Inhoud 2 Inleiding ..................................................................................4 3 Aan de slag.............................................................................5 3.1 3.2
De onderdelen van uw camera ........................................................5 Plaatsen van de batterijen ................................................................7
3.3 3.4
Plaatsen en verwijderen van de SD-/MMC- kaart .......................7 De polsriem bevestigen.....................................................................8
3.5 Driver installatie ..................................................................................9 3.5.1 Driver installatie in de massaopslag-modus.................................9 3.5.2 Installatie in de pc-camera-modus.............................................. 11
4 Bediening..............................................................................12 4.1 4.2 4.3
Informatie op het LCD-scherm ...................................................... 12 In- en uitschakelen.......................................................................... 13 Gebruik van de opnamemodus..................................................... 13
4.4 Foto’s maken ................................................................................... 14 4.4.1 Enkele-foto.................................................................................... 14 4.4.2 Serie-opname............................................................................... 15 4.4.3 Zelfontspanner ............................................................................. 15 4.4.4 Tijdopname................................................................................... 15 4.4.5 Opnames met flitser..................................................................... 16 4.5 Video-opnames ............................................................................... 16 4.6 4.7 4.8
De macro-functie ............................................................................. 16 Weergave van foto’s ....................................................................... 17 Weergave van video-opnames ..................................................... 18
4.9
Gesproken opmerkingen bij foto’s................................................ 18
1
NL
1 Inhoud van de verpakking ......................................................3
4.10 Bestanden wissen en vergrendelen..............................................19 4.10.1 Bestanden wissen.........................................................................19 4.10.2 Foto’s tegen per wissen vergrendelen........................................19 4.11 PC-Camera.......................................................................................20 4.12 Bestandsoverdracht tussen camera en pc ..................................21
NL
4.13 Aansluiting op de tv .........................................................................23 4.14 Systeeminstellingen.........................................................................23
5 Technische gegevens .......................................................... 25 6 Probleemoplossing............................................................... 26 7 Overige informatie ................................................................ 27
2
7.1 7.2 7.3
Veiligheidsvoorschriften..................................................................27 Onderhoud en verzorging...............................................................27 Fototips..............................................................................................28
7.4 7.5
Aanwijzing over de batterijen.........................................................28 Aanwijzingen over het gebruik van geheugenkaarten...............29
1 Inhoud van de verpakking NL
Controleer of de inhoud van de doos overeenkomt met de volgende lijst:
digitale camera ODYS PocketCam 5200
polsriem
tas
cd-rom (driver + gebruikerssoftware)
tv-kabel
gebruikshandleiding
2 AAA batterijen
USB-kabel
garantiekaart
3
NL
2 Inleiding Geachte gebruiker, we danken u voor de aankoop van dit product. Lees de handleiding zorgvuldig door, zodat u gebruik kunt maken van alle functies van het product en zodat wij een lange levensduur kunnen garanderen. Bewaar deze handleiding als naslagwerk. Dit product is een digitaal beeldapparaat met geïntegreerde digitale camera, digitale videorecorder, digitale geluidsopname en pc-camera. Het zal u in altijd en overal terzijde staan. Met dit apparaat kunt u digitale foto’s en video’s en spraakopnames maken en u kunt de camera tevens als webcam gebruiken.
Pas op Lees voor het gebruik van de camera de algemene veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 7.1 door. Lees vooral de aanwijzingen over het veilig beëindigen van de dataoverdracht tussen camera en computer in hoofdstuk 4.12 goed door.
