HISTORISCHE RUBRIEK April 2012, nr. 4 INFORMATIE VAN HISTORISCHE VERENIGING BAKKEVEEN Notulen Ledenvergadering “Historische Vereniging Bakkeveen” Dinsdag 13 maart 2012 in Dundelle Aanwezige bestuursleden: Fred Hoogenboom, Mattie van der Meer, Jaap de Zee, Willem Dolstra, Jan van Dalen (notulist). Margriet Dijkstra komt later wegens familieomstandigheden. Afwezig: Jan Slofstra (m.k.) In totaal aanwezig: 24 leden op een bestand van ruim 200 Afmelding van Henco en Ann Nijland, Johannes Roelsma, Oene Roelsma, Johan Sieswerda. 1: Om 20 uur opent Fred de vergadering Fred doet mededelingen omtrent enkele personen die zich voor de vergadering hebben afgemeld. 2: Het jaarverslag 2011 wordt besproken. Naar aanleiding van het jaarverslag wordt medegedeeld dat over ca 2 weken een nieuwe “Ald Bakkefean” uitgegeven zal worden. Dit tijdschrift zal in zijn geheel gewijd zijn aan de “Hooglanders”: boerenfamilies die in de jaren na de oorlog vanuit Hoogland bij Amersfoort naar onze omgeving zijn getrokken en een bestaan hebben opgebouwd. Voor 2012 worden nog 2 uitgaves van Ald Bakkefean voorzien: het dubbeldikke Allardsoognummer. Er ontstaat discussie hoelang er al geen tijdschriften zijn verschenen: 2 jaar. De eerder geschetste verwachtingen konden niet worden waargemaakt. Enkele leden lieten merken hierin zwaar teleurgesteld te zijn en betreuren de weinige transparantie van het bestuur in de berichtgeving hieromtrent. De historische dorpswandelingen zullen meer in het voorseizoen worden gehouden. Er is een brief, opgesteld in samenwerking met de Natuurvereniging Bakkeveen, naar de gemeente onderweg waarin de opmerkingen over het ontwerp bestemmingsplan buitengebied nader worden toegelicht. 3: Verslag kascommissie Gerard Smit en Huub Bouma hadden zitting in de kascommissie. Men deelde mede dat het financieel verslag een getrouwe weergave is van de werkelijkheid en dat de penningmeester in dezen decharge wordt verleend. 4: Financieel verslag Voor wat betreft financiën bepalen de publicaties van de tijdschriften het grootste deel van de kosten. Omdat deze kosten in 2011 niet gemaakt
zijn heeft het bestuur besloten geen contributie te heffen over 2011. Dit besluit wordt conform de agenda ter vergadering in stemming gebracht. Het grootste deel van de aanwezige leden (60%) vindt dat er desondanks gewoon contributie geheven kan worden. Het bestuur zegt toe invulling aan het besluit van de vergadering te zullen geven. 5: Benoeming kascommissie 2012 Gerard Smit is aftredend en in zijn plaats wordt Sipke Smid benoemd. 6: Goedkeuring jaarstukken Geen wezenlijke opmerkingen en derhalve goedgekeurd. 7: Bestuurswisseling Willem Dolstra is aftredend en niet herkiesbaar. Fred noemt de betekenis van het vele werk van Willem Dolstra voor de historische kennis in woord en beeld; hij heeft veel belangstelling voor de omgeving van Bakkeveen. Willem was bestuurslid van het 1e uur. Hij wordt bedankt voor al zijn opbouwend werk. Mieke Wesdorp – Hillebrants van de Mjumster Wei wordt in het bestuur benoemd. Ze heeft recent een opleiding geschiedenis afgerond, waarbij onze omgeving specifieke aandacht heeft gehad. 8: Jaarplan 2012 De versterking van de organisatiestructuur zal speciale aandacht krijgen. Hiermee wordt getracht het aantal tijdschriften per jaar weer naar het beoogde aantal te krijgen. Tevens wordt al gewerkt aan een special “Ald Bakkefean”; deze zal gaan over 125 jaar Plaatselijk Belang (in 2013). Er wordt een beroep gedaan op de leden het bestuur in dezen te ondersteunen. Door de verkoop/opheffing van de Hervormde Kerk in Bakkeveen is het interessant de kerkelijke geschiedenis in beeld te brengen. Gegevens zijn bij Tresoar te vinden; om deze bronnen te onderzoeken is ook hier hulp van leden noodzakelijk. 9: Rondvraag Geen Vertelsels Na de pauze werd er door een vijftal personen over historische “feiten” en bevindingen verteld.
