Ondernemen! Jaargang 18, april 2012, nr 2

Page 1

opinieblad van jrg. 18 | nr 2 april 2012

Leer informeel leren Kunstsector op eigen benen Zakendoen op z’n Duits Struinen op internet

Peeze-directeur Timmo Terpstra:

‘ Duurzaamheid hoort bij onze filosofie’


Inhoud 3

14

Branchescan

0 5 € TIS

Google p o u n r e e t Adver

Dankzij inventiviteit trekt de Rotterdamse Schouwburg meer bezoekers. De hele kunstsector is op zoek naar nieuwe bronnen.

04 52

OPINIE Hans Biesheuvel Ruud Koornstra

Actueel

10 Het nieuwe werken roept oude vragen op.

Branchescan 12 Cultuursector Overleven met minder subsidie.

14 Reportage Geld verdienen met de huiskamer van Rotterdam.

GR A

18 Rondetafelgesprek ‘Onze sector moet zich ook gedrágen als mkb’er’.

p 20 of kijk o 0 0 0 5 2 0 ren Bel 080 l/nuprobe .n le g o o .g www

25

Dossier

Duitse consumenten kijken de kat uit de boom. Wie met de oosterburen zaken wil doen, kan zich geen missers veroorloven.

Marktveroveraar

Q&A

ANALYSE

22 Jagers en verzamelaars op internet. 38 Mkb leert informeel leren. 42 Ondernemers lopen miljarden mis.

THEMA DUURZAAMHEID 44 Inleiding Bedrijven werken samen met milieuorganisaties.

48 Reportage Koffiebrander Peeze is duurzaam vanaf de boer.

Wilt u echt goed gevonden worden via Google? Met Google AdWords kunt u adverteren op Google en zo beter gevonden worden door klanten die naar uw product op zoek zijn. Een Google AdWords-specialist helpt u bovendien een maand gratis met het opzetten van uw eerste online campagne. Ontvang uw gratis € 50 advertentietegoed door te bellen met 0800 250 00 20, of kijk op google.nl/nuproberen voor meer informatie.

AdWords

50 Expertpanel Intratuin Arnhem reageert

38

Q&A

Ondernemers die een leercultuur in hun bedrijf creëren, plukken daar de vruchten van. Excelleren.nu was ook een leerttraject voor MKB-Nederland.

te laat op Milieudefensie.

06 07 52 55

ELKE MAAND Start Voorwoord Colofon MKB Informeert

D ossier 25 30 34

Zakendoen met Duitsers Webwarenhuis ziet nieuwe markt Eensgezind over onze oosterburen


04 Hans Biesheuvel

ONWEERSTAANBAAR AANBOD VOOR ONDERNEMENDE VOETBALFANS

Chapeau voor ambitie

Ik hoop dat premier Rutte en minister Verhagen u tijdens hun optreden ook eindelijk kunnen vertellen hoe het bezuinigingsakkoord eruit ziet. Ik hoop en verwacht dat VVD en CDA met steun van de PVV, met een goed doortimmerd plan komen. Een plan dat recht doet aan de noodzaak van het terugdringen van het overheidstekort, dat hervormingen niet uit de weg gaat en bijdraagt aan de broodnodige groei van onze economie.

I

n de week dat dit magazine verschijnt, sta ik drie dagen achter elkaar op het podium van ‘de Week van de Ondernemer’. Drie dagen lang heb ik het voorrecht om duizenden ondernemers toe te spreken. Het concept van de Week, dat MKB-Nederland dit jaar al voor de vijftiende keer organiseert – en overigens ook van de regionale ondernemerscongressen die later dit jaar nog volgen – spreekt mij bijzonder aan. Laagdrempelig, veel gelegenheid tot netwerken, je kunt je er laten inspireren en bij laten spijkeren. De sfeer is, zo heb ik vorig jaar mogen ervaren bij de congressen, fantastisch.

fotografie Michel Grollé

Premier Rutte en vice-premier Verhagen zullen ook hun opwachting maken. De top van het kabinet heeft mijn uitnodiging om u toe te spreken met beide handen aangegrepen. Het is al zo vaak gezegd dat het bijna een cliché lijkt, maar toch herhaal ik het nog maar eens: het midden- en kleinbedrijf, u allemaal, is de motor van de economie. Ook in en rond het Binnenhof is men daar van doordrongen.

Ondertussen ondernemen wij gewoon door. Dat hebben we tijdens de stilteweken op het Catshuis ook gedaan. Het thema van de Week van de Ondernemer dit jaar is Ambitie. Dat hebben we heel bewust gekozen. Alle sombere geluiden ten spijt, in mijn contacten met ondernemers klinkt vooral optimisme door, de wil en de passie om alles uit het bedrijf te halen. Om nieuwe wegen te zoeken, creatieve oplossingen om afzetmarkten te vinden en te vergroten. U laat het hoofd niet hangen, maar kijkt voorbij de crisis en maakt volop plannen. U heeft de ambitie om er iets van te maken en laat zich niet tegenhouden door de omstandigheden. Dat moet ‘Den Haag’ vooral beseffen en zich realiseren dat onze boterham wel door ondernemende mensen en hun werknemers moet worden verdiend. Ik kan alleen maar zeggen: chapeau. Ik ben er trots op dat ik uw voorzitter ben. U toont zich een echte ondernemer. En daarvan krijg je nooit genoeg.

Hans Biesheuvel Voorzitter MKB-Nederland

HET 3-4-3 VOORDEEL VAN RENAULT BEDRIJFSWAGENS ALLEEN TIJDENS DE BEDRIJFSAUTORAI 3 JAAR 0% FINANCIAL LEASE

0% *

RENAULT KANGOO VANAF € 9.990,-

RENAULT TRAFIC VANAF € 17.590,-

RENAULT MASTER VANAF € 20.090,-

www.renault.nl

*Verkiezing International Van of the Year geldt voor Kangoo Z.E. Aanbiedingen geldig van 02-04-2012 t/m 02-07-2012. Kijk voor informatie over aanbiedingen op andere modellen en de exacte voorwaarden op renault.nl. Renault Kangoo Express vanaf € 9.990,excl. BTW en BPM. Renault Trafic vanaf € 17.590,- excl. BTW en BPM. Renault Master vanaf € 20.090,- excl. BTW en BPM. Prijzen excl. verwijderingsbijdrage, leges, kosten rijklaar maken. Leaseprijs Renault Kangoo Express vanaf € 345,- per maand. Leaseprijs Renault Trafic vanaf € 449,- per maand. Leaseprijs Renault Master vanaf € 525,- per maand. Prijzen op basis van Full Operational Lease via Renault Business Finance excl. BTW, brandstof, vervangend vervoer o.b.v. 48 mnd/20.000 km/jr. Het 0% financial lease aanbod is geldig van 13-04-2012 t/m 24-04-2012. Buiten deze periode is het financial lease aanbod 1,9%. Informeer naar een aantrekkelijk leasetarief of reparatie onderhoudscontract bij Renault Business Finance. Leaseprijs per 01-04-2012. Op elke nieuwe Renault Kangoo Express, Trafic en Master geldt een fabrieksgarantie van 2 jr. zonder kilometerbeperking.12 jr. plaatwerkgarantie (m.u.v. Master; deze behoudt 6 jaar plaatwerkgarantie). Getoonde modellen kunnen afwijken van standaarduitvoering. Drukfouten, prijs- en specificatiewijzigingen voorbehouden. Voor meer informatie, de voorwaarden en/of een dealer bij u in de buurt, bel gratis 0800-0303 of kijk op bedrijfswagens.renault.nl. Financieringsaanbod alleen geldig op nieuwe Renault bedrijfswagenorders tussen 02-04-2012 t/m 02-07-2012. Jaarlijks kostenpercentage bedraagt 0%, maximaal te financieren bedrag: € 20.000. Looptijd min. 12 en max. 36 maanden. Renault Business Finance en Renault behouden zich het recht voor de actie op elk moment zonder opgave van reden te wijzigen of te beëindigen. Slottermijn niet mogelijk. Bedragen zijn afgerond op hele euro’s. Rentewijzigingen en drukfouten voorbehouden.

Min./max. verbruik: 4,4-9,8 l/100 km. Resp. 19,2-12,7 km /l. CO2: 115-260 g/km.


06 Start

Q&A

Editorial

Tom Janssen MKB IS GROENER

Boekwinkels als Selexyz en De Slegte hebben moeite overeind te blijven. Volgens Joop van den Hoorn (63), boekhandelaar in Purmerend, valt er bijna niet tegen te vechten.

FINANCIËLE POST Hoeveel omzet heeft internet van u afgesnoept? ‘Dat is moeilijk te zeggen, omdat er heel veel andere factoren een rol spelen. En Purmerend groeit nog steeds. Maar ik schat het op 20 à 25 procent. Als klanten in de winkel zeggen: “Ik kijk nog wel”, dan weet ik dat ze het bij die concurrent met drie letters gaan kopen.’ Waarom kopen klanten boeken via internet? ‘Dat heeft te maken met de bereikbaarheid van de binnenstad, de hoge parkeertarieven. Maar meer nog hangt het samen met de individualisering. Kopen via internet geeft mensen het voldane gevoel dat ze zelf iets geregeld hebben. Het is de bevestiging dat je iets bent of iets kunt.’ Met boeken gaat dat ook makkelijk, toch? ‘Dat vind ik eigenlijk niet. Veel klanten weten nog niet precies wat ze willen. Ik kan ze adviseren. Kijk, met food weten klanten wat ze lusten, een cd kun je beluisteren, maar met een boek ligt dat moeilijker. Ik heb de afgelopen maand dertig exemplaren van een zeventiendeeeuwse tekst over een Hoornse regentenzoon kunnen verkopen, gewoon omdat ik weet dat het er ís.’ Bent u zelf actief op het net? ‘Jawel, met boeken die het actuele circuit hebben verlaten. Boeken die ik anders in de uitverkoop zou doen, kan ik nu tegen een iets hogere prijs kwijt. Voor mij worden de handlingkosten voor internetverkoop van nieuwe boeken al snel te hoog.’

De banken proberen het weer eens, het instellen van een digitale brievenbus voor alle financiële post. De rekeningen van de bij FiNBOX aangemelde bedrijven komen in een mailbox die direct is gelinkt aan de internetbank van de particulieren. Vraag is alleen hoeveel klanten FiNBOX willen.

BENZINE DUUR BETAALD

Ongekend somber Het is somberheid troef. Het consumentenvertrouwen is de afgelopen periode opnieuw gedaald. Dit keer met maar liefst drie punten tot min 39. We moeten ver terug in de geschiedenis om zo’n sombere stemming terug te vinden. Consumenten zijn niet alleen pessimistisch over de economie in het algemeen, maar ook over hun eigen financiële vooruitzichten. Op de vraag of de tijd rijp is voor grote uitgaven, antwoordde vrijwel iedereen ‘nee’. Die deelindicator zakte met twee punten naar min 22. Het CBS noemt de koopbereidheid ‘zeer gering’. De onzekerheid over de nieuwe bezuinigingen speelt hierbij ongetwijfeld een belangrijke rol. Het CBS meldde enkele weken geleden ook dat het besteedbaar inkomen van consumenten in 2011 voor het vierde jaar

op rij is gedaald, net als het jaar ervoor met 0,4 procent. Zo’n daling op zich is niet zo indrukwekkend, maar het idee dat hun inkomen al vier jaar terugloopt maakt mensen kopschuw. De lonen stegen in 2011 gemiddeld met 1,8 procent. Dat is onvoldoende om de inflatie van 2,3 procent bij te houden. Bovendien hadden de meeste burgers te kampen met hogere zorg- en pensioenpremies. Dat heeft uiteraard meteen zijn weerslag op de stemming onder de producenten. Die zien dat de waarde van de binnenkomende orders daalt.

CONSUMENTENVERTROUWEN 0 -10 -20 -30 -40 -50 2008

2009

2010

2011

‘12 Bron: CBS

De benzineprijs is naar een recordhoogte gestegen. Een liter kostte eind maart bij marktleider Shell 1,869 cent. Aan het begin van de maand was dat 1,799 cent. Niemand durft te voorspellen wat de prijs de komende maanden gaat doen.

0% GROEI VAN de werkgelegenheid noteert de Arbeidsmonitor van Manpower. Dat betekent dat het aantal werkgevers dat wel en geen stijging in eigen bedrijf verwacht, elkaar in evenwicht houdt. Een kwartaal eerder was het twee procentpunt positief. In de sector transport, opslag en communicatie is men het meest positief (acht procent).

fotografie Lex Draijer

Eén op de acht werknemers in het mkb heeft een ‘groene’ baan, tegen een op de 33 bij de grote bedrijven. Dat blijkt uit onderzoek van de Europese Unie. Groene mkb-bedrijven opereren vooral in eigen land. Bureaucratie blijkt een drempel voor de export ervan.

Blijven leren Het is geen opzet, maar dit nummer van Ondernemen! gaat eigenlijk maar over één onderwerp: blijven leren. Dat is rechttoe-rechtaan het geval in het interview met Louis Peters, projectleider van Excelleren.nu. In dat project, dat van het najaar van 2010 tot deze lente liep, leerden zevenhonderd mkb-ondernemers hoe en waarom ze een echte leercultuur in hun bedrijven moeten creëren. Leren hoeft niet beperkt te blijven tot schoolbanken en aparte cursussen. Een cultuur waarin werknemers van elkaar en van hun baas leren, kan al op de werkvloer beginnen. Hoe je ondernemers zo ver krijgt, was op zich ook al een leertraject voor MKB-Nederland. Maar leren staat ook centraal in de Branchescan. Eind 2010 schreven we over de kunstsector, die zich doodgeschrokken was van de aangekondigde bezuinigingsoperatie. Nu laten de ondernemers in die sector, en dan bedoel ik de theaters, de gezelschappen en de festivals, zien dat ze druk bezig zijn te leren hoe ze op andere manieren aan geld moeten

Wie denkt dat hij alles weet, blijft niet lang ondernemer komen. Cultuurondernemers leren van elkaar en van hun collega’s in andere sectoren. Het klonk bijna als vloeken in de kerk: ‘We moeten ons ook gedrágen als mkb’ers.’ Ook dat is leren. Ook op het gebied van duurzaamheid hebben ondernemers de afgelopen jaren heel wat nieuwe dingen opgestoken. Mede onder invloed van de Green Deal die MKB-Nederland en VNO-NCW eind 2011 met de overheid hebben afgesloten, lijken bedrijven en milieuorganisaties elkaar op te zoeken om samen oplossingen te vinden die goed zijn voor mens en milieu. Terwijl ik dit zo opschrijf, realiseer ik me dat ‘blijven leren’ natuurlijk een thema is dat altijd nauw verbonden is aan het midden- en kleinbedrijf. Kansen zoeken, nieuwe uitdagingen aangaan en oplossingen bedenken voor alle problemen die je onderweg tegenkomt, het is eigenlijk allemaal en kwestie van leren. Wie denkt dat hij het allemaal wel weet, zal niet lang ondernemer blijven. René Bogaarts hoofdredacteur

07 7


start 09

Advies

JURIDISCH

Tijdig ingrijpen

professi power

al

Ultradun. Ultrakrachtig. HP Folio13. Stijlvol, ultradun en dankzij een batterijduur tot maar liefst 9,5 uur kunt u overal aan de slag met het nieuwe UltrabookTM van HP: de HP Folio13. U kunt supersnel opstarten en werken, dankzij de Intel® CoreTM i5-2467M processor en 128GB Solid State Drive. De HP Folio13: een elegant en licht notebook met krachtige mobiele prestaties.

Verkoopadviesprijs

€879,- excl. BTW Bestelnr.: B0N00AA#ABB

www.misco.nl/hpfolio

©2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Alle rechten voorbehouden. Intel, het logo van Intel, Intel Inside, Intel Core en Core Inside zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Voor meer informatie over de Intel processor rating, gaat u naar www.intel.nl/stars. Producten zijn afhankelijk van beschikbaarheid. Prijs-, druk- en zetfouten voorbehouden. Het is mogelijk dat de gefotografeerde producten niet overeen komen met de omschrijving.

Stralen met Powerpoint Iedereen kent de ‘Powerpointhel’. Uren hebben we zitten zwoegen op een zorgvuldige presentatie. Aangekomen op het werk of bij de klant blijkt dat we vergeten zijn om de diashow naar onze laptop te kopiëren. Of de schootcomputer wil niet praten met de projector, waardoor iedereen naar een blauw scherm staart. Of Windows bedenkt dat dit het uitgelezen moment is om dwars te gaan liggen. De Wet van Murphy, die onverbiddelijk verbonden lijkt met presentaties, is te vermijden met BenQ Joybee GP2. Dit is een draagbare beamer van ruim een halve kilo met een intern geheugen van twee gigabyte waarop foto’s en video’s, maar ook PDF’s, Wordteksten, Excel-rekenbladen en Powerpoint-presentaties zijn te stallen. Daarmee zijn twee mogelijke hindernissen uit de weg geruimd (andermans onbereikbare projector en een weigerachtige laptop). De Joybee GP2 is uitgerust met een sleuf voor een iPod of iPhone en andere aansluitingen. De beamer is uit te breiden met een accu voor drie uur beeld. Zelfs de stroom mag uitvallen. BenQ Joybee GP2, adviesprijs € 599, www.benq.nl

Een zonnige toekomst voor iedere ondernemer! Dat zou een mooi toekomstbeeld zijn. De wil om aan een gezond bedrijf te werken is er. Veel ondernemers zijn genoodzaakt om maatregelen te nemen in deze tijd van crisis. Die maatregelen liggen vaak op het gebied van ontslag, omdat de kosten van personeel hoog zijn. Aanpassing van het personeelsbestand als duurzame investering voor de toekomst is geen populaire keuze. Daarnaast wilt u als ondernemer medewerkers waar u vertrouwen in hebt behouden. Bovendien vormen uw medewerkers vaak ook het kapitaal van de onderneming. Toch is het noodzakelijk om tijdig in te grijpen. De ervaring leert dat ondernemers de beslissing te lang uitstellen en daardoor uiteindelijk onderuit dreigen te gaan. Met als gevolg dat álle medewerkers op straat kunnen komen te staan. Door het lef te hebben ‘impopulaire’ maatregelen te nemen en tijdig in te grijpen binnen het personeelsbestand, kunt u erger voorkomen. Ik realiseer mij dat het een lastige en beladen beslissing is, maar hiermee voorkomt u dat uw bedrijf nog verder in de neerwaartse spiraal terecht komt, met alle gevolgen van dien. Het is dus zaak om kritisch te kijken naar uw personeelsbestand. Een goede voorbereiding is daarbij essentieel. Hoe valt het afspiegelingsbeginsel (een rekenmethode voor aanwijzing van de voor ontslag voor te dragen werknemers) uit? Zijn functies onderling uitwisselbaar? Moet advies worden aangevraagd in het kader van medezeggenschap? Streef naar de in uw ogen juiste samenstelling van uw personeelsbestand en bekijk alle opties, ook naar opties

die op het eerste gezicht onhaalbaar lijken. Wie tijdig start met de inventarisatie en de eerste voorbereidingen, vergroot zijn kansen op een succesvol verloop maximaal. Ook daarmee kunt u zich in positieve zin onderscheiden van de concurrentie. Kijk kritisch naar overcapaciteit en mogelijkheden om de kosten te beperken, als u verstandig en verantwoordelijk wilt ondernemen. Dit kan door tijdig maatregelen te nemen. En ja, duurzaam ondernemen betekent dan lef hebben. Maar dat lef vertaalt zich in een langer en gezonder leven voor uw onderneming doordat werkgelegenheid voor de overige werknemers blijft bestaan en u zich volledig kunt inzetten om de resultaten in de toekomst te verbeteren.