Producteigenschappen • Opnames met een hoog aantal pixels, verschillende resoluties, geïnterpoleerde opnames • Intern of extern geheugen mogelijk (SD/MMC-geheugenkaart) • • • •
24-bit kleurenbeeld Digitale zoom: 4x in de opnamemodus, 16x in de weergavemodus Video-/webcam: 30 fps CIF Zeer heldere digitale kleurenopnames
• • • •
Zeer gevoelige groothoek-flitser, keuze uit drie flitsermodi Gekleurd TFT LCD-scherm voor menu en bekijken van opnames Tv-out: NTSC of PAL USB-massaopslag
• USB-pc-camera
4
3 Aan de slag Bekijk voor het gebruik de onderdelen van uw camera goed. Dat maakt de bediening ervan makkelijker. In-/uit-knop Microfoon
Ontspanknop
Zoekervenste Weergave voor zelfontspanner
Flitser
USB-aansluiting
Objectief
TV-/audiouitgang
Macroschakelaar
Luidspreker
Statusweergave
Display-toets Menutoets
Zoeker
Modusschakelaar LCD-scherm Riemhouder
Pijltjestoetsen en OK-toets
Statiefaansluiting
Batterijvak SD/MMC-kaartsleuf
5
NL
3.1 De onderdelen van uw camera
NL
Ontspanknop: gebruikt u in de opnamemodus om foto’s te maken en om video-opnamen te starten en te stoppen. Microfoon: converteert geluidsgolven in elektronische signalen als de camera zich in de geluidsopnamemodus bevindt. Flitser: als de omgeving te donker is, wordt het op te nemen object beter belicht. Zoeker: hiermee bekijkt en kiest u het op te nemen object. Wordt gebruikt als de omgeving te licht is voor het LCD-scherm en om energie te sparen. Weergave voor zelfontspanner: knippert regelmatig als de zelfontspanner wordt gebruikt en knippert sneller gedurende de laatste twee seconden voordat de opname wordt gemaakt. Objectief: optische beeldvorming van het opgenomen motief op de CMOSsensor. USB-aansluiting: interface naar de pc (Universal Serial Bus), interface voor gebruik van het apparaat als pc-camera (webcam) of massaoplagapparaat. Tevens gelijkspanningsingang voor een pc- of AC-adapter. TV-/audio-uitgang: video-/audio-aansluiting van de camera voor een tv. Hier kan ook een hoofdtelefoon op worden aangesloten. Luidspreker: geeft spraakopnamen en toetsinvoersignalen weer. Statusweergave: brandt constant als de camera is ingeschakeld, knippert als de fotocondensator wordt opgeladen. Modusschakelaar: voor de selectie van de opname-, weergave- of on line modus. Pijltjestoetsen: selectie van menu-opties of snelkeuzemogelijkheid voor bepaalde functies. Riemhouder: voor de bevestiging van een draagriem. Batterijvak: batterijhouder waarin de batterijen worden geplaatst. Menutoets: voor het openen en sluiten van de menu’s. SD/MMC-kaartsleuf: voor het plaatsen van de SD/MMC-kaart. In-/uit-knop: voor het in- en uitschakelen van de camera. LCD-scherm: geeft foto’s, video’s, het menu en de statussymbolen weer. Statiefaansluiting: voor de bevestiging van de camera op een statief (driepoot) met een standaard-1/4“-20-schroefdraad.
6
3.2 Plaatsen van de batterijen Gebruik twee batterijen van het type AAA (Micro). Open het batterijdeksel.
2
Plaats de batterijen in het batterijvak en let daarbij op de polariteit.
3
Sluit het batterijdeksel door het dicht te klappen en terug te schuiven.
NL
1
Lees bovendien de aanwijzingen over batterijen in hoofdstuk 7.4.
3.3 Plaatsen en verwijderen van de SD-/MMCkaart Om de geheugencapaciteit te vergroten kunt u gebruik maken van een SD- of MMC-kaart. Schakel de camera uit voordat u de kaart plaatst. Plaats de kaart als volgt (de beelden en video's worden dan niet meer in het interne geheugen, maar op de kaart opgeslagen).
7
NL
Plaatsen en verwijderen van de kaart
1
Verwijder de dummykaart uit de kaartsleuf.
2
Houd de kaart zo, dat de contacten ervan naar de achterkant van de camera wijzen en als eerste naar binnen worden geschoven. Schuif nu de kaart in de kaartsleuf tot hij vastklikt.
3
Druk de kaart kort eenmaal naar beneden om hem te ontgrendelen. Haal de kaart eruit en steek de dummykaart weer in de kaartsleuf.
Lees bovendien de aanwijzingen over het gebruik van geheugenkaarten in hoofdstuk 7.5.
3.4 De polsriem bevestigen Voor meer gemak en veiligheid kunt u eventueel de polsriem bevestigen.
8
1
Haal de lus van de riem door het oog, zoals hiernaast afgebeeld.
2
Haal het andere einde van de riem door de ontstane riemlus en trek de polsriem strak aan.
Pas op 1. Draag de camera niet aan de riem om de hals. Dit kan vooral bij kinderen een gevaar opleveren.
3. Bij het bevestigen van de polsriem moet de camera op een stabiele ondergrond staan, om te voorkomen dat de camera valt en beschadigd raakt.
