The interviews issue 015

Page 1

THE

T O P AT H L E T E MEETS T O P L AW Y E R

INTERVIEWS

E XC LU S I V E DA NI EL LE PINEDO AND M I N K VA N DER WEERDEN

ISSUE 015 • mei 2016

MAGNA CHARTA


DANIELLE

V


S

MINK


page

4


MAGNA CHARTA THE INTERVIEWS FEATURES

page

8&9

page

10 &11

page

12&13

page

14t /m27

WHO IS DANIELLE PINEDO

WHO IS MINK VAN DER WEERDEN

THE INTERVIEW WRITTEN:

IT’S A DANIELLE AND THING

MINK

I S S U E 015 • m e i 2 016

THE LIVE INTERVIEW

page

5


WHATEVER THE WORLD THROWS AT YOU, TAKE IT ON

www.avdr.nl


page

7


DANIELLE PINEDO N A DAT DA N I E L L E (19 8 5 ) I N 2 0 0 7 C U M L A U D E A F S T U D E E R D E A A N D E V R I J E U N I V E R S I T E I T A M S T E R DA M B E G O N Z I J I N DAT Z E L F D E J A A R A L S A D V O C A AT A R B E I D S R E C H T B I J B A K E R & M C K E N Z I E A M S T E R D A M N .V. DA N I E L L E A DV I S E E R T N AT I O N A L E E N I N T E R N AT I O N A L E C L I Ë N T E N O V E R A L L E A S P E C T E N VA N H E T N AT I O N A L E E N I N T E R N AT I O N A L E A R B E I D S R E C H T. Z O H O U D T Z I C H Z I J O N D E R M E E R B E Z I G A DV I S E R I N G O M T R E N T R E O R G A N I S AT I E S , FUSIES EN OVERNAMES EN MEDEZEGGENSCHAP MET BETREKKING TOT ONDERNEMINGSRADEN EN EUROPESE MEDEZEGGENSCHAPSORGANEN I N H E T K A D E R VA N O V E R N A M E S E N R E O R G A N I S AT I E S . O O K A DV I S E E R T Z I J O V E R V R A A G S T U K K E N O P H E T G E B I E D VA N C A O - R E C H T, P E R F O R M A N C E M A N A G E M E N T, I N T E R N AT I O N A L E D E TA C H E R I N G E N , I N D I V I D U E L E E N COLLECTIEVE ONTSLAGPROCEDURES EN VOERT ZIJ JURIDISCHE PROCEDURES. DA N I E L L E G E E F T M E T R E G E L M A AT T R A I N I N G E N E N C U R S U S S E N E N P U B L I C E E R T IN ALGEMENE EN WETENSCHAPPELIJKE MEDIA. DA N I E L L E I S E E N VA N D E G R O N D L EG G E R S VA N D E W W Z- P O S T E R S . Z I J I S L I D VA N D E N E D E R L A N D S E O R D E VA N A DV O C AT E N ( N O VA ) E N D E V E R E N I G I N G A R B E I D S R E C H T A DV O C AT E N N E D E R L A N D ( VA A N ) .

page

8


page

9


M I N K VA N D E R W E E R D E N

M I N K V A N D E R W E E R D E N I S O P 1 9 O K T O B E R 1 9 8 8 G E B O R E N T E G E L D R O P. O P Z I J N 10 E I S H I J , N A VA N A F Z I J N 5 E T E H E B B E N G E VO E T B A L D, B EG O N N E N MET HOCKEYEN BIJ HCAS IN ASTEN. BIJ HCAS IS MINK GERAAKT DOOR HET S T R A F C O R N E R S P E C I A L I S M E E N H E E F T H I J V E L E T R A I N I N G S U R E N G E M A A K T. A A N D E H A N D VA N Z I J N S PEC I A L I S M E I S H I J I N 2 0 0 5 VO O R O R A N J E Z WA R T GA AN SPELEN EN HEEF T HIJ IN 2010 ZIJN DEBUUT GEMA AK T VOOR HET N E D E R L A N D S E L F TA L . G E D U R E N D E D E 9 5 I N T E R L A N D S , WA A R I N H I J 63 DOELPUNTEN MAAKTE, HEEFT MINK ONDER ANDERE O L Y M P I S C H Z I L V E R E N E K G O U D G E W O N N E N . NA AST HET HOCKEYEN IS MINK FYSIOTHERAPEUT IN OPLEIDING EN IS HIJ AC T I EF O P H E T G E B I ED VA N C OAC H I N G E N C O R N ER T R A I N I N G .

page

10


page

11


page

12


PL AY THE

INTERVIEW

page

13


page

14


IT’S A

DANIELLE AND M I N K THING SAMENWERKEN IN EEN S N E L K O O K PA N Door: Wouter Kurpershoek

W

at zijn de overeenkomsten tussen een topsporter en een topadvocaat? Volgens Mink van der Weerden, hockeyer in het Nederlands elftal, en Danielle Pinedo, advocaat bij Baker & McKenzie, moeten beiden een praktische slimheid hebben, zowel in de omgang met een bal en een wetboek als in het dingen gedaan krijgen van teamleden.