Heiko van Es, arbeidsrechtspecialist DAS


10 Actueel

11

Maar het ziekenhuis heeft een fout gemaakt en dit is gevolgschade. Daar draai ik nu weer gedeeltelijk voor op!’ Doorbetalen van salaris tijdens ziekte die geheel buiten de macht van de werkgevers ligt, is een onderwerp waar ondernemers al lang tegen aan hikken. Een poging om daar iets aan te doen, bijvoorbeeld door aparte verzekeringen op te stellen voor werknemers en werkgevers, strandde in 2009 uiteindelijk bij de Sociaal-Economische Raad. Toch was het geen gekke gedachte. Vóór de invoering van de WAO in 1967 kende Nederland ook aparte verzekeringen voor de zogeheten risque professionel en de risque social.

Het nieuwe werken roept oude vragen op Werkgevers willen geen loon doorbetalen bij ‘eigen schuld’ van werknemers. Het pleit leek verloren, maar het nieuwe werken blaast de oude discussie nieuw leven in. tekst René Bogaarts / illustratie Bas van der Schot

Een paar jaar geleden heeft een werkneemster van Henk Grifhorst een piercing laten zetten op wat Grifhorst plastisch omschrijft als ‘een plek waar de zon niet schijnt’. Er ging iets mis, de zaak begon te ontsteken en het meisje was weken uit de roulatie. ‘Voor mij hoefde ze die piercing echt niet te nemen, hoor, maar ik moest wel haar loon doorbetalen’, moppert Grifhorst. Grifhorst, die samen met zijn zoon een bekende kindermodewinkel in

de Amsterdamse binnenstad runt, vervulde de afgelopen decennia tal van functies in het midden- en kleinbedrijf. Hij is een goedgebekte Amsterdammer die bekend staat om zijn niet altijd even fijnzinnige manier van uitdrukken. SCHADE BORSTVERGROTING Het is alsof de duvel ermee speelt, maar van de drie keer dat hij tegen zijn zin loon tijdens ziekte moest doorbetalen, gaat het niet één

keer over sportblessures of andere ‘normale’ ziektegevallen. ‘Een vrouw liet, direct na haar vakantie, haar borsten vergroten. De verzekering vergoedde die ingreep niet, maar ik moest natuurlijk wel salaris betalen’, zegt hij. En nu heeft hij weer zo’n apart geval. ‘Bij een vrouw die jaren geleden een borstvergroting heeft gehad, zijn de verkeerde implantaten gebruikt. Zij moet nu opnieuw geopereerd worden. Terecht natuurlijk en het is heel zielig voor haar.

UITGEMAAKTE ZAAK Merkwaardig genoeg lijkt deze oude discussie weer nieuw leven ingeblazen te worden door wat modieus ‘het nieuwe werken’ wordt genoemd, of – nog modieuzer – ‘HNW’. Nu werknemers steeds vaker thuis werken of in los dienstverband arbeid verrichten, is het nodig om oude vragen en antwoorden opnieuw tegen het licht te houden. Het is juridisch een uitgemaakte zaak dat werkgevers het salaris doorbetalen van een werknemer die tijdens zijn werk van een steiger valt. Dat geldt ook als ze over het snoer van een computer struikelen en zelfs, onder bepaalde omstandigheden, als ze tijdens een fietstochtje vallen, omdat ze hun mobiel opnamen om een klant te woord te staan. Maar hoe zit het met werknemers die thuis aan het werk zijn? Moet de baas controleren of zijn mensen thuis wel een goede bureaustoel hebben of dat er kinderspeelgoed rondslingert, waar ze over kunnen vallen als ze tussendoor snel een kopje koffie halen? Volgens de brieven die staatssecretaris Paul de Krom van SZW daarover eind vorig jaar naar de Tweede Kamer stuurde, geldt bij thuiswer-

ken een ‘beperkt arbo-regime’, en hoeft een ondernemer niet alles te controleren. In de brochure bij een van die brieven staat echter weer dat ondernemers de thuiswerkplek kunnen inrichten of laten controleren door een expert. Dat suggereert toch dat werkgevers er niet zomaar van af zijn als iemand thuis bezig is. Een recent arrest van de Hoge Raad maakt het nog ingewikkelder. Het hoogste rechtscollege oordeelde medio maart dat de werkgever ook zorgplicht kan hebben voor zzp’ers. In dat specifieke geval ging het over een ingehuurde klusjesman die op de werkplaats zelf een ongeluk heeft gehad. De zaak werd terugverwezen naar het Hof, dat moet beoordelen of het bedrijf zorgvuldig genoeg is geweest. MKB-Nederland en VNO-NCW zijn het niet met de Hoge Raad eens, maar de toekomst zal uitwijzen hoe het er verder mee gaat. Eén ding staat vast: de zorgplicht gaat kennelijk verder dan veel mensen denken. ITALIAANS SYSTEEM Dergelijke door HNW opgeroepen vragen liggen vlak naast de vraag of werkgevers loon moeten doorbetalen, nadat iemand op het voetbalveld onderuit ‘geschoffeld’ is. Als werkgever ben je immers gebaat bij gezonde werknemers. ‘Het is een lastig onderwerp’, zegt Mariet Feenstra, secretaris arbeidsvoorwaarden van MKB-Nederland. ‘In 2008 hebben we een lijst met gevallen opgesteld, waarin de werkgever volgens ons duidelijk niet zou hoeven doorbetalen. Dat ging bijvoorbeeld over extreem gevaarlijke sporten. Maar ook die lijst leverde al heel veel discussie op.’ Volgens Feenstra is er een groot grijs gebied tussen situaties, waarin de werkgever wél en niet loon zou moeten doorbetalen. Los daarvan geldt dat bij het invoeren van een oplossing als twee aparte verzekeringen, het hele systeem volledig op zijn kop

wordt gezet. ‘Je moet wel weten wat je overhoop haalt’, zegt ze. Ondenkbaar is het niet. Italië kent zo’n systeem. Het verhaal gaat dat een gewonde bouwvakker zich naar zijn werk sleepte, onder de steiger ging liggen en zei dat hij gevallen was. ‘Of het waar gebeurd is, weet ik niet’, zegt Feenstra, ‘maar het geeft aan in wat voor welles-nietesspelletjes je verzeild raakt.’ TRIEST VANGNET Voorzitter Jan Meerman van CBWMitex herkent dat grijze gebied ook wel, maar vindt het idee van twee polissen niet zo ingewikkeld. ‘Wat kan een ondernemer eraan doen als iemand thuis van zijn bureaustoel valt? Situaties onttrekken zich aan zijn waarneming. Maar er is een simpele oplossing voor: werknemers zijn prima in staat dat zelf te regelen. Mensen sluiten toch ook een wintersportverzekering af?’ Meerman haast zich te zeggen dat zoiets niet gaat om een ‘ordinaire bezuinigingsoperatie’. ‘Werkgevers zijn twee à drie procent van de loonsom kwijt aan dit soort dingen. Geef dat aan de werknemers mee, zodat

‘Het ziekenhuis maakt een fout en ik draai op voor de schade’ ze het zelf regelen.’ Wel vindt hij dat er een vangnet moet komen voor trieste gevallen, ziektes en ongelukken waar werknemers geen enkele invloed op hebben. Hij verwacht dat de discussie binnenkort weer oplaait. Het dilemma moet echter in Den Haag worden opgelost. In verband met de privacy mogen verzekeraars de oorzaak van een ziekte niet weten. Dat maakt het moeilijk om een lijst op te stellen met ziektegevallen die wel of niet onder het risque professionel vallen. <


12 Branchescan Kunst & cultuur

13

Verdeling van voorstellingen en bezoeken naar genre

Hollandse hoogte

1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2010 2010 % % % % % % % % absoluut* toneel voorstellingen 17 18 20 21 24 25 22 22 7.931 bezoeken - 11 12 13 12 11 11 11 1.360 klassieke muziek concerten 15 11 13 14 9 9 9 9 3.201 bezoeken - 12 13 15 14 13 12 13 1.524 dans & beweging voorstellingen 7 6 7 6 6 6 5 5 1.959 bezoeken - 7 7 5 5 4 4 5 565 populaire muziek concerten 12 14 12 12 15 14 15 15 5.237 bezoeken - 15 14 14 15 15 14 15 1.835 musical & operette ** voorstellingen 12 13 15 13 7 8 9 8 2.980 bezoeken - 23 25 23 18 18 21 18 2.160 opera & muziektheater ** voorstellingen - - - - 4 5 5 5 1.965 bezoeken - - - - 5 6 5 5 626 cabaret & kleinkunst voorstellingen 15 17 16 14 16 14 16 15 5.568 bezoeken - 15 15 15 17 17 17 16 1.911 overig professioneel voorstellingen 9 9 7 11 9 10 9 9 3.337 bezoeken - 7 6 6 6 7 7 9 1.081 amateur voorstellingen 13 12 11 9 10 10 10 11 3.901 bezoeken - 10 9 8 8 9 9 9 1.072 * absolute getallen bezoek = x 1.000 ** tot 2004 werden musical/operette samen met opera/muziektheater als één categorie geteld

De kunst van ondernemen

Het Rijk bezuinigt tweehonderd miljoen euro op de cultuursector, de BTW is verhoogd en bezoekers blijven weg. Ondernemers zoeken de oplossing in inventiviteit en samenwerking.

tekst Jos Leijen

THEATERS EN SCHOUWBURGEN hebben de bezoekersaantallen gestaag zien afnemen. In 2010 kochten 12,1 miljoen mensen een kaartje voor een voorstelling. In 2008 waren dit er nog veertien miljoen. Exacte cijfers over 2011 zijn nog niet bekend, maar voorzitter Martin van Ginkel van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) vreest dat de daling in 2011 zeven procent kan zijn. Vooral musical en cabaret lijden. Toneel, dans en klassieke muziek hebben volgens Van Ginkel minder te kampen met slinkende aandacht

van het publiek. Zo wist de Rotterdamse Schouwburg zelfs meer bezoekers te trekken. Van Ginkel vreest dat theaters zullen reageren met inkrimping en aanpassing van de programmering, wat tot een verschraling van het aanbod zal leiden. En dat aanbod staat toch al onder druk doordat de subsidie van een aantal gezelschappen onzeker is. Europese steun Theaters moeten dus meer geld verdienen en minder uitgeven. Directeur Francine Boske van theater De Speeldoos in Baarn heeft hiervoor

samenwerking gezocht met een aantal vergelijkbare kleinere theaters in het midden van het land. De theaters onderzoeken de mogelijkheden om zaken te delen, zoals investeringen in ICT en marketing, inkoop en personeel. De podia zouden ook kunnen samenwerken bij het samenstellen van de programmering. Daarnaast kunnen de directies kennis en ervaring uitwisselen en elkaar inspireren. Boske streeft naar een samenwerking met ongeveer tien theaters en heeft een Europese subsidie gekregen voor de uitwerking. Het model is straks ook

bruikbaar voor andere theaters en kunstinstellingen. De poppodia in Nederland geven een wisselend beeld te zien, vertelt directeur Berend Schans van de Vereniging Nederlandse Poppodia en -festivals. Ze zijn relatief minder afhankelijk van subsidies, maar kennen weer andere uitdagingen. Zo heeft de BTW-verhoging een gat geslagen in de inkomsten en zijn vooral de gages van bekende acts gestegen, omdat muzikanten weinig verdienen aan cd-verkoop. Vaak gaat de recette naar de band en moet het podium het hebben van de horecaomzet. Het is dus zaak om bezoekers na een optreden nog even binnen te houden. ‘Maar de entreeprijzen zijn gestegen en bezoekers zijn in totaal niet veel meer gaan uitgeven. Sommige podia hebben het zwaar, maar ik hoor ze weinig klagen. Ze zijn gewend te overleven.’

van de Nederlandse Museumvereniging. De vergrijzing en de toename van relatief welvarende en goed opgeleide senioren biedt een enorm reservoir aan nieuwe bezoekers. Toch is het niet alleen hosanna in de museumwereld. Ook deze sector krijgt te maken met bezuinigingen. Musea moeten 17,5 procent eigen inkomsten genereren, willen ze rijkssubsidie krijgen. Veel musea zijn afhankelijk van gemeentelijke subsidies en ook daar gaat op veel plaatsen het mes in. Een enquête van de MuseumVereniging onder 221 van de 445 benaderde musea wees uit dat zeventien musea verwachten dat ze hun deuren moeten sluiten. Musea moeten andere inkomstenbronnen aanboren, concludeert Weide. Bijvoorbeeld door meer omzet te maken in de horeca, meer spullen te verkopen in de winkel en ruimtes in het museum te verhuren

Welvarende senioren Anders dan de theaters hebben de Nederlandse musea alleen maar meer bezoekers mogen verwelkomen, in 2011 voor het vijfde jaar in successie. En de groei is er nog niet uit, voorspelt directeur Siebe Weide

Alleen musea trekken voor het vijfde achtereenvolgende jaar meer bezoekers

bron: VSCD

aan derden, bijvoorbeeld voor symposia. ‘We moeten wel oppassen dat het straks geen winkels of restaurants worden met een hoekje kunst’, waarschuwt Weide. ‘Het blijven wel musea.’ Museum Boerhaave in Leiden wil graag meer ruimte voor de winkel en de horeca, vertelt directeur Dirk van Delft, maar dat is op dit moment fysiek onmogelijk. Het museum heeft in 2011 een tour de force moeten doen om de eigen inkomsten op het niveau van 17,5 procent te krijgen, op straffe van het mislopen van subsidie. Door allerlei acties wist Van Delft met zijn team een miljoen euro op te halen en is het voortbestaan van het museum veiliggesteld. ‘Het was heel zwaar en ik blijf het schandalig vinden dat we met terugwerkende kracht meer inkomsten moesten zien te krijgen. Maar het is ons gelukt en we hebben er veel van geleerd. We waren al deze weg ingeslagen en het is in een stroomversnelling geraakt. En ik moet zeggen: ondernemen is leuk. Nu is het de kunst om het vast te houden. We hebben genoeg mooie plannen, veel partners en ik heb vertrouwen in de toekomst.’ <


14 Branchescan Kunst & cultuur

Reportage

Theater in de huiskamer

Door afschaffen van abonnementen, samenwerking met andere theaters en vindingrijke acties trekt de Rotterdamse Schouwburg, ondanks de economische neergang, aanzienlijk meer bezoekers. ‘We willen minder afhankelijk worden van subsidie.’

tekst Jos Leijen / fotografie Koen Suyk

De ‘kist van Quist’, zoals de bijnaam van de Rotterdamse Schouwburg luidt, staat glimmend in de voorjaarsregen aan het Schouwburgplein. ‘Dreams for sale’ staat er in neonletters boven de ingang naar de foyer. Het is het motto van het Internationale Keuze Festival van acht jaar geleden, maar het dekt nog steeds de lading. Het eerste wat opvalt in de foyer is de mediawand, 240 LED-schermen die samen een gigantisch scherm vormen van twaalf meter breed en bijna drie meter hoog. Het beeld toont videokunst met dansers. De wand kent vele toepassingen, zoals het tonen van programma-informatie, fotografie, registraties van voorstellingen en bedrijfspresentaties. Links klinkt geroezemoes. De foyer is over de gehele breedte verbonden met Café Floor. Veel bezoekers hebben er een plekje gevonden om een cappuccino of een lunch te nuttigen. Hier en daar zit iemand met een laptop te werken, profiterend van de gratis wifi-verbinding in het gebouw. De Rotterdamse Schouwburg is niet verantwoordelijk voor de exploitatie van het café. Ze deelt wel in de winst. Al is dat volgens directeur Bert Determann (rechts op de foto) van de Rotterdamse Schouwburg ‘een

bescheiden bijdrage aan de omzet’. Vier jaar geleden formuleerde Determann samen met algemeen directeur Jan Zoet een nieuw beleid met als noemer ‘Sense of Belonging’. ‘We willen dat het theater een open en toegankelijke ontmoetingsplek is’, stelt Zoet. ‘Twee jaar geleden is met dit doel de schouwburg verbouwd en hebben we de open verbinding met Café Floor gemaakt, dat de gehele dag open is. Burgemeester Ahmed Aboutaleb noemde het bij de opening in oktober 2010 ‘de huiskamer van Rotterdam’.’ OPEN LIJNEN Bij de verbouwing is de open ruimte achter de glazen gevel flexibel ingericht. Er staat een verrijdbare tribune en de bar kan op drie plaatsen worden ingeplugd, afhankelijk van het gebruik van de ruimte. Zo kan er de ene avond een uitzending plaatsvinden van het Radio 4-programma