3.5 Driver installatie De driver installatie is bij de verschillende Windows systemen vrijwel identiek. Bij de padaanduiding moet de cd-rom-drive aangegeven worden. De camera beschikt over twee USB-drivermodi: pc-camera-modus en massaopslag-modus. Hierna vindt u een beschrijving van de driver installatie voor beide modi.
3.5.1
Driver installatie in de massaopslag-modus Als de camera zich in de massaopslag-modus bevindt, herkennen Windows Me, 2000 en XP de camera automatisch en hoeft er geen driver geïnstalleerd te worden. De beschrijving van de driver installatie is dus alleen van toepassing voor Windows 98.
1. Als de camera zich in de massaopslagmodus bevindt en op de computer aangesloten is, verschijnt op het beeldscherm van de pc de melding „New hardware found” (Nieuwe hardware gevonden). Klik op „Next” (Volgende) om het volgende venster op te roepen.
9
NL
2. Als u de camera aan de riem draagt, let er dan op dat u de camera nergens tegenaan laat komen.
NL
2. Selecteer „Search for the best driver for your device” (Zoeken naar het beste stuurprogramma) en klik op „Next” (Volgende).
3. Vink het hokje „Specify a location” (Locatie specificeren) aan en klik op „Browse” (Bladeren). Geef hier de driver-cd in het cd-rom-drive aan (X:\DSC Drivers\Mass storage).
4. Klik vervolgens op „Next” (Volgende). Het systeem installeert de driver en het volgende venster verschijnt:
5. Klik op „Finish” (Voltooien) om de installatie af te sluiten.
6. Tijdens de installatie kan het voorkomen dat de computer om de Windows 98 cd vraagt:
10
3.5.2 Installatie in de pc-camera-modus
2. In de pc-camera-modus moet de driver bij alle systemen geïnstalleerd worden. De installatie verloopt op dezelfde manier als bij de massaopslag-modus. (De plaats van de driver op de cd: X:\DSC Drivers\PC Camera\Win98_2k) 3. Bij Windows 2000 kan de vraag naar de digitale handtekening van de driver verschijnen. Klik op „Yes” (Ja) om de driver te installeren.
4. Bij de driver installatie onder Windows XP verschijnt „New hardware found” (Nieuwe hardware gevonden). Selecteer vervolgens „Install the software automatically (recommended)” (De software automatisch installeren (aanbevolen).
Het volgende venster kan ook verschijnen. Klik op „Continue” (Volgende) en wacht tot de software geïnstalleerd is.
5. De installatie onder Windows Me verloopt overeenkomstig.
11
NL
1. Sluit de camera aan op de computer. Het systeem herkent automatisch dat er een nieuw apparaat wordt aangesloten.
4 Bediening NL
4.1 Informatie op het LCD-scherm Hieronder worden alle symbolen van het LCD-scherm weergegeven en verklaard. Als u deze symbolen kent, wordt de bediening van de camera eenvoudiger.
Opnamemodus
1. Flitsermodus Auto Rode-ogenreductie Flitser uit 2. Tijdopname
Weergavemodus
10. Resolutie 2560x1920 Pixel 2048x1536 Pixel 1600x1200 Pixel 1024x768 Pixel 800x600 Pixel
Video-opnametijd (s) 3. Zelfontspanner-modus 11. Opnamemodus 10 s Enkele-foto 4. Toegepast geheugentype Serie-opname Intern geheugen Video-opname Externe geheugenkaart 12. Meting 5. Aantal foto's Centraal gewogen gemiddelde 6. Batterijstatus Spot vol, leeg) ( 7. Zoom 8. Datum en tijd 9. Beeldkwaliteity Fine Normal Basic
12
13. Witbalans Auto kunstlicht daglicht bewolkt fluorescent Meetkader
14. Bestandsformaten JPG Foto AVI AVI-Video 15. Gesproken opmerking 16. Toegepast geheugentype Intern geheugen Externe geheugenkaart
17. Aantal foto's /
beschikbare foto’s 18. Batterijstatus 19. Datum/tijd 10. Resolutie
2560x1920 Pixel 2048x1536 Pixel 1600x1200 Pixel 1024x768 Pixel 800x600 Pixel
Video-opnametijd (s) 21. Bestand is vergrendeld 22. Weergavemodus
4.2 In- en uitschakelen Inschakelen
in-/uit-knop
NL
Druk de in-/uit-knop in om de camera in te schakelen. De camera functioneert nu in de met de modusschakelaar ingestelde modus. Als het apparaat daarbij niet ingeschakeld wordt, controleer dan of de batterijen opgeladen zijn en juist in het batterijvak geplaatst zijn. Uitschakelen
Houd de in-/uit-knop ingedrukt om de camera uit te schakelen. Het LCD-scherm gaat uit.
