ARBEIDSRECHT 2019 blogs
HELEEN DAMMINGH | JOOST KOKJE | ELISE HEYMAN MARLOES STUUROP | LOES WEVERS | HENDARIN MOUSELLI RICK VAN HERK | RALPH FEROUGE | GERWIN HOEKSMA JIM MARGRY | BEN VAN MEURS
INHOUDSOPGAVE
4
|
06
Uitbreiding overlegverplichting met ondernemingsraad over beloningsverschillen Heleen Dammingh
08
Schadevergoeding van â‚Ź 1,3 miljoen voor een zieke werknemer. Werkgevers, let op wat u overeenkomt! Joost Kokje
10
Deliveroo en de werknemers in loondienst Joost Kokje
14
Herplaatsingsplicht? Weeg ook passende functies in het buitenland mee! Elise Heyman
16
Proeftijdaanstelling en proeftijdbeding Loes Wevers
18
Deliveroo-uitspraken getuigen van verdeling van licht en schaduw Hendarin Mouselli
20
Opleidingskosten verhalen bij werknemers – 5 tips voor werkgevers Rick van Herk
24
Herplaatsingsvereiste in concern strekt zich ook uit tot het buitenland Marloes Stuurop
Magna Charta Publieksprijs 2019
26
BenefitsBit: Platformarbeid – De belangrijkste ontwikkelingen op een rijtje Ralph Ferouge, Gerwin Hoeksma & Jim Margry
30
Rechter verbiedt staking bij VDL Nedcar. Waarom en hoezo nu eigenlijk? Ben van Meurs
5
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Heleen Dammingh
Advocaat | Van Bladel Advocaten
Uitbreiding overlegverplichting met ondernemingsraad over beloningsverschillen Vanaf 1 januari 2019 verplicht de wet jaarlijks
Bij de bespreking van de ontwikkeling
een gesprek tussen de bestuurder en de
van de beloningsverhoudingen binnen
ondernemingsraad over de ontwikkeling van de
de onderneming wordt overigens slechts
beloningsverhoudingen, inclusief die van het
gesproken over groepen van medewerkers,
bestuur. Deze wetswijziging geldt alleen ten
zodat de hoogte van beloningen (in beginsel)
aanzien van ondernemingen met meer dan 100
niet valt te herleiden tot individuele personen. •
werknemers. Tot dit jaar was in de wet uitsluitend geregeld dat de ondernemer schriftelijke informatie moet verstrekken aan de ondernemingsraad over de arbeidsvoorwaardelijke regelingen van de werknemers en de beloningsafspraken van het bestuur. In dat kader dient de bestuurder jaarlijks inzicht te geven in de ontwikkeling van de beloningen tussen groepen onderling en ten opzichte van het voorgaande jaar, uit te drukken in percentages. Hiermee werd echter niet bewerkstelligd dat deze regelingen en beloningsafspraken ook daadwerkelijk tussen ondernemingsraad en bestuurder besproken werden. Gelet op het maatschappelijke onbehagen over de salarisgroei van grootverdieners en de veelal veel lagere groei van werknemers met een laag inkomen werd dat onwenselijk gevonden. Vanaf 1 januari 2019 dient dit onderwerp minimaal eenmaal per jaar te worden geagendeerd ter bespreking in een overlegvergadering. Daarmee wordt bevorderd dat de bestuurder actief verantwoording aflegt over de ontwikkeling van de beloningsverhoudingen. De ondernemingsraad hoeft dit onderwerp niet meer zelf ter sprake te brengen.
6
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
SUCCESS IS NOT FINAL, FAILURE IS NOT FATAL: IT IS THE COURAGE TO CONTINUE THAT COUNTS.
W W W. AV D R . N L 7
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Joost Kokje
Advocaat | De Clercq Advocaten Notariaat
Schadevergoeding van € 1,3 miljoen voor een zieke werknemer. Werkgevers, let op wat u overeenkomt! In 1998 is een werknemer als Test Engineer bij Transport Efficiency BV in dienst
getreden. Twee jaar later is de werknemer
aan de Amerikaanse vestiging van Transport Efficiency gedetacheerd. Tussen de
werknemer en Transport Efficiency werd een detacheringsovereenkomst gesloten, waarin was opgenomen dat de werkgever voor de werknemer premies voor een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering
zou afdragen. In 2003 is de werknemer ernstig ziek geworden, met het verlies
van zijn zicht tot gevolg. De werknemer kon daardoor niet meer werken en
wilde graag een uitkering op basis van de arbeidsongeschiktheidsverzekering ontvangen.
en de werknemer heeft tot 2008 geduurd, waarna de werknemer is gedetacheerd. Transport Efficiency betoogde dat tot 2008 alle premies voor de relevante verzekeringen waren voldaan en dat de werknemer vanaf het moment van detacheren zélf voor zijn verzekeringen had moeten zorgdragen. Nergens bleek echter uit dat Transport Efficiency de werknemer daarop had gewezen. Sterker nog, in de detacheringsovereenkomst stond zelfs dat Transport Efficiency voor (onder andere) de arbeidsongeschiktheidsverzekering zou zorgdragen. Het hof maakte dan ook korte metten met deze argumentatie en vroeg de werknemer de schade nader te onderbouwen, die uitkwam op een bedrag van € 1.190.652,in aanvulling op een reeds aan de werknemer betaald bedrag van € 122.000,-.
Het probleem was echter dat
8
|
Transport Efficiency nooit de
Gelet op het voorgaande is het duidelijk dat
arbeidsongeschiktheidsverzekering ten
Transport Efficiency aansprakelijk zou worden
behoeve van de werknemer had afgesloten. Dat
gehouden voor het door de werknemer
betekende dat de werknemer volledig zonder
geleden inkomensverlies. Echter, deze zaak
inkomen kwam te zitten. De werknemer is als
zou werkgevers die werknemers detacheren
gevolg hiervan – uiteraard – gaan procederen
wel aan het denken moeten zetten. Leef ik,
en heeft door de kantonrechter een bedrag
als werkgever, eigenlijk wel op een juiste wijze
van € 663.126,- toegewezen gekregen. De
de detacheringsovereenkomst na? Welke
kantonrechter vond dat Transport Efficiency
verplichtingen wil ik wel en niet op zich nemen?
zijn contractuele verplichtingen jegens de
Welke verplichtingen zouden moeten overgaan
werknemer niet was nagekomen door geen
op de inlenende onderneming? Wat zijn
arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten
mijn wettelijke verplichtingen als werkgever?
en daardoor aansprakelijk was voor de geleden
Is er een toepasselijke cao die bepaalde
schade.
verplichtingen voorschrijft? Enzovoorts.
Transport Efficiency is tegen de uitspraak van
De praktijk leert dat veel bedrijven – alle
de kantonrechter in hoger beroep gegaan. De
goede bedoelingen ten spijt – te weinig bij
arbeidsovereenkomst tussen Transport Efficiency
deze vragen stilstaan. Dat brengt achteraf veel
Magna Charta Publieksprijs 2019
onduidelijkheid en juridische problemen met zich. Maatwerk per situatie is vereist, waarbij in overleg met de werknemer, maar ook met de inlenende partij op schrift de wederzijdse verplichtingen moet worden vastgelegd. En die verplichtingen moeten uiteraard ook worden nageleefd. Een schadevergoeding van ₏ 1,3 miljoen kan daarmee worden voorkomen. •
9
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Joost Kokje
Advocaat | De Clercq Advocaten Notariaat
Deliveroo en de werknemers in loondienst
De rechtbank Amsterdam heeft in twee
individuele zaken (een en twee), aangespannen door het FNV, geoordeeld dat koeriers van
de maaltijdbezorgingsdienst Deliveroo recht
een koerier namelijk goed presteert krijgt hij een bepaalde voorrangspositie bij het inloggen op bepaalde (gewilde) sessies. Hieruit volgt een verplichting om arbeid te
hebben op een arbeidsovereenkomst. Het
verrichten.