‘Ons streven is niet om geld te verdienen, maar om goede voorstellingen te bieden’

Virus en de volgende ochtend een ondernemersontbijt en later op de dag een kindervoorstelling. ‘We willen naar buiten treden’, zegt Zoet. ‘Letterlijk, door onze entree meer open te maken, maar ook door samen te werken met andere aanbieders van kunsten, met het bedrijfsleven en het publiek. Samen met onder andere De Doelen, Pathé en bewoners in de directe omgeving hebben we de vereniging Schouwburgplein opgericht met als doel de kwaliteit van het plein en de omgeving te verbeteren.’ De Rotterdamse Schouwburg heeft drie zalen. De grote zaal biedt plaats aan 880 bezoekers. Het podium van deze zaal bevindt zich boven de foyer. Architect Wim Quist bedacht deze oplossing, omdat hij het hele gebouw moest realiseren op een betrekkelijk kleine oppervlakte. Een andere inventiviteit is de lift die trailers met toneelspullen opheft naar het niveau van het podium. De architect leende dit idee van de laadliften waarmee op Schiphol trailers in vliegtuigen worden geladen. In de kleine zaal passen 165 bezoekers. En dan is er nog een studio met honderd plaatsen. Deze studio is het domicilie van het eigen productiehuis van de Rotterdamse Schouwburg. Jonge theatermakers leren hier het vak, maken voorstellingen en repe>

15


16 Branchescan

teren. Vervolgens brengen ze hun productie hier een aantal malen op de planken voordat ze op tournee gaan. Het productiehuis wordt gefinancierd door het Ministerie van OCW en de gemeente. De subsidie van het Rijk loopt af, maar de directie verwacht dat het productiehuis gewoon in stand kan blijven. MILJOENENSUBSIDIE De Rotterdamse Schouwburg was tot 2006 een gemeentelijke schouwburg. In dat jaar is het theater verzelfstandigd tot Stichting Rotterdamse Schouwburg. Directeuren werden Jan Zoet en Bert Determann. Determann is van oorsprong beeldhouwer en eigenaar van een decorbouwbedrijf. Algemeen en artistiek directeur Zoet is dramaturg en theaterproducent. ‘Ik ben van de inhoud, Bert doet de bedrijfsvoering en zorgt dat het er komt’, schetst Zoet de taakverdeling binnen de directie. De gemeente Rotterdam heeft per jaar 5,9 miljoen euro over voor de schouwburg. De bijdrage van de gemeente Rotterdam is goed voor circa driekwart van de inkomsten. De rest (in 2011 circa twee miljoen euro) komt uit sponsoring, verhuur, kaartverkoop en horeca. In 2011 trok de schouwburg ruim 150.000 bezoekers, elf procent meer dan in 2010. De recette steeg zeventien procent, de omzet in de horeca ging dertien procent omhoog. ‘Ons doel is om met het beschikbare geld goede voorstellingen te bieden voor een zo groot mogelijk publiek. Ons streven is niet om geld te verdie-

17

nen’, zegt Determann. ‘Dat neemt niet weg dat we steeds minder afhankelijk willen worden van subsidies. De kostenstijgingen van de afgelopen jaren vangen we op door zo doelmatig mogelijk te werken en meer inkomsten te genereren.’ De Rotterdamse Schouwburg heeft een redelijk trouwe groep sponsors, vertelt Determann. ‘Het kost wel meer moeite om het aantal op peil te houden. De sponsors hebben ook met een crisis te maken. We hebben een team opgezet om sponsors te werven en te binden. Daarnaast zorgen we ervoor dat we aantrekkelijk zijn voor sponsors, onder meer door iets terug te doen in de vorm van speciale evenementen.’ AFSCHEID ABONNEMENTEN Theaterpubliek is net als andere consumenten grilliger en veeleisender geworden. Zoet: ‘In het verleden noemde je een titel en een acteur en dan kwamen de mensen wel. Nu moeten we meer overtuiging in onze marketing leggen. Daarbij speelt de ‘branding’ van de schouwburg ook een rol. Het gaat niet alleen om de voorstelling, maar om het geheel. Vroeger was het naar binnen, voorstelling bekijken en weer weg. Nu vragen mensen meer beleving, ook voor en na de voorstelling.’

‘De samenwerking met theaters op financiën kan nog een slag maken’

De Rotterdamse Schouwburg organiseert daarom rond voorstellingen extra activiteiten, zoals een inleiding waarin de makers vertellen hoe de voorstelling tot stand is gekomen of nagesprekken met de acteurs. De foyer en Café Floor nodigen bezoekers uit om na de voorstelling nog een tijdje te blijven hangen. Vroeger kon een theater aan het begin van het seizoen al een aardig deel van de recette inboeken dankzij de abonnementenverkoop. De Rotterdamse Schouwburg doet niet meer aan abonnementen. ‘Bezoekers willen niet in mei beslissen wat ze in december gaan kijken. Het is steeds meer last minute. Het gebeurt regelmatig dat we in de laatste week nog de helft van de kaarten verkopen.’ Het is zaak om de marketing daarop toe te spitsen. ‘We kennen onze klanten. In ons Customer Relations Management Systeem slaan we informatie op. We weten welke voorstellingen ze bezoeken, maar ook hun leeftijd, waar ze wonen en in welk profiel ze passen. Met die gegevens kunnen we ze op maat bedienen met informatie die aansluit bij hun profiel.’ SIRENE SALE Daarnaast is de schouwburg gevoeliger voor mond-tot-mondreclame en recensies. ‘Als je geluk hebt, krijg je aandacht in De Wereld Draait Door of een ander tv-programma. Als mensen dan op Google gaan kijken, moeten ze ons snel vinden. Wij werken met Google AdWords, zodat we bovenin de zoekresultaten komen.’ Om theaterminnend Rotterdam te

verleiden heeft de schouwburg de Sirene Sale als marketinginstrument in het leven geroepen. Vanaf het moment dat de sirenes loeien op de eerste maandag van de maand, gooit de schouwburg honderd kaarten voor een geselecteerde voorstelling met korting op de markt. De aanbieding eindigt 24 uur later, maar meestal zijn de kaarten ruim voor die tijd al weg. Veel theaters in het land hebben deze actie al overgenomen. Een andere actievorm is dat de schouwburg zelf regelmatige bezoekers uitnodigt naar een voorstelling te komen en iemand mee te nemen. Het tweede kaartje is dan gratis. ‘Met natuurlijk de bedoeling dat de gast terugkomt om andere voorstellingen te bekijken.’ THEATRALE SAMENWERKING De Rotterdamse Schouwburg heeft in de programmering een eigen iden-

titeit. ‘Voor cabaret ga je naar Luxor, volkstheater vind je op Zuidplein, en toneel, jeugdtheater, dans, opera en muziektheater kom je bij ons bekijken. De theaters zijn complementair aan elkaar. We werken op dit vlak ook veel met elkaar samen en stemmen zaken af. Zo hadden we bijvoorbeeld een optreden van een pianiste die een concert gaf in De Doelen en daarna meespeelde met een dansvoorstelling in onze schouwburg. Dan zie je vierhonderd bezoekers het plein oversteken van de ene naar de andere zaal. Dat is een mooi gezicht.’ De Rotterdamse Schouwburg werkt ook op andere manieren samen met De Doelen. Zo hebben beide theaters hetzelfde systeem voor de kaartverkoop. De directie ziet nog meer mogelijkheden om te besparen. ‘Met de Rotterdamse theaters kunnen we samenwerken op bijvoorbeeld financiën en marketing. Daar kunnen we nog

wel een slag maken, zodat we meer kunnen doen met hetzelfde budget.’ De bezuinigingen van de overheid treffen de schouwburg nog niet direct. ‘We vrezen wel voor het aanbod. De kunstenaars krijgen het voor hun kiezen. De Nationale Reisopera bijvoorbeeld staat elke seizoen met drie voorstellingen op de planken. Als zij MKB Cursus door bezuinigingen straks & nogTraining maar één voorstelling kunnen maken, moeBlad: Ondernemer ten wij de zaal anders vullen.’ 1/2 liggend 175x117 Dit jaar besluit de Rotterdamse gemeenteraad hoeveel subsidie de schouwburg de komende vier jaar krijgt. De directie ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. ‘Het gaat om de uitstraling en het imago van Rotterdam. Dit plein is het visitekaartje van de stad, met De Doelen, Pathé en de Rotterdamse Schouwburg. Mensen bezoeken voorstellingen, maar ook restaurants en horeca. Daar gaat de gemeente zorgvuldig mee om.’ <

Arbeidsrecht na de start

ADVERTENTIE Algemeen management Arbeidsvoorwaarden Coachend leidinggeven Debiteurenber Effective Leiding Financieel Basiskennis FinancieelKlantgericht denken en handelen Klantgericht verkopen Klantvriendelijk telefoneren Liedinggeven en motiveren Marktgericht Nieuwe brochure 50 verschillende cursussen, OnderhanCommunicerenMiddle management Notuleren MKB Cursus & Training delen Personeelsgesprekken Personeelsmanagement Presenteren trainingen, workshops en Succesvol Telefonisch verkopen Vakantieregenu verkrijgbaar themabijeenkomsten in tientallen lingen Gedragscodes Langer werken Leeftijds terugdringen van verzuim -n s d i e e b Time Management Train de trainer Verkoop en acquisitie Werving en d r r t a plaatsen door heel Nederland,selectie AAlmen Arwa iteun anagiedsvoo a b m e gemeen management n D n e Arbeidsvoorwaarden Coachend e ven oeie ancie r ing Fin aAlgemht Aleridbinggeo g r dus ook bij u in de buurt. Praktijko n c d id m leidinggeven Debiteurenbeheer Effective e rCoeachCeuernhsuesseernffvDoeocrtivenLaencieedlenkenkoE b i n r t n e F t e h g e r v in ic r Tsrtain Leiding Financieel Basiskennis management Klantgericht a nndisentger richt foneFinancieel gericht en no-nonsense: wat je denken deel BonadseisrnkneemtneeK lalantgejk tele eren nKlantgericht s n e gemmeenle K ndeli motiv en- verkopen Klantvriendelijk telefoneren Lieen handelen na hande tvrie en en unicer n ule n vandaag leert, pas jeMiddle morgen toe. ev omm t NotMarktgericht lamotiveren dinggevenepneen Communiceren management n Kie dinrgicght Ce en rhandeerlseom L n g e e P n Notuleren rMarkdtleg manea s OnrdeekknOnderhandelen PersoneelsmaPersoneelsgesprekken tsgesPpreseeetregraednpee-n Mind ffer l nagement Presenteren Succesvol e t o v n e k re O e r t on agem erich isch ve gscoPeeerlssmana g l TelefonGedramanagement tAlgemeen e T Telefonisch verkopen s d n sult a j Arbeidssvo ngen Leefti Time ccee Re SuCoachend r uim r gewlierkevnerzleidinggeven Debiteurenbeheer inen rean a r ntie t voorwaarden r a e e k V s Lang en vanTrain d rving et rde gdringmEffective nt We Leiding men A Financieel Basiskennis Financieel management ruanage n aecquiseitniemanagdesvooern-Dei e e Klantgericht en ev handelen Klantgericht verkopen KlantvrienM rkoopdenken e in em rble id gggroeineknen Ve lectie AlgchthA d n r e o e de c e o s delijk telefonerenLiedinggeven eaiadrsderennbCeoha eEeffrecDtiveerriicchhtt verko en motiveren Marktgericht Communicerenb witeur tart laNotuleren g Middle management Onderhandelen Personeelsb de s len K nt e d na n Personeelsmanagement Presenteren a gesprekken en h Succesvol Telefonisch verkopen GedragscoOok maatwerk voor groepen en incompany. MKB Cursus & Training isVakantieregelingen www.mkbct.nl des Langer werken Leeftijds terugdringen van verzuim Time ManageCEDEO-erkend en de partner van MKB-Nederland voor bedrijfsopleidingen. (015) 219 13 90 • info@mkbct.nl ment Train de trainer Verkoop en acquisitie Werving en selectiesie en overname Bestuurder Achterban Medezeggenschap Informatie- en initiatief MR Instemming Beroep Externe deskundigen Arbeidstijden Vakantierege

taatgericht vergaderen

OffertesResul-

Arbeidsrecht Doorgroeien na de start a ramm Prog orjaar o 2012/v 13 20

OffertesResultaatgericht vergaderen

Arbeidsrecht Doorgroeien

na de start

1

vergaderen

OffertesResultaatgericht

OR Arbo


18 Branchescan Kunst & cultuur

Ronde Tafel

19

‘ Je moet je ook als mkb’er gedrágen’ In antwoord op de bezuinigingen is de kunstsector druk bezig zich opnieuw uit te vinden. Instellingen moeten wel weten wat ze te bieden hebben, zo blijkt tijdens het rondetafelgesprek.

Instellingen zijn het afgelopen jaar vooral bezig geweest met het schrijven van nieuwe subisie-aanvragen. Ze hebben bedrijven maar mondjesmaat benaderd. Van Gastel: ‘Subsidie is nog steeds belangrijk, maar we besteden wel steeds meer aandacht aan wat jij bedoelt. Net als het Holland Festival hebben we al jaren een afdeling fond-

senwerving…’ Fleury interrumpeert droog: ‘Dat weet ik. Het heeft me in een andere hoedanigheid jaren gekost om daar antwoord van te krijgen.’ Maar Van Gastel laat zich niet van zijn stuk brengen. ‘Met externe hulp zijn we dat verder aan het ontwikkelen, want we krijgen die inkomsten uit het bedrijfsleven niet zomaar van dertig naar vijftig procent. Welk type bedrijf willen we benaderen? Welk aanbod hebben we? Je moet ook de kracht in je organisatie vinden om de juiste contacten te leggen. We hébben nu contacten die hoopgevend zijn. Maar de gebraden kippetjes vliegen je niet in de mond.’ Als De Wilde vraagt of er niet teveel wordt gekeken naar wie je kent in plaats van wat je kunt, antwoordt Lekkerkerker. ‘Het is belangrijk dat je zorgvuldig te werk gaat. Als je aan tafel wilt zitten, moet je weten wat je kunt, wat het bedrijf wil en wat je zou kunnen bieden. Dat vereist onderzoek. Als je bestuursleden allemaal in hetzelfde netwerk zitten, schiet dat niet op. Bij het Holland Festival misten we

‘Het mkb maakt culturele instellingen veel minder kwetsbaar’ Arjen Berendse

‘We praten met Pathé om onze voorstellingen wereldwijd te tonen’ Ronald van Gastel

iemand uit het grote bedrijfsleven in het bestuur. Inmiddels hebben we iemand gevonden. Maar zo zijn we ook in contact gekomen met de Rabobank Amsterdam. Pas toen we van elkaar wisten wat we wilden, ontstond het idee dat we iets voor elkaar konden betekenen.’ De Wilde: ‘Dan heb je het toch over het niveau waarop je in gesprek bent. Ik merk dat instellingen nog niet goed weten wat ze te bieden hebben. Een arrangement, een hoofdsponsorschap of iets er tussenin? Ook bedrijven hebben daar nog moeite mee. Als instelling moet je weten waar je staat, wat je verbinding is met het bedrijfsleven en vooral weten waarom potentiële partners iets willen.’ Berendse: ‘Bij ons is dat natuurlijk allemaal plaatselijk, maar bedrijven hebben iets aan ons en vice versa. Hun werknemers wonen om te beginnen in Houten. Sommige ondernemers zijn zelf actief, zitten in het Platform Maatschappelijk Ondernemen. Ik ook trouwens. En omdat het theater eigenaar is van de horeca bv, zit ik ook in de >

tekst René Bogaarts / fotografie Marcel Bakker

‘Het was weer boeiend. Dat moeten we volgend jaar maar weer doen’, lacht Joachim Fleury na afloop. De advocaat leidde het rondetafelgesprek over de kunstsector, maar net als twee van zijn gesprekspartners deed hij ook mee aan een soortgelijk gesprek eind 2010. Toen werd vooral gesproken over de bezuinigingen van het kabinet, deze keer ging het over de manier waarop kunst- en cultuurorganisaties de financiële problemen hebben aangepakt. Net als Fleury waren Annet Lekkerkerker en Ronald van Gastel eerder van de partij. Lekkerkerker is zakelijk directeur van het Holland Festival, Van Gastel is manager bedrijfsvoering van het Nederlands Dans Theater (NDT). Verder zijn aangeschoven Arjen Berendse, directeur van het Houtense Theater Aan de Slinger en Ronald de Wilde, manager marketing en communicatie bij Rabobank Amsterdam.


20 Branchescan

21 kwam praten, eindigde het gesprek met “One last thing. Heb je al met het festival gepraat?” Het werkt, want inmiddels wonen er weer honderdduizend mensen in het centrum.’

Joachim Fleury (50) is secretaris van de Nederlandse Associatie van Podiumkunsten en bestuurslid van het Holland Festival. Hij werkt als advocaat voor Clifford Chance.

Annet Lekkerkerker (47) is sinds 2009 zakelijk directeur van het Holland Festival. Daarvoor was ze zeven jaar hoofd programmering van de Stadsschouwburg in Amsterdam.

Ronald van Gastel (49) is manager bedrijfsvoering bij het Nederlands Dans Theater. Voor die tijd was hij werkzaam op het gebied van HR, onder meer met een eigen bedrijf.

‘Kunst en cultuur moet je zien als goed én zakelijk doel’

jeugdtheater, dat altijd subsidie nodig zal hebben – als je tenminste nog iets anders wilt hebben dan Kabouter Plop en K3. Dat geldt ook voor gezelschappen die in de voorhoede opereren.’ Fleury interpreteert dat als een ‘antikaasschaafargument’ en bedenkt ter plekke een nieuwe stelling.

plaatselijke ondernemersvereniging. Je moet je ook als mkb’er gedragen. Onze eerste rij sponsors heeft iets met cultuur, andere afspraken betreffen vooral het gebouw. Wie niets met Houten heeft, zoeken we zelf op. Daarbij heb ik eigenlijk het meest aan zestig vrijwilligers die aan ons verbonden zijn. Zo ken ik eigenlijk iedereen in Houten. Het Holland Festival en NDT zijn mérken, jullie kunnen het landelijk topsegment aanspreken. Een echt probleem heeft het jeugdtheater. Dat heeft geen naam, geen gebouw waar je een bedrijfsnaam op kunt zetten of een zaal naar kunt vernoemen. Voor de kleinere gezelschappen geldt hetzelfde.’