De camera wordt uitgeschakeld, als zij langer dan een bepaalde tijd (kan ingesteld worden onder Auto Power Off) niet gebruikt wordt. Zo wordt batterijstroom gespaard. Druk, om de camera weer in te schakelen, de in-/uit-knop in.
4.3 Gebruik van de opnamemodus Schuif de modusschakelaar naar de middenstand om naar de opnamemodus te gaan. U kunt het beeld selecteren met het LCD-scherm of met de optische zoeker. Gebruik het LCDscherm voor een exacte positionering van het object. Gebruik de zoeker als u energie wilt besparen of als er te veel lichtval is. Bij close-ups kunt u dan echter niet de exacte beeldpositie (parallaxfout) bepalen. Fixeer de camera bij serieopnames.
Modusschakelaar op
13
NL
Opname opties: Opnamemodus
Enkele-foto, Serie-opname, Zelfontspanner, Tijdopname
Witbalans
Auto, daglicht, kunstlicht, fluorescent, bewolkt
Belichtingscorrectie
+2; +1,5; +1; +0,5; 0; -0,5; -1; -1,5; -2
Resolutie
2560x1920 Pixel, 2048x1536 Pixel, 1600x1200 Pixel, 1024x768 Pixel, 800x600 Pixel
Fotokwaliteit
Fine, Normal, Basic
Foto-effect
Normaal, Zwart/wit, Sepia, glad, kleurrijk
Animation
Stilstaande beelden, Beweeg
Flitsermodus
Auto, rode-ogenreductie, Uit
Meting
Centraal gewogen gemiddelde, spot
4.4 Foto’s maken 4.4.1
Enkele-foto
Opname van een enkele foto bij het indrukken van de ontspanknop.
1
Druk op de menu-knop. Selecteer met de knoppen ▲ of ▼ de opnamemodus en bevestig met de OK-knop.
2
Druk op de OK-toets als de optie Einzelbild (Enkele foto) is ingesteld. Met de pijltjestoetsen ▲ of ▼ kunt u in- en uitzoomen. Druk de ontspanknop in om een foto te maken.
Wanneer u de camera inschakelt, staat de opnamemodus op Einzelbild (Enkele foto) ingesteld.
14
4.4.2
Serie-opname
1
Druk op de menu-knop. Selecteer met de knoppen ▲ of ▼ de opnamemodus en bevestig met de OK-knop.
2
Selecteer met de pijltjestoetsen ▲ of ▼ de optie Serienbild (Serie-opname) en druk op de OK-toets. Met de pijltjestoetsen ▲ of ▼ kunt u in- en uitzoomen. Druk de ontspanknop in om Serie-opname te maken.
4.4.3
NL
Opname van een serie van vier foto’s bij het indrukken van de ontspanknop.
Zelfontspanner
Activering van de sluiter, 10 seconden na het indrukken van de ontspanknop.
4.4.4
Tijdopname
De foto wordt op het ingestelde tijdstip genomen.
1
Selecteer met de pijltjestoetsen ► of ◄ jaar, maand, dag, uren, minuten en seconden en stel met ▲ of ▼ telkens de gewenste waarde in. Druk op de OK-toets.
2
Schakel de camera uit als u de instelling wilt wissen.
15
NL
4.4.5
Opnames met flitser
1
Druk op de menu-knop. Selecteer met de knoppen ▲ of ▼ de flitsermodus en bevestig met de OK-knop.
2
Selecteer met de knoppen ▲ of ▼ de gewenste opties en bevestig met de OK-knop.
4.5 Video-opnames
1
Druk op de menu-knop. Selecteer met de knoppen ▲ of ▼ de opnamemodus en bevestig met de OK-knop.
2
Selecteer met ▲ of ▼ de videomodus en bevestig met de OK-knop. Druk op de ontspanknop om met de video-opname te beginnen. Als u de ontspanknop nogmaals indrukt, wordt de opname stopgezet. De video wordt opgeslagen in AVI-formaat (met geluid). Lees bovendien de aanwijzingen in hoofdstuk 7.3.
