAM ACHETRNAAM

REISDAG 335


REISDAG 336


PORTRET

DOMINIQUE HAIJTEMA / MILOE VAN BEEK

Katja Staartjes (58) beklom als eerste Nederlandse vrouw de Mount Everest. ‘Een berg beklimmen is een voorrecht.’ ‘In mijn boek ‘Topteams’ staan de lessen van 20 jaar bergbeklimmen. Bij het overleven op grote hoogte kom je fysieke en mentale grenzen tegen, alle maskers vallen af. In de bergen ben ik extreem gefocust, alles gebeurt er op het scherpst van de snede. Ik kijk goed, praat weinig – sowieso moeilijk bij twintig graden onder nul – en beslis snel en doelgericht. Voor mij is de top halen nooit belangrijker dan iemands leven. Succes haal je met z’n allen, om die reden ben ik wel eens vlakbij de top teruggegaan om te kijken of een verzwakt teamlid het redde. Een keer stelde een sponsor ons een bonus in het vooruitzicht voor het bereiken van de top. Ik heb ervoor bedankt, ik wilde niet dat een perverse prikkel mijn besluiten zou beïnvloeden. Het geloof in een missie moet altijd leidend zijn, een berg beklimmen is een voorrecht waarvoor je intrinsiek gemotiveerd moet zijn. Toen ik studeerde maakte ik voor het eerst een tocht door de Alpen. Ik vond het meteen geweldig, de grootse natuur, het uitzicht, de stilte, de fysieke inspanning van het klimmen. Ook de band die je opbouwt met je teamgenoten vond ik meteen bijzonder, je bent afhankelijk van elkaar om je doel te bereiken en daardoor verbonden. Je moet zorgen dat je onderweg dezelfde koers blijft varen. Dat kan alleen als het basiskamp op orde is, daarom is de teamselectie zo belangrijk. Na die eerste tocht ben ik gaan bergbeklimmen, steeds hoger. Om te kunnen klimmen moet je fysiek en mentaal sterk zijn, veerkracht is essentieel, flexibiliteit, relativeringsvermogen en positief denken. Je

MALOU VAN BREEVOORT

moet elkaar onderweg kunnen motiveren, zeker als mensen moe of gestrest zijn. Een expeditieleider moet vertrouwen uitstralen, prioriteiten kunnen stellen, grenzen bewaken en snel kunnen handelen. Als wij na een lange klimdag op grote hoogte eerst nog twee uur in de sneeuw een plateau moeten hakken om de tent op te kunnen zetten, en vervolgens sneeuw moeten smelten voor een kop thee, ontstaan er natuurlijk irritaties. Het vraagt persoonlijk leiderschap en professionaliteit om daarmee om te gaan, je moet je aanpassen aan de omstandigheden en met je eigen beperkingen kunnen omgaan. Zo ben ik een perfectionist en had ik lang de neiging om aan het einde van een klimdag te analyseren wat we anders en beter hadden kunnen doen. Dat verpest de sfeer. Mede dankzij mijn man Henk die mij resoluut de mond snoert of een relativerende grap maakt kan ik beter mijn mond houden. Tijdens een tocht door Nepal raakten we in de stromende regen verdwaald in een bergachtig oerwoud en ontdekten een vers spoor. Na analyse concludeerden we dat het afkomstig bleek van een beer. Ik raakte in paniek en vroeg me af hoe we uit deze wildernis moesten komen. Henk en onze Nepalese teamgenoot bleven gelukkig rustig en uiteindelijk vonden we een uitweg. Elkaar ondersteunen en geen verwijten maken, ook dat is teamwork. De tochten door Nepal leerden mij dat gezondheid en vrijheid voorrechten zijn. Wekenlang onder barre omstandigheden leven uit een rugzak maakt een warme douche en een koelkast gevuld met vers eten tot iets hemels. Als alles altijd in overvloed aanwezig is, wordt het normaal en wil je steeds meer. De bergen helpen me dankbaar te zijn voor het ogenschijnlijk gewone. In 2019 waren Henk en ik voor het laatst op 8000 meter. Ik denk dat ik dat nog steeds kan halen, maar het is welletjes. Henk en ik worden ook geconfronteerd met onze leeftijd. Ik wil niet achterin hangen of anderen mijn spullen laten dragen. Ambities hebben we overigens nog genoeg, het Dolpo gebied in Nepal verder exploreren en de Pyreneeën oversteken. En dichtbij huis in de Sallandse heuvelrug is het ook prachtig wandelen. Klimmen en wandelen blijven mijn manieren om tot mezelf te komen en te reflecteren.’ REISDAG 337


COLUMN

STINE JENSEN

S

oms kan het zalig te zijn om je te laven aan het falen van anderen. Andermans ellende, oftewel faaltoerisme, is balsem op je ziel. Immers: zo erg ben jij er gelukkig nog niet aan toe. Precies dat gevoel had ik na het zien van de onderhoudende documentaire 'Set!'. Die gaat over een Amerikaans fenomeen waarvan ik niet wist dat het bestond: de ‘Olympische Spelen’ van het tafeldekken. De organisatie schrijft een thema uit (bijvoorbeeld ‘internationaal reizen’) en daarop baseer je jouw tafel: type borden, servetten, glazen, decoratie. Je moet je houden aan tal van regels: waar het bestek moet liggen, hoe de glazen moeten staan en welke afstand dit alles precies tot de tafelrand moet hebben. De docu volgt een aantal vaste deelnemers tot aan de wedstrijd. Sommigen van hen storten zich op hun tafels om het alledaagse leed even te vergeten. Bij één man is het tafeldekken een therapeutische compensatie voor zijn ‘gefaalde leven’. Hij heeft geen werk en geen vriendin, maar deze tafel, deze vierkante meter, heeft hij onder controle. Als kijker ga je heen en weer tussen leedvermaak over zowel de soms wel heel potsierlijke tafels en de types die meedoen aan de competitie. Er is de propvolle tafel (‘ik heb gewoon te veel creativiteit’), de cliché ‘country-style’-tafel (altijd in de prijzen) en de woest-kunstzinnige tafel van het kont-tegen-de krib-type. Zeg me hoe jij je tafel dekt en ik vertel je wie jij bent! Uiteindelijk ga je een beetje van de deelnemers houden. Tafeldekken is meer dan een suffe hobby, het is table scaping, tafel scheppen. Eén van de vrouwen vertelde dat ze dankzij de tafeldekwedstrijden heeft leren omgaan met falen, winst en verlies, en het gewoon steeds weer opnieuw probeert. De zwijgzame echtgenoten van de vrouwen ontroeren ook: ze gaan ver om hun vrouwen tevreden te houden, ook dat is liefde. De film zette me aan het nadenken over wat ik van huis uit heb meegekregen over het belang van tafel dekken. Ik dacht terug aan die ene keer dat ik voor iemand de tafel zo fraai mogelijk had gedekt. Dat was, achteraf gezien, een te mooie tafel voor een man die zijn fouten steevast probeerde goed te maken met een roos. Nee, als ik het leven over mocht doen, zou ik niet dezelfde keuzes maken, en had ik hem ferm de deur gewezen! Voormalig Denkers des Vaderlands, Marli Huijer zegt over de fouten die je hebt gemaakt het volgende: ‘Wie zich echt probeert voor te stellen weer jaren jonger te zijn, kan zich niet goed indenken op dat moment wijzer te zijn. Wijsheid komt met de jaren, zegt het spreekwoord, en wie in jaren teruggaat, moet ook in wijsheid inleveren.’ Huijer heeft gelijk. Je jongere zelf kon niet anders, sterker nog: dat falen maakte je wijzer. Het is een zachte blik op je vroegere falende zelf, een handreiking verbinding te maken tussen wie je was en wie je bent. Ja, ik zou opnieuw die tafel zo mooi mogelijk dekken, ook voor degene die dat niet verdiende. Dat is oké. STINE JENSEN is filosoof en schrijfster.

REISDAG 338


REISADVIES

IK ZAT JAREN GELEDEN MET IEMAND OVER DE ENERGIETRANSITIE TE PRATEN. HET GESPREK BLEEF WAT ALGEMEEN,TOT HIJ OPEENS ZEI 'MAARHOESPREEKJE METJEKINDERENOVER DIT ONDERWERP?' IK PROBEERDE NOG 'NOU, UH, GEWOON DE ENERGIETRANSITIE'. HIJ ZETTE MIJ HIERMEE OP M’N PLEK EN BEDOELDE DAT IK MET CONCRETE MAATREGELEN MOEST KOMEN. TON DE JONG Managing Director TNO Energie Transitie en toezichthouder


SEEDERDEBOER

REISDAG 340

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


ESSAY

PHILIP DRÖGE

REDMER HOEKSTRA

Ik hef nog hetzelfde gewicht... Wie ouder wordt, moet de confrontatie aangaan. Met het leven, het veranderende lichaam en de tijd zelf. Maar verspil die kostbare tijd in hemelsnaam niet aan een midlifecrisis, stelt schrijver Philip Dröge.