Een topper, in welke sector ook, moet evenveel ambitie hebben als talent, en elke gram die hij in het laatste tekortschiet compenseren met kilo’s werklust en discipline. Maar tegenover het eindeloos willen en moeten winnen staat ook een voortdurend en knagend verlies in het sociale leven.

Voelen jullie je comfortabel bij het predicaat topsport en topadvocatuur of krijgen jullie dan de neiging te gaan giechelen? “Ik denk dat wij de laatste jaren heel wat stappen vooruit hebben gezet in onze arbeidsprestaties en in onze levensstijl om dat predicaat te verdienen,” antwoordt Mink van der Weerden. “Dat is bij hockey wel anders geweest.” Danielle Pinedo vindt ‘topadvocaat’ meer een benaming die haar door de buitenwereld wordt gegeven. “Ik kijk niet echt zo naar mezelf. Je bent advocaat, je zit bij een goed kantoor en je acteert op een hoog niveau.

page

15


Toen ik 21 was heb ik zes weken stage gelopen bij Baker & McKenzie. Dat beviel goed, van beide kanten, en daarop kreeg ik er een baan aangeboden. Ik vond mezelf eigenlijk nog veel te jong om al te gaan werken, wilde aanvankelijk doorstuderen, maar ik vond het er tegelijk zo leuk, dat ik dacht: ik blijf. Inmiddels werk ik er al acht-en-een-half jaar.”

Met wat voor zaak ben je nu bezig? Kun je daar iets over zeggen?

“Ik ben gespecialiseerd in Arbeidsrecht. Het leuke van dit werk vind ik, dat alles altijd door en naast elkaar loopt. Momenteel ben ik bijvoorbeeld bezig met een grote reorganisatie, een collectief ontslag. Daarbij heb ik met allerlei partijen contact, de vakbonden en de OR evengoed als de werkgever zelf. Mijn eerste liefde was overigens het strafrecht en vóór ik met mijn studie begon heb ik nog getwijfeld of het pedagogiek moest worden, want mijn familie is werkzaam in het onderwijs.”

En nu mag je per zes minuten declareren. Dat is in het onderwijs wel anders. Mink, ken jij veel mensen in de advocatuur? Want de hockeywereld is toch wel een corporale wereld, niet?

“Een van de sponsoren van de club waar ik speel, Oranje Zwart, is een groot advocatenkantoor in het Eindhovense. Mijn vriendin werkt daar ook, niet als advocate, maar op de HR afdeling. Maar voor de rest heb ik niets met de advocatuur, en ik denk ook dat het elitaire, dat altijd om de sport heeft gehangen, wel een beetje verdwenen is. Het verschilt per regio maar het wordt hoe dan ook minder, al denk ik ook dat het nog jaren zal duren eer hockey een volkssport wordt – áls het dat ooit al wordt.”

En je studeert fysiotherapie. Dus als je ooit uitgehockeyd bent…

page

16

…. “ dan hoop ik aan de slag te gaan als fysiotherapeut, misschien in combinatie met hockey. Ik moet eerst maar eens afstuderen en dan ervaring opdoen als basistherapeut, maar ik hoop dat ik het nog eventjes volhoud op het veld, zeker tot na 2020.”

Mensen kennen je als iemand die alles heeft gewonnen wat er te winnen valt, behalve olympisch goud.

“Op clubniveau heb ik de afgelopen jaren inderdaad alles gewonnen, internationaal zijn we ook Europees kampioen geworden. Het WK in eigen land was natuurlijk het leukste, ook al was de finale een ontzettende deceptie: we legden het zes tegen één af tegen Australië. De Olympische finale tegen Duitsland in 2012 was ook zo’n teleurstelling, met twee tegen één, maar daar hebben we tenminste de kans om het recht te zetten in Rio. Daar werken we op dit moment naar toe.”

sporters met mensen van het bedrijfsleven in contact worden gebracht? Dat het bedrijfsleven per se wil dat de medewerkers iets van die sporters leren?

