3 minute read
VRIJHEID!
Johann Pachelbel is een totaal onderschat componist, als je het dirigent Lionel Meunier vraagt. Het programma dat hij bij ons samenstelde rondom het thema vrijheid zet niet alleen Johann Sebastian Bach in de schijnwerpers, maar ook Johann Pachelbel. “Toen ik voor het eerst in aanraking kwam met Pachelbel, nu zo’n vijftien jaar geleden, zong ik bij het Choeur de Chambre de Namur. Ik stond perplex. Wat was dit een goede muziek!
Pachelbel was bevriend met Ambrosius Bach, Johann Sebastians vader. En dat doet je beseffen dat de grote Bach ergens vandaan komt. In het werk van Johann Sebastian komt alles samen, reken maar dat hij Pachelbels muziek in zijn bibliotheek had staan.”
Lionel Meunier (41), opgeleid als zanger en blokfluitist, is dirigent van zijn eigen Vox Luminis. Hij memoreert direct zijn band met de Nederlandse Bachvereniging. Vele malen zong hij in de MatthäusPassion, in de tijd van Jos van Veldhoven. Hij leidde het ensemble eerder in een lamentatieprogramma met muziek van Emilio de’Cavalieri. In het oeuvre van Pachelbel heeft hij zich de afgelopen jaren intensief verdiept.
Talent voor de korte melodie
“Van Pachelbel kennen we allemaal de Canon en gigue, die ook op dit programma staan”, vervolgt Meunier. “Dit is een instrumentaal werk, zeer vakkundig en pakkend geschreven, en niet voor niets zo beroemd. Maar er is nog zoveel meer. Ik hoop dat de luisteraar na het concert denkt: wat een pracht. We openen met Pachelbels cantate Christ lag in Todesbanden, een van zijn langere werken. De aria’s zijn telkens kort. Het talent van Pachelbel voor het schrijven van korte melodieën die je bijblijven, is frappant. Je beleeft een voortgang in zijn werk, geen onderbreking. Bachs Christ lag in Todesbanden, ook schitterend en gebaseerd op dezelfde
“HET TALENT VAN PACHELBEL VOOR
HET SCHRIJVEN VAN KORTE MELODIEËN DIE JE BIJBLIJVEN, IS FRAPPANT.”
koraaltekst, is langer en bestaat uit zeven delen. De taal van de vroege Bach raakt me, meer dan die van de late. Ze kent duidelijke Italiaanse invloeden, en de lichte toets van Pachelbel is niet ver weg. Christ lag in Todesbanden was bedoeld voor paaszondag. We zitten daar nu niet ver vandaan, voor mij gaat het om de universele boodschap, het idee van de wederopstanding in beide werken.”
“Dit hele project is ontstaan tijdens de pandemie – voor sommigen de vreselijkste tijd van hun leven. We snakten naar vrijheid, naar opnieuw beginnen. In het algemeen streeft de mens naar vrijheid, en dat heeft alles te maken met ons streven naar geluk. Voor mij draagt de combinatie van werken op dit programma een kalm geluksgevoel in zich.”
“De eenvoud die Pachelbels muziek uitstraalt vind ik zeer aantrekkelijk. Hij heeft direct impact, je begrijpt onmiddellijk wat hij wil zeggen, zelfs als je de taal van de gezongen tekst niet kent. Pachelbel schreef korte werken, hij hanteerde de kleine vorm, en alles zit erin. Zijn vocale muziek is goed geschreven voor de stem, maar niet per se gemakkelijk voor de uitvoerder. De cantate Was Gott tut ist Wohlgetan is een positieve noot in het geheel. Hij duurt slechts negen minuten en het gehele stuk staat in één maatsoort, een vierkwartsmaat – die gaat door en door. De creativiteit die de componist aan de dag legt binnen die ene maatsoort is onwaarschijnlijk.”
Licht, zwierig en kernachtig
“Pachelbels Magnificat, PWV 1509, met een extreem lastige partij voor de concertmeester, is puur kamermuziek”, zegt de Franse dirigent opgetogen. “Ik verheug me er zeer op dat Shunske Sato deze noten op zich neemt: zijn spel is licht, zwierig en kernachtig. Het kan zijn dat ik dit stuk en ook de Canon niet dirigeer, zodat de musici echt op elkaar in kunnen gaan. De werken zijn er intiem genoeg voor. In Pachelbels tijd was Luther actief, hij vertaalde de Bijbel in het Duits, de taal van het volk. Alles stond in het teken van de reformatie. Juist daarom vond ik het interessant om het
Latijn in herinnering te roepen en het belang van deze taal, zoals die in het Magnificat wordt toegepast. Dit stuk is nieuw voor mij, ik ken er geen opname van, ik heb alleen de noten. Voor een uitvoerder is niets spannender dan ergens een eigen stempel op te kunnen drukken.”
Retoriek
“Tröste uns Gott van Pachelbel en Ich lasse dich nicht zijn allebei motetten – het laatste is gehuld in een wolk van mysterie, dat maakt het stuk voor mij aantrekkelijk. Is het van Bach? Wie zal het zeggen. In ieder geval is het van een zeer goede componist. Bach was een uitbundig mens, en ondernam van alles. Misschien schreef hij dit motet voor dubbelkoor in Arnstadt toen hij nog geen naam had als componist, maar wel al af en toe wat schreef. De zangers worden in beide werken op een prachtige manier uitgedaagd. Waar bij Bach de virtuoze sprongen opvallen, houdt Pachelbel het compacter. Bij dit alles is de retoriek het belangrijkste middel dat de uitvoerder van barokmuziek heeft. Welke accenten leg je en hoe leg je ze om een climax te bereiken, hoe vertel je je verhaal? Ik hoef het de musici van de Nederlandse Bachvereniging niet uit te leggen, die zijn optimaal thuis in deze periode.”