Magna Charta magazine Dieuwke Dijkmans

Page 1

KE D

N # februari 2017 | LIMITED EDITION

magazine

D I EU W

EDITIO S N A M IJ K

www.avdr.nl

De nieuwe governancecode zorg By Dieuwke Dijkmans van Gunst


WE WE DON'T DON'T CARE CARE WHAT WHAT THEY THEY THINK THINK ABOUT ABOUT US. US. WE WE DON'T DON'T THINK THINK ABOUT ABOUT THEM THEM AT AT ALL. ALL.

2

www.avdr.nl

| februari 2017


Magna Charta magazine is een uitgave van: Academie voor de Rechtspraktijk Jaargang 3

Redactie: Etienne van Bladel Sharon Olivier van Genderen

Ontwerp en realisatie: Mark Pollema Manon van Roosmalen Melanie Hament Eline van Roosmalen

Contactgegevens: Academie voor de Rechtspraktijk Interne cursuslocatie Kasteel Waardenburg G.E.H. Tutein Noltheniuslaan 7 (navigatie: nr 1), 4181 AS WAARDENBURG T: 030-220 10 70 Traditionele cursussen T: 030-303 10 70 Webinar cursussen F: 030-220 53 27 E-mail: info@avdr.nl

Advertenties: Etienne van Bladel ISBN: 9789462286375

Behoudens door de auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave verveelvoudigd of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

februari 2017 |

3


4

| november 2016


Dieuwke Dijkmans van Gunst

Dieuwke is sinds 2011 werkzaam als advocaat in het Zorgteam van Loyens & Loeff. Zij werkt voornamelijk voor zorgverzekeraars en zorgaanbieders en procedeert en adviseert over diverse zorggerelateerde vraagstukken. Zij is deskundig op het gebied van zorgverzekerings- en zorgfinancieringsrecht, zorginkoopprocedures, fusies en overnames, joint ventures en corporate governance. Dieuwke is als docent verbonden aan de SBO cursus “Verkorte opleiding Jurist in de Zorg� en onder andere gastdocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het gebied van het gezondheidsrecht. Dieuwke is lid van de Vereniging voor Compliance in de Zorg en de Vereniging voor Gezondheidsrecht.

februari 2017 |

5


De nieuwe governancecode zorg Eindelijk is het zover! In de donkere dagen voor kerst, op 15 december 2016, is de opvolger van de Zorgbrede Governance Code, de “Governancecode Zorg” gepubliceerd.1 De oude code stamde uit 2010 en was nodig aan een update toe omdat er de afgelopen jaren veel is veranderd in het Nederlandse zorglandschap (evenals de verwachtingen rond goed bestuur, toezicht en governance in de zorg). Met deze nieuwe Governancecode Zorg (hierna: de code), die vanaf 1 januari 2017 van kracht is, wordt een nieuwe fase voor de governance in de zorg ingeluid.

Van wie en voor wie?

De brancheverenigingen ActiZ, GGZ Nederland, NFU, NVZ en VGN werken samen in de vereniging Brancheorganisaties Zorg (BoZ). De BoZ heeft de verantwoordelijkheid genomen om zelf regels

Er wordt een invoeringstermijn van één jaar gehanteerd om in zijn geheel aan de code te voldoen. Voor zover zorgaanbieders hun statuten moeten wijzigen als gevolg van de code hebben zij daar twee jaar de tijd voor (tot 1 januari 2019).3 Maar anders dan in de oude code wordt ook van zorgorganisaties die zich niet bij één van de vijf brancheorganisaties hebben aangesloten verwacht dat de code “zo veel mogelijk wordt nageleefd”.4 Hetgeen discutabel is. De code is strikt juridisch slechts een privaatrechtelijke set afspraken tussen de leden van de brancheorganisaties, niets meer en niets minder. Bij publicatie van de consultatieversie van de code heeft BoZ reeds laten weten dat zij verwacht dat onder andere het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de code als veldnorm zullen gebruiken. Uit het in juli 2016 door de IGZ en de NZa gepubliceerde toezichtkader “Toezicht op goed bestuur”5 blijkt dat de IGZ en de NZa de code inderdaad aanmerken als breed gedragen veldnorm die geldt voor alle zorgaanbieders, ongeacht of zij lid zijn van één van de brancheorganisaties.6