Grote gezelschappen zouden geen vijftig, maar zeventig procent eigen inkomsten moeten genereren, zodat de overheid meer geld kan uitgeven aan kleinere, experimentele gezelschappen, jeugdeducatie en andere dingen. ‘Nou, zeventig procent is echt teveel. dan verliezen we teveel. Holland Festival en NDT zijn ook voorhoede. Maar verder zeg ik: ja’, reageert Lekkerkerker. ‘Ik pleit voor differentiatie. Voor jeugdtheater geldt wat anders dan voor bijvoorbeeld symfonieorkesten. Wat mag ik op zakelijk gebied verwachten van het Holland Festival, het NDT, het Concertgebouworkest of van een jeugdtheatergroep? De makke is dat er teveel uniformiteit wordt gevraagd.’ De andere aanwezigen lijken het met haar eens te zijn. Er wordt even verder gepraat over het jeugdtheater, totdat Van Gastel de draad weer oppakt. ‘Ik weet niet of het verschil tussen groot en klein zit. Als je groot bent en geen creatieve ideeën hebt, ga je ook ten onder. Bij het NDT zijn we nu bezig met Pathé, om enkele van onze voorstellingen via simulcast in Pathébioscopen over de hele wereld te

Joachim Fleury

Grote instellingen met speciaal aangestelde zakelijke leiders zijn beter toegerust. ‘Ik wil toch wel iets aanvoeren ter verdediging van die kleinere instellingen’, zegt Lekkerkerker. ‘Daar zie ik dat mensen tegen hele matige salarissen hun ziel en zaligheid in hun werk leggen. Daar is de boekhouder ook zakelijk leider en hij doet de communicatie er nog even bij. Dan is zijn tijd écht wel op. Dat geldt voor het

Arjan Berendse (49) is directeur van Theater Aan de Slinger in Houten. Hij studeerde contrabas aan het conservatorium in Amsterdam en volgde een heaoopleiding.

vertonen. Als je ziet hoeveel mensen je dan kunt bereiken… Dat is echt enorm.’ De Wilde: ‘Als grote instelling kun je wel een app laten ontwikkelen om optredens van bijvoorbeeld bekende cabaretiers via pay per view te vermarkten. Maar het valt me op dat de kunst- en cultuursector nog teveel naar zichzelf kijkt. Als je bepaalde vaardigheden niet in je eigen organisatie vindt, dan zit het misschien wel bij het mkb. Zoek hiervoor contact met die ondernemer. Er gebeurt wel iets op dat vlak, maar we hebben nog een lange weg te gaan.’ ‘We zijn daar een beetje dubbel in’, zegt Van Gastel peinzend. ‘We zijn wel mkb, het zijn vooral grotere organisaties waar we een relatie mee hebben.’ Lekkerkerker: ‘Wij hebben nu een bedrijfsvriendenclub, maar daar zitten ook grote ondernemingen tussen. Er liggen bij het mkb wel kansen. Ik denk dat we als festival interessant zijn, bijvoorbeeld met relatiemarketing. We zijn daar nu mee bezig. Als kunst en cultuur belangrijk is voor het vestigingsklimaat, moeten ondernemers daar ook iets mee doen.’ De instellingen moeten ook mkbondernemers in hun bestuur zien te krijgen. De stelling komt spontaan tijdens het gesprek op. Fleury: ‘Je moet je als grote instelling ook op het grote bedrijfsleven richten, want er is voor beide partijen veel te winnen, maar er is te weinig naar het mkb gekeken. Er

Ronald de Wilde (50), exofficier bij de mariniers, werkt sinds 1995 als marketing- en communicatiedeskundige in de bancaire sector. Sinds vijf jaar is hij manager marketing en communicatie bij Rabobank Amsterdam.

zijn veel meer deelnemers, het is een veel moeilijker veld.’ Berendse is het daar duidelijk niet mee eens. ‘Van de 150 theaters in Nederland, zitten er tien in de grote stad. Die andere 140 doen allemaal zaken met het mkb’, zegt hij. De Wilde valt hem bij: ‘Mkb is misschien een moeilijkere markt, maar het maakt instellingen veel minder kwetsbaar. Als bij de grote instellingen een sponsor wegvalt, hebben ze een probleem. Wie veel mkb-sponsoren heeft, heeft daar geen last van.’ Berendse verwacht dat bedrijven via maatschappelijk verantwoord ondernemen van koers zullen veranderen. ‘Als er arbeidsschaarste ontstaat, wordt de noodzaak groter. Werknemers die prettiger wonen, produceren ook meer.’ Lekkerkerker heeft een voorbeeld dat ook een festival van demografische ontwikkelingen kan profiteren, maar dan moeten gemeenten wel helpen. ‘Het Manchester International Festival floreert. Tien jaar geleden had Manchester een lege, nare binnenstad met misschien dertienduizend inwoners. Wat deed de gemeente? Elke keer als een bedrijf over vestigingsvoorwaarden

‘Als je meer wilt dan K3, dan heeft jeugdtheater altijd subsidie nodig’ Annet Lekkerkerker

Voor een bank als de Rabobank met zijn vele klanten uit het mkb is een taak weggelegd om het evangelie te verspreiden dat cultuur een maatschappelijke bijdrage levert. De stelling van Fleury is rechtstreeks aan De Wilde gericht. ‘We doen dat ook steeds meer’, zegt hij. Lekkerkerker vraagt meteen of de bank, die tot de grote sponsoren van het festival behoort, ook op dat terrein iets samen kan doen met het Holland Festival. ‘Wellicht kunnen we jullie klantenbestand eens doornemen, kijken of we ze voor het Holland Festival kunnen interesseren.’ Berendse vertelt hoe de Rabobank in Houten handig heeft ingesprongen op een initiatief van de gemeente. ‘De Rabobank wist niet goed wat ze met al die kleine subsidieaanvraagjes moest. De afhandeling ervan kostte al meer dan het gevraagde sponsorbedrag. Toen de bank hoorde dat de gemeente, die met hetzelfde probleem kampte, een speciaal cultuurfonds had opgericht, is het daarmee in gesprek gegaan. Ze praten nu met al die mkbondernemers, die ook overspoeld worden met aanvragen.’ Van Gastel zegt het een sympathieke gedachte te vinden, maar hij vraagt zich toch af het de goede weg is. ‘Als ik mkb’er was, zou ik toch willen weten wat sponsoring voor mijn bedrijf oplevert. Moeten we kunst en cultuur nou presenteren als goed doel of als zeg maar zakenpartner?’ Fleury: ‘Je moet het zien als goed doel én als iets dat belangrijk is voor ondernemers. Daarin is een kleine taak weggelegd voor het mkb zelf en een grote voor de instellingen. Die moeten ondernemers vinden die brullen hoe goed het voor ze is.’ ‘Waarom lukt het bij sport wel?’, vraagt Berendse, waarop De Wilde antwoordt dat de beleving daar heel anders is. ‘Dat weet ik wel, maar ik

‘Instellingen weten nog niet goed wat ze te bieden hebben’ Ronald de Wilde

vraag me af wat we daarvan kunnen leren. De directeur van het schoonmaakbedrijf vroeg me onlangs of ik mee wilde naar zijn skybox bij Ajax. Maar waarom nou niet naar een mooi concert? Waarom is het bij sport zo vanzelfsprekend?’ Culturele instellingen hebben behoefte aan een nieuwe samenstelling van de raden van bestuur en de raden van toezicht. ‘Ik heb niet te klagen’, zegt Berendse, ‘maar vaak zijn het mensen van dichtbij de sector. De meeste bestuurders zijn te weinig sceptisch, hebben te weinig oog voor de financiën. Maar een confronterende bestuurder is goed.’ Van Gastel knikt. ‘De recente ontwikkelingen zijn een wake up call geweest. Tegenwoordig vraag je aan bestuurders en toezichthouders wat ze meebrengen? Welke netwerken hebben ze? Het zijn geen erebaantjes meer. We moeten onszelf ook onder de loep nemen. Waar valt iets te winnen? We vragen leveranciers standaard om korting. Bij een klein theatergezelschap waarin ik in het bestuur zit, hebben we een vriendenclub opgericht. Sommige dingen kunnen snel worden ingekopt.’ Berendse vertelt hoe Aan de Slinger nu met tien andere theaters kijkt wat ze samen kunnen ondernemen. ‘En dan kijken we verder dan de inkoop van een kopieermachine, maar ook naar gezamenlijke inkoop van producties, brochures, eigenlijk de complete bedrijfsvoering. Daar is een aanzienlijke kostenbesparing te halen. En het leuke is dat het onderzoeksbureau dat we hebben ingeschakeld, meedeelt in de winst. Onze organisaties lijken vaak meer op elkaar dan we willen toegeven. Daar kunnen we nog een slag maken.’ <


22 Marktveroveraar

Oprichters Marco Jansen en René Schoenmakers Vestigingsplaats Assen / Opgericht 2008 / Aantal medewerkers 10 Bijzonderheden In 2010 won Catawiki de jury- en publieksprijs bij de Accenture Innovation Awards.

Gouden handel Catawiki is de grootste online catalogus voor verzamelaars ter wereld. Dankzij een kapitaalinjectie stort stripverzamelaar en medeoprichter René Schoenmakers zich nu op de Belgische, Engelse, Duitse en Franse markt.

tekst Henk Dilling / fotografie Maurits Giesen

Samen met zakenpartner Marco Jansen begon René Schoenmakers, beiden 42 jaar oud, in 2008 de online catalogus Catawiki, waarin verzamelaars – alleen Nederland telt er al twee miljoen – eenvoudig kunnen aangeven wat ze bezitten, zoeken en willen verkopen. ‘Net als de meeste verzamelaars maakte ik lijstjes om mijn collectie bij te houden’, zegt Schoenmakers. ‘Met mijn Excel-documentjes struinde ik dan de beurzen en rommelmarkten af. Daar ging aardig wat tijd in zitten. Maar het ontbrak aan een actueel overzicht van aanbod en prijzen.’ UITGEROLD Aanvankelijk ging het Catawiki vooral om stripverhalen, maar inmiddels zijn er meer dan zestig rubrieken, variërend van aanstekers en beeldende kunst tot landkaarten en wedstrijdprogramma’s. De website telt anderhalf miljoen items en gemiddeld bezoeken per dag twintigduizend verzamelaars de site. Met een miljoen euro aan investeringssteun van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij en in-

vesteringsmaatschappij Peak Capital zijn de activiteiten nu ook uitgerold in België, Engeland, Duitsland en Frankrijk. Het duurste item in de collectie is momenteel een twintig dollar biljet uit 1933, met als vraagprijs 7,5 miljoen euro. De website werkt niet alleen als catalogus, maar ook als webwinkel. Schoenmakers: ‘Geregistreerde gebruikers krijgen een eigen internetadres. Op dat adres kunnen ze een winkel inrichten met hun eigen verzamelobjecten. Als je items eenmaal in de centrale catalogus hebt gezet, hoef je ze alleen maar aan te vinken om ze in je webwinkel te etaleren. Je hoeft alle gegevens dus niet opnieuw in te voeren. Daarmee onderscheiden wij ons van eBay en Marktplaats.nl. Een ander voordeel is dat zoeklijsten van verzamelaars en aanbodlijsten van verkopers automatisch aan elkaar worden gekoppeld.’ DORIS DOBBEL De transacties worden buiten de website door de verzamelaars zelf afgehandeld. De aanbieder betaalt

vijf procent commissie over de verkoop van een item wanneer de waarde van zijn webshop tweehonderd euro of meer is. Ook over de items die op de veiling worden verkocht en over de dagaanbieding wordt vijf procent commissie betaald. ´De vrolijke avonturen van Doris Dobbel´ is tot op heden de grootste klapper op de wekelijkse online veiling van stripboeken. Dit stripverhaal uit 1952 – voor één euro gekocht op een rommelmarkt – verwisselde voor twaalfduizend euro van eigenaar. Het is daarmee de duurste Nederlandse strip ooit. Ondernemen op internet is voor Schoenmakers niet nieuw. Hij was in het verleden oprichter en directeur van de IT-bedrijven The Missing Link Company en Wisdom, die hij in 2006 verkocht aan Ordina. Slotvraag: Gaat de lol van het verzamelen er niet af, nu hij er professioneel mee bezig is? ‘Zeker niet’, zegt Schoenmakers. ‘Ik word zelf ook hebberig van de wekelijkse stripveiling. Het is wel jammer dat ik te weinig tijd heb voor mijn eigen Kuifjesverzameling.’ <


Dossier

Zakendoen in duitsland Veel Nederlandse e-commerce ondernemers willen een graantje meepikken van de grote Duitse markt. Maar let wel op: het zijn geen Hollanders. Welke kansen biedt het land en met welke verschillen moet je rekening houden? 26 Analyse

30 Interview

34 Ronde tafel

Hoe ziet de Duitse markt eruit? Tegen welke cultuurverschillen loop je aan als je zaken doet met onze oosterburen?

Fonq.nl heeft 130 webshops met huishoudelijke producten. De oprichter over het Duitse avontuur.

Vijf Duitslandkenners: voor succes in Duitsland moet je alles in ĂŠĂŠn keer goed doen.

Dossier in samenwerking met DHL Global Mail


D ossier analyse

27

Wees ‘Duits’

Veel Nederlandse e-commerce ondernemers lonken naar de grote Duitse markt. En terecht, maar er zijn veel valkuilen en cultuurverschillen. Hoe moet je daarmee omgaan?

tekst Maarten Overweg / illustratie Bas van der Schot

De cijfers zijn bekend, Duitsland is de derde economie ter wereld en de grootste in Europa. Ter vergelijking: Duitsland telt 82 miljoen inwoners, Nederland zestien miljoen. Noordrijn-Westfalen, de Duitse deelstaat die je binnenrijdt als je ergens tussen Enschede en Maastricht de grens oversteekt, is met achttien miljoen inwoners al groter dan Nederland. Kortom, de Duitse markt is groot en biedt veel mogelijkheden. Voor Nederlandse e-commerce ondernemers is de Duitse consumentenmarkt daarom zeer interessant. De krachtige Duitse economie en de koopkracht van de Duitse consument bieden een groot potentieel aan nieuwe klanten. Daarnaast kent de Duitse consument het kopen op afstand als geen ander. Duitsland is van oudsher namelijk een echt postorderland. Hele generaties zijn opgegroeid met bekende Duitse postorderbedrijven als Otto of Neckermann. Deze cultuur van kopen op afstand heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een markt, waarin naast

het bestellen vanuit een catalogus, het online kopen een enorme vlucht neemt. Waar Duitsland tot voor kort achterliep op Nederland met bijvoorbeeld het percentage internetaansluitingen, zie je dat de Duitse consument de afgelopen jaren een ware inhaalslag maakt. Inmiddels heeft tachtig procent van alle Duitsers een internetaansluiting en blijkt uit onderzoek dat zestig procent van de Duitse consumenten online aankopen doet. VEROVERING Dit alles biedt uiteraard volop kansen voor Nederlandse e-commerce ondernemers. De Duitse markt voor online winkelen is volop in ontwikkeling. Over de afgelopen jaren liet de e-commercemarkt een groei zien van 10,9 miljard euro in 2007 naar 21,7 miljard euro in 2011. De verwachting is dat deze

Duitse consumenten zijn voorzichtiger, minder impulsief

groei verder doorgaat en dat de Duitse e-commercemarkt in 2012 met 16,5 procent groeit naar een totale omzet van 25,3 miljard euro. Dat zijn prachtige cijfers natuurlijk, die de focus op onze oosterburen ook ontzettend logisch maken. Maar hoe maak je je ambities nu waar? Hoe vertaal je als webshop je Nederlandse succes naar de Duitse consument? Ook het veroveren van de Duitse e-commercemarkt begint met een goed doordacht ondernemingsplan. Wat zijn de doelen van de onderneming en hoe kan de onderneming deze doelen bereiken? Een marktanalyse is zeer aan te raden omdat dit inzicht biedt in de grootte van een specifieke markt, wat de trends zijn, wie er al in de markt spelen en wie de specifieke doelgroep is van de onderneming. Het is uiteraard ook belangrijk om rekening te houden met de wettelijke kant van het online zakendoen in Duitsland en met het Duitse consumentenrecht. Zorg bijvoorbeeld voor een duidelijk omschreven retourproces, een Duitse klant

kan tenslotte besluiten gebruik te maken van zijn herroepingsrecht. Let er ook op dat de algemene voorwaarden op orde zijn. Alleen het vertalen van algemene voorwaarden is niet voldoende, laat de voorwaarden altijd controleren door een Duitse jurist om niet voor onaangename verrassingen te komen te staan. INGETOGEN Nederlanders die de Duitse markt op willen gaan, doen er ook goed aan zich te realiseren dat er ondanks de vele overeenkomsten ook grote culturele verschillen bestaan tussen Nederlanders en Duitsers. Zo zijn Duitse consumenten voor-

zichtiger dan Nederlandse. Ze kijken de kat uit de boom en zijn minder impulsief. Het is daarom heel belangrijk dat een onderneming het vertrouwen van de Duitse consument weet te winnen. Zorg ervoor dat de algemene voorwaarden goed vindbaar zijn op de website en neem een colofon op, want de Duitse consument wil weten met wie hij zaken doet. Daarnaast is de vertaling van webshops een cruciale succesfactor. Een verkeerde woordkeuze of onjuiste zinsbouw en de Duitse consument klikt weg. Daarnaast is het belangrijk dat de website of webshop de consument op zijn gemak stelt. Let dus niet alleen op goed taalgebruik, maar

ook op het gebruik van kleuren en de hoeveelheid tekst. Over het algemeen is het zo dat Duitse websites minder uitbundig zijn dan Nederlandse websites. Een huisstijl

