Acta Groeninge 26

Page 1

ACTA

GROENINGE WETENSCHAPPELIJK TIJDSCHRIFT

Nº 26 � NOV 2017

digitaal coachingprogramma

BEROERTECOACH.BE

STEREOTACTISCHE BESTRALING

van de lever


IN DIT NUMMER 04

Een digitaal coachingsprogramma

10

07

‘Lagere kans op recidief beroerte?’

Stereotactische bestraling van de lever

16

‘Ontgoocheld wegens het gebrek aan drama.’

17

Column

Nieuwe artsen

22

Wetenschappelijke publicaties 2

ACTAGROENINGE

23

Wetenschappelijke kalender


B

este lezer

In volle wijziging van het ziekenhuislandschap, zien wij uit naar de officiële opening van ons nieuwe ziekenhuis in campus kennedylaan. Ongeacht de recente initiatieven van de overheid rond gezondheidsbeleid - die jammer genoeg leiden tot besparingen, verwarring door de 6de staatshervorming en onduidelijkheid omtrent netwerkvorming - vaart ons az groeninge een duidelijke koers.

Het is een opportuniteit om kennis en expertise samen te brengen. Een denktank, een overlegplatform, met het oog op het verhogen van de kwaliteit voor onze patiënt. Onze middelen moeten we concentreren om verdere investeringen mogelijk te maken in wetenschappelijke studie, innovatieve geneeskunde, en betere zorg voor onze patiënt. Die koers moeten wij zelf zetten, het heft zelf in handen nemen.

‘Doe wat goed is en zie niet om’

Onze visie waarin de patiënt centraal staat, hierin ondersteund door een excellent team van medewerkers, artsen en vrijwilligers die een kwalitatieve en warme zorg aanbieden, is een drijvende kracht om te gaan voor een beleid van kwaliteit, innovatie en performantie. M.a.w., een beleid waarin de patiënt het volste vertrouwen heeft dat hij de beste zorg en meest innovatieve geneeskunde aangeboden krijgt. Naast onze taken als basiszorg en referentiefuncties, blijft az groeninge anticiperen door blijvend te investeren in wetenschappelijke studie. Ook op het vlak van samenwerking binnen het E17netwerk neemt az groeninge zijn visie en rol ernstig. Voor ons en onze partners in E17 is ons netwerk een positief project waar we onze krachten bundelen.

Dit is het az groeninge waarvoor ik op positieve wijze heb gekozen als nieuwe CEO: proactief, vooruitstrevend, zelf onze toekomst bepalen, doe wat goed is en zie niet om, in dialoog met alle actoren in ons ziekenhuis.

Met het team van medewerkers, artsen en vrijwilligers in az groeninge staan wij ten dienste van onze patiënt. Het openingsfeest van 16 september is een ode van dank aan onze vele artsen, medewerkers en vrijwilligers die dagelijks het beste van zichzelf geven ten dienste van onze patiënt, en net dàt tikkeltje meer doen om az groeninge op de kaart te zetten. Het is een ode aan de intellectuele ijver en gedrevenheid wat o.a. zijn beslag vindt in dit mooie wetenschappelijke tijdschrift en geen enkele besparingsdrang zal deze wetenschappelijke vernieuwing inkorten. Ik wens iedereen nog veel leesgenot.

INGE BUYSE CEO AZ GROENINGE

COLOFON ACTA GROENINGE Dit tijdschrift

verschijnt tweemaal per jaar en wil een overzicht geven van de medische, zorgverstrekkende en organisatorische activiteiten binnen az groeninge.

REDACTIECOMITÉ dr. Jeroen Ceuppens, dr. Kathleen Croes, dr. Wouter De Corte, dr. Marc Decupere, Guido Demaiter, Veerle De Wispelaere, Lore Ketelaars, dr. Dirk Peeters REDACTIEADRES dr. Dirk Peeters, Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk; t. 056 63 34 20 - f. 056 63 34 29, dirk.peeters@azgroeninge.be GRAFISCH CONCEPT Stapel Magazinemakers www.stapel.be FOTOGRAFIE bijzondere dank aan dr. Marleen Dezillie VU Inge Buyse, Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk

Uitgegeven in opdracht van het wetenschappelijk comité van az groeninge

DIT TIJDSCHRIFT IS OOK TE RAADPLEGEN VIA WWW.AZGROENINGE.BE www.azgroeninge.be www.twitter.com/azgroeninge www.facebook.be/azgroeningekortrijk

3


BEROERTECOAC

een digitaal coachingprogramma voor patiënten na een ischemisch CV

STUDY DESIGN & PROT

4

PETER VANACKER DIENST NEUROLOGIE, AZ GROENINGE

ANJA LORREZ DIENST NEUROLOGIE, AZ GROENINGE

DELPHINE STANDAERT DIENST NEUROLOGIE, AZ ST-LUCAS, BRUGGE

DELPHINE MAHIEU NEUROVASCULAIR REFERENTIECENTRUM ANTWERPEN, UZA

JULIE DEROUS DIENST NEUROLOGIE, AZ ST-JAN BRUGGE-OOSTENDE

OLIVIA KAMOEN NEUROVASCULAIR REFERENTIECENTRUM ANTWERPEN, UZA

FREDERIK BEECKX TRENDHUIS, MECHELEN

KEVIN GOOSSENS TRENDHUIS, MECHELEN

LAETITIA YPERZEELE NEUROVASCULAIR REFERENTIECENTRUM ANTWERPEN, UZA

GEERT VANHOOREN DIENST NEUROLOGIE, AZ ST-JAN BRUGGE-OOSTENDE

ACTAGROENINGE


CH.BE

VA

TOCOL

Een ischemische cerebrovasculaire aandoening (CVA) of beroerte wordt beschouwd als een van de belangrijkste oorzaken van mortaliteit en morbiditeit in de westerse wereld. In België worden jaarlijks 23 000 mensen getroffen door een beroerte (1). Acht tot twaalf procent hiervan overlijdt binnen de dertig dagen. Van de overlevenden blijft meer dan de helft gedeeltelijk tot volledig zorgbehoevend (2). Een beroerte heeft dus niet alleen een grote impact op de patiënt zelf, maar door het snel oplopende kostenplaatje eveneens op de maatschappij. De kans op een nieuwe beroerte na het doormaken van een eerdere beroerte is groot, namelijk 25% binnen 5 jaar (3). In de dagelijkse klinische praktijk in België gebeurt de opvolging van beroertepatiënten en hun cardiovasculaire risicofactoren door de huisarts in samenspraak met de behandelend neuroloog. Wij willen onderzoeken of bijkomende ondersteuning van die patiënten via een persoonlijke beroertecoach en een online platform leidt tot betere risicofactorcontrole met een lagere kans op nieuwe beroerte. Het voordeel van internet-gebaseerde interventies is dat ze goedkoop zijn, gemakkelijk in gebruik, een groot deel van de populatie bereiken en de patiënt actief laten deelnemen in hun behandeling. Een recente meta-analyse van 57 gerandomiseerde gecontroleerde studies besluit tot een gunstig effect van internet-gebaseerde interventies op controle van cardiovasculaire risicofactoren (bloeddruk, HbA1c, gewicht, LDL-cholesterol en lichamelijke activiteit) bij patiënten met een verhoogd cardiovasculair risicoprofiel (4). Die effecten zijn vooral duidelijk op korte termijn en bij patiënten waarbij ook in persoonlijke opvolging wordt voorzien. In AZ Sint-Lucas in Brugge gebeurde een haalbaarheidsstudie (december 2014 – december 2015) waarbij 255 beroertepatiënten tijdens de opname gedurende twee keer twintig minuten onderwezen

werden door een gespecialiseerde beroertezorgverpleegkundige (beroertecoach) (5) . Na ontslag werden zij nog een paar maal telefonisch door haar gecontacteerd. Op drie maanden zag men in die groep een laag aantal nieuwe beroertes (5%) en een lage mortaliteit (4%).