41
Jaap de Zee vertelde het ijzersterke verhaal van Oedske Jan over de appelboom met de roestige spijkers. Appie Postma verhaalde van zijn jeugd: de schooltijd in Bakkeveen en de kwajongensstreken die 70 jaar geleden werden uitgehaald. Fokje Hoogeveen (zat bij onderwijzer Appie Postma in de klas) vertelde het boeiende verhaal over Rinkje: de weggelopen hond en de parodie op vakantiegasten.
Bauke Dijkstra haalde de herinneringen op in de relatie tussen buurtschap “De Biskop” en het dorp Bakkeveen. Vele bekende Bakkeveensters van weleer passeerden de revue. Fred Hoogenboom deelde met de aanwezigen zijn gevoel van “thuiskomst”. Oorspronkelijk R.K. opgevoed en tijdens interviews met R.K. families in Bakkeveen voor het boek “100 jaar Plaatselijk Belang, 1988) kwam dit jeugdgevoel weer terug. De vertellers werden met een bos bloemen bedankt.
Straatnamen in Bakkeveen De gemeente Opsterland is voornemens om straatnaamborden die verwijzen naar personen van een korte toelichting te voorzien. Op verzoek van de gemeente heb ik daarom de gegevens verzameld over personen waarnaar straten in Bakkeveen vernoemd zijn. Ik gebruikte de volgende bronnen: het boek “Smellingera-land“, uitgegeven bij het 300-jarig bestaan van Drachten 1641-1941, en de websites www.biografischportaal.nl en www.stamboomzoeken.nl. Duidelijk wordt uit dit overzicht is dat alle naar straten genoemde personen hun stempel gezet hebben op de ontwikkeling van Bakkeveen. Aylvalân De familienaam Van Aylva is verbonden met Bakkeveen omdat leden van deze machtige adellijke Friese familie van ongeveer 1649 tot 1773 compagnon waren in ondernemingen die tot doel hadden om toegang te krijgen tot de venen ten zuidoosten van Drachten of zelfstandig eigenaar van de Drachtster of de Bakkeveenster Vaart. Het gaat dan om Douwe, Sjoerd en Tjaerd, de zoon van Sjoerd. Nadat Tjaerd in 1715 kinderloos stierf werd zijn nichtje Juliana Dorothea van Aylva, echtgenote van Willem Frederik Thoe Schratenbach, de erfgename en daarna hun dochter Johanna Wilhelmina, de echtgenote van Edzard Hobbe van Burmania. Vanaf 1773 (na het overlijden van de E.H. van Burmania) verkochten de erfgenamen hun bezittingen in en rond Bakkeveen. Douwelân Douwe van Aylva, Sjoerd van Aylva, Heero van Ockinga en Saco van Teijens (secretaris van de grietenije Opsterland) sloten in 1649 een contract met Passchier Hendriks Bolleman en compagnons, dat eerstgenoemden de mogelijkheid bood om de hoge venen van Backaveen, naast die van Ureterp en Siegerswoude te gaan exploiteren. Douwe (1610 -1665) was vanaf 1638 grietman van West Dongeradeel en vanaf 1654 van Leeuwarderadeel. Hij was gedurende zeventien jaar lid van gedeputeerde staten van Friesland, een man van
42
groot bestuurlijk gezag, waarom men hem wel eens aanwees als opperregent van het gewest Friesland. Ecofeen Isbrandus Ecofeen tot Bergclooster verwierf uit het faillissement van Bolleman in 1656 samen met Feyo van Hiemstra, ontvanger-generaal van Tietjerksteradeel, het eigendom van de vaart van Drachten naar het noordoosten. Hij werd later enig eigenaar. Hij beleefde geen geluk van zijn bezit. In 1674 werd de vaart en de dwarsvaart en twee roeden wallen voor een veel lagere prijs dan hij eerder betaald had (750 goudgulden) verkocht aan Sjoerd van Aylva. Sjoerdlân Verwijst naar Sjoerd van Aylva (1616-1679), hij sloot samen met Douwe de overeenkomst van 