Chantal is arbeidster. Ze heeft een aantal jaar gewerkt, maar verliest haar job. Na berekening krijgt ze een uitkering van zo’n € 1.025,00 netto per maand. Drie maanden later wordt haar een betrekking aangeboden. Haar job lijkt passend, maar is dat niet. Wanneer Chantal haar eerste loonbrief krijgt, trekt ze de verplaatsingskosten af van haar loon en verrekent ze de veranderde gezinsbijslag (als werkloze is die anders dan als werknemer).
informeert
Ze houdt netto nog zo’n €1.000,00 per maand over. Wanneer blijkt dat een inkomen uit werkloosheid hoger ligt dan uit werk, dan wordt de aangeboden job als niet passend beschouwd.
Let op! Kosten voor kinderopvang tellen hier niet mee. Je hebt een jobaanbod met een inkomen van € 1.200,00. Als werkzoekende kreeg je € 1.100,00 uitkering. De kosten voor je kinderopvang (nu je niet meer thuis bent) zullen € 200,00 bedragen. Pech! Je zal de aangeboden betrekking toch moeten aanvaarden want met de kosten voor kinderopvang wordt geen rekening gehouden.
Passende dienstbetrekking
Er zijn nog meerdere redenen waarom een werkloze kan weigeren een job te aanvaarden. Wanneer je twijfels hebt of je een aangeboden job al dan niet moet aanvaarden, raadpleeg je je uitbetalingsinstelling.
Met de medewerking van de Nationale Loterij
Wat is een ‘passende dienstbetrekking’? Om recht te hebben op werkloosheidsuitkering zegt de wet dat je als werkzoekende bereid moet zijn om op elke ‘passende dienstbetrekking’ in te gaan. Wanneer je dus een jobaanbod weigert, waarvan de RVA zegt dat het een ‘passende dienstbetrekking’ is voor jou, kan men je dus sanctioneren. Sancties kunnen gaan, van een gewone verwittiging tot een schorsing van de uitkeringen tot 52 weken. Bij herhaling kan je zelfs je recht op uitkeringen volledig verliezen.
Pas op! Deze regel geldt niet als je volgens de VDAB weinig kans hebt op tewerkstelling in je basisberoep. Een edelsmid heeft dus weinig kans om zich te beroepen op dit criterium.
Enkele voorbeelden: Aan de hand van enkele voorbeelden gaan we dieper op de regelgeving in:
Peter heeft zijn universitaire studies psychologie beëindigd. Hij schrijft zich in als werkzoekende. Na 2 maanden werkloosheid roept de VDAB hem op om een job als boekhouder te aanvaarden... Deze jobaanbieding is voor Peter niet passend omdat het beroep als psycholoog niet aanleunt met dat van boekhouder. Hij mag de aanbieding dus weigeren. Tijdens de eerste 3 maanden werkloosheid is een dienstbetrekking die ‘niet overeenstemt met het aangeleerde beroep of studies, of met het reeds uitgeoefende beroep of met een aanverwant beroep’ niet passend.
Marie, afgestudeerd psychologe, woont in Brugge. De VDAB biedt haar een job aan als bedrijfspsycholoog in Genk. Marie moet niet op deze betrekking ingaan. Ze is ‘niet passend’. Als Marie de job in Genk aanvaardt, moet ze dagelijks meer dan 60 km op de trein of in de auto zitten. Als de verplaatsing gewoonlijk meer dan 60 km is, is de dienstbetrekking niet passend.