DOELSTELLINGEN In 2016-2017 werd het project uitgebreid met een digitaal platform (www. beroertecoach.be) en mogelijkheid tot uitvoeren van een videoconsultatie op een beveiligde methode. Na ontslag zal de beroertecoach de patiënten via dit platform contacteren om op regelmatige tijdstippen hun parameters door te geven en therapietrouw te benadrukken. Primair eindpunt Als primaire eindpunt wordt de impact van de interventie op risicofactorreductie bekeken. Als maat voor het cardiovasculair risico berekenen we de SCORE (Systematic COronary Risk Evaluation: High & Low cardiovascular Risk Charts) risicotabel (6). Het uitrekenen gebeurt met het computerprogramma AOST©, ontwikkeld door de firma Crethsoft (7). De score zal bepaald worden bij inclusie en op zes maanden. De tabellen zijn gevalideerd voor gebruik bij een patiëntenpopulatie met een laag cardiovasculair risico en schatten het risico om te overlijden aan een cardiovasculaire aandoening binnen tien jaar in. Secundaire eindpunten Er zullen vier secundaire eindpunten bepaald worden. De klinische toestand van de patiënt, gemeten via de modified Ranking Score (mRS) (8), wordt bepaald bij inclusie en na drie en zes maanden. Als parameter voor de levenskwaliteit wordt de EQ-5D score gebruikt (9) die afgenomen wordt bij inclusie, op drie en op zes maanden. Therapietrouw, gedefinieerd als een correcte medicatie-inname meer dan 9 van de 10 dagen voorafgaand aan de bevraging zal bij ieder patiëntencontact nagevraagd worden. Tot slot 5


bekijken we het aantal patiënten met een recidiefberoerte na zes maanden begeleiding.

METHODOLOGIE

FIG 1

FIG 2

Belangrijk kenmerk van het project is de individuele begeleiding waarbij patiënten en hun mantelzorgers persoonlijke educatie krijgen in het ziekenhuis, en anderzijds via een volledig op maat gemaakt profiel op het digitaal platform, aangepast aan hun noden en zorgen. Laagdrempelig contact met de coach via het platform of via de videoconsultaties.

Overzichtsschema van het transmurale zorgpad beroertecoach.be, verdeeld per categorie zorgverleners voor de in-hospitaalfase en vroege en laattijdige ambulante fase.

Patiëntenpopulatie Deze studie is een prospectieve, multi-centrische, historisch gecontroleerde cohortstudie. De patiënten worden gerekruteerd uit vier deelnemende centra. Die centra zijn AZ Sint-Jan in Brugge, AZ Sint-Lucas in Brugge, az groeninge in Kortrijk en UZ Antwerpen. Wij hopen in totaal 175 patiënten te includeren tussen 1 mei 2017 en 31 oktober 2017 en op te volgen gedurende 6 maanden na inclusie. De controlegroep bestaat uit 133 patiënten van AZ Sint-Jan Brugge die na een beroerte gedurende een jaar (in 2011) werden geïncludeerd en gedurende twee jaar opgevolgd (10) . Zij werden na ontslag teruggezien op controleconsultatie bij de neuroloog op drie maanden, zes maanden, een jaar en twee jaar. Inclusiecriteria zijn patiënten ouder dan 18 jaar en gehospitaliseerd op onze beroerte-eenheid wegens een recent ischemisch CVA (<2wk). Patiënten kunnen alleen geïncludeerd worden als ze terug naar huis kunnen of naar een revalidatiecentrum en een levensverwachting hebben van meer dan zes maanden. Tot slot moet de patiënt of de mantelzorger toegang hebben tot en ervaring hebben met internetgebruik. Datacollectie De dataverzameling gebeurt door de beroertecoach van elk deelnemend centrum op verschillende vooraf bepaalde tijdstippen. Bij opname worden de leeftijd, geslacht, geboortedatum, medische voorgeschiedenis en thuismedicatie van de patiënt geregistreerd. Het type van beroerte wordt bepaald volgens de TOAST-classificatie (11). De National Institutes of Health Stroke Scale (NIHSS) (12) wordt gescoord door een gecertificeerd neuroloog. Tijdens de opname wordt de patiënt gedurende twee keer twintig minuten geïnformeerd door de beroertecoach. Tijdens die sessies komen controle van risicofactoren, overzicht van de medicatie en de klinische evolutie aan bod. Een online account wordt samen met de patiënt aangemaakt en specifiek aangepast aan de noden van de patiënt. Via dit platform krijgt de patiënt rechtstreeks toegang tot gepersonaliseerde informatie over revalidatie en cardiovasculaire risicofactoren. Na ontslag zal op regelmatige tijdstippen gevraagd worden om online bepaalde klinische parameters zoals bloeddruk en gewicht te noteren. Als dat niet op tijd gebeurt, wordt zowel de patiënt als de

6

ACTAGROENINGE


beroertecoach hiervan verwittigd via mail. Bij afwijkende data kan de beroertecoach in overleg met de behandelend neuroloog de patiënt contacteren. Voor verdere vragen is de beroertecoach via het platform gemakkelijk te bereiken. De patiënt zal twee weken, een maand, twee maanden en zes maanden na ontslag telefonisch of via videoconsultatie gecontacteerd worden. Tijdens die contactmomenten wordt een aangepaste versie van de WSO Post- Stroke Checklist gebruikt (13) . Die Post Stroke Checklist (PSC) is ontwikkeld door het Global Stroke Community Advisory Panel om relevante problemen zoals cognitie, stemming en leven na een beroerte te bevragen op een gestandaardiseerde manier. Na iedere consultatie wordt een rapport gemaakt. Op drie maanden komt de patiënt op consultatie bij zijn behandelend neuroloog. Statistiek De studiepower is berekend op het primaire eindpunt, namelijk het vaststellen van een statisch significant verschil in cardiovasculaire risicoreductie tussen de interventiegroep en de controlegroep. Op basis van het cardiovasculaire risico in de controlegroep beogen we een risicoreductie van tien procent in de interventiegroep. De data-analyse zal gebeuren met R. Het intention-to-treat-principe wordt gehanteerd. De populatie van de twee steekproeven is onafhankelijk verdeeld. We zullen de patiëntengegevens van beide groepen vergelijken via een univariate analyse. Doordat we de centrale limietstelling kunnen toepassen, zal de toetsingsgrootheid de student-T-verdeling volgen. Het statisch significantieniveau werd bepaald op 0,05. De data, nodig voor het onderdeel gezondheidseconomie, zullen geanalyseerd worden door het Interuniversity Centre for Health Economics Research van de Vrije Universiteit Brussel. Ethiek De multicentrische studie werd voorgelegd en goedgekeurd door het centraal ethisch comité van het UZA. De patiënt gaf schriftelijke toestemming voor het gebruik van zijn foto.

RESULTATEN In de eerste drie maanden van de studie (1 mei tot 31 juli 2017) werden 88 patiënten geïncludeerd, waarvan de helft in az groeninge. Er werden geen majeure rekruteringsproblemen vastgesteld, waardoor het verwachte aantal inclusies binnen de 6 maanden haalbaar zou moeten zijn. Momenteel ligt het aantal drop-offs op 5% (n=4). Verder melden zowel de beroertecoaches als de patiënten het gebruiksvriendelijke karakter van het digitale platform. Tussentijdse resultaten (1 mei 2017 tot 5 augustus 2017) via Google Analytics rond het gebruik van het digitale platform toonden aan: (a) dat er wekelijks ongeveer 150 à 200 contacten zijn, (b) waarvan 72% terugkerende personen, (c) 69,5% gebruik maakt van een klassieke pc en 22% via de tablet, en tot slot (d) er 8 387 unieke pagina’s werden bezocht.

DISCUSSIE Bij gunstig resultaat van de multicentrische studie kan het project dan ook gemakkelijk geïmplementeerd worden in andere ziekenhuizen. Grootste struikelblok wordt de financiering van de beroertecoach in de diverse ziekenhuizen. Stappen werden ondertussen genomen om dit te realiseren via overheidsfinanciering door het RIZIV. Dat zal mogelijk zijn als wij een gunstige kostenefficiëntie kunnen aantonen voor de implementatie van beroertecoach.be door een daling van het aantal heropnames (al dan niet gelinkt aan recidief CVA), een vermindering van het aantal poliklinische consultaties bij de neuroloog en door globaal het cardiovasculair risicoprofiel gunstig te beïnvloeden.

luiken binnen het digitale platform nog verder te ontwikkelen, onder andere rond de online revalidatie en het gebruik van serious gaming, de switch naar een gouvernementele datacloud, koppeling binnen eHealth-platformen en integratie met de diverse elektronische patiëntendossiers van huisartsen, specialisten en paramedici.