uitspraak komt nu dezelfde rechtbank in
Loon: Ondanks dat de vergoeding die
is opmerkelijk dat de rechtbank tot deze
juli 2018 nog tot het oordeel kwam dat een Deliveroo-bezorger geen schijnzelfstandige was en daarom geen recht had op een
arbeidsovereenkomst. Over deze zaak heb ik eerder een blog geschreven.
koeriers krijgen in de partnerovereenkomst hoger ligt dan het minimumloon en dat deze vergoeding wisselt per concrete prestatie, is er nog steeds sprake van loon, zo meent de kantonrechter. Met name speelde mee dat de vergoeding niet dusdanig hoger lag
Waarom is de kantonrechter tot dit andere
dan het minimumloon, dat daarmee een
oordeel gekomen?
opdrachtovereenkomst zou kunnen worden aangenomen. Het loon is daarnaast een
Per februari 2018 heeft Deliveroo besloten om
vastgesteld tarief waarover niet kan worden
de arbeidsovereenkomsten van de koeriers
onderhandeld.
niet meer te verlengen. Bezorgers konden alleen nog in dienst treden middels een
Gezagsverhouding: In de
overeenkomst van opdracht, een zogenoemde
partnerovereenkomst is op verschillende
‘partnerovereenkomst’. De vraag was of
plaatsen de nadruk gelegd op de
die partnerovereenkomst niet feitelijk een
zelfstandigheid van de koerier. Deze rechten
arbeidsovereenkomst was. De enige manier om
en plichten wijzen echter niet op een
dat na te gaan is om de wettelijke voorwaarden
zelfstandig ondernemerschap, zo meent
van een arbeidsovereenkomst naast de
de kantonrechter. Zo moeten de koeriers
partnerovereenkomst én de feitelijke uitvoering
voldoen aan verschillende veiligheids- en
daarvan te leggen. De kantonrechter kwam tot
hygiënevereisten. Het gebruik van de
het volgende oordeel:
Deliveroo maaltijdbox en kleding is inmiddels optioneel, maar wel tegen een bepaalde
Arbeid: de wijze waarop koeriers de Deliveroo
korting te bestellen bij Deliveroo. Dit werkt
app kunnen gebruiken geeft de koeriers
het gebruik van Deliveroo materiaal in de
weinig ruimte om te weigeren. Deze ruimte
hand. Bovendien is de koerier nog steeds naar
is volgens de kantonrechter beperkter dan
buiten herkenbaar door de klant, doordat de
de partnerovereenkomst suggereert. Hier
bestelling door Deliveroo plaatsvindt. Van een
besteedt de kantonrechter in het bijzonder
gezagsverhouding is dus nog steeds sprake.
aandacht aan de prestatiecriteria. Wanneer
10
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Gedurende een zekere tijd: De kantonrechter acht het wel denkbaar dat een gering aantal bezorgingen wordt uitgevoerd en zodoende niet voldaan wordt aan het verrichten van arbeid gedurende een zekere tijd. Bovendien is het aannemelijk dat koeriers het werk om gaan zetten in bedrijfsuitoefening, waardoor het karakter van de arbeidsovereenkomst steeds meer op de achtergrond verdwijnt. Aangezien dit uitzonderingsgevallen betreffen wijst de kantonrechter deze argumenten in de kwesties waarover moest worden geoordeeld van de hand. Deliveroo wordt zodoende in het ongelijk gesteld.
Over dit oordeel van de kantonrechter kunnen we flink discussiëren. Zo ook over de eerdere ‘Deliveroo-zaak’ waarover een kantonrechter van dezelfde rechtbank anders oordeelde. Het hangt elke keer weer af van de omstandigheden van het geval en de argumenten die worden aangedragen wie het recht aan zijn zijde krijgt. Ik herhaal het nog maar eens; is een rechtsvorm tussen de opdrachtovereenkomst en arbeidsovereenkomst niet een uitkomst? •
11
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
12
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
WE ARE WOLVES AND WE ARE PART OF A CHASE
WWW.AVDR.NL 13
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Elise Heyman
Advocaat | AKD Advocaten
Herplaatsingsplicht? Weeg ook passende functies in het buitenland mee! In een recente uitspraak van het gerechtshof
Let wel: met het woordje “opzeggen” wordt
te ‘s-Hertogenbosch is weer eens bevestigd
hier zowel de situatie bedoeld waarin een
hoe vergaand de herplaatsingsplicht in een
werkgever het UWV om toestemming vraagt
ontslagprocedure eigenlijk is voor de werkgever:
om de arbeidsovereenkomst met een bepaalde
bij voorgenomen ontslag moet zelfs worden
werknemer te mogen opzeggen waarna de
gekeken of herplaatsing in het buitenland wellicht
arbeidsovereenkomst vervolgens daadwerkelijk
mogelijk is.
wordt opgezegd, alsook de situatie waarin de werkgever de kantonrechter verzoekt om
Sinds de inwerkingtreding van de Wet Werk
de arbeidsovereenkomst met een bepaalde
en Zekerheid in 2015 is de herplaatsingsplicht
werknemer te ontbinden. Het gaat hier dus
– zoals die in het kader van ontslagprocedures
om situaties waarin de werkgever eenzijdig
op de werkgever rust – direct in het
tot beëindiging over gaat. Bij een beëindiging
Burgerlijk Wetboek geplaatst (voorheen was
met wederzijds goedvinden of een opzegging
de herplaatsingsplicht opgenomen in het
met instemming van de werknemer speelt de
Ontslagbesluit). Een consequentie hiervan is
herplaatsingsplicht niet.
dat er in ontslagprocedures méér gewicht lijkt te worden toegekend en er meer discussie is
Wat houdt de herplaatsingsplicht in?
over het antwoord op de vraag of er door de
Vóórdat er überhaupt aan een redelijke grond
werkgever voldoende is gedaan in dit kader.
voor ontslag kan worden toegekomen, is de werkgever verplicht om actief te onderzoeken
Reden genoeg om eens nader in te zoomen op
of er binnen de onderneming passende functies
de herplaatsingsplicht.
zijn waarin de werknemer zou kunnen worden herplaatst. Een functie kwalificeert als zijnde
Wanneer is er een herplaatsingsplicht?
passend indien deze aansluit bij de opleiding,
De herplaatsingsplicht is opgenomen in artikel
ervaring en de capaciteiten van de werknemer.
7:669 lid 1 BW. Op grond van dit artikel kan een
In sommige gevallen – bijvoorbeeld wanneer de
werkgever de arbeidsovereenkomst met een
werknemer die herplaatst moet worden op dit
werknemer enkel opzeggen indien:
moment disfunctioneert – kan ook een lagere functie als zijnde passend kwalificeren.
i. hiervoor een redelijke grond bestaat, zoals genoemd in artikel 7:669 lid 3 BW én
De werkgever dient hierbij zowel te kijken naar vacatures die op het moment van ontslag
ii. herplaatsing, binnen een redelijke termijn, al
bestaan, als ook naar vacatures die binnen
dan niet met behulp van scholing, niet mogelijk is
afzienbare tijd zullen ontstaan. Verder dient
of niet in de rede ligt.
de werkgever te onderzoeken of een van de vacatures passend gemaakt zou kunnen worden door de werknemer op die functie toegespitste
14
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
scholing aan te bieden. Overigens is de
het buitenland te gaan werken.
werkgever niet verplicht om scholing aan te bieden als er überhaupt geen vooruitzicht is op
Bovendien doet de werkgever er goed aan om
herplaatsing van de betreffende werknemer.
zich te realiseren dat de herplaatsingsplicht actief handelen vereist. Het is niet voldoende om –
Indien een passende functie ‘bezet wordt
eenmaal in de ontslagprocedure – overzichten
gehouden’ door een werknemer met een
van de openstaande vacatures te verstrekken
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, door
en daarbij de mededeling te doen dat géén
ingeleend personeel of door een oproepkracht,
van de functies passend is voor de betreffende
dan kan het zomaar zijn dat deze werknemer
werknemer. Van een werkgever mag worden
plaats moet maken voor de mogelijk voor ontslag
verwacht dat hij initiërend te werk gaat, de
voorgedragen werknemer.
werknemer actief begeleidt én eventuele belemmeringen voor nieuwe functies wegneemt.