Duitse postorder en e-commerce markt Totale markt 34 miljard euro in 2011 Waarvan: 64 % online 32 % via telefoon of schriftelijk 4 % via e-mail of anders >


D ossier analyse UITDIJENDE E-COMMERCEMARKT In miljarden euro’s 2007

27,6 10,9

2008

28,6 13,4

2009

29,1 15,5

2010

30,3 18,3

2011

34,0 21,7

2012

36,5 25,3

prognose

totale postordermarkt

moet passen bij de voorkeur van de Duitse klant. Betaalmethode Vertrouwen winnen kan bijvoorbeeld ook met het bieden van in Duitsland populaire betaalmethoden. In Duitsland zijn oplossingen zoals iDeal een stuk minder bekend en populair en is betaling via een overboeking nog heel gebruikelijk. Ook is het slim om als webshop verzending onder rembours aan te bieden, omdat dit het vertrouwen bij klanten zal vergroten. En naast vertrouwen is gemak uiteraard belangrijk. Kan een klant bijvoorbeeld kiezen voor verzendvoorwaarden

Hele generaties Duitsers zijn opgegroeid met postorderbedrijven als Otto of Neckermann

e-commerce

die voor hem gunstig zijn? Worden de producten ook op zaterdag geleverd? Of kan de klant zijn bestelling laten afleveren op een alternatief adres of een ‘Packstation’, de in Duitsland populaire onbemande bezorgpunten waar consumenten 24 uur per dag pakketjes kunnen afhalen. HOGE CONVERSIEKOSTEN Een markt zo groot als de Duitse vraagt uiteraard ook om een doordachte marketingcampagne. Want waar begin je überhaupt? Het simpelste antwoord op deze vraag is natuurlijk: daar waar je doelgroep is. Ook dan is het van belang te weten wie de doelgroep precies is en via welke marketingmix deze doelgroep het beste te benaderen is. En ook op het gebied van marketing zijn er uiteraard verschillen tussen Nederland en Duitsland. Neem zoekmachinemarketing. Net als in Nederland heeft Google ook in Duitsland het grootste marktaandeel. Toch kunnen in Duitsland de kosten per conversie een stuk hoger liggen dan in Nederland, omdat een Nederlandse ondernemer start met een minder sterke concurrentiepositie, een onvol-

doende geoptimaliseerde website of te weinig merkbekendheid. Het is in Duitsland ook verstandig om na te denken over het inzetten van catalogi of reclamemail als verkoopkanaal en niet alleen te kijken naar online marketing. Van de Duitse consumenten bestelt 32 procent nog steeds via de post of via de telefoon. Deze marketingmiddelen zijn ook effectief bij het opbouwen van naamsbekendheid en het wekken van vertrouwen. Vergeet ook niet te zorgen voor (Duitstalige) klantenservice. Duitse klanten zullen contact zoeken, telefonisch of per e-mail en het is ontzettend belangrijk om vragen in het Duits te kunnen afhandelen.

“Welke Zweedse dealer kan onze schrootpersen aan de man brengen?” Agentschap NL helpt ondernemers internationale kansen te zien én te benutten. “Als je wilt dat klanten altijd op je product kunnen bouwen, moeten service en nazorg via je dealers goed zijn geregeld. Niet iedere machineverkoper is daarvoor geschikt. Daarom vroegen we Agentschap NL de Zweedse markt voor ons in kaart te brengen. In een mum van tijd hadden we een shortlist met ondernemers, waaronder het bedrijf met wie we nu zaken doen.Wij zagen de kansen en Agentschap NL leverde de kennis.Wat mij betreft een ideale combinatie.”

Het is cruciaal om consumentenvragen in het Duits af te kunnen handelen

Lees het verhaal van Bronneberg en ontdek wat Agentschap NL voor u kan betekenen.

DUITSLAND-PROOF De keuze om met een Nederlandse e-commerce onderneming in Duitsland zaken te doen, is logisch en in veel gevallen zeer verstandig. Met internationale ambities is het beter om in één land zorgvuldig te werk te gaan dan aandacht en budget te verdelen over heel Europa of de hele wereld. Elke ondernemer moet dan wel eerlijk antwoord geven op de vraag: Hoe Duitsland-proof ben ik?. De Duitse markt is groot en biedt veel kansen, maar bevat ook voldoende valkuilen. De beste manier om echt Duitsland-proof te zijn is een onderneming zoals een webshop helemaal om te vormen naar de Duitse markt. Tot in de kleinste details. Je wordt echt Duitslandproof door Duits te zijn. <

www.agentschapnl.nl/kansenbenutten

Maarten Overweg – Product Manager DHL Global Mail, dochter van Deutsche Post Alexander Jegerings, export area manager Bronneberg, Helmond


D ossier interview

31

‘Klant laat zich niet afschepen door half werk’ Webwarenhuis Fonq.nl is in tien jaar gegroeid tot een bedrijf dat actief is in veertien landen, met een omzet van twintig miljoen euro. Nu is het vizier gericht op Duitsland. ‘We houden het zo lokaal mogelijk.’

tekst Hans Pieter van Stein Callenfels / fotografie Marco Bakker

In 2002 begon Patrick Kerssemakers (36) met één webshop. Inmiddels is zijn bedrijf Fonq.nl uitgegroeid tot een serieus e-commercemerk met 130 verschillende webshops, een assortiment van ruim vijftienduizend luxe huishoudelijke producten – van prullenbakken tot barbecues, van servies tot heggenscharen, allemaal A-merken – negentig man personeel, en een omzet van zo’n twintig miljoen euro. Vorig jaar kocht RFS Holding, eigenaar van onder meer Wehkamp, voor een onbekend bedrag een belang van zestig procent in Fonq. nl. Maar ondanks de spectaculaire groei van de afgelopen jaren, is het voor Kerssemakers en zijn drie medeoprichters nog niet genoeg. Het buitenland lonkt. Fonq.nl bezorgt al in veertien landen en momenteel lopen er pilots in Frankrijk en Italië. Begin dit jaar lanceerde Fonq.nl een Duitse zustersite. Kerssemakers en Twan Rutten (24), een consultant die het buitenlandproject voor Fonq.nl trekt, vertellen over het Duitse avontuur.

Waarom was dít het moment om de grens over te gaan? Kerssemakers: ‘We hebben in de afgelopen jaren een groot apparaat klaargestoomd. Dat is het fijne van internet: je kunt heel goed de vraag peilen uit de markt, producten neerzetten en verkopen. Het opbouwen van een naam gaat sneller dan wanneer je met een fysieke winkel, ergens in een straat gaat zitten. We zijn hard gegroeid – sommige jaren met meer dan dertig procent. En we hebben alles zelf in huis: logistiek, inkoop, warehouse management, klantenservice, IT… Op een gegeven moment kom je op het punt dat je verder wilt. De fabriek draait, maar hoe harder hij draait, hoe efficiënter hij wordt. Het is handel, maar er zit wel een strategie achter.’ Rutten: ‘Ja. We gaan het buitenland in met producten die we al hebben liggen. Dat levert schaalvoordelen op. Onze omloop gaat omhoog, maar je hoeft niet direct in extra vierkante meters te investeren.’

Waarom is de keuze nu op Duitsland gevallen? Rutten: ‘Het was voor ons de meest logische stap. Duitsland is helemaal nieuw, en de markt is natuurlijk veel groter dan bijvoorbeeld België, waar we ook actief zijn. Je hoeft maar een paar dingen goed te doen en je hebt veel meer potentieel te pakken. En we kunnen er ook echt waarde toevoegen. Wij zijn geen prijsvechter, maar gespecialiseerd in de long tail. Bij ons kun je bijvoorbeeld geen twintig klokken kopen, maar wel vijf- of zeshonderd. Allemaal verschillend en wij hebben ze op voorraad. Dat is service: er zijn maar weinig partijen die minder populaire producten op voorraad hebben. Tegen de Duitsers kunnen wij zeggen: wij hebben dat speciale klokje in twee werkdagen bij jou thuis.’ Kerssemakers: ‘Heel veel partijen doen dat niet, omdat het duur is. Je koopt dingen in waarvan je eigenlijk al van tevoren weet dat je ze niet snel verkoopt. De meeste retailers denken >

‘De Duitser is meer op z’n rechten, het moet allemaal kloppen’

Twan Rutten en Patrick Kerssemakers


D ossier interview

33

dat je er geen geld mee kunt verdienen. Maar dat is juist de truc die wij goed kunnen. Daardoor slagen we in bepaalde markten.’ En wat maakt die truc succesvol? Kerssemakers: ‘Dat zit hem in allerlei dingen. Op de juiste manier inkopen, opslaan, doorvoeren en inpakken. En wat ook zo is: op hardlopende producten verdien je niks, want de prijzen daarvoor staan heel erg onder druk.’ In Nederland hanteren jullie het principe: one brand, multiple shops. Onder Fonq.nl vallen bijvoorbeeld barbecuespeciaalzaak.nl of brabantia-webshop.nl. Gaan jullie die strategie ook in Duitsland volgen? Rutten: ‘Voorlopig concentreren we ons op één merk, Fonq.de. Dat is deels een operationeel verhaal. Een Nederlander hier kan wel een barbecueshop in België managen. Daar zit ook het succes van die niche-shops in. Er zit iemand die er verstand van heeft, die weet wat er speelt in die markt, die goed advies kan geven en goede productteksten kan schrijven. Dat kun je wel proberen in Duitsland, maar zo goed is ons Duits niet. Dat wordt al gauw een slap aftreksel. En we hanteren wel de filosofie: als je het doet, moet je het goed doen.’ Kerssemakers: ‘En moet je het zelf doen. De kennis die je opbouwt, moet je niet bij een adviesbureau onderbrengen. Je moet leren wat je volgend jaar niet meer fout doet. Misschien dat we over een jaar of twee wel een Duitse afdeling daar hebben, met een paar man die heel erg veel van specifieke niches weten. Maar voorlopig houden we het bij één merk dat we vanuit hier managen. Onze productteksten laten we professioneel vertalen.’ Zit er veel verschil tussen de Duitse en de Nederlandse webshop? Rutten: ‘Ja, het uiterlijk is grofweg hetzelfde, maar bepaalde elementen zijn anders. Voor Duitse internetshoppers is het heel belangrijk dat ze weten hoe hun pakketje bezorgd gaat worden. Dus plaats je een DHL-logo

‘De conversie is in Duitsland veel hoger dan in Nederland’

op een prominente plek, dan wekt dat vertrouwen. Wat Duitsers nóg belangrijker vinden is dat ze even kunnen bellen, dus staat het telefoonnummer van onze klantenservice op elke pagina. Er zijn ook allerlei wettelijke eisen. In Duitsland moet bij elke productprijs verplicht staan dat het inclusief BTW is, maar exclusief verzendkosten. En dat laatste woord moet dan weer klikbaar zijn naar een pagina met verzendkosten. Dat staat allemaal in de wet.’ Kerssemakers: ‘We wachten voor dit soort dingen eigenlijk allemaal op EU-brede regels. Die zijn in de maak, zodat alle online retailers het straks op dezelfde manier moeten doen.’ Hoe werkt jullie klantenservice voor Duitsers? Kerssemakers: ‘Voor dat soort kwesties was de pilot bedoeld die we eerst hebben gedaan. Even aftasten. Voor een paar telefoontjes per dag, hoeft hier niet fulltime een Duitstalige te zitten. Maar het bleek een aardige vlucht te nemen.’ Rutten: ‘We hebben hier nu twee mensen op de klantenservice zitten die vloeiend Duits spreken. Alle

telefoon en e-mail uit Duitsland komt bij hen binnen. Zijn zij in gesprek, ziek of op vakantie, dan hebben we support in Düsseldorf waar zo’n gesprek naartoe gaat. Zij kunnen in onze systemen de koopgeschiedenis, voorraad, enzovoorts ophalen. Dat bedrijf betalen we per afgehandeld geval. Dat is prijzig, maar we willen echt goede service bieden. Een klant laat zich niet afschepen door iemand die half Duits spreekt.’ Is die Duitse e-commerceklant anders dan de Nederlandse? Rutten: ‘De Duitser is wat meer op z’n rechten. Meer punctueel. Het moet allemaal kloppen.’ Kerssemakers: ‘Met een spelfout op de site kom je in Nederland bij tachtig procent van de mensen nog wel weg. Daar is dat misschien vijftig procent. Je moet nóg secuurder zijn.’ En zijn de regels anders voor het terugsturen van spullen? Rutten: ‘In principe werkt het in Duitsland hetzelfde als in Nederland. Wie niet tevreden is, mag gratis retourneren. Maar voor cosmetica zijn de regels bijvoorbeeld anders. Je

kunt daar een lippenstift kopen, het proberen en als je het niks vindt, krijg je je geld terug. In Nederland geldt voor dat soort producten geen recht van retour.’ Heeft iemand jullie geholpen bij het verzamelen van deze informatie? Rutten: ‘Ja, het adviesbureau Dexport. Dat is gespecialiseerd in Nederlandse bedrijven die op de Duitse markt zaken willen doen. Ze hebben ons geholpen bij de allereerste fase. Het neerzetten van de site, marketing, de communicatie. Juridische zaken. Maar ook advies over dingen als betaalmethoden, zo wil dertig procent van de Duitsers bijvoorbeeld het liefst op rekening kopen. Daar moet je rekening mee houden.’ Kerssemakers: ‘Die verschillen maken het ingewikkeld. In de basis is de business hetzelfde, maar je moet echt op de details letten. De voorwaarden, de BTW, de verzendkosten… We hebben voor de bouw en de hosting van de internationale shops daarom voor een nieuwe partner gekozen, Cloudsuite. Zij beschikken over een internationaal platform, met oplossingen als vertalingsmodules.’

Hoe pakken jullie de marketing aan in Duitsland? Rutten: ‘We kijken in de markt waar het potentieel zit. Via Google kun je vrij makkelijk zoekvolumes krijgen, zeker op het gebied van productnamen en -types. Dan kijk je: hoe populair zijn bepaalde producten, wat is de concurrentie? We verkopen bijvoorbeeld strijkijzers. Die zijn in Duitsland heel populair, maar de concurrentie is ook groot, dus de marges zijn minder goed. Dat doen we dan dus niet. Bij een merk kijken we bijvoorbeeld of we het hele assortiment hebben. Ja? Dan gaan we daarop adverteren, voornamelijk met Google Adwords. Als iemand bijvoorbeeld zoekt op ‘witte kapstok Gispen’, liefst nog op typenummer, en wij staan bij de resultaten, dan is zo’n klant heel makkelijk binnen te halen. De conversie – klanten die op de site komen en daadwerkelijk iets kopen – is in Duitsland ook veel hoger dan in Nederland. We doen dus ook geen campagnes op radio of tv, maar haken in de koopcyclus op het laatste punt aan. Dat spel blijven we voorlopig spelen.’ Hoeveel mensen van de negentig werknemers van Fonq werken momenteel aan ‘Duitsland’? Rutten: ‘Minder dan je denkt. Ik werk hier als consultant aan. Voor de website hebben we een partner. We maken gebruik van adviesbureaus in Duitsland en hebben de klantenservice dus ook deels uitbesteed. Los van de twee Duitssprekende dames op de klantenservice hier, zijn er maar weinig vaste krachten fulltime met het buitenland bezig.’ In potentie kan het Duitse bedrijf veel groter worden dan de Nederlandse sites. Kerssemakers: ‘Ja, in drie tot vijf jaar zou dat kunnen. Maar in het begin moet je bouwen. Je moet het goed neerzetten, met veel aandacht en een kleine groep mensen, zodat je snel kunt beslissen. Je moet aanwezig zijn, potentie zien en dan weer verder uitbouwen. En dan, als er relevante

omzet komt en nog meer potentie, dan kun je de groep mensen verder uitbreiden. En dan moet je kijken: gaan we in zo’n land mensen aannemen of blijven we het zelf doen met hulp van een adviesbureau?’ Hoe groot willen jullie worden? Kerssemakers: ‘We kijken naar Frankrijk, Groot-Brittannië. Er zijn veel ambities. In Frankrijk ben je vanwege de taal weer helemaal overgeleverd aan een adviesbureau, maar in GrootBrittannië zouden we het wel weer zelf kunnen doen. Duitsland was voor ons een logische stap. Het is dichtbij, er is een grote markt en de consument is er gewend aan kopen op afstand. Andere landen hebben ook onze interesse, maar alleen als we echt een goed serviceniveau kunnen neerzetten, met mooie levertijden.’ Is er op de Duitse site iets te merken van de Nederlandse achtergrond van Fonq.nl? Rutten: ‘Nauwelijks. Zo min mogelijk. Het staat natuurlijk verplicht in de algemene voorwaarden. Onze juridische entiteit is een Nederlandse BV, dat kan de Duitser die doorklikt ook zien. Maar verder hebben we een Duits postadres, een Duits telefoonnummer – dat uiteraard gewoon hier naartoe wordt doorgezet. We houden het zo lokaal mogelijk en dat willen we in elk land doen.’ Zijn er nog valkuilen? Rutten: ‘Kijk goed naar je assortiment. Een voorbeeld: wij verkopen gasbarbecues. De meeste Nederlandse gasbarbecues werken met een drukregelaar van dertig mbar, maar in Duitsland werken ze doorgaans met vijftig mbar. In een week verkochten we heleboel barbecues, maar al vrij snel hadden we continu klanten aan de lijn: ik kan hem hier niet op mijn gasfles aansluiten! Toen kwamen die barbecues dus allemaal weer terug. Een ander aandachtspunt: een Duitser wil ook graag een Duitse handleiding. Zit die er niet bij, stuur dan een pdf’je mee. Zo zie je, service zit ‘m in de details.’ <


D ossier ronde tafel

35

Schiet met scherp

Vijf kenners van Duitsland aan één tafel. Ze zijn het eens. Duitsland is heel interessant voor Nederlandse ondernemers. Belangrijkste conclusie: die ondernemer moet wel alles in één keer goed doen.