“Leidt persoonlijke begeleiding via de beroertecoach in combinatie met participatie aan een online platform tot betere risicofactorcontrole en lagere kans op recidief beroerte?”

De huidige studie heeft natuurlijk zijn eigen beperkingen, voornamelijk gelinkt aan het gebruikte study design waarbij gebruik wordt gemaakt van een historische cohorte in plaats van het uitvoeren van een gerandomiseerde klinische studie. Na deze proof-of-concept-studie zal het belangrijk zijn om voor de uitrol in nieuwe centra strikte regels en voorwaarden op te leggen, zodat dezelfde kwaliteit van beroertecoaching kan behaald worden in toekomstige centra. Tot slot zijn enkele 7


REFERENTIES Mozaffarian D, Benjamin EJ, Go AS, Arnett DK, Blaha MJ, Cushman M et al. Heart Disease and Stroke Statistics - 2016 Update: A Report From the American Heart Association. Circulation 2016,133 (4): e38-360.

(1)

(5) Vanacker P, Standaert D, Libbrecht N, Vansteenkiste I, Bernard D, Yperzeele L et al. An individualized coaching program for patients with acute ischemic stroke: Feasibility study. Clin Neurol Neurosurg 2017, 154: 89–93.

Buntin MB, Colla CH, Deb P, Sood N, Escarce JJ. Medicare spending and outcomes after postacute care for stroke and hip fracture. Med Care 2010, 48: 776–784

Mohan KM, Wolfe CD, Rudd AG, Heuschmann PU, Kolominsky- Rabas PL, Grieve AP. Risk and cumulative risk of stroke recurrence: A systematic review and meta-analysis. Stroke 2011, 42:1489-1494. (3)

Beishuizen CRL, Stephan BCM, van Gool AZ, Brayne C, Peters RJG, Andrieu S et al. Web- Based Interventions Targeting Cardiovascular Risk Factors in Middle- Aged and Older People: A Systematic Review and Meta- Analysis. J Med Internet Res 2016, 18 (3): e55.

(4)

8

ACTAGROENINGE

Adams HP Jr, Bendixen BH, Kappelle LJ, Biller J, Love BB, Gordon DL et al. Classification of subtype of acute ischemic stroke: definitions for use in a multicenter clinical trial: TOAST: Trial of Org 10172 in Acute Stroke Treatment. Stroke 1993, 24: 35–41.

(11)

European Guidelines on CVD Prevention in Clinical Practice. European Heart Journal 2012, 33: 1635-1701. (6)

(2)

Vanacker P, Couvreur T, Vanhooren G. Can we improve cerebrovascular risk reduction in real-life? A single centre’s experience. Cerebrovasc Dis 2011, 31 (suppl 2): 289

(10)

Crethsoft: Software voor therapeutische ondersteuning. Beschikbaar via http://www.outsourcing-development. com/nl/logiciels.html.

(7)

Banks JL, Marotta CA. Outcomes Validity and Reliability of the Modified Rankin Scale: Implications for Stroke Clinical Trials. A Literature Review and Synthesis. Stroke 2007, 38: 1091-1096.

(8)

Brooks R, Rabin R, de Charro F, editors. The measurement and valuation of health status using EQ-5D: a European perspective. Kluwer Academic Publishers 2003.

(9)

Brott T, Adams HP, Olinger CP, Marler JR, Barsan WG, Biller J et al. Measurements of acute cerebral infarction: a clinical examination scale. Stroke 1989, 20: 864-870.

(12)

Philp I, Brainin M, Walker MF, Gillard P, Shields AL, Norrving B et al. Development of a poststroke checklist to standardize follow-up care for stroke survivors. J Stroke Cerebrovasc Dis 2013, 22: 173–80 (13)


Beroerte- en neurovasculair centrum az groeninge Jaarverslag 2016 centrum neurologie | neurochirurgie | radiologie | fysische geneeskunde/revalidatie

Kwaliteitsindicatoren (procedureel/uitkomst): 25 min. - aankomst-tot-trombolysetijd (mediaan) 68 min. - aankomst-tot-trombectomietijd (mediaan) 47% gunstige uitkomst (mRS 0-2) 3md na trombectomie

1

2

Patiëntenpopulatie:

52 hemorragisch CVA

Verpleegeenheden:

30 bedden Sp-neurologie

311 ischemisch CVA

6

115

bedden neurochirurgie

ischemisch TIA

3

Herkomst:

65

primaire patiënten

bedden stroke unit

60 bedden neurologie

AZ GROENINGE

verwijzingen

425

6

afkomstig uit 9 verwijzende stroke units

4

Acute behandeling:

80 mechanische trombectomieën

5

85 intraveneuze trombolyses

39 eigen populatie

Electieve neuro-interventionele radiologie

19 intra/extracraniële stenting

41 verwezen populatie

49 behandelde aneursma-/ AVM-/durale fistels

Wetenschappelijke activiteit: • • • •

Dankzij gebruik dataregistratie via EVAS.

jaarlijks neurovasculair symposium (23/9/16) 5 studies (RESPECT ESUS, WAKE UP, ARISE II, SQUID, SURPASS) 20 internationale, peer-reviewed publicaties Samenwerking KULAK, UZA en Karolinska University Hospital, Stockholm

Stafleden beroertecentrum:

9


Behandeling van primaire levertumoren of levermetastasen vergt een multidisciplinaire aanpak. Vaak wordt bij de behandeling van levertumoren of uitzaaiingen in de lever heelkunde gebruikt met het oog op curatie. Vijfjaarsoverlevingen tot 50% worden beschreven bij geselecteerde patiënten (1,2). Chirurgie is echter niet bij iedereen mogelijk omwille van het operatierisico of de lokale uitgebreidheid. Dikwijls wordt ook voor of na deze lokale behandeling een chemotherapeutische behandeling toegediend. Bij beperkte niet-operabele levermetastasering is er ook een meerwaarde in lokale controle en ziektevrije overleving met andere lokale behandelingen zoals radiofrekwentie-ablatie (3). Bestraling of radiotherapie is eveneens een lokale behandeling die meer en meer wordt toegepast voor de lever. Die behandeling is niet invasief en er is ook geen algemene anesthesie nodig. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de ziekte kunnen we goede resultaten behalen met beperkte nevenwerkingen. De gezonde lever kan bestraling niet goed verdragen en daarom worden er twee speciale technieken gebruikt, elk met hun eigen indicaties. Radio-embolisatie is eerder van toepassing bij uitgebreide leverziekte en stereotaxie eerder bij een beperkt aantal letsels (4).

DE SBRT-TECHNIEK Stereotaxie is een vorm van uitwendige precisiebestraling die na succesvolle toepassing bij beperkte hersen- en longtumoren en -metastasen nu ook voor leverletsels wordt toegepast. Leverstereotaxie heeft wel zijn eigen aanpak omdat hier ademhalingscontrole (lever beweegt mee met het diafragma) en fusie met NMR voor duidelijke aflijning noodzakelijk zijn. Het gaat hierbij om letsels met beperkte afmetingen waarbij het kwaadaardige leverletsel met smalle bestralingsbundels en met een grote nauwkeurigheid 10

ACTAGROENINGE

vanuit vele richtingen bestraald wordt. Hierbij wordt de stralenbelasting op het omgevende normale weefsel tot een minimum beperkt (5). Het verschil met de klassieke bestraling is de hoge dosis per fractie die wordt toegediend en het geringe aantal fracties. Gezien de zeer kritische aflijning en positionering is er wel meer voorbereidend werk dan bij de klassieke radiotherapie. In de praktijk 1ste stap: we kiezen een positie in een comfortabele houding, met behulp van bepaalde kussens en steunen. De beweging van het middenrif en dus ook van de lever wordt beperkt door een abdominale compressie of een op maat gemouleerd lichaamsmasker (figuren 1 en 2). 2de stap: we maken een vierdimensionele scan in deze bestralingspositie (met bepaling van de beweging van de tumor in functie van de ademhaling) om het isocentrum van de bestraling te bepalen. Op die scan wordt het doelvolume voor de bestraling bepaald evenals de te sparen gezonde weefsels in de verschillende fasen van de ademhaling en na fusie met NMR en/of pet-scan. Op die scan voeren fysici of ingenieurs de planning uit en bepalen ze de bestralingsparameters (figuren 3, 4 en 5). 3de stap: de eigenlijke bestraling. De initiële positie wordt opnieuw nagebootst en gecontroleerd met röntgenfoto’s en een ct-scan gemonteerd op het bestralingstoestel. Zo nodig corrigeren we de tafel in 6 dimensies (verticaal, longitudinaal, lateraal, roll, pitch, rotatie). Aanvullend start de behandeling. De bestraling duurt langer dan de klassieke bestraling, nl. ongeveer 5 à 10 min. Tijdens de bestraling maakt de bestralingsarm een boogvormige beweging en wordt de intensiteit van de bestraling continu gemoduleerd. De totale tijd die patiënt op tafel doorbrengt, is ongeveer 20 à 30 min (figuur 6).

