az West CONNECT 2e jaargang nr.1 • april 2017
Elektroconvulsietherapie bij depressie Bloemsuikerpasta op een diabetische voetwonde Pneumokokkenvaccinatie bij volwassenen Robotchirurgie in de urologie
VOORWOORD
WHAT’S IN A NAME? Waarom beslist een organisatie tot een naamswijziging? De Raad van Bestuur van ons ziekenhuis wilde kenbaar maken hoe sterk dit ziekenhuis is geëvolueerd en getransformeerd. Immers, de samenleving waarin we leven en werken, is de laatste 20 jaar immers enorm veranderd. Ook de gezondheidszorg en de visie op goede gezondheidszorg is veranderd. Daarom werden in de eerste plaats de statuten van de v.z.w. en de missie en visie van het ziekenhuis geüpdatet. Naast het belang van aantoonbare kwaliteit, staan nabijheid van zorg, samenwerking met de eerste lijn en met de partnerziekenhuizen, opleiding en zelfontwikkeling en tenslotte patiëntvriendelijkheid hierin centraal. Daarmee samenhangend werden alle medewerkers bevraagd over de kernwaarden van het ziekenhuis. Meer dan 240 mensen hebben ‘respect en gelijkwaardigheid’, ‘vertrouwen’, ‘openheid en toegankelijkheid’ en ‘verantwoordelijkheid’ gekozen als kernwaarden van het az West. Verder heeft het ziekenhuis ook op vlak van zorgaanbod en infrastructuur een transformatie ondergaan: er is een ruimer aanbod aan medische disciplines en de infrastructuur wordt volop gemoderniseerd. Daarnaast wil het ziekenhuis
duidelijk maken dat het zich richt op alle inwoners van de regio, ongeacht hun religieuze overtuiging of ideologische visie. Geen van deze zaken zijn een ommezwaai, veeleer is het een evolutief proces; net zomin als het op een aan te duiden dag valt dat het kind volwassen is geworden. De resultante van deze achterliggende gedachtegang uit zich in de nieuwe naam en het nieuwe logo. De nieuwe naam werd uiteindelijk geen erg moeilijke zoektocht: in Veurne ligt het meest westelijk gelegen ziekenhuis van Vlaanderen en België; het vergt bijgevolg geen toelichting om de naam te duiden of te weten over welk ziekenhuis het gaat: kort, helder en transparant. Op hetzelfde moment werd ook een totaal nieuwe patiëntgerichte website gelanceerd (www.azwest.be) om de patiënt en zorgprofessional toe te laten op eenvoudige wijze de gewenste info te vinden.
Dr. Hervé Lebbinck, hoofdarts & Lieven Vermeulen, alg. directeur
“DIT ZIEKENHUIS IS STERK GEËVOLUEERD EN GETRANSFORMEERD.”
2 az West CONNECT
NETWERKVORMING ZIEKENHUIZEN NOORD WEST-VLAANDEREN
N
iet dat de ziekenhuiswereld ooit heeft stilgestaan, maar nu beweegt er wel heel veel. De netwerkvorming voedt geruchten over sluiting van materniteiten, pediatriediensten, spoedgevallen en MUG-functies. Maar wat is daarvan aan? De overheid wil besparingen doorvoeren in de ziekenhuizen en merkt dat steeds meer ziekenhuizen daardoor in de rode cijfers geraken. Om de saneringen te kunnen doorvoeren, wil men dat ziekenhuizen samenwerken in netwerken. Een locoregionaal netwerk zal een samenwerkingsverband worden van geografisch aaneensluitende ziekenhuizen die bij voorrang of exclusief met elkaar willen samenwerken voor tijdskritische zorg en zware uitrusting, zoals hartkatheterisatie, PET-scan, transplantaties,… Minister De Block voorziet 25 netwerken in België en 14 in Vlaanderen, elk met een bevolking van minstens 400.000 inwoners, nog afgezien van de enorme toeristische drukte aan de kust in de zomer. Het az West zal een netwerk vormen met de collega-ziekenhuizen uit Noord West-Vlaanderen en Meetjesland (NWVM): 6 acute ziekenhuizen: AZ Alma (Eeklo), AZ Damiaan (Oostende), AZ SintJan (Brugge-Oostende), AZ Sint-Lucas (Brugge), AZ West (Veurne), AZ Zeno (Knokke-Blankenberge), en 2 Sp-ziekenhuizen: KEI (Oostduinkerke) en BZIO (Oostende). In de loop van 2017 willen de 8 leden hun engagementen formaliseren en het netwerk een juridische structuur geven.