REISDAG 341


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

...maar daarna doet mijn schouder pijn et gebeurde vier jaar geleden rond mijn vijftigste verjaardag. Nog nooit had iemand een opmerking gemaakt over mijn leeftijd, maar bij het naderen van dit lustrum begonnen allerlei mensen me ineens te vertellen dat ik er nog zo jong uitzag. Zeker geen halve eeuw oud; veertig, vijfenveertig, hooguit. En vijftig was het nieuwe dertig, wist ik dat niet? Nee hoor, ik was helemaal niet middelbaar. Wat me pas na een tijdje opviel, was dat dit soort opmerkingen alleen maar werden gemaakt door snotneuzen die zelf nog lang geen vijftig waren. En hoewel ik me tot dat moment totaal niet antiek voelde, maakte die ontdekking me in één klap toch een beetje bejaard. Het feit dat mensen er een punt van maakten om deze doorzichtige leugentjes te bedenken en te vertellen, betekende dat ze me wel degelijk als behoorlijk oud zagen en die constatering probeerden te verzachten met een mix van halfbakken complimenten en clichés. Zelf doe ik het ook, besefte ik niet veel later met een schok. Mea maxima culpa. Maar in plaats van leeftijdsgenoten, verzeker ik mensen van zeventig of tachtig dat ze er nog zo verdomd jeugdig uitzien. Altijd tien jaar jonger dan ze zijn. Het is de bezweringsformule van de jongere tegen ouderdom, begon het me te dagen. Omdat we het moment vrezen dat we zelf zo oud zijn, gaan we de boel nu vast flink bagatelliseren. Hopelijk is de weg erheen dan iets minder eng. Geen tachtiger die een vriendin van zestig vertelt dat haar leeftijd het nieuwe veertig is, let maar eens op. Want ouderen weten natuurlijk beter, ze hebben het immers zelf allemaal al meegemaakt en weten waar ze het over hebben. Zeventig is voor hen gewoon zeventig, hoezeer de kleinkinderen ook schmieren dat het allemaal reuze meevalt met dat klimmen der jaren. Incontinentiemateriaal Dit huichelen over leeftijd komt van heel diep in ons gemeenschappelijk bewustzijn. We zijn niet alleen bang voor naderende ouderdom, maar eerst en vooral ook voor het verliezen van onze jeugd. Jong zijn is namelijk alfa en omega in onze huidige maatschappij. We leven in een cultuur die zó met overgave het frisse groen aanbidt, dat het soms gênant is. REISDAG 342


ESSAY

PHILIP DRÖGE

REDMER HOEKSTRA

REISDAG 343


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

‘De symptomen zijn veertigers die zich kleden als middelmatige rappers van twintig jaar geleden, vijftigers die ineens de Alpe d’Huez willen beklimmen en zestigers die de punkband weer bij elkaar brengen’

Zet de televisie maar aan en wacht op het eerste reclameblok voor het bewijs. Antirimpelcrèmes en incontinentiemateriaal worden ons verkocht door vrolijke twintigers en dertigers die helemaal geen rimpels of een zwakke sluitspier hebben. De reclamemakers worden de laatste jaren steeds schaamtelozer en hun rolmodellen almaar jonger. Ondertussen prijzen puberale meisjes dure parfums aan die ze beslist niet kunnen kopen van hun zakgeld – ja, ik heb het over jou Paco Rabanne. Niemand die dat heel gek lijkt te vinden, de reukwaters vliegen over de toonbank. Gekocht door vrouwen die vele decennia ouder zijn. Misschien hopen die ook weer even een meisje van zestien te worden. Maar dan met het inkomen van een volwassene. Er is sinds de jaren tachtig zelfs een term voor dit krampachtig vasthouden aan onze jonge jaren, het Peter Pan Syndroom. De symptomen zijn veertigers die zich kleden als middelmatige rappers van twintig jaar geleden, vijftigers die ineens de Alpe d’Huez willen beklimmen en zestigers die de punkband weer bij elkaar brengen. Door al dat gekunstelde jong doen komt natuurlijk onherroepelijk het moment dat mensen juist beseffen helemaal niet meer jong te zijn. Het te strakke lycra, de zeurende blessure, het gebrek aan jeugdig vuur bij het spelen van die gitaarrif. Geconfronteerd met die stramme knieën ligt de zo gevreesde midlifecrisis op de loer. REISDAG 344

Alleen al die term crisis, alsof het een aandoening is waartegen slechts zware medicamenten helpen. Het lijkt misschien alsof we deze nostalgie naar de jeugd recent hebben ontdekt. Een soort gek bijproduct van het reclame- en marketingtijdperk waarin we leven. Maar, ook al lijkt het nu erger dan ooit, zelfs eeuwen geleden herkenden mensen de nostalgie naar jong zijn al. In het Romeinse Rijk verlangden kale, dikke mannen terug naar de jaren dat ze nog haren en een wasbord hadden. Alleen vernoemden ze dat verlangen toen niet naar Peter Pan, maar gebruikten ze de term puer aeternus, of ‘eeuwige jongen.’ Overigens waren zelfs de Romeinen niet de eersten, bij lange na niet. Sinds de gemiddelde levensverwachting van mensen in meerdere decennia wordt gemeten, wacht iedere generatie de confrontatie met de eerste grijze haren. Of, misschien nog veel erger, de eerste grijze schaamharen. De oude Grieken hadden er last van, de Mesopotamiërs voor hen vast niet minder. En wie de tombes van de farao’s bestudeert, vindt vast een hiëroglief van een middelbare Cleopatra die alsnog haar kameelrijbewijs haalt en gaat lonken met te jonge tempelbewakers.


ESSAY

PHILIP DRÖGE

REDMER HOEKSTRA

Zelfs chimpansees doen aan de midlifecrisis, hebben wetenschappers recentelijk ontdekt. Dat zou betekenen dat het evolutionair een heel oud fenomeen is, zelfs nog uit de tijd van een gemeenschappelijke voorouder van chimpansees en mensen. Het zit wellicht in de genen gebakken, maar meer onderzoek is nodig willen wetenschappers daar een definitieve uitspraak over durven doen. Ook al zo oud als de tijd is de tegenbeweging: de mensen die beweren dat ouderdom juist geweldig is, misschien wel de ideale levensfase. Plato schreef er uitgebreid over. Boven een bepaalde leeftijd heb je ineens geen last meer van de ongetemde lusten en wilde plannen van de jeugd, beweerde hij. Je kunt rustig in een grot zitten en lekker diep nadenken; zelf gaf hij het goede voorbeeld. De filosoof Cicero vergeleek ouder worden met een zeiltocht. Met het klimmen der jaren laten we het vermoeiende gedoe met trossen en ankers steeds meer over aan jongeren, terwijl we zelf het roer van het schip in handen nemen en ons bezig houden met dat wat echt belangrijk is: de koers. Blauwe pilletjes Prachtig. Maar overal om me heen zie ik mensen die ook met het klimmen der jaren nog wel behoefte hebben om een zeiltje te reven. Of die helemaal niet in een grot willen zitten nadenken; ze zijn – aan het gemiddelde Tinderprofiel van veel vijftigers te zien – hun lusten ook nog niet kwijt. Door een steeds gezondere levensstijl en medische technieken kan dat ook. Plato had geen blauwe pilletjes tot zijn beschikking, moderne mannen wel. Mijn vader was op mijn huidige leeftijd al behoorlijk gammel, ik druk in de sportschool nog steeds hetzelfde gewicht omhoog als tien jaar geleden, al krijg ik wel een stuk sneller last van mijn schouder. Het is dus tijd voor een nieuwe manier om de confrontatie aan te gaan met middelbaar zijn. Al was het maar omdat die periode bij onze huidige levensverwachting een stuk langer duurt dan bij onze ouders. Maar hoe? Niet door koppig te weigeren volwassen te worden en te zwelgen in onze Peter Pan jaren en zeker ook niet door er een crisis van te maken. Maar wel door de dag te plukken en gebruik te maken van alle mogelijkheden die deze fase in het leven biedt. Draai je pet weer met de klep naar voren, gooi die spelcomputer weg en geniet van wat een wat volwassenere leeftijd zo mooi kan maken. Dat begint met de constatering dat de jeugd helemaal niet zo geweldig is. Wees eerlijk, de meesten van ons waren toen onzeker, arm en behoorlijk beroerd gekleed. Dan zwijg ik nog over conflicten met ouders, verkeerde schoolkeuzes en liefdes voor het leven die liefdes voor heel even bleken te zijn. Dus laten we ophouden die periode zo op te hemelen. Zoals de Amerikaanse humorist en auteur P.J. O’Rourke schrijft in een boek over deze levensfase: in iedere wedstrijd verslaan middelbare leeftijd en geslepenheid jeugd, onschuld en een slecht kapsel. REISDAG REISDAG 345 345


SEEDERDEBOER

REISDAG 346

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


ESSAY

PHILIP DRÖGE

REDMER HOEKSTRA

‘Veel oudere mensen hebben spijt dat ze niet meer uit de band zijn gesprongen tijdens hun jongere jaren’ Laten we ook eens ophouden met uitstellen. Het geweldige van middelbare leeftijd is dat mensen dan meestal het ruimste in hun financiële middelen én hun tijd zitten. Onthoud dat niemand op zijn sterfbed ooit heeft gezegd: ‘had ik maar wat meer tijd op kantoor gezeten,’ dus ga eropuit. En geef uit. In onze calvinistische samenleving zijn we altijd bezig met werken, plannen en sparen voor later. Er is zelfs een naam voor deze aandoening: hyperopia, oftewel een overdreven zorg voor de toekomst. Banken en verzekeringsmaatschappijen kennen deze buitensporige bekommernissen voor morgen en profiteren er uitgebreid van. Niet voor niets is inkomen voor de oude dag samen met hypotheken de meest verkochte categorie financiële producten. Veel mensen gaan daardoor dood met belachelijke bedragen op de bank. Geld waaraan alleen de fiscus, weduwen en wezen uiteindelijk wat hebben. Koop dus alleen die financiële producten die je echt nodig hebt en wees niet bang om vooral nu te genieten van je geld. Uit onderzoek van Columbia University van een jaar of tien geleden kwam dat veel oudere mensen spijt hebben dat ze niet meer uit de band zijn gesprongen tijdens hun iets jongere jaren. Juist ja, de middelbare periode. Impulsieve aankopen behoren vaak tot de hoogtepunten van een mensenleven, hoorden de Amerikaanse wetenschappers ook van de mensen die ze interviewden. Koop die motorboot dus maar gewoon, van de wetenschap mag het. En maak er gelijk een tochtje mee over de Middellandse Zee, gewoon omdat het kan. Quarterlifecrisis Carpe diem. Ja, het is een dooddoener, dat gaf de bedenker, de Romeinse dichter Horatius zelf ook al toe. Maar toch is het nodig om onszelf er steeds weer aan te herinneren. Nu meer dan ooit. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat Nederlanders (en andere inwoners van rijke landen) steeds jonger aan de midlifecrisis beginnen. Er zijn nu al 27-jarigen die ernstig last hebben van het gevoel dat de tijd door hun vingers glipt terwijl ze niet genoeg gebruikmaken van alle mogelijkheden die dit leven ze biedt. Ze zitten vast in een routineus bestaan waar ze niet gelukkig van worden, horen onderzoekers opmerkelijk vaak.