De redelijke termijn die in artikel 7:669 lid 1
Het verdient dan ook aanbeveling om een
BW wordt genoemd is ex artikel 10 lid 1 van
herplaatsingsgesprek met de werknemer aan te
de Ontslagregeling gelijk aan de wettelijke
gaan, waarin zaken als reisbereidheid en gewenst
opzegtermijn ex artikel 7:672 BW. Dit is dan
minimumsalaris worden besproken, en de
ook de termijn die werkgever de mogelijkheid
uitkomst hiervan schriftelijk vast te leggen.
tot herplaatsing van de betreffende werknemer minimaal moet gunnen.
Als dit allemaal niets oplevert, dan mag er
Reikwijdte herplaatsingsplicht
geconcludeerd worden dat herplaatsing niet tot
Uit artikel 10 lid 2 van de Ontslagregeling volgt
de mogelijkheden behoort.
dat de werkgever die onderdeel uitmaakt van een concern, bij de beoordeling of herplaatsing
Tot slot – wanneer ligt herplaatsing niet in de
van een voor ontslag genomineerde werknemer
rede?
mogelijk is, óók eventuele passende functies
Indien ontbinding van de arbeidsovereenkomst
bij andere tot het concern behorende
wordt verzocht op de “e-grond” (verwijtbaar
ondernemingen in ogenschouw moet nemen.
handelen of nalaten door werknemer”) of op de “h-grond” (overige omstandigheden), dan ligt
Hetzelfde geldt voor een werkgever
herplaatsing niet in de rede. In dit geval hoeft de
wiens werkzaamheden over verschillende
mogelijkheid tot herplaatsing in beginsel niet te
bedrijfsvestigingen verspreid zijn: ook dan
worden onderzocht door de werkgever. •
moeten eventuele passende functies bij andere vestigingen worden meegenomen in de afweging. De werkgever mag zich bij het herplaatsingsonderzoek niet zomaar beperken tot Nederland: indien er zich zusterondernemingen en/of vestigingen in het buitenland bevinden, dan moet ook daar worden bekeken of er passende functies zijn of op korte termijn zullen ontstaan. Wel doet de werkgever er in een dergelijk geval goed aan om op voorhand te verifiëren of de werknemer bereid zou zijn om in
15
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Loes Wevers
Advocaat | Boontje Advocaten
Proeftijdaanstelling en proeftijdbeding
Over een jaar is het zover: de Wet
De uitspraak (Centrale Raad van Beroep , 19
treedt in werking. Als gevolg daarvan zal het
Een medewerker is werkzaam op basis van een
normalisering rechtspositie ambtenaren
arbeidsrecht van toepassing worden op een
groot deel van de ambtenaren in Nederland.
Zoals eerder bekend gemaakt, zal Boontje in
samenwerking met Smart Learning Company
de HR-adviseurs van de Rijksoverheid opleiden in het arbeidsrecht. Wij streven naar een
praktische toepassing: wat betekent deze
omschakeling voor de praktijk en hoe moeten HR-adviseurs en juristen hierop inspelen?
Omdat wij ons heel goed kunnen voorstellen
Bij een voldoende beoordeling zou de aanstelling worden omgezet in een vaste aanstelling. De proeftijdaanstelling werd echter niet verlengd, vanwege onvoldoende functioneren. Volgens de Centrale Raad van Beroep (CRvB) kon het bevoegd gezag zich echter niet in redelijkheid op het standpunt stellen dat de medewerker niet aan de te stellen eisen en verwachtingen heeft voldaan. Het besluit zou daarom kunnen worden vernietigd.
te maken, zullen wij in 2019 iedere 2 weken
Ambtenarenrecht vs. arbeidsrecht
een blog publiceren. In deze blogs wordt een uitspraak uit het ambtenarenrecht vertaald naar de situatie onder het arbeidsrecht.
Op die manier worden de verschillen en de
overeenkomsten tussen het ambtenarenrecht
en het arbeidsrecht snel duidelijk. Wilt u deze
blogs automatisch ontvangen? Meld u dan aan via wnrablog@boontjeadvocaten.nl
|
proeftijdaanstelling voor de periode van een jaar.
dat het niet gemakkelijk is om deze
omschakeling van de ene op de andere dag
16
april 2018, TAR 2018/104)
Magna Charta Publieksprijs 2019
Anders dan het ambtenarenrecht kent het arbeidsrecht geen proeftijdaanstelling. Het arbeidsrecht kent wel een proeftijdbeding, maar dit is een beding dat wordt opgenomen in de arbeidsovereenkomst. De verschillen tussen een proeftijdaanstelling en een proeftijdbeding zijn als volgt:
Proeftijdaanstelling
Proeftijdbeding
Maximaal 2 jaar en met het oog op een vaste
Maximaal 2 maanden bij een
aanstelling.
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van
In bijzondere gevallen is verlenging mogelijk met
2 jaar of langer.
de tijd gedurende welke de ambtenaar niet in werkelijke dienst heeft doorgebracht.
Maximaal 1 maand bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van korter dan 2 jaar. Een proeftijd kan niet worden verlengd.
Tussentijds ontslag is mogelijk via een
Ontslag tijdens de proeftijd is mogelijk, zonder
ontslagbesluit.
tussenkomst van het UWV of de kantonrechter.
Ontslag moet gemotiveerd worden, er geldt een
In principe bestaat ongelimiteerde
opzegtermijn en een ambtenaar kan in bezwaar
ontslagvrijheid en geldt er geen opzegtermijn.
gaan tegen het ontslag.
Een proeftijdontslag hoeft niet gemotiveerd te worden, tenzij de medewerker hierom verzoekt. De enige restrictie is dat een proeftijdontslag niet op discriminatoire gronden mag plaatsvinden.
De uitspraak na inwerkingtreding van de Wnra Na inwerkingtreding van de Wnra is het niet
Omdat in principe een vrijwel ongelimiteerde
meer mogelijk een proeftijdaanstelling aan te
ontslagvrijheid geldt, zal een rechter niet snel
gaan. Wel kan een overheidswerkgever een
oordelen dat een medewerker ten onrechte
arbeidsovereenkomst aangaan met daarin een
tijdens de proeftijd is ontslagen. •
proeftijdbeding. Deze arbeidsovereenkomst hoeft niet te worden aangegaan met het oog op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
17
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Hendarin Mouselli
Advocaat | VRF Advocaten
Deliveroo-uitspraken getuigen van verdeling van licht en schaduw Op 15 januari 2019 heeft de kantonrechter
in een tweetal rechtszaken geoordeeld dat
Deliveroo-riders werkzaam zijn bij Deliveroo op basis van een arbeidsovereenkomst. Daarnaast valt Deliveroo volgens de kantonrechter onder de werkingssfeer van de Cao
Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen.
Een ander opvallend punt uit het oordeel van de rechter is de overweging over de aanschaf van materiaal. De bezorgers mogen zelf hun eigen materieel aanschaffen. Desalniettemin gaat het volgens de rechter om de aanschaf van materieel (met uitzondering van de maaltijdbox) dat ook in het dagelijks leven gebruikelijk is, zoals een smartphone en een eigen vervoermiddel. Dit oordeel doet mij twijfelen of het daadwerkelijk
Deze uitspraken zijn contraire op hetgeen eerder
duidelijk is voor de rechter wat voor platform
in een andere uitspraak werd geoordeeld,
het is en hoe het precies werkt. Het is correct
namelijk dat er géén arbeidsovereenkomst
dat bijna iedere Nederlander een smartphone
bestond tussen Deliveroo en de Deliveroo-rider.
en een fiets heeft. De smartphone en het vervoermiddel zijn echter in dit geval ‘het hart’
Kantonrechter sneller dan platformeconomie,
van de dienstverlening. Deze zaken behoren tot
maar langzamer dan realiteit
de verantwoordelijkheid van de rider, hetgeen
De kantonrechter oordeelt dat sinds de eerdere
relevant is voor de beoordeling of er sprake
Deliveroo-uitspraak de platformeconomie
is van een arbeidsovereenkomst. Zonder dit
in Nederland een snelle ontwikkeling heeft
‘hart’ kunnen de riders niet werken. Het is een
doorgemaakt en het voor de rechtsontwikkeling
essentieel onderdeel van hun werk en van het
van belang kan zijn dat hierover verschillend wordt
business model. Het is een gemis dat de rechter
geoordeeld. De vraag rijst wat er precies zo snel is
dit punt niet heeft meegewogen.
veranderd in de platformeconomie sinds juli 2018.