PROXIMITEIT VAN ZORG IS BEPALEND GEWEEST IN DE KEUZE VAN HET NETWERK.
KRITISCHE ZORG IN EEN AFGELEGEN STREEK In haar besparingsijver meent de overheid dat zij rationelere gezondheidszorg kan aanbieden door kleinere diensten te sluiten, hetzij opgelegd, hetzij door ze niet langer te financieren. Dit klinkt logisch, maar eigenlijk is de besparing verre van zeker. Immers, als men die dienst sluit, moet personeel worden verplaatst naar een ander ziekenhuis, waar dezelfde patiënt wordt behandeld, nadat die zich even ver heeft verplaatst, om er dezelfde zorg te krijgen tegen dezelfde kostprijs. Misschien moet dat grotere ziekenhuis daarenboven bouwkosten maken om dit alles te huisvesten. Vandaag is het dus helemaal niet zeker dat dergelijke ingrepen er komen, maar geruchten worden snel ongerustheid. Het zou immers een zeer grote aanslag op de volksgezondheid in onze regio betekenen als de MUG in de toekomst een half uur of langer onderweg zou zijn – enkele rit – om tot bij een patiënt te komen of om die naar een erkende spoedgevallendienst te brengen. Wij pogen in elk geval de overheid van deze risico’s op de hoogte te brengen en zullen er alles aan doen om de diensten spoedgevallen, materniteit en pediatrie in ons ziekenhuis te behouden. Intussen lijdt het geen twijfel dat de keuze voor netwerk NWVM een sterke optie is voor az West en de patiënten in deze regio: één van de uitgangspunten van het netwerk is immers de proximiteit. Dit is het aanbieden van zoveel mogelijk zorg in de onmiddellijke omgeving van de patiënt, ook in geografisch geïsoleerde gebieden als het onze: we gaan de patiënt niet verhuizen naar grote centra, maar alle medische deelfacetten regionaal aanbieden, op voorwaarde dat dit op een kwalitatieve wijze kan blijven gebeuren. Als de overheid ziet dat centralisatie niet bespaart, en dat kwaliteit voor de meeste pathologieën ook wordt geboden in regionale ziekenhuizen, dan zullen de geruchten wel achterhaald geraken door deze waarheid … Lieven Vermeulen, algemeen directeur az West lieven.vermeulen@azwest.be az West CONNECT 3
ELEKTROCONVULSIETHERAPIE BIJ MAJEURE DEPRESSIE
E
lektroconvulsietherapie (ECT), wordt nog vaak met enige terughoudendheid geaccepteerd. Echter, vandaag is ECT een veilige en doeltreffende behandeling voor een aantal ernstige psychiatrische ziektebeelden.
Door de opkomst van de psychofarmaca in de jaren ’60 raakte ECT in onbruik. Het werd in de jaren ’80 geherintroduceerd voor de behandeling van majeure depressie en psychose wanneer medicamenteuze behandeling gefaald had.
ECT is in de jaren ’30 ontwikkeld om psychiatrische aandoeningen te genezen door het opwekken van convulsies. De Hongaarse psychiater L. von Meduna kwam tot de ontdekking dat schizofrene patiënten een verbetering van hun symptomen kenden na het doormaken van een epileptisch insult. Hij ontwikkelde een manier om convulsies op te wekken door het intraveneus inspuiten van kamferolie. Later ontdekte de Italiaans psychiater U. Cerletti dat dergelijke convulsies veiliger konden worden opgewekt door middel van elektrische stroom. Hij ontwikkelde het eerste ECTtoestel en behandelde met succes patiënten met verschillende psychiatrische aandoeningen sinds 1938.
Vandaag is ECT een veilige en doeltreffende behandeling voor een aantal ernstige psychiatrische ziektebeelden. ECT wordt onder andere toegepast voor het behandelen van majeure depressie met psychotische kenmerken en/of bij de aanwezigheid van een reëel suïcidegevaar. In deze omstandigheden primeert de snelheid waarmee men een therapeutisch effect kan bekomen. Bij het opstarten van psychofarmaca kan het tot 6 weken duren vooraleer men een klinische verbetering van de symptomen kan waarnemen. Bij ECT kan men na een paar sessies al een significante vermindering van de klachten waarnemen. Bij behandeling van patiënten met een majeure depressie met of zonder
“Sinds kort voeren wij ECT ook uit in het az West.”