“Als ik zijn schema alleen al hoor, begrijp ik dat je als topsporter echt veel doorzettingsvermogen moet hebben, hard kunnen werken, hard wíllen werken. Je kunt op woensdagmorgen niet zeggen: ik heb even geen zin, ik ga niet. En ik denk dat in het bedrijfsleven heel hard gezocht wordt naar dit soort doorzetters, dus ik zie die link wel.”

“IN TWEE SECONDEN GEREGELD”

Hoeveel uur per week ben je aan het hockeyen?

“In normale weken moeten we ons om half elf melden op Papendal en begint de training een half uur later. Op woensdagochtend vertrekken we weer rond een uur of half één. We zitten daar dus tweeëneenhalve dag met het nationale team. Donderdagavond en vrijdag train ik met mijn eigen club. Dan houd ik woensdagmiddag en donderdag over om te studeren. Zaterdag gebruik ik voor ontspanning en eventueel nog wat studie en zondag zijn er de wedstrijden.”

Danielle, Minks schema is strak maar niet uniek. Begrijp jij dat er op allerlei seminars top-

Zie jij die link zelf ook, Mink? Zie je waarom je een inspirator kunt zijn?

“Ik heb zelf twee vakantiebaantjes gehad, dus die mensen die alles van me willen weten kan ik niets vertellen uit ervaring. Maar waarin wij - in mijn ogen - als topsporters wél interessant zijn, is in ons vermogen onder stress samen te werken. Als er iets mis gaat in een wedstrijd, moet het in twee seconden weer in orde zijn. En de communicatie is echt niet altijd even vriendelijk en netjes. Dat snelle ageren is onmiskenbaar een kwaliteit van ons.”

Je zit eigenlijk in een soort snelkookpan.

“Precies. Het kunnen samenwerken onder druk, dat is iets waarover topsporters het bedrijfsleven wel wat kunnen vertellen.”

>>>>>>


page

17


page

18


page

19


>>>>>>

Danielle, dat moet herkenbaar zijn voor jou. In de advocatuur gaat het er ook niet altijd even gezellig aan toe. Maar waar situeert zich bij jullie de stress?

page

20

“Je hebt het heel druk en de klanten zijn veeleisend. Er lopen heel veel zaken tegelijk en alles moest eigenlijk gisteren al gebeurd zijn. In die situatie moet je ook nog veelvuldig samenwerken. Je moet iets van een collega hebben en die moet dat misschien ook nog snel doen. Dingen gedaan zien te krijgen van anderen, daar situeert zich wel eens stress.”

Het is duidelijk wanneer je topsporter wordt: je speelt in het Nederlands elftal omdat je zoveel goals maakt. Maar welk lijstje moet je als advocaat afvinken om te weten dat je bij een topkantoor werkt? “Elk kantoor wil graag dat het als topkantoor wordt gezien, maar


persoonlijk denk ik dat een topkantoor zichzelf gewoon positioneert op kwaliteit. Het biedt eersteklas werk, krijgt daardoor goede zaken, die weer publiciteit genereren en zo nog meer interessante zaken aantrekken.”

Mink, vaak denk je bij tieners al: dit wordt een topsporter. Wanneer begint de selectie zich af te tekenen?

“Ik ben daarvan geen schoolvoorbeeld. Ik ben een laatbloeier. Ik kon heel goed strafcorners nemen, en omdat ik die als tiener al zo graag nam, stak ik daar toen al veel trainingsuren in. Dankzij die corners heb ik bepaalde teams gehaald en daar heb ik enerzijds echt leren hockeyen en ben ik anderzijds opnieuw opgevallen. Ik kon goed pushen, ik sloeg geregeld met honderdtwintig kilometer per uur en ik maakte veel goals. Dan moeten we hem verder opleiden, was de conclusie. Zo is het iedere keer gegaan. Ik heb het geluk gehad dat ik het fysiek en qua coördinatie allemaal aankon en dat ik ook snel leerde, maar ik ben geen echt talent. De supergetalenteerden kun je al heel jong herkennen. Maar dat talent is niet langer genoeg. De fysieke component komt er steeds meer bij kijken. Waar het vroeger volstond gewoon fit te zijn, worden nu echte atleten gevraagd. En een atleet ben je pas echt als je lichamelijk bent gaan groeien. Tegenwoordig kun je pas vanaf een jaar of achttien zeggen: die kan echt wel eens wat worden.”