STEREO TACTIS BESTRA

VAN DE LEV


OSCHE ALING

VER (SBRT LEVER)

DR. KARIN STELLAMANS CENTRUM RADIOTHERAPIE

11


FIG 1

FIG 2

ABDOMINALE COMPRESSIE

LICHAAMSMASKER

De behandeling wordt uitgevoerd in 1 tot 5 fracties. Het standaardschema dat we in az groeninge gebruiken voor de stereotactische radiotherapie van levermetastasen is een dosis van 45 Gy in 3 fracties, toegediend in een week. Tien à 14 dagen voordien voeren we de simulatie met het uittekenen van het isocentrum en het maken van de 4D ct-scan als voorbereiding uit. Concreet betekent dit dat de patiënt meestal 4 keer naar de bestralingsafdeling komt, telkens ongeveer een half uur. Indicaties: Deze behandelingstechniek wordt gebruikt voor geselecteerde patiënten met beperkte levermetastasering. De meest geschikte patiënten hebben maximaal 3 letsels met een maximale diameter van 6 cm en een minimum afstand van 8 mm tot maag en/of darm. Om leverfalen te vermijden, is een nog goede leverfunctie en een vrij levervolume van > 700 cc noodzakelijk (6).

RESULTATEN Met deze behandelingstechniek bekomen we een zeer goede lokale controle met uitstekende tolerantie. De beschreven resultaten variëren van 70 tot 100 % eenjaars lokale controle, 60 tot 90% na 2 jaar. De overlevingscijfers variëren van 70 tot 80 % na 1 jaar tot 49 à 73 % na 2 jaar, afhankelijk van de

FIG 3

12

4D CT IN BESTRALINGSHOUDING

ACTAGROENINGE

gebruikte selectie (6-9) (figuur 7). Het grootste probleem is ziekteprogressie buiten de behandelde zones. De toxiciteit varieert van 1 à 10 % gr 3 toxiteit (RILD of radiation induced liver disease bij minder dan 1%) (6-9). Met een goede voorbereiding en selectie blijven de nevenwerkingen beperkt tot een tijdelijke fatigue of lichte gastroïntestinale ongemakken. Zoals eerder vermeld, is dit een niet-invasieve behandeling die we zonder anesthesie kunnen uitvoeren en die vergelijkbare resultaten qua lokale controle en overleving biedt in vergelijking met andere lokale behandelingstechnieken. Vaak blijven restletsels te zien op ct-scan maar die blijven onveranderd in de opvolging en we spreken dan ook van een langdurige ziektecontrole en zelfs genezing. In az groeninge behandelden we in het voorbije jaar 7 patiënten met deze techniek. Het waren allen patiënten met levermetastasen (1 patiënt had 2 letsels, de anderen telkens 1 letsel met een maximale diameter van 4,5 cm). De meeste letsels waren centraal gelegen (3 in segment I, 3 in segment IV, 1 segment II, 1 segment VI). Maar 1 patiënt had geen leverchirurgie in de voorgeschiedenis ondergaan. Twee patiënten hadden leverchirurgie in hun antecedenten, 4 patiënten kregen een combinatie van leverchirurgie voor perifere levermetastasen en stereotactische radiotherapie voor een centraal leverletsel. De acute tolerantie was uitstekend en vermeldde geen bijzondere nevenwerkingen, tenzij fatigue. De 90dagen mortaliteit is 0%. Lokale controle is 100 % maar er is slechts korte follow-up. Eén patiënt ontwikkelde 2 nieuwe levermetastasen, 1 patiënt een solitaire botmetastase. We kunnen nog geen laattijdige overlevingscijfers voorleggen. Momenteel gemiddeld 8,7 maanden na behandeling zijn alle patiënten nog in leven en zijn er geen laattijdige complicaties.


FIG 4

FUSIE MET NMR/PET + CONTOUREN DOELVOLUME EN RISICO-ORGANEN + STEREOTAXIEPLAN

DOSIMETRIE

FIG 6

FIG 5

EIGENLIJKE BESTRALING

13


FIG 7

LITERATUURSTUDIE: BEKOMEN RESULTATEN STEREOTAXIE LEVER

FIG 8

INDICATIES VOOR LEVERSTEREOTAXIE Selectiecriteria

Geschikt

Haalbaar

Ongeschikt

<3

4

>4

1-3

> 3 en < 6

>6

>8

5-8

<5

Leverfunctie

Child A

Child B

Child C

Vrij levervolume (cc)

> 1000

< 1000 en > 700

< 700

Aantal letsels

Diameter letsel (cm)

Afstand tot OAR’s (mm)

14

ACTAGROENINGE


“Behandeling van maligne leverletsels vergt een multidisciplinaire aanpak. SBRT biedt een niet-invasieve behandeling met uitstekende tolerantie en vergelijkbare resultaten qua lokale controle en overleving met andere lokale behandelingstechnieken”

BESLUIT Stereotaxie van de lever is een zeer goede keuze als behandelingstechniek voor niet-operabele oligo-metastasen van de lever. Zeer goede lokale controle na behandeling (71 à 95% na 24 maanden). Eénjaarsoverleving 70 à 90%, 2 jaarsoverleving 49 à 73% bij patiënten die niet meer in aanmerking kwamen voor chirurgie. Het biedt ook mogelijkheid om chemotherapeutische behandelingen uit te stellen en het ziektevrije interval te verlengen (10-11). Ook primaire levertumoren kunnen behandeld worden (3jr LC 91%, 0S 70%) (12).

multidisciplinair overleg. Stereotaxie wordt vaak geprefereerd voor centrale, hilaire letsels die dicht bij de grote bloedvaten, galwegen en/of diafragma gelegen zijn en letsels met diameter van meer dan 3 cm (13). Beste resultaten worden bekomen in geselecteerde gevallen met minder dan 3 leverletsels, letsels < 6 cm, afstand tot risico-organen(darm) > 7mm en meer dan 1000 cc gezond levervolume (6) (Figuur 8).

Er is weinig toxiciteit, het is niet invasief en er is geen anesthesie nodig. Er kunnen ook verschillende letsels tegelijk behandeld worden. Naast de leverstereotaxie zijn er nog andere locoregionale behandelingen mogelijk met elk hun voor- en nadelen. De keuze wordt gemaakt na

LITERATUUR Nordlinger B. et al. Perioperative FOLFOX4chemotherapy and surgery versus surgery alone for resectable liver metastases from colorectal cancer (EORTC 40983):long-term results of a randomised, controlled, phase 3 trial. Lancet Oncol. 2013;14;1208-15

(1)

Tomlinson JS. et al. Actual 10-year survival after resection of colorectal liver metastases defines cure. J Clin Oncol 2007;25;4575-80

Potters L. et al. ASTRO and ACR practice guideline for the performance of sereotactic body radiation therapy. Int J Radiat Oncol Biol Phys 2010;76;326-32

(5)

Scorsetti M. et al. Stereotactic body radiation therapy for liver metastases. J Gastrointestin Oncol 2014:190-197 (6)

(2)

Cirocchi et al. R. Radiofrequency ablation in the treatment of liver metastases from colorectal cancer. Cochrane Database Syst Rev. 2012 jun13;(6)

(3)

(7) Hoyer M. et al. Phase II study on stereotactic body radiotherapy of colorectal metastases. Acta Oncol 2006; 45;823-830

Van der Pool AE. et al. Stereotactic body radiation therapy for colorectal liver metastases. Br J Surg 2010;97:377-382

(8)

Rusthoven KE. et al. Multi-institutional phase I/II trial of stereotactic body radiation therapy for liver metastases. J Clin Oncol. 2009; apr 1; 27(10)1572-8.