18
|
De platformeconomie heeft in mijn visie sinds juli
Vrijheid om bestellingen te weigeren
2018 niet een snelle ontwikkeling doorgemaakt.
Eén van de wezenlijke kenmerken van een
Wel wordt er sinds vorig jaar meer over dit
arbeidsovereenkomst is een gezagsverhouding
onderwerp geschreven en gesproken. Bovendien
tussen de werkgever en werknemer.
is het nog maar zeer de vraag of de markt erbij
Tussen Deliveroo en de Deliveroo-rider is
gebaat is dat er verschillend wordt geoordeeld.
overeengekomen dat de rider de vrijheid heeft
De arbeidsmarkt is gebaat bij duidelijke richtlijnen
om een bestelling te weigeren. Uit het contract
bij een veel breder vraagstuk, in mijn beleving
blijkt dat de rider de reden van de weigering van
behoort het tot het takenpakket van de wetgever
een bestelling niet hoeft op te geven. Volgens de
om hieromtrent duidelijkheid te verschaffen.
rechter kan dit wel zo zijn, maar dat neemt niet
Waarbij de crux is nieuwe manieren van werk niet
weg dat Deliveroo ook uit het niet-invullen van
te belemmeren, want dat zou de internationale
de reden van de weigering haar conclusies kan
concurrentiepositie van Nederland op de lange
trekken. De vrijheid om te weigeren is volgens de
termijn nog eens negatief kunnen beïnvloeden.
rechter aanzienlijk minder groot dan het contract
Magna Charta Publieksprijs 2019
suggereert. Dit komt door verschillende systemen
je zeggen, want iedere opdrachtgever wil wel
in onderlinge samenhang bezien, en
weten “wat voor vlees ze in de kuip hebben”. De
het feit, dat Deliveroo prestatiecriteria hanteert
rechter vindt echter de vervangingsmogelijkheid
voor bezorgers die dan bij voorrang kunnen
inhoudsloos, omdat gezien het korte tijdbestek
inloggen voor (gewilde) sessies.
waarbinnen de maaltijd moet worden afgeleverd
Deliveroo heeft in de procedure documenten
er geen behoefte en ruimte zal bestaan om
overgelegd, waaruit blijkt dat in september
van deze mogelijkheid gebruik te maken. Waar
2018 in Nederland maar liefst 44,5 % van de
baseert de rechter dit op? Eigen ervaringen,
bestellingen werden geweigerd. De rechter
aantal vervangingen in een periode of iets anders?
oordeelt over deze cijfers dat de redenen van de weigering ontbreken en evenmin duidelijk is welke
De rechter vindt voorts dat het feit dat de
gevolgen daaraan zijn verbonden. Daar komt
bezorger zich enkel mag laten vervangen,
bij dat wanneer een bezorger niet binnen een
door een vooraf bij Deliveroo bekend
bepaalde tijd reageert of kiest voor een andere
gemaakt persoon, kan worden aangemerkt als
bestelling binnen Deliveroo, dit ook als een
toestemming om zich door een derde te laten
weigering van de bestelling wordt geregistreerd.
vervangen. Is dat wel zo? In het licht van de Wet arbeid vreemdelingen en op grond van de Wet tot
Volgens mij is de kern van de verhouding, zoals
de identificatieplicht is een dergelijk verzoek een
in alle opdrachtrelaties gelegen, in de vrijheid
wettelijke verplichting voor iedere opdrachtgever
om een bestelling (deelopdracht) te weigeren.
en werkgever in Nederland. Het nalaten van deze
Ter illustratie: als een zelfstandige advocaat geen
verplichting kan zelfs hoge boetes tot gevolg
opdracht wenst aan te nemen, dan is dat aan
hebben. Een gemist punt, als je het aan mij
hem. Waarom hij die opdracht niet aanneemt,
vraagt.
is eveneens aan hem. Die vrijheid past immers bij het ondernemerschap. Daar komt bij dat
Slot
Deliveroo met bewijs heeft aangetoond dat
Alhoewel kort na de uitspraken de ‘slingers’
bestellingen daadwerkelijk worden geweigerd.
werden opgehangen en de uitspraken als
Iets waarvan de rechter in de uitspraak van juli
‘baanbrekend’ werden bestempeld, vraag ik mij
2018 nog zei dat het niet uitmaakte of er gebruik
af of dit terecht is. Bij een aantal overwegingen
werd gemaakt van de mogelijkheid van weigering
van de rechter kunnen kritische kanttekeningen
van een bestelling. Het gaat erom dat die
worden geplaatst. Zeker in het licht van allerlei
mogelijkheid er is en in deze zaken is aangetoond
(technologische) ontwikkelingen rondom werk en
dat van die mogelijkheid ook daadwerkelijk
het wettelijk kader dat door deze uitspraken niet
gebruik is gemaakt.
wijzigt. De Deliveroo-uitspraken getuigen van een verdeling van licht en schaduw. In hoger beroep
Weten wat voor vlees je in de kuip hebt
kan die verdeling zomaar weer eens anders
Een ander in het oog springend oordeel uit de
uitpakken. •
uitspraken is de vrijheid van de rider om zich te laten vervangen. De rider heeft de mogelijkheid zich te laten vervangen, zonder voorafgaande toestemming van Deliveroo. Wel moet de vervanger van de rider aan Deliveroo voor aanvang van de werkzaamheden een geldig legitimatiebewijs en een bewijs van het recht om in Nederland te werken tonen. Dat is logisch, zou
19
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Rick van Herk
Advocaat | De Clercq Advocaten Notariaat
Opleidingskosten verhalen bij werknemers – 5 tips voor werkgevers Werkgevers kunnen opleidingskosten van
door een werknemer gevolgde opleidingen
in rekening brengen bij een werknemer als de werknemer besluit de arbeidsovereenkomst te beëindigen, het zogenaamde
studiekostenbeding. In sommige gevallen kan dat zelfs wanneer de werkgever het besluit
neemt om het dienstverband te beëindigen. Hiervoor gelden uiteraard voorwaarden en
het is nog niet zo eenvoudig om dit goed te
voldoende opleiding hebben om hun werk goed te verrichten. Daar komt dan vanzelfsprekend ook een investering bij kijken, zowel in geld als in tijd. Die investering doen werkgevers graag, mede omdat die investering in de werknemer ook ten goede komt van de werkgever als de werknemer vervolgens in dienst blijft. Maar het is niet de bedoeling dat de werknemer kort na het volgen van een dure opleiding vertrekt en de werkgever met de kosten blijft zitten, terwijl hij
regelen. In deze blog geef ik werkgevers 5
geen voordeel heeft gehad van de opleiding.
uitspraken over het studiekostenbeding.
Opleidingskosten kunnen onder omstandigheden
tips aan de hand van de wet en rechterlijke bij een werknemer in rekening worden gebracht Hoe zat het ook alweer?
bij een voortijdig einde van het dienstverband.
