MAGNA
LEADING LAWYERS
CHARTA STRAFRECHT
magazine JA AR 4 | maar t 2018 | no.81 | www.avdr.nl
MET O.A.
Jouko Barensen Advocaat bij Ploum
Willem Jan Ausma
Advocaat bij Ausma De Jong Advocaten
De
ZEISTER brandmoord
DE ADVOCAAT IN HET STRAFRECHT IS ER ÓÓK VOOR HET SLACHTOFFER! Richard van Staden ten Brink Advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek
Hoe kom je van dat
CRIMINELE GELD af? Aanpak TBSWEIGERAARS Jan-Jesse Lieftink
Advocaat bij Lieftink Strafrechtadvocaat
vanuit
zorgt voor verdeeldheid
-de Koepelgevangenis Haarlem-
OUT
magazine
with the old
2 MC Magazine MAART 2018
IN
with the new
MAGNA
CH
magazine
we like to welcome you...
MC Magazine MAART 2018 3
TEN BERGE LEERKOTTE ADVOCATEN
4 MC Magazine MAART 2018
feiner
iwema
advocaten
MC Magazine MAART 2018 5
VOORWOORD Hoe vaak komt u op plekken die heel mooi zijn, maar waar je toch niet te lang wilt blijven? Ik hoor nog steeds het galmen van stemmen en het geluid van hakken als ik terugdenk aan 16 oktober. Op die dag kregen een aantal vakgenoten en ik de eer om in een volslagen lege Koepelgevangenis in Haarlem op de foto te gaan. Deze beruchte gevangenis sloot in 2016 haar deuren. Of wellicht moeten we zeggen dat de deuren toen juist opengingen. In de toekomst worden er studenten gehuisvest: monumentaal studeren en lommerrijk ontspannen, heet dat. Kijkt u maar op www.opendekoepel.nl. De gelegenheid op 16 oktober was op zichzelf feestelijk: het betrof de fotoshoot die leidde tot de editie van Magna Charta die u nu bekijkt. Even waande ik mij geen jurist, maar wist ik wat een fotomodel de hele dag doet: op vreemde locaties naar en langs de camera staren. Dan weer krachtig, dan weer mysterieus. Voor de cellen, in de cellen, en naast de cellen. De locatie was als gezegd mooi. Het licht was bijzonder. De hoeveelheid cellen was overweldigend. Maar het woord feestelijk zou ik niet in de mond willen nemen. Het formaat van de cellen deed de wenkbrauwen fronsen. 23 uur per dag op cel? Zij die geloven in tucht en strenge straffen knikken nu wellicht goedkeurend. Vervolgens werden wij één voor één geïnterviewd door Wouter Kurpershoek. Hij besprak met ons een zaak die ons om welke reden dan ook is bij gebleven. Verderop in dit magazine ziet u welke zaken dat zijn. Dit magazine biedt u een blik op de gezichten van sommige strafrechtadvocaten. Maar ook ziet u een glimp van wat er achter die gezichten schuil gaat. Ik heb met veel plezier meegewerkt aan de totstandkoming van deze editie van Magna Charta. Dat geldt ongetwijfeld ook voor de andere deelnemers. Veel leesplezier! Jouko Barensen Advocaat
6 MC Magazine MAART 2018
MC Magazine MAART 2018 7
INHOUDSOPGAVE ALDO VERBRUGGEN
P.16
FRÉDÉRIQUE TEN BERGE
P.22
JOUKO BARENSEN
P.28
GERLOF MEIJER
P.34
OUT-OF-COURT SETTLEMENT: DE TRANSACTIE HERZIEN DE MOORD OP DE KAASBOER EN DE TRIAS POLITICA DE ADVOCAAT IN HET STRAFRECHT IS ER ÓÓK VOOR HET SLACHTOFFER! VERKRACHTERS KRIJGEN GEEN LEVENSLANG
THE INTERVIEWS RICHARD VAN STADEN TEN BRINK
HOE KOM JE VAN DAT CRIMINELE GELD AF?
8 MC Magazine MAART 2018
P.42 P.44
WILLEM JAN AUSMA
P.48
EVA HULS
P.58
REINIER FEINER
P.64
DE ZEISTER BRANDMOORD DE JEUGDSTRAFRECHTADVOCAAT: VAN PARADIJSVOGEL TOT PAARSE KROKODIL? VRIJHEIDSONTNEMING -EN BEPERKING EN TE BEPLEITEN GRENZEN EX ARTIKEL 2, VIERDE PROTOCOL EN ARTIKEL 5 EVRM. JAN-JESSE LIEFTINK
P.74
AANPAK TBS-WEIGERAARS ZORGT VOOR VERDEELDHEID DANIEL FONTEIN
STRAFRECHTELIJKE GEVOLGEN VAN GSM-GEBRUIK IN HET VERKEER
P.82
MC Magazine MAART 2018 9
10 MC Magazine MAART 2018
To improve is to change; to be perfect is to change often. - Winston Churchill MC Magazine MAART 2018 11
12 MC Magazine MAART 2018
MC Magazine MAART 2018 13
LEERGANG
STRAFRECHT 2018 39 PO PUNTEN
DIRECT AANMELDEN
14 MC Magazine MAART 2018
www.avdr.nl
ONDERWERPEN WWFT A CTUALITEITEN KREDIETVERLENING P IKET I PIKETMELDING, CONSULTATIE EN VERHOORBIJSTAND P IKET II DE PRAKTISCHE GANG VAN ZAKEN VAN DE INVERZEKERINGSTELLING P IKET III DE INVERZEKERINGSTELLING, DE RECHTMATIGHEIDSTOETSING P IKET IV DE VORDERING INBEWARINGSTELLING BEHANDELEN P IKET V DE TAKEN RC, WET VERSTERKING POSITIE RC PIKET VI VORMVERZUIMEN R OUNDTABLE JURISPRUDENTIE STRAFRECHT I DWANGMIDDELEN P OSITIE RAADSMAN, VERSCHONINGSRECHT O NDERZOEK TER TERECHTZITTING / INCIDENTEN B EWIJSRECHT VERWEREN EN STANDPUNTEN
V ORMVERZUIMEN EX ART. 359A SV ( MEDE)PLEGEN EN ANDERE VARIANTEN VAN DADERSCHAP STRAFUITSLUITINGSGRONDEN JEUGDSTRAFRECHT D E RECHTER-COMMISSARIS IN STRAFZAKEN P IKET, IVS EN VOORLOPIGE HECHTENIS P OGING, TERUGTRED EN VOORBEREIDING OPZET EN CULPA STRAFFEN EN MAATREGELEN P ROCESDEELNEMERS EN ANDERE BETROKKENEN VERKEERSRECHT ART. 6 WVW D E BURGERLIJKE PARTIJ (S.O. BENADEELDE PARTIJ EN SPREEKRECHT) H ET HOREN VAN GETUIGEN EN DESKUNDIGEN WWFT A CTUALITEITEN KREDIETVERLENING R OUNDTABLE JURISPRUDENTIE STRAFRECHT II MC Magazine MAART 2018 15
0171
Aldo Verbruggen
OUT-OF-COURT Advocaat bij Jones Day
SETTLEMENT:
DE TRANSACTIE HERZIEN
Het Nederlandse straf(proces)recht krijgt steeds meer Angelsaksische features. Eerste aanzetten hiertoe werden gegeven door het internationale (humanitaire) strafrecht. De procesreglementen van de tribunalen zijn een patchwork van common en civil law. Door Nederlandse vestiging en intensieve uitwisseling maakten we er kennis mee en realiseerden we ons dat er meerdere wijzen zijn om een fair proces te hebben.
O
ok Straatsburg gaf ferme impulsen.
zelfs de exclusionary rule, door de rechtspraak van
hebben waarbij het proces voornamelijk
inhoud en betekenis.
Duidelijk voorbeeld: dat wij een systeem
wordt gevoerd aan de hand van een vooraf
door het Openbaar Ministerie (OM) opgesteld dossier, betekent niet dat de rechter hierop te
allen tijde blind mag varen. Ondervraging van de
de Hoge Raad bijna tot dode letter gemaakt, weer In het financieel-economische strafrecht draag het
OM inmiddels ook bij aan de trend – met name met de blik gericht op de Verenigde Staten.
belangrijkste getuigen moet mogelijk zijn. Het
Het sterkst doet zich dat gevoelen in
onder invloed van Straatsburg. Wie weet, komt ook
afgelopen jaren een vlucht hebben genomen. Het
onmiddellijkheidsbeginsel emancipeerde weer
de strafprocessuele bescherming weer eens over de Atlantische Oceaan naar ons toe en krijgt mogelijk
16 MC Magazine MAART 2018
grensoverschrijdende corruptiezaken – die de
OM heeft zijn oor duidelijk te luisteren gelegd bij
de FCPA unit van DOJ, de unit die verantwoordelijk
is voor handhaving voor de wet die bedrijven met
het verband weleens verloren te gaan en daarmee
van de Amerikaanse jurisdictie waar het omkoping
een beschrijving van die ontwikkeling en enige
enige Amerikaanse nexus brengt onder het bereik van buitenlandse ambtenaren betreft.
de coherentie van het systeem. Onderstaand aanbevelingen.
Daarbij worden welgevallige stars and stripes-kersjes van de taart geplukt, maar dreigt het overzicht en
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 17
“De wet loopt hier derhalve nadrukkelijk achter op de praktijk – of loopt de praktijk buitenwettelijk en daarmee wederrechtelijk vooruit op de wet?”
18 MC Magazine MAART 2018
De torenhoge bedragen waartegen het OM een aantal zaken buiten zitting om schikte,
haalden de voorpagina’s. Waar de Nederlandse rechter bij uitzondering kwam tot een boete boven de miljoen euro en 3,5 miljoen voor
meerdere ernstige milieuovertredingen de
absolute kroon spande, ging het thans plotseling om honderden of tientallen miljoenen euro’s.
Aangezien de ontwikkeling van het Nederlandse
straftoemetingsbeleid zich doorgaans evolutionair en niet revolutionair ontwikkelt, kan gevoeglijk
worden uitgesloten dat de strafrechter, oordelend
over de zaak, straffen van vergelijkbare ordegrootte
had opgelegd. Zo de rechter al tot een veroordeling was gekomen – hetgeen in een aantal zaken ten
zeerste de vraag is. Zekerheidshalve: het nieuwe
artikel dat het mogelijk maakt een boete tot 10% van de jaaromzet op te leggen, was nog niet van
toepassing op deze zaken. De zaken misstaan niet
in het rijtje van out-of-court settlements, aangegaan door DOJ en kwam tot stand na een met de
De schikkingen hadden de vorm van een transactie,
A fair share of the profit – zo zal Nederland hebben
kent: acceptatie van een zogeheten ‘monitor’, een
Amerikanen in gezamenlijkheid doorlopen traject. gedacht. Hopelijk hoeft het geen betoog dat het
bij strafrechtspleging niet gaat om een eerlijk deel in de beloning, maar een passende bestraffing.
Een belangrijk deel van deze schikkingen kwam tot stand na een naar Nederlandse maatstaven ongebruikelijk voortraject: een al dan niet op
instigatie van justitie door de onderneming zelf
verricht onderzoek – al dan niet aangevuld met enig klassiek strafvorderlijk onderzoek. Publiek-private
samenwerking in het strafvorderlijke domein: een nieuw fenomeen waar op zich veel voordelen
aan zitten: de capaciteit van de strafrechtketen
wordt vergroot, de vervuiler betaalt, bewijs kan
worden verzameld in landen waarmee justitie geen
verdragen heeft en anderzijds blijft de onderneming verschoond van schadelijke verstoring van haar
bedrijfsvoering. Hoewel de wettelijke modaliteit doet veronderstellen dat het OM voorwaarden stelt ter voorkoming van de vervolging, draagt
een aantal van die transacties (mede) het opschrift ‘overeenkomst’.
maar kenden voorwaarden die het strafrecht niet persoon die op kosten van de onderneming ten
behoeve van de overheid kijkt of niet opnieuw wordt gezondigd, eisen en beloften ten aanzien van de
structuur van de onderneming, de toezegging dat de onderneming zal blijven meewerken aan het
onderzoek, toekomstige openheid over compliance en zo nog het een en ander. Naar het zich laat
aanzien, zal het OM de onderneming niet aan deze voorwaarden kunnen houden; naar algemene leer is een transactie niet civielrechtelijk afdwingbaar en dat geldt a fortiori waar het buitenwettelijke
voorwaarden betreft. Het OM zal bij niet-nakoming
de transactieovereenkomst hebben open te breken, het gestorte geld dienen te retourneren en alsnog
de vervolging hebben in te zetten. Ergens heb ik het gevoel dat het OM ook niet de behoefte heeft om
een half miljard terug te storten en alsnog de zaak
ter zitting aan te brengen. De wet loopt hier derhalve nadrukkelijk achter op de praktijk – of loopt de
praktijk buitenwettelijk en daarmee wederrechtelijk vooruit op de wet?
MC Magazine MAART 2018 19
Oorspronkelijk was de bedoeling van de wetgever de
zin van RO, worden zonder verklaring of toelichting
van de strafbeschikking. Daarmee zou de wetgever
onrechte onder. Wie aangeeft korting te bieden bij
transactie af te schaffen bij volledige implementatie de praktijk geen dienst bewijzen. Modernisering
van de transactie is wat geboden is. Uitbreiding van het aantal mogelijke voorwaarden dient te worden overwogen. Afdwingbaarheid van een aantal
(bijkomende) voorwaarden zonder tenietdoening van de transactie in totaliteit en vervolging, lijkt
ingetrokken. Daar lijdt de rechtszekerheid ten
self-reporting, een niet onverstandige gedachte die het zelfreinigend vermogen van het bedrijfsleven bevordert, dient die korting te benoemen en dat vergt dat ook het uitgangspunt bekend is.
geïndiceerd. Het karakter van de transactie verdient
Tot besluit: in diverse gezaghebbende jurisdicties
wilsovereenstemming bereiken, kan het karakter van
voorzorgsmaatregelen van een bedrijf kunnen
eveneens heroverweging: waar partijen na overleg de overeenkomst niet langer worden miskend. Tot
besluit valt niet te ontkomen aan rechterlijke toetsing: zaken met de grootste maatschappelijke impact die handelen over uitzonderlijke belangen en waarbij
de hoogste sancties worden opgelegd, dienen niet stelselmatig aan rechterlijke controle te worden
onttrokken. Rechtsvorming slaat dan om tot een
schikkingspraktijk en in de toekomst zullen partijen geen oriëntatie meer hebben bij onderhandeling
op het mogelijk(e) (latere) rechterlijke oordeel. Die rechterlijke toetsing zal mogelijk een marginale zijn, maar dient wel alle facetten van artikel 348
en artikel 350 Sv te beslaan. Deze toets zal ook de
asymmetrische onderhandelingspositie van partijen, OM en verdediging, compenseren.
Er werden wat vruchtjes van de taart gesnoept; de nieuwe praktijk verdient een bredere blik en meer adoptie van Amerikaanse elementen. Wie self-
reporting predikt, medewerking eist en aangeeft dat er korting verleend zal worden op een torenhoge
boete, verplicht zich. Het OM dient inzicht te bieden in de wijze waarop haar straftoemetingsbeleid tot stand komt. Het is niet lastig de ingrediënten te
benoemen en het soortelijk gewicht ervan te bepalen in een straftoemetingsrichtlijn. Het OM was daar
met BOS/polaris aardig in geslaagd en als nieuwe
inspiratie nodig is, kijke men naar de Amerikaanse of Engelse sentencing guidelines. Er is evenwel
een curieuze kentering zichtbaar: de bestaande
aanwijzingen en richtlijnen, nota bene recht in de
20 MC Magazine MAART 2018
hebben de autoriteiten weten te benoemen welke worden gevergd ter voorkoming van strafrechtelijk berispelijk handelen. Recentelijk benoemde de
nieuwe Deputy Attorney General Rosenstein het als volgt: “Third, the Policy provides details about how
the Department evaluates an appropriate compliance program, which will vary depending on the size and
resources of a business. The Policy therefore specifies some of the hallmarks of an effective compliance and ethics program.”. In Nederland is ook dit niet
van belang ontbloot; de Hoge Raad formuleerde
het in het welbekende Zijpe-arrest als volgt: “Onder bedoeld aanvaarden is mede begrepen het niet
betrachten van de zorg die in redelijkheid van de
rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op
de voorkoming van de gedraging.”. Deze overweging kreeg noch in latere rechtspraak, noch in richtlijnen van de overheid enige nadere invulling. Het OM
bewijst de rechtszekerheid en het bedrijfsleven een dienst door completering van het Angelsaksische pallet. Inmiddels oriënteert de wetgever zich op een fundamentele herziening van het Wetboek
van Strafvordering. Die hercodificatie biedt een
uitstekende gelegenheid de nieuwe out-of-court
settlement in boek III in nieuwe gedaante te laten verschijnen. Zowel uit theoretisch als praktisch oogpunt is dat passend en geboden.