(9)

Dawson L. et al. Overview: where does radiation therapy fit in the spectrum of liver cancer locoregional therapies ? semin Radit Oncol, 21 (2011)241-277 (4)

Mendez Romero A. et al. Stereotactic body radiation therapy for primary and metastatic liver tumors: from technological evolution to improved patient care. Best Pract Res Cli Gastroenterol. 2016. Aug;30(4):603-16.

(10)

Keane FK. Et al. Liver-directed radiotherapy for hepatocellular carcinoma. Liver Cancer 2016 jul;5(3): 198-209

(11)

Salati Umer et al. State of the ablation nation: a review of ablative therapies for cure in the treatment of hepatocellular carcinoma. Future Oncol. 2017, 13 (16), 1437-1448.

(12)

EliasD et al. New perspectives in the treatment of colorectal metastases. Liver cancer 2016 Nov;6(1):90-98

(13)

15


Laat me maar meteen met de deur in huis vallen: ik ben ontgoocheld. Ontgoocheld en teleurgesteld. In het ganse verhuisgebeuren. Dit om de twee volgende redenen. Ten eerste omwille van het gebrek aan drama. Ik had gehoopt nog minstens enkele columns te kunnen teren op meerdere voorvallen bij de verhuis van tientallen, zo niet honderden patiënten en talloze vrachtwagens met honderden tonnen aan materiaal; daarom nog niet tragisch of bloederig, maar op zijn minst toch onderhoudend genoeg om u te entertainen. Maar om de een of andere reden, zij het de planning door het verhuisteam, zij het de tomeloze inzet van het personeel, dat gevraagd en ongevraagd meer tijd en moeite geïnvesteerd heeft in het ganse gebeuren dan mocht verwacht worden, zijn ons catastrofes bespaard gebleven. Bijgevolg blijft het voorlopig een groot vraagteken waar ik nog inspiratie kan opdoen. Een mogelijk piste is verkassen naar AZ Delta, waar het ganse circus nog moet beginnen…

probleem vormen. Bovendien, werd mij geadviseerd, als je het een keer tot een goed einde brengt, dan heb je jezelf bewezen en hoef je in de toekomst niet meer mee te doen. Zo gezegd zo gedaan. Mocktails werden bovengehaald, te licht bevonden en doorgespoeld met wat zwaarder belaste, maar smaakvollere frisdrank. En op 27 februari stond ik me na een glas cava af te vragen of ik niet net iets langer had moeten volhouden en het heuglijke familiale nieuws niet beter met iets anders had doorgespoeld. Bijgevolg hang ik er volgend jaar weer aan.

‘Ontgoocheld en teleurgesteld wegens het gebrek aan drama.’

Ten tweede omwille van de geografische verplaatsing. Gezien de kleinere woonwerkafstand heb ik geen enkel gegrond excuus om niet met de fiets naar het werk te rijden. Ik kan natuurlijk drogredenen aanhalen als overstekend vee, loslopende schoolkinderen, levensgevaarlijke landbouwvoertuigen en moordend sluipverkeer. Maar uitgenomen de soms extreme weersomstandigheden is er niets dat me zou mogen tegenhouden. Over excuses gesproken: zo had ik in februari ook geen enkel echt excuus om niet mee te doen met tournée minérale. De omstandigheden waren ideaal: de ‘peer pressure’ was ontzettend groot, het was een korte maand en ik drink niet veel, dus dat mocht geen enkel

16

ACTAGROENINGE

Maar wat er binnen het ziekenhuis gecommuniceerd werd over de tournée, was de oplijsting van de drie diensten die het meest gemotiveerd waren in het anti-alcoholische gebeuren. En geen van die diensten bevond zich in de nieuwbouw. Met de onweerlegbare logica van de omgekeerde waarheid, waarop al veel hoogwaardige publicaties gebaseerd zijn, wil dat dus zeggen dat de diensten die toen al verhuisd waren naar de Kennedylaan met een alcoholprobleem kampen. Voor mij voldoende shockerende feiten om nog even hier te blijven en de verdere evolutie op te volgen. Voorlopig dus geen verhuis naar AZ Delta. De fiets, die blijft (soms).

DR. HERWIG ALAERTS PATHOLOGISCHE ANATOMIE


NIEUWE ARTSEN ‘Het oog is een prachtig orgaan dat mij altijd heeft gefascineerd’

Zwolle, Nederland. In 2015 slaagde ze voor het prestigieuze examen van de International Council of Ophthalmology. Naast cataractchirurgie heeft zij ook bijzondere interesse in medische retina, uveitis en ooglidchirurgie.

DR. ANNELIES FABRY OOGZIEKTEN

OP 18 APRIL 2017 startte dr. Annelies Fabry op het centrum oogziekten van az groeninge. Dr. Fabry studeerde geneeskunde aan de KULAK en KU Leuven. Nadien specialiseerde ze zich aan het UZ Leuven tot oogarts. Tijdens die opleiding werkte ze onder meer in het Jan Yperman Ziekenhuis in Ieper, het Middelheimziekenhuis in Antwerpen en in Het Oogziekenhuis Rotterdam. Daarna volgde ze een bijkomend fellowship tot cataractchirurg bij dr. K. Tjia in het Isala-ziekenhuis in

‘Iedere patiënt met kanker een persoonsgerichte en betrokken zorg bieden’

DR. MARIANNE HANSSENS ONCOLOGIE

SINDS 1 MEI 2017 versterkt dr. Marianne Hanssens het oncologisch centrum van az groeninge. “In 1999 rondde ik mijn opleiding medische oncologie af in het UZ Gent. Sindsdien bouwde ik in het Stedelijk

“Ik ben opgegroeid in de regio Kortrijk en kijk ernaar uit om naar de streek terug te komen. Werken in az groeninge wordt een interessante uitdaging. Gezien de omvang van het ziekenhuis verwacht ik een brede waaier aan pathologie. Samenwerken met andere disciplines wordt nog aangenamer nu alle centra naar één campus verhuisd zijn. Kwalitatief hoogstaande oogzorg bieden is voor mij het belangrijkste, en in dit vooruitstrevende ziekenhuis zal dat zeker lukken. Het oog is een prachtig orgaan dat mij altijd heeft gefascineerd. Het is heel klein maar leert ons een heleboel over de rest van het lichaam. Onze patiëntenpopulatie omvat alle leeftijden, wat voor veel variatie zorgt. Oogziekten zijn een discipline in voortdurende evolutie. Zowel op vlak van diagnostiek als op vlak van behandeling staan ons heel wat vernieuwingen te wachten. De combinatie van raadpleging, technische handelingen en chirurgie maakt de oogheelkunde tot een heel boeiend vakgebied.”

Ziekenhuis Roeselare en de Sint-Jozefskliniek Izegem een ruime ervaring op in de algemene oncologie, met bijzondere interesse voor patiënten met borstkanker. Mijn vakgebied ervaar ik als erg boeiend omdat het een multidisciplinair en dynamisch vakgebied is, waarin we als team samenwerken om de patiënt de beste behandeling te bieden. Ik zie het als een grote uitdaging om iedere patiënt met kanker een persoonsgerichte en betrokken zorg te bieden. Het geeft me voldoening mensen in die onzekere periode van hun leven te kunnen helpen. Ik koos voor az groeninge, naast mijn halftijdse functie in de Sint-Jozefskliniek Izegem, omwille van de positieve cultuur van samenwerken, de gemeenschappelijke drijfveer en het bekwame en toegewijde team waar ik nu deel van uitmaak. Vol enthousiasme hoop ik mijn steentje te kunnen bijdragen aan de verdere uitbouw van het centrum oncologie en aan de netwerkvorming tussen de ziekenhuizen.”

17


‘De diagnostiek en behandeling van de bekkenbodempathologie verder optimaliseren’

DR. SOFIE VANOOTEGHEM GASTRO-ENTEROLOGIE

OP 1 JUNI 2017 startte dr. Sofie Vanooteghem als toegelaten arts in az groeninge. Dr. Vanooteghem is gastroenteroloog in het O.L.V. van Lourdes Ziekenhuis

‘Het acute van de activiteiten als anesthesist combineren met de activiteiten als pijntherapeut’

verdere bekwaming algologie in het pijncentrum van dr. J.-P. Van Buyten in Sint-Niklaas. Sinds 1 januari 2017 was hij actief als resident in de pijnkliniek van az groeninge. Van 1 september 2017 tot 30 november 2017 zal dr. Vanneste een bijkomend fellowship volgen in het pijncentrum van het St George’s University Hospital in Londen. Hier zal hij zich onder leiding van dr. A. Krol verder bekwamen in de echogeleide pijntherapie.