psychotische kenmerken geeft ECT een remissie van respectievelijk 80% en 90%. Ondanks deze superieure doeltreffendheid van ECT, zoals aangetoond in tal van klinische studies en bevestigd in de praktijk, is het een behandeling die vaak met enige terughoudendheid wordt geaccepteerd. Dit laatste vaak omwille van de historiek met behandeling onder dwang en zonder toedienen van curariserende medicatie en anesthesie. INDICATIESTELLING Vandaag is ECT een veilige behandeling die plaatsvindt onder een korte algemene narcose. De patiënten die in aanmerking komen voor ECT worden vooraf goed gescreend op psychiatrische indicatie en op somatische risicofactoren. De psychiatrische ziektebeelden die in aanmerking komen voor ECT zijn: majeure depressie al dan niet met psychotische symptomen, schizofrenie en katatonie. Tijdens de somatische screening gebeurt een uitgebreide somatische anamnese, een routine klinisch onderzoek en een routine labo. Op indicatie worden patiënten gescreend door een cardioloog, pneumoloog of andere specialisten om het somatisch risico tijdens de anesthesie en tijdens het epileptisch insult goed in te schatten. Patiënten en hun familie worden vooraf goed geïnformeerd over de behandeling, zodat de angst en het stigma die er rond heersen, kunnen weggenomen worden. De behandeling gebeurt altijd met de volledige toestemming van de patiënt. Er wordt dan ook een informed consent getekend. BEHANDELINGSVERLOOP Tijdens een ECT-kuur krijgen patiënten twee maal per week een sessie waarbij onder algemene anesthesie een epileptisch insult van ongeveer 25 seconden wordt uitgelokt. Om dit insult uit te lokken, wordt een kleine hoeveelheid elektrische stroom bifrontaal of bitemporaal door de hersenen gestuurd. In zeer ernstige situaties, zoals katatonie, kan de frequentie opgedreven worden. Een hogere frequentie geeft een snellere respons, maar induceert meer nevenwerkingen. De behandeling gaat door tot men een volledige remissie bekomt of tot men een plateaufase bereikt. Dit wil zeggen dat er gedurende 4 opeenvolgende sessies geen verbetering meer optreedt. Er is geen maximum aantal behandelingen gekend. Zolang er verder verbetering optreedt en er geen tot weinig nevenwerkingen optreden, kan men de ECT verder zetten.
BIJWERKINGEN ECT kent een aantal nevenwerkingen, waarvan hoofdpijn en nausea net na de behandeling de meest voorkomende zijn met een frequentie van respectievelijk 50% en 25%. Op psychiatrisch vlak ervaart een 10% van de patiënten een korte postictale confusie. In zeldzame gevallen kan er sprake zijn van een postictaal delier. Een derde van de patiënten ervaart geheugenklachten tijdens de behandeling. Er is meer kans op het ontwikkelen van amnestische stoornissen naarmate de behandeling langer duurt, de frequentie hoger is dan twee maal per week of de gegeven dosis hoger is. De meeste geheugenklachten verdwijnen spontaan na het stopzetten van ECT. Enkel wanneer retrograde amnesie optreedt, is er een indicatie tot stopzetten van de behandeling. VERDER VERLOOP NA ECT Nadat men remissie van de depressie of een plateaufase bereikt heeft, zijn er verschillende opties in het kader van nabehandeling. ECT kan gestopt worden en men kan opteren om al dan niet antidepressiva op te starten. ECT kan gradueel afgebouwd worden of kan in onderhoud aan een lage frequentie (bv. maandelijks) verder gegeven worden. Elektroconvulsietherapie is een veilige en zeer doeltreffende methode om ernstige majeur depressieve beelden op korte termijn te genezen. Om die reden is er in België en in de ons omringende landen terug een toename van het aantal patiënten dat behandeld wordt met ECT. Sinds kort voeren wij ECT ook uit in het az West. Dr. Julie Van den Ostende,Psychiater julie.vandenostende@azwest.be - T. 058 33 33 61
“ECT HEEFT EEN SUPERIEURE DOELTREFFENDHEID BIJ MAJEURE DEPRESSIE MET PSYCHOTISCHE KENMERKEN.”