Men is het er algemeen over eens dat het
Dat moet dan wel zijn afgesproken. De eerste tip,
belangrijk is dat werknemers goed geschoold zijn
zeer voor de hand liggend dus:
en opleidingen kunnen volgen. Scholing wordt ook steeds belangrijker als arbeidsvoorwaarde
Tip 1: Spreek een studiekostenbeding af.
en ook in CAO-onderhandelingen wordt er meer aandacht aan besteed. Van een werkgever wordt
De Hoge Raad heeft al in 1983 bepaald dat
verwacht dat hij een werknemer in staat stelt
in een studiekostenbeding in ieder geval het
opleidingen te volgen, en soms is dat ook nodig
volgende (schriftelijk) moet zijn vastgelegd:
om te zorgen dat de werknemer zijn werk goed kan verrichten. Met de invoering van de WWZ
• de periode dat de werkgever wordt
is dit benadrukt doordat in artikel 7:611a BW
geacht voordeel te hebben van de door de
expliciet is bepaald dat de werkgever verplicht
werknemer bij de opleiding opgedane
is de werknemer in staat te stellen “scholing te
kennis en vaardigheden (vaak wordt een
volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening
periode van 3 jaar aangehouden);
van zijn functie en, voor zover dat redelijkerwijs
• dat de werknemer, als het dienstverband
van hem kan worden verlangd, voor het
tijdens of na de opleidingsperiode eindigt,
voortzetten van de arbeidsovereenkomst indien
het loon c.q. de opleidingskosten over de
de functie van de werknemer komt te vervallen of
genoemde periode moet terugbetalen; en
hij niet langer in staat is deze te vervullen.”
• dat er een afbouw in de regeling zit, dus dat naar mate de werkgever
20
|
Voor werkgevers is het natuurlijk ook belangrijk
gedurende langere tijd voordeel heeft
dat werknemers goed geschoold zijn en
gehad van de opleiding, de werknemer een
Magna Charta Publieksprijs 2019
kleiner deel van de opleidingskosten
verstandig dit ook vast te leggen, samen met het
hoeft terug te betalen (bijvoorbeeld:
slagingspercentage van de opleiding, zo blijkt uit
bij vertrek in het eerste jaar na afloop van de een uitspraak van de kantonrechter Amersfoort. opleiding 100%, in het tweede jaar 66,6%, en in het derde jaar 33,3%).
Vaak wordt aangenomen dat de werkgever extra duidelijkheid moet geven aan een
In het vervolg hierop direct de tweede tip:
werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (zo oordeelde bijvoorbeeld de
Tip 2: Leg vast dat de afbouw van de
terugbetalingsverplichting gaat lopen vanaf
het afronden van de opleiding, en niet vanaf het begin van de opleiding.
rechtbank Amsterdam). Dan is de kans dat de werknemer met de nadelige effecten van het studiekostenbeding wordt geconfronteerd immers aanmerkelijk groter. De werkgever moet duidelijk vastleggen wat de kosten van de opleiding zijn
De werkgever zal immers meestal pas ĂŠcht
en wat de kansen zijn dat het dienstverband
voordeel hebben van de opleiding wanneer de
wordt verlengd. Voor de werknemer moet
opleiding is afgerond. Toch komt het geregeld
volstrekt helder zijn dat het studiekostenbeding
voor dat de werkgever in het studiekostenbeding
tot een terugbetalingsverplichting kan leiden en
opneemt dat de terugbetalingsverplichting
welk financieel risico hij neemt. Dit is overigens
afbouwt vanaf het moment dat de werkgever de
ook aan te raden bij werknemers met een
opleiding is begonnen. Bij opleidingen die lang
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
duren, kan dat veel verschil maken in het bedrag dat kan worden teruggevorderd. Duidelijkheid
Tip 4: Leg vast dat de opleiding op initiatief van de werknemer wordt gevolgd
Een belangrijk uitgangspunt van het arbeidsrecht
Een andere relevante omstandigheid is of de
is de beschermingsgedachte: de werknemer
werknemer zelf heeft verzocht om een bepaalde
wordt gezien als de zwakkere partij in de
opleiding te mogen volgen. Als dit het geval is,
verhouding tussen werkgever en werknemer en
is het dan ook verstandig dit vast te leggen. De
moet daarom wettelijk worden beschermd. Als de
andere kant van de medaille is dat de werkgever
werkgever opleidingskosten bij de werknemer in
de opleidingskosten minder snel zal kunnen
rekening wil brengen, zal de werknemer daarom
verhalen als hij zelf de werknemer verplicht heeft
goed geĂŻnformeerd moeten zijn over de hoogte
tot het volgen van een bepaalde opleiding .
van die kosten en het risico van terugbetaling. BeĂŤindiging op initiatief van de werkgever De volgende tip:
Rechters oordelen regelmatig dat, wanneer het dienstverband komt te eindigen om redenen die
Tip 3: Leg per opleiding de kosten en afspraken vast
voor rekening van de werkgever zouden moeten komen, het onredelijk zou zijn om de werknemer de kosten voor relevante opleidingen te laten
Informeer de werknemer dus per gevolgde
terugbetalen. De rechter kan dan bepalen
opleiding vooraf over de exacte kosten van de
dat de werknemer de kosten niet hoeft terug
opleiding, zodat de werknemer weet waar hij aan
te betalen. Dat zal echter minder snel gelden
toe is. Dit kan in een brief, maar ook per e-mail.
als de werkgever de werknemer in staat heeft
Als het afronden van de opleiding een vereiste
gesteld om niet-werkgerelateerde opleidingen
is voor verlenging van het dienstverband, is het
te mogen volgen. De wet voorziet expliciet in de
21
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
mogelijkheid om kosten voor dergelijke – nietwerkgerelateerde – opleidingen af te trekken van een eventueel te betalen transitievergoeding (artikel 7:673 lid 6 BW). Vandaar de volgende tip: Tip 5: Leg ook vast dat de kosten van
opleidingen die niet direct relevant zijn voor
het werk van de werknemer maar zien op “het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer” afgetrokken kunnen worden van een eventuele transitievergoeding.
Bij een dergelijke afspraak gelden de eisen die in de rechtspraak aan het studiekostenbeding worden gesteld in principe niet. Zo kan de werkgever veilig stellen dat, ook als de werkgever de beslissing neemt om een arbeidsovereenkomst te beëindigen, de werkgever bepaalde opleidingskosten voor het duurzaam en breed inzetbaar maken van de werknemer bij de werknemer neer kan leggen, die daar immers ook profijt van heeft bij de zoektocht naar een nieuwe baan. Tot slot Zoals hierboven te lezen is, komt bij het opstellen van een zogenaamd studiekostenbeding veel kijken. Uiteraard helpen wij daar graag bij. Bel of mail gerust voor meer informatie. •
22
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
AVDR WEBINAR ABONNEMENT 2019
Het AvdR w e b in a r t abonnemen l is g e h e e v e rn ie u w d !
DIVERSE LEERGANGEN MET KEUZE UIT MEER DAN 300 WEBINARS! U BETAALT €1.000,- EXCL. BTW
WWW.AVDR.NL 23
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Marloes Stuurop
Advocaat | KBS Advocaten
Herplaatsingsvereiste in concern strekt zich ook uit tot het buitenland Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde
redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de
in haar arrest van 6 december 2018 dat het
rede ligt. Van de werkgever wordt verwacht dat
herplaatsingsvereiste in een concern zich ook
hij actief onderzoekt of herplaatsing mogelijk is.
uitstrekt tot vestigingen in het buitenland.
Het herplaatsingsvereiste strekt zich uit over de gehele groep waartoe de werkgever behoort en
De feiten
is niet beperkt tot Nederland.
Een werknemer is als Risk & Insurance manager werkzaam bij de Nederlandse vestiging van
De werknemer stelt dat de werkgever niet aan de
een internationaal opererende organisatie met
herplaatsingsverplichting heeft voldaan. Uit de
negen juridische entiteiten wereldwijd. Op 23
stukken blijkt volgens het gerechtshof inderdaad
mei 2017 krijgt hij te horen dat zijn functie komt
dat de werkgever alleen binnen de groep in
te vervallen. De werkgever vraagt vervolgens aan
Nederland gezocht heeft naar passende functies.
het UWV toestemming om het dienstverband
De werkgever vond Nederland de relevante
met de werknemer op te mogen zeggen. Het
arbeidsmarkt en kon zich niet voorstellen dat
UWV weigert de toestemming omdat er teveel
herplaatsing verder weg reëel zou zijn voor de
onduidelijk is over de bedrijfseconomische
werknemer.
noodzaak tot het laten vervallen van de arbeidsplaats.