DR. BART VANNESTE ANESTHESIE

Dr. Bert Vanneste is sinds 1 AUGUSTUS 2017 voltijds actief in az groeninge binnen de dienst anesthesie. Samen met dr. Carl Vandenbossche en dr. Pieter-Jan Germonpré zorgt hij ook voor de verdere uitbouw van het pijncentrum van az groeninge. Dr. Vanneste studeerde geneeskunde aan de KULAK en de KU Leuven. Hij promoveerde tot arts in 2011. Hierna specialiseerde hij zich in de anesthesie-reanimatie en was als assistent actief in UZ Leuven en az groeninge. In 2016 werd hij officieel erkend als specialist in deze discipline. Al tijdens zijn opleiding had dr. Vanneste een bijzondere interesse in de pijntherapie en was hij actief in het Leuvens Algologisch Centrum onder leiding van prof. dr. B. Morlion. Na zijn erkenning tot specialist anesthesiereanimatie volgde hij gedurende acht maanden een 18

ACTAGROENINGE

Waregem. In az groeninge zal zij zich binnen die discipline vooral richten op bekkenbodempathologie. “Gastro-enterologie beslaat een brede waaier aan pathologieën en is dus zeer gevarieerd (infecties, functionele aandoeningen, inflammatoire darmziekten, maligniteiten etc.). De combinatie met de mogelijkheid om een aantal technische onderzoeken zoals endoscopie en manometrie uit te voeren, zorgt ervoor dat ik gastro-enterologie altijd een zeer interessante specialisatie gevonden heb. De voorbije twee jaar heb ik mij bijkomend gespecialiseerd in bekkenbodempathologie. In az groeninge wil ik dan ook de diagnostiek en behandeling van de bekkenbodempathologie verder optimaliseren samen met de andere betrokken disciplines.”

“De combinatie anesthesie en pijntherapie spreekt mij bijzonder aan. Enerzijds is er het acute van de activiteiten als anesthesist, waarbij veel beslissingen in fracties van seconden genomen moeten worden; anderzijds zijn er de activiteiten als pijntherapeut waar meer op chronische zorg gefocust wordt. Pijntherapie is aan een sterke opmars bezig, niet alleen in Vlaanderen maar overal ter wereld. Aan de ene kant wordt chronische pijn door artsen, wetenschappers en overheidsinstellingen beschouwd als een stille epidemie, een problematiek die de komende decennia alleen maar zal toenemen in frequentie. Aan de andere kant zijn er de afgelopen jaren enkele spectaculaire evoluties die de behandeling van een aantal moeilijk behandelbare pijnsyndromen een enorme boost gegeven hebben. Al tijdens mijn opleiding mocht ik kennismaken met de verschillende afdelingen en disciplines van az groeninge. Die ervaring was over de hele lijn positief. Ik kijk er dan ook naar uit om samen met de verschillende specialisaties te streven naar een hoogstaande kwalitatieve multidisciplinaire zorg binnen de chronische pijntherapie.”


‘Het boeiende en brede contact met uiteenlopende ziektebeelden vind ik terug in de urgentiegeneeskunde’

‘European Board Examination in Emergency Medicine’ en het diploma ‘Permanente vorming Rampenmanagement’.

DR. FRANCIS DESMET ANESTHESIE

OP 1 AUGUSTUS 2017 startte dr. Francis Desmet als anesthesist in az groeninge. Dr. Desmet studeerde geneeskunde aan de KULAK en de KU Leuven en promoveerde in 2011 als arts aan de KU Leuven. In 2016 behaalde hij zijn diploma anesthesie-reanimatie na 3,5 jaar specialisatie in UZ Leuven en 1,5 jaar in az groeninge.

“Mijn interesse in de anesthesie is heel breed. Zorgen voor de vitale lichaamsfuncties van de patiënt tijdens de narcose om hem zo goed mogelijk door de chirurgische ingreep te begeleiden, spreekt mij enorm aan. Hierdoor kom je in contact met de pure basisfysiologie, waarbij iedere handeling een onmiddellijk effect heeft. Daarnaast krijg je te maken met zeer uiteenlopende ziektebeelden bij alle leeftijden, wat ik terugvind in de urgentiegeneeskunde en wat die discipline ook zo boeiend en breed maakt. Tijdens mijn assistentschap leerde ik az groeninge kennen als een vooruitstrevend ziekenhuis met een dynamisch en gedreven team artsen. Het is dan ook mijn doel om bij te dragen aan een kwaliteitsvolle geneeskunde op de centra anesthesie en spoedopname. De combinatie van mijn opleiding anesthesie en urgentiegeneeskunde vind ik ideaal voor de opvang van de acute patiënt, zowel binnen als buiten het ziekenhuis.”

Daarna volgde hij een jaar opleiding in de urgentiegeneeskunde in UZ Leuven met erkenning tot urgentiearts in 2017. Tijdens dat jaar behaalde hij ook het diploma

‘Tijdens mijn opleiding was ik gefascineerd door de urogynaecologie en bekkenbodempathologie’

“Gezien de diversiteit binnen de discipline en de holistische benadering van patiëntes, met begeleiding van diagnose van behandeling tot follow-up, was de keuze om me verder te specialiseren in de gynaecologie en verloskunde evident voor mij. Tijdens de opleiding was ik gefascineerd door de urogynaecologie en bekkenbodempathologie. Het leidde tot een verdere opleiding in Clermont-Ferrand dat wereldwijd gekend is voor zijn vergevorderde laparoscopische technieken en zijn vinger aan de pols heeft bij de ontwikkeling van nieuwe urogynaecologische technieken. DR. LIEVEN PLATTEEUW GYNAECOLOGIE

OP 1 AUGUSTUS 2017 versterkte dr. Lieven Platteeuw het centrum gynaecologie-verloskunde van az groeninge. Dr. Platteeuw promoveerde in 2010 aan de KULeuven als arts en specialiseerde zich vervolgens in de gynaecologie en verloskunde. Vanaf 2015 verdiepte hij zich gedurende twee jaar verder in de complexe benigne gynaecologie en urogynaecologie aan het Centre Hospitalier Universitaire de Clermont-Ferrand in Frankrijk.

Ik maakte al kennis met az groeninge als assistent. De ambitie en ambiance van het ziekenhuis, het dynamische en gespecialiseerde team van gynaecologen en de topkwaliteit die er elke dag geleverd wordt door vroedvrouwen, verpleegkundigen en medewerkers, maakten de keuze voor mij eenvoudig. Met mijn opgedane ervaring en kennis wil ik in de toekomst bijdragen aan de hoge kwaliteit van zorg die de dienst gynaecologie aanbiedt. In het bijzonder zal ik me toeleggen op de complexe benigne gynaecologie en samen met dr. Ghesquiere de bekkenbodemkliniek mee ondersteunen.” 19


‘Met het volledige team de zorg voor de MS-patiënten op een multidisciplinaire manier verder uitbouwen’

DR. NELE GLIBERT NEUROLOGIE

OP 1 AUGUSTUS 2017 startte dr. Nele Glibert haar activiteiten als neuroloog in az groeninge. Tegelijk versterkt zij het team neurologen in Sint-Jozefskliniek Izegem.