- CURRICULUM VITAE -
Na de RAIO-opleiding begon Aldo Verbruggen zijn carrière bij het Openbaar Ministerie als officier van justitie, waar hij zich specialiseerde in het bijzondere strafrecht: financieel-economische zaken. Daarnaast bekleedde hij diverse managementfuncties en droeg hij bij aan de oprichting van het Functioneel Parket. In 2005 stapte Aldo over naar de balie en werd hij partner bij Wladimiroff Advocaten. Tot 2013 was hij verbonden aan dat kantoor, waarvan 5 jaar als managing partner. Hij trad op in talrijke high profile zaken. Na een tussenstop bij Houthoff trad Aldo in 2015 toe tot de partnership van het internationale kantoor Jones Day, alwaar hij (internationale) ondernemingen en hun management bijstaat. Aldo bekleedt de nodige nevenfuncties: hij is voorzitter van twee charitatieve organisaties en lid van de International Justice Circle van Human Rights Watch, de redactie van het Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving en de corruptiecommissie van de ICC. Aldo spreekt regelmatig op congressen en seminars en publiceert geregeld over onderwerpen, gerelateerd aan het financieel-economische strafrecht. In 2017 verscheen van zijn hand het boekje ‘Onderneming en strafbaar feit’.
MC Magazine MAART 2018 21
0172
Frédérique ten Berge
DE MOORD Advocaat / Partner tenBergeLeerkotte Advocaten
OP DE KAASBOER EN DE TRIAS POLITICA
Piet en Anna kennen elkaar al jaren. Het is een pittige relatie te noemen. Ze kunnen niet met of zonder elkaar. Maar er is veel pret en Piet heeft haar eens verlost van een vervelende cliënt. Nu is ze al een poosje zwanger.
T
oen Piet nog een straf moest uitzitten
kon zij gelukkig terecht bij een oudere
vriend, de kaasboer. Nu is Piet gelukkig
weer op vrije voeten, met een vrijspraak op
zak dus ook nog recht op schadevergoeding en dat kan hij goed gebruiken zo na zijn
detentie en met een kleine op komst. Anna
was verslaafd maar door haar zwangerschap
afgekickt en het gaat goed. Het wonen bij de
kaasboer bevalt. Gelukkig is het ook een plek waar Piet terecht kan na zijn detentie mits hij
wel af en toe kookt en wat schoonmaakt. Ook
maakt hij van zijn verkregen schadevergoeding geld over naar de kaasboer.
Samen lopen Piet en Anna aan het begin van de bewuste avond naar hun tijdelijk verblijf;
de deur staat open en het is te stil in huis. Ze
roepen, Anna loopt eerst naar boven en treft daar de huiseigenaar dood in bed aan met
22 MC Magazine MAART 2018
veel bloed, Piet loopt ook naar boven en rent ook weer naar beneden.
Anna loopt schreeuwend de straat op, er
is een buurvrouw die arts is en zij checkt of de kaasboer nog leeft, maar helaas is hij al
overleden. De politie wordt gebeld en hoort beiden als getuige, evenals buurtbewoners.
De gangen van iedereen worden nagegaan.
Een paar dagen later wordt Piet opgepakt op verdenking van de moord/doodslag op de kaasboer. Er is een getuige die zegt dat hij
Piet met bebloede kleding heeft gezien. En
de nacht voor het aantreffen van de inmiddels overleden kaasboer was Piet in het huis dus had hij de gelegenheid. Daarnaast is er een vuilniszak aangetroffen met kleding waarin
DNA is aangetroffen van Piet, maar ook van de kaasboer en een mengprofiel die niet bekend is in de databank.
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 23
Uit het onderzoek komt naar voren dat een
mogelijk 6 uren voor het intreden van de dood
van de overleden kaasboer een blanke man
Piet wel en niet een alibi. Zelf leeft hij niet zo
buurman op de ochtend voor het aantreffen in de woning ziet staan met een beschrijving die niet op Piet lijkt en al helemaal niet qua
huidskleur. Ook is het tijdstip van overlijden
nogal ruim omdat het letsel dat is aangebracht
24 MC Magazine MAART 2018
is aangebracht. Voor de lange tijdslijn heeft bij de tijd, hij heeft geeneens een horloge
en hij leeft bij de dag nu hij niet meer in het geijkte patroon van een huis van bewaring
zit. Piet blijkt gesignaleerd op verschillende
camera’s in het centrum van de stad dus voor
bepaalde mogelijke tijden van het toebrengen van het letsel heeft hij een alibi. Nu het
tijdstip niet in een korte marge is te stoppen krijg je te maken met veel mogelijkheden
en waarschijnlijkheidsgradaties. Lastig om
je tegen te verweren en ook lastig als je het
niet meer helder kan krijgen. Ook een andere
patholoog verklaart dat dat niet op een andere wijze meer helderheid kan verschaffen. Er volgt een lange periode van nader
onderzoek zowel gedaan door justitie als
op verzoek van de verdediging. Er worden
getuigen gehoord; waaronder de getuige die verklaart dat hij Piet in zijn bebloede kleding
zou hebben gezien. Maar als hij nader wordt ondervraagd, blijkt dat hij dat nooit zou
hebben gezegd. Verder geeft hij aan dat hij
alle drugssoorten en medicaties tot zich neemt die er maar zijn; hij zegt wel eens vaker wat.
Maar er is ook een verklaring van een tweede getuige uit de drugsscene die niet meer
goed weet wanneer hij Piet heeft gesproken of op een donderdag, of op een vrijdag,
“Alternatieve scenario’s te over zou je kunnen zeggen.“
maar toen vertelde hij wel dat de kaasboer
dood was. Als het op de donderdag is is het
daderwetenschap want pas donderdagavond
werd de kaasboer dood aangetroffen. Is het de vrijdag dan sluit dat bij de verklaring van Piet aan.
Wat ook opvalt is dat de kaasboer er een baantje bij had ; namelijk prostituees
vervoeren naar en van hun werkplek, soms sliep er ook wel eentje bij de kaasboer.
De wereld waarin hij ’s avonds en ’s nachts verkeerde was een schimmige wereld.
Alternatieve scenario’s te over zou je kunnen zeggen.
Wat de verdediging nog het meeste dwarszat is het feit dat er geen motief aanwezig was.
Waarom zou Piet dit nou doen. Hij had alleen
maar baat bij het verblijven bij de kaasboer, hij
MC Magazine MAART 2018 25
had de beschikking over financiĂŤn, was heel
van Teeven in de Groene Amsterdammer
tijd buiten en de omgang met Anna.
bijlen. Zo ziet een voorheen staatssecretaris
erg blij dat hij weer vrij was en genoot van zijn Ondanks vraagtekens is Piet toch veroordeeld voor doodslag zowel in eerste aanleg als
bij het Gerechtshof. Wat mij als advocaat zo
trof in dit verhaal is dat door mogelijkheden,
https://ww.groene.nl/artikel/onrust-en-botteons rechtsbestel. Het bezuinigen op
verdediging in strafzaken beperkt de toegang tot het recht en is een directe aantasting van de rechtsstaat.
waarschijnlijkheden, interpretaties en
We hebben drie kleuren in onze vlag, die niet
naar een veroordeling. Voorstelbaar ook met
voor Nederland, laten we dat nu vooral ook
aannames het lijkt alsof er is doorgeredeneerd bewijsmateriaal in het dossier aanwezig maar het voelt niet goed. Er zijn open eindjes: hoe
zit het dan met de verklaring van de buurman, wie is dat dan geweest in het huis van de
overledene? Bij zoveel ruis omtrent het exacte tijdstip van de dood kan je dan concluderen
wie het moet zijn geweest? DNA op kleding is te verklaren als het je eigen kleding is en de kleding ook in het huis lag van de kaasboer
omdat je daar woonde? Waarom geen nader onderzoek naar het mengprofiel? Ook met
de huidige stand van de wetenschap en de
enorme technologische groei tussen eerste aanleg en hoger beroep?
Mij bekruipt het gevoel en dan spreek ik op persoonlijke titel dat de proceseconomie
de waarheidsvinding is gaan belemmeren.
Rechters en officieren worden vastgezet door protocollen en allerlei normeringen, targets
en bezuinigingen. Maar komt dat de rechtstaat ten goede? Willen wij dat met elkaar. Ook de
afdoening van het OM, ZSM, leidt tot afkalving van de trias politica. Juist de scheiding der
machten maakt ons systeem een rechtssysteem waarin fouten uiteindelijk aan het licht kwamen omdat er sprake van een balans was. Waarom worden er geruisloos vele zaken afgedaan
zonder dat er een rechter en een raadsman aan te pas komt. Ook bezuinigingen raken
de belangen van verdachten en verdediging,
daarbij verwijs ik naar het ontluisterende artikel
26 MC Magazine MAART 2018
doorlopen maar naast elkaar een symbool zijn doen met de scheiding der machten!
- CURRICULUM VITAE -
Frédérique is advocaat en partner bij tenBergeLeerkotte Advocaten. Ze is gespecialiseerd in strafrecht en staat ook benadeelden en nabestaanden in het strafproces bij. Frédérique heeft gestudeerd aan de Rijksuniversiteit in Groningen en is afgestudeerd in de richtingen strafrecht en privaatrecht. Ze is advocate sinds 1997. De eerste drie jaren van haar beroepsopleiding advocatuur heeft ze een algemene praktijk gevoerd met het accent op letselschade en strafrecht. Na de beroepsopleiding heeft zij zich verder gespecialiseerd in het strafrecht en de kennis van de letselschade ingezet om benadeelden bij te staan in het strafproces. In 2003 heeft zij de profileringscursus strafrecht afgerond aan het Pompe Instituut (UU) te Utrecht en vervolgens in 2005 de specialisatie opleiding strafrecht aan datzelfde instituut. Frédérique is sinds 2017 lid van de Raad van de Orde van Advocaten Midden Nederland en portefeuillehouder strafrecht. Daarnaast is ze lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten is ze bestuurslid van het Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds-en zedenslachtoffers. Ze verzorgt regelmatig opleidingen aan advocaten. MC Magazine MAART 2018 27
0173
Jouko Barensen
DE ADVOCAAT IN HET STRAFRECHT Advocaat Ploum advocaten
IS ER ÓÓK VOOR HET SLACHTOFFER!
De strafrecht-advocaat roept bij sommige mensen een beeld op van een al dan niet glad persoon die boeven probeert vrij te krijgen, en die daarbij slinkse trucs niet schuwt als dat nodig is.
L
ang niet altijd roept de strafrecht-
toekomen. En ook Slachtofferhulp Nederland is
advocaat die er voor waakt dat het
van slachtoffers te verbeteren. Maar een
advocaat de associatie op van een
recht juist wordt toegepast. Of dat de
belangen van een verdachte goed worden vertegenwoordigd.
Nog minder mensen denken bij de term
strafrecht-advocaat aan iemand die voor
benadeelden op komt. En dat is jammer,
omdat ook benadeelden zeer gebaat zijn bij rechtskundige hulp. Het strafproces
geeft immers steeds meer mogelijkheden
aan benadeelden. Natuurlijk heeft het OM hier een rol in, evenals de politie of een
andere opsporingsdienst: de wet bepaalt in artikel 51ab WvSv dat het slachtoffer bij het
eerste contact met de opsporing onverwijld informatie krijgt om hem in staat te stellen
toegang te krijgen tot de rechten die hem
28 MC Magazine MAART 2018
al jarenlang doende om de positie en rechten advocaat heeft echt toegevoegde waarde.
De zakelijke cliënt zal bijvoorbeeld minder snel geneigd zijn om het loket van Slachtofferhulp
te bezoeken, wanneer het bedrijf bijvoorbeeld het slachtoffer wordt van interne fraude. En
vaak wil zo’n cliënt een deskundig advies vóór
men besluit om naar de politie te stappen. Een advocaat kan zo’n advies geven.
Een korte schets van de toegevoegde waarde van raadslieden die voor benadeelden
optreden. De schets is gebaseerd op mijn
eigen ervaringen als officier én als advocaat.
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 29
Aangifte
woorden: de kans dat een aangifte die door de
Veel strafzaken beginnen met een aangifte.
opgepakt, is in mijn ervaring groter.
Dat geldt nog eens extra voor zaken waarin het om minder zichtbare criminaliteit gaat,
zoals bijvoorbeeld fraudezaken. In omvangrijke en complexe zaken kan een advocaat zo’n
aangifte goed opstellen. Een advocaat weet waar hij op moet letten bij het opstellen van
zo’n aangifte. Hij weet hoe je een aangifte zo in moet delen, en de feiten zo moet beschrijven,
dat deze voor de politie en voor het OM helder worden. Irrelevante informatie voegt immers
niets toe. Zeker bij complexe zaken maakt dat het totaalplaatje onnodig ingewikkeld.
De aangifte kan dan ook meteen aan de
Officier van Justitie worden gestuurd. Dat
werkt vaak beter dan wanneer iemand zelf
naar de politie gaat. In complexe zaken is het lang niet altijd zo dat de aangifte dan even
effectief op papier komt te staan. Met andere
advocaat aan de Officier wordt gestuurd wordt
Vinger aan de pols Wanneer de aangifte bij het OM ligt, kan de raadsman geregeld navragen hoe het staat
met de afwikkeling er van. Voor een particulier is dat veel lastiger. De particulier wordt sneller naar de opsporingsdienst doorverwezen. Dat leidt niet altijd tot een voorspoedige informatie-uitwisseling. Daarbij heeft de
raadsman die met het OM communiceert, ook meer invloed op het beslissingsproces.
Artikel 51ac WvSv bepaalt dat het slachtoffer informatie ontvangt over onder andere
het inzenden van het proces-verbaal, het nemen van een beslissing, de datum van
de zitting. Tevens staat in artikel 51b dat de
benadeelde op verzoek kennis kan nemen van de processtukken die voor hem van belang
zijn. Wanneer de Officier van Justitie weigert om deze inzage te verlenen, heeft hij een
machtiging van de rechter-commissaris nodig. Deze machtiging heeft de Officier níet nodig indien hij weigert om processtukken aan de
verdachte te verstrekken. De wet is op dit punt
dus strenger als het gaat om benadeelden, dan wanneer het gaat om een verdachte.
Benadeelden kunnen op zichzelf zonder
advocaat gebruik maken van deze rechten. Ze kennen deze rechten echter vaak niet, of niet goed genoeg. Ook al stelt de
opsporingsdienst hen er van op de hoogte.
Artikel 12-klacht Indien het Openbaar Ministerie besluit om een aangifte niet op te pakken, kan een
benadeelde die het daar niet meer eens is, zich
30 MC Magazine MAART 2018
“Benadeelden kunnen op zichzelf zonder advocaat gebruik maken van deze rechten. Ze kennen deze rechten echter vaak niet, of niet goed genoeg.”
bij het Gerechtshof beklagen. Ook dat hoeft niet per se met een raadsman te gebeuren.
Gesprek
Maar die zal er wel sneller in slagen om een betoog te houden dat juridisch hout snijdt.