4.6 De macro-functie Voor macro-opnames van dichtbij (< 50 cm) schuift u de schakelaar aan de zijde van de objectief in de stand . Nu kunt u scherpe opnames van dichtbij maken.
16
,
of
4.7
Weergave van foto’s Modusschakelaar op
NL
Schuif de modusschakelaar naar de om naar de weergavemodus te gaan.
Beeldvullend
1
Gebruik de pijltjestoetsen ◄ en ► om de laatste of volgende foto weer te geven.
2
Met de pijltjestoetsen ▲ of ▼ kunt u in- en uitzoomen.
Miniatuuraanzicht
1
Druk op de menu-knop. Selecteer met de knoppen ▲ of ▼ de Picture View en bevestig met de OK-knop.
2
Selecteer met ▲ of ▼ de gewenste miniatuurweergave (1x1, 2x2, 3x3 of 4x4) en druk op de OK-toets. Met ▲, ▼, ◄ en ► kan nu een foto worden geselecteerd en met OK kan deze beeldvullend worden weergegeven.
17
Snelkeuze van de weergave In de weergavemodus kan met de OK-toets worden gewisseld tussen miniatuurweergave en beeldvullende weergave.
NL
4.8 Weergave van video-opnames Selecteer in de weergavemodus met de pijltjestoetsen een voorstelling met AVI-symbool. Druk op de ontspanknop om de weergave van de video te starten. Als u de ontspanknop nogmaals indrukt, wordt de opname stopgezet.
4.9 Gesproken opmerkingen bij foto’s Gesproken opmerkingen opnemen
1
Selecteer in de weergavemodus met de pijltjestoetsen ◄ en ► de foto waarbij u een opmerking wilt opnemen.
2
Druk op de ontspanknop om de opname te starten. Als u de ontspanknop opnieuw indrukt, wordt de opname beëindigd.
Gesproken opmerkingen weergeven Als op een foto in het LCD-scherm het -symbool verschijnt, bevat de foto een gesproken opmerking. Druk op de ontspanknop om de gesproken opmerking af te spelen. Als u opnieuw op de ontspanknop drukt, wordt de weergave beëindigd. De weergave kan telkens weer worden herhaald. Gebruik ▲ en ▼ om het volume te regelen. Gesproken opmerkingen verwijderen: zie „Bestanden verwijderen”.
18
4.10 Bestanden wissen en vergrendelen
1
Druk op de menu-knop in de weergavemodus. Gebruik de pijltjestoetsen ▲ of ▼ om de gewenste verwijderingsoptie te selecteren en druk op de OK-toets.
2
Selecteer Yes (Ja) met ▲ of ▼ en druk op de OK-toets om dit te bevestigen.
NL
4.10.1 Bestanden wissen
Bestanden zijn foto’s, video’s en gesproken opmerkingen.
Huidig bestand verwijderen: het huidige bestand wordt verwijderd. Geluid verwijderen: de gesproken opmerking bij de huidige foto wordt verwijderd. Alle bestanden verwijderen: alle bestanden (behalve de beveiligde) worden verwijderd. Formatteren: het geheugen wordt geformatteerd
4.10.2 Foto’s tegen per wissen vergrendelen Deze camera biedt een vergrendelfunctie, zodat geselecteerde foto’s niet per ongeluk worden gewist.
1
Selecteer in de weergavemodus het bestand dat u wilt beveiligen. Druk op de menu-knop. Selecteer ▲ of ▼ vergrendelen (File Protection) en bevestig met de OK-knop.
19
Selecteer Lock (vergrendelen) met ▲ of ▼ en druk op de OK-toets om dit te bevestigen.
NL
2
Lock (vergrendelen): het huidige bestand wordt beveiligd. Het symbool verschijnt op de foto in het LCD-scherm als de foto tegen per ongeluk wissen vergrendeld is. Unlock (ontgrendelen): het huidige bestand wordt ontgrendeld en kan weer worden verwijderd. Snelkeuze van de beveiligingsfunctie In de weergavemodus kan met de pijltjestoets ▼ worden gewisseld tussen Lock en Unlock.