az West CONNECT 5
BLOEMSUIKERPASTA OP EEN DIABETISCHE VOETWONDE
E
en 75-jarige vrouw meldt zich aan op de voetkliniek. Ze werd door de huisarts en thuisverpleegkundige doorverwezen omwille van een ongunstig evoluerende diabetes voetulcus. Deze dame heeft sinds 25 jaar diabetes type 2 en wordt behandeld met insuline preparaten die ze zelf injecteert. Dit gebeurt echter niet altijd op basis van glucose metingen. Vaak neemt ze het niet te nauw met haar diabetes dieet. Tot 10 jaar geleden, heeft ze ook jaren gerookt. Wij behandelden haar wonde o.a. met bloemsuikerpasta… VROEGERE WONDANAMNESE Dr. Van Durme zag deze patiënt begin april 2014 met een malum perforans t.h.v. MTP 1 aan de basis van de rechtervoet. Er werd een consult geregeld met de vaatchirurg dr. Verfaillie. Hij stelde een duidelijke necrotiserende fasciïtis en ontstoken voorvoet op basis van micro- en macrovasculaire en arteriopathie met gekende diabetes en polyneuropathie vast. Dezelfde week onderging de patiënt een resectie van zieke fascie. In een 2e fase werd overgegaan tot een rekanalisatie van de onderbeenvaten aan de rechterkant met mooi angiografisch resultaat. Postoperatief is er een goede initiële wondheling onder antibioticum. Een week later wordt de patiënt ontslagen uit het ziekenhuis. Verdere opvolging gebeurt door de huisarts en thuisverpleging. De behandeling bestond uit het systemisch verderzetten van de antibiotica en lokale wondzorg met IsoBetadine®Dermicum 10% en bloemsuiker. De patiënt kreeg een baroekschoen aangemeten om de druk op te heffen ter hoogte van de voetulcus. Pas later wanneer de wonde volledig is genezen, kan er een voetafdruk genomen worden voor aangepaste steunzolen en orthopedische schoenen. Tijdens de verdere controles op de voetkliniek zag het multidisciplinaire team een goede wondevolutie en een gunstige revascularisatie.
6 az West CONNECT
WONDBESCHRIJVING
WONDBEHANDELING
Begin oktober meldt de patiënt zich opnieuw aan bij de voetkliniek met een grote etterige blaarvormige wonde met ondermijning en warm erytheem over de hele voorvoet rechts. De patiënt heeft echter geen pijnklachten omwille van neuropathie, maar voelt zich algemeen niet goed. Ik ging onmiddellijk over tot bedside debrideren van de wonde. Na het proper maken van de wonde, kon deze beter beoordeeld worden volgens het T.I.M.E.-principe. Ik zag een duidelijke ondermijning en in de diepte een niet levensvatbare dermis en epidermis. Tijdens het overleg op de voetkliniek besliste de endocrinoloog dr. Van Durme en de algemeen chirurg dr. Deylgat dat een grondig debridement zich opdrong. Na het chirurgisch debridement werd de wonde beoordeeld volgens het T.I.M.E.-principe en een wondplan opgemaakt. De wond beschreef ik als een acute diabetes voetulcus met een Wagner classificatie III, diep ulcus met betrokkenheid tot het bot en abcesvorming. Tissue: sleutelgatvormige ulcus ter hoogte van MTP1 rechts, 4-1.5 cm groot en een diepte van 1.3 cm met botcontact, een propere rode wondbodem. Infectie: duidelijke aanwezigheid van calor, tumor, rubor. Moisture: bloederig. Edge: rode propere wondranden.
De dagelijkse wondzorg bestaat uit het reinigen met NaCl 0.9% en ontsmetten met Iso-Betadine®Dermicum 10%, wondranden beschermen met Cavilon®spray. Vervolgens maken we een dikke choco-achtige pasta met Iso-Betadine®Dermicum 10% en bloemsuiker om de wonde op te vullen en fixeren we de pasta met IsoBetadine®tulle en bedekkend verband. De omliggende huid hydrateren we met een ureum Cold Creme 10%.
DIAGNOSTIEK De diagnose van perifere neuropathie en angiopathie werden tijdens de vorige opnames van de patiënt gesteld. Na de revascularisatie in april, stelde de vaatchirurg tijdens een controle duplex in juni een goede perifere flow vast. De pulsaties van de voetarteries waren goed voelbaar. Uit bloedonderzoek kwamen gestoorde infectieparameters en onvoldoende metabole controle naar voren. Gezien een sterk vermoeden van osteomyelitis werd besloten een botscan te doen (een MRI is vanwege haar pacemaker niet mogelijk). Deze vertoonde een osteomyelitis ter hoogte van de rechter MTP1. De endocrinoloog beslist om de patiënt verder te hospitaliseren om intraveneuze antibiotica therapie met Piperacillin/Tazobactam® en Vancomycine® toe te dienen. Op basis van de resultaten van de wondcultuur wordt vervolgens overgeschakeld op Targocid®. Omwille van de slechte venen en omdat er toch langdurig antibioticatherapie moet toegediend worden om de wondinfectie met osteomylitis onder controle te krijgen, wordt een poortkatheter geplaatst. Deze toediening wordt na ontslag 3 keer per week voortgezet via het dagziekenhuis, gedurende 3 maanden.
“BLOEMSUIKER EN HONING WORDEN AL EEUWEN GEBRUIKT IN DE WONDZORG.”