tekst Jan Kooistra / fotografie Mark van den Brink

Andreas Giese, Joost Hack, Johan Spijksma (zittend), Oliver Bittner, Rob Qualm

Het gesprek gaat moeiteloos over van het Nederlands naar het Duits, en net zo snel weer terug. Niet gek, allemaal houden ze zich dagelijks bezig met Duitsland, Duitsers en de Duitse markt. En ze praten daar graag over met elkaar. Het gesprek gaat lang door, ook als tot twee keer toe is geconstateerd dat alles wel besproken is. Oliver Bittner, sinds drie maanden e-commerce-manager bij postorderapotheek DocMorris, wil nog een keer benadrukken hoe belangrijk sociale media zijn en hoe grenzen daardoor vervagen. Rob Qualm, Managing Director Global Mail bij DHL, wil het eigenlijk ook nog over het belang van transparantie hebben. Andreas Giese van Dexport, een adviesbureau op het gebied van e-commerce dat Nederlandse bedrijven helpt die in Duitsland (willen) ondernemen, heeft nog een mooi praktijkvoorbeeld: een Nederlands bedrijf dat carnalvalskleding in

Duitsland verkoopt en regionale marketingstrategieën heeft. Joost Hack, HR-manager bij DocMorris en collega van Oliver Bittner, legt nog eens uit wat er allemaal bij komt kijken als een Nederlands bedrijf een Duitse medewerker aanneemt. De heren zijn op bezoek bij gespreksleider Johan Spijksma en zitten aan een grote tafel op het kantoor van de Duits-Nederlandse Handelskamer in Den Haag. Spijksma, die bij de DNHK Nederlandse bedrijven adviseert, opent het gesprek. Wat wij bij de DNHK zien is dat in Duitsland lokale kennis echt nodig is, met mensen die de Duitse markt heel goed begrijpen, die de cultuur kennen. Wat is jullie ervaring? Hack bijt de spits af. ‘Al ligt Nederland naast Duitsland, er zijn toch cultuurverschillen. Misschien dat die niet altijd duidelijk waarneembaar zijn, omdat Duitsland zo dichtbij is, maar ze spelen een belangrijke rol in

het zakelijke verkeer. Het kopje koffie zoals we in Nederland gewend zijn, dat moet je in Duitsland niet doen. Je moet goed voorbereid zijn en beslissingsbevoegde mensen naar een vergadering sturen.’ Bittner: ‘DocMorris is een Nederlands bedrijf, maar we zijn in alles Duits. Negentig procent van onze websitebezoekers komt uit Duitsland, een halve procent uit Nederland. Onze doelgroep is Duits. Ik denk wel dat in de toekomst e-commerce internationaler wordt of in ieder geval Europees. Maar ook dan is iets als taal heel belangrijk, alles alleen in het Engels zal niet lukken.’ >

‘Heel snel de Duitse markt in willen, is vaak teveel van het goede’ Andreas Giese


D ossier ronde tafel

37

‘Stuur beslissingsbevoegde mensen naar een vergadering’

‘Met Nederlandse budgetten kom je niet zo heel ver’

Joost Hack

Rob Qualm

Duitsland is een heel grote markt vergeleken met Nederland. Duitsland heeft bijna 82 miljoen inwoners. Wat betekent dat voor Nederlandse ondernemers wat e-commerce betreft? Giese: ‘In potentie is Duitsland een heel grote markt. Maar je begint, ook al ben je in Nederland een bekend merk, in Duitsland toch weer helemaal onderaan. Ik zie dat voor Nederlandse starters in Duitsland de eerste zes tot twaalf maanden vaak heel lastig zijn.’ Qualm: ‘Het is inderdaad een grote uitdaging. Veel Nederlandse bedrijven zeggen: ‘We willen verder groeien en zoeken nieuw potentieel in het buitenland’. Vaak kiezen ze voor België, maar in potentie is Duitsland veel groter. De Duitse economie draait ook heel goed.’ Giese: ‘Wat ook zo is, is dat je met Nederlandse budgetten in Duitsland niet zo heel ver komt. Je moet in Duitsland dus slim en gefaseerd groeien. Van Duitsland naar Nederland is het andersom. Neem Zalando bijvoorbeeld. Zij hebben de Nederlandse markt overspoeld met hun reclame, dat zie je andersom zelden.’ Is naar jullie mening omvang de belangrijkste reden waarom Duitsland aantrekkelijk is voor Nederland?

Joost Hack (49) is HR-manager bij DocMorris, een postorderapotheek die zich vanuit Heerlen vooral richt op de Duitse markt. Hij was eerder HR-manager bij DHL en heeft gewerkt voor Buma/ Stemra en KPN.

Andreas Giese (32) is geboren in Berlijn, zoon van een Duitse advocaat en oprichter van Dexport, een adviesbureau dat Nederlandse e-commercebedrijven helpt bij ondernemen in Duitsland.

Oliver Bittner (40) is sinds drie maanden verantwoordelijk voor ecommerce bij DocMorris. Hij richtte in 2004 medizinfuchs.de op, een Duitse prijsvergelijker voor postorderapotheken.

Rob Qualm (43) is directeur Benelux bij DHL Global Mail. Hij werkt samen met onder meer de Duits-Nederlandse Handelskamer en Dexport aan een platform van Duitslandspecialisten: de DHL Duitsland Desk (dhl-duitslanddesk.nl).

Giese: ‘Het is ook een droom voor veel ondernemers om succesvol te zijn in Duitsland.’ Hack: ‘En de Duitser heeft nogal wat te besteden.’ Qualm: ‘Wat volgens mij ook meespeelt, is de ondernemingszin van Nederlandse ondernemers en het snel resultaat willen hebben: ‘Ik spreek wel wat Duits, dus ik red het wel’. En Engeland is bijvoorbeeld toch weer lastiger, je krijgt met wisselkoersen te maken en het is verder weg. Bedrijven in de grensstreken doen trouwens al vaak zaken over de grens. Stel je zit in Limburg, dan doe je eerder zaken in Aken en Keulen dan in Amsterdam.’

liefst op rekening. De top-100 Duitse e-commercebedrijven bieden dat ook aan. Juridisch zijn er ook grote verschillen.’ Bittner: ‘Duitsers zijn erg conservatief. Ontwikkelingen zoals winkelen via de mobiele telefoon en online betalingen gaan daar langzamer. Het gebruik van sociale media is ook minder gebruikelijk dan in andere landen.’

zeker niet als je net begint op de Duitse markt.’ Qualm: ‘Maar je hoeft daar niet bang voor te zijn. Als je je gezond verstand maar gebruikt en je goed laat informeren.’ Hack: ‘Informatie over klanten uitwisselen tussen bedrijven bijvoorbeeld, dat is in Duitsland gewoon echt anders geregeld. Die regeltjes moet je kennen.’ Giese: ‘Neem in het begin een Duitse advocaat in dienst om het allemaal in een keer goed neer te zetten, dan ben je klaar. Sommige

webshops hebben zoveel producten dat ze niet kijken of ze die wel allemaal mogen verkopen in Duitsland. Dat moet je wel controleren, want het kan zijn dat iemand in Duitsland het alleenrecht heeft.’ Hack: ‘Bij ons was het andersom. De oprichter van DocMorris was een Duitser die in Nederland begon, omdat daar sommige dingen mochten die in Duitsland verboden waren. Er zijn dus ook regeltjes die juist voordelig kunnen zijn voor Nederlandse ondernemers in Duitsland.’ Bittner: ‘Medicijnen is een speciaal soort product, in elk land zijn de regels weer anders, elk Europees land heeft eigen beleid. Dan is het een grote stap om te investeren in een andere markt.’

Is het zo dat de Nederlandse en de Duitse consument erg verschillend zijn, ook wat kopen via internet betreft? Giese: ‘Ja, in Nederland bijvoorbeeld heeft e-commerce een hoge vlucht genomen mede dankzij iDeal. Duitsers betalen traditioneler, het

Wij merken als DNHK dat er grote juridische verschillen zijn tussen Nederland en Duitsland. In Duitsland kun je bijvoorbeeld worden aangeklaagd als er iets raars staat in de algemene voorwaarden van je webshop, ook door advocaten die geen zakelijke relatie met je hebben. Wat is jullie ervaring? Hack: ‘Duitsers letten meer op de regeltjes. Privacy leeft in Duitsland ook veel meer dan in Nederland. Regelmatig krijgen bedrijven daardoor negatieve aandacht in de media. Dat kun je je niet veroorloven,

‘Ontwikkelingen zoals winkelen op de mobiele telefoon en online betalen, gaan langzamer’ Oliver Bittner

Wat moet een Nederlander doen om in Duitsland tot de honderd beste e-commercebedrijven te behoren? Bittner: ‘Het belangrijkste is dat het product moet kloppen. En de

Duitse consument is kritisch, het vergt veel tijd om de consument te overtuigen. Alleen een website is dan niet voldoende, ook sociale media zijn belangrijk. En je moet know-how hebben op het gebied van zoekmachine-optimalisatie. Als je goed gevonden wordt, dan kan een Nederlands bedrijf beter zijn dan een Duits bedrijf.’ Qualm: ‘Een e-commerce ondernemer die naar het buitenland wil, moet zichzelf vragen: Welke kennis heb ik? Welke kennis moet ik hebben en waar kan ik kennis krijgen? Iedereen is goed in een bepaald onderdeel, maar afzonderlijk van elkaar kunnen we het niet. Dat is volgens mij ook een nieuwe manier van ondernemen: je hoeft niet alles te kunnen, als je maar de juiste partners kunt vinden.’ Giese: ‘Begin laagdrempelig en kies voor een gefaseerde groei. Gebruik het eerste en tweede jaar om te testen, maar stel je omzetdoel niet te laag, want dan haal je je vaste kosten er niet uit. Heel snel de grote Duitse markt in willen, dat is voor de meeste ondernemers teveel van het goede.’ Hack: ‘Inderdaad, je ontkomt er niet aan om in die beginfase de Duitse kennis in te huren en in een latere fase je eigen competenties op te bouwen.’ <


38 Q&A Marktveroveraar

39 Louis Peters:

Winst door leren op de werkvloer Scholing moet op de werkvloer gebeuren en niet in de schoolbanken. Dat is de verrassende uitkomst van het MKB-Nederlandprogramma, Excelleren.nu. ‘De concurrentiekracht van bedrijven die een intern leerproces hebben, is sterker geworden.’

‘Mkb blijft achter bij het creëren van een leercultuur’

Wat was de aanleiding om met steun van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Excelleren.nu te beginnen? ‘De Nederlandse economie krijgt te maken met uitdagingen die veel vergen van het ondernemerschap,

de innovatiekracht en de prestaties. Ook het mkb krijgt steeds meer te maken met internationale concurrentie. Nederland heeft een open economie en drijft op export. Daarnaast eisen consumenten steeds betere producten en diensten. Innovatie en productiviteit kunnen door deze ontwikkelingen een impuls gebruiken. Een andere ontwikkeling die op het mkb afkomt, is teruglopend arbeidspotentieel bij veel organisaties. Door de vergrijzing moeten werkgevers ervoor zorgen dat werknemers duurzamer inzetbaar worden. Om dit allemaal aan te kunnen, moet binnen bedrijven de juiste leercultuur aanwezig zijn. Wie doet hier veel aan? Dat is het grootbedrijf en de overheid. Het mkb blijft achter. Wat echt moet om sterker te worden, is dat ondernemers bewuster met het informele leren omgaan om zo die leercultuur te versterken. Tot op dit moment is dat nog niet het geval, vandaar de start van dit programma.’

De snelste weg naar presteren is via de omweg van het leren, staat in jullie evaluatie. Leg deze tegelwijsheid eens uit. ‘Leren en ontwikkelen worden vaak gezien als investeringen die maar heel beperkt renderen. De effecten hiervan zijn misschien pas op de lange termijn merkbaar en liggen heel erg bij het individu. Als je als onderneming meer wilt presteren, zul je moeten investeren in leren voor de gehele organisatie. Om dit te realiseren moet je als ondernemer daarvoor de juiste leercultuur ontwikkelen. Excelleren.nu stelt dat werknemers en werkgevers samen een werkomgeving creëren waarin leren de normaalste zaak van de wereld is.’ De gehele werkplaats terug naar de schoolbanken of heeft dat niet zoveel zin om een onderneming concurrerender te maken? ‘Het blijkt dat een vakman ongeveer 95 procent van de kennis informeel opdoet, dus op de werkvloer tus-

>

tekst Eduard Voorn / fotografie Maurits Giesen

Het restaurant van Van der Valk in Nootdorp is druk deze ochtend. Louis Peters, die er een ‘heidag’ heeft, heeft er geen oog en oor voor als hij gepassioneerd over het succes van Excelleren.nu praat. De leider van het MKB-Nederlandprogramma, waar zevenhonderd mkb-ondernemers bij betrokken waren, is verbaasd over hoe met betrekkelijk simpele ingrepen de kennis en kunde van een ondernemer en zijn personeel kan worden verbeterd, zodat het bedrijf beter wordt. ‘Het is echt een misvatting dat je voor leren terug moet naar de schoolbanken. Om het mkb te versterken, is het veel beter om energie te steken in het leren via het informele traject.’


40 Q&A productieproces. Dat leverde adviezen op waardoor het proces verbeterde en de productiviteit omhoog ging. Door Excelleren.nu wordt de ondernemer sterker, omdat hij weer ruimte krijgt om te ondernemen. Hij kan zijn blik naar buiten richten. Het bedrijf wordt sterker, omdat de werknemers met elkaar praten over klanten, producten, productieproces en over hun eigen ontwikkeling.’

‘Ook de ondernemer moet in ‘leerstand’ staan’ sen collega’s. Echter, veel energie en geld gaat naar de resterende vijf procent, waar jaarlijks tegen de twee miljard euro in gaat zitten. Wanneer je als ondernemer serieus aandacht aan dat informele leren besteedt, heb je direct effect. Richt werkoverleg eens anders in!’ Het programma Excelleren.nu wil de leercultuur binnen het mkb versterken. Maar wat houdt dat in? ‘Het is de mate waarin we leren en ontwikkelen vanzelfsprekend vinden binnen een bedrijf. Oftewel: Is het een thema dat op de agenda staat, waar je als ondernemer bewust aandacht aan besteedt? Het is een misverstand dat een opleidingsplan daarvoor de basis vormt. Luister als ondernemer op een open manier naar het personeel, dat weet vaak wat beter kan. Bij een grote banketbakkerij in Limburg gingen werknemers met elkaar in gesprek over het

Hoe moet die hardwerkende ondernemer het aanpakken? ‘Zelf het goede voorbeeld geven. Jij bent het rolmodel, dus sta continu in de ‘leerstand’. Regisseer het informele leren. Zorg dat het binnen je bedrijf wordt ingericht. Ik ken bijvoorbeeld een bedrijf waar elke maand in de kantine een wand wit wordt geschilderd. Hier kunnen tips en vragen op worden geschreven. Verder moet je het leuk maken. Zoals Recreatiecentrum De Noordduinen, die het wij/zij-denken hebben doorbroken door medewerkers van het park en de horeca elkaar rondleidingen te laten geven. Geef werknemers het gevoel dat hun inbreng in het bedrijf ertoe doet.’ Het is een rare wereld. Het UWV zet 150 extra coaches in om ontslagen werknemers boven de 50/55 jaar terug het arbeidsproces in te krijgen, terwijl Excelleren.nu juist inzet op duurzame inzetbaarheid. Peters valt voor het eerste stil, denkt na en zegt na enige tijd: ‘Ondernemers die de juiste leercultuur binnen hun bedrijf hebben, zullen bij de volgende crisis veel weerbaarder zijn. Goed opgeleide werknemers zijn breder inzetbaar binnen een bedrijf. Zo’n onderneming is sterker. Daarnaast zijn de werknemers ook beter opgeleid en bij ontslag beter in staat om een nieuwe baan te vinden. Je zult je vakmanschap blijvend moeten ontwikkelen om een baan te behouden.’ Op de website staan ondernemers die mee hebben gedaan. Wat me

opvalt, is dat met simpele middelen al resultaat wordt behaald. ‘Je ziet dat garagehouder Harrie en supermarkt ondernemer Wim in de ogen van hun personeel ‘slechte’ bazen zijn. Harrie kan niet goed luisteren en Wim niet delegeren. De groei van hun bedrijven werd belemmerd door hun functioneren. Ze zijn vaak lang geleden begonnen en hebben met succes hun ondernemingen opgebouwd. Maar nu staan ze in een stand waardoor hun bedrijf niet verder groeit. Ze moeten uit deze stand naar het volgende niveau. Door ze persoonlijk te trainen werden zij, en daardoor het bedrijf, beter en ontstond er een leercultuur. Iedereen blij.’ Stopt het programma nu? ‘Het mkb zal het verbeteren van de leercultuur serieus moeten blijven nemen. Uit de pilot Excelleren.nu geeft 97 procent van de deelnemers aan dat ze dit aanbevelen aan collegaondernemers. De concurrentiekracht van bedrijven die deelnemen is sterker geworden, zo geven de ondernemers aan. Die vijf miljoen euro subsidie van het ministerie heeft veel meer opgeleverd. We hebben een goudader aangeboord. Het mkb heeft te lang meegelopen met die vijf procent. Door informeel leren aan te boren, is het resultaat gelijk zichtbaar. Van de veertien branches die deelnamen, gaan er daarom al zes zelfstandig door. Opleidings- en ontwikkelingsfondsen van de branches zullen hier naar mijn overtuiging structureel geld voor vrij moeten maken. Door middelen uit deze fondsen anders in te zetten versterk je de sector, houd je werkgelegenheid vast of vergroot je de werkgelegenheid. Verder gaan we gewoon naar heel veel ondernemers toe om ze te vertellen over het hebben van een leercultuur.’ <

Informatie over het programma is te vinden op www.excelleren.nu


42 Analyse

Debiteuren, crediteuren Mkb-ondernemers in Nederland lopen jaarlijks meer dan een miljard euro mis omdat afnemers facturen niet betalen. Met een actief debiteurenbeleid ligt het geld voor het oprapen.