op te stellen voor goed bestuur en toezicht voor zorginstellingen en is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de code.2 De code geldt, net zoals de oude code uit 2010, als BoZ lidmaatschapsverplichting vanaf 1 januari 2017. Zorgaanbieders kunnen zich dus slechts aansluiten bij één van voornoemde brancheorganisaties als zij de code implementeren en naleven. 1 De nieuwe code kan worden gedownload via de nieuwe website www. governancecodezorg.nl, waarop eveneens per principe de code kan worden ‘doorgeklikt’. 2 De BoZ biedt haar leden (de vijf aangesloten brancheverenigingen, en indirect de leden van deze brancheverenigingen - zorgaanbieders) in een notendop drie functies (i) gezamenlijke belangenbehartiging, (ii) afstemming van beleid en belangenbehartiging en (iii) informatie en kennisuitwisseling.

6

| februari 2017

3 Het betreft artikel 5.2.2., 6.2.2. en eventueel ook A 1.3 (voor zover de statuten nu nog niet aansluiten bij deze artikelen). 4 Zie pagina 5 van de inleiding van de code. Daarin staat ook dat de principes van de code en de uitwerking daarvan naar het oordeel van BoZ zo algemeen bruikbaar zijn dat ook andere zorgaanbieders of brancheorganisaties deze code op zichzelf van toepassing kunnen verklaren. 5 <https://www.nza.nl/1048076/1048181/Toezicht_op_goed_bestuur_IGZ_ NZa_2016.pdf> 6 Pagina 3 en pagina 10: “De minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelden in de Kamerbrief ‘Goede zorg vraagt om goed bestuur’ van januari 2016 een beleidskader op voor het externe toezicht op zorgaanbieders. Daarin staat dat de bestaande wet- en regelgeving in combinatie met veldnormen toereikend zijn voor het externe toezicht op goed bestuur in de zorg. Wij gebruiken de veldnormen, zoals de Zorgbrede Governancecode, in het toezicht op bestuur. In dit kader leggen de IGZ en NZa de verbinding tussen het beleidskader, de veldnormen en de bestaande wetten en regels.” En “De IGZ en NZa merken de Zorgbrede Governancecode aan als breed gedragen veldnorm die geldt voor alle zorgaanbieders, ongeacht of zij lid zijn van één van de brancheorganisaties. Hiernaast zijn wettelijke verplichtingen en transparantie-eisen over de bestuursstructuur te vinden in de Wet toelating zorgaanbieders (WTZi) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit WTZi.”.


februari 2017 |

7


Zou dat betekenen dat zorgaanbieders die een

van de code en voorzien van een toelichting in

WTZi-toelating aanvragen straks van het CIBG

het tweede deel. Daar waar bij een rule based

te horen krijgen dat hun statuten niet ‘codeproof’

code sprake is van vastomlijnde regels en een

zijn? Laten we het niet hopen. Dat vanuit het

afgebakende reikwijdte om zo het gewenste

maatschappelijk belang van goede governance

gedrag te bevorderen, bestaan bij een principle

en een gelijk speelveld wordt gestreefd naar het

based benadering weinig regels en wordt slechts

hanteren van de code als veldnorm is begrijpelijk,

gefocust op de relevante principes waarbij de

maar zou niet tot juridische afdwingbaarheid

doelen centraal staan.

moeten leiden.8

De code is op zeven principes gebaseerd.9 Deze

7

Van rule based naar principle based

principes gelden in principe voor alle rechtsvormen (enkele uitzonderingen in een aanvullend hoofdstuk

De code is niet meer gebaseerd op regels, maar

volgend op de zeven principes daargelaten).

op principes. Daarmee is de code aanzienlijk

Elk principe is vervolgens uitgewerkt in een set

gewijzigd ten opzichte van de Zorgbrede

“bepalingen of gedragsregels”; daarin wordt de

Governancecode uit 2010. Daarin waren de regels

concrete toepassing van het principe beschreven.

artikelsgewijs opgenomen in het eerste deel

Een dergelijke opbouw zien we overigens ook in de Nederlandse Corporate Governance Code,

7 Als een zorginstelling verzekerde zorg volgens de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz) wil leveren dan moet de zorginstelling een toelating hebben van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze toelating wordt aangevraagd bij het CIBG (een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van VWS). Het CIBG toetst onder andere of de zorgaanbieder voldoet aan de bestuursstructuur- en bedrijfsvoeringseisen uit het Uitvoeringsbesluit WTZi. 8 Overigens stellen zorgverzekeraars en zorgkantoren in hun inkoopdocumentatie doorgaans eveneens de voorwaarde of toetredingseis dat zorgaanbieders aantoonbaar uitvoering geven aan de code.