REISDAG 347


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

‘Me dunkt dat hij het antwoord in ieder geval niet vindt in weer een traject met een coach of welke andere wichelroedeloper van het moderne leven dan ook’

Dit soort studies hebben de nieuwe term quarterlifecrisis opgeleverd. Inderdaad, 35 is het nieuwe 55 geworden. Ik wil deze jongeren door elkaar schudden, hoe krijgen ze het voor elkaar om zo te zwelgen terwijl ze hun haar nog hebben? Ze leven in een van de rijkste landen ter wereld, met alle mogelijkheden voor zelfontplooiing en ontwikkeling. Werkgevers vechten in deze krappe markt om ze. Als er iets mis is, staat een leger coaches, cursusleiders en psychologen klaar om te helpen; vrijwel altijd op kosten van de baas. Voor alles is een traject beschikbaar om de weg naar Nirvana te plaveien. Misschien is dat wel het grootste probleem, ik kan niet om de conclusie heen dat we tegelijk met onze stijgende welvaart onszelf problemen hebben aangepraat. Ik ken iemand die recentelijk zijn zevende traject met een loopbaancoach in is gegaan. Om eindelijk te ontdekken wat hij echt wil worden als hij later groot is. Hij kent de methodes van deze beroepsgroep inmiddels zo goed, dat hij precies weet wat te antwoorden om bij de conclusie uit te komen dat het best goed gaat met zijn werkzame leven. Dan is zijn baas tevreden en is hij weer van de eindeloze praatsessies af. Maar ondertussen weet hij natuurlijk nog steeds niet goed waar hij beroepsmatig gelukkig van wordt. Deze persoon is van mijn leeftijd, maar had dit als dertiger ook al.

REISDAG 348

Me dunkt dat hij het antwoord in ieder geval niet vindt in weer een traject met een coach of welke andere wichelroedeloper van het moderne leven dan ook. ‘Ga schaamteloos dingen doen waar je gelukkig van wordt,’ adviseerde ik hem een tijd geleden. ‘Als dat niet je baan is, gebruik dan het inkomen van dat werk om andere activiteiten te ontplooien waar je een glimlach van op je gezicht krijgt. Aanvaard de keuzes die je hebt gemaakt en bouw daarop voort, in plaats van altijd naar het verleden te kijken en de afslagen die je daar zou hebben gemist.’ Nu wil hij met mij in een jeep door de woestijn van het Arabische schiereiland rijden. Twee middelbare kerels en een ronkende motor, we gaan het cliché tot de laatste druppel melken. En gelukkig zijn.


Friedrich Nietzsche


REISADVIES

'WAAROM SLUITEN JULLIEHIERMENSENOP?' WAS DE VRAAG VAN MIJN ZOONTJE. WE LIEPEN OVER HET TERREIN VAN HET PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS WAAR IK OP DAT MOMENT DIRECTEUR WAS. IK WEET MIJN ANTWOORD NIET MEER. WEL REALISEERDE IK ME OPNIEUW DAT IN DE ZORG VAAK DE GOEDE BEDOELING VOOROP STAAT, MAAR NIET ALTIJD DE MENS ACHTER DE PATIËNT. SAM SCHOCH Bestuursvoorzitter bij zorgorganisatie Middin REISDAG 350


COLUMN

BARBARA BEUKERING

M

ijn beide ouders zijn overleden aan darmkanker. Mijn vader toen ik achtentwintig was. Vlak na zijn zestigste verjaardag werd plotseling darmkanker bij hem geconstateerd. Het hele proces, van diagnose tot overlijden, heeft precies zes weken geduurd. Hij veranderde van een grote, stoere energieke man in een skelet van vijfenvijftig kilo. Hij kon het niet bevatten, kon er niet over praten en overleed volkomen in paniek. Machteloos stond ik naast zijn sterfbed, zonder dat we afscheid konden nemen. Ik wist niet eens of hij begraven of gecremeerd wilde worden. Mijn broers en ik kozen voor een begrafenis. Drie weken na zijn uitvaart vond ik een crematiewens in zijn bureaulade. Jarenlang heb ik last gehad van schuldgevoel, nachtmerries en paniekaanvallen. Mijn moeder kreeg acht jaar geleden, op haar éénenzeventigste, te horen dat ze ook darmkanker had. Zij besloot zich niet te laten behandelen en van het leven te genieten zolang ze zich goed voelde. Ze nodigde elke dag vrienden, familie en buren uit voor het borrel-uur en praatte frank en vrij over haar ziekte, haar naderende einde en haar keuze om door middel van euthanasie te overlijden. Na vier maanden kreeg ze last van haar buik die steeds dikker werd en besloot dat het genoeg was. Ze plande met haar huisarts de euthanasie. De laatste week was ik elke avond bij haar. We voerden veel gesprekken waarbij ze terugblikte op haar leven. Soms huilden we eventjes, vaker lachten we uitbundig. Ze was niet bang om te sterven, ze was dankbaar voor het mooie leven dat ze had gehad. Toen ze was overleden, vroeg ik me af wanneer de klap zou komen. Het monster van angst, rouw en berouw. Maar dat kwam niet. Ik miste haar ontzettend, maar kon terugblikken op een intieme en intense periode van afscheid. Ik realiseerde me dat de manier waarop mijn ouders waren overleden van grote invloed is geweest op mijn rouw. De dood van mijn vader heeft me onbeschrijfelijk veel pijn gedaan, terwijl ik met veel dankbaarheid terugkijk op het afscheid van mijn moeder. Waarom kan de een het levenseinde tot het laatst niet accepteren en de ander zich prima verhouden tot de dood? De belangrijkste vraag die mij persoonlijk bezighield, was: ‘hoe zou ik reageren als ik te horen kreeg dat ik ongeneeslijk ziek was?’ Om het antwoord te vinden schreef ik twee boeken en interview ik voor de krant wekelijks een nabestaande over het afscheid van een dierbare. Na twee jaar lang intensief met dit onderwerp bezig te zijn, werd ik van mijn doodsangst verlost. Door er met zoveel mensen over te praten, is het voor mij eenzelfde gespreksonderwerp geworden als werk, seks of de huizenmarkt. Als iemand mij voorheen vertelde dat zijn moeder was overleden, zou ik hebben gereageerd met: ‘goh, wat erg voor je.’ Nu vraag ik waaraan ze is overleden, hoe haar laatste fase was en of ze berusting kon vinden op haar sterfbed. Het is verassend om te merken hoe fijn mensen het vinden om erover te praten, ongeacht hoe lang het geleden is. En door verhalen van anderen te horen, kon ik bedenken hoe ik zelf zou willen sterven. In de hoop dat als Magere Hein op de deur klopt ik niet word overvallen door paniek, maar in staat ben hem gastvrij te ontvangen. BARBARA VAN BEUKERING (55) is journalist, schrijver van 50 manieren om afscheid te nemen en heeft in Volkskrant Magazine een wekelijkse interviewserie.

REISDAG 351


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

De mensheid verkeert in de veronderstelling dat de wereld maakbaar is. Daar is de Amerikaanse schrijver en onderzoeker Gary Ferguson het niet mee eens. ‘We beschrijven de wereld als zwart-wit, maar het leven bezit een ongekende wildheid.’