tekst Damir Grcic

Het is een probleem waar nagenoeg iedere ondernemer vroeg of laat mee te maken heeft: klanten die hun rekening niet betalen. Veel ondernemers weten op zo’n moment niet goed wat te doen. Vaak sturen ze geen betalingsherinnering, omdat ze de relatie met de klant niet willen verstoren. En als ze al een herinnering sturen, dan vaak in een veel te laat stadium. Het gevolg is dat ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf in Nederland jaarlijks maar liefst een miljard euro laten liggen aan niet geïnde betalingen, zo blijkt uit onderzoek van Clearlybusiness en ABN Amro. Anders gezegd: een mkb’er schrijft jaarlijks gemiddeld 2,5 procent van zijn omzet af aan niet betaalde facturen. Bij een omzet van een miljoen euro is dat maar liefst 25.000 euro. Wie tien procent marge maakt op zijn omzet moet ruim een kwart miljoen euro omzetten om die 25.000 euro weer goed te maken. SNELLE ZEEUWEN Ook uit andere onderzoeken blijkt dat bedrijven vaak te kampen heb-

ben met wanbetalers. Zo blijkt uit onderzoek van Graydon Nederland dat gemiddeld ruim veertig procent van alle facturen niet binnen de gebruikelijke termijn van dertig dagen wordt betaald. Van alle provincies betaalt Zeeland overigens het snelst. In Zeeland staat een nota gemiddeld 42 dagen open. Een crediteur die zijn rekening naar Flevoland stuurt, moet het langst wachten op zijn geld – 46 dagen. Met alle gevolgen voor de leverancier van dien. Van alle faillissementen in Nederland wordt maar liefst een kwart veroorzaakt door achterblijvende betalingen. Vaak zijn dit goed functionerende bedrijven die ten ondergaan aan klanten die hun betalingsverplichting niet nakomen. Kosten en investeringen gaan immers gewoon door. Wanneer de cashflow hapert, kan dit grote problemen geven.

betalingsverplichting nakomen. De oplossing van het probleem begint echter bij het in kaart brengen ervan. Hoeveel geld laat de ondernemer precies liggen? En hoeveel tijd gaat er gemiddeld overheen voordat klanten aan hun betalingen voldoen? Meten is ook in dit geval weten. Met bijvoorbeeld de Cashflow Tool kunnen bedrijven inzage krijgen in hoeveel dagen ze te laat betaald worden en hoeveel geld ze hierdoor mislopen. Na het invullen van gegevens als jaaromzet, betaaltermijn en gemiddelde betalingsduur van facturen, rekent de tool uit hoeveel cashflow en rente het bedrijf misloopt. Wanneer duidelijk is hoeveel de wanbetalers het bedrijf kosten, is het tijd om actie te ondernemen. Ondernemers moeten daarbij ook

GEBREKKIGE BOEKHOUDING Toch is er wel degelijk veel dat bedrijven kunnen doen om die haperende cashflow te voorkomen en ervoor te zorgen dat klanten hun

‘Aangetekende brief oogt goed en dient later als bewijs’

zichzelf in de spiegel durven aankijken. Zij zijn namelijk zelf deels debet aan dit probleem, omdat ze in veel gevallen hun factuur- en maningsproces niet goed op orde hebben. Uit onderzoek onder bedrijven die de Cashflow Tool hebben ingevuld en met PostNL aan de slag zijn gegaan om hun cashflowproces te verbeteren, weten we dat deze gemiddeld elf dagen wachten met het versturen van een factuur nadat de verkoop heeft plaatsgevonden. Ze hanteren daarnaast een betalingstermijn van gemiddeld dertig dagen en worden vaak dertig dagen te laat betaald. Als gevolg hiervan moeten ondernemers gemiddeld maar liefst 71 dagen wachten op de betaling na verkoop van een product of dienst. Met andere woorden: wie op 1 april een product heeft verkocht, krijgt hier pas in de tweede week van juni voor betaald. AANGETEKENDE AANMANING Er valt veel te winnen met het terugdringen van deze termijn. Het direct versturen van een factuur en

het verkorten van de betalingstermijn leveren direct een tijdwinst op van een tot twee weken. Sommige bedrijven werken met een verzamelfactuur die eens per maand wordt verzonden. In sommige gevallen – afhankelijk van de factuurwaarde, het leveringsproces en de kosten van facturatie – kan het voor de cashflow beter zijn om direct na levering van een product of dienst te factureren. Dit geeft klanten de indruk dat ze zaken doen met een professioneel en alert bedrijf, ook op het gebied van het debiteurenbeleid. Mocht een betalingsherinnering nodig zijn, meldt dan niet dat het hier gaat om een ‘eerste herinnering’. De klant weet dan dat er minstens nog een tweede volgt. Bij het uitblijven van de betaling na de herinnering is het via aangetekende post versturen van een herinnering een sterk alternatief. Niet alleen heeft aangetekende post een serieus en ‘officieel’ karakter, het ontvangstbewijs kan in een later stadium indien noodzakelijk als juridisch document dienen.

Dan zijn er natuurlijk altijd afnemers die hun rekeningen niet betalen, omdat ze hier eenvoudigweg het geld niet (meer) voor hebben. In 2011 zijn in Nederland maar liefst een kleine tienduizend bedrijven failliet gegaan en 2012 laat vooralsnog geen beter beeld zien, zo blijkt uit cijfers van Graydon. Het is dan ook raadzaam om voordat een bedrijf in zee gaat met een potentiële nieuwe klant de kredietwaardigheid van deze potentiële klant te checken. PostNL heeft om haar klanten hierin te ondersteunen een samenwerking opgezet met kredietbeoordelaar Dun & Bradstreet. Voor twintig euro kunnen bedrijven een afnemer laten checken op kredietwaardigheid. Betaalt de klant nog steeds niet, dan is de stap naar een incassobureau vaak het laatste middel. KOSTELOOS INNEN Toch is de drempel hiervoor voor sommige bedrijven nog steeds te hoog. En dat hoeft niet. Integendeel. Zo kan PostNL Creditmanagement voor klanten geheel kosteloos onbetaalde rekeningen innen. De kosten die gemaakt worden, zijn voor rekening van de wanbetaler en niet voor de ondernemer. Dat geldt voor zowel grote als kleine bedragen. Bedrijven die gemakshalve niet-betaalde rekeningen van twee- of drieduizend euro maar laten voor wat het is, zijn dan ook dief van eigen portemonnee. Met kleine ingrepen en tegen weinig of geen kosten, kan ook dit soort kleine bedragen alsnog worden geïnd. Het geld ligt voor Nederlandse bedrijven nog steeds voor het oprapen. Een miljard om precies te zijn. < Damir Grcic is cashflowspecialist bij PostNL.


44 Duurzaamheid

45

Mkb, de groene motor De wisselwerking tussen natuur en economie hoort volgens milieuorganisaties hoog op de agenda van het mkb te staan. Ondernemers zijn nog terughoudend, maar Green Deals maken het mkb groener.

tekst Niels Achtereekte / illustratie Bas van der Schot

Een stapel noodzakelijk gekapt hout aan de ene kant, de wens van streekbewoners om meer in harmonie met de natuur te leven aan de andere kant. Menig ondernemer zal kansen zien. Zo ook op de Utrechtse Heuvelrug. Tap Uitvaartzorg en Het Utrechts Landschap bieden sinds enige tijd de Heuvelrugkist aan, grafkisten die gemaakt zijn van materiaal dat volledig afkomstig is uit de eigen omgeving. Een voor de hand liggend idee. De Utrechtse Heuvelrug is immers een groot natuurgebied en om dit te onderhouden, is het nodig regelmatig hout te kappen. Dat zorgt voor een aardige hoeveelheid (eiken)hout, dat erg geschikt is voor het maken van grafkisten. En dat slaat aan bij het publiek. De kist van het Heuvelrughout is momenteel de best verkopende kist. ‘Mensen uit deze omgeving geven graag iets terug aan de natuur’, zegt Marco Glastra, directeur van Het Utrechts Landschap. ‘Tap biedt de kisten tegen een reguliere prijs aan. Wij krijgen een vergoeding voor het leveren van het hout en ontvangen een deel van de verkoopprijs.’

De fabricage van de kisten lijkt Het Landschap op een spoor te hebben gezet. In samenwerking met Begraafplaats en Crematorium Den en Rust wordt de eerste natuurbegraafplaats in de provincie Utrecht ontwikkeld. Zowel kisten als urnen moeten volledig te composteren zijn, waardoor alles uiteindelijk weer opgenomen wordt in de kringloop van de natuur. ‘Wij merken dat het veel mensen aanspreekt om begraven te worden in de natuur. Voor Den en Rust is het een welkome aanvulling op de bestaande activiteiten’, aldus Glastra. VUILE WERK Kenmerkend voor beide projecten is dat Het Landschap zoveel mogelijk overlaat aan de regionale ondernemers. Dat sluit goed aan op het idee achter het stimuleren van duurzame

Je moet bedrijven niet het zwaaiende vingertje geven, maar kansen bieden

samenwerking vandaag de dag: overheid en NGO’s faciliteren, ondernemers doen het verdere werk. De overheid heeft hierbij de rol belemmeringen weg te nemen en kennis beschikbaar te stellen. Een NGO kan op haar beurt zorgen voor een goede inbedding van projecten. Ze kan uitleggen wat de relevantie is. Tjerk Wagenaar, directeur van stichting Natuur & Milieu, noemt het voorbeeld van biobrandstof. Sommige tegenstanders zien biobrandstof namelijk als bedreiging van de voedselvoorziening. ‘We merken dat mkb’ers door de discussie nog terughoudend zijn om te investeren’, vertelt hij. ‘Een NGO kan dan advies geven en zorgen dat het proces wordt versneld. Wij hebben contacten met verschillende overheden, van lokale diensten tot aan de ministeries, de Tweede Kamer en Europa.’ Economische activiteiten hebben invloed op de natuur. Tegelijkertijd kunnen verschillende sectoren ook niet zonder de natuur. Ecosysteemdiensten zijn en blijven nodig. ‘Voor

veel horeca is een goede natuurlijke omgeving essentieel’, geeft Erik te Brake, Secretaris Energie & Milieu bij MKB-Nederland/VNO-NCW, als voorbeeld. ‘Je ziet dat de belangen van het mkb en NGO’s daar in lijn liggen met elkaar. We proberen de focus te leggen op de overlap en niet per se op de tegenstellingen. Vooralsnog gaat dat erg goed. Je moet bedrijven niet het zwaaiende vingertje geven, maar kansen bieden.’ GROENER MKB Of er water bij de wijn moet om de kansen te benutten? Volgens Glastra niet. ‘Tienduizenden leden van het Utrechts Landschap kijken kritisch mee. Wij starten dan ook nooit projecten die tegen onze uitgangspunten ingaan. En dat hoeft ook niet, want er is genoeg te doen dat in lijn ligt met ons gedachtegoed.’ En die mening lijkt de Stichting Natuur en Milieu te delen. Wagenaar: ‘Je kunt altijd kritischer zijn op nieuwe initiatieven. Het kan altijd duurzamer, maar er zijn veel leuke nieuwe ontwikkelingen die bijdragen aan de

natuur, het milieu én de economie. Daar gaat het ons om. Het mkb blijft de motor van de economie. En die motor mag en kan een stuk groener.’ Hoewel alle betrokkenen het erover eens zijn dat er veel kansen zijn, benutten mkb’ers deze volgens Wagenaar nog te weinig. Hij stelt dat de Green Deals, waarin de Rijksoverheid samenwerkt met onder andere MKB-Nederland/VNO-NCW, MVO Nederland en verschillende natuur- en milieuorganisaties, meer bieden dan eruit wordt gehaald. ‘Wie al tijden klaagt dat de bureaucratie aangepakt moet worden, kan nu zijn slag slaan’, zegt hij. ‘Binnen de Green Deals heeft de overheid de taak belemmeringen weg te nemen.’ Daar blijken al aardig wat positieve voorbeelden van te zijn. Zo liep champignonkwekerij ’t Voske tegen het probleem aan dat ze geen vergunning wist te bemachtigen voor het verbranden van restafval om energie op te wekken. Onder de vlag van de Green Deals gaf de

overheid meer duidelijkheid over de mogelijkheden voor afvalstoffen, toegestane emissies en meststoffen. Het slim combineren van aanvragen, kan processen versnellen. RESTAFVAL ‘Het belangrijkste is dat we zaken veranderen door dingen te doen, aan het werk te gaan. Dat zijn ondernemers gewend’, zegt Te Brake. En daar is het volgens hem een gunstige tijd voor. Ondanks de bezuinigingen steunt dit kabinet ondernemerschap. Dat kan in een volgend termijn weer heel anders uitpakken. ‘De Rijksoverheid kan druk zetten op provinciale en lokale organen. De NGO’s op hun beurt dragen bij door oplossingen te geven, die ze door hun ervaring met milieuvraagstukken hebben.’ Helaas bestaat er nog wel te weinig bekendheid dat duurzame initiatieven ook voor het mkb geschikt zijn. Daarom heeft MKB-Nederland een Green Deal gesloten om dit jaar bij vijfhonderd mkb’ers twintig procent energiebesparing te realiseren.

>


46 Duurzaamheid

De Rijksoverheid ondersteunt dat. Aangezien veel projecten zich richten op energiebesparing, gaan veel ondernemers er vanuit dat de deals zich alleen daar op richten. Dat is zeker niet zo en om dat nog duidelijker te maken, volgt binnenkort een verbredingtraject dat zich richt op het optimaliseren van grondstofgebruik. Daarin komt meer aandacht voor ‘no net loss’, produceren zonder afval en grotere biodiversiteit. Te Brake: ‘Er is geld beschikbaar voor pilotprojecten om te testen hoe we bedrijven meer ruimte kunnen geven en zorgen dat we bedrijventerreinen als verbinding tussen natuurgebieden inzetten.’ De gedachte dat duurzaamheid en samenwerking met milieuorganisaties beter geschikt is voor grote bedrijven, is niet vreemd. Verschillende organisaties richten zich namelijk op de grotere concerns. Zo zoeken Na-

tuur & Milieu en het Wereld Natuur Fonds (WNF) samenwerkingsverbanden, waarmee ze een relatief grote impact kunnen realiseren. En dan kom je al gauw bij grote organisaties uit. Voorbeelden zijn Eneco, KLM en Rabobank. Desgevraagd laat een woordvoerder van WNF wel weten dat het fonds nadenkt over samenwerking met het mkb. De plannen zijn nog erg prematuur, maar WNF ziet kansen. ‘Het mkb beslaat een grote groep; de versnipperdheid vraagt om een andere benadering.’ Alle beetjes helpen, maar uit plannen en acties is duidelijk op te maken dat schaalvoordeel altijd welkom is. SPEELSER Zo is Natuur & Milieu zelf een Green Deal aangegaan die een zo’n groot mogelijk deel van de bevolking moet aanspreken, namelijk het creë-

Menselijke zaak People, Planet, Profit. Vrijwel iedereen kent dit zakelijk motto over duurzaamheid. De meeste aandacht gaat in het bedrijfsleven uit naar de laatste twee P’s. Maar ook de eerste P, de menskant, speelt zich met behulp van initiatieven vanuit NGO’s steeds meer in de kijker. Zo biedt Oxfam Novib de mogelijkheid ondernemers in ontwikkelingslanden te steunen met microkredieten. Als tegenprestatie organiseert Oxfam netwerkbijeenkomsten met workshops, enkele evenementen en uiteraard de associatie met het goede doel. Een bekende opzet zo blijkt, want ook Unicef gaat op deze manier de ‘samenwerking’ met het mkb aan. Door MKB-Supporter te worden steun je een project tegen kinderarbeid. Net als bij Oxfam Novib lever je als bedrijf steun in de vorm van een vaste financiële bijdrage. Deze vorm van duurzaamheid beïnvloedt de bedrijfsactiviteiten of de eigen omgeving dus niet meteen, maar kijkt over de landsgrenzen naar buiten.

ren van een ‘smart community’. Dat wil de organisatie doen door een spaarsysteem voor energiebesparing in te stellen dat vergelijkbaar is met Air Miles. Hierbij worden energiemeters gebruikt die op intelligente wijze zo efficiënt mogelijk met energie omgaan. ‘Je wilt dat mensen bewuster met energie omgaan. Daarvoor moet je het speels maken, dat is aantrekkelijk’, aldus Wagenaar. Indien de smart community een succes wordt, dan zal het project doorstromen naar het mkb. Wagenaar: ‘Stel dat zo’n dertig procent gebruik maakt van de slimme meters, dan is het tijd om het project over te dragen aan een commerciële partij. Wij zijn er alleen om processen te versnellen. Het uitbouwen van projecten hoort bij de markt.’ Het is dan ook de bedoeling dat de samenwerking met het mkb de komende jaren wordt geïntensiveerd. Glastra werkt daar sowieso al aan, maar hij ziet het ook als een passend antwoord op de bezuinigingen die zijn organisatie voor haar kiezen heeft gekregen. ‘Met de zeventig procent die bezuinigd wordt op natuur is het nu echt nodig meer samen te werken en projecten economisch aantrekkelijk te maken. Maar dat zie ik positief in. Samenwerken met lokale ondernemers geeft ons een nieuwe positie, nieuwe contacten. Het is goed dat je initiatieven van dichtbij financiert.’ <

VANUIT NEDERLAND NAAR UW DUITSE WEBSHOP KLANT ∙∙∙∙∙∙∙

De DHL Duitsland Desk is een platform van Duitsland specialisten. Onze gebundelde expertise op de Duitse e-commerce markt biedt u alles wat u als e-tailer nodig heeft om succesvol te zijn in Duitsland. Wij ondersteunen u met advies en praktische oplossingen op het gebied van export consultancy, marketing & communicatie en verzending & logistiek. U heeft de ambitie om de Duitse e-commerce markt te veroveren, de DHL Duitsland Desk staat voor u klaar! www.dhlduitslanddesk.nl | Bel 030-6008494


48 Duurzaamheid

Reportage

49

Groen tot in het pak Duurzame bedrijfsvoering kan succesvol zijn, bewijst Koffiebranderij Peeze. ‘Onze manier van koelen is niet alleen goed voor het milieu, maar ook goed voor de smaak van de bonen.’