8

| februari 2017

ook daarin worden eerst principes verwoord gevolgd door zogenaamde best practice bepalingen. 9 De zeven principes betreffen de volgende onderwerpen: • Goede zorg • Waarden en normen • Invloed belanghebbenden • Inrichting governance • Goed bestuur •Verantwoord toezicht • Continue ontwikkeling.


Pas-toe-of-leg-uit-beginsel verleden tijd?

Zo lang zorgaanbieders maar transparant zijn over de toepassing van de code en daar verantwoording over

Ja en nee. In de Zorgbrede Governancecode 2010

af (kunnen) leggen, handelen ze volgens BoZ in lijn

gold dat een bepaling werd toegepast of dat een

met de code.

afwijking daarvan goed gemotiveerd werd uitgelegd, het bekende ‘pas-toe-of-leg-uit-beginsel’. De toepassing van de principes in de nieuwe code is niet vrijblijvend. Afwijken en uitleggen is in principe dus

Handhaving en de rol van de Governancecommissie Zorg

Intern zijn zowel de raad van bestuur als het

niet meer mogelijk.10 BoZ wil af van het afvinkgedrag

toezichthoudend orgaan verantwoordelijk

dat zich voordeed bij de Zorgbrede Governancecode

voor toepassing van de code. Extern bestaat

2010 en wil daarom het pas-toe-of-leg-uit-beginsel

daarnaast het streven van de BoZ dat de leden

op een vernieuwende en actuele manier hanteren:

van brancheorganisaties elkaar aanspreken

“Soms is bij toepassing juist uitleg nodig (pas toe

op naleving en/of afwijkingen van de code.

en leg uit). Soms kan afwijking niet aan de orde zijn

Naast dit gluren-bij-de-buren-principe hebben

(pas toe!).” Het doel van de principes en de dialoog

de brancheorganisaties al in 2006 de

moeten centraal staan.

Governancecommissie Gezondheidszorg in het

Echter, over de bij de principes horende bepalingen

leven geroepen voor een oordeel over de juiste

merkt de BoZ op dat bij een gesloten en daarmee

toepassing van de code.

meer dwingend geformuleerde bepaling de

Deze commissie kan in haar oordeel over de vraag

toepassing te dwingend kan zijn. In dat geval kan

of in een concreet geval de code geschonden is

de toepassing van het principe waar de bepaling

of niet partijen ook aanbevelingen doen over de

bij hoort gediend zijn met een goed gemotiveerde

toepassing en de interpretatie van een of meer

en toetsbare onderbouwing van een alternatieve

principes van de code. Eventuele sancties wegens

invulling; dit komt op mij over als een andere

schending van de code kunnen door de betrokken

formulering van het pas-toe-of-leg-uit-beginsel.

brancheverenigingen worden opgelegd aan hun

Gemotiveerd afwijken van de code lijkt dus

leden (bijvoorbeeld in de vorm van schorsing of

nog steeds mogelijk, mits het principe waar de

royement). Een uitspraak van deze commissie

desbetreffende bepaling op gebaseerd is daarmee

heeft niet de rechtskracht van een arbitraal

gediend is.

vonnis of bindend advies. Er kan niet tegen een

Over de open geformuleerde bepalingen wordt door

uitspraak in beroep worden gegaan. Partijen noch

de BoZ opgemerkt dat vanwege het open karakter

de deelnemende brancheorganisaties kunnen

geen behoefte aan afwijking zal bestaan. De vraag

juridisch afdwingbare rechten of verplichtingen

hoe de open geformuleerde bepaling concreet wordt

aan het oordeel of de aanbevelingen van de

toegepast door zorgaanbieders is veel belangrijker

Governancecommissie Gezondheidszorg ontlenen.

(leg-uit-hoe).