REISDAG 352


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

AUTOBAHN

E

en jonge antropoloog logeerde een tijd bij de Pit-indianen in Amerika, een cultuur die met uitsterven bedreigd was. Hij vroeg aan de stamoudsten of zij een woord hadden voor nieuwkomers zoals hij zelf of andere migranten uit Europa. Eerst wilden ze geen antwoord geven, maar uiteindelijk onthulde een van de oudsten het woord: Inalladui. ‘Het betekent zwerver, iemand die geen thuis heeft in de wereld. Jouw volk trekt zo gehaast door het land. Jullie zijn niet geïnteresseerd in het maken van verbinding met de dieren, planten of mensen die het land bewonen. Daar begrijpen wij niets van. We denken dat jullie voor een deel dood zijn vanbinnen.’ De oude kennis van de Indianen blijkt actueler dan ooit, benadrukt de Amerikaanse schrijver en onderzoeker Gary Ferguson in een gesprek via Zoom. Het voorbeeld van de Indianen staat in zijn internationale bestseller ‘De acht grote lessen van de natuur.’ Sinds de introductie van de moderne wetenschap of de zogeheten Verlichting, verkeert de mensheid in de veronderstelling dat de wereld maakbaar is of te controleren. Dat geldt voor de wetenschap, de overheid en het bedrijfsleven. ‘Daar hebben we natuurlijk veel vooruitgang aan te danken, maar we denken ten onrechte dat we kunnen leven zoals wij willen, en ook zo met dieren of de planeet kunnen omgaan.’ Eenzaamheid De mensheid maakt volgens hem alles graag simpel en zwart-wit om het te kunnen begrijpen en ons dat de minste moeite kost. Als we bijvoorbeeld naar een grote boom kijken, zien we de losse boom, terwijl hij onderdeel is van een heel bos en een ondergronds systeem waarmee de boom in zijn jonge jaren is gevoed. Ook onszelf en anderen zien we vaak als geïsoleerde, losse individuen, wat zorgt voor gevoelens van eenzaamheid en het denken in

REISDAG 353


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

competitie. ‘Als we ons realiseren dat we allemaal met elkaar verbonden zijn, is dat een veel gezondere manier van denken en communiceren. Dat wist de oorspronkelijke bevolking zoals die in Amerika al lang,’ zegt Ferguson. ‘Het is niet voor niets dat er tegenwoordig meer depressies en zelfmoorden zijn. Dat is onder andere een uiting van een disfunctioneel systeem. We willen liever niet naar de oorzaken kijken, en nemen dan maar medicatie om de wanhoop niet te hoeven voelen.’ Ons hele maatschappelijke en economische systeem is erop gericht dat we onszelf optimaliseren, meent hij. Het speelt in op onze onzekerheid en het gevoel dat we niet goed genoeg zijn. Daarom gaan we steeds nog meer spullen kopen of nog beter ons best doen om er bij te horen. Ferguson is ervan overtuigd dat de natuur ons kan verlossen van onze vermoeiende obsessie met onszelf. De natuur is niet iets ‘daarbuiten’ en wij ‘hierbinnen’, benadrukt hij. ‘Wij zijn onderdeel van de natuur en alles wat wij de natuur aandoen, doen wij onszelf aan. En we plakken graag etiketten op dingen en mensen, geven ze een aantal heel uitgesproken eigenschappen, terwijl de werkelijkheid veel genuanceerder en complexer is. In feite is het niets minder dan een wildernis.’ Mysterie Jonge kinderen laten zich vooral leiden door verwondering, maar op school of de universiteit leren we vooral feiten en kennis. Wijsheid begint als we meer openstaan voor alles wat we niet weten, stelt Ferguson die verwijst naar Albert Einstein. ‘Hij maakte regelmatig wandelingen in een bos om overweldigd en gedesoriënteerd te raken, om zijn verstand als het ware kwijt te raken. Daardoor kwam hij in een vrijere, meer intuïtieve staat terecht.’ Max Planck schreef al in 1932 dat de wetenschap het ultieme mysterie van de natuur niet kan ontraadselen omdat wij zelf een deel van dat raadsel zijn. Als je in hokjes denkt en de mogelijkheid verwerpt dat het leven een onkenbare wildheid bezit, kan dat volgens Planck leiden tot gevoelens van triestheid en onvrede. Het maakt het leven dor en minder interessant. Ferguson citeert ook Eric Heller, een hoogleraar chemie en natuurkunde aan Harvard: ‘Kijk zorgvuldig naar hoe je de wereld interpreteert. Want zo is zij ook.’ De scheiding tussen onszelf en de natuur is volgens Ferguson te danken aan het subject-object denken dat diepgeworteld is in onze cultuur. ‘Dat begon met de Grieken en werd voortgezet door Descartes. Hij geloofde dat je de essentie van de dingen alleen kunt kennen als je jezelf los ziet

‘Wij zijn onderdeel van de natuur en alles wat wij de natuur aandoen, doen wij onszelf aan’

REISDAG 354


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

AUTOBAHN

van welke relatie dan ook. Jij bent altijd de toeschouwer en dat wat je onderzoekt is het object. Dat is nog steeds een soort religie die weinig ruimte laat voor de relationele wereld waarin we leven of een meer holistische manier van kijken, waarin we dingen niet in isolatie, maar juist in hun samenhang bekijken. Oosterse filosofen of Amerikaanse Indianen bijvoorbeeld, denken in termen van relaties en niet in termen van losse objecten.’ Diversiteit Het subject-object denken kan wel handig zijn om de wereld beter te begrijpen: het creëert een wereldbeeld waarin alle dingen wetenschappelijk te bekijken zijn. Maar dat zorgt ook voor een onnodige afstand waardoor we hiërarchie organiseren en sommige bevolkingsgroepen zichzelf als superieur beschouwen. Zo is het blanke mannelijke perspectief nog steeds overal in de wereld grotendeels leidend, terwijl diversiteit in de natuur juist een van de belangrijkste voorspellers is voor de veerkracht en houdbaarheid van een ecosysteem. ‘Voor elkaar zorgen zonder het gevoel te hebben dat je de baas bent, is eerder een vrouwelijke manier van denken en doen.’ Fergusons vrouw Mary is inmiddels aangeschoven en vult aan hoe moeilijk het voor vrouwen is om geen mannelijk gedrag te vertonen als ze enige invloed willen hebben. ‘Ik was zelf verbaasd hoe weinig vrouwelijkheid ik liet zien en raakte daardoor uit evenwicht. Ik weet nu dat er niets mis is met zorgen voor elkaar, aardig zijn en meer aandacht hebben voor relaties. We zijn soms te bang voor gevoelens en gaan ons ervan distantiëren.’ Er is een grote behoefte aan een meer vrouwelijke benadering van het leven, meent ze. ‘We hebben eeuwenlang het vrouwelijke onderdrukt of uitgegumd en daar zijn wij en de planeet beschadigd door geraakt. Het is zeker niet zo dat het vrouwelijke superieur is, het gaat om het gezonde evenwicht. Juist in het bedrijfsleven is dat belangrijk, daar zit groot potentieel voor blijvende verandering. Bedrijven hebben veel macht en invloed.’ Diversiteit in de natuur toont volgens haar man overtuigend aan dat een ecosysteem met zo veel mogelijk verscheidenheid juist aanzienlijk veerkrachtiger is. ‘Hoe meer planten en dieren er zijn, hoe langer een ecosysteem kan blijven bestaan. En de kans is groter dat een ecosysteem beter herstelt van een ramp die zich tenslotte ook regelmatig in de natuur voordoet. Als je één perspectief uit de samenleving weghaalt, haal je een deel van het geheel weg en wordt het geheel dus zwakker. Een diverse samenleving is wijzer en creatiever.’

‘Een zwerm vogels of een zonsondergang kan je er aan herinneren dat je niet het centrum van het universum bent’

REISDAG 355


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Het zou mooi zijn als we meer nieuwsgierigheid zouden hebben als het gaat om de verscheidenheid van mensen die we in ons leven tegenkomen en minder te denken in stereotypen of oordelen, meent het echtpaar Ferguson. ‘Als we minder bang zijn voor het onbekende kunnen we makkelijker leren van elkaar.’ Kunnen wij het tij keren? ‘Dat is de million dollar question. Gaan we op tijd zien dat het zo niet verder kan? We hebben gelukkig een grote vriend en leermeester: de natuur. Die toont dagelijks hoe verbonden alles en iedereen met elkaar is. Daar hoeven we niet eens de wildernis voor in te gaan. Van de bomen die ons zuurstof geven tot de zon die door de aanmaak van Vitamine D voor sterke botten en een sterk immuunsysteem zorgt. Daar mogen we af en toe bij stil staan en dankbaarheid voor ervaren. We hebben alleen een flinke dosis nederigheid en bewustzijn nodig. En de moed om onder ogen te zien wat we liever niet willen zien. Ons voortbestaan Wat daar precies voor nodig is, valt nog te bezien maar dringend is het wel. ‘Het gaat wel om ons voortbestaan. De natuur heeft ons niet nodig, die herstelt zich na rampen verbazingwekkend snel. Het is dan ook niet voldoende om alleen over diversiteit of klimaatverandering te praten. We moeten actie ondernemen. Dankzij de vele mogelijkheden om onszelf af te leiden blijft het gemakkelijk om de andere kant op te kijken. Omdat er zoveel soorten entertainment zijn, ervaren we geen ongemak en worden we niet gedwongen om actie te ondernemen.’

‘Omdat er zoveel soorten entertainment zijn, ervaren we geen ongemak en worden we niet gedwongen om actie te ondernemen’ REISDAG 356


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

AUTOBAHN

De schoonheid van de natuur kan onze impasse doorbreken. Een zwerm vogels of een zonsondergang kan je er aan herinneren dat je niet het centrum van het universum bent. En dat is een grote opluchting. Je bent niet overal verantwoordelijk voor. ‘Daarom ben ik ook overtuigd van de genezende kracht van de natuur voor onze psychische gesteldheid. Ik schreef een boek over wildernis-therapie voor jongeren. Een groep jongeren - sommigen met een drugsverleden - kwam acht weken naar de wildernis. Eerst stonden ze doodsangsten uit, maar na twee weken waren ze samen in staat om angsten te beheersen en de schoonheid en vriendelijkheid van de natuur te zien.' De natuur is ons gunstig gezind. 'Ze geeft veel waarschuwingen als er gevaar dreigt, denk aan een onweerswolk die het mogelijk maakt om jezelf in veiligheid te brengen. Als je je thuis voelt in de wildernis geeft dat een veel dieper gevoel van veiligheid. Je ervaart dat je in staat bent om adequaat op onverwachte gebeurtenissen te reageren.’ Wat kunnen wij dan anders en beter doen? Daar heeft Ferguson geen kant-en-klare oplossing voor. ‘Wat helpt is aanwezig zijn in het moment, zodat je je kan verbinden met een ander en de natuur om je heen. Dat is een veel krachtigere ervaring dan de boodschap dat de planeet naar de kloten gaat.’ Het zou ook helpen als leiders minder met zichzelf bezig zijn. ‘Als zij zich meer menselijk opstellen, hun gevoelens meer tonen en gemeenschappen leiden op basis van onderlinge verbondenheid, is dat al een goed begin. Dat wij weinig van dit soort leiders hebben zegt ook veel over ons. Daar mogen we onszelf best vragen over stellen.’