In veel zaken van een bepaalde ernst kan
Het strafproces heeft via deze procedure de
een benadeelde verzoeken om een gesprek met een Officier van Justitie. Zo’n gesprek
mogelijkheid in het leven geroepen om het opportuniteitsbeginsel, dat in Nederland
ruim wordt geïnterpreteerd, door de rechter
te laten toetsen. Ook van dit recht wordt een
benadeelde op de hoogte gesteld als er een beslissing wordt genomen in de zaak waarin
hij benadeelde is. Maar níet als zo’n beslissing uitblijft, of als een aangifte blijft liggen.
kan in sommige zaken zeer beladen zijn. In
andere zaken zijn juist juridische finesses van
belang. Een benadeelde die wordt bijgestaan, weet zich er van verzekerd dat de essentie
van zo’n gesprek hem later nog eens haarfijn kan worden uitgelegd. Ik heb, als officier van
justitie, diverse gesprekken met benadeelden gevoerd. Zo sprak ik met de nabestaanden
van de overleden Mitch Henriquez. Henriquez
MC Magazine MAART 2018 31
kwam bij een aanhouding om het leven,
bewijs dat zich in het strafdossier bevindt.
politiegeweld. De gesprekken die met hen
de OvJ aan het woord komt. Een benadeelde
vermoedelijk als gevolg van toegepast
gevoerd werden, waren zowel emotioneel
beladen als juridisch erg complex. Dit had ook te maken met de omstandigheid dat de verdachten bij de politie werkzaam
maakten. En dat maakte weer dat er een zeker wantrouwen bij de nabestaanden bestond
ten opzichte van de overheid. In dergelijke
zaken – die, toegegeven, tamelijk uniek zijn
- is rechtsbijstand van een bedreven advocaat eigenlijk onontbeerlijk. Wie de zaak heeft
gevolgd, heeft kennis kunnen nemen van de
wijze waarop de raadslieden de nabestaanden vertegenwoordigen. Ook voor andere zaken die emotioneel beladen zijn, en/of juridisch
complex zijn geldt: rechtsbijstand is eigenlijk onontbeerlijk.
Schadevergoeding De afgelopen decennia zijn de mogelijkheden voor benadeelden om zich in het
strafproces te voegen met een vordering
tot schadevergoeding enorm verruimd. Op
zichzelf bieden instanties als het OM veel hulp bij het invullen van zo’n formulier. Zij kunnen
echter niet altijd helpen bij het bijeen brengen van de onderliggende informatie. Die taak wordt bij de benadeelde zelf neergelegd.
Het kan soms zeer ingewikkeld zijn om die
informatie te bemachtigen. Als benadeelde
weet je niet altijd wat relevant is en wat niet.
En het is ook niet altijd eenvoudig om goed
te berekenen wat de hoogte van de geleden schade is.
Het spreekrecht Dit geldt ook voor het in artikel 51e WvSv vastgelegde spreekrecht: het slachtoffer
kan zich tegenwoordig ook uitlaten over het
32 MC Magazine MAART 2018
Het slachtoffer oefent dat recht uit vóórdat en diens advocaat kunnen tegenwoordig
deze mogelijkheid benutten om te vertellen
waarom het tenlastegelegde bewezen is. Ook
hier geldt (soms) dat de kans dat een juridisch doorwrocht verhaal in complexe zaken het gewenste effect sorteert groter is dan een
verhaal met de nodige lading van de kant van het slachtoffer. Bovendien kan een advocaat met het slachtoffer bespreken of het tóch
wenselijk is om beëdigd te worden, opdat de verklaring van het slachtoffer zelf – zij het na
ondervraging door het OM en de verdediging - als bewijs kan worden gebezigd.
Uit het bovenstaande blijkt, dat een strafrechtadvocaat er óók voor benadeelden is!
- CURRICULUM VITAE -
Jouko (1975) is in 1998 afgestudeerd in Leiden (Nederlands recht, strafrecht). Jouko heeft 16 jaar bij het Openbaar Ministerie gewerkt op verschillende parketten. De laatste 9 jaar was hij Officier van Justitie bij het Parket in Den Haag. Als officier specialiseerde hij zich in fraudezaken en in witwas- en ontnemingszaken. Hij heeft op het Parket diverse beleidsportefeuilles gehad, waaronder de Fraudeportefeuille en de portefeuille Afpakken van crimineel vermogen. Jouko heeft zeer veel zittingservaring, in zowel kleine als grote strafzaken. Jouko heeft tevens veel ervaring met strafrechtelijke beslagen. Sommige zaken waarin hij als officier optrad, haalden de media. Als voormalig officier weet hij als geen ander hoe opsporings- en andere overheidsdiensten werken, en hoe het Openbaar Ministerie zaken doet, en waarom het Openbaar Ministerie zaken soms ook niet doet. Jouko richt zich vooral op fraude, milieuzaken en bestuurlijke boetes. Hij treedt ook op voor benadeelden.
MC Magazine MAART 2018 33
34 MC Magazine MAART 2018
0174
Gerlof Meijer
VERKRACHTERS Rechter bij Rechtbank Overijssel
KRIJGEN GEEN
LEVENSLANG
De afgelopen maanden heeft het strafrecht de gemoederen weer flink bezig gehouden. Vragen zoals, hoe kan het dat een veroordeelde zich alweer vrij heeft kunnen bewegen ondanks een ernstige zaak waarvoor hij nog niet eens zo lang geleden is veroordeeld, waarom was de straf die in hoger beroep werd opgelegd zo laag ondanks een flink uitpakkend vonnis in eerste aanleg van de rechtbank? kwamen in brede maatschappelijke kring op.
I
n deze bijdrage zal ik trachten enig licht te
landen, ondermeer gebaseerd op het
de strafrechtelijke meerdaadse samenloop en
vrijheid en dat er dus resocialisatie van daders
bieden op het wettelijke systeem dat ziet op
het al dan niet opleggen van de maatregel tbs. Uiteraard zal ik me niet uitlaten over de thans lopende strafzaak tegen Michael P. doch
slechts, indien nodig over de rechterlijke
uitgangspunt dat er uitzicht moet zijn op
dient plaats te vinden. Cru gezegd: zonder
uitzicht opsluiten of verdachte na ommekomst van zijn detentie over de maatschappelijke schutting gooien is er niet bij.
beslissingen uit 2011 en 2012 gezien in het
Zo kennen we in ons land het door velen
zoals wij dat thans kennen.
opleggen van een louter onvoorwaardelijke
licht van het strafvorderlijk wettelijk systeem Laat ik voorop stellen dat ik, zoals ook NRC redacteur Folkert Jensma onlangs in zijn
column schreef, van mening ben dat strafrecht geen scheikunde is. Waar in scheikunde
risico’s kunnen worden uitgesloten geldt dat
helaas voor het strafrecht niet. Soms schiet het strafrecht tekort met name omdat menselijk gedrag zich niet volledig laat voorspellen.
Ons strafrecht is, zoals in de meeste Westerse
onbegrepen uitgangspunt dat bij het
vrijheidsstraf in beginsel een voorwaardelijke
invrijheidstelling plaats vindt nadat tweederde van de gevangenisstraf is uitgezeten. Daarbij
kunnen, zoals het woord al zegt, voorwaarden
worden gesteld, zoals de plicht voor verdachte om zich onder ambulante behandeling
te stellen of de plicht zich te houden aan
toezicht en aanwijzingen gegeven door de Reclassering.
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 35
“Wie denkt dat dit fenomeen in ons land Europees uniek is vergist zich.“
Wie denkt dat dit fenomeen in ons land Europees uniek is vergist zich.
De meeste Europese landen kennen 1
een vergelijkbaar systeem. Ratio van dit uitgangspunt is gefaseerd werken naar vrijheid, mogelijk te maken.
2
Meestal is het zo dat al voordat de termijn van tweederde is bereikt, - in het kader van
zogeheten detentiefasering - begonnen wordt met het geven van vrijheden,
zoals weekendverlof, het creëren van een
dagbesteding zoals bijvoorbeeld werk buiten de deuren van de kliniek of een opname in
1 Alle landen aangesloten bij de Raad van Europa kennen een systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling en/of detentiefasering. Zo is het in Spanje in bijzondere omstandigheden en afhankelijk van het getoonde gedrag in de gevangenis mogelijk na tweederde van de straf vrij te komen. In Zweden bestaat verplichte invrijheidstelling na tweederde van de straf. (forumlevenslang.nl) 2 Thans ligt er een wetsvoorstel tot afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke veroordeling.
36 MC Magazine MAART 2018
Kortom: daders, ook die van gruwelijke
delicten, komen, een enkele uitzondering
daargelaten3, op enig moment vrij. En dat kan niet van de ene op andere dag geschieden. Ik wil van deze gelegenheid tevens gebruik
maken enige verwarring te zaaien door uitleg te geven over de zogeheten strafrechtelijke
meerdaadse samenloop en de toepassing van het bepaalde in artikel 63 Sr4. Ik laat daarbij
gemakshalve het eventueel opleggen van een
tbs, waarover straks meer, buiten beschouwing De verdachte in de zaak Anne Faber is in 2011 door de rechtbank Arnhem 5 veroordeeld tot 16 jaren gevangenisstraf in verband met het
plegen van een achttal strafbare feiten waarbij
twee verkrachtingen van een tweetal meisjes in Nijkerk in het oog springen. 6
Deze 16 jaren is de maximaal op te leggen straf in dat feitencomplex geweest. De
meerdaadse samenloop bepaling7 leert
dat niet meer kan worden opgelegd dan
de hoogst op te leggen maximale straf van een der feiten plus een derde daarvan. Op
verkrachting (art 242 Sr) staat een maximale
straf van 12 jaren, bij het tenlaste leggen van
meerdere misdrijven, zoals in dit geval, geldt dus een maximaal op te leggen straf van 12 jaren plus een derde maakt 16 jaren.
een kliniek om zo spoedig mogelijk verder te werken aan een zo klein mogelijke kans op recidive na vrijlating van de dader.
lees verder uuu
3 Te denken valt hierbij aan tbs veroordeelden die in de long stay zitten, levenslang veroordeelden die niet vrij komen, alsmede aan veroordeelden die de dood vinden in detentie. 4 Art 63 Sr: Indien iemand, nadat hem een straf is opgelegd, schuldig wordt verklaard aan een misdrijf of overtreding voor die strafoplegging gepleegd, zijn de bepalingen van deze titel (gm:samenloopbepalingen) voor het geval gelijktijdig straf wordt opgelegd van toepassing. 5 ECLI:NL:RBARN:2011:BQ8628, Rechtbank Arnhem, 21 juni 2011 6 Bewezen werd verklaard: tweemaal verkrachting, driemaal medeplichtigheid bij straatroof, een straatroof, poging straatroof en handelen in strijd met de Wet wapens en Munitie. 7 Zie art. 57 Sr: 1. Bij samenloop van feiten die als op zichzelf staande handelingen moeten worden beschouwd en meer dan één misdrijf opleveren waarop gelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld, wordt één straf opgelegd. 2. Het maximum van deze straf is het totaal van de hoogste straffen op de feiten gesteld, doch niet meer dan een derde boven het hoogste maximum.
MC Magazine MAART 2018 37
M.a.w.: de eerste rechter heeft de maximaal op
Naar het oordeel van het hof zijn de door
Ministerie, zoals in de pers werd beweerd,
en voor de direct betrokkenen en de
te leggen straf opgelegd. Niet het Openbaar
maar verdachte ging tegen het vonnis in hoger beroep.
Het Openbaar Ministerie eiste bij het
Gerechtshof een gevangenisstraf van 10 jaren. Eén feit, dat door de verdachte was bekent,
bleef buiten het hoger beroep en is door het Hof gesteld op een gevangenisstraf van 12 maanden.
Voor de andere feiten werd verdachte in hoger beroep bestraft met een gevangenisstraf van 11 jaren met de navolgende strafoverwegingen
8
Het hof houdt in het nadeel van verdachte
rekening in de strafmaat met de berekenende en nietsontziende wijze waarop de
verkrachtingen hebben plaatsgevonden, met
de wijze waarop verdachte zich gedurende de verkrachtingen heeft uitgelaten tegenover de
slachtoffers en het feit dat verdachte het wapen waarmee hij heeft gedreigd ook daadwerkelijk heeft gebruikt, namelijk om [aangeefster
verdachte gepleegde feiten zo ernstig
samenleving zo verontrustend dat alleen een vrijheidsbenemende straf van lange duur in aanmerking komt.
Mede gelet op de straffen die doorgaans voor
soortgelijke feiten plegen te worden opgelegd is het hof van oordeel dat ondanks de aard en ernst van de afzonderlijke bewezenverklaarde feiten ook als deze in samenhang worden
beschouwd, de door de rechtbank opgelegde straf (een maximaal mogelijke gevangenisstraf voor de duur van 16 jaar) niet in verhouding staat tot de aard en ernst van deze feiten.
Alles afwegende komt het hof tot oplegging
van een gevangenisstraf voor de duur van 11 jaren.
Bij het opleggen van straffen maken rechters gebruik van de oriëntatiepunten voor de
straftoemeting9 om te voorkomen dat er in het land verschillend wordt gestraft voor soortgelijke strafbare feiten. Kortom: ter bevordering van de rechtseenheid.
2] mee te slaan toen zij haar telefoon wilde
Deze oriëntatiepunten vormen voor de
de verkrachtingen ook nadat zijn handelingen
denken over de op te leggen straf. Zij bieden
pakken. Verdachte is zelfs doorgegaan met
door de nabijheid van voorbijgangers voor korte tijd door hem werden onderbroken. Verdachte heeft de gevoelens van de
aangeefsters volstrekt genegeerd en door bedreiging met geweld ondergeschikt
gemaakt aan de bevrediging van zijn eigen
lustgevoelens. Dit maakt dat het hof tot een hogere straf komt dan door de advocaat-
generaal is gevorderd, maar lager dan door de rechtbank werd opgelegd.
oordelend rechter een vertrekpunt van
hem een handvat en de mogelijkheid om bij de straftoemeting te wijzen op een
landelijke praktijk en kan daar, kijkend naar
de strafverminderende en vermeerderende
factoren in de zaak die voorligt, van afwijken.
De oriëntatiepunten binden de rechter niet. Hij heeft in individuele gevallen de mogelijkheid een in zijn visie passende straf te bepalen en op te leggen.
Een van die oriëntatiepunten is het
uitgangspunt voor een verkrachting (laatstelijk bijgewerkt in november 2013) en die luidt
24 maanden gevangenisstraf. Uiteraard is dit, 8 ECLI:NL:GHARN:2012:BX9606, Gerechtshof Arnhem d.d. 9 oktober 2012 9 Oriëntatiepunten LOVS: laatstelijk bijgewerkt in mei 2017 en in te zien via Google.
38 MC Magazine MAART 2018
MC Magazine MAART 2018 39
zoals gezegd, “slechts� een uitgangspunt.
Die vaststelling kan de rechter slechts doen
ondermeer genoemd de mate van het gebruik
van twee gedragsdeskundigen van twee
Als strafvermeerderende factoren worden
van geweld en de leeftijd van het slachtoffer. Nemen we de genoemde twee jaren (met
een aantal plussen wellicht) als uitgangspunt
indien hij beschikt over een recent rapport verschillende disciplines waaronder in elk
geval een psychiater die de verdachte hebben onderzocht. 11
dan zou dat, tezamen genomen met de
Deze voorwaarde is niet12 aan de orde
best kunnen leiden tot een gevangenisstraf
te verlenen aan een dergelijk onderzoek. In
andere geweldsdelicten op de dagvaarding, zoals deze in hoger beroep aan verdachte is opgelegd. Voor de goede orde: op
verkrachting staat dus geen levenslang.
indien de verdachte weigert medewerking
dat geval kan de rechter zoveel mogelijk een ander rapport of advies over de relevante vragen doen overleggen.
Uitgaande van de gevangenisstraf van 12
Uit bestendige jurisprudentie blijkt dat
beroep vielen tellen uiteraard ook mee)
betreffende advies tot stand zou moeten
jaren (de 12 maanden die buiten het hoger en een detentie die ingegaan is in juni
2010 zou verdachte voor voorwaardelijke
invrijheidstelling in aanmerking kunnen komen in juni 2018.
Kennelijk is in het kader van de
detentiefasering een aanzet daartoe gegeven
om een vloeiende aanloop te creĂŤren naar de
v.i. datum en is besloten de verdachte een kans te geven middels een klinische opname in FPA den Dolder, alwaar hij vrijheden genoot. Wat
zich verder daar heeft afgespeeld maakt deel uit van onderzoek dat thans plaatsvindt.
Tot slot nog iets over de (on)mogelijkheden
om tot een tbs oplegging over te kunnen gaan.
geen wettelijke bepaling voorschrijft dat het komen met medewerking van de verdachte en na een of meer met hem gevoerde gesprekken.
Een deskundigenonderzoek kan zich beperken tot observatie van de verdachte in een kliniek, kennisneming van zijn gedragingen, alsmede bestudering van andere hem betreffende
rapportage(s)13. Ook in dat geval kan een,
ook naar medisch-psychiatrische maatstaven, een verantwoord rapport met advies worden opgemaakt.