Sinds haar oprichting (1 januari 2007) heeft

10 In tegenstelling tot de consultatieversie, waarin met pictogrammen werd aangegeven van welke bepalingen absoluut niet mag worden afgeweken, blijkt dat niet expliciet uit de nieuwe versie.

de Governancecommissie Gezondheidszorg overigens (pas) acht uitspraken gedaan.

februari 2017 |

9


Onduidelijk is waarom dat er zo weinig zijn.

ruimte van zorgaanbieders en meer specifiek hun

Mogelijk leven zorgaanbieders en masse de

medewerkers wordt nadere invulling gegeven aan

governancecode goed na (hetgeen ik betwijfel gelet

dit principe.

op de jurisprudentie), of omdat het bestaan van de commissie (te) weinig bekend is. Hoe dan ook,

2. Het tweede principe ziet op waarden en normen:

mogelijk krijgt de Governancecommissie Zorg het

“De raad van bestuur en raad van toezicht

in 2017 met de invoering van de nieuwe code wat

hanteren waarden en normen die passen bij de

drukker.

maatschappelijke positie van de zorgorganisatie.”

Governance innovatie- en adviescommissie

Deze waarden en normen dienen onder andere tot stand te komen via een dialoog binnen en tussen alle niveaus van de zorgorganisatie en moeten

Naast voornoemde Governancecommissie

duidelijk vindbaar zijn voor onder andere cliënten

Gezondheidszorg zal na 1 januari 2017 een

en medewerkers. De bepalingen bij dit principe

Governance innovatie- en adviescommissie door

besteden daarnaast aandacht aan de noodzakelijke

de BoZ worden opgericht onder leiding van een

open aanspreekcultuur, inspraak, samenspraak

onafhankelijke voorzitter. Deze commissie zal

en tegenspraak (checks and balances) en het

verder bestaan uit externe en interne deskundigen

voorkomen van belangentegenstellingen en (de

en heeft een drietal taken: (i) adviseren over

schijn van) belangenverstrengeling.

governancevraagstukken die vragen om een overstijgende visie omdat ze verder reiken dan

3. Het derde principe betreft de invloed van

individuele casuïstiek, (ii) het doen van thematisch

belanghebbenden: “De zorgorganisatie schept

onderzoek (ten behoeve van de verdere ontwikkeling

randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate

van de code) en (iii) het verspreiden van best

invloed van belanghebbenden.” Medezeggenschap

practices op het gebied van goed bestuur en toezicht.

is al uitvoerig geregeld in de Wet Medezeggenschap

De zeven principes en enkele aandachtspunten daarbij

10

Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). Met dit principe krijgt het bestuur echter een actievere rol bij het inrichten van de medezeggenschap.

1. Het verlenen van goede zorg aan cliënten en de

In het oog springende verplichtingen voor het

benodigde bestuurlijke waarborgen in dat kader

bestuur zijn opgenomen in artikel 3.1.2. en 3.2.1.,

staan centraal in de code. De eerste van de zeven

op grond waarvan het bestuur niet alleen een

principes waaruit de code is opgebouwd luidt dan

grote(re) kring van medezeggenschap om zich

ook als volgt: “De maatschappelijke doelstelling

heen moet bouwen (3.2.1.), maar ook met ieder

en legitimatie van de zorgorganisatie is het bieden

medezeggenschapsorgaan afspraken moet maken

van goede zorg aan cliënten.” Een open deur, maar

over de wijze waarop wordt samengewerkt, de

door middel van een aantal bepalingen waarin

procedures voor overleg en de te hanteren termijn

onder andere wordt ingegaan op dat begrip goede

(3.1.2.). Denk daarbij bijvoorbeeld aan regelingen

zorg, het publieke speelveld en de professionele

zoals een OR-convenant.

| februari 2017


onderworpen. En alhoewel het nieuwe besluitenlijstje 4. Het vierde principe ziet op de inrichting van

nog steeds niet-limitatief lijkt te zijn, is de catch-all

governance: “De raad van bestuur en raad

bepaling betreffende de overige majeure beslissingen

van toezicht zijn ieder vanuit hun eigen rol

uit het lijstje verdwenen.11 Interessant aan dit vijfde

verantwoordelijk voor de governance van de

principe is ook dat een aantal bepalingen in dit kader

zorgorganisatie.”

verdergaan althans uitgebreider zijn dan de wet (taakvervulling op korte en lange termijn in artikel

5. Het vijfde principe ziet op goed bestuur:

5.3., maar ook de informatieplicht uit 5.6. die verder

“De raad van bestuur bestuurt de zorgorganisatie

gaat dan artikel 2:251 BW) en invulling geven aan

gericht op haar maatschappelijke doelstelling.”

de jurisprudentie betreffende het vennootschappelijk

Een van de bepalingen bij dit principe bevat een

belang (artikel 5.3.).