4.11 PC-Camera Pc-camera betekent hier dat de via de USB-interface met de pc verbonden camera als videoapparaat voor de pc (webcam) wordt gebruikt. Er kan een videogegevensstroom naar de pc worden verzonden. Met toepassingssoftware kunnen bewegende beelden op het beeldscherm worden weergegeven, worden opgeslagen of via een netwerk worden overgedragen. Stel de pc-cameramodus als volgt in:
1
20
Schuif de modusschakelaar naar de om naar de onlinemodus te gaan.
Modusschakelaar op
Druk op de menu-knop en selecteer met ◄ of ► de symbool (systeeminstellingen) en bevestig met de OK-knop. Selecteer met ▲ of ▼ de Online Mode en bevestig met de OK-knop.
3
Selecteer met ▲ of ▼ pc-camera en bevestig met de OK-knop.
4
Sluit de digitale camera op uw pc aan door het ene einde van de meegeleverde USB-kabel te verbinden met de USBaansluiting van de pc. Het andere einde van de USB-kabel steekt u in de USB-poort van de camera. De pc herkent een nieuw hardware-apparaat en installeert automatisch het desbetreffende stuurprogramma.
NL
2
Voor de pc-cameramodus is bij elk besturingssysteem de eerdergenoemde installatie van het stuurprogramma noodzakelijk. Alleen Win2000 en Win XP hebben geen aanvullend stuurprogramma voor massaopslag nodig.
4.12 Bestandsoverdracht tussen camera en pc Voor de bestandsoverdracht tussen camera en pc moet de massaopslagmodus worden ingesteld. De camera gedraagt zich dan als een opslagmedium.
21
Herhaal stap 1 en 2 zoals bij de instelling van de pccameramodus.
2
Selecteer met ▲ of ▼ massaopslag en bevestig met de OK-knop.
3
Sluit de digitale camera via de meegeleverde USB-kabel op de computer. De pc herkent een nieuw hardware-apparaat en installeert automatisch het desbetreffende stuurprogramma.
4
De camera wordt door de computer als massa-opslagapparaat (verwisselbare harde schijf) herkend. Open in Windows de Verkenner of Deze computer om toegang te krijgen tot de geheugeninhoud van de camera. U kunt foto’s en videobestanden kopiëren, verplaatsen en wissen.
NL
1
Pas op Meld de digitale camera met de optie „Hardware veilig verwijderen” weer correct af van het besturingssysteem – anders kan de camera of het geheugen beschadigd raken. Controleer of er geen gegevens meer van de Pocket Cam naar de computer worden overgedragen. Verwijderen van de hardware van de pc (Windows Me/2000/XP) Klik in de taakbalk rechts onder op het symbool en selecteer in het dialoog-venster dat dan verschijnt de optie „USB-massaopslagapparaat – drive (X:) verwijderen”. Vervolgens verschijnt de melding dat de hardware nu verwijderd kan worden. Trek de USBkabel van de Pocket Cam los.
22
4.13 Aansluiting op de tv
NL
Sluit de tv/audio-uitgang van de camera met de meegeleverde kabel aan op de video/ audio-ingang van de tv. Controleer de kabelverbinding en het videosignaalsysteem als de video- en audiosignalen niet door de tv worden weergegeven.
4.14 Systeeminstellingen U kunt zowel vanuit de opname- als de weergavemodus naar de systeeminstellingen gaan.
1
Druk in de opname- of weergavemodus op de menutoets om naar het desbetreffende menu te gaan.
2
Druk op de â&#x2013;ş-knop om naar het menu met de systeeminstellingen te gaan. Druk op de â&#x2014;&#x201E;-knop om terug te gaan naar de opname- of weergavemodus.