Andere hem betreffende rapportages zouden
mijns inziens bijvoorbeeld oudere rapportages van medici, consultbrieven van (huis)artsen en specialisten kunnen zijn.
In elk geval moet het zo zijn dat er ten tijde van
Bij ontbreken van enig medisch
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis
huidige wetgeving dienaangaande, voor de
het begaan van het delict bij verdachte een van de geestesvermogens bestond in de geestesvermogens . 10
10 Art 37a lid 1 Sr 11 Art 37a jo 37 lid 2 Sr. 12 Art 37a jo 37 lid 3 Sr 13 HR 19 november 1991, NJ 1992/513.
40 MC Magazine MAART 2018
aanknopingspunt is het, uitgaande van de
rechter niet mogelijk de maatregel tbs op te leggen.
- CURRICULUM VITAE -
Gerlof maakt al sinds 25 jaren deel uit van de rechterlijke macht en houdt zich als rechter met name bezig met het strafrecht. Thans is hij rechter in de rechtbank Overijssel en voorzitter van de meervoudige strafkamer op de locatie Zwolle. Hij is mede-auteur van een aantal strafrechtelijke werken zoals “De weg naar het moderne strafvonnis” (Uitgeverij BOOM) en “Leerstukken strafrecht”(uitgeverij Kluwer). Gerlof doceert onder meer strafrecht bij de AvdR, de OSR, de politie-academie en de SSR (studiecentrum voor de rechterlijke macht). Sinds 2016 tracht hij het strafrecht begrijpelijker te maken voor de burger door zijn theatercollege “Strafrecht? Levensecht!”. Zijn laatste optreden, op 16 december 2017, in Deventer is de laatste in een reeks optredens onder de noemer 2.0. en is al maanden uitverkocht. Hij is de eerste Nederlandse rechter die met een voorstelling op de planken staat. Met ingang van 1 mei 2018 staat hij met een nieuwe 3.0 versie op de planken in diverse theaters in het land. Voor de meest actuele situatie wordt verwezen naar zijn site www.gerlofmeijer.nl. Voor een indruk van het college kan op Youtube gekeken worden.
MC Magazine MAART 2018 41
THE
INTER VIEWS
- WILLEM JAN AUSMA -
- GERLOF MEIJER -
- JOUKO BARENSEN -
- ALDO VERBRUGGEN -
- FRÉDÉRIQUE TEN BERGE -
42 MC Magazine MAART 2018
- REINIER FEINER -
- JAN JESSE LIEFTINK -
- DANIEL FONTEIN -
- E VA H U L S -
- R I C H A R D VA N S TA D E N T E N B R I N K -
MC Magazine MAART 2018 43
0175
Richard van Staden ten Brink
HOE KOM JE VAN DAT CRIMINELE GELD AF? Advocaat De Brauw Blackstone Westbroek
In de Netflix-serie Narcos zagen wij Pablo Escobar in de weer met balen Amerikaanse cocaïnedollars. Zoveel had hij er, dat hij landbouwgrond opkocht om ze te begraven. En tegen de tijd dat zijn imperium ten onder ging, waren al die dollars beschimmeld.
D
it soort problemen treft niet alleen
werkzaamheden” opneemt, ben je de
Nederlandse witwaswetgeving
daar kun je zes jaar gevangenisstraf voor
Colombiaanse criminelen. De
en -jurisprudentie is in de loop der jaren
zodanig opgerekt, dat zo ongeveer iedere handeling die je verricht met betrekking tot geld waarvan je weet dat uit misdrijf
afkomstig is, strafbaar is. Sinds januari 2017 is zelfs het hébben van geld dat voortkomt
uit een zelf gepleegd misdrijf – ook al doe je geen enkele poging de criminele herkomst te verbergen – strafbaar. Zij het dat je
daarvoor nog ‘maar’ zes maanden hoeft te zitten.
De echte problemen beginnen echter als je er wat mee moet gaan doen. Bijvoorbeeld
als je de boekhouding dient bij te werken. Want als je het geld daarin (bijvoorbeeld) onder een post “inkomsten uit overige
44 MC Magazine MAART 2018
criminele herkomst aan het verhullen. En
krijgen. Terwijl je, als je het geld niet in je
boekhouding opneemt, óók maximaal zes jaar mag gaan brommen. Maar dan voor
valsheid in geschrifte. Want je boekhouding klopt niet.
Als je vervolgens je belastingaangifte moet doen, doet zich een soortgelijk
probleem voor. In november 2017 wees het
Gerechtshof Den Haag een arrest, waarin het aan de bewezenverklaring van witwassen mede ten grondslag legde, dat een
verdachte de uit oplichting verkregen gelden in zijn belastingaangifte had opgenomen.
Het Hof oordeelde dat de verdachte zo had
gepoogd het geld van een “legale status” te voorzien.
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 45
Maar als hij het geld niet had opgegeven,
vraag is echter of we dat mogen verlangen.
gedaan. Iets waar hij vier jaar voor had
niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen
dan had hij een onjuiste belastingaangifte kunnen krijgen.
Het wachten is op een bekeerde ex-crimineel die zijn criminele opbrengst aan een goed
In het strafrecht geldt het beginsel, dat
veroordeling. En als je mensen door de
extra strafdreiging van witwassen tot een
bekentenis dwingt, is dat precies wat je doet.
doel schenkt, maar wordt veroordeeld voor
Misschien is het daarom tijd voor een luik,
als een ‘weldaad van legale oorsprong’ te
Een loketje waar je, al dan niet gehuld in
witwassen, omdat hij heeft gepoogd het geld presenteren.
En wat nu als je de criminele herkomst van het dak schreeuwt? Dat kan natuurlijk. Je
kunt je boekhouding of belastingaangifte
vergezeld doen gaan van een kleine notitie, waarin je je zonden netjes opbiecht. Dan is
van verhullen in ieder geval geen sprake. De
46 MC Magazine MAART 2018
zoals dat ook voor vondelingen bestaat.
bivak, in het holst van de nacht die balen
(of boterhamzakjes) met cocaïnegeld kunt
deponeren. Met de belofte van de overheid, dat men het geld daar zonder vragen
aanneemt. Zodat er iets moois van gedaan kan worden.
- CURRICULUM VITAE -
Richard van Staden ten Brink is werkzaam in de strafrechtelijke en financiële handhavingspraktijk van De Brauw Blackstone Westbroek in Amsterdam. Hij vertegenwoordigt ondernemingen in strafzaken en in bestuursrechtelijke handhavingszaken, coördineert interne onderzoeken en adviseert over bedrijfsbeleid ten aanzien van compliance en crisismanagement. Richard is gespecialiseerd in zaken op het terrein van fraude, corruptie, handel met voorkennis, diefstal van bedrijfsgeheimen en intellectueel eigendom en sanctie- en exportcontrole. Daarnaast behoren computercriminaliteit en uitoefening van opsporingsbevoegdheden tot zijn specialismen. Richard wordt vaak ingeschakeld vanwege zijn vermogen om met autoriteiten te onderhandelen en tot oplossingen te komen. Hij heeft ook ruime ervaring met omgang met de media. Recent werk van Richard omvat onder meer: - Coördinatie van LIBOR en Euribor schikkingen met internationale strafrechtelijke autoriteiten en toezichthouders - Transacties tussen het OM en ondernemingen ten aanzien van oplichting, valsheid in geschrifte, omkoping, onjuiste belastingaangifte en witwassen - Onderhandelingen met ministeries over politiek gevoelige (handhavings) dossiers - Coördinatie en overleg over vervolging bij bedrijfsspionage en computercriminaliteit
MC Magazine MAART 2018 47
0176
Willem Jan Ausma
DE ZEISTER Advocaat bij Ausma De Jong Advocaten
BRANDMOORD
”IK WEET NIET OF IK HET GEDAAN HEB, MAAR ALS IK HET HEB GEDAAN, HEB IK IETS VRESELIJKS GEDAAN” De Afghaanse Narges Achikzei (23) was iemand om jaloers op te zijn. Narges was in de bloei van haar leven. Haar opleiding tot accountant was bijna afgerond en zo stond op het punt te gaan trouwen. Maar werd op de galerij van haar flat overgoten met benzine en in brand gestoken.
O
p maandag 7 december 2009 belt
de galerij op om de brand te blussen. De
Tijdens dat telefoongesprek wordt
in eerste instantie niet bij Narges in de buurt
Narges met haar verloofde, Haroen.
er aangebeld bij haar flat in Zeist; er staat
iemand aan de deur die een pakketje komt
bezorgen. Het is al schemerig. Narges woont op de twaalfde verdieping, pakt de lift naar beneden. Geen bezorger. Tegelijkertijd
sluipt iemand de lift in, met een jampot in de hand en een sjaal voor het gezicht. Als
Narges weer boven is, wordt de inhoud van het jampotje over haar heen gegooid en in brand gestoken. Er ontstaat een grote
hitte is zó allesverzengend, dat hulpverleners kunnen komen. Narges’ moeder, die dichtbij woont en is gealarmeerd, komt bij het huis van haar dochter aan. Ze hoort haar gillen.
‘Mama, mama, help me’. De politie laat haar er niet door. Narges wordt gereanimeerd en vecht voor haar leven. Maar Narges
heeft geen schijn van kans. Ze overlijdt in
het brandwondencentrum, haar lichaam is
zwartgeblakerd en onherkenbaar verminkt.
steekvlam. Narges valt. Op dat moment heeft
Een paar weken later word ik op een
hoort haar gillen. Alsof er een hond wordt
jongen. Totaal in paniek. Het is een
ze haar verloofde nog aan de lijn. Haroen
afgemaakt. Hij dacht nog, zo zal hij later in de rechtszaal vertellen, dat ze een grote
spin zag – Narges was als de dood voor insecten.
Buurtbewoners horen haar geschreeuw ook, bellen 112 en stormen met pannetjes water
48 MC Magazine MAART 2018
zondagmiddag gebeld door een Afghaanse spoedgeval, zegt hij. Nee, nee, het kan niet via de telefoon. Of hij langs kan komen.
‘Vanmiddag nog?’ Zijn 29-jarige zus wordt
verdacht van moord. Ik krijg op kantoor een onsamenhangend verhaal te horen waar ik niet zo veel mee kan. Op zulke momenten
denk ik één ding: ik moet de cliënt spreken.
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 49
Aryan tref ik aan in de cel. Ze zit vast op
Want ik weet ook: dit komt niet goed.
meisje dat verward en in paniek is, maar ook
vizier krijgt. Er zijn camerabeelden waarop de
verdenking van moord. Ik zie een gebroken
volhardend: nee, ze weet écht niet wat er was gebeurd, en nee, ze kan zich niet vóórstellen dat ze Narges heeft vermoord.
Vóór Narges’ dood waren ze vriendinnen. Niet de allerbeste, maar ze kenden elkaar aardig
goed. Narges had dingen waar Aryan intens
naar verlangde. Een leuke relatie. Een goede band met haar ouders. Een eigen huis. Die
lonkende, typisch Westerse vrijheid. Aryans gezin daarentegen is traditioneel en heeft
groot verdriet te verwerken gehad: de jongste
trapte in Afghanistan op een bom en overleed. Aryans moeder heeft Aryan altijd – zij het in
stilte – verweten dat juist haar lievelingsdochter is omgekomen. Het gerucht ging ook dat
Aryan verliefd was op Narges verloofde. Later
zou een vriendin van Narges verklaren hoe erg Aryan het vond dat Narges met Haroen zou trouwen.
Waren dat voor Aryan redenen om Narges
levend te verbranden? Of wilde ze haar alleen verminken? Was het een crime passionel? Of
eerwraak, omdat Narges zou trouwen met een man die ze zélf uitkoos, en was Aryan slechts
de pion van een ander? Aryan zelf schudt van
nee. Nee, nee. Ze weet van niks. Kan zich niets
herinneren. Maar, ze zegt ook tegen me: ‘Als ik het heb gedaan, dan is dat heel vreselijk. Dan moet ik gestraft worden.’
De zaak wordt breed uitgemeten in de pers.
‘Gruweldaad’, ‘Horrorverhaal’. In de volksmond wordt al snel van de ‘Zeister brandmoord’ gesproken.
Aryan was een meisje dat volop in de
maatschappij stond, en ineens heeft ze
een kruis op haar voorhoofd. Mensen, ook familieleden, willen niets meer met haar te maken hebben. Ik wil eigenlijk tegen haar
zeggen: ‘Het komt goed’. Het lukt me niet.
50 MC Magazine MAART 2018
Het duurt even voor de politie Aryan in het
gooiende hand en het postuur van de dader te zien is, er is dna gevonden op de aansteker.
Maar: zolang je geen verdachte hebt, heb je
Het is de simkaart, gekocht bij de Kijkshop in
bekend waarmee naar Narges is gebeld om
Maar ze stapt uiteindelijk zélf naar de politie.
daar niets aan. Ook is het telefoonnummer
haar naar beneden te lokken. Heel langzaam sluit het net zich om Aryan.
Arnhem, die de recherche naar Aryan toe leidt. Waarom, zal de rechter later vragen in de
rechtszaal. ‘Waarom heb je dat gedaan, als je
toch geen bekentenis aflegt?’ Haar antwoord:
MC Magazine MAART 2018 51
52 MC Magazine MAART 2018
‘Ik zag de beelden op televisie en las het
Aryans mond horen: ‘Ik deed het. En ik
ik wel zijn.’
gebeuren.
signalement in de krant. Toen dacht ik: dat kan
heb spijt.’ Maar ik denk dat dat nooit gaat
Aan de politie en ook aan mij vertelt ze dat
ze erover heeft gedroomd. Over wat Narges is overkomen. ‘Het is moeilijk uit te leggen, maar het was iets met een brand.’ In onze
De zittingen zijn zwaar. Vooral vanwege het
in frage. En nee, ik hóéf ook niet te weten of de
kapot. Er is een leven vóór de moord en na.
voorbereidende gesprekken is bekennen nicht verdachte het feit heeft gepleegd. Natuurlijk,
soms ben ik nieuwsgierig, maar ik hoor en lees met welk bewijs de recherche de verdachte gaat confronteren.
Ik spoor Aryan dan ook niet aan om iets te
zeggen. Ik zeg haar wat ik eigenlijk altijd zeg: ‘Als je een verhaal hebt, dan kun je het beter meteen vertellen. Maar als het niet klopt,
ben je nog verder van huis.’ Want rechters verwachten een uitleg. ‘Ik was er niet bij,
legt u het maar uit’. Het is het beste als de
verdachte zelf het verhaal vertelt, zodat ik de
rechters ervan kan overtuigen dat deze versie
van het verhaal net zo goed mogelijk is als die van de officier van justitie.
Tot de dag van vandaag heeft ze niet
bekend. Ontkennen doet ze ook niet,
trouwens. Ze blijft bij haar verhaal dat ze het zich niet kan herinneren. Tijdens de rechtszaken raak ik er steeds meer van
overtuigd dat er meer speelt. Ik probeer te achterhalen wat er met dit meisje aan de
verdriet en de woede van die familie. Ze zijn Alles is anders. Zwaarder. Verdrietiger. Narges’
ouders slikken medicijnen. Slaappillen, om nog een beetje fatsoenlijk tot rust te komen. Iedere keer als de deurbel gaat in huize Achikzei,
veert Narges jongste broertje op. Hij denkt dat het zijn zus is. Eindelijk. Ze is weer thuis.
Op sommige zittingen trilt Aryan over haar
hele lichaam. Ze geeft heel zacht antwoord op
de vragen van de rechter. Haast niet hoorbaar. Ik ben er als advocaat fel op tegen, maar de rechters willen toch de camerabeelden van
een brandende Narges zien. Het is alleen maar zout strooien in een wond die tóch al veel pijn doet. Wat heeft het voor zin dat alles wordt getoond?
De familie op de tribune wordt gek. Echt gek. Huilen, schreeuwen, vloeken. ‘Ik maak je af’,
krijgt Aryan te horen. ‘Vieze moordenaar!’ Je
wéét dat die mensen eigenlijk maar een straf voldoende vinden, en dat is de doodstraf.