zelfde goedkeuringslijstje als artikel 4.1. lid 2 van de Zorgbrede Governancecode uit 2010, maar impliceert

6. Het zesde principe ziet op verantwoord

ook een statutenwijziging. Zo zijn vanaf 1 januari 2017

toezicht: “De raad van toezicht houdt toezicht

besluiten van de raad van bestuur betreffende de

vanuit de maatschappelijke doelstelling van de

vaststelling van de randvoorwaarden en waarborgen

zorgorganisatie.”

voor een adequate invloed van belanghebbenden aan goedkeuring van de raad van toezicht

11 “ overige majeure beslissingen, te bepalen door de Raad van Bestuur en vast te leggen in de statuten en/of het bestuursreglement.” (ZGC 2010, artikel 4.1 lid 2)

februari 2017 |

11


Met het oog op de samenstelling van de raad van

vergadering een lid van de raad van toezicht slechts

toezicht bevat artikel 6.3., meer

kan schorsen of ontslaan op grond van verwaarlozing

specifiek de introductie daarbij, een

van zijn taak of andere gewichtige reden dan wel

voordrachtsrecht van de cliëntenraad die in mijn

ingrijpende wijziging van omstandigheden waardoor

optiek verder gaat dan het voordrachtsrecht uit de

het voortduren van zijn toezichthoudende functie

WMCZ in verband met de

niet kan worden geduld 13, hetgeen eveneens een

geïntroduceerde swap: “(…) de raad van bestuur kan

statutenwijziging impliceert.

(…) namens de raad van toezicht een overeenkomst

In artikel A.3. is daarnaast een toets voor

sluiten met de cliëntenraad, waarbij de cliëntenraad

winstuitkering opgenomen. Bij een zorgorganisatie

het recht van zwaarwegend advies krijgt over de

die winst mag uitkeren op grond van de

profielen en de benoeming van alle leden van de

WTZi houdt de algemene vergadering bij

raad van toezicht. In ruil daarvoor ziet de cliëntenraad

besluiten over het uitkeren van winst en andere

af van het bindende voordrachtsrecht op één zetel.”

vermogensonttrekkingen rekening met de belangen

Daarnaast introduceert artikel 6.5.3. de profielschets

van de zorgorganisatie op korte en lange termijn en

voor bestuurders. Deze was voorheen slechts voor

haar maatschappelijke doelstelling en positie.

toezichthouders verplicht.

Deze toets voor winstuitkering bij zorgorganisaties gaat daarmee verder dan de uitkeringstoets uit

7. Het zevende principe ziet op de continue

het burgerlijk wetboek, die kortgezegd inhoudt dat

ontwikkeling: “De raad van bestuur en raad van

uitkeren is toegestaan wanneer de reserves groter

toezicht ontwikkelen permanent hun professionaliteit

zijn dan het eigen vermogen van de onderneming.

en deskundigheid.” In artikel 7.3.1. wordt een nieuwe verplichting voor de raad van toezicht geïntroduceerd: de raad van toezicht moet jaarlijks ten minste

Tot slot

De tijd zal leren in hoeverre de Governancecode

buiten de aanwezigheid van de raad van bestuur

Zorg bestuurders en toezichthouders de tools biedt

zijn functioneren evalueren en zorgdragen voor

die zij nodig hebben om het bieden van goede

vastlegging (bijvoorbeeld in de jaarstukken) van de

zorg te waarborgen. Gelet op het voorgaande kan

uitkomst daarvan.12

in ieder geval geconcludeerd worden dat afvinken

Toepassing in specifieke situaties

van bepalingen tot het verleden zal behoren met de invoering van de code en dat de code veel ruimte

Tot slot bevat de code naast de zeven principes nog

laat aan zorgaanbieders om bestuur en toezicht naar

een aantal bepalingen ten behoeve van specifieke

eigen inzicht in te vullen. Wellicht teveel ruimte…

situaties.

Een lawyers paradise.

Op grond van artikel A.1.3. moet dientengevolge in de statuten worden vastgelegd dat de algemene

12 Overigens heeft de code het op verschillende plekken over “vastlegging” en “verantwoording”: ik lees dit zo dat deze informatie in de jaarstukken moet worden opgenomen.