REISDAG 357


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

Of hij optimistisch is over de toekomst? ‘Dat hangt een beetje af van met wie ik veel tijd doorbreng of waar ik aandacht aan besteed. Als ik het nieuws volg word ik er niet vrolijker van. Maar als we contact hebben met de katholieke non Helen Prejean die jaren geleden het boek ‘Dead man walking’ schreef, krijg ik weer hoop. Zij is inmiddels 81 jaar en werkt nog steeds met ter dood veroordeelden. Ze kent als geen ander de donkere kant van mensen, maar blijft geloven in de helende kracht van liefde.’ We bevinden ons eigenlijk op een geweldig moment in de geschiedenis, het is zeker niet hopeloos, maakt zijn vrouw aan het einde van het gesprek duidelijk. ‘We zijn nu nog te vaak gericht op de korte termijn waarbij het gaat om zoveel mogelijk geld te verdienen of te consumeren. De vraag die we onszelf mogen stellen is ‘hoe wil je leven? Wat wil je bijdragen?’ En daar hebben we een lange adem en geduld voor nodig. ‘Kijk bijvoorbeeld naar het idee en de bouw van de Sixtijnse kapel. Dat de meeste werkers het eindresultaat van hun inspanningen nooit zagen betekent niet dat het waardeloos was wat zij deden. Iedereen werkte er hard aan omdat ze er in geloofden en verliefd waren op het werk.’

Gary Ferguson (1956) is een Amerikaanse onderzoeker en schreef ruim twintig boeken over ecologie. Met zijn vrouw Mary M. Clare schreef hij het boek ‘Full Ecology’ dat ook in het Nederlands verschijnt. Daarin gaan zij verder in op de manieren waarop wij de relatie met de natuur kunnen herstellen. Op de website fullecology.com is meer informatie te vinden.

REISDAG 358


BEELDVERHAAL

WANDA TUERLINCKX

AN DROID In de serie Robot Portraits combineert Wanda Tuerlinckx kenmerken van kunstfotografie met wetenschap. Ondanks hun voorkomen staan robots nog ver af van de menselijke identiteit. Toch worden ze vrij snel geaccepteerd in onze samenleving. ‘Door de continu versnellende technologische ontwikkelingen leven we met een toenemende spanning tussen acceptatie en afwijzing van robots.’

REISDAG 359


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Einstein Android | Hanson Robotics Ltd ↑ -->

REISDAG 360




BEELDVERHAAL

WANDA TUERLINCKX

Affetto | Asada Research Group ↑

<-- BINA48 | TMF Vermont

REISDAG 363


SEEDERDEBOER

↑ Sophia | Hanson Robotics Ltd

↓ Philip K. Dick Android | LARRI

REISDAG 364

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Soseki Android | Nishogakusha University -->



SEEDERDEBOER

REISDAG 366

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


BEELDVERHAAL

WANDA TUERLINCKX

De robotrevolutie begon honderden jaren geleden met machines die het werk verlichtten. Nu zitten we in de vierde industriële revolutie die qua schaal en complexiteit de meest invloedrijke in onze geschiedenis is. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van menselijke (humanoïde) robots die de fysieke functie en vorm van mensen aannemen en de androïden zijn in opkomst. Deze robots hebben voor ons herkenbare, emotionele gezichtsuitdrukkingen en bewegingen. De ontwikkeling van robots wordt gevoed door de economische behoefte van de samenleving aan goedkoper, sneller en veiliger en zorgt voor zowel verwondering als angst. Verwondering over de technologische mogelijkheden, de integratie in ons dagelijks leven en het menselijk potentieel dat robots bereiken. Maar er is ook angst voor de ethische en sociale implicaties. Er is dus een constante en toenemende spanning tussen acceptatie en afwijzing. Tuerlinckx markeert, documenteert en visualiseert deze belangrijke periode in de wetenschappelijke ontwikkeling met een uitgebreide serie robotbeelden. Doordat ze hier een negentiende-eeuwse houten box camera voor gebruikt, komen verleden, heden en toekomst samen in één beeld. Het werk van de Belgische fotograaf Wanda Tuerlinckx (1969) is onder andere onderdeel van de collectie van Het Rijksmuseum.

← Erica | Hiroshi Ishiguro Laboratories ↓ Ai-Da | Oxford

REISDAG 367


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Millennials Babs (32), Niall (29) en Yoen (34) hebben last van keuzestress. Ze willen net als veel leeftijdsgenoten álles uit het leven halen, en dat het liefst rond hun dertigste. ‘Elk jaar dat je daarna nog nodig hebt, voelt eigenlijk als mislukken.’

H

et begint al als je een jaar of drie bent en moet kiezen wat je op je brood wilt. In plaats van kaas of worst staat er een gigantisch dienblad voor je neus met tien soorten beleg. Zo’n voorbeeld van een twijfelende peuter aan de keukentafel kun je copy-pasten naar situaties in speelgoedwinkels of supermarkten: keuzewalhalla’s to the max. Gelukkig houden we met sturing en een beetje consequent opvoeden de wereld voor jonge kinderen aardig overzichtelijk. Maar als je een keuze maakt voor een opleiding is het tijdperk ‘kleine kinderen, kleine keuzes’ voorbij en begint het besef dat wat je kiest effect kan hebben op de rest van je (werkende) leven. ‘Voor twintigers lijkt het wel permanent spitsuur in hun hoofd,’ zegt Nienke Wijnants, psycholoog, loopbaanadviseur en auteur van het boek 'Twintigerstwijfels & dertigersdilemma’s'. ‘Belangrijke keuzes moéten worden gemaakt. Nog verder studeren, carrière maken, voor jezelf beginnen, of toch eerst die wereldreis? Samenwonen, trouwen, kinderen, of toch (nog even) niet?’ Het zijn volgens Wijnants grote keuzes op biologisch, financieel en sociaal maatschappelijk gebied die allemaal rond je dertigste samenvallen. ‘Ze kunnen bepalend zijn voor de rest van je leven en maken dat je niet over één nacht ijs wilt gaan. Hierdoor ontstaat er vanaf midden twintig in je hoofd een soort ‘piekdrukte’ die het leven behoorlijk ingewikkeld kan maken.’ Wat de keuzestress volgens haar ook verergert, is de ogenschijnlijk maakbare wereld waarin we nu leven. ‘Als alles mogelijk is, dan neemt de druk toe om het perfecte leven en gelukkig zijn na te streven, want het ideale plaatje ligt binnen handbereik.’ REISDAG 368


ACHTERGRONDVERHAAL

PAULIEN DE JONG

AUTOBAHN

REISDAG 369


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

Babs Briels, senior consultant bij SeederdeBoer, keek als tiener veel naar Amerikaanse series, zoals Sex in the city, waarin alles bereiken - een carrière, getrouwd zijn en een baby on the way - werden gepresenteerd als het summum. ‘En het liefst allemaal voor je dertigste. Alle jaren die je daarna nog nodig hebt, betekenen eigenlijk dat je mislukt bent. Rationeel weet ik dat dit onzin is, ik merk toch dat er toen in mijn onderbewuste ideaalplaatjes zijn ontstaan die tot op de dag van vandaag doorwerken.’ Rol sociale media Die ideaalplaatjes zijn volgens Nienke Wijnants vergelijkbaar met de beelden die we nu via sociale media krijgen voorgeschoteld. Uit haar onderzoek onder ruim twaalfhonderd 25 tot 35-jarigen blijkt dat dit de keuzestress verder aanwakkert. ‘Je kunt je tegenwoordig met iedereen in elke uithoek van de wereld vergelijken. Dat is menselijk, hoeft niet slecht te zijn en is soms zelfs inspirerend.’ Maar wat het volgens Wijnants problematisch maakt, is dat de gemiddelde internetgebruiker zichzelf overvoert met de ‘perfecte’ levens op Facebook, Instagram en LinkedIn. ‘Vijftig plaatjes en evenzoveel ‘experts’ die jou elke dag opnieuw de illusie geven dat je het op dát niveau voor elkaar moet hebben. Van ondernemers, goeroes en topsporters tot een oud-collega met een bed & breakfast in Italië of een vriendin die al wél zwanger is. Die perfecte wereld toont maar één kant van iemands leven. Maar ondertussen maken al die beelden je ontevreden; zie je wel: ik moet ook een MBA doen, op wereldreis, een andere baan zoeken. Oftewel: hoe meer je kijkt naar de A-locatie, hoe groter de kans dat je eigen leven tot een B-locatie verwordt. En als je die plaatjes eenmaal hebt gezien, klik je ze in je brein niet meer weg. Ze beïnvloeden jouw keuze, maken je ontevreden over je eigen positie of roepen afgunst op.’