23
NL
Systeeminstellingen opties: Datuminstellingen
Jaar/maand/dag 24 uur / am(pm)
Datumweergave
Jaar/maand/dag/uren/minuten Jaar/maand/dag
Datumstempel
in
Bestandsnaam
Fotonummer
Toetsinvoertoon
in
uren/minuten/seconden
uit Datum/tijd
uit
Online Mode
pc-camera
Formatteren
intern
massaopslag
Select geheugen
intern
LCD Power-Off
15 s
30 s
Camera Power-Off
60 s
120 s
Taal
Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Chinees
TV systeem
NTSC
Startbeeld Logo
in
Fabrieksinstelling
reset
SD/MMC-kaard SD/MMC-kaard never never
PAL uit cancel
Lijst met snelknoppen (opnamemodus) ▲-knop: Digitaal inzoomen ▼-knop: Digitaal uitzoomen ◄-knop: Spring tussen verschillende opnameopties ►-knop: Spring tussen verschillende resoluties OK-knop: Spring tussen flitsermodi
24
5 Technische gegevens
Zoeker Brandpuntsafstand Sluitersnelheid Belichtingscorrectie Witbalans Ontspannertijd Serie-opname Weergavevertraging Zelfontspanner Voor laden van flitser benodigde tijd Flitsbereik Geheugen Bestandsformaten Pc-camera Video-opname Geluidsopname Gevoeligheid Compatibele systemen Taal Interfaces Stroomvoorziening Afmetingen Gewicht
3,2 Megapixel CMOS 2048x1536, 1600x1200, 1024x768, 800x600
NL
Sensor Effectieve beeldresolutie Geïnterpoleerde resolutie Fotokwaliteit Color LCD-scherm Diafragma Zoomfactor
2560x1920 Fine, Normal, Basic 24-bit 1,5 inch TFT monitor F2,8, med Macro Digital zoom, 4x voor opname en 16x voor weergave 0,52x med 52° angle 0,4 m ~ oneindig, Macro: 0,18 m ~ 0,4 m 1/2 - 1/4000 sec Auto -2 tot +2 EV in zes stappen ½ EV Auto, daglicht, kunstlicht, fluorescent en bewolkt 1 sec Vier foto’s na elkaar < 3 sec 10 sec < 8 sec (bij kamertemperatuur en volle batterijen) 1-2m 16 MB intern, SD- of MMC-kaart externally JPEG + Exif2.1 30 fps CIF-foto’s AVI, 30 fps CIF-foto’s en 15 fps VGA-resolutie Geluidsopname en -weergave Equivalent van ISO100 - 400 Windows 98/Me/2000/XP en Mac OS 8.0 of hoger Engels, Frans, Duits, Italiaans, Chinees en Spaans USB /TV-uitgang 2 x AAA batteries 91 mm x 63 mm x 18 mm ~ 85 g (zonder batterijen)
25
6
Probleemoplossing
Indien uw camera niet correct functioneert, controleer dan de volgende punten.
NL
Problemen
Oorzaak en oplossing
Camera kan niet worden ingeschakeld
Oorzaak: Oplossing: Batterijen zijn heel snel leeg Oorzaak: Oplossing: Geen flitslicht Oorzaak:
Foto’s zijn onduidelijk
Oplossing: Oorzaak: Oplossing:
Geen massaopslag- en pc-camerafunctie
Oorzaak: Oplossing:
Geen toetsinvoertoon Camera maakt geen foto's
Oorzaak: Oplossing: Oorzaak:
Batterijen zijn onjuist geplaatst of leeg Controleer de polariteit of vervang de batterijen Ma x. le vensduur bereikt Plaats nieuwe batterijen Batterijen zijn bijna leeg of flitsermodus staat niet aan Plaats nieuwe batterijen of schakel de flitser in Het objectief is vuil of het apparaat wordt bewogen tijdens de opname Maak het objectief schoon of zorg voor een rustige cameraopstelling tijdens de opname Het stuurprogramma is niet correct geïnstalleerd of niet goed ingesteld Installeer het stuurprogramma correct of stel de desbetreffende on line modus correct in Toetsinvoertoon is uitgeschakeld Acti veer de toetsinvoertoon De lichtsterkte is niet voldoende.
Oplossing: Verander de gezichtshoek van de camera om meer licht te vangen of gebruik de automatische flitser.
Na enige tijd verdwijnen de foto's van het LCD-scherm
Oorzaak: Zwakke batterijen Oplossing: Vervang de lege batterijen door volle.
Niet alle foto's kunnen op de pc gedownload worden
Oorzaak:
Camera gaat na 5 minuten Oorzaak: uit. LCD wordt uitgeschakeld Oplossing: Bij de eerste keer dat de Oorzaak: camera op de pc wordt aangesloten, wordt er geen Oplossing: nieuwe hardware gevonden. Oorzaak: Foto's maken in serie-opname gaat als het donker is langzamer. Oplossing:
26
De pc heeft niet genoeg werkgeheugen beschikbaar
Oplossing: Sluit voor het downloaden alle andere programma's . Als het probleem hierdoor niet is opgelost, download dan de foto's één voor één op de pc en sla ze op voordat u de volgende foto downloadt. Camera wordt automatisch uitgeschakeld. Camera opnieuw starten. USB-poort van de pc is in de BIOS gedeactiveerd. Acti veer de USB-poort in de BIOS van de pc. Het is normaal dat de camerasluiter langzamer reageert in het donker. Wijzig de camerahoek of verbeter de belichting.