Aryan laat het gelaten over zich heen komen. Wat moet ze anders?
hand is en heb het vermoeden dat Aryan
Het Pieter Baan Centrum stelt in de rechtbank
zorgen voor een lichtere of meer passende
waar ik het niet mee eens ben. Ze heeft van het
een dissociatieve stoornis heeft, wat kan
straf. Herinneringen worden vervormd of
vergeten, je komt los van je eigen bewustzijn. Zo’n stoornis kan een reactie zijn op een
traumatische ervaring, zoals het verlies van haar zusje. Het is heel wrang voor Narges’ familie, want die wil niets liever dan uit
dat ze volledig toerekeningsvatbaar is – iets
begin tegen me gezegd: ‘Wat er ook gebeurt, als ik écht zoiets ergs heb gedaan, wil ik liever
tbs.’ Dat is uitzonderlijk: de meeste verdachten zijn als de dood voor dwangverpleging. Maar
Aryan wist heel zeker dat ze ziek was. En dat ze
dat zonder tbs ook zal blijven. ‘Ik zal altijd bang
MC Magazine MAART 2018 53
zijn dat mijn ziekte door zal gaan.’
Aryan wordt schuldig bevonden aan moord en krijgt aanvankelijk 18 jaar celstraf. Zónder tbs. Daar regeert ze stoïcijns op. Maar ik weet: op
de dag van haar vrijlating verdwijnt het laatste beetje moed en menselijkheid van dit meisje. We laten het er niet bij zitten: haar daad is heel gruwelijk, ja, maar 18 jaar cel zonder
behandeling biedt geen soelaas. Bovendien
wil ze liever tbs – en ik vind dat ze daar het best bij is geholpen.
In het hoger beroep laat ik daarom een expert aan het woord, die verklaart dat Aryan niet
toerekeningsvatbaar is vanwege haar stoornis. Ook het OM ziet in dat ze hulp nodig heeft.
Op 14 augustus 2013 krijgen we te horen dat Aryan 12 jaar de cel in moet, maar dan wel mét dwangverpleging. De rechter spreekt duidelijke taal: ‘Menigeen kan zich niet
voorstellen dat een mens in staat is dit bij
een ander mens te verrichten. Ze heeft op
gruwelijke wijze een jonge vrouw het leven
ontnomen, en heeft daarnaast ook het leven
verwoest van haar naaste familieleden en haar aanstaande echtgenoot.’
Aryan is opgelucht. Hier is ze mee geholpen –
in hoeverre dat kán als je zoiets op je geweten
hebt. Misschien kan ze met zichzelf in het reine
komen. Stapsgewijs ergens opnieuw beginnen. Ver weg van wat ooit haar leven was.
54 MC Magazine MAART 2018
AVDR
- CURRICULUM VITAE -
THE
GAME
CHANGER
Rechters geloven niet in sprookjes maar luisteren wel naar een verhaal met een boodschap. Pleiten is zijn passie. Om die reden werd hij ooit uitverkoren tot ‘strafpleiter’ van het jaar. In de zittingszaal moet het gebeuren. Net even anders dan anderen. Door krachtige en gloedvolle betogen brengt hij op geheel eigen wijze de zaak onder de aandacht van de rechters. Zo zorgt hij dat er een luisterend oor is voor de andere kant van de zaak. Het gaat in het strafrecht om de mens achter de feiten. Ernstige zaken met vaak veel verdriet maar als jezelf of één van je naasten als verdachte wordt gezien, is een goede verdediging van groot belang. Willem Jan Ausma is meer dan 20 jaar werkzaam bij Ausma De Jong Advocaten te Utrecht en als docent verbonden aan diverse opleidingsinstituten, de politieacademie en geeft geregeld gastcolleges en lezingen. Zijn specialisatie zijn (complexe) moordzaken en andere levensdelicten
MC Magazine MAART 2018 54
www.avdr.nl
MC Magazine MAART 2018 55
“Now this is not the end, it is not even the begin But it is perhaps the end of the begin - Winston Churchill -
LEADING LAWYERS STRAFRECHT DE KOEPELGEVANGENIS - HAARLEM
56 MC Magazine MAART 2018
MC Magazine MAART 2018 57
nning of the end. nning.�
MC Magazine MAART 2018 59
0177
Eva Huls
Advocaat bij Reynaerde advocaten
DE JEUGDSTRAFRECHTADVOCAAT: VAN PARADIJSVOGEL TOT PAARSE KROKODIL?
Per 1 maart 2017 is recht op consultatiebijstand van een advocaat voorafgaand aan het verhoor in de wet verankerd. Minderjarigen kunnen geen afstand meer doen van het consultatierecht.1 Ook is de rechtsbijstand door een advocaat tijdens het verhoor beter gewaarborgd.
I
n het jeugdstrafrecht worden dus grote
Bij heenzending of ontbieding verliest
leek het, want gelijktijdig met voornoemde
jeugdrechtadvocaat die door de overheid
voorwaarts zo 1 stappen Artikel 28c jogemaakt. 489 lid 1Althans, Sv stappen voorwaarts werd ook een stapje
terug gedaan: de termijn voor het ophouden voor verhoor werd uitgebreid van zes uren naar negen uren, hetgeen een langere
belasting van de minderjarige verdachte
betekent.1 Die negen uren vliegen in veel
gevallen alsnog te snel voorbij waardoor
minderjarigen vaak met een verdergaande vrijheidsbenemende maatregel te maken
krijgen: de inverzekeringstelling. Het gevolg:
minderjarigen zitten langer op het bureau, een omgeving die niet geschikt is voor kinderen.
Hoe dit kan? De politie kan de aangehouden
de minderjarige het recht op een
wordt betaald. De reis naar huis wordt dus duur betaald.
In de praktijk wordt meestal gewacht op de jeugdrechtadvocaat die de aangehouden
minderjarige graag onder de vleugels neemt om hem te beschermen tegen het machtige
overheidsapparaat en soms ook tegen zichzelf.
Maar de aanvliegroute voor de jeugdrechtadvocaat kent nogal wat obstakels waardoor minderjarigen urenlang doelloos zitten te wachten in de cel op
het politiebureau totdat de jeugdrechtadvocaat is gearriveerd.
minderjarige pas verhoren nadat die contact heeft gehad met een jeugdrechtadvocaat.
1 Artikel 56a lid 2 Sv jo 487 lid 2 Sv. Minderjarige verdachten van 12 jaar en ouder die verdacht worden van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten mogen 9 uren worden opgehouden voor onderzoek, waarbij de uren tussen 00.00 uur en 9.00 uur niet meetellen. Minderjarigen die verdacht worden van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten mogen ten hoogste 6 uren worden opgehouden voor onderzoek.
60 MC Magazine MAART 2018
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 61
“Een kind is niet bij machte om in het strafrecht zijn eigen belangen te behartigen.”
Enkele obstakels zijn: - de piketcentrale sluit om 20.00 uur, minderjarigen die nadien worden aangehouden blijven die dag verstoken van rechtsbijstand;
- meerdere piketmeldingen worden tegelijk uitgemeld, waarbij de aangehouden minderjarigen niet op één bureau verblijven maar verspreid over verschillende politiebureaus, waardoor de piketadvocaat veel onderweg is, hetgeen tijdrovend is;
60 MC Magazine MAART 2018
- het verhoor kan soms niet direct na consultatie plaatsvinden;
- tijdsverloop: het inboeken van een aangehouden minderjarige op het politiebureau neemt tijd in beslag, daarna wordt een piketmelding aan de
Raad voor Rechtsbijstand verstuurd en dan wordt de piketadvocaat geïnformeerd.
Naarmate de uren verstrijken, komt
De Children Directive bestaat uit 27 artikelen en
In sommige delen van het land
omgezet. Hoewel de gehele Children Directive
een inverzekeringstelling dichterbij. kunnen minderjarige verdachten de inverzekeringstelling thuis
doorbrengen, maar helaas is dit niet in elke regio mogelijk.
Inmiddels is discussie ontstaan
over dit systeem. Is wachten op
een advocaat nu écht nodig, ook in geval van verdenking van een
dient op 11 juli 2019 in nationale wetgeving te zijn lezenswaardig is, besteed ik met name aandacht aan artikel 6 “assistance by a lawyer” waarin de lidstaten
onder meer worden verplicht minderjarigen ‘without undue delay’ en voorafgaand aan het verhoor (lid 3)
van een advocaat te voorzien. Daarbij moet het voor de advocaat mogelijk zijn om effectief te kunnen deelnemen aan het verhoor. In het kader van de discussie is lid 6 van artikel 6 interessant:
delict waarbij iedereen al voorziet
“Op voorwaarde dat dit met het recht op een
wijze zal worden afgedaan,
van lid 3 wanneer bijstand door een advocaat niet
dat de zaak op een alternatieve
bijvoorbeeld door een sepot of
Halt-afdoening? Kan het systeem niet op een andere manier
worden ingericht? In het strafrecht bekleedt de jeugdrechtadvocaat als belangenbehartiger van een
kind een zekere bijzondere functie, maar zijn positie staat wel onder druk: menigeen beschouwt de
jeugdrechtadvocaat niet langer
als paradijsvogel, maar ziet hem eerder als paarse krokodil2. Terecht?
eerlijk proces strookt, mogen de lidstaten afwijken evenredig is in de omstandigheden van de zaak, met inachtneming van de ernst van het ten laste gelegde strafbare feit, de complexiteit van de zaak en de
maatregelen die naar aanleiding van een dergelijk strafbaar feit zouden kunnen worden opgelegd,
waarbij geldt dat de belangen van het kind altijd de eerste overweging dienen te vormen.”
Het inschakelen van een advocaat hoeft dus niet altijd. Afwijken mag. Maar daar wringt het nu juist. In welke
situaties is dat geoorloofd? Wanneer is dit in het belang van een kind en wie bepaalt dat? Een kind is niet bij machte om in het strafrecht zijn eigen belangen te
behartigen. In de Preambule bij de Children Directive wordt juist het recht op rechtsbijstand benadrukt.
Children Directive
Kinderen zijn kwetsbaar en niet in staat strafprocedures
Op 30 november 2009 heeft
oplossingsgerichte aanpak bij minderjarige verdachten
de Europese Unie een Roadmap vastgesteld met 3
betrekking tot het versterken van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden. Een
recente Richtlijn betreft de EU Richtlijn 2016/800 ‘on
procedural safeguards for children who are suspects or accused persons in criminal proceedings’ hierna
de ‘Children Directive’, vastgesteld op 11 mei 2016.
volledig te begrijpen en te overzien. De Preambule verwijst tevens naar het VN-Kinderrechtenverdrag (IVRK). Het IVRK staat voor een pedagogische en waarbij rekening wordt gehouden met leeftijd,
kwetsbaarheid, ontwikkeling en eigenwaarde van het kind. Het beleid van de deelnemende Staten moet
erop gericht zijn om strafzaken van minderjarigen, waar mogelijk, buiten de rechter om af te doen (diversion)
en het aantal kinderen dat in een (politie)cel verblijft zo laag mogelijk te houden.
2 Het begrip paarse krokodil is afkomstig van een televisiereclame in 2005 van OHRA (verzekeringsmaatschappij). Het begrip is daarna uitgegroeid tot een metafoor voor overdreven en klantonvriendelijke bureaucratie en regelzucht. 3 In het kader hiervan is een aantal specifieke Richtlijnen (‘Directives’) ontwikkeld zoals 2010/64/EU ‘the Interpretation & Translation Directive’, 2012/13/EU ‘the Right to Information Directive’ en 2013/48/EU ‘the Access to a Lawyer Directive’. De implementatietermijn van deze Richtlijnen is inmiddels verstreken.
MC Magazine MAART 2018 61
De Children Directive vertolkt dezelfde
boodschap. De inzet van de jeugdrechtadvocaat is een onmisbare factor bij de uitvoering van dit gedachtegoed.
Tijd voor verandering In het huidige systeem kost de inschakeling van een advocaat tijd, maar het belang van rechtsbijstand door een advocaat wordt alom (nationaal en
internationaal) onderschreven. Aan de wetgever is
een signaal afgegeven dat het systeem moet worden gewijzigd. De jeugdrechtadvocaat is namelijk geen
paarse krokodil, maar kleurt langzaam paars van alle inspanningen die van hem worden verlangd door alle betrokkenen in het jeugd(straf)recht.
Meerdere oplossingen zijn denkbaar en diverse
professionals ontplooien reeds eigen initiatieven,
zoals ´inverzekeringstelling thuis, tenzij´ of een aparte lijst voor de politie waarop jeugdrechtadvocaten
staan die na 20.00 uur nog bereikbaar zijn. Natuurlijk juich ik die betrokkenheid toe, maar tegelijkertijd hekel ik ook de willekeur in aanpak. Het gaat om vrijheidsbeneming van minderjarigen! Waarom
niet op nationaal niveau regelen dat minderjarigen na aanhouding altijd recht hebben op gratis
rechtsbijstand door een advocaat? Ongeacht de verdenking en eventuele heenzending en
ontbieding. En waarom niet op nationaal niveau regelen dat het ophouden voor verhoor bij
minderjarigen niet alleen op het politiebureau maar tevens elders (thuis, bij familie, in een instelling) kan plaatsvinden? De wet (artikel 56a Sv) biedt deze
ruimte en kan eventueel naar voorbeeld van artikel 493 lid 3 Sv worden aangepast.
Het verblijf van minderjarigen op het politiebureau kan hierdoor drastisch worden verkort, terwijl de rechtsbijstand blijft gewaarborgd.
62 MC Magazine MAART 2018
- CURRICULUM VITAE -
Eva is als zelfstandig advocaat werkzaam bij Reynaerde Advocaten te Amsterdam. Zij houdt zich met name bezig met het jeugdrecht, strafrecht, aansprakelijkheidsrecht (specifiek slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven) en familierecht. Eva zet zich in het bijzonder in voor de rechtsbijstandverlening aan minderjarigen. In 2008 heeft Eva haar studie Rechtsgeleerdheid afgerond aan de Universiteit van Amsterdam. Eva is haar loopbaan begonnen bij de rechtbank Amsterdam. Tijdens haar studie werkte zij daar als buitengriffier en na haar afstuderen is zij bij de rechtbank in dienst getreden als gerechtssecretaris. Na uiteindelijk enkele jaren als stafjurist bij de rechtbank te hebben gewerkt, besloot zij in 2012 over te stappen naar de advocatuur. Sinds 1 januari 2016 heeft zij zich aangesloten bij Reynaerde advocaten te Amsterdam. Tevens is zij bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Jeugdrechtadvocaten (VNJA), is zij docent jeugdstrafrecht bij het Studiecentrum Rechtspleging (SSR) en is zij rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Rotterdam. Zij is mede auteur van de bijdrage ‘Advocatuur en de cliënt met een licht verstandelijke beperking’, p. 101-114, Boom criminologie 2017 (Beperkt in de Keten).
MC Magazine MAART 2018 65
66 MC Magazine MAART 2018
0178
Reinier Feiner
Advocaat bij FeinerIwema advocaten te Rotterdam
VRIJHEIDSONTNEMING -EN BEPERKING EN TE BEPLEITEN GRENZEN EX ARTIKEL 2, VIERDE PROTOCOL EN ARTIKEL 5 EVRM. Als strafrechtjurist behoor je uiteraard de wet te kennen. Om een goede raadsman te kunnen zijn moet je niet alleen de regels kennen maar er mee kunnen spelen. Dat vergt studie, inzicht, vaardigheden (strategie en communicatie) en creativiteit. Zelf haal ik ideeën uit artikelen van collega’s en wetenschappers, juist ook die zijn geschreven op rechtsgebieden buiten het strafrecht, maar die wel als Leitmotiv de verhouding overheid-burger beschrijven. Daarnaast zijn de uitgebreid gemotiveerde uitspraken van het EHRM en het HvJ een bron van inspiratie om de eigen Nederlandse strafrechtspraktijk aan te toetsen. In dit schrijven geef ik 2 voorbeelden: 1. Over de rechtmatigheid van de duur van
ophouding en inverzekeringstelling in relatie tot artikel 5, 1e en 3e lid EVRM en;
2. Over de grenzen van de toepassing van
vrijheidsbeperkende voorwaarden in het
licht van artikel 2, 4e protocol en artikel 5 EVRM.
Ik voelde me een beetje een beginneling toen ik voor het eerst weer uitgebreid bepleitte bij
de RC dat het te lang heeft geduurd, voordat de verdachte aan hem werd voorgeleid. Immers, het is net alsof je niet weet hoe het systeem werkt. En toch kan het relevant zijn:
1. Is ons systeem van toetsing van de
rechtmatigheid van het voorarrest EVRMproof?