Babs’ drie jaar jongere collega en senior consultant Niall Wall is niet zo gevoelig voor social media, maar herkent zich wel in het fenomeen sociale vergelijking als graadmeter voor succes én het voldoen aan ideaalplaatjes. ‘Mijn ouders hadden op mijn leeftijd al een huis en twee kinderen. Terwijl ik alleen woon in een te kleine studio, delen mijn broer en zus hun huishouden met hun partner en in het geval van mijn zus, ook al met kinderen.’ Wall heeft het gevoel alsof hij in een soort transitieperiode zit, hij wil samenwonen met zijn jongere Portugese vriendin, maar de grote vraag is waar. ‘We reizen al vijf jaar op en neer. Door haar freelance bestaan woont ze regelmatig een paar maanden bij mij en mogelijk verhuist ze binnenkort naar Parijs. Mijn ouders hebben aangegeven dat ze willen helpen met het kopen van een huis, heel fijn, maar waar dan? Ik heb bezichtigingen in Nederland gehad, maar ook in Portugal, Frankrijk en zelfs Ierland omdat ik half Iers ben. Ik houd alle opties open omdat ik wonen in het buitenland ook aantrekkelijk vind. Tegelijkertijd zit ik bij SeederDeBoer heel fijn op

REISDAG 370

#4 2022


ACHTERGRONDVERHAAL

PAULIEN DE JONG

AUTOBAHN

'hoe meer je kijkt naar de A-locatie, hoe groter de kans dat je eigen leven tot een B-locatie Verwordt’ mijn plek, de bedrijfscultuur past goed bij me. Ga ik dat loslaten en emigreren of blijf ik hier? Dat laatste voelt als een te makkelijke keuze.’ Rusteloos gevoel Voor Babs was het fenomeen keuzestress twee en half jaar geleden even heel ver weg toen ze op haar dertigste verjaardag hoorde dat ze borstkanker had. ‘Ik had voor die verjaardag al instinctief een knoop in mijn maag, ik zag er enorm tegen op. Ik dacht toen dat het kwam omdat ik mijn ideaalplaatjes dan officieel niet gehaald zou hebben: geen koophuis, niet getrouwd en geen baby, maar misschien was het op een dieper niveau een soort weten dat er onheil aankwam. Die ziekte kegelde al mijn plaatjes en verwachtingen onderuit. Niks focussen op ideaalbeelden, zorg eerst maar dat

je überhaupt de 31 jaar haalt.’ Gek genoeg was het niet meteen gedaan met die ideaalbeelden, zelfs tijdens haar ziekte hield Babs zich er ergens nog aan vast: ‘Als ik hieruit kom, dan…’ Het loslaten is voor Babs een proces geweest waarin ze probeerde steeds meer in het nu te leven. ‘Als ik nú gelukkig ben, waarom moet ik dan proberen iets te behalen of bereiken? Een doel dat zich telkens verplaatst? Ik denk dat de weg naar geluk het volgen van je intuïtie is. Als je dan terugkijkt en je hebt iets niet gedaan, dan kun je daar denk ik vrede mee hebben omdat je dat op dat moment blijkbaar niet wilde.’ Voor Babs is werk inmiddels geen twijfel meer. Het is helder wat ze wil en ze haalt veel voldoening uit haar werk. Ze leert nog steeds, combineert veel verschillende ballen en opdrachten. Privé zijn de keuzes complexer.

HET NEGATIEVE EFFECT VAN (TE) VEEL KEUZEOPTIES Onderzoekers Iyengar en Lepper (When Choice is Demotivating, 2000) waren een van de eersten die de keuzeparadox op een experimentele wijze onderzochten. Ze gaven studenten de optie om facultatief meer studiepunten te verdienen. Hiervoor moesten zij een essay schrijven. De ene groep kreeg een lijst van dertig onderwerpen, de andere groep een lijst van zes. De studenten met zes opties besloten veel vaker dit essay voor extra studiepunten te schrijven. Ook waren deze verhalen van een betere kwaliteit dan die geschreven door studenten met veel meer keuzevrijheid. Teveel keuzes zorgt voor een overkill die vervolgens tot onvrede, demotivatie en besluiteloosheid leidt.

REISDAG REISDAG 371 371


SEEDERDEBOER

REISDAG 372

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


ACHTERGRONDVERHAAL

PAULIEN DE JONG

AUTOBAHN

‘Ik heb al acht jaar een relatie met een gepassioneerde kok. Dat is hard werken: lange dagen, zwaar voor je lichaam en ook mentaal moet je altijd aan staan. Als hij daar voor altijd mee door wil gaan, heeft dat consequenties voor ons. We hebben nagedacht over een rustigere manier van leven en bijvoorbeeld een bed & breakfast openen in Frankrijk, waar ik op afstand advieswerk kan doen. Maar leven zonder prikkels van de stad en vrienden dichtbij lijkt niet zaligmakend.’ Dan resten er nog twee dilemma’s voor Babs. ‘Wil ik proberen een huis te kopen in deze prijzengekte? Wil ik een kind? Die onduidelijkheid levert spanning en rusteloosheid op. Als ik me er echt druk over ga maken vind ik het erg vervelend dat ik die keuzes de komende jaren ‘moet’ gaan maken.’ Relevant werk Voor managing consultant en arts Yoen van der Linden spelen de vragen en twijfels waar Niall en Babs mee kampen grotendeels niet meer: koophuis, woonplaats en kinderwens zijn inmiddels vervuld. Haar grootste dilemma is voldoening en uitdaging in haar werk en ‘überhaupt in mijn leven’ vinden, een zoektocht die al op de middelbare school begon. Ze dacht lange tijd dat ze psycholoog in een gevangenis wilde worden. Een gesprek met een hoogleraar bracht haar op andere gedachten en uiteindelijk koos ze voor geneeskunde. Na drie jaar werken als arts-assistent chirurgie hing ze haar witte jas aan de wilgen, een groot moment van keuzestress. Als arts kon ze onvoldoende doen waar ze in geloofde: de beste zorg bieden voor de individuele patiënt. Ook een mogelijke toekomst als chirurg benauwde haar - in een maatschap en de rest van haar leven in één ziekenhuis hetzelfde werk doen. Ze maakte een carrièreswitch en kwam terecht bij SeederDeBoer waar ze nu ruim vijf jaar met veel plezier werkt. ‘Ik word op inhoud én op persoonlijke ontwikkeling uitgedaagd. Er is veel afwisseling, ik kom steeds op andere plekken en doe vooral opdrachten in de zorg, zodat ik mijn ambitie “de zorg nóg beter maken” kan nastreven.’ Yoen’s grootste ‘probleem’ is dat ze niet écht kan kiezen. Ze vindt te veel dingen leuk, heeft honger naar meer en beter. ‘Het lukt me tot nu toe om alles te combineren. Toch knaagt er iets en voel ik soms onvrede over werk-privé balans. Iedere keer wanneer ik een (avond)meeting ingeschoten krijgt, voelt het alsof ik moet kiezen tussen mijn gezin en mijn werk. Schuif ik aan aan de familietafel of sta ik klaar voor mijn werk? Ik zou bijvoorbeeld overdag twee uur niet bereikbaar willen zijn om leuke dingen met de kinderen te doen en ’s avonds, als ze slapen, nog wat werken. Dat laatste lukt uitstekend, overdag twee uur vrij nemen niet. Het is een kunst die ik nog niet beheers.’ REISDAG 373


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

De twijfels van Niall, Babs en Yoen typeren de millennial met keuzestress, zegt Wijnants. ‘Allemaal gedreven, hoog opgeleide mensen met een gigantisch stuwmeer aan keuzemogelijkheden. Een generatie die ook vaak wordt neergezet als besluiteloos, passief of verwend, daarbij vergetende dat zo’n “meerkeuzemaatschappij” ook complex is. Het lijkt een luxeprobleem, maar nee zeggen tegen 999 andere aantrekkelijke opties is moeilijk,’ zegt Wijnants. Onomkeerbaar Daarnaast is er iets anders aan de hand: veel dertigers denken dat hun keuzes beperkt houdbaar zijn. Als ze al die kansen nú niet pakken, komt het er nooit meer van. Ze zeggen niet: ik kan niet kiezen, maar ik wil niet kiezen. ‘De vraag is waarom zou het en, en, en, moeten zijn?’ vraagt Wijnants zich af. ‘Je kunt ook na je veertigste of vijftigste verhuizen naar het buitenland, een huis kopen, een MBA of een eigen bedrijf beginnen. Die keuzes kun je heel goed uitstellen. En in de tijd daarvoor is alles wat je kiest een stapje in een bepaalde richting, maak die vooral niet te groot, te definitief en voor je gevoel onomkeerbaar,’ adviseert Wijnants. Feitelijk geldt dat maar voor één keuze: de vraag of je kinderen wil.

Het krijgen van een kind heeft, in tegenstelling tot álle andere keuzeopties, invloed én impact op de rest van je leven.’ Keuzes maken is overigens voor iedereen, dus niet alleen voor dertigers, lastig. Keuzestress zal altijd blijven bestaan zolang je niet eerst grondig nadenkt over de vraag: wat geeft jouw leven zin? Want, zo blijkt uit Wijnants onderzoek onder dertigers, keuzestress is slechts een verschijningsvorm van existentiële twijfel. ‘Een enorme open deur eigenlijk,’ zegt ze, ‘als je geen idee hebt waar je het allemaal voor doet, dan is keuzes maken een hels karwei, of het nou gaat om banen, partners of kinderen. Dus laten we blij zijn met de pubertijd, de quarterlifecrisis, het dertigersdilemma, de midlifecrisis. Dát zijn momenten dat jouw brein probeert te vertellen dat het twijfelt over de koers. Koester die momenten, omarm ze, diep ze uit en zoek naar jouw eigen grondhouding en de basisprincipes van waaruit jij wilt handelen.’