Ten onrechte, zo oordeelt het gerechtshof. De werkgever had zelf moeten nagaan of de
24
|
De kantonrechter
werknemer bereid was om naar het buitenland
De werkgever dient daarop een
te gaan. De werkgever had dit niet met de
ontbindingsverzoek in bij de kantonrechter,
werknemer overlegd en dit ook niet geprobeerd.
maar volstaat kennelijk met een verwijzing
Het is aan de werkgever om zich voldoende in
naar haar stellingen in de UWV-procedure. De
te spannen om de werknemer te herplaatsen.
kantonrechter vindt dit onvoldoende en wijst
Daarvoor is niet voldoende dat de werkgever de
het ontbindingsverzoek van de werkgever af. De
werknemer naar de vacaturesite van het concern
arbeidsovereenkomst wordt niet ontbonden.
had verwezen.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch
Conclusie
De werkgever gaat vervolgens in hoger
Uit deze uitspraak blijkt (nog maar eens) dat de
beroep. Daar onderbouwt de werkgever
herplaatsingsverplichting van een werkgever
wel waarom zij vindt dat sprake is van
verder strekt dan wel eens wordt gedacht. De
bedrijfseconomische omstandigheden die
werkgever dient zich actief in te spannen om
maken dat het dienstverband moet eindigen. De
een werknemer te herplaatsen. Zij kan niet
arbeidsovereenkomst kan echter alleen worden
volstaan met een verwijzing naar openstaande
ontbonden als daar een redelijke grond voor is
vacatures om vervolgens achterover te leunen.
èn herplaatsing van de werknemer binnen een
Daarnaast strekt de herplaatsingsverplichting
Magna Charta Publieksprijs 2019
zich uit over de gehele groep en daarmee ook tot buitenlandse ondernemingen van die groep. Het is voor de werkgever belangrijk om de reikwijdte van de herplaatsingsverplichting in het oog te houden, voordat er een ontslagaanvraag of ontbindingsverzoek wordt ingediend. Als de herplaatsingsmogelijkheden niet of niet voldoende zijn onderzocht, bestaat het risico dat negatief wordt besloten op de ontslagaanvraag of het ontbindingsverzoek. Maar ook voor de werknemer is het belangrijk om hier bedacht op te zijn. Immers, als de werkgever niet aan zijn herplaatsingsverplichting heeft voldaan, heeft de werknemer een belangrijk wapen in handen waarmee hij zich kan verweren tegen de beëindiging van zijn dienstverband. Heeft u te maken met een soortgelijke kwestie? Neemt u dan gerust contact met mij of een van mijn collega’s op voor advies. •
25
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Ralph Ferouge, Gerwin Hoeksma & Jim Margry
Advocaten | Loyens & Loeff N.V.
BenefitsBit: Platformarbeid – De belangrijkste ontwikkelingen op een rijtje Op 15 januari 2019 heeft de rechtbank
2 | Rechtszaken tussen FNV en andere online
Amsterdam in een rechtszaak tussen de
werkplatforms
vakbond FNV en het onlineplatformbedrijf voor
De vakbond FNV is al langer bezorgd om
maaltijdbezorging Deliveroo geoordeeld dat de
platformwerkers en schreef in november
bezorgers van het online platform geen zzp’ers
2017 al een position paper over werk in de
zijn maar werknemers. Op 23 juli 2018 oordeelde
platformeconomie. De rechtszaak tegen
een andere kantonrechter van dezelfde rechtbank
Deliveroo is niet de enige rechtszaak die vakbond
het tegenovergestelde: de bezorger in kwestie
FNV heeft aangespannen. Op 17 oktober
was een zzp’er. Dit laat zien dat rechters (zelfs
2018 schreef FNV op haar website dat zij een
van dezelfde rechtbank) tot verschillende
rechtszaak tegen Helpling, het online platform
oordelen kunnen komen over deze kwestie. Dat
voor schoonmakers, is begonnen. In de media
is niet vreemd aangezien platformarbeid, de
wordt vermeld dat de FNV ook tegen Uber Eeats
platformeconomie en online platforms in het
een rechtszaak wil gaan aanspannen. Het zou
algemeen, nieuwe verschijnselen zijn die zich
interessant zijn om te zien hoe de rechter in de
in een snel tempo blijven ontwikkelen. Het is
zaken van Helpling en Uber Eats oordeelt, omdat
afwachten wat de rechtspraak en de wetgever
het hier weer om andere feitelijke situaties gaat
aan regels zal opleggen. Hieronder zetten we
dan in Deliveroo-rechtszaak.
enkele ontwikkelingen voor u op een rijtje. Voor een samenvatting van de Deliveroo-uitspraak van 15 januari 2019 verwijzen wij naar het nieuwsbericht van de rechtbank Amsterdam. Voor de Deliveroo-uitspraak van 23 juli 2018 verwijzen we naar ons eerdere nieuwsbericht: Special delivery Rechtbank Amsterdam: maaltijdbezorger Deliveroo is geen schijnzelfstandige.
1 | Verder verloop rechtszaak tussen Deliveroo
26
|
3 | Rechtszaken tegen Deliveroo in het buitenland
Ook in andere Europese landen speelt dezelfde problematiek rondom platformwerkers van Deliveroo. Zoals te lezen is in de reactie van Deliveroo na de uitspraak van 15 januari j.l. is door rechtbanken en toezichthouders in
en vakbond FNV
het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Duitsland en
Ten eerste kunnen we uitkijken naar het oordeel
Frankrijk geoordeeld dat Deliveroo-bezorgers
van het Gerechtshof Amsterdam over deze
als zelfstandige werken. In Spanje heeft de
kwestie. Deliveroo heeft namelijk in een reactie
rechter in november 2018 in een uitspraak echter
op de uitspraak laten weten in hoger beroep
geoordeeld dat een Deliveroo-bezorger een
te gaan tegen de uitspraak. Het zal de eerste
werknemer was. Ook is in Spanje een rechtszaak
keer zijn dat een gerechtshof zich uitlaat over
aanhangig tussen de Spaanse arbeidsinspectie
platformwerkers. De FNV heeft in de media laten
en Deliveroo. De uitspraak werd op 17 december
weten naar de Hoge Raad te stappen als het
2018 verwacht, maar is uitgesteld naar 31 mei
gerechtshof tot een ander oordeel komt dan de
2019. Hoewel de arbeidsrechtwetgeving per
rechtbank, en desnoods naar het Europees Hof
land verschilt, is het interessant om te kijken hoe
van Justitie.
andere landen met de problematiek omgaan.
Magna Charta Publieksprijs 2019
4 | De Nederlandse wetgever: onderzoek door
platformarbeid niet nodig is, maar dat een
de SER en de Commissie regulering werk
geharmoniseerde aanpak en striktere handhaving
De Nederlandse wetgever is bezig met het
van het onderscheid tussen werknemers en
voorbereiden van nieuwe wetgeving voor zzp’ers
zzp’ers op grond van de huidige wetgeving nodig
(zie ons eerdere bericht Invoering nieuwe Wet
is. In een ander onderzoek wordt benadrukt dat
DBA uitgesteld naar 2021). Platformarbeid
de status van platformwerkers verduidelijkt moet
maakt onderdeel uit van dezelfde problematiek,
worden in de verschillende EU-landen, maar
maar kent bepaalde specifieke aspecten.
dat dit – gelet op de grote verschillen tussen de
Platformarbeid raakt met name de onderkant
verschillende werkplatforms – niet dezelfde status
van de arbeidsmarkt en juist op dit punt is nog
hoeft te zijn voor elk platform. In dat opzicht
onduidelijk welke maatregelen de overheid
zouden de nationale definities verduidelijkt
overweegt.
kunnen worden.