Zo zie ik met de recente uitbreiding van het
ophouden voor onderzoek van 6 naar 9 uur
(56a, 2e lid sv bij delicten waarvoor IVS mogelijk is), dat Nederland de grenzen opzoekt die
nog aanvaardbaar worden geacht volgens
vaste jurisprudentie van het EHRM inzake de
uitleg van artikel 5, 3e lid EVRM. Zeker waar het minderjarigen betreft.
Artikel 5 §3 eist een spoedige, onverwijlde
voorgeleiding van de arrestant voor een rechter. Vaste jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft verschillende
malen bepaald dat dit artikel een zeer strikte
lezing kent. Immers, indien dit artikel niet een strikte lezing heeft, leidt dat tot, ik citeer “een ernstige afzwakking van een procedurele
waarborging ten nadele van de verdachte” (McKay v. the United Kingdom, 3 oktober
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 67
2006, §33, 543/03). Een grens van 4 dagen na
Cliënt is op ___-___-____ omstreeks ___:___
bovengrens (Brogan and Others v. the United
opgehouden voor onderzoek. Cliënt is daarna
de arrestatie geldt voor het Hof als absolute Kingdom, 29 november 1988, §62, Series
A no. 145-B), tenzij er bijzondere materiële
omstandigheden zijn (Rigopoulos v. Spain, no. 37388/97, ECHR 1999-II).
Het gebeurt niet zelden dat bijvoorbeeld
uur aangehouden en daarna voor __ uren
op ___-____-_____ in verzekering gesteld en
is tot op heden gedetineerd in een politiecel/
is ondertussen op vrije voeten gesteld na een inverzekeringsstelling met een duur van ___ uren.
veelplegers die zijn voorgeselecteerd voor
Dit maakt dat het aantal uren dat mijn cliënt
dagen in verzekering gesteld zitten te wachten
uren.
supersnelrecht paradoxaal genoeg enkele
in verband met de agenda van de rechtbank
(vaste dagen voor SSR-zittingen). 3 dagen en 18 uren komt erg dichtbij de absolute bovengrens van 4 dagen.
Het EHRM verwacht echter, anders dan
nu in bijvoorbeeld onze ZSM-praktijk bij
relatief eenvoudige misdrijven (niemand de deur uit, zonder afdoeningsbeslissing), dat
goed wordt overwogen door het OM of de
vrijheidsontneming nog wel noodzakelijk en
proportioneel is, waarbij de belangen van het
onderzoek (waaronder het belang de verdachte voor te geleiden) worden afgewogen tegen de
belangen van de verdachte (o.a. artikel 5, eerste lid sub c EVRM).
Zeker als het gaat om minderjarige verdachten, relatief lichte vergrijpen en het enkel wachten op voorgeleiding ivm met SSR of een
afdoeningsbeslissing door de ZSM-officier kan
het van belang zijn een schending van artikel 5, 1e en 3e lid EVRM te bepleiten.
Een voorbeeld van een standaardformulering die kan worden aangepast aan de zaak: Verweer ex art. 5 §3 EVRM terzake inverzekeringsstelling
Namens _______________, aangehouden op ____-____-_______ en in verzekering gesteld
op ___-___-____ wil ik u het volgende verweer
voeren ten aanzien van de inverzekeringsstelling van cliënt.
66 MC Magazine MAART 2018
heeft vastgezeten een totaal bedraagt van ___ Cliënt wordt echter nu pas aan uw RechterCommissaris voorgeleid. Cliënt meent dat hiermee zijn recht op een “spoedige en
onverwijlde” voorgeleiding voor een juridische autoriteit ex art. 5 §3 EVRM is geschonden. Artikel 5 §3 eist een spoedige, onverwijlde
voorgeleiding van de arrestant voor een rechter. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
heeft verschillende malen bepaald dat dit artikel een zeer strikte lezing kent. Immers, indien dit artikel niet een strikte lezing heeft, leidt dat
tot, ik citeer “een ernstige afzwakking van een procedurele waarborging ten nadele van de verdachte” (McKay v. the United Kingdom, 3 oktober 2006, §33, 543/03).
Een grens van 4 dagen na de arrestatie
geldt voor het Hof als absolute bovengrens (Brogan and Others v. the United Kingdom,
29 november 1988, §62, Series A no. 145-B),
tenzij er bijzondere materiële omstandigheden zijn (Rigopoulos v. Spain, no. 37388/97, ECHR 1999-II). In deze zaak zijn er geen bijzondere omstandigheden.
Daarnaast eist het Hof dat er een uitgebreide motivering moet zijn wanneer een verdachte
langer wordt vastgehouden, en dat de overheid een inspanningsverplichting (Kandhzov v.
Bulgaria, 6 november 2008, §66, 68294/01) heeft om de verdachte zo spoedig mogelijk
voor de rechter te brengen. De Officier heeft in
casu als enige/belangrijkste (onderzoeksgrond)
geval van een minderjarige verdachte is een
Inverzekeringstelling een voorgeleiding aan de
belang dan in een normale zaak. Ik citeer: “The
aangevoerd voor de duur van de
RC/de uitreiking van een vervolgingsbeslissing, althans een te summiere motivering gegeven.
Deze motivering kan in het licht van de Europese jurisprudentie niet als “uitgebreide motivering”
worden gezien noch is sprake van het onverwijld en “z.s.m.” voorgeleiden voor een rechter,
derhalve levert dit een schending op van art. 5 §3 EVRM.
(Minderjarigen)
onmiddelijke voorgeleiding nog meer van
court attaches great importance to the fact
that the applicants were minors at the time
of their arrest. (…) In such circumstances, the Court, (…) finds that none of te arguments
put forward, by the Government is sufficient to justify their detention in police custody
for more than three days, even in the context of terrorist investigations” (Ipek and Others v. Turkey, 3 februari 2009, §36-38, 17019/02,
30070/02). Zelfs bij terroristische onderzoeken kan het niet zo zijn dat er meer dan 3 dagen
Mijn cliënt betreft een minderjarige, en minderjarigen krijgen zelfs nog extra
bescherming van het Europees Hof. In het
MC Magazine MAART 2018 69
zijn verstreken na arrestatie voordat de
minderjarige verdachte voor een rechter wordt voorgeleid. Mijn cliënt zit al langer vast, voor een minder zwaar delict. Derhalve kan niet
anders geconcludeerd worden dan dat dit een schending is van art. 5 §3 EVRM.
(Lichte feiten) In de jurisprudentie blijkt dat 3-4 dagen wordt toegestaan in het licht van terroristische
onderzoeken. Het Hof geeft te kennen dat het
begrijpt dat terroristische onderzoeken een extra uitdaging vormen op het justitiële apparaat,
maar geeft alsnog de maatstaf van 3-4 dagen
(Ipek and Others v. Turkey, 3 februari 2009, §34, 17019/02, 30070/02).
Het delict waar we het hier vandaag over
hebben heeft een veel minder zware impact dan een terrorismeonderzoek. In het licht
van het proportionaliteitsbeginsel kan dus
geconcludeerd worden dat cliënt eerder voor de rechter had moeten worden gebracht, althans vrijgelaten had moeten worden.
Gezien de tijd die cliënt heeft vastgezeten
kan niet gesproken worden van een spoedige en onverwijlde voorgeleiding als bedoeld in art. 5 §3 EVRM, en gezien de ondeugdelijke
motivering van de Officier is dit een schending van de grondrechten van cliënt.
(Indien een dergelijk verweer voor de rechtbank wordt gevoerd is het uiteraard van belang
(o.a.) uitdrukkelijk te motiveren waarom het
belang van de client onherstelbaar is geschaad en welke conclusie daaraan moet worden verbonden.)
Daarom concludeer ik, namens cliënt, tot onrechtmatig verklaring van de
inverzekeringstelling en onmiddelijke invrijheidstelling van cliënt. Dank u wel.
68 MC Magazine MAART 2018
2. De alsmaar uitgebreidere toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen
De toepassing van verregaande
vrijheidsbeperkende maatregelen als alternatief voor vrijheidsontneming neemt een steeds grotere vlucht. Het is aan de raadsman te
pleiten dat hiermee rekening wordt gehouden. Dat gebeurt nog nauwelijks. Laat ik eens een voorzet geven daartoe.
Eerst zet ik het onderscheid tussen
vrijheidsontneming en vrijheidsbeperking
uitéén aan de hand van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Vervolgens behandel ik enkele uitspraken waarin is gepleit om consequenties te
verbinden aan toegepaste vrijheidsbeperkende maatregelen.
Avondklok, locatiege- en verbod, elektronische controle en toezicht, meewerken aan klinische behandeling, etc. etc. Het betreft bijzondere voorwaarden die steeds vaker worden
toegepast bij een deels voorwaardelijke straf (14c, 2e lid Sr), de laatste fase van detentie of in het kader van VI én niet te vergeten
als voorwaarden bij een schorsing van de voorlopige hechtenis.
Het gaat om bijzondere voorwaarden die de
bewegingsvrijheid van de betrokkene vaak in grote mate beperken en ook vaak voor een
langere periode. Ik heb cliënten gehad die uit pure frustratie hun enkelbandje doorknipten, omdat ze na een detentieperiode het gevoel van een tantaluskwelling bekroop.
De toepassing van vrijheidsbeperkende
maatregelen betreft een inbreuk op het recht op bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 2, 4e protocol EVRM en in zeer bijzondere
gevallen mogelijk onder het bij strafrechtjuristen uitermate bekende artikel 5 EVRM.
In de jurisprudentie blijkt dat toetsing van de vrijheidsbeperkende maatregelen maar zeer
MC Magazine MAART 2018 71
er recht op aftrek ex artikel 27 sr en mogelijk ook vergoeding ex 89 Sv (jo. 5, lid 5 EVRM).
Beperkingen van de bewegingsvrijheid in de zin van allerlei bijzondere voorwaarden worden in
beginsel getoetst aan artikel 2, 4e protocol van het EVRM.
Cumulatieve voorwaarden om de
bewegingsvrijheid te mogen beperken zijn
steeds dat die door de overheid opgelegde
maatregelen een voldoende kenbare wettelijke basis hebben, worden toegepast met het
oog waarop die bepaling is geschreven en
proportioneel zijn. Uiteraard biedt artikel 14c, 2e lid Sr die basis. Wel is van belang dat de intensiteit en duur van de werking van dit
soort bijzondere voorwaarden in het licht van de proportionaliteit zijn grenzen kent en de
rechter de duur ervan ook kan (en soms moet!) limiteren (artikel 14c, 2e lid jo. 14f Sr).
Di Tomasso/ Italië Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote Kamer) 23 februari 2017, nr. 43395/09 Di Tomasso klaagde o.a. over de toepassing van huisarrest tussen 10 uur ’s-avonds en 6
uur ’s-ochtends in verband met politietoezicht. Het Europees Hof legt in paragraaf 80 t/m 90 aan de hand van zijn jurisprudentie uit, beperkt plaats heeft. Er zijn dan ook nog maar enkele strafadvocaten die een gemotiveerd beroep hebben gedaan op artikel 2, 4e
protocol EVRM om de rechtbank te overtuigen. Er is jurisprudentie ivm de beoordeling van de verlenging van een TBS-maatregel, verzoeken ex 89 Sv en mogelijk ook in verband met een strafmaat verweer.
Allereerst is het goed te bezien wat het
verschil is tussen vrijheidsontneming en
vrijheidsbeperking volgens vaste rechtspraak van het EHRM. Immers, als er sprake is van
vrijheidsontneming ex artikel 5 EVRM dan is
70 MC Magazine MAART 2018
dat huisarrest op zichzelf weliswaar een forse
beperking van de individuele vrijheid inhoudt, maar in beginsel nog geen vorm van detentie oplevert. Echter, voor de vraag of sprake is
van vrijheidsbeperking of vrijheidsontneming
moeten de bijzondere voorwaarden cumulatief worden gewogen naar aard en ernst en omstandigheden.
80….. In order to determine whether someone has been “deprived of his liberty” within the
meaning of Article 5, the starting-point must be his or her specific situation and account
must be taken of a whole range of factors such as the type, duration, effects and manner of
implementation of the measure in question.
vrij woonplaats te kiezen). Dit laatste artikel
restriction of liberty is one of degree or
als een aanvullend artikel van het EVRM te
The difference between deprivation and
intensity, and not one of nature or substance (see Guzzardi, cited above, §§ 92-93; Nada v. Switzerland [GC], no. 10593/08, § 225, ECHR
2012; Austin and Others v. the United Kingdom [GC], nos. 39692/09, 40713/09 and 41008/09, § 57, ECHR 2012; Stanev v. Bulgaria [GC], no.
36760/06, § 115, ECHR 2012; and Medvedyev and Others v. France [GC], no. 3394/03, § 73, ECHR 2010). Furthermore, an assessment
of the nature of the preventive measures
provided for by the 1956 Act must consider
them “cumulatively and in combination” (see Guzzardi, cited above, § 95).
Gelet op de verregaande mogelijkheden die artikel 14c Sr kent en de cumulatie ervan kan
onder bijzondere omstandigheden wel degelijk worden beargumenteerd dat sprake is van zo’n
ernstige mate van vrijheidsbeperking dat sprake is van vrijheidsontneming ex artikel 5 EVRM.
Ook als hiervan nog geen sprake is, is in ieder
geval sprake van een (gelegitimeerde) inbreuk op het recht op bewegingsvrijheid ex artikel 2, 4e protocol EVRM. In beide gevallen dient het vonnis hiervan blijk te geven.
In de Nederlandse rechtspraak zien we enkele voorbeelden van toepassing van artikel 2, 4e protocol EVRM:
Rechtbank Rotterdam 08-08-2017 ECLI:NL:RBROT:2017:6452
“In een geval zoals het onderhavige waarin de
verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd, kán, afhankelijk van de aan die voorwaardelijke beëindiging verbonden
vrijheidsbeperkende voorwaarden, verlenging van de maatregel waarbij niet aan de
verlengingsgrond van artikel 38d is voldaan, schending opleveren van artikel 5 EVRM en/ of van artikel 2, lid 1, Vierde protocol bij het EVRM (het recht zich vrij te verplaatsen en
dient ingevolge artikel 6 van het Protocol
worden aangemerkt. In geval van strijd met
(één van deze) artikelen dient het bepaalde
invartikelv509t, tweede lid, Sv buiten toepassing te worden gelaten, nu ingevolge artikel 94 van de Grondwet binnen het Koninkrijk
geldende wettelijke voorschriften geen
toepassing vinden, indien deze toepassing
niet verenigbaar is met een ieder verbindende
bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Het EVRM is zo’n verdrag.
De rechtbank constateert dat aan de voorwaardelijke beëindiging van de
dwangverpleging onder meer de voorwaarde is verbonden dat het de ter beschikking
gestelde gedurende de gehele looptijd van de terbeschikkingstelling niet is toegestaan zich
buiten de landsgrenzen van het Europese deel van het Koninkrijk der Nederland te begeven.
Kortom, hij is verplicht in Nederland te blijven. Deze voorwaarde vormt voor de
terbeschikkinggestelde een beperking van zijn bewegingsvrijheid, in het bijzonder de vrijheid van verplaatsing. De vrijheid van verplaatsing
wordt beschermd door artikel 2 van het Vierde Protocol bij het EVRM (Trb. 1990, 159; hierna:
Vierde Protocol EVRM). In het tweede artikellid is bepaald dat een ieder het recht heeft welk
land ook, met inbegrip van het eigen land, te
verlaten. Het tweede lid van artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) kent een
gelijkluidende bepaling. Blijkens jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens moet een inbreuk op het recht een land
te verlaten berusten op een voldoende heldere
en kenbare wettelijke grondslag en een legitiem doel dienen. Bovendien moet de maatregel voldoen aan de eisen van geschiktheid, noodzakelijkheid en proportionaliteit.
MC Magazine MAART 2018 71
Nu bij de ter beschikking gestelde geen sprake
waarbij de rechtbank overwoog dat de
of ziekelijke stoornis van de geestvermogens en
contacten te onderhouden en naar school
meer is van een gebrekkige ontwikkeling en/
ook niet meer is voldaan aan het in artikel 38d Sr genoemde gevaarscriterium, ziet de rechtbank geen noodzaak de ter beschikking gestelde te onderwerpen aan een beperking op zijn
recht Nederland te verlaten. Het laten vervallen van die voorwaarde is geen optie omdat de
terbeschikkingstelling volgens de officier van
justitie zonder die voorwaarde niet uitvoerbaar is. In het licht van het voorgaande acht de
gewezen verdachte wel in staat was sociale ging.