'Keuzestress zal altijd blijven bestaan zolang je niet eerst grondig nadenkt over de vraag: wat geeft jouw leven zin?’ REISDAG 374

#4 2022


BEELDVERHAAL

GIOVANNI CAPRIOTTI

REISDAG 375


SEEDERDEBOER

REISDAG 376

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022



SEEDERDEBOER

REISDAG 378

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


BEELDVERHAAL

GIOVANNI CAPRIOTTI

REISDAG REISDAG 379 379




SEEDERDEBOER

REISDAG 382

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


BEELDVERHAAL

GIOVANNI CAPRIOTTI

BOYS WILL BE BOYS Homoseksuele atleten roepen nog altijd weerstand en controverse op in de sportgemeenschap. Stereotypen bepalen grotendeels of atleten geschikt zijn voor een specifieke discipline. Bij een harde, ruige, mannelijke contactsport als rugby was homoseksualiteit onder spelers lange tijd not done. Homo’s zouden zwakker zijn dan heteromannen, zo luidde het vooroordeel, en dus niet geschikt voor een gentlemen's fight club als rugby. De kleedkamer werd bovendien gezien als een met testosteron gevulde ruimte waar homoseksuelen niet pasten. Dit ongemak, plus het feit dat de identiteit werd opgehangen aan seksuele voorkeur, zette twee homo-rugbyspelers uit Toronto ertoe aan om het eerste homovriendelijke rugbyteam van de stad te starten. Ze herschreven daarmee het concept mannelijkheid binnen de sportprestaties. Hun homovriendelijke team Muddy York Rugby Football Club werd opgericht in 2003 en speelt tegen de (voornamelijk heteroseksuele) teams in de Toronto Rugby Union. Ze reizen de wereld over voor demonstratiewedstrijden tegen andere homoteams, organiseren het jaarlijkse Beaver Bowl Tournament en nemen om de twee jaar deel aan de Bingham Cup, een internationale competitie die vaak wordt bestempeld als de LGBTQ Rugby World Cup. Fotograaf Giovanni Capriotti won met deze serie de World Press Photo categorie ‘Sports Stories.’

REISDAG REISDAG 383 383


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Van pratende prullenbakken tot adviezen tegen kindermishandeling. Bij een vergadering van de kindercommissie in Amsterdam-Zuidoost komt van alles aan bod om de wijk beter en veiliger te maken. ‘We hebben niet allemaal dezelfde buitenkant, maar wel allemaal rood bloed’


SOORT ARTIKEL REPORTAGE

LEX BOON

TOM JANSSEN

Meer liefde

H

et geluid van de voorzittershamer klinkt door de vergaderzaal. Nu nog wat zachtjes, want Charaeynis (10) is pas bij de vorige vergadering tot voorzitter van deze commissie gekozen. Wat onwennig begint ze te vertellen over wat er vandaag op de agenda staat, zoals het gaat in dit soort zalen, met projecttapijt op de grond, onopvallende kamerplanten in de hoek, flesjes water op tafel en – uiteraard – een flipover. De overige commissieleden draaien op de net wat te grote bureaustoelen heen en weer, en ook de tafels zijn net iets te hoog voor de kinderen. Via het beeldscherm kijken twee andere leden vanuit hun huiskamer mee, terwijl wordt herhaald wat het belangrijkste doel is van deze bijeenkomst. Er is vijfduizend euro beschikbaar, maar nog geen plan, dus de commissieleden zijn uitgenodigd om met voorstellen te komen. Meteen gaan de eerste handen in de lucht. De rode lampjes van de microfoons schieten aan en uit. Givendyo: ‘Die vijfduizend euro, krijgen we dat contant?’ Iedereen die iets te vragen of te vertellen heeft, krijgt daar de ruimte voor. Voorzitter Charaeynis laat alles toe: dit is tenslotte de kindercommissie van het Amsterdamse stadsdeel Zuidoost, en het is de bedoeling dat de mening van kinderen wordt gehoord. Net zoals de andere commissieleden zit Charaeynis op een van de basisscholen uit het stadsdeel, waar iets meer dan negentigduizend mensen wonen. Bijna twintig procent daarvan is jonger dan zeventien jaar – een percentage twee keer zo hoog als in de binnenstad van Amsterdam. Het is het vierde jaar op rij dat het stadsdeel een kindercommissie heeft ingesteld. Eens in de drie weken komen ze bij elkaar om te praten over hoe de wijken waarin ze wonen beter en mooier kunnen worden, het stadsdeel te adviseren en ondertussen te leren hoe dat allemaal werkt – vergaderen, besturen en een democratisch proces. REISDAG 385


SEEDERDEBOER

REISDAG 386

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


REPORTAGE

LEX BOON

Dat is allesbehalve vrijblijvend. Stadsdeelvoorzitter en initiatiefnemer van de kindercommissie Tanja Jadnanansing vertelt later hoe belangrijk het voor haar is dat de afspraken met de kinderen ook daadwerkelijk worden nagekomen. ‘Als iets niet lukt kom ik ook uitleggen waarom dat zo is. Het gaat niet om het herstellen, maar juist om het opbouwen van vertrouwen. Dat je met en niet over elkaar praat, durft te luisteren en zo tot oplossingen komt.’ Het project dat de kinderen in de komende vergaderingen gaan uitwerken, wordt in elk geval uitgevoerd. Als de begeleiders alvast wat voorbeelden geven van de plannen die de kindercommissies in de voorgaande jaren hebben uitgevoerd – een pratende prullenbak die in de wijk werd neergezet, een rap die is gemaakt en een graffitiproject – leidt dat tot een vrolijk tafereel met veel vragen van de commissieleden. Zainab: ‘Is de pratende prullenbak er nog steeds?’ Luba: ‘Mogen wij ook een rap maken?’ Sa’diyah: ‘Ik wil eigenlijk ook een keer graffiti spuiten.’

TOM JANSSEN

Na een ruim half uur door elkaar praten is het alsof de kinderen gewend zijn aan hun nieuwe positie, en zich plots meer bewust zijn dat ze een stem hebben. Het begint met een plan van Shakonie. ‘Ik heb een hele goede actie,’ zegt ze. ‘We zouden voor kinderen die gehandicapt zijn geld in kunnen zamelen zodat ze naar de dokter kunnen.’ Givendiyo: ‘Ik wil dat er meer beveiliging komt bij speelplaatsen, zoals camera’s.’ Kayla: ‘Er is een groot speelveld bij mij in de buurt en de gemeente wil dat veranderen in huizen. Ik wil graag een handtekeningenactie beginnen.’ Luba: ‘We hebben dan niet allemaal dezelfde buitenkant, maar we hebben wel allemaal rood bloed. Als thema wil ik: niet buitensluiten.’ Jair: ‘Bij mij op school werd ik bedreigd door iemand; ik zou willen dat dit minder zou gebeuren. Dat voelt echt niet leuk.’ De leden van de kindercommissie zijn niet meer te stoppen. De begeleiders schrijven de thema’s op de flipover – pesten, uitsluiting, passend onderwijs, veiligheid, armoede – en hoewel de plannen blijven komen, wordt voorzitter Charaeynis gemaand de vergadering voor tien minuten te schorsen. Givendrya staat op en rent meteen weg. ‘Doei, ik ga naar de wc.’ Als stadsdeelvoorzitter Tanja Jadnanansing na de pauze de raadszaal binnenkomt, wordt er gedanst, high-fives uitgedeeld en moet ‘juf Tanja’ allerlei vragen beantwoorden: wat voor eten vindt ze lekker (‘pannenkoeken, en patat, met heel veel mayonaise’). Daarna heropent Charaeynis de vergadering en krijgt Tanja het woord. ‘We hebben eerder besproken dat de kindercommissie met gevraagd en ongevraagd advies kan komen,’ zegt ze. ‘Nu komt de week tegen de kindermishandeling eraan, en kindermishandeling komt helaas nog veel voor. Ik ga er volgende week met andere mensen over praten en wil van jullie een advies over wat ik in die gesprekken moet meenemen.’ Even is het stil, en dan neemt een van de commissieleden het woord. REISDAG 387


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

‘Ik heb eerst een vraag voor iedereen: wie wordt er hier soms geslagen door zijn ouders?’ Het lijkt nog stiller te worden in de raadszaal, terwijl het commissielid langzaam de eigen arm omhoog steekt. De volwassenen lijken zich even geen raad te weten en wisselen blikken van mededogen en bedroefdheid uit. De kinderen praten gewoon door, ze lijken er inmiddels aan gewend dat er naar ze wordt geluisterd zodra ze door de microfoon praten en voelen zich blijkbaar zo op hun gemak dat ze zonder schroom hun eigen verhalen beginnen te delen. ‘Ik word eigenlijk emotioneel mishandeld. Mijn vader schreeuwt heel vaak als ik dingen fout doe. Dan kan ik me niet meer concentreren,’ zegt een jongen.

#4 2022

‘Mijn vader en moeder zijn gescheiden. Praten is echt heel erg belangrijk, want vroeger dacht ik eigenlijk dat het mijn schuld was. De ruzies die ik heb gezien, dat gaat niet zomaar uit je hoofd. Daarom moet je praten met mensen,’ zegt een ander kind. ‘Mijn moeder slaat me niet zo vaak. Ze schreeuwt meer dan dat ze slaat,’ zegt het commissielid die als eerste zijn verhaal deed. ‘Ik was een keer twintig euro kwijtgeraakt en toen werd ze alleen boos, zonder te slaan. Mijn vader slaat en schreeuwt al als ik een klein foutje maak.’ ‘Ik zou willen dat er een soort beurs komt, waar kinderen kunnen praten over bescherming,’ zegt een kind, en dat vindt iedereen een goed plan. Stadsdeelvoorzitter Tanja neemt het woord. ‘Ik had niet verwacht dat jullie dit zouden vertellen, we gaan nadenken over hoe we naast jullie gaan staan.’ Dan komen de eerste ouders binnenlopen om het staartje van de vergadering mee te pakken. ‘De ellende is,’ zegt Tanja, terwijl ze met haar handen een denkbeeldige bal maakt, ‘dat we moeten afronden.’ Met briefjes wordt nog snel gestemd over de thema’s die zijn besproken, en besloten dat ze in de volgende vergadering doorgaan over de thema’s ‘veiligheid’ en ‘pesten.’ ‘Hierbij is de vergadering gesloten,’ zegt voorzitter Charaeynis, en ze slaat met de voorzittershamer op de tafel, al een stuk harder dan aan het begin. De projectleiders knuffelen de kinderen die net hun verhaal hebben gedaan. ‘Ze zijn adorable,’ zegt Tanja Jadnanansing na afloop van de vergadering. ‘De vergaderingen met de kinderen zijn mijn lievelings. Ze zijn nog fris, eerlijk en open. Nog niet behept met allerlei vooroordelen en gedoe. Ze spelen geen spelletjes, dat zag je net ook. Het gesprek over mishandeling was even schrikken, maar je moet altijd heel rustig blijven, hoe confronterend het ook is. Want dat is het.’