Verder laat de overheid volop onderzoek doen
6 | Europese wetgever volgt de
naar platformarbeid. Zo is in juni 2018 het SEO-
ontwikkelingen en doet aanbevelingen
onderzoek verschenen en kwamen er eerder
De Europese wetgever houdt zich in het kader
al andere onderzoeksrapporten. Recentelijk, in
van de Europese agenda voor de deeleconomie
november 2018, heeft de overheid de Commissie
(collaborative economy) al langer bezig
regulering werk ingesteld. Dit is een groep
met platformarbeid (zie bijvoorbeeld deze
arbeidsrechtexperts die zich gaat buigen over
diepgaande analyse van het Europees Parlement).
vraagstukken zoals platformarbeid. In december
In 2016 had De Europese Commissie de lidstaten
2018 heeft de overheid besloten om de SER een
al aanbevolen om zelf goed na te gaan of de
verkennend onderzoek te laten doen naar de
arbeidsrechtwetgeving adequaat is voor de
platformeconomie. Bij dit onderzoek worden de
werkenden in de platformeconomie. Ondertussen
positie van platformwerkers, de positie en aard
heeft de Europese Commissie niet stil gezeten. In
van platformbedrijven en de handhaving van
2018 heeft de Europese Commissie verschillende
schijnzelfstandigheid betrokken. De aanleiding
voorstellen gedaan die niet specifiek gericht zijn
voor het verzoek aan de SER was het bericht
op platformwerkers, maar wel zouden zorgen
van het Economisch Bureau van ING dat de
voor een gelijker niveau van arbeidsrechtelijke
platformeconomie de arbeidsmarkt drastisch
bescherming, ongeacht hun status in een lidstaat:
kan veranderen met mogelijk een miljoen extra zzp’ers tot gevolg.
Richtlijn voor een minimum set aan transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden (voor
5 | Europees onderzoek: status van
werknemers, niet voor zzp’ers)
platformwerker kan verschillen per platform
Aanbevelingen voor EU-lidstaten om flexwerkers
Ook op Europees niveau wordt onderzoek
en zzp’ers toegang te geven tot de sociale
gedaan naar platformarbeid. Zo blijkt uit
stelsels in hun land
onderzoek dat na het Verenigd Koninkrijk (4,3%), Nederland het grootste aandeel platformwerkers
Verder heeft de Europese Commissie ook een
heeft (2,9%) van de 14 onderzochte EU-
ontwerp-verordening gepresenteerd die ziet
landen. Uit onderzoek blijkt ook dat in de
op online platforms in bredere zin – niet alleen
verschillende EU-landen dezelfde activiteit
op werkplatforms – en die meer ziet op de
heel anders gekwalificeerd kan worden. In
handelsaspecten en consumentenrechten. Tot
ditzelfde onderzoek wordt ook benadrukt dat
slot is in april 2018 ook nog de Observatory on
nieuwe arbeidsrechtwetgeving specifiek voor
the Online Platform Economy ingesteld, een die
27
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
de ontwikkelingen in platformeconomie in de Europese Unie gaat volgen. Conclusie Net als de platformeconomie is de rechtspraak en regelgeving in Nederland en Europa volop in ontwikkeling. Zoals blijkt uit het overzicht komt er een interessante periode aan waarin (hopelijk) duidelijk zal worden hoe de platformeconomie een plek gaat krijgen in de verschillende Europese rechtstelsels. Als u op de hoogte wenst te blijven, volg dan de LinkedIn-pagina van ons Employment & Benefits team. •
28
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
CONCLUSIE Het bestuur kan zich maar in beperkte omstandigheden weren tegen een door de aandeelhouders gewenste uitkering, maar of hij het besluit nou wel of niet goedkeurt, het is essentieel om de afwegingen goed op papier vast te leggen. Dat geldt zowel voor de interne besluitvorming
Het digitale magazine met interviews over belangrijke juridische ontwikkelingen als voor de verantwoording jegens de bestuurders. Het
bestuur kan zich immers niet helemaal verschuilen achter (de beperkte vrijheid van) de wettelijke regeling voor
dividenduitkering bij de besloten vennootschap (art. 2:216
BW). Als de aandeelhouders “Show me the money!� roepen, dan is het nog altijd aan het bestuur om een zorgvuldige afweging te maken en zich daarbij zo nodig van advies te laten voorzien.
WWW.AVDR.NL WWW.AVDR.NL
29
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Ben van Meurs
Advocaat | Sijbens & Partners Advocaten
Rechter verbiedt staking bij VDL Nedcar. Waarom en hoezo nu eigenlijk? Werknemers bij Nedcar wilden deelnemen aan
Stakingsrecht
een landelijke staking, maar de rechter verbiedt
Het recht op het voeren van collectieve acties
de staking bij de autofabriek. Met toelichting op
zoals stakingen, is niet bij wet geregeld. Wellicht
de mondelinge uitspraak en naschrift vanwege de
vanwege het Nederlandse poldermodel. Maar
schriftelijke uitspraak.
het stakingsrecht is wel een sociaal grondrecht, dat in Nederland is erkend door de Hoge
Omdat de onderhandelingen over een nieuwe
Raad. Maatgevend daarbij is het Europees
cao Metalektro nog steeds in een impasse zitten,
Sociaal Handvest, waarin ook de voorwaarden
riepen de vakbonden op tot een landelijke
zijn opgenomen voor de beperking van dat
staking op 10 en 11 januari 2019 bij o.a. Nedcar.
grondrecht. Bescherming van de openbare
Daarop stapte de autofabriek naar de rechter om
orde of de nationale veiligheid zijn volgens het
in een kort geding een verbod te eisen op het
Handvest voorbeelden van een legitieme reden
doorgaan van de staking. Volgens Nedcar omdat
om een collectieve actie te beperken.
een nieuwe staking de onderhandelingen met BMW over een vervolgopdracht voor de periode
In Nederland geldt als uitgangspunt bij een
2023-2029 zou schaden. Aan het einde van het
collectief belangenconflict – zoals hier het
kort geding besloot de rechter om de staking bij
uitblijven van een nieuwe cao – dat werkgevers
Nedcar te verbieden.
moet accepteren dat zij hinder of zelfs schade ondervinden van bijvoorbeeld een staking. Wil
Mondelinge uitspraak van de rechter
een werkgever een staking laten verbieden, dan
Uit de korte mondelinge uitspraak blijkt dat de
zal hij aannemelijk moeten maken dat zo’n verbod
rechter de staking verbiedt omdat hij aanneemt
maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk is.
dat er ‘een concreet en reëel risico is dat BMW binnen enkele maanden zal beslissen om
Bij de beoordeling van de vraag of een verbod
niet meer in zee te gaan met Nedcar’ en dat
op staking maatschappelijk gezien dringend
er daarom ‘maatschappelijk een dringende
noodzakelijk is, zijn volgens de Hoge Raad onder
noodzaak is om het collectieve actierecht (…) te
meer van belang:
beperken’. Daarmee mag er bij de autofabriek dus niet gestaakt worden; de landelijke staking
- de aard en duur van de actie
kan wél doorgaan. - de verhouding tussen de actie en het Het is gebruikelijk bij zo’n kort geding dat de
daarmee nagestreefde doel
rechtbank de uitspraak met daarin de uitgebreide motivering, pas op een latere datum publiceert.