BEHANDELING MET BLOEMSUIKERPASTA Bloemsuiker en honing worden al eeuwen gebruikt in de wondzorg, voornamelijk om hun absorberend en antibacterieel effect. De literatuurgegevens over bloemsuiker en suikerpasta’s zijn beperkt, maar er zijn heel wat case reports en er is evidence rond het antibacterieel, debriderend, absorberend en wondhelend effect van deze behandelingen. De eigenschappen zijn een sterk absorptievermogen, antibacterieel effect via lage pH, het stimuleert debridement door osmotische werking en het stimuleert granulatie. OPVOLGING De wondbehandeling wordt voortgezet door een thuisverpleegkundige. Eén keer per week volg ik de wonde op via de voetkliniek. Om ervoor te zorgen dat de patiënt haar voet zo min mogelijk belast, krijgt ze een Removable Walker Cast. Verder verplaatst ze zich met een rolstoel en krijgt 3x per week spierversterkende oefeningen door een kinesist. De patiënt wordt verder begeleid door de diabetesverpleegkundigen en de diëtiste om het metabool aspect beter onder controle te houden. De thuisverpleegkundige krijgt de nodige voorschriften voor de wondzorg en het toedienen van de insuline. Na een langdurige intensieve behandeling onder begeleiding van het multidisciplinair team van de wondkliniek, huisarts en thuisverpleging zien we een gunstige wondevolutie. Nathalie Vercamer, wondzorgverpleegkundige wondzorg@azwest.be - T. 058 33 38 19 az West CONNECT 7
PNEUMOKOKKENVACCINATIE BIJ VOLWASSENEN
D
e pneumokok is een belangrijke verwekker van pneumonie, sepsis, sinusitis, otitis media en acute exacerbaties van chronisch obstructief longlijden. De mortaliteit van pneumokokkenbacteriëmie bedraagt 20% bij 65-jarigen en 40% bij 85-plussers. Nochtans bestaat er een vaccin. Op basis van kapseltypering onderscheidt men minstens 93 antigeentypes. Er bestaan 2 geregistreerde vaccins voor volwassenen: Pneumovax 23 en Prevenar 13. 2 VACCINS BESCHIKBAAR Pneumovax 23 (PPV23) is een mengsel van kapselpolysachariden van 23 frequent voorkomende serotypes. Het vaccin geeft ongeveer 50% bescherming bij gezonde ouderen tussen 65 en 80 jaar. De 17 beschikbare meta-analyses bevestigen het effect tegen invasieve pneumokokkenziekte bij gezonde volwassenen, maar niet bij kwetsbare ouderen en populaties met een verhoogd risico. De studies evenals de meta-analyses kunnen geen bescherming aantonen van het PPV23 tegen nietbacteriëmische pneumonie. De ongewenste effecten kunnen zijn: een lokale reactie op de injectieplaats of licht griepaal syndroom. Na een te vroege hervaccinatie (minder dan 3 jaar tussentijd) werd een forsere lokale reactie uitzonderlijk vermeld.
“BEIDE VACCINS KUNNEN GELIJKTIJDIG MET HET GRIEPVACCIN WORDEN TOEGEDIEND.”
(CAPITA studie). Voor de bescherming tegen nietbacteriëmische pneumonie is er een effectiviteit van 46% (CAPITA studie). Deze effectiviteit werd gedocumenteerd voor de leeftijdsgroepen 65 tot 75 jaar en 75 tot 85 jaar. De ongewenste effecten kunnen zijn: een lokale reactie op de injectieplaats of licht griepaal syndroom. Bijwerkingen waren frequenter bij jongvolwassenen dan bij personen ouder dan 65 jaar. Bijwerkingen waren niet frequenter bij volwassenen die eerder gevaccineerd waren met het conjugaat- of polysacharidevaccin. Beide vaccins kunnen gelijktijdig met het griepvaccin worden toegediend. Wanneer het gebruik van beide vaccins (PPV23 en PCV13) overwogen wordt, verdient het aanbeveling om eerst het PCV13 toe te dienen omwille van de hyporesponsiviteit na eerdere vaccinatie met PPV23. Een tijdsinterval van minstens 8 weken wordt in acht genomen tussen vaccinatie met het PCV13 en het PPV23. Als de patiënt al een vaccinatie met het PPV23 had gekregen, wordt een tijdsinterval van minstens 1 jaar in acht genomen alvorens te vaccineren met het PCV13. INCIDENTIE VAN INVASIEVE PNEUMOKOKKENINFECTIES De incidentie van invasieve pneumokokkeninfecties (vooral pneumonie met bacteriëmie) neemt toe vanaf de leeftijd van 50 jaar en is beduidend hoger bij personen ouder dan 65 jaar (35 tot 50 per 100.000 per jaar) en bij patiënten met chronische aandoeningen. Twee derde van alle pneumokokkenbacteriemieën komt voor bij personen ouder dan 50 jaar. WAAROM VOLWASSENEN VACCINEREN?