“SJOKKERS EN RENNERS” page

21


Een voetballer als Messi, die de hele wedstrijd wat als een stofzuiger over het veld sjokt en dan ineens iets briljants doet, zijn jongens als hij de uitzonderingen op de regel?

Elke topsporter heeft een zeker talent in de omgang met een bal. Dat is de basis. Maar daarbovenop. Kun je zeggen welke drie componenten de belangrijkste zijn, en in welke verhouding die dan tot elkaar moeten staan?

“Ik denk het wel. Maar het kan ook zijn taak zijn om met die ene actie de wedstrijd open te breken, zoals het de taak is van de rechtsback die ene aanvaller uit te schakelen en verder netjes de bal te spelen. Dat weet je pas als je ook kijkt naar wat er op het trainingsveld gebeurt. Als die Messi-achtige jongen ook daar alleen maar sjokt terwijl de rest rent, dan is dat zijn taak en dan is hij ook alleen maar op zijn talent geselecteerd. Maar voor de overigen is het vooral werken, werken en nog eens werken. Ook die strafcorners nemen, waarvoor ik zo bekend sta, is echt trainingsarbeid en de bereidheid trainingsarbeid te willen leveren.”

“STEEDS HECHTERE TEAMS”

“Je moet een erg goede coördinatie hebben, zeer fit zijn of nog liever een atleet, en dan is er nog de mentale component. Met 90% talent kun je een heel eind komen, maar uiteindelijk is je doorzettingsvermogen van groot belang. Er zijn jongens die wat meer op talent doen en anderen die het meer van hun doorzettingsvermogen moeten hebben, maar uiteindelijk zijn de componenten wel evenredig verdeeld.”

page

22

Danielle, als je dit hoort, denk je dan: dat zijn punten die ook voor de advocatuur gelden? En daar moeten we om te beginnen ook talent hebben.

“Ja, maar een ander talent, weten hoe je met een wetboek om moet gaan in plaats van een bal. Als Mink zegt dat je in een wedstrijd snel moet handelen, doet me dat denken aan de moeilijke vraagstukken die in een ander soort wedstrijd aan ons worden voorgelegd. Je moet, net als de sporter, over een praktische slimheid

beschikken. En natuurlijk hard willen werken. Het is geen van negen-tot-vijf baan.”

Jij was vrij jong en toch mocht je blijven bij Baker & McKenzie. Ook jij hebt dus die drie dingen: talent, doorzettingsvermogen en een instelling van ‘we gaan ervoor’? “Driemaal ja! Ik wist al op jonge leeftijd dat ik bij een goed kantoor wilde werken, een kantoor dat ook door anderen als goed werd gezien. Toen ik er voor het eerst kwam, kon ik aanvankelijk de ingang niet eens vinden, maar toen ik er eenmaal was, merkte dat ik graag bij de top wilde horen en ook bij de top wilde beginnen.”

Wat is de prijs als je bij die top wilt horen?

“Zoals ik al zei, dat ik niet om vijf uur thuis ben,” antwoordt Danielle Pinedo. “Helemaal aan het begin maakte ik dan nog wel eens afspraken, dacht ’s avonds leuke dingen met vriendinnen te gaan doen, en moest dan toch vaak afzeggen. Maar de eerste periode werkte ik ook meer voor anderen. Nu kan ik beter mijn eigen agenda bepalen. Ik vind het ook belangrijk andere dingen naast het werk te doen. Maar het blijft inleveren op tijd. Gelukkig begrijpt mijn vriend dat en hoef ik hem nooit uit te leggen waarom ik overwerk of in het weekend zaken voorbereid. Hij is ook advocaat bij een groot kantoor.” Mink van der Weerden voegt daar aan toe dat zijn discipline hem minder sociaal heeft gemaakt. “Ik moet op een vast uur trainen, dus ook op een vast uur eten. Als mijn vriendin om kwart over zes thuiskomt, heb ik om zes uur al gegeten. Dan blijf ik nog even bij haar zitten maar stap daarna op. Het kan niet anders, maar dat weet ze. Het betekent ook, dat ik een collega die tot één uur ’s nachts is uit geweest en de volgende dag een wedstrijd heeft daar op durf aan te spreken als hij een fout maakt. Ik zie mijn vrienden te weinig, al jaren.


page

23


Soms gaan we een weekje naar Luxemburg of Frankrijk. De brommers achterop laden en daar dan rondtoeren, kamperen, ’s avonds barbecueën. Maar zelfs dan moet ik de week zorgvuldig uitkiezen en mag ik ’s avonds niet gezellig doordrinken, en kunnen zij dat wel.”