12

| februari 2017

13 Vergelijk artikel 2:271 BW inzake ontslag van een commissaris door de Ondernemingskamer.


Academie voor de Rechtspraktijk Abonnement 25 jaar Vermogensrecht 10 NOvA punten

Spreker: mr. L. Reurich raadsheer-plaatsvervanger Hof Den Haag

EURO 600,- incl. digitaal studiemateriaal, excl. BTW

Op 1 januari 2017 bestond het vermogensrecht 25 jaar. In deze cursus wordt dit jubileum gevierd. Met diverse anekdotes rond invoering en totstandkoming van het vermogensrecht en het schetsen van de soms persoonlijke vetes die aan de invoering van het BW vooraf gingen. Inzichtelijk wordt gemaakt dat de systematiek van de wet als een succes kan worden beschouwd en in de rechtspraak van de Hoge Raad verder is ontwikkeld en verfijnd. De hoogtepunten van vijfentwintig jaar vermogensrecht passeren de revue. Maar ook wordt geanalyseerd welke ontwikkelingen plaatsvonden op de witte plekken op de kaart van het vermogensrecht die door de wetgever bewust zijn open gelaten. En er is aandacht voor de vraag of en zo ja, hoe Europese invloeden de systematiek van de wet hebben beinvloed. En de meer omvattende vraag wat is terecht gekomen van de bedoeling van de wetgever. Kortweg: de cursus biedt een feestelijk bespreking van de highs en lows van het vermogensrecht, zowel juridisch-inhoudelijk, als meer impressionistisch en anekdotisch.

23-03-2017 09.00 uur eigen werkplek

23-03-2017 10.15 uur eigen werkplek

23-03-2017 11.30 uur eigen werkplek

23-03-2017 13.30 uur eigen werkplek

De bedoeling van de wetgever

Vijfentwintig jaar ontwikkelingen op het gebied van het goederenrecht

Ontwikkelingen op het gebied van causaliteit

De bedoeling van de wetgever; hoe Meijers het wetboek vorm gaf als een persoonlijk project dat reeds in 1903 werd geformuleerd. Samenhang tussen het vermogensrecht en de Algemene Begrippen van Meijers. Tegendraadsheid; tegenstander roeren zich (van Dunne en Schoordijk).

Vijfentwintig jaar ontwikkelingen op het gebied van het goederenrecht; het fiduciaverbod (art. 3:84 lid 3), het uitsluitend van overdraagbaarheid (art. 3:83 BW), ontwikkelingen rondhet (stille) pandrecht. De samenhang tussen natrekking (art. 3:4 BW) en de kwalificatie onroerend (art. 3:3 BW).

Ontwikkelingen op het gebied van causaliteit; het Des-arrest, opkomst (en ondergang) van de omkeringsregel, samenlopende oorzaken.

23-03-2017 14.45 uur eigen werkplek

21-04-2017 09.00 uur eigen werkplek

21-04-2017 10.15 uur eigen werkplek

Diverse vormen van relativiteit

De opkomst van zorgplichten

Beperkingen van redelijkheid en billijkheid

Diverse vormen van relativiteit; de zakelijke relativiteit van art. 6:163 en de persoonlijke relativiteit van art. 6:162: wat wrodt beschermd en voor wie geldt de bescherming?

De opkomst van zorgplichten en de vervagende grens tussen het contractenrecht en het onrechtmatige daadsrecht.

Beperkingen van redelijkheid en billijkheid; aanvulling, beperking en de veiligheidsklep van het vermogensrecht.

21-04-2017 11.30 uur eigen werkplek

21-04-2017 13.30 uur eigen werkplek

21-04-2017 14.45 uur eigen werkplek

De opkomst van regimes van uitleg

Samenloop van vordering en de redelijkheid en billijkheid

Naar een evaluatie van 25 jaar vemogensrecht

Samenloop van vordering en de redelijkheid en billijkheid.

Naar een evaluatie van 25 jaar vemogensrecht.

De opkomst van regimes van uitleg.

Klik hier om u aan te melden

www.avdr.nl

Systematiek van het vermogensrecht Systematiek van het vermogensrecht; hoe de ‘gelaagde structuur’door de Hoge Raad verder werd doorgevoerd. De nieuwe terminologie van het vermogensrecht;­goederen en zaken, redelijkheid en billijkheid. Buitenlandse recenties van het wetboek.


Slow your head, turn it off Fireworks are keeping you from sleep You're the whole world spinning, magnetized Just turn it off and find a way to dream

Tom Smith

14

| februari 2017


www.avdr.nl

februari 2017 |

15


this is magna charta


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.