Prevenar 13 (PCV13) is een mengsel van kapselpolysachariden van 13 frequent voorkomende serotypes, gekoppeld aan een dragereiwit waardoor een T-cel afhankelijke immuunrespons wordt bekomen. Het vaccin heeft een effectiviteit van 75%
8 az West CONNECT
De mortaliteit van pneumokokkenbacterieemie bedraagt 20% bij 65-jarigen en 40% bij 85-plussers. Het loont dus zeker en vast de moeite om te vaccineren. In de eerste plaats is het vaccin nuttig voor volwassenen met een verhoogd risico op een
pneumokokkeninfectie (stoornis van de immuniteit, anatomische en/of functionele asplenie, sicklecell disease of een hemoglobinopathie, lek van cerebrospinaal vocht of een cochleair implantaat.). Daarnaast komen ook volwassenen met chronische comorbiditeiten (hart, longen, lever en nier), rokers en alcoholmisbruikers in aanmerking. Tenslotte hebben ook gezonde personen van 65 jaar of ouder baat bij een vaccin. VACCINATIESCHEMA Het vaccinatieschema zoals aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad is als volgt: ll Volwassenen nooit gevaccineerd tegen pneumokokken: Prevenar 13 gevolgd door Pneumovax 23 ten minste 8 weken later; ll Volwassenen eerder gevaccineerd met Pneumovax 23: Vaccinatie met Prevenar 13 ten minste 1 jaar na de laatste dosis van Pneumovax 23. Het hervaccineren om de 5 jaar met Pneumovax 23 is enkel aanbevolen bij patiënten met een verhoogd risico: anatomische en/of functionele asplenie, sickle cell disease of een hemoglobinopathie, lek van cerebrospinaal vocht of een cochleair implantaat, HIV, Transplant van vaste organen, voor en na beenmerg
of stamcel transplantatie, immuungemedieerde inflammatoire aandoeningen, hematologische maligne aandoeningen, chemotherapie, ernstige primaire immuunstoornissen. Voor volwassenen ouder dan 85 jaar zijn er momenteel weinig gegevens over het effect van pneumokokkenvaccinatie. Op individuele basis, waarbij het risico op een pneumokokkeninfectie en de inschatting van het immuun- antwoord op het vaccin in overweging genomen worden, kan de behandelende arts een persoon ouder dan 85 jaar vaccineren volgens het bovenvermelde schema. Opgelet, belangrijk voor de patiënt: de pneumokokkenvaccinatie wordt niet terugbetaald. Helaas is daardoor de vaccinatie niet toegankelijk voor iedereen. De huidige prijs van Prevenar 13 is €74,55; Pneumovax 23 kost €31,93 Dr. Bernard Vandooren & dr. Sofie De Craene, pneumologen bernard.vandooren@azwest.be sofie.decraene@azwest.be T. 058 33 33 24
www.health.belgium.be/nl/advies-9210-vaccinatie-tegen-pneumokokken-volwassenen az West CONNECT 9
ROBOTCHIRURGIE IN DE UROLOGIE: EEN INTRODUCTIE
W
at houdt robotchirurgie precies in en hoe volgen we patiënten in Veurne op die robotchirurgie ondergaan?
In principe gaat het bij robotchirurgie over robotgeassisteerde laparoscopische chirurgie. Het is niet zo dat patiënten worden geopereerd ‘door’ een robot, wel ‘met behulp van’. De techniek is gebaseerd op laparoscopie. De chirurg controleert de instrumenten niet rechtstreeks, maar via een bedieningsconsole die zicht naast de patiënt bevindt. Deze bewegingen worden overgebracht naar de operatierobot, die de instrumenten in het operatieveld beweegt.
Dr. Van den Bossche gaat samen met zijn patiënten naar Aalst om daar de ingreep uit te voeren.