‘De beeldvorming van de borst laat naast technische handelingen een nauw contact met patiënten toe’

DR. AN-SOFIE MICHEL MEDISCHE BEELDVORMING

SINDS 1 SEPTEMBER 2017 versterkt dr. Ann-Sophie Michel het centrum medische beeldvorming van az groeninge. Dr. Michel studeerde in 2009 af als arts aan de KU Leuven. Vervolgens startte zij de opleiding medische beeldvorming met assistentschappen in AZ Damiaan Oostende en UZ Leuven. Na het behalen van haar erkenning als radiologe in 2014 specialiseerde zij zich verder in de senologische en cardiale beeldvorming in UZ Leuven. Van 2015 tot 2016 werkte ze in het Papworth Hospital in Cambridge, het grootste gespecialiseerde cardio-thoracale centrum van het Verenigd Koninkrijk. Hier deed zij ervaring op in de beeldvormende

20

ACTAGROENINGE

Dr. Glibert behaalde in 2012 haar diploma van arts aan de Universiteit Gent; in 2017 kreeg zij de erkenning neurologie aan UZ Brussel. Tijdens haar laatste assistentenjaar werkte ze deeltijds in het MS-Centrum in Melsbroek. “Ik koos voor de specialisatie neurologie omdat de werking van de hersenen en het zenuwstelsel mij enorm boeit. Mijn bijzondere interesse gaat uit naar multiple sclerose. Ik ben blij om deel te mogen uitmaken van het centrum neurologie van az groeninge. Die dienst is goed uitgebouwd en werkt nauw samen met verschillende andere medische disciplines. Een mooi voorbeeld hiervan is de multidisciplinaire zorg voor de neurologische patiënt met een acute beroerte. Ik hoop samen met dr. Patrick Vanderdonckt, onze MS-verpleegkundige en het volledige team de zorg voor de MS-patiënten op een multidisciplinaire manier verder uit te bouwen.”

modaliteiten die in toenemende mate worden gebruikt voor de diagnose van hart- en longziekten. Daarna werkte ze in AZ St-Jan in Brugge met bijzondere interesse in de beeldvorming van borst, thorax en hart. “Ik koos voor de medische beeldvorming omwille van de boeiende combinatie van steeds evoluerende technische mogelijkheden en een uitdagende diversiteit aan pathologie. Door zijn omvang en uitstekende infrastructuur kan az groeninge beide aspecten volop bieden. Bovendien laat de organisatie van het centrum medische beeldvorming toe zich te richten op specifieke deelgebieden binnen de medische beeldvorming. Ik koos na mijn opleiding als algemeen radioloog voor een bijkomende bekwaming in de beeldvorming van de borst omdat deze naast technische handelingen een nauw contact toelaat met patiënten die worden geconfronteerd met een vaak ingrijpende ziekte. Anderzijds specialiseerde ik me in beeldvorming van longen en hart omdat binnen deze domeinen nog veel vooruitgang werd geboekt de laatste jaren. Ik denk vooral aan de betere niet-invasieve beeldvorming van coronair lijden, van cardiomyopathiën, van interstitieel longlijden en pulmonale hypertensie. Het is dan ook binnen deze gebieden dat ik hoop bij te dragen aan de verdere uitbouw van de kwaliteitsvolle zorg waarvoor az goeninge bekend staat.”


‘De vitale functies van een patiënt controleren tijdens een ingreep blijft steeds weer een ongelooflijke uitdaging’

De twee eerste jaren van zijn opleiding volbracht hij in az groeninge. “Tijdens mijn assistentschap heb ik az groeninge ervaren als een zeer dynamisch centrum, met continue ambitie om kwaliteitsvolle patiëntenzorg aan te bieden. Ik ben dan ook erg blij om terug in az groeninge aan de slag te kunnen en de gedreven groep anesthesisten te versterken.”

DR. DRIES HELSLOOT ANESTHESIE

OP 1 OKTOBER 2017 ging dr. Dries Helsloot aan de slag op de diensten anesthesie en spoedopname. Dr. Helsloot studeerde geneeskunde aan de KULeuven waar hij zich ook specialiseerde in de anesthesiereanimatie. “Ik heb altijd een bijzondere interesse gehad in de kritieke patiënt, voor mij was anesthesie dan ook een evidente keuze. De vitale functies van een patiënt controleren tijdens een ingreep of procedure blijft steeds weer een ongelooflijke uitdaging.”

Na het behalen van zijn erkenning in de anesthesie volgde dr. Helsloot een bijkomende opleiding in de urgentiegeneeskunde in het Royal Adelaide Hospital, Australië. “Het was een bijzonder leerrijk avontuur om op een van de grootste spoedgevallendiensten van Australië te kunnen werken.” Naast de opvang van kritiek zieke patiënten kreeg dr. Helsloot ook een specifieke opleiding voor de opvang van traumapatiënten. “Voor die patiënten die te maken kregen met een zwaar ongeval kan het initiële beleid een heel groot verschil maken. In az groeninge hoop ik mijn opgedane kennis te kunnen gebruiken om met het hele team onze zorg voor die patiënten nog te verbeteren.”

MET PENSIOEN Twee van onze artsen gingen recentelijk met pensioen: oogarts dr. Edward De Sutter en anesthesist dr. Johan Budiharto. We zagen hen met spijt in het hart vertrekken maar wensen hen een heerlijk pensioen met tijd voor familie, hobby’s en welverdiende rust.

DR. JOHAN BUDIHARTO ANESTHESIST

DR. EDWARD DE SUTTER OOGARTS

21


WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES PUBLICATIES F. Tomassini, V. Scuderi, G. Berardi, A. Dili, M. D’Hondt, G. Sergeant, C. Hubert, F. Huysentruyt, F. Berrevoet, V. Lucidi, R.I. Troisi - The practice of laparoscopic liver surgery in Belgium: a national survey. Acta Chir Belg. Aug 2016; 19:1-6. M. D’Hondt, F. Nuytens, E. Yoshihara, E. Adriaens, F. Vansteenkiste, H. Pottel - Totally extraperitoneal laparoscopic inguinal hernia repair using a self-expanding nitinol framed hernia repair device: A prospective case series. Int J Surg. 28 Feb 2017; 40:139-144. M. D’Hondt, V. Lucidi, K. Vermeiren, B. Van Den Bossche, V. Donckier, G. Sergeant - The interval approach: an adaptation of the liver-first approach to treat synchronous liver metastases from rectal cancer. World J Surg Oncol. 2 Mar 2017; 15(1):54. M. D’Hondt, F. Nuytens, L. Kinget, M. Decaestecker, B. Borgers, I. Parmentier - Sacral neurostimulation for low anterior resection syndrome after radical resection for rectal cancer: evaluation of treatment with the LARS score. Tech Coloproctol. 27 Apr 2017. F. Nuytens, M. D’Hondt - Chronic refractory constipation due to neurogenic bowel dysfunction can be successfully treated by sacral neurostimulation. Acta Chir Belg. May 2017; 3:1-4. M.C. Halls, F. Cipriani, G. Berardi, L. Barkhatov, P. Lainas, M. Alzoubi, M. D’Hondt, F. Rotellar, I. Dagher, L. Aldrighetti, R.I. Troisi, B. Edwin, M.A. Hilal - Conversion for Unfavorable Intraoperative Events Results in Significantly Worst Outcomes During Laparoscopic Liver Resection: Lessons Learned From a Multicenter Review of 2861 Cases. Ann Surg. 2 Jun 2017.

ACTAGROENINGE

Lycke M., Lefebvre T., Pottel L., Pottel H., Ketelaars L., Stellamans K., Van Eygen K., Vergauwe P, Werbrouck P., Goethals L., Schofield P., Boterberg T., Debruyne Ph. - The distress thermometer predicts subjective, but not objective, cognitive complaints six months after treatment initiation in cancer patients. - J Psychosoc Oncol. 2017 Aug 17:1-17. doi: 10.1080/07347332.2017.1365798. [Epub ahead of print] Lievens Y., De Schutter H., Stellamans K., Rosskamp M., Van Eycken L. - Radiotherapy access in Belgium: How far are we from evidence-based utilisation? ; Belgian College for Physicians in Radiation Oncology. Eur J Cancer. 2017 Oct;84:102-113. doi: 10.1016/j.ejca.2017.07.011. Epub 2017 Aug 9. Kindts I., Stellamans K., Billiet I., Pottel H., Lambrecht A. 125I brachytherapy in younger prostate cancer patients : Outcomes in low- and intermediate-risk disease. Strahlenther Onkol. 2017 May 9. doi: 10.1007/s00066-017-1142-9. [Epub ahead of print] Joye I., Macq G., Vaes E., Roels S., Lambrecht M., Pelgrims A., Bussels B., Vancleef A., Stellamans K., Scalliet P., Weytjens R., Christian N., Boulanger AS., Donnay L., Van Brussel S., Moretti L., Van den Bergh L., Van Eycken E., Debucquoy A., Haustermans K. - Do refined consensus guidelines improve the uniformity of clinical target volume delineation for rectal cancer? Results of a national review project. Radiother Oncol. 2016 Aug;120(2):2026. doi: 10.1016/j.radonc.2016.06.005. Epub 2016 Jun 30. Lycke M., Pottel L., Pottel H., Ketelaars L., Stellamans K., Van Eygen K., Vergauwe P., Werbrouck P., Goethals L., Schofield P., Boterberg T., Debruyne Ph. - Predictors of baseline cancerrelated cognitive impairment in cancer patients scheduled for a curative treatment. Psychooncology. 2017 May;26(5):632-639. doi: 10.1002/pon.4200. Epub 2016 Aug 1. Vanacker P., Standaert D., Libbrecht N., Vansteenkiste I., Bernard D., Yperzeele L, Vanhooren G. - An individualized Coaching Program for patients with Acute Ischemic Stroke: feasibility study. Clin Neurol Neurosurg 2017; Jan 24:154:89-93

M. Penna, R. Hompes, S. Arnold, M. D’Hondt, TaTME Registry Collaborative - Transanal Total Mesorectal Excision: International Registry Results of the First 720 Cases. Ann Surg. 4 Oct 2016.