1649, werd in 1656 grietman van Dantumeradeel en in 1660 gecommitteerde in de admiraliteit op de Maas, lid van de Staten van Friesland en van de Saten Generaal. In 1666 deed hij afstand van zijn grietenij ten behoeve van zijn zoon Tjaerd. Toen werd hij zelf raadsheer van het hof van Friesland. Na 1674 werd Sjoerd enig eigenaar van de vaart die uit Drachten naar Bakkeveen gegraven werd. Hij kocht de vaart na het faillissement van Isbrandus Ecofeen. Hij overleed in 1679. Zijn zoon Tjaerd was zijn erfgenaam. Tjaerdlân Deze straatnaam verwijst naar Tjaerd van Aylva (1647 -1715). Hij werd in 1666 (negentien jaar oud) grietman van Dantumeradeel en bleef dat tot 1713. Hij legde langs de vaart vanaf 1692 een goede verbindingsweg aan tussen Drachten en Opsterland,en bouwde de benodigde bruggen. Hij bouwde ook het Blauhûs in Bakkeveen en kan gezien worden als de stichter van het dorp Bakkeveen, waarin nog altijd het door hem ontworpen planologisch model zichtbaar is.
Burmanial芒n Edzard Hobbe van Burmania (1698-1772) was van 1745 tot 1755 raadsheer van het hof van Friesland, was eigenaar en bewoner van het Blauh没s, van de Bakkeveenstervaart en heeft zich actief bemoeid met afbakening van de Drentse en de Opsterlandse en Ooststellingwerfse venen en met de ontwikkeling van veenontginning achter de Haule. Hij is ook begonnen met aanplant van bossen rondom de Slotplaats. Ook diens voorouders waren al bij veenontginningen betrokken: in 1529 verwierf Tjaerd van Burmania het recht om in Achtkarspelen veen te ontginnen. Rienks van Burmania verwijdde eind zestiende eeuw de noorderlijke tak van de Dracht. Scheltingal芒n en Allardsoog Allard Ruurds Scheltinga (1730-1813), afkomstig uit de Harlingse zakelijke doopsgezinde elite (maar zelf niet doopsgezind) werd geboren en overleed in Harlingen. Hij was reder ter walvisvaart (tot 1768), eigenaar van een houtzaagmolen( tot 1781) en koopman. Hij werd in 1778 eerst samen met andere Groningse en Friese heren, maar later enig eigenaar van de veenontginning rond Bakkeveen en bewoner van het Blauh没s. In 1785 bouwde hij aan het eind van de Meeuwmeerswyk een
herberg/boerderij: Allardsoog. Van 1802 tot 1804 was hij (onder koning Lodewijk Napoleon) lid van het Fries wetgevend Lichaam. Jarig van der Wielenwei Jarig van der Wielen (1880- 1950) volgde vanaf 1897 enige tijd een predikantenopleiding, en trachtte rond 1900 een onderwijzersdiploma te halen. In 1901 werkte in de zuivelfabriek in Leeuwarden en hij ging in 1902 naar Frankrijk leren om Franse kaas te maken en zijn kennis van die taal bij te spijkeren. Van 1902 tot 1905 werkte Jarig als propagandist voor de arbeiders van de zuivelfabriek in Leeuwarden. Van 1905 tot 1907 ging hij naar Amerika werken op boerenbedrijven en van 1908 tot 1910 opnieuw. Hij keerde toen terug om te trouwen met zijn oude liefde en ze vertrokken snel daarna samen naar Amerika. Ze keerden in 1916 samen terug naar Nederland, gingen in Leeuwarden wonen. In 1920 kocht Jarig een stuk heide in Bakkeveen om een boerenbedrijf te beginnen. Ze arriveerden met een wit woonschip en hun twee oudste zoons op de avond van 15 mei 1920. Zijn vrouw werd ernstig ziek en verbleef vanaf 1921 in een psychiatrisch ziekenhuis waar ze tot haar dood in 1945 verbleef. Jarig werd pionier van het volkshogeschoolwerk en het buurtopbouwwerk in Nederland. Hij overleed in Bakkeveen in 1950.
43