Hof Amsterdam 09-12-2016
ECLI:NL:GHAMS:2016:5698 Geen schadevergoeding ex 89 Sv voor ondergaan huisarrest met avondklok (minderjarigenzaak)
rechtbank toepassing van het bepaalde in artikel
Interessant bij minderjarigenzaken is dat ex
strijdig met artikel 2, tweede lid, van het Vierde
aangewezen voor het ondergaan van de
509t, tweede lid, tweede volzin, Sv in dit geval Protocol (en artikel 12, tweede lid, IVBPR).
Het bepaalde in artikel 509t, tweede lid, laatste volzin, Sv moet daarom op de voet van artikel 94 van de Grondwet in deze zaak buiten toepassing worden gelaten.�
artikel 493, 3e lid Sv elke plaats kan worden voorlopige hechtenis. A contrario kan er
dus wel degelijk onder omstandigheden
worden gepleit dat aard en intensiteit en
duur van de vrijheidsbeperkingen moeten worden gelijkgesteld met een vorm van vrijheidsontneming ex artikel 5 EVRM.
Zie ook: HR 25-11-2008 (Antilliaanse zaak) ECLI:NL:HR:2008:BF0836 (reisverbod als
Tot slot
bijzondere voorwaarde kent onvoldoende wettelijke grondslag)
De ruimte om verdachten langer vast te houden kent zijn begrenzingen. Er moet altijd in elk
HR 27-03-2012 (ECLI:NL:HR:2012:BV6996) (over TBS met voorwaarden niet i.s.m. artikel 2, vierde protocol EVRM)
Rechtbank Roermond 14-12-2011, ECLI:NL: RBROE:2011:BV0458
Schadevergoeding ihkv 89 Sv afgewezen, nu klinische opname als schorsingsvoorwaarde geen vorm van vrijheidsbeperking is als bedoeld in artikel 89 Sv
Rechtbank Noord-Holland 15-02-2016 ECLI:NL:RBNHO:2016:1033
Schadevergoeding ex artikel 89 Sv
afgewezen bij EC met locatiegebod, nu het slechts zou gaan om vrijheidsbeperking,
72 MC Magazine MAART 2018
individuele geval een concrete afweging
worden gemaakt naar de noodzakelijkheid
en proportionaliteit van het voortduren van ophouden en inverzekeringstelling.
De gereedschapskist van justitie zit tjokvol
met gedrag beĂŻnvloedende maatregelen en
controlemiddelen die in het kader van toezicht of onder dreiging van een voorwaardelijk
strafrestant worden opgelegd. Het betreft diep ingrijpende maatregelen op de vrijheid van de betrokkene. Dit verdient rekenschap en motivering.
De goed gemotiveerde jurisprudentie van
het EHRM geeft handvatten voor een goede
verdediging van de rechten van de verdachte bij vrijheidsontneming -en beperking.
- CURRICULUM VITAE -
Reinier Feiner is 14 jaar advocaat, gespecialiseerd in Straf -en Jeugdrecht. Sedert 01 mei 2017 werkzaam bij FeinerIwema Advocaten te Rotterdam. Nevenactiviteiten: Lid werkgroep jeugd-en gezondheidsrecht van het Nederlands Juristen Comité Mensenrechten (NJCM) Bestuurslid Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) Bestuurslid Vereniging Jeugdrecht Advocaten Rotterdam (VJAR) Lidmaatschappen: Lid NVSA en NVJA. Reinier Feiner studeerde rechten (mr) en Juridische Opleiding Publieke Sector (JOPS) (drs.) aan de Universiteit Leiden. In november 2003 werd hij beëdigd te Den Haag, waarna hij na een jaar de overstap maakte naar Advokatenkollektief Rotterdam. Daar specialiseerde hij zich op het jeugd -en strafrecht.
MC Magazine MAART 2018 75
0179
Jan-Jesse Lieftink Advocaat bij Lieftink Strafrechtadvocaat
AANPAK TBS-WEIGERAARS ZORGT VOOR VERDEELDHEID In de rechtszaak van Michael P. werd afgelopen januari duidelijk dat hij heeft bekend Anne Faber te hebben gedood. Politici zijn ervan overtuigd dat haar dood had kunnen worden voorkomen als de rechter P. in een eerdere strafzaak tbs had opgelegd. De recidivecijfers van tbs-gestelden zijn namelijk veel gunstiger dan van veroordeelden die een gevangenisstraf hebben uitgezeten. Omdat P. destijds niet had meegewerkt aan gedragskundig onderzoek kreeg hij alleen een gevangenisstraf van elf jaar opgelegd.
M
et de rechtszaak van Michael P. barstte
Hjalmar van Marle schreef in de Volkskrant dat de
hevigheid los. VVD en PvdA wilden het voor
juridische denken - is dit gedrag normaal of gestoord
de discussie over de tbs-weigeraar in alle
de rechter makkelijker maken om bij weigeraars met een langdurige gevangenisstraf na twee jaar alsnog tbs op te kunnen leggen. De Stichting Landelijk
Advocaten Netwerk Gewelds- en Zeden Slachtoffers
rechter het begrip stoornis vanuit het normatieve
- moet bekijken. Hierdoor zou de rechter, ook zonder gedragskundig onderzoek, een stoornis kunnen vaststellen en dus sneller tbs kunnen opleggen.
bepleitte dat in het geval de aard van het misdrijf
Op 23 januari jl. stemde de Eerste Kamer in met de
psyche van de verdachte en deze weigert mee te
rechters toegang krijgen tot medische gegevens van
schreeuwt om een uitleg met betrekking tot de
werken aan onderzoek van zijn psyche de rechter tbs zou moeten opleggen. Psychologe en onderzoeker bij de Forensische Zorgspecialisten Wineke Smid zei in de Volkskrant dat bij de behandeling in
een tbs-kliniek de stoornis van een delinquent er
eigenlijk weinig toe doet. Recidivefactoren zijn veel belangrijker. Die kunnen ook zonder medewerking
van de verdachte op basis van risicotaxatie worden vastgesteld. Een hoog risico op recidive zou dan grond voor tbs opleveren. Emeritus-Hoogleraar
76 MC Magazine MAART 2018
Wet forensische zorg. Deze wet zorgt ervoor dat
verdachten van zware misdrijven die gedragskundig onderzoek weigeren. Hierdoor wordt er meer
informatie over de psyche van die verdachten
verzameld waardoor rechters makkelijker tbs kunnen opleggen. Cruciaal bij deze wet is dat wettelijk
wordt gebroken met het medisch beroepsgeheim.
Behandelaars worden verplicht gesteld het dossier
van de patiĂŤnt te overhandigen aan de rechter. Het gevaar van deze wet is dat psychisch gestoorden
minder snel naar een behandelaar zullen stappen,
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 77
wetende dat hun dossier ooit tegen hen gebruikt kan worden. Bovendien is in die oude informatie nooit gekeken naar de relatie met het delict en de kans
laten voorlichten. Maar als dat niet voorhanden is, wordt oplegging van tbs nagenoeg onmogelijk.
op herhaling. Dit zal het in de praktijk voor rechters
Opname en behandeling in een tbs-kliniek is de
kunnen schatten. Mijn verwachting is dat deze wet
Daarnaast kent de wet twee lichtere tbs-varianten:
erg lastig maken om deze informatie op waarde te
het probleem van de tbs-weigeraar niet zal oplossen. Groot nadeel van de genoemde voorstellen is dat deze het onderliggende bezwaar van verdachten
om onderzoek te weigeren niet oplossen, namelijk dat tbs met verpleging voor geweldsfeiten geen
einddatum heeft. Verdachten zijn als de dood zijn
om voor onbepaalde duur te worden opgeborgen in een tbs-kliniek. Niet vergeten mag worden dat
verdachten het recht hebben om niet mee te hoeven werken aan hun eigen veroordeling en dus ook niet
aan gedragskundig onderzoek. Een inperking van dit zogeheten nemo-teneturbeginsel is niet mogelijk. Als voorwaarden voor oplegging van tbs geldt
dat sprake moet zijn van een misdrijf waarop naar
zwaarste vorm van tbs: tbs met bevel tot verpleging. de tbs met voorwaarden en tbs met voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Hierbij is de
reclassering belast met het toezicht op de terugkeer
van de tbs-gestelde in de samenleving. De tbs-kliniek speelt bij de lichtere varianten geen rol (meer) en tbs-gestelden verblijven hierbij doorgaans in een minder beveiligde forensische kliniek, of wonen
begeleid of zelfstandig. Voor geweldloze feiten, zoals diefstal, kan de tbs met verpleging voor maximaal vier jaar worden opgelegd. Voor geweldsdelicten
geldt echter een onbepaalde duur. Hierbij is, anders dan bij een gevangenisstraf, geen zicht op een
einddatum. Om de kans op een tbs met verpleging van onbepaalde duur te verkleinen, weigeren
verdachten daarom gedragskundig onderzoek.
de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf
De gemiddelde behandelduur van de tbs met
dat apart in de wet is vermeld, sprake is een
naar 11 jaar in 2013. Dit had tot gevolg dat
van vier jaar of meer is gesteld of een misdrijf
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens ten tijde van het delict en de
veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen oplegging van de
maatregel eist. Ook geldt als voorwaarde voor
oplegging van tbs dat er twee recente adviezen van gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, waaronder een psychiater, zijn opgemaakt. Als een verdachte besluit niet mee te werken aan
gedragskundig onderzoek, dan geldt de eis van
die recent opgemaakte adviezen niet. De andere
genoemde meer inhoudelijke eisen zijn wel gewoon van toepassing. Zonder een recent advies wordt het opleggen van tbs voor de rechter moeilijk,
omdat het onduidelijk is of de verdachte lijdt aan
een psychische stoornis ten tijde van het delict, wat het verband is tussen die stoornis en het delict en
hoe hoog het recidivegevaar is. De rechter kan zich hierover dan wel via een ander advies of rapport
76 MC Magazine MAART 2018
verpleging was vanaf 2005 van 5 jaar opgelopen advocaten hun cliënten adviseerden niet mee te
werken aan gedragskundig onderzoek en rechters minder snel tbs oplegden. TBS Nederland stelt
dat er de afgelopen jaren door de tbs-sector hard
aan is gewerkt om die gemiddelde behandelduur
terug te brengen naar 7,2 jaar in 2017. Een kortere behandelduur is volgens hen op dit moment niet mogelijk. Van dit gemiddelde is een groep van
356 tbs-gestelden (totale tbs-populatie: +-1400)
uitgesloten. Deze groep verblijft momenteel langer
dan 15 jaar in de tbs. In werkelijkheid is er dus sprake van een veel langere gemiddelde behandelduur.
Voldoende reden dus voor verdachten om niet mee te werken aan gedragskundig onderzoek. In 2016 was dit het geval in bijna de helft van het aantal onderzoeken in het Pieter Baan Centrum.
Om verdachten van geweldsmisdrijven helderheid te geven over de maximumduur van hun tbs-
MC Magazine MAART 2018 77
“Ik beoog met dit voorstel dat een tbs-gestelde op een zo veilig mogelijke wijze terugkeert in de samenleving�
78 MC Magazine MAART 2018
behandeling ben ik van mening dat de rechter de mogelijkheid moet worden geboden om de tbs
met verpleging voor bepaalde duur, al dan niet in
te bepalen. Hoe lang een behandeling precies duurt valt op voorhand lastig te voorspellen.
combinatie met een gevangenisstraf, op te leggen.
Ik beoog met dit voorstel dat een tbs-gestelde
worden afgeschaft om de potentiële weigeraars
samenleving. Daarbij wil ik geen afbreuk doen aan
De tbs met verpleging voor onbepaalde duur moet te motiveren mee te werken aan gedragskundig
onderzoek. Aan de hand van de prognose van de
gedragsdeskundigen, de strafwaardigheid van de geweldsdelicten, de ernst van de stoornis en de
hoogte van het recidivegevaar kan de rechter die termijn dan vaststellen. Na het verstrijken van die termijn zal de tbs met verpleging voorwaardelijk worden beëindigd. De behandeling van de tbs-
gestelde wordt gecontinueerd onder toezicht van de reclassering. Die behandeling geldt evenwel
voor onbepaalde duur, waarbij de rechter periodiek toetst of de tbs beëindigd kan worden. Als iemand
gedurende die behandeling opnieuw in de fout gaat
of voorwaarden schendt (bijvoorbeeld door drugs of
alcohol te gebruiken), kan de rechter de tbs-gestelde terugsturen naar de tbs-kliniek, maar dan voor onbepaalde duur.
TBS Nederland stelt dat zij het niet wenselijk achten om tbs aan een maximumduur te stellen. Dat zou
betekenen dat tbs-gestelden bij wie de behandeling voorspoedig verloopt langer dan nodig behandeld worden. Tbs-gestelden bij wie de behandeling
nog niet voldoende effect heeft gehad zouden
terugkeren naar de samenleving met een te grote recidivekans. Daarnaast is het de verwachting dat
bij een vaststaande behandelduur een groep tbsgestelden niet meewerkt aan de behandeling,
omdat de behandelprogressie dan losstaat van de
behandelduur. Ook emeritus-hoogleraar Van Marle stelt geen voorstander te zijn van een tbs met een
maximumduur. Hij stelt dat tbs een strafrechtelijke
maatregel van onbepaalde duur is omdat er bewust
slachtoffers zijn gevallen. Primaire doelstelling van tbs is de maatschappij te beschermen tegen gevaarlijke personen. Ook werd als kritiek gesteld dat
gedragsdeskundigen niet in staat zouden zijn om op
voorhand in het individuele geval een maximumduur
op een zo veilig mogelijke wijze terugkeert in de
het primaire karakter van de maatregel, namelijk het verminderen van het gevaar van de tbs-gestelde
voor de samenleving. In mijn voorstel wordt de tbs met verpleging door de rechter voor een periode van twee jaar opgelegd. Daarna is verlenging
van de verpleging telkens mogelijk op basis van het huidige in artikel 38e lid 3 Sr opgenomen
gevaarscriterium tot maximaal de in het vonnis
genoemde einddatum. Bij tbs-gestelden bij wie de behandeling voorspoedig verloopt kan de tbs met
verpleging altijd eerder (onder voorwaarden) worden beëindigd. Zoals hierboven al is gezegd zal na het
verstrijken van de termijn de behandelcontext via de voorwaardelijke beëindiging van verpleging voor
onbepaalde duur blijven bestaan. Als voorwaarde
voor tbs-gestelden met een hoge recidivekans kan door de rechter een verblijf in een Forensische
Psychiatrische Kliniek (FPK) worden gesteld. Ook
een FPK kent een hoog beveiligingsniveau. Veel van die FPK’s beschikken tegenwoordig over gesloten
afdelingen waar langdurig en veilige zorg (longcareafdelingen) wordt geboden. Als blijkt dat een tbs-
gestelde ook niet via die weg veilig kan terugkeren
in de maatschappij, kan de rechter op basis van het
in artikel 38k onder 3 Sr genoemde gevaarscriterium een last tot hervatting van de tbs met verpleging
geven, maar dan voor onbepaalde duur. Voor de groep tbs-gestelden die mogelijk niet zou willen
meewerken aan behandeling in een tbs-kliniek, is onze verwachting dat door een einddatum in het vooruitzicht te stellen de verdachte gemotiveerd zal zijn om mee te werken aan gedragskundig
onderzoek en vervolgens aan zijn behandeling. Dat kan ertoe leiden dat de tbs-gestelde zijn
behandeltraject binnen de door de rechter gestelde maximale termijn afrondt in de tbs-kliniek. Bij de
enkeling die toch weigert en waarbij een hoge kans
op recidive aanwezig is, geldt opnieuw die potentiele
MC Magazine MAART 2018 79
terugplaatsing in de tbs-kliniek voor onbepaalde duur.