Paciaroni M., Agnelli G., …, Vanacker P., …, Yaghi S. - Prediction of Early Recurrent Thromboembolic Event and Major Bleeding in Patients With Acute Stroke and Atrial Fibrillation by a Risk Stratification Schema: The ALESSA Score Study. Stroke. 2017 Feb 9. pii: STROKEAHA.116.015770.

A. Ryckx, C. Christiaens, M. Clarysse, F. Vansteenkiste, P.J. Steelant, G. Sergeant, I. Parmentier, H. Pottel, M. D’Hondt - Central Venous Pressure Drop After Hypovolemic Phlebotomy is a Strong Independent Predictor of Intraoperative Blood Loss During Liver Resection. Ann Surg Oncol. 4 Jan 2017.

Acciarresi M., Paciaroni M., ..., Vanacker P., …, Lees KR. Prestroke CHA2DS2-VASc Score and Severity of Acute Stroke in Patients with Atrial Fibrillation: Findings from RAF Study. J Stroke Cerebrovasc Dis. 2017 Feb 21.

M. D’Hondt, E. Yoshihara, L. Dedrye, K. Vindevoghel, F. Nuytens, H. Pottel - Transanal Endoscopic Operation for Benign Rectal Lesions and T1 Carcinoma. JSLS. Jan-Mar 2017; 21(1).

PRESENTATIES

F. Michels, H. Pereira, J. Calder, G. Matricali, M. Glazebrook, S. Guillo, J. Karlsson - ESSKA-AFAS Ankle Instability Group. Searching for consensus in the approach to patients with chronic lateral ankle instability: ask the expert. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 25 Apr 2017.

22

C. Bongers, G. Vanhaverbeke - Wanneer diabetes mellitus niet gewoon type 1 of 2 is: monogene diabetes mellitus MODY 2. Tijdschrift voor Geneeskunde. 1 maart 2017; 73(5): 262.

M. D’Hondt - Pancreas: Laparoscopic & robotic approach: current status. 16th Postgraduate course of the Belgian Section for Hepato-Biliary and Pancreatic Surgery (BSHBPS), Mechelen, Belgium, 28 October 2016.


M. D’Hondt - Presentation of guideline on two stage laparoscopic liver resection. European Guidelines Meeting on Laparoscopic Liver Surgery, Southampton, UK, 10-11 February 2017.

De Corte W. - Doctoraatsverdediging: “Epidemiology and outcome in intensive care patients with acute kidney injury treated with renal replacement therapy.”

M. D’Hondt, E. Tamby, I. Boscart, S. Turcotte, I. Parmentier, H. Pottel, R. Lapointe, S. Ovaere, F. Vansteenkiste, F. Vandenbroucke-Menu - Laparoscopic versus open parenchymal preserving liver resections in the posterosuperior segments: a case matched study. World Congress of the International Laparoscopic Liver Society, Paris, France, 6-8 July, 2017.

Cant A., Daems F., Vanacker P., Huyskens J., Yperzeele L. - Progressive multifocal leukoencephalopathy mimicking ischemic stroke on imaging. Poster-presentation –3rd European Neurology Academy 2016, Amsterdam François O., Vanacker P., Dewaele T., Denorme F., De Meyer SF., Andersson T. - Cardiogenic thromboemboli are rich in fibrin and von Willebrand factor, less visible on non-contrast CT and more difficult to mechanically remove. ESOC

M.J. van der Poel, P.J. Tanis, A. Rijken, E. Gertsen, M.F. Gerhards, M.G. Besselink, M. D’Hondt, P.D. Gobardhan - Simultaneous laparoscopic colorectal and hepatic resection for patients with colorectal cancer and synchronous liver metastases: a multicenter, retrospective study. World Congress of the International Laparoscopic Liver Society, Paris, France, 6-8 July, 2017.

Vanhooren G., Vanacker P. - Long-term outcome of endovascular stroke treatment. Poster-presentation – 3nd European Stroke Organization Conference 2017, Prague

S. Ovaere, I. Parmentier, I. Boscart, H. Pottel, M. D’Hondt - The effectiveness of a clinical pathway in laparoscopic liver surgery: a case control study. World Congress of the International Laparoscopic Liver Society, Paris, France, 6-8 July 2017.

Vanhooren G., Vanacker P. - Time logistics and results of endovascular stroke treatment in a regional spoke-hub model. Poster-presentation – 3nd European Stroke Organization Conference 2017, Prague

S. Ovaere, F. Ververken, M. D’Hondt - Laparoscopic right anterior an right posterior sectionectomy – a standardized approach. Video presentation. World Congress of the International Laparoscopic Liver Society, Paris, France, 6-8 July 2017.

Kamoen O., Standaert D., Libbrecht N., Maqueda V., Vansteenkiste I., Maere P., De Blauwe S., Vanhooren G., Yperzeele L., Vanacker P. - Multicenter study of a Personalized, digital Coaching Program after Stroke: design & rationale. Poster-presentation – 3nd European Stroke Organization Conference 2017, Prague & Poster-presentation –3rd European Neurology Academy 2016, Amsterdam

E. Willems, P. Lerut, M. D’Hondt - Combined Laparoscopic Transdiaphragmatic Resections of Right Sided Colorectal Lung Metastases in Patients Undergoing Laparoscopic Liver Resection in the Posterosuperior Segments. Video presentation. World Congress of the International Laparoscopic Liver Society, Paris, France, 6-8 July 2017. F. Ververken, F. Vansteenkiste, M. D’Hondt - Laparoscopic Hepato-Pancreatectomy for Metastatic Glucagonoma. Video presentation. World Congress of the International Laparoscopic Liver Society, Paris, France, 6-8 July 2017. M. D’Hondt - How I do a laparoscopic resection in the posterosuperior segments. Advanced laparoscopic liver (ALLIVER) masterclass, Ghent, Belgium, 17-18 November 2016. F. Michels - Percutaneous hammertoe correction. Basic course percutaneous surgery, Munich, March 2017. F. Michels - Percutaneous bunionette correction. Basic course percutaneous surgery, Munich, March 2017. F. Michels - Instruments in percutaneous surgery. Basic course percutaneous surgery, Munich, March 2017. F. Michels - Indications et complications des ténoscopies en chirurgie du pied et de la cheville, comment les éviter? 11e Journée d’Orthopédie de L’UCL, februari 2017. Cool L., Missiaen J., Debruyne Ph., Geldhof K., Lefebvre T., Desmedt M., Foulon V., Pottel H., Vandijck D., Van Eygen K. – Oncological Home-Hospitalization: Prospective randomized controlled trial to evaluate its implications for patient and society. European Society for Medical Oncology, Madrid, 8-12 September, 2017.

WETENSCHAPPELIJKE KALENDER 21.12.2017 Parkinson HET NOTENHOF, CAMPUS KENNEDYLAAN HZW

15.02.2018 Richtlijnen voor chronische lage rugpijnen CC DE STEIGER HZW

18.01.2018 Acute zorg, urgenties en technische hulpmiddelen bij urgenties HET NOTENHOF, CAMPUS KENNEDYLAAN HZW

Locatie

Afdeling

23



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.