Jullie worden geacht echte teamplayers te zijn: samen win je die wedstrijd en samen werk je aan die zaak. Maar je moet soms ook voor jezelf opkomen. Hoe verhouden teamspirit en individualisme zich tot elkaar?

“Het team wordt steeds meer een hecht en echt team en steeds minder een verzameling individuen,” zegt Mink van der Weerden. “Waar je vroeger nog wel periodes had dat je voor je selectie aan het vechten was, dat je hoopte dat iemand anders de bal mistte, zodat jij hem erin kon slaan, domineert nu een andere mindset. We werken ergens als groep naartoe. We gaan met zesentwintig man toewerken naar dat geval in Rio, met het beste team, want alleen dát team wint goud. Je wordt ook geselecteerd op het moment dat jij de beste bijdrage levert voor dat team. Wanneer jij dus alleen maar mooie acties maakt terwijl je eigenlijk de bal breed had moeten spelen, ondermijn je de kans dat je geselecteerd wordt. Alleen buiten het team word je wel individualistischer, in die zin dat je probeert voor jou het beste eruit te halen.”

Jullie leven beiden in een prestatiecultuur. Als je de lat zo hoog legt voor jezelf, doe je dat dan ook voor de anderen met wie je samenwerkt? “Je stelt hoge eisen aan jezelf en je gaat er van uit dat anderen die ook aan zichzelf stellen,” antwoordt Danielle Pinedo. “Ik ben dan ook nog eens vrij perfectionistisch maar ik realiseer me ook dat niet iedereen

page

24

zo perfectionistisch is, dus het hoeft niet altijd op mijn manier. Ik deel niet alleen een kantoor met andere advocaten maar ook een kamer met een collega. Je moet wat van elkaar kunnen accepteren.”

Worden jullie nooit moe van het feit dat het altijd maar om winnen gaat? Denken jullie nooit: who cares dat we vandaag verloren hebben? Er zijn ook vluchtelingen op de wereld. Of kun je je zo’n filosofische houding niet veroorloven?

Mink van der Weerden geeft toe dat hij soms te veel aan het winnen hangt: “Als we zondags hebben gespeeld, hebben we dinsdags een nabespreking. Dan komen er altijd lijstjes met verbeterpunten naar voren. Ook al hebben we een fantastische wedstrijd gespeeld en met vijf tegen één gewonnen, dan nog kan ik blijven zeiken: dit was niet goed, dat was niet goed. Dan blijf ik maar input geven voor die lijst, en dan hoor ik wel opmerkingen: nou vriend, soms is het ook wel eens genoeg.”

Tenslotte een meer persoonlijke vraag: hebben jullie nooit de neiging het bijltje erbij neer te leggen?

Is het nooit tijd voor het aanleggen van een postzegelverzameling of het wieden van een moestuin? Want hoe lang kun je blijven presteren op dit topniveau? Voor een topsporter is er een fysieke grens, maar is er ook een grens voor een topadvocaat? “Ik denk dat het mogelijk is zolang je er een uitdaging in blijft zien, en dat lukt alleen zolang je het werk leuk vindt. Voor mij is dat het belangrijkste criterium. Om die reden heb ik in eerste instantie deze baan aangenomen. Zolang dat leuke niet verdwijnt zie ik geen reden om niet nog lang, zelfs tot op late leeftijd, op dit hoge niveau te blijven presteren.”


“ALTIJD MAAR WINNEN” page

25




Colofon

Uitgave Redactie

Academie voor de Rechtspraktijk Etienne van Bladel AriĂŤn Pons Sharon Olivier van Genderen

Ontwerp en realisatie Contactgegevens

Mark Pollema Academie voor de Rechtspraktijk Interne cursuslocatie Kasteel Waardenburg G.E.H. Tutein Noltheniuslaan 7 (navigatie: nr 1) 4181 AS WAARDENBURG T: 030-220 10 70 Traditionele cursussen T: 030-303 10 70 Webinar cursussen F: 030-220 53 27 E-mail: info@avdr.nl

Advertenties ISBN

page

28

Etienne van Bladel 9789462286375


They think we do BAD THINGS but we do them very well

page

29


Don’t say it’s easy To follow a process There’s nothing harder Than keeping a promise

Tom Smith


www.avdr.nl


this is magna charta


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.