LEADING MEN STRAFRECHT DECEMBER 2015
MAGNA CHARTA MAGAZINE
ROB BAUMGARDT
LEADING MEN STRAFRECHT
v.l.n.r. mr. J.S. Spijkerman, mr. F.H.H. Sijbers en mr. R.J. Baumgardt. 2
LEADING MEN • STRAFRECHT
LEADING MEN • STRAFRECHT
3
EDITOR’S LETTER Tijdens de MAGNA CHARTA ROUNDTABLES met FIRST LADIES en LEADING MEN worden op een informele manier de heden ten dage belangrijke juridische vraagstukken
besproken.
Tijdens
deze
Strafrecht
komen
de
Leading
Men
feitelijk
leidinggeven
Deze
onderwerpen
en blijken
het
MAGNA
kernonderwerpen
voortbouwend
binnen
CHARTA
het
appel
strafrecht
ROUNDTABLE vormverzuimen,
aan zowel
de van
orde. alle
tijden als actueel. In 2015 is AvdR gestart met de series FIRST LADIES en LEADING MEN. In deze series worden onder meer roundtable gesprekken georganiseerd waaraan telkens drie FIRST LADIES respectievelijk drie LEADING MEN deelnemen. De FIRST LADIES en LEADING MEN zijn uitgenodigd aan te schuiven aan de MAGNA CHARTA ROUNDTABLE op grond van hun specialisme op het terrein van het recht dat in de betreffende ROUNDTABLE wordt besproken. De MAGNA CHARTA ROUNDTABLE gesprekken worden gevoerd onder leiding van Wouter Kurpershoek aan de hand van drie stellingen. U kunt hierop tijdens de live uitzending reageren. De MAGNA CHARTA ROUNDTABLES zijn geïnspireerd op Engeland. Destijds in 1215 ondertekende King John of England de Magna Charta (Latijn voor Grote Oorkonde) waarmee belangrijke waarden over vrijheid, recht en democratie werden vastgelegd. Legendarisch is voorts de round table waaraan de mythische King Arthur met zijn ridders vergaderde op voet van gelijkwaardigheid. Voor de FIRST LADIES dient Margaret Thatcher - the First Lady Prime Minister - als rolmodel. Veel kijkplezier, Etienne
4
LEADING MEN • STRAFRECHT
ROB BAUMGARDT LEADING MEN # 5.2 DECEMBER 2015 LEADING MEN • STRAFRECHT
5
INDEX WHO IS ROB BAUMGARDT
p. 8
HIS SIX THINGS
p. 10
DE VOORBEREIDING
p. 12
DE STELLINGEN
p. 14
DE UITZENDING
p. 15
STRAFZAAK EN BESLAG
p. 18
BOTSING VAN BELANGEN
p. 20
LEADING MEN • STRAFRECHT
7
Who is
ROB BAUMGARDT
8
LEADING MEN • STRAFRECHT
Geboren: 5 februari 1961 Vlaardingen Studie: Nederlands Recht, R.U. Leiden, 1980-1985 Dienstplicht: Juridische Zaken, Kazerne Seedorf, Duitsland, 1985/1986 Werk: Beëdigd als advocaat in Rotterdam in 1987 Sedert 1995 oprichter/compagnon Baumgardt & Brökling Advocaten in Spijkenisse, thans: Baumgardt Brökling & Van der Rijt Advocaten (Spijkenisse, Barendrecht en Bergen op Zoom) Eerdere nevenfuncties: Lid Begeleidingscommissie Bureau Halt Spijkenisse Lid Commissie van Toezicht R.I. de Hartelborgt Rechter plaatsvervanger rechtbank Dordrecht Huidige nevenfuncties: Bestuurslid (medeoprichter) VCAS (Vereniging van Cassatieadvocaten in Strafzaken) sedert 2010 Bestuurslid NVSA (Nederlandse Vereniging van Strafrecht Advocaten) sedert 2011 Lid deelredactie Advocatuur van Delikt & Delinkwent sedert 2013 Lid ACS (Adviescommissie Strafrecht) van NOvA sedert 2013 Lid Commissie Strafrecht van Orde van Advocaten Rotterdam Voorts: diverse cursussen op het gebied van het strafrecht gegeven bij SDU; OSR; AvdR en Brink
LEADING MEN • STRAFRECHT
9
His
SIX THINGS
10
LEADING MEN • STRAFRECHT
1. W aarom de advocatuur? Het is een vakgebied waarin je volgens mij echt iets kan betekenen voor een individu. Daarnaast is het bijzonder afwisselend, dus nooit saai.
2. Wat is voor jou de betekenis van de Magna charta? De erkenning dat macht door middel van afspraken kan en moet worden beteugeld, ter bescherming van degenen die niet met macht zijn bekleed.