Toegegeven moet worden dat maar voor weinig verdachten geldt dat gedragsdeskundigen op
voorhand de exacte duur van een behandeling
kunnen bepalen. Zij kunnen echter wel op basis van de vastgestelde stoornis, gevaar en ervaringscijfers
een reĂŤle prognose van die duur geven. Daarbij kan
als leidraad dienen dat klinieken tegenwoordig vanaf
het begin met de tbs-gestelde een tijdspad uitzetten. In algemene zin geldt daarbij een periode van twee jaar per verlofstap (begeleid -, onbegeleid – en
transmuraal verlof). De meeste behandelingen zullen dan in het kader van de tbs met verpleging tussen
de zes en acht jaar duren. Veel belangrijker vinden
wij dat de rechter op basis van alle relevante factoren als de prognose van de gedragsdeskundigen, de strafwaardigheid van de delicten, de ernst van
de stoornis en de hoogte van het recidivegevaar een afgewogen oordeel kan geven over die maximumduur van de tbs met verpleging.Â
De discussie over de tbs-weigeraar zal de komende
maanden onverminderd doorgaan. Via zogenaamde
expertmeetings zal Minister Dekker worden voorzien van de meningen van experts uit het veld. Nadeel is dat deze experts op basis van de genoemde
voorstellen verdeeld zijn over de aanpak van het
probleem van de tbs-weigeraar. Enerzijds wordt de oplossing gezien in het makkelijker maken voor de rechter om tbs op te leggen ook als de verdachte
gedragskundig onderzoek weigert. Anderzijds willen wij het tbs-systeem voor verdachten zo inrichten dat zij sneller geneigd zullen zijn mee te werken aan
gedragskundig onderzoek. Met welk wetsvoorstel Minister Dekker uiteindelijk ook zal komen, in de
komende maanden zal er door experts, ambtenaren en politici intensief moeten worden samengewerkt om tot een passende en structurele oplossing te
komen voor het probleem van de tbs-weigeraar.
Gelukkig is hiertoe een aanzet gegeven tijdens de eerste expertmeetings.
80 MC Magazine MAART 2018
- CURRICULUM VITAE -
Jan-Jesse Lieftink (1979) is een gespecialiseerd advocaat op het gebied van strafrecht en tbs. Binnen het strafrecht ligt de nadruk van zijn praktijk bijstand in zaken als moord/doodslag, zeden, mensenhandel en terrorisme. Een bijzondere expertise heeft hij in Pieter Baan Centrum onderzoeken en tbsverlengingszaken.
Lieftink is docent bij de beroepsopleiding voor de advocatuur en geeft regelmatig lezingen over tbs en zijn werk als strafrechtadvocaat. Hij is bestuurslid van de Vereniging van TBS-advocaten, lid van de Vereniging voor Strafrechtadvocaten (NVSA) en lid van de kerngroep van het Forum TBS.
MC Magazine MAART 2018 83
0180
Daniel Fontein Advocaat bij FTWadvocaten
STRAFRECHTELIJKE GEVOLGEN VAN GSMGEBRUIK IN HET VERKEER Het strafrecht is dichterbij dan iedereen denkt. Ik durf de stelling best aan dat de kans klein is dat de gemiddelde lezer van dit blad in zijn leven zal worden vervolgd voor een opzettelijk misdrijf. De kans dat vervolging zal plaatsvinden voor een (schuld)delict gepleegd in het verkeer lijkt echter een stuk groter. Ik doel op het (veelvuldig) gebruik van de mobiele telefoon in het verkeer. Er is de laatste tijd veel discussie over de vraag hoe streng telefoongebruik -met name appen - in het verkeer bestraft zou moeten worden. In het verlengde hiervan speelt de discussie over de vraag wanneer eigenlijk sprake is van strafbaar telefoongebruik in de auto.
D
e discussie hierover laaide eind 2017
Er is de laatste jaren veel aandacht voor
de rechtbank Noord-Holland; een zaak
aantal dodelijke slachtoffers moet worden
op. Aanleiding was een uitspraak van
waarin een verdachte uit Texel (die mogelijk aan
het appen was) een 21-jarige vrouw op een fiets doodreed. Het openbaar ministerie eiste zes
maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De straf viel echter veel lager uit.
1
Minister Grapperhaus heeft mede naar aanleiding
van deze uitspraak in maart 2018 een wetsvoorstel ingediend waarin telefoongebruik achter het stuur als een zelfstandig misdrijf wordt gezien en een
stuk zwaarder kan worden bestraft dan thans het geval is. De minister wil wettelijk vastleggen dat het gebruik van een mobiele telefoon door de bestuurder onder roekeloos rijgedrag valt.
1 ECLI:NL:RBNHO:2017:9842
84 MC Magazine MAART 2018
het verkeerstrafrecht. De insteek is dat het teruggedrongen. Onderdeel daarvan is
het strenger straffen (door verhoging van de strafmaxima en de invoering van het
roekeloosheidsbegrip) van veroorzakers van ernstige ongevallen. Dit verklaart ook de
verandering van wetgeving met betrekking tot het telefoongebruik in het verkeer.
In artikel 61a van het Reglement Verkeersregels
en Verkeerstekens (verder: RVV) is thans bepaald dat het voor de bestuurder van een motorrijtuig verboden is om tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.
lees verder uuu
MC Magazine MAART 2018 85
“Maar hoe zit het als er een ongeluk plaatsvindt ten gevolge van telefoongebruik?�
86 MC Magazine MAART 2018
De minister wil nu echter een artikel toevoegen
aan de Wegenverkeerswet 19942 (verder: WvW),
waarin is bepaald dat indien door het vasthouden
houder de facto gelijkgesteld kan worden aan het bedienen van bijvoorbeeld de airco of radio.
van een mobiele telefoon in het verkeer gevaar
De vraag die voorligt is hoe de rechter de schuld
kan worden opgelegd.
gevolge van gsm gebruik door de bestuurder een
wordt veroorzaakt een gevangenisstraf van 2 jaar
van een verdachte beoordeelt indien er ten ernstig ongeval is veroorzaakt.
Uit de wetsgeschiedenis3 volgt dat het
vasthouden van een mobiele telefoon ruim moet
worden geïnterpreteerd. Het tussen het oor en de schouder klemmen van de gsm valt bijvoorbeeld ook onder vasthouden. In dit licht bezien is het
niet verwonderlijk dat feitenrechters in dergelijke gevallen snel tot de conclusie komen dat er sprake is van vasthouden.
Voor de beoordeling van de vraag of een bestuurder schuld (in de zin van artikel 6
WvW) heeft aan ernstig ongeval houdt de rechter doorgaans rekening met diverse
omstandigheden, waaronder de aard en
de ernst van de gedraging en de overige
omstandigheden. Doorgaans zal de rechter
toetsen aan geschreven normen zoals onder
4
Recent heeft de rechter een oordeel geveld in
een zaak waarbij de rechtsvraag aan de orde was
andere neergelegd in de RVV; in dit geval artikel 61a van de RVV.
of van vasthouden van een mobiele telefoon ook
Als een ongeval (mede) het gevolg is van het
in de houder zit. Hoewel van letterlijk vasthouden
spelen in de rechterlijke beoordeling de volgende
sprake is indien deze wordt bediend terwijl deze geen sprake was, bepaalde de kantonrechter
5
in Noord-Nederland vorig jaar dat het bedienen
(onrechtmatig) gebruik van de mobiele telefoon omstandigheden een rol.
van de gsm de bestuurder zowel fysiek
In de eerste plaats dient de rechtbank te bewijzen
gelijkgesteld kon worden aan vasthouden. De
een mobiele telefoon. In het onderzoek door
beperkt als mentaal afleidt en dat dit daarom
kantonrechter verwees naar de eerdergenoemde wetsgeschiedenis (de ruimte interpretatie dus) en veroordeelde de bestuurder.
Op 7 maart 2018 oordeelde het hof Arnhem-
Leeuwarden in appel echter anders. Het hof was 6
gelet op de totstandkomingsgeschiedenis van
artikel 61a RVV van oordeel dat het bedienen van een mobiele telefoon terwijl deze in de houder
zit, niet valt onder het begrip vasthouden. Het hof
interpreteerde dus veel minder ruim en overwoog ten overvloede dat de wetgever aan zet is. De uitspraak is niet onbegrijpelijk, aangezien het bedienen van een mobiele telefoon in een
dat sprake is geweest van vasthouden van
de politie zullen de gegevens van de in de
inbeslaggenomen gsm gerelateerd worden aan het exacte tijdstip van het ongeval. In de praktijk dient het ondubbelzinnige bewijs geleverd te
worden dat de bestuurder op het moment van (of direct voordat het ongeval plaatsvond) zijn gsm ‘vasthield’. Indien uit de telefoongegevens blijkt
dat de bestuurder kort voor het ongeval getracht heeft een telefoongesprek tot stand te brengen
is dat niet per definitie voldoende voor het bewijs voor vasthouden.7
Ik keer terug naar de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland met betrekking tot het ongeval
2 5a WvW 3 Nota van Toelichting, februari 2002 4 Zie bijvoorbeeld ECLI:NL:GHLEE:2006:AV3538 en ECLI:NL:RBUTR:2010:BO7569 5 ECLI:NL:RBNNE:2017:2908 6 ECLI:NL:GHARL:2018:2186 7 ECLI:NL:RBNHO:2017:3628
MC Magazine MAART 2018 85
op Texel.8 De rechtbank stelt in haar motivering
voorafgaand aan het ongeval kan bewijzen, zal dit
kunnen vaststellen dat de verdachte WhatsApp-
schuld heeft aan het ongeval. In de regel zal het
dat zij na gedegen onderzoek niet heeft
gesprekken heeft gevoerd of berichten heeft
gelezen tijdens het rijden. Omdat dit verwijt niet
bewezen kan worden, legt de rechtbank een veel lagere straf van 120 uur werkstraf op.
In de feitenrechtspraak zijn diverse uitspraken
al snel leiden tot de conclusie dat de verdachte gsm-gebruik in een dergelijk geval leiden tot
opvolgend onzorgvuldig gedrag, zoals het over
het hoofd zien van een andere weggebruiker (al dan niet met voorrang) of het verlaten van een rijbaan, waardoor een ongeval ontstaat.
gedaan die betrekking hebben op de situatie
Gelet op de strafeisen in de strafzaken die niet
vasthouden van een mobiele telefoon. In deze
strafoplegging en het kleine aantal uitspraken
dat wél wordt vastgesteld dat sprake was van het gevallen gaat het zonder uitzondering om gsmgebruik met een bijkomende (of opvolgende) verkeersfout. De rechtbank Zeeland-West-
Brabant oordeelde dat een beroepschauffeur 9
zich schuldig maakte aan overtreding van artikel
6 WVW aangezien hij ten gevolge van het appen van de rijbaan afraakte en tegen een op de
vluchtstrook stilstaand voertuig botste. In een
andere uitspraak werd de omstandigheid dat
de verdachte tot kort voor het ongeval aan het
appen was in zijn nadeel meegenomen voor het bewijs. De rechtbank Noord-Nederland kwam 10
tot een bewezenverklaring dat de bestuurder onvoldoende oplettend was omdat hij met
zijn gedachten bij een vergeten afspraak was,
handsfree had gebeld en geappt (ook al betrof deze app enkel het woord “ja”). Hierdoor zag
verdachte een file te laat waar hij vervolgens op botste.11 In maart 2018 verscheen in de media
een vergelijkbaar geval over een chauffeur
die een file te laat zag door het wissen van zijn internetgeschiedenis. Hij werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf
van 9 maanden. Het hof Arnhem-Leeuwarden
veroordeelde een bestuurder die een fietser geen voorrang verleende omdat zij kort daarvoor had geappt.12
Indien de rechter het gsm-gebruik direct 8 ECLI:NL:RBNHO:2017:9842 9 ECLI:NL:RBZWB:2015:2875
10 ECLI:NL:RBNNE:2017:2161 11 ECLI:NL:RBNNE:2017:1945 12 ECLI:NL:GHARL:2015:4497
86 MC Magazine MAART 2018
hebben geleid tot een bewezenverklaring en
waarbij wél straffen zijn opgelegd, meen ik dat
een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf
van 6 tot 12 maanden in de rede ligt indien het ongeval een dodelijke afloop kent. Dergelijke
straffen kunnen gelet op het strafmaximum als fors worden beschouwd. Indien het eerdergenoemde
voorstel wet wordt, zal het strafmaximum omhoog gaan naar 6 jaar gevangenisstraf. Het ligt dan ook in de rede dat de straffen in de nabije
toekomst substantieel hoger zullen uitvallen. De vele bestuurders die dagelijks tijdens het rijden
hun gsm vasthouden, lopen dus serieuze risico’s op onvoorwaardelijke gevangenisstraffen als zij
daardoor een dodelijk ongeluk veroorzaken. Dit
geldt in de toekomst ook voor gsm gebruik in de auto en het daardoor veroorzaken van hinder of gevaar.
Dus in de auto: GSM in de houder en opletten!
- CURRICULUM VITAE -
Volgens het vaktijdschrift KOUD BLOED behoorde Daniel Fontein in 2010 tot de beste jonge strafrechtadvocaten van Nederland. De uitverkiezing had Daniel mede te danken aan zijn optreden in het liquidatieproces Passage. Met succes bepleitte Daniel de vrijlating van zijn cliĂŤnt. Inmiddels behoort Daniel tot de gevestigde orde van de strafrechtadvocatuur. Daniel is in 2000 afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en is direct daarna als advocaat in Amsterdam aan de slag gegaan. In 2009 heeft Daniel met onder meer Bob Tijkotte FTWadvocaten in Koog aan de Zaan opgericht. Daniel verleent uitsluitend bijstand in strafzaken, waaronder veelvuldig in grotere strafzaken, zoals in de Diamantenroof op Schiphol en de Purmerlandmoorden. Daniel heeft in het verleden op nationaal niveau gejudood. Hij is nog steeds betrokken bij de judosport als lid van de Commissie van Beroep van de Nederlandse Judo bond en van de disciplinaire commissie van de internationale judofederatie. Daniel is lid van de commissie strafrecht van de Orde van Advocaten en rechter-plaatsvervanger.
MC Magazine MAART 2018 89
WEBINAR ABONNEMENTEN 2018
De nieuwe webinar abonnementen staan klaar 90 MC Magazine MAART 2018
www.avdr.nl
v
Colofon Magna Char ta magazine is een uitgave van de Academie voor de Recht sprak tijk Jaargang 4 Citeer wijze: M a g n a C M , 2 0 18 - 8 1 Redac tie Etienne van Bladel, Sharon Olivier van Genderen Ont werp en realisatie M a r k Po l l e m a Melanie Hament Eline van Roosmalen Contac tgegevens Academie voor de Recht sprak tijk Inter ne c ur s u sloc atie K a s teel Waard en burg G . E . H . Tu t e i n N o l t h e n i u s l a a n 7 ( n a v i g a t i e : n r 1) , 418 1 A S W a a r d e n b u r g T: 0 3 0 - 2 2 0 10 7 0 Tr a d i t i o n e l e c u r s u s s e n T: 0 3 0 - 3 0 3 10 7 0 We binar c ur su s sen F: 03 0 -220 53 27 E - m a i l : i n f o @ a v d r. n l Adver tenties Etienne van Bladel I S B N : 9 78 9 4 6 2 2 8 6 3 75 Behoudens door de auteurswet gestelde uit zonderingen mag niet s uit deze uitgave ver veelvoudigd of openbaar gemaak t zonder voorafgaande schrif telijke toestemming v a n d e u i t g e v e r.
MC Magazine MAART 2018 91
w w w.avdr.nl 92 MC Magazine MAART 2018
Het AVDR webinar abonnement 2018 - Volledig vrije keuze uit ruim 200 webinars. - Per 1 uur ontvangt u 1 PO-punt. - De colleges worden door ervaren sprekers verzorgd. - Webinars kunnen gevolgd worden op een computer, iPad en andere tablets. - Elektronische beschikbaarheid van uw certificaat, deze wordt automatisch aangemaakt en is uit te printen. - Naast de live mogelijkheid kunt u een webinar ook “on demand” op elk moment van de dag volgen met behoud van de POpunten*. - U kunt de uitzending zo vaak u maar wenst bekijken. - Alle AvdR webinars worden opgenomen in onze professionele studio. - Elk live webinar alsook het “on demand” college is voorzien van cursusmateriaal. Ook al volgt u een college niet, de documentatie blijft voor u digitaal beschikbaar. Wilt u direct meer informatie of aanmelden? Klik hier
AANMELDEN
*De on-demand webinars, inclusief de PO-punten, blijven beschikbaar tot en met 31 december 2018. Zonder PO-punten blijven de webinars on demand langer beschikbaar. MC Magazine MAART 2018 93
If we run
To look in the back room Where we hide
All of our feelings I just close my eyes as you walk out
Tom Smith
www.avdr.nl