‘Kinderen zijn nog fris, eerlijk en open. Ze spelen geen spelletjes’ REISDAG 388


REPORTAGE

LEX BOON

TOM JANSSEN

↑ Stadsdeelvoorzitter Tanja Jadnanansing en een paar van 'haar' kinderen.

REISDAG 389


SEEDERDEBOER

REISDAG 390

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022


REPORTAGE

LEX BOON

TOM JANSSEN

‘Dit is nou eenmaal een stadsdeel waar teveel geweld wordt gebruikt’

Jadnanansing merkte in haar begintijd als stadsdeelvoorzitter meer dan eens hoe bevoorrecht ze was met haar eigen achtergrond en de privileges die daarbij horen. ‘Als dochter van een notaris had ik veel meer mogelijkheden om me te ontplooien dan deze kinderen. Zo maakt het voor je ontwikkeling veel uit of er thuis boeken zijn en of iemand je voorleest. Daarom hebben we hier een leesoffensief gedaan en er bijvoorbeeld voor gezorgd dat dertig scholen boeken kregen. En dan vooral verhalen met hoofdpersonen waar de kinderen zich in kunnen herkennen.’ Omdat ze naar eigen zeggen zelf voldoende podium in haar leven heeft gehad, wil ze dat nu aan deze kinderen geven zodat zij ook hun stem kunnen laten horen. Ook neemt ze hen regelmatig mee naar boekpresentaties of festivals zodat ze andere plekken in de samenleving ontdekken. Liefde en rechtvaardigheid zijn haar belangrijkste drijfveren, dat heeft ze ook aan de kinderen verteld. ‘Vervolgens gingen zij T-shirts dragen met de tekst: ‘meer liefde.’ Dat hebben ze echt zelf verzonnen. Net als meer bloemen en planten neerzetten om plekken te creëren waar je een gesprek met elkaar kunt aangaan.’ Jadnanansing leert zelf ook veel van de kinderen. Zo vroegen ze of de vergaderingen van volwassenen niet wat liever konden. Waarom moest dat zo saai en liefdeloos? ‘Tja, bedenk daar maar eens een goed antwoord op.’

De stadsdeelvoorzitter wil liever niet bijdragen aan de vooroordelen over Zuidoost en het stigmatiseren ervan, maar het heeft weinig zin om je ogen te sluiten voor de werkelijkheid. ‘Dit is nou eenmaal een stadsdeel waar te veel geweld wordt gebruikt.’ Het gaat er volgens haar om of je bereid bent de mens achter het gedrag te zien. ‘Natuurlijk kun je een moeder die haar kinderen slaat veroordelen, maar wat als je weet dat de toeslagenaffaire bij haar voor extreem veel stress zorgt?’ Ze kreeg zelf bij haar aantreden een belangrijke tip: ‘Als je de schoonheid van Zuidoost wilt zien moet je de pijn van het stadsdeel willen doorgronden.’

REISDAG 391


REIS / CONFRONTATIE #4 2022

VOORDRACHT DAVID FOSTER WALLACE

THIS IS WATER

SEEDERDEBOER UNSPLASH


REISDAG 394

een einde aan zijn leven maakte - aan de afgestudeerden van Kenyon College (2005).

Fragment uit de toespraak van de Amerikaanse schrijver David Foster Wallace – die in 2008

‘This is water.’

REISDAG 393

…It is about the real value of a real education, which has almost nothing to do with knowledge, and everything to do with simple awareness; awareness of what is so real and essential, so hidden in plain sight all around us, all the time, that we have to keep reminding ourselves over and over:

…Real freedom is being educated, and understanding how to think. The alternative is unconsciousness, the default setting, the rat race, the constant gnawing sense of having had, and lost, some infinite thing…

…The point of the fish story is merely that the most obvious, important realities are often the ones that are hardest to see and talk about…

‘There are these two young fish swimming along and they happen to meet an older fish swimming the other way, who nods at them and says ‘Morning, boys. How’s the water?’ And the two young fish swim on for a bit, and then eventually one of them looks over at the other and goes ‘What the hell is water?’


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Waar heb jij moeite mee? Duco de Vries (1967) is fotograaf en docent aan de Fotoacademie in Amsterdam. Hij maakte de foto’s bij het interview met partner Albert Visscher. ‘Je wordt als fotograaf soms onderdeel van een marketingstrategie en dan moet je toch het gesprek met de opdrachtgever durven voeren om er een eigen draai aan te geven. Vroeger was ik zo blij dat ik werk kreeg dat ik veel meer opkeek naar een opdrachtgever, inmiddels is de relatie gelijkwaardiger en durf ik ook de discussie aan te gaan. Het helpt als je een missie hebt, een soort heilige kern. Ik wil op een respectvolle manier het beste van iemand naar boven halen. Hoe kun je zorgen dat iemand in een commerciële omgeving geloofwaardig blijft, terwijl de uitstraling van de foto’s al van tevoren vaststaat.’ Harriët Garvelink-van Splunder (1974) is managing consultant bij SeederDeBoer en verzorgde mede de eindredactie van dit nummer. ‘Door de jaren heen word je ervarener, ontwikkel je een olifantshuid. Maar als ik iemand tref die in mijn ogen onvoldoende integer in het leven of werk staat, blijft het me raken. Denk aan teveel ego, in plaats van gaan voor het geheel. Reorganiseren zonder voor je mensen te zorgen. Of geen regie op uitgaven, want het is publiek (lees niet je eigen) geld. Je weet natuurlijk dat het bestaat, en toch voelt zo’n ontmoeting iedere keer als een mini-confrontatie. Waarom niet professioneler of menselijker handelen? En is het niet kunnen of niet willen? En… is mijn olifantshuid misschien dunner dan die van anderen?’ Philip Dröge (1967) is schrijver, columnist en schreef het essay over de midlifecrisis. ‘Het meest confronterend voor mij is het wieltje waar je virtueel aan moet draaien als je ergens je geboortedatum moet invullen. Voor mij is dat ondertussen drie keer scrollen aan het echte wieltje van mijn muis. Op analoge formulieren is het invullen van 1967 een eenvoudige handeling waar ik niet te veel over nadenk; maar dat wieltje maakt het verstrijken van de jaren ineens tastbaar. Voor ieder klikje van het wiel een jaar, brrrrt, daar gaan de jaren tachtig. Brrrrt, dat waren de seventies. Ergens tussendoor heb ik de lagere school gedaan. Het mooiste is wanneer ik te ver ga, en vanaf 1956 weer terug moet. Zo erg is het ook weer niet, denk ik dan.’ Rob Stolte (1981) is artdirector en partner bij Autobahn. Hij ontwerpt alle REIS magazines. In 2018 debuteerde hij met het boek ‘A is van Os’, over de geschiedenis van ons alfabet. ‘Mijn leven draait om letters. Het zijn mijn grootste vrienden, maar als kind haatte ik ze. Tijdens het maken van A is van Os kwam ik erachter dat ik misschien dyslectisch ben. In oude taalschriften van de basisschool schreef de juf met rode pen: ‘Dit werk ga ik nooit meer nakijken!’ Ik dacht altijd dat ik een luie leerling was. Op de Kunstacademie ontdekte ik dat letters hun herkomst hebben in afbeeldingen. Die wetenschap gaf mij de mogelijkheid om op een beeldende manier met letters om te gaan. En het mooiste is: mijn zwakte is mijn kracht geworden.’ REISDAG 394


Colofon Colofon Hoofdredactie Dominique Haijtema / Jurgen Schut Eindredactie Miloe van Beek Harriët Garvelink-van Splunder Ontwerp & art direction Autobahn •

Tekst Miloe van Beek / Barbara van Beukering Lex Boon / Philip Dröge Dominique Haijtema / Stine Jensen Paulien de Jong •

Fotografie Malou van Breevoort Giovanni Capriotti / Tom Janssen Wanda Tuerlinckx / Unsplash Duco de Vries Illustraties Autobahn / Redmer Hoekstra Levi van Veluw •

Lithografie Djeeks ‒ Jan Harm Lieftinck

Drukwerk CEP ‒ Maarten de Graaf Genious Black 120gr. & 350gr. Dekwit & PMS 877

SeederDeBoer De Ruijterkade 125 1011 AC AMSTERDAM +31 (0)20 854 6556 seederdeboer.nl •

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, opgeslagen en of openbaar gemaakt worden, hetzij elektronisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder overleg met SeederDeBoer.


SEEDERDEBOER

REIS / INZICHT

#5 2023

Volgend nummer: Het inzicht

REISDAG 396


SOORT ARTIKEL

NAAM ACHTERNAAM

NAAM ACHETRNAAM

REISDAG REISDAG 397 397



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.