3. Welk artikel zou je willen aanpassen en waarom? Art. 22b Sr; kort gezegd het artikel dat de rechter verbiedt in sommige gevallen een taakstraf op te leggen. Is een wanproduct, getuigt van wantrouwen tegenover de rechter; miskent volledig de omstandigheden van het geval en de individuele situatie van dader èn slachtoffer en heeft geen oog op alle met de strafrechtspleging na te streven doelen.
4. Welke uitspraak heeft bij jou het meeste losgemaakt en waarom? Zijn er meer; uitspraken van de Hoge Raad waarin schending van vormverzuimen te veel worden gerelativeerd, zodat in feite de prikkel voor politie/openbaar ministerie om zich altijd aan de wet te houden is weggevallen, wat n.m.m. in de toekomst tot grote problemen zal leiden.
5. Tip of trap? Zorg dat het de rechter en OvJ duidelijk is dat je het dossier tot in de puntjes beheerst.
6. Wat vind ik van de Roundtable leading men? Bijzonder leuke en nuttige ervaring om met vakgenoten over actuele onderwerpen van gedachten te wisselen.
LEADING MEN • STRAFRECHT
11
DE VOORBEREIDING
12
LEADING MEN • STRAFRECHT
LEADING MEN • STRAFRECHT
13
DE STELLINGEN “Misschien komt het van onderop nog wel goed met de vormfout” “De strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen en feitelijk leidinggevers is verworden tot een risicoaansprakelijkheid” “De rechter is verantwoordelijk voor controle op naleving zittingsvoorschriften en niet de advocaat” “De rechter moet in het kader van het voortbouwend appel een lijdelijke rol aannemen”
14
LEADING MEN • STRAFRECHT
DE UITZENDING
LEADING MEN • STRAFRECHT
15
SPREKERS M R . G . P. C . J A N S S E N VICE-PRESIDENT RECHTBANK AMSTERDAM
P R O F. M R . T H . A . D E R O O S HOOGLERAAR STRAF- EN STRAFPROCESRECHT TILBURG UNIVERSITY
W W W. AV
LEERGANG STRAFRECHT • START 20 MAART 2016 CA
VDR.NL
AMBRIDGE • 15 PO PUNTEN • EURO 1.399,- EXCL. BTW
Strafzaak en beslag
Een aantal jaar geleden is in een strafzaak in Spanje beslag gelegd op een woning. De verdachte wordt witwassen en valsheid in geschrifte verweten. Omdat de verdachte de aan de woning verbonden hypothecaire lasten niet meer kon betalen heeft zij de Officier van Justitie verzocht het beslag op te heffen. Ze heeft daarbij aangevoerd dat zij een koper voor de woning had gevonden; bij verkoop er nog een overwaarde resteert die met de dag kleiner wordt en dreigt om te slaan in een schuld omdat de hypotheeklasten niet meer betaald kunnen worden; het noodzakelijke (achterstallige) onderhoud niet meer gepleegd kan worden en de onroerend goed markt in Spanje zich in een neergaande spiraal bevindt. Voorts biedt zij aan dat de volledige koopsom door de notaris naar het O.M. wordt overgemaakt. De Officier van Justitie weigert echter medewerking vanwege de omstandigheid dat de koper, die buiten vervolging is gesteld, niet van onbesproken gedrag zou zijn en deze geen inzicht heeft gegeven in de herkomst van het aankoopbedrag. De verdachte/klaagster dient dan ook een klaagschrift in teneinde met het verzoek de Officier te gelasten het beslag op te heffen. De rechtbank stelt vervolgens vast dat het beslag gelegd is op grond van art 94 Sv èn 94a Sv. Bij een op grond van art 94 Sv gelegd beslag zal de rechter moeten nagaan of het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter de woning verbeurd zal verklaren. Bij een grond van art 94a Sv gelegd beslag zal onder meer moeten worden nagegaan of het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat aan de verdachte/klaagster de verplichting tot betaling van een geldbedrag ter ontneming van wederrechtelijk voordeel zal worden opgelegd. De rechtbank constateert in de beschikking vervolgens dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de woning verbeurd zal verklaren dan wel dat er een voordeelsontneming wordt uitgesproken. Vervolgens geeft de rechtbank in de beschikking aan dat zij slechts marginaal toetst of er voldoende strafrechtelijk belang is het beslag te laten voortduren en dat zij zich niet mag mengen in het geschil tussen klaagster en de Officier van Justitie. 18
LEADING MEN • STRAFRECHT
Deze beslissing wordt in cassatie met vrucht aangevallen. In zijn arrest van 7 april 2015 stelt de Hoge Raad dat de omstandigheden van het geval mee kunnen brengen dat de rechter ook blijk geeft na te hebben gegaan of voortzetting (onder voorwaarden) van het beslag in overeenstemming is met de eisen van subsidiariteit. Gelet op hetgeen namens klaagster is aangevoerd heeft de rechtbank ten onrechte niet aangegeven zo’n onderzoek te hebben verricht, zodat de zaak naar de rechtbank terug is gestuurd. Zie voor de uitspraak: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inzien document?id=ECLI:NL:HR:2015:899&keyword=13%2f04873
Botsing van belangen
Politie kan in een strafrechtelijk onderzoek voorwerpen in beslag nemen als dat bijvoorbeeld voor de waarheidsvinding van belang is. Ook kan een rechter commissaris getuigen verplichten antwoord te geven op vragen, als dat voor de waarheidsvinding van belang is. Dit belang kan botsen met andere belangen. Eén van die belangen is bijvoorbeeld het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies tot een zg. “verschoningsgerechtigde” moet kunnen wenden. Tot deze verschoningsgerechtigden worden bijvoorbeeld pastoors, artsen en advocaten gerekend.