7 Overige informatie Dit is een betrouwbaar product is. Toch is het verstandig de volgende aanwijzingen en waarschuwingen door te lezen. Waarschuwing 1. Camera niet veranderen of demonteren. 2. Bij reparaties en controles contact opnemen met de verkoper. 3. Camera niet schudden of aan harde stoten blootstellen. Als de camera valt kan hij beschadigd raken. 4. De camera niet blootstellen aan water of vocht. Dat kan tot kortsluiting en ongevallen leiden.
Pas op Bij gebruik van de flitser niet direct in de flitser kijken, hierbij kunnen de ogen beschadigd raken.
7.2 Onderhoud en verzorging Reinig de behuizing, het objectief en het LCD-scherm als volgt: • Gebruik geen oplosmiddel of reiniger met benzine. Hierdoor kan de camera beschadigd raken. • Behuizing van de camera met een zachte doek reinigen. • Objectief: verwijder eerst met een penseel voor het objectief het stof. Reinig het objectief vervolgens met een zachte doek. • Gebruik geen agressieve reiniger voor de behuizing en het objectief (contact opnemen met verkoper als het vuil niet verwijderd kan worden). • Oefen geen druk uit op het LCD-scherm uit en bewerk het niet met harde voorwerpen.
27
NL
7.1 Veiligheidsvoorschriften
7.3 Fototips
NL
Neem voor hoogwaardige foto's de volgende aanwijzingen in acht: • Beweeg de camera niet te snel. Zo voorkomt u onscherpe foto's. Houd de camera bij het afdrukken stil. Beweeg de camera niet meteen nadat u de ontspanknop heeft ingedrukt. • Bekijk het te fotograferen object op het LCD(TFT)-scherm voordat u de ontspanknop indrukt. • Let op de invalshoek als het te fotograferen object met tegenlicht gefotografeerd wordt. Ga iets opzij, zodat het tegenlicht milder wordt. • Bij een donkere omgeving moet de flitser gebruikt worden. • Beweeg of draai de camera, voor goede video-opnames, langzaam. Als de camera te snel draait, zijn de opnames onscherp en vaag.
7.4 Aanwijzing over de batterijen Als de batterijen niet correct worden gebruikt kunnen ze gaan lekken, warm worden of ontploffen. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht: • Verwarm de batterijen niet, gooi ze niet in vuur. • Transporteer batterijen niet samen met metalen voorwerpen, aangezien deze in aanraking kunnen komen met de polen van de batterijen en er hierdoor schade kan optreden. • Stel de batterijen niet bloot aan vocht. De batterijen moeten altijd droog bewaard worden. • Demonteer, vervorm of verander de batterijen niet. Verwijder nooit de huls van de batterijen. Stel de batterijen niet bloot aan harde stoten. Gebruik nooit lekkende, beschadigde batterijen. • Houd batterijen uit de buurt van kinderen. • Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit. • Batterijen presteren in koude omgevingen (−10 °C of kouder) slechter (vooral alkaline batterijen). • Laat batterijen die uit een koude omgeving komen voor gebruik op temperatuur komen (bijv. in de tas). • Laat de batterijen, bij gebruik van een warmtebron, niet hiermee in contact komen.
28
7.5 Aanwijzingen over het gebruik van geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten kunnen in de digitale camera gebruikt worden:
NL
SD-geheugenkaart (Secure Digital) MMC-geheugenkaart (MultiMedia Card) • Schakel de camera uit voordat u de geheugenkaart plaatst of verwijdert. • Verwijder de kaart nooit als de camera gebruikt wordt (opnemen, weergeven, overdragen van bestanden, etc.) en schakel de camera tijdens gebruik nooit uit. De kaart kan daardoor beschadigd raken. • Stel de kaart niet bloot aan elektrostatische ontlading. • Neem de kaart niet uit elkaar en bewerk hem niet. Verbuig de kaart niet, stel de kaart niet bloot aan vocht en laat hem niet vallen. • Raak het contactvlak van de kaart niet met de hand aan. • Voorkom direct zonlicht of hitte. • Gebruik of bewaar de kaart niet in een natte, stoffige of corroderende omgeving.
29