De techniek maakt gebruik van de voordelen van de laparoscopie, zoals bijv. kleinere insnedes met minder pijn, minder bloedverlies en kortere herstelperiodes tot gevolg. Anderzijds biedt ze een meerwaarde ten opzichte van de klassieke laparoscopie o.a. door het gebruik van een 3D camera, meer bewegingsvrijheid van de instrumenten, en wegfilteren van eventuele tremorartefacten bij de chirurg. Het is ook mogelijk om 2 consoles met mekaar in verbinding te stellen, zodat twee chirurgen kunnen samenwerken tijdens een operatie. De robot wordt bij voorkeur ingezet voor operaties waarbij de meerwaarde het grootst is: in moeilijk bereikbare anatomische regio’s of bij operaties met delicate structuren in de nabijheid. PROSTATECTOMIE In de urologie is de radicale prostatectomie bij prostaatkanker het meest bekende voorbeeld. Dit is een vrij technische ingreep. Dankzij de robot zijn de omstandigheden waarin wordt geopereerd drastisch verbeterd. De prostaat ligt namelijk diep in het klein
10 az West CONNECT
bekken, achter het schaambeen en is niet altijd even makkelijk bereikbaar. Het is daarnaast bij deze ingreep van belang om oncologisch correct te werken om de kans op positieve snijvlakken zo klein mogelijk te houden. Een andere factor is de nabijheid van de sluitspier en de zenuwen verantwoordelijk voor erecties, die tegenaan de prostaat liggen. Na een radicale prostatectomie is er hierdoor kans op urineincontinentie en potentiestoornissen. Bovendien geeft een prostaatkanker in een gelocaliseerd, chirurgisch behandelbaar stadium meestal geen symptomen en gaat het hier in de regel om gezonde, (zo goed als) klachtenvrije mannen die geopereerd worden. Zelfs in ideale omstandigheden is de impact van een ingreep niet te verwaarlozen. De kans op blijvende urinaire incontinentie met noodzaak tot verdere behandeling bedraagt tegen de 5%. De kans op recuperatie van de
“DE AFSTAND VERKLEINT TUSSEN PATIËNT EN CHIRURG, NIET ALLEEN TER PLAATSE IN AALST, MAAR OOK IN DE ONMIDDELLIJKE PERIOPERATIEVE SETTING.”
erecties bedraagt 60-70% in ideale omstandigheden maar hangt sterk af van factoren zoals de lokale uitgebreidheid van de tumor en de kwaliteit van de erecties preoperatief. Een technisch goed uitgevoerde ingreep is rechtstreeks gecorreleerd met gunstiger resultaten op oncologisch en functioneel vlak. De voordelen van de robot zijn bij deze operatie al aangetoond in verschillende studies (daarom neemt de ziekteverzekering de meerkost aan materiaal voor haar rekening). Het gebruik van de robot bij radicale prostatectomie vormde een van de grootste bijdragen aan de verspreiding en evolutie van robotgeassisteerde chirurgie in de geneeskunde. Maar ook binnen de urologie is robotchirurgie voortdurend in beweging. Andere indicaties zijn bijv. robotgeassisteerde partiële nefrectomie (voor niertumoren) en robotgeassisteerde cystectomie (voor blaaskanker), waarbij het gunstiger wordt om complexe ingrepen via minimaal invasieve wegen te gaan uitvoeren. UROLOOG MAAKT VERPLAATSING MET PATIËNT
ziekenhuis in Aalst om daar geopereerd te worden. Er werd destijds gekozen voor het OLV, omdat dit een van de eerste centra was om robotchirurgie uit te bouwen, dit onder impuls van uroloog prof. Mottrie. Vandaag is het OLV een van de meest bekende robotcentra in Europa. Ik heb de kans gehad om mij toe te leggen op deze technieken. Dit maakt het nu mogelijk om met onze dienst urologie een meer gepersonaliseerde zorg aan te bieden aan patiënten die een robotoperatie moeten ondergaan. Op regelmatige basis maak ik samen met de patiënten de verplaatsing naar Aalst om er mee de robotische ingrepen uit te voeren. De ingrepen gaan doorgaans door op dinsdag met ontslag tegen het einde van de week. De diagnosestelling (o.a. biopsies) en uitwerking van de stagingsonderzoeken kunnen nog altijd worden uitgevoerd bij elk van de drie urologen van az West. Voor de postoperatieve opvolging op lange termijn kunnen patiënten nadien ook opnieuw terecht bij hun eigen vertrouwde arts in Veurne. WIN-WIN VOOR PATIËNT ÉN ARTS Met deze doorgedreven samenwerking willen we een aantal positieve elementen stellen tegenover de negatieve gevoelens die bij een ingreep komen kijken en