terwijl de gegevens ook op andere wijze verkregen zouden kunnen worden, zoals bijvoorbeeld door raadpleging van openbare registers en het vragen van informatie aan niet geheimhouders, zoals banken. Op de Rechtbank Oost-Brabant maakten die argumenten geen indruk. De Rechtbank vond dat voor het traceren van geldstromen en dus ten behoeve van de waarheidsvinding het noodzakelijk was dat ook deze stukken in het onderzoek zouden worden betrokken. De Rechtbank voerde daarbij ook nog aan dat de geschriften naar het oordeel van de Rechtbank voorwerp van het strafbare feit uitmaakten of tot het begaan daarvan hebben gediend.
Dit betekent dat zonder hun toestemming geen brieven of andere geschriften tot welke hun plicht tot geheimhouding zich uitstrekt, niet in beslag mogen worden genomen. Wel bepaalt de wet dat brieven die voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend, zonder hun toestemming in beslag kunnen worden genomen. Dergelijke stukken vallen immers niet onder het verschoningsrecht/geheimhoudingsplicht. Gelet op de aard van de bevoegdheid tot verschoning zal de tot verschoning gerechtigde in beginsel mogen bepalen of het inderdaad gaat om brieven die voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend. De rechter zal dit standpunt moeten respecteren, tenzij er redelijkerwijze geen twijfel over kan bestaan dat dit standpunt onjuist is.
In zijn arrest van 21 april 2015 heeft de Hoge Raad een dikke streep gehaald door de redenering van de Rechtbank. Uit het arrest blijkt dat het enkele feit dat de geschriften ter opheldering van het feit zouden kunnen dienen nog steeds onvoldoende is om deze buiten het verschoningsrecht te laten vallen. Op welke wijze de geschriften voorwerp van het feit hebben uitgemaakt of daartoe hebben gediend had de Rechtbank moeten ophelderen. Gelet op het grote maatschappelijke belang van het verschoningsrecht een mooie en ook duidelijke uitspraak van de Hoge Raad. Zie voor de uistspraak: http://uitspraken.rechtspraak.nl/ inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2015:1092
In de zomer van 2013 is onder een advocaat administratie in beslag genomen in het kader van een onderzoek naar een cliënt van die advocaat, die door Justitie verdacht werd van witwassen en valsheid in geschrift. Tegen het voornemen deze stukken op te nemen in het dossier te voegen heeft de advocaat een klaagschrift ingediend. In dit klaagschrift en de daaropvolgende procedure is aangevoerd dat de documenten onder het verschoningsrecht vallen en geen onderdeel uitmaken van het strafbare feit of daartoe hebben gediend. Hierbij is aangevoerd dat de documenten uit vertrouwelijke communicatie tussen de advocaat en de verdachte bestaan; de advocaat zelf geen verdachte is LEADING MEN • STRAFRECHT
19
T O B E , R AT H E R THAN TO SEEM (TO BE) W W W. AV D R . N L
11-12-13 APRIL 2016
MAGNA CHARTA VERDIEPING BURGERLIJK PROCESR
MR. F.J.P. LOCK senior raadsheer Hof Arnhem-Leeuwarden
PROF. MR. A. HAMMERSTEIN hoogleraar CPO Wisselleerstoel Radboud Universiteit, raadsheer in buitengewone dienst Hoge Raad
PROF. MR. C.J.M. KLAASSEN hoogleraar Burgerlijk (Proces)recht Radboud Universiteit Nijmegen, raadsheer-plaatsvervanger Hof Arnhem-Leeuwarden
RECHT IN LONDEN, ROYAL HOLLOWAY UNIVERSITY
THIS IS
MAGNA CHARTA