- de daardoor veroorzaakte schade aan de
Naar verwachting zal dat over 14 dagen zijn.
belangen van de werkgever of derden, en - de aard van die belangen en die schade
30
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
Voorbeelden van recent verboden stakingen
reëel ingeschat gevaar loopt bij de staking.
zijn bijvoorbeeld de staking van machinisten
Daarbij zullen de eerdere stakingen en de reeds
en conducteurs eind 2016 vanwege de
door Nedcar geleden schade vermoedelijk ook
veiligheidssituatie. En het grondpersoneel
een rol gespeeld hebben voor de rechter bij diens
van KLM mocht in de zomer van 2016 niet
afwegingen, evenals de werkgelegenheid die
staken vanwege de terreurdreiging gericht op
Nedcar biedt en die een aantal jaar geleden nog
luchthavens, waardoor als gevolg van de extreme
volledig verloren dreigde te gaan.
zomerdrukte bij een staking grote aantallen reizigers zouden stranden, met alle risico’s van
Omdat Nedcar afhankelijk is van haar afnemer
dien. Ook piloten van Easyjet mochten daarom
BMW, is het logisch dat de rechter oog heeft voor
die zomer niet staken tijdens 4 door de rechter
die relatie. In hoeverre die relatie daadwerkelijk
aangewezen weekends; voor het overige mochten
gevaar loopt zoals de rechter in zijn mondelinge
de piloten wel staken.
uitspraak aangeeft, is de vraag. Daarvoor zal de schriftelijke uitspraak afgewacht moeten
Daarentegen mochten in 2018 de piloten
worden, waarin de motivering voor dat oordeel is
van Ryanair zonder beperking staken, net als
opgenomen. Maar dat productieverlies als gevolg
beveiligingsmedewerkers op Schiphol. En
van een nieuwe staking de onderhandelingen met
de buschauffeurs in Almere mochten in 2016
BMW over een vervolgopdracht voor de periode
staken, ondanks de verkeerschaos die volgens
2023-2029 geen goed doet, lijkt aannemelijk.
Connexxion zou ontstaan. Ook de politie mocht
En dat is een aspect dat de rechter zeker mag
in 2015 staken, zelfs al zouden deurwaarders dan
meenemen in zijn beoordeling.
afzien van ontruimingen en beslagleggingen. Toelichting op de mondelinge uitspraak
Bodemprocedure De vakbonden hebben in reactie op de
Het is niet verrassend dat de rechter in zijn
mondelinge uitspraak al laten weten de
mondelinge uitspraak het verbod op staking bij
mogelijkheden van een bodemprocedure te gaan
Nedcar motiveert met de opmerking dat daarvoor
onderzoeken. Ook hebben ze hoger beroep
volgens de rechter maatschappelijk een dringende
ingesteld tegen de uitspraak in kort geding. Voor
noodzaak bestaat. De rechter volgt -begrijpelijk
zo’n bodemprocedure geldt dat de uitspraak
en terecht- de woordkeuze van de Hoge Raad.
daarin weliswaar de uitspraak in een kort geding
En in de schriftelijke uitspraak zal ongetwijfeld
vervangt, maar in dit geval uiteraard niet kan
worden verwezen naar de hiervoor genoemde
verhinderen dat er op 10 en 11 januari 2019 niet
aspecten die volgens de Hoge Raad van belang
gestaakt mag worden bij Nedcar. Het gaat in
zijn bij het beoordelen van de vraag of een verbod
zo’n bodemprocedure dan alleen nog maar over
op staking maatschappelijk gezien dringend
de principiële vraag of mogelijke schade aan de
noodzakelijk is.
relatie tussen een werkgever en diens afnemer, of eventueel zelfs het risico op het verbreken
De verwachting is dat de rechter met name tot
daarvan, een verbod op een staking rechtvaardigt.
een verbod op de staking bij Nedcar is gekomen vanwege de twee als laatste genoemde aspecten.
Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig,
Die staking zou de belangen van Nedcar forse
en er bestaat een reële kans dat uiteindelijk in
schade toebrengen, daar waar Nedcar volgens
een bodemprocedure wordt geoordeeld dat,
de rechter zwaarwegende belangen heeft om de
achteraf bezien, een verbod op staking toch niet
relatie met haar afnemer BMW ook in de toekomst
gerechtvaardigd was. Dat zou dan het verlies
te continueren, en die relatie kennelijk een als
van dit kort geding voor de vakbonden draaglijk
31
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
maken, daar waar Nedcar het beoogde doel
Verder neemt de rechter in zijn overwegingen mee
toch al bereikt heeft, namelijk het niet-doorgaan
dat er wordt gestaakt voor een landelijke cao en
van de staking. Een eventueel andersluidend
niet voor een ondernemings-cao bij Nedcar. De
oordeel in de bodemprocedure zou aardig
schade die Nedcar stelt te lijden, is daarentegen
passen in de traditie van het Nederlandse
voor de rechter niet van belang, en ook niet de
poldermodel. En om de uitkomst van het kort
vraag of er al dan niet bovenmatig veel bij Nedcar
geding maalt dan waarschijnlijk niemand meer,
wordt gestaakt.
want de werkgelegenheid bij Nedcar en de toeleveringsbedrijven is in ieder geval niet door
Alles afwegende, verbiedt de rechter de staking
de staking op 10 en 11 januari 2019 in het geding
omdat er in januari 2019 een acuut en fors gevaar
gekomen. Dat laatste leek nu juist voor de rechter
voor de werkgelegenheid bestaat. Daarbij spreekt
van doorslaggevend belang om de staking te
de rechter de vakbonden aan op een eerder door
verbieden.
hen gedane uitlating dat staken niet mag leiden tot een structureel verlies aan werkgelegenheid.
Naschrift
Maar ook geeft de rechter aan dat BMW, door
Uit de nadien verschenen schriftelijke uitspraak
te dreigen met vertrek, niet voor langere tijd het
van de rechter, blijkt dat het stakingsrecht van de
stakingsrecht kan beïnvloeden. Het gaat slechts
vakbonden als zodanig niet ter discussie staat. De
om nú, volgens de rechter, en dat gaf de doorslag.
kernvraag voor de rechter in het kort geding is of een verbod op staking maatschappelijk gezien
De schriftelijke uitspraak van de rechter voldoet
dringend noodzakelijk is.
aan de eerdere verwachtingen. Alleen de reeds geleden schade door Nedcar, was voor de rechter
De rechter hecht er veel waarde aan dat Nedcar
geen argument om de staking te verbieden. Een
volledig afhankelijk is van BMW als haar enige
aspect dat overigens wel een rol had kunnen
klant. Verder constateert de rechter dat BMW op
spelen. De schriftelijke uitspraak is begrijpelijk,
21 november 2018 aan Nedcar schreef dat BMW
maar leunt vrij zwaar op de brief van BMW. Het is
wordt geconfronteerd met onzekerheid vanwege
een goede zaak dat de rechter niet alleen uit de
productieverlies als gevolg van stakingen, daar
inhoud van de brief citeert, maar ook zijn oordeel
waar BMW in het verleden nu juist vanwege de
toelicht met behulp van specifieke citaten. Echter,
afwezigheid van stakingen, koos voor het afnemen
nu de interpretatie en achtergrond van die brief
van een grote hoeveelheid auto’s bij Nedcar. En
in een eventuele bodemprocedure ongetwijfeld
dat daarom stakingen een substantiële impact
voorwerp van nadere discussie zal worden,
zullen hebben op de beslissing van BMW over
en dan ook de keuze van BMW waarschijnlijk
toekomstige productie.
duidelijk is, bestaat er nog steeds een reële kans dat uiteindelijk in een bodemprocedure wordt
Dit maakt volgens de rechter dat er een concreet,
geoordeeld dat, achteraf bezien, een verbod op
reëel risico bestaat dat BMW binnen enkele
staking toch niet gerechtvaardigd was. •
maanden zal beslissen om niet meer verder te gaan met de productie van auto’s bij Nedcar. En daarmee bestaat volgens de rechter een aanmerkelijke kans dat de werkgelegenheid bij Nedcar en toeleveringsbedrijven fors wordt getroffen. Aan dat concrete gevaar voor de werkgelegenheid tilt de rechter zwaar.
32
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
33
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
34
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
BE DIFFERENT JUST BECAUSE IT CAN
W W W. AV D R . N L 35
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
KEEP SEARCHING FOR NEW CHALLENGES W W W. AV D R . N L 36
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
37
|
Magna Charta Publieksprijs 2019
THIS IS MAGNA CHARTA 38
|
Magna Charta Publieksprijs 2019