tegenover de verplaatsing die de patiënt nog altijd moet maken. Enerzijds behouden we een aantal positieve aspecten, zoals de goede resultaten, verbonden aan een groot centrum met een geroutineerd team. Daarnaast verkleint de afstand tussen patiënt en chirurg, niet alleen ter plaatse, maar in het bijzonder ook in de onmiddellijke perioperatieve setting, waarbij nu iemand in het eigen ziekenhuis beschikbaar wordt die bij de operatie aanwezig is. Ook op praktisch vlak zijn er een aantal voordelen verbonden aan deze nauwere samenwerking: regelmatigere communicatie tussen de chirurgen van beide ziekenhuizen zorgt voor een vlotter overleg, bijv. qua indicatiestelling en operatieve modaliteiten en bij de gezamenlijke aanpak van meer complexe pathologie. Op die manier proberen we met de dienst een optimale patiëntenzorg aan te bieden aan de patiënten van de regio. Dr. Hannes Van Den Bossche, uroloog hannes.vandenbossche@azwest.be - T. 058 33 31 29
In het az West is geen robot aanwezig. Sinds meerdere jaren worden onze patiënten verwezen naar het OLV-
az West CONNECT 11
NIEUWE ARTSEN IN HET az West REUMATOLOGIE Dr. Klaas Vandevyvere werkte als diensthoofd reumatologie in AZ Groeninge (Kortrijk). Gezien het toenemend aantal patiënten met reumatologische pathologie en de verbeterde therapeutische mogelijkheden in een ambulante setting startte hij recent een privépraktijk op. Op dinsdag - en donderdagnamiddag en op woensdag stelt hij graag zijn expertise ter beschikking in Veurne. Ook voor reumatologische behandelingen in het dagziekenhuis kan u terecht in az West. Een afspraak maken kan via www.dokterklaasvandevyvere.be. NEUROCHIRURGIE Dr. Nikolaos Gkekas werkte als neurochirurg in het militair hospitaal van Athene. Hij is onderlegd in o.a. trauma, wervelzuil-, neurovasculaire en transsphenoidale chirurgie. Zijn bijzondere interesse gaat uit naar endoscopische neurochirurgie en schedelbasisneurochirurgie. Dr. Gkekas werkt in associatie met dr. Depraetere. Consultaties na afspraak T. 058 33 37 85.
NIEUWS ELEKTRONISCH PATIËNTENDOSSIER MET RESPECT VOOR PRIVACY
A
z West heeft gekozen om mee in Primuz, het EPD van het UZ Brussel, in te stappen. Het ziekenhuis wil zo de zorg verder informatiseren met een patiëntendossier dat gebruiksvriendelijk is, waarin de patiënt centraal staat en waarbij alle relevante informatie snel beschikbaar is. Op basis van een selectietraject waarin o.a. artsen en verpleegkundigen werden betrokken, werd de medische samenwerking met UZ Brussel en Primuz als EPD naar voor geschoven. De HIMMS stage 6 EMRAM-classificatie (de hoogste score van een EPD in België), speelde een belangrijke rol in de beslissing. Alle ziekenhuizen die instappen in Primuz hebben hun inbreng in de verdere ontwikkeling van de software. Belangrijk voor az West was het feit dat de patiëntendata in het beheer van het ziekenhuis blijven en dus op lokale servers staan en niet in Brussel. Zo behoudt az West te allen tijde de controle over de eigen gegevens. Dit EPD beantwoordt hieraan. Vanaf april 2017 moet een gefaseerde uitrol gespreid over 24 maanden er voor zorgen dat az West zijn ambities en doelstellingen qua informatisering van de zorg effectief kan realiseren.
Ontdek onze nieuwe ziekenhuiswebsite www.azwest.be
COLOFON
SAVE THE DATE: Feestelijke opening Huisartsenwachtpost Veurne op 12/10/2017! Meer info volgt.
az West-Connect is het medisch magazine van het az West voor huisartsen en verschijnt 2 maal per jaar. Eindredactie & coördinatie: dr. H. Lebbinck & I. Staelens. Redactieraad: B. Cleuren, dr. P. Cottenie, dr. B. Deylgat, dr. N. De Wever, dr. H. Lebbinck, I. Staelens, dr. Y. Van Durme, L. Vermeulen. In dit nummer staan redactionele bijdragen van: dr. S. De Craene, dr. H. Lebbinck, I. Staelens, dr. B. Vandooren, dr. H. Van Den Bossche, dr. J. Van den Ostende en L. Vermeulen. Fotografie: Hanne Ninclaus; Vormgeving: TOECH, Ruiselede/Gent. Hebt u een vraag of suggestie voor de redactie of wil u zich abonneren of een adreswijziging doorgeven? E-mail naar: inge.staelens@azwest.be. Verantwoordelijke uitgever: Lieven Vermeulen, Ieperse Steenweg 100, 8630 Veurne
12 az West CONNECT
Algemene info over het az West: www.azwest.be Volg ons op