Maak u op, word verlicht
Maak u op, word verlicht Jesaja 60:1
,,Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen.'' Jesaja 9:1 (zie ook Jes. 9:5-6) Van de Christelijke feestdagen krijgt het Kerstfeest onmiskenbaar de grootste aandacht, terwijl dit eigenlijk het minst tot de verbeelding spreekt als het om 'profijt' gaat. De entourage die erbij is bedacht, is zo groot, dat het feest een eigen leven is gaan leiden; ja, ook bij totaal ongelovige mensen. Voor velen ligt die entourage zó gevoelig, dat ze er zich zonder kerstboom niets bij kunnen voorstellen. En juist dàt is één van de aspecten die uit het heidendom is overgekomen en betrekking heeft op het 'feest der lichten', waarna de dagen weer beginnen te lengen. Het is haast niet te bevatten dat één van de profeten deze cultus duizenden jaren geleden reeds heeft zien aankomen en dat in Jeremia 10:1-5 zo treffend verwoord in de Statenvertaling, te lezen vanaf vs 3: ,, . . . want het is hout dat men uit het woud heeft gehouwen, een werk van des werkmeesters handen met de bijl. Men pronkt het op met zilver en met goud (glitterballen); zij hechten ze met nagelen en met hameren (men slaat er namelijk een kruis onder) opdat het niet waggele. Ze zijn gelijk een palmboom van dicht werk en . . . zij moeten worden gedragen''. Welnu, men koopt een kerstboom, draagt deze naar de auto of fiets en de decoratie wordt er thuis opgedaan. En wat zegt de Bijbel daarover? U leest het in Jeremia 10:2: ,,Leert de weg der heidenen niet . . .''. Voor velen ligt zo'n boom erg gevoelig, want zonder kerstboom kan men zich niets bij kerstfeest voorstellen. Een Kind in een voederbak? Engelen in de lucht? Het Kerstverhaal is altijd weer ontroerend om te lezen en te horen. Er waren dingen aan voorafgegaan; bijzondere dingen zelfs. Eerst met Zacharia. Een man op leeftijd die graag een zoon had willen hebben, maar dat verlangen zag vervagen naarmate zijn leeftijd. Ook zijn vrouw Elizabeth was de leeftijd van 'kinderen krijgen' ver te boven. Maar de engel Gabriël had hen duidelijk gemaakt dat de wegen en gedachten van de Here hoger waren 6dan de hunne. Zo kregen ze toch nog een zoon en met een specifieke bedoeling. De engel Gabriël had gezegd dat hij velen der kinderen Israëls tot de Here hun God zou bekeren, terwijl Jesaja had geprofeteerd dat hij een baan recht zou maken voor onze GOD. Een half jaar later was dezelfde engel Gabriël naar een jonge vrouw gezonden en had haar te kennen gegeven dat zij een Zoon zou krijgen en dat Deze de Zoon des Allerhoogsten zou worden genaamd. Zij kreeg in feite de taak om als ,,draagmoeder'' van de Allerhoogste te fungeren, omdat zij alreeds in ondertrouw was met Jozef, haar aanstaande man. Het bleek ook nog dat Elizabeth familie was van Maria en dat Maria impulsief het besluit nam naar haar - veel oudere - nicht toe te gaan om haar tijdens de zwangerschap bij te staan, omdat het voor deze oude vrouw al de zesde maand was. Ze bleef daar drie volle maanden om ook bij de bevalling van Johannes te zijn. Onderwijl ontwikkelde zich in haar ook een nieuw leven. Niet
zomaar een jongetje, maar Iemand, Die voorbestemd was om later de 'Vader der eeuwigheid' te zijn. Vandaar ook de verrassende uitroep van Elizabeth toen Maria haar huis binnen kwam, zoals te lezen in Lukas 1:42-45, waarbij het meest opmerkelijke was dat ze zei: ,,En vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns Heren tot mij komt?'' Denk eens in: de 'moeder mijns Heren'. De katholieke kerk heeft dat omgevormd tot 'moeder van God', maar dat gaat te ver. God is namelijk een Geest. Een Geest Die hemel en aarde vervult (Jeremia 23:24). Een 'Heilige' Geest, Die tevens de Vader was van het lichaampje dat in Maria werd verwekt (Lukas 1:35). Want als God een ,,Geest'' is (Joh. 4:24) en in Leviticus 19:2 zegt: ,,Gij zult heilig zijn, want Ik de Here uw God (Geest) ben heilig'', dan geeft Hij Zelf al aan dat God een Heilige Geest is, die de zonde haat. Dat verklaart ook hoe Hij, Die als Baby in Bethlehem ter wereld kwam, later als Man kon zeggen: ,,Gelooft gij niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is?'' (Joh.14:10). Zoiets kunnen wij niet zeggen, want onze vader past niet in ons lichaam. Nog een paar opmerkingen. Allereerst Jesaja 43:10-11. Daaruit blijkt namelijk dat God vanaf de schepping en daarna geen Zoon had, Die Hij naar de aarde kon zenden (anders waren er twee zonen, één uit de hemel en één in Bethlehem). De Zoon Die Hij zond was de Zoon die uit Maria werd geboren en dat was pas op dertigjarige leeftijd. Tussen geboorte en verschijning ligt dan ook een gat van 30 jaar. De Baby in de voederbak was de geestelijke Steen die van de bouwlieden (Schriftgeleerden) werd verworpen. De kostelijke Hoeksteen die uit zou groeien tot een Tempel, niet met handen gemaakt. Een Tempel waar Diens Vader woning in zou maken en snellijk zou verschijnen (Maleachi 3:1). Johannes de Doper zag het voor zijn ogen gebeuren. Op het moment dat later de voorhang zou scheuren, had God beide Tempels terzelfder tijd verlaten. In Daniël 2:44-45 komt Die Steen nog eens ter sprake, maar dan in functie om alle aardse koninkrijken omver te werpen en een Koninkrijk op te richten dat in der eeuwigheid niet zal worden verstoord. Zijn Koninkrijk! En die gebeurtenis ligt nu zo goed als onder handbereik.
,,Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt en de heerlijkheid des Heren gaat over u op.’’ (Jesaja 60:1).
Na half oktober waren er geen herders met schapen meer in het veld, vandaar dat de geboorte van Jezus nooit heeft plaats kunnen vinden in december
7