infinitief ten stam + den
stam +t
Ik heb/ ben ….
stam
te stam+ de
stam infinitief -en
Tegenwoordige Tijd
Verleden Tijd
INFINITIEF
spelen
speel den
speel t
gespeel d
speel
speel de
speel Tegenwoordige Tijd
Verleden Tijd
spelen
lunchen
lunch ten
lunch t
gelunch t
lunch
lunch te
lunch Tegenwoordige Tijd
Verleden Tijd
lunchen