tekst Kristel Hurenkamp / fotografie Mark van der Zouw

Het uiterlijk van koffiebranderij Peeze in Arnhem verraadt het al, met een groot zonnepaneel, een elektrische auto en enkele bedrijfsauto’s die op aardgas rijden. Direct bij binnenkomst is het zo klaar als een klontje: duurzaamheid voert de boventoon bij deze koffiebranderij. Aan de muur hangt een zogenoemde ‘Energiespiegel’ die het energie- en waterverbruik per uur, per week en per jaar in beeld brengt. Peeze houdt zichzelf met dit instrument een spiegel voor om zo constant te streven naar een nog efficiënter energieverbruik. Het elektriciteitsverbruik van de branderij is CO2-neutraal, aangezien het natuurstroom gebruikt. De CO2-uitstoot die ontstaat door bijvoorbeeld het gebruik van bedrijfsauto’s en het aardgas voor het branden van de koffiebonen, compenseert Peeze door de aanplanting van bossen. ZUINIGE ESPRESSO ‘Een duurzame bedrijfsvoering begint bij de oorsprong, bij de boer’, vertelt directeur Timmo Terpstra in het ‘experience center’ van de branderij. De branderij koopt daarom enkel koffie in bij geselecteerde plantages waar rekening wordt gehouden met sociale en ecologische omstandigheden. In de ruimte, bedoeld voor klanten en

relaties, is het LED-verlichting en energiezuinige espressoapparatuur dat de klok slaat. Aan de milieuvriendelijke verpakkingen van de verschillende Arabica-bonen die Peeze verwerkt en verkoopt, ontkom je niet. Uitgestald op tafels, prominent aan de muur: op de chique, doch eenvoudige verpakking – waar Peeze onlangs nog een prijs mee won – kijkt de lokale bevolking uit het land van herkomst je dankbaar aan. ‘Bedrijfseconomisch hebben we ons natuurlijk afgevraagd of het allemaal wel kan’, vertelt Terpstra, terwijl hij de verschillende verantwoorde koffiebonen toont. ‘Maar het afzetten van de kosten tegen de duurzaamheid die het oplevert, interesseert ons niet zo. Dat wil ik niet eens weten. Dan moet je ook naar de opbrengsten kijken om te weten of het rendabel is. En als je het zo bekijkt, dan ben je verkeerd bezig met duurzaamheid. Het is gewoon een onderdeel van onze bedrijfsfilosofie.’ Een ander aspect van de filosofie is

‘Het afzetten van kosten tegen duurzaamheid interesseert ons niet zo’

louter kwaliteitsbonen te kopen en dat werpt zijn vruchten af. De omzet groeit jaarlijks met tien procent en staat momenteel bijna op twaalf miljoen euro. Met 45 medewerkers produceert het bedrijf bijna 600.000 kilo koffie; een half procent van de totale koffiemarkt in Nederland. ONDERSCHEIDEND ONDERNEMEN Verse bonen ratelen door de molen als Terpstra een kopje Peeze-koffie zet. ‘Als mkb’er moet je je onderscheiden. Wij doen dat door onze manier van ondernemen. Wij haken in op de versnelling van de nieuwe, groene economie en zijn daarmee koploper.’ Lichtelijk geïrriteerd uit hij zich dan over de manier waarop grote bedrijven over duurzaamheid denken. Met een zucht: ‘Zij gaan alleen mee vanwege de marktontwikkelingen en minder vanuit eigen overtuiging. Dat is jammer.’ Een voorkeur voor één van de drie P’s (people, planet, profit) heeft de directeur niet. Volgens hem gaat het juist om de combinatie. ‘Maar duurzaamheid betekent ook keuzes maken. Begin gewoon met simpele, kleine dingen. Als je eenmaal inzet op duurzaamheid, kom je vanzelf in een bepaalde flow.’ Peeze is inmiddels partner van De Groene Zaak, een ondernemersplat-

form dat zich richt op één helder doel: het versnellen van verduurzaming van het economisch bestel. Mede door deze samenwerking en door tijdens bijeenkomsten het gesprek aan te gaan met NGO’s, is Terpstra altijd op de hoogte en weet hij andere ondernemers te motiveren. LUCHT RECYCLEN Terpstra neemt de laatste slok van zijn koffie voordat het tijd is voor het echte werk: op een duurzame manier koffiebonen verwerken. In de productiehal van de branderij vult de geur van koffiebonen de neus. Verpakt in grote juten zakken ligt de koffie uit Guatemala, Brazilië, Java, El Salvador en Peru in het magazijn klaar om gebrand te worden. Behalve het legen van een zak koffiebonen in een stortplateau, komt er geen menselijke handeling te pas aan het brandproces. Terwijl een collega van Terpstra een zak ZuidAmerikaanse koffiebonen in het stortplateau giet om deze naar een silo te geleiden, vertelt de directeur over de duurzame manier waarop de bonen

gebrand en gekoeld worden. ‘Wij scheiden het branden van het koelen en kunnen daardoor driekwart van de warmte opnieuw gebruiken om koffie te branden.’ De temperatuur waarmee het branden gebeurt, hangt af van het soort koffie. Mede daarom branden ze bij Peeze de bonen ‘single origin’, per soort. Zo hoopt Peeze het optimale uit de koffie te halen. Terpstra loopt naar de brander en legt uit: ‘Het vuur wordt brandend gehouden door de gebruikte lucht langs een cycloon te leiden en zo weer schoon te maken. In de winter gebruiken wij deze gebruikte, maar schone lucht weer voor opwarming van deze hal.’ De overtollige warmte gaat via een katalysator geurloos naar buiten. DUURZAAMHEIDSMOE Na het branden van de koffiebonen volgt het koelproces. En ook dat gebeurt op een verantwoorde manier. De bonen vallen kletterend na het branden in de controxkoeler. Waterdamp koelt de bonen af. Daarna komen ze in de luchtkoeler, waarbij

direct een heerlijke aroma vrijkomt. Terwijl de bonen ronddraaien en gelijkmatig een kamertemperatuur bereiken, pakt Terpstra een hand versgebrande bonen om het verschil aan te tonen tussen ruwe koffie en gebrande koffie. Leek de boon eerder nog op een kleine spliterwt, inmiddels is het de bruine koffieboon die bekend is bij de consument. ‘Onze manier van koelen is niet alleen goed voor het milieu. Het komt ook de smaak van de bonen ten goede. Bonen die je met veel water koelt, worden muf. En dat proef je.’ Na het branden worden de bonen gemelangeerd en verpakt en zijn ze klaar voor de reis naar de klant. Of Terpstra al duurzaamheidsmoe is? ‘Nee, integendeel zelfs’, glimlacht hij als zijn blik nog eens langs de productielijn gaat. ‘Ik heb zelfs nog heel veel dromen. Mijn grootste wens is een compleet duurzaam pand te bouwen dat voldoet aan alle moderne, duurzame eisen. Ooit gaat dat er komen. Met duurzaam ondernemen ben je nooit klaar, je moet altijd verantwoorde stappen blijven nemen.’ <


50 Duurzaamheid

Expertpanel

51

Schadelijke aanval Milieudefensie Arnhem voert actie tegen de plaatselijke Intratuin. Vergiften die schadelijk zijn voor bijen, moeten weg. Intratuin stuurt niet aan op conflicten en reactie bleef lange tijd uit. Verstandig? Arrogantie, desinteresse, onwetendheid, miscommunicatie? Het is moeilijk aan te geven waar het conflict tussen Milieudefensie en Intratuin Arnhem uit is voortgekomen. En het is zelfs de vraag of er sprake is van een conflict. Maar de gebeurtenissen in Arnhem maken haarfijn duidelijk wat de gevolgen kunnen zijn als liefde tussen milieuorganisatie en bedrijfsleven ontbreekt. Omdat het aantal ‘nuttige bijen’ achteruit holt, is 2012 uitgeroepen tot het Jaar van de Bij. Voor de afdeling Arnhem van Milieudefensie was het aanleiding om actie te ondernemen. Het pakte weer een landelijke handtekeningenactie op die twee jaar eerder was begonnen om tuinchemicaliën die schadelijk zijn voor bijen, te weren uit winkels als Intratuin en Welkoop. ‘Arnhem is immers de groenste gemeente van Nederland. Dat schept verplichtingen’, lacht een medewerker van de actiegroep. tekst Kristel Hurenkamp

SOCIAAL GEZICHT Het begon met een mailtje naar de Arnhemse vestiging van Intratuin en daarna volgde een telefoontje naar de afdeling klantenservice. Een reactie bleef uit. Toen Milieudefensie een persbericht maakte over de

ophanden zijnde actie, werd dat beleefdheidshalve nog een keer naar Intratuin gestuurd. Opnieuw geen repliek van Intratuin, ook niet nadat er een stukje in een plaatselijk krantje verscheen. De redactie van Ondernemen! belt met Intratuin, nog voordat ze van deze voorgeschiedenis op de hoogte is. Bedrijfsleider Joost-Pieter Salemink antwoordt vriendelijk dat hij eigenlijk maar heel weinig van de actie van Milieudefensie weet. Tijdens dit gesprek wordt wel duidelijk dat hij duurzaamheid belangrijk vindt. Intratuin Arnhem is eigendom van Presikhaaf Bedrijven, een sociaalwerkvoorzieningsbedrijf. ‘Zo’n 85 procent van onze medewerkers heeft een achterstand op de arbeidsmarkt. Die doen hier werkervaring op’, zegt Salemink. Over chemicaliën die gevaarlijk zijn voor bijen, zegt hij: ‘Die kan ik niet zomaar uit het schap halen. Daarover beslist het hoofdkantoor. Maar wij sturen doorgaans niet aan op conflicten.’ Salemink is aanvankelijk bereid mee te werken aan een artikel, maar trekt zich later terug omdat het onderwerp door Intratuin Nederland wordt afgehandeld. Bij Milieudefensie hebben ze inmiddels ook gehoord dat Intratuin de zaak serieus neemt. ‘We

waren helemaal niet van plan Intratuin zwart te maken, maar we vinden wel dat die producten uit de winkels gehaald moeten worden’, zegt een medewerker. Wel voegt hij er aan toe dat hij eerst gekeken heeft of er alternatieven zijn. En die zijn er. Imkers Het blijkt te gaan om de vergiften tegen spint en luis van het merk Bayer Garden. Daar zitten neo-nicotinoïden in, stofjes waar bijen niet tegen kunnen. Een van de alternatieven voor dat gewraakte product zit in de eigenmerkenreeks van Intratuin zelf. Een ander alternatief, van EcoStyle, wordt ook al door Intratuin verkocht. De handtekeningenactie van Milieudefensie werd gesteund door de Arnhemse imkervereniging, een club met een populair imago. Als de actie van Milieudefensie enigszins succesvol uitpakt, kan Intratuin Arnhem reputatieschade oplopen. Dat is zeker het geval als het bedrijf geen actie onderneemt.< * Naar aanleiding van een gesprek met Milieudefensie heeft Intratuin Arnhem inmiddels voor extra informatie op de winkelvloer gezorgd. De zaak wordt ook onderzocht door branchevereniging Tuinbranche Nederland.

Riemer Broekhuisen Milieudefensie Arnhem

Barry Meruma, advocaat /eigenaar HABITAT advocatenkantoor

Jeroen Gunter PR-adviseur bij Pers-pectief

‘ Stel een voorbeeld’

‘ Check wat schadelijk is’

‘ Wegduiken is erg onverstandig’

‘Intratuin is een grote organisatie die invloed kan uitoefenen door een voorbeeld te stellen. De vestiging in Arnhem heeft twee alternatieven in hetzelfde schap liggen, die wel bij-vriendelijk zijn en die ongeveer evenveel kosten. Het is dus maar een kleine handeling om het betreffende middel uit de schappen te halen. En dat kan ze juist positieve publiciteit opleveren. Daarbij hebben we de start van onze actie aangekondigd bij Intratuin Arnhem en ook daarna zijn we contact blijven zoeken. Maar opmerkelijk genoeg hebben we ondanks veelvuldige pogingen – e-mails bleven onbeantwoord, telefoon werd zonder resultaat doorverbonden – pas via de redactie van dit blad contact kunnen leggen. Vanuit ons perspectief raad ik ondernemers aan om ook hun callcenters te laten weten welke kant ze op moeten met verzoeken zoals wij die stellen. Dan kun je samen positieve acties ondernemen. Wij voeren geen actie om bedrijven in een slecht daglicht te stellen, maar om situaties te veranderen.’

‘Juridisch kun je hier als ondernemer eigenlijk niets tegen doen. Tuinchemicaliën mogen worden verkocht, mits sprake is van in Nederland toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. En dat is in dit geval zo. Maar juist met betrekking tot de bescherming van bijen is bijvoorbeeld in Frankrijk het gebruik van bepaalde middelen verboden dat in Nederland is toegelaten. Door als bedrijf zorgvuldig na te gaan wat de schadelijkheid is van verkochte producten kun je een bewuste keuze maken om dergelijke stoffen wel of niet op de markt te brengen. Dat mag naar mijn mening best gevraagd worden van grote winkelketens zoals Intratuin. Vergelijk het bijvoorbeeld met supermarktketens als Albert Heijn die aan de inkoopkant productie-eisen opleggen aan producten en zo de biologische productie de laatste jaren een flinke duw in de goede richting hebben gegeven. Erg belangrijk is wel dat Milieudefensie met goed onderzoek onderbouwde argumenten geeft om Intratuin te bewegen te stoppen. Milieuorganisaties hebben soms een wat negatief imago, maar de afgelopen jaren heb ik verschillende milieugroeperingen steeds zorgvuldiger bedrijven zien helpen met duurzaam ondernemerschap. Win-win lijkt mij.’

‘Het belangrijkste is dat je als bedrijf met open vizier in gesprek gaat. De naam Milieudefensie zorgt misschien voor wat stuipen, maar wegduiken is erg onverstandig. Zeker als er al een handtekeningenactie op gang is. In een gesprek kun je zaken nuanceren. Er is vast geen sprake van kwade wil aan de kant van Intratuin. Laat weten dat je niets te verbergen hebt. Sta achter je producten. Wanneer de ‘tegenstander’ naar de media wil stappen, zorg dan dat je invloed hebt op het bericht dat ze naar buiten brengen. Probeer jouw kant van het verhaal er ook in te krijgen. Is het daarvoor al te laat, dan doe je er goed aan zelf ook een bericht naar buiten te brengen waarin je jouw kant van het verhaal uitlegt. En als je niet zelf je weg naar de media kunt vinden, neem dan iemand in de arm die dat wel kan. Je kunt veel misstanden ophelderen als je open bent over wat je doet.’


52 column Colofon Ondernemen! Opinieblad van MKB-Nederland 18e jaargang, nr. 2, april 2012 www.ondernemen.nl Directie Walter Vesters

iPhone op wielen VEEL VAN MIJN mkb-collega’s maken zich grote zorgen over de toekomst. Waar komt dan die onrust vandaan? Misschien wel omdat we in kwantitatieve zin willen doorgroeien, terwijl rekenkundig, natuurkundig en scheikundig feitelijk blijkt dat de groei eruit is. Onze koopkracht lijkt onder druk te staan, maar tegelijkertijd consumeerde de doorsnee Nederlander nog nooit zoveel als de afgelopen twaalf maanden. Misschien wel teveel. Daarmee wil ik niet zeggen dat we moeten stoppen met leven. In tegendeel, juist wij als ondernemers moeten er harder dan ooit tegenaan. We zouden alleen het woord ‘groei’ moeten wijzigen in het woord ‘vernieuwing’. Een voorbeeld: In de afgelopen decennia zijn vele studies gedaan naar de relatie tussen fijnstof en de gezondheidseffecten. Nederland is op het gebied van luchtkwaliteit, veelal ontstaan door fossiele brandstoffen, een van de meest vervuilde regio’s van de wereld. Het gevolg is dat op veel plaatsen in ons land volgens Europese regelgeving niet meer kan worden ‘ondernomen’. Groei wordt hier bij wet verboden. Eén van de oplossingen voor dit probleem is de introductie van elektrisch vervoer. Naast energie-efficiëntie, de mogelijkheden om zelf energie op te wekken en op te slaan, en een positief effect op de luchtkwaliteit, heeft de elektrische auto ook een grote fun-factor. Ondernemers in schuurtjes bouwden de laatste jaren de mooiste modellen met de beste rijeigenschappen. Verder is het een mondiale industrie die heeft gezorgd voor een revolutie in de automobielbranche. Alle grote merken leveren inmiddels een verscheidenheid aan modellen en er ontstaan totaal nieuwe businessconcepten. Zo worden autofabrikanten in de toekomst energieleveranciers, krijg je een nieuwe BMW bij een bundeltje kilometers alsof het een iPhone op wielen is. En het delen van auto’s wordt de normaalste zaak van de wereld. Ook financieel gezien wint de elektrische auto nu al van zijn vervuilende voorganger. Want wie koopt er een volle ‘tank’ voor drie euro of krijgt hem zelfs helemaal gratis via een carport met zonnepanelen? De elektrische auto zal het effectief gebruik van andere vormen van mobiliteit aanwakkeren, maar ook een schakel zijn in de vorming van het nieuwe, meer decentrale smart grid. Kijk maar eens op de site van Fisker Automotive, XXImo mobiliteitscard, Electric Car Europe (uit Lochem), BMW, de TU’s, Opel, Tesla Motors, The New Motion, Mercedes of Nissan en ontdek dat vernieuwing duurzaam loont.

Door de vervuiling kun je volgens Europa niet meer ondernemen

fotografie Lex Draijer

Ruud Koornstra Duurzaam ondernemer, mede-oprichter Tendris

Redactie René Bogaarts (hoofdredacteur), Chantal Doezie (coördinator), Marc van Dinther (eindredacteur), Katja Lamers (MKB Informeert)

VROUW CARRIÈRE

Art direction Marian Konings Vormgeving Thielenpeters

11 & 12 MEI 2012 JAARBEURS UTRECHT

Sales Jotta Erath, Simone Wismans advertentie@scopebusinessmedia.nl Medewerkers Niels Achtereekte, Henk Dilling, Damir Grcic, Kristel Hurenkamp, Jos Leijen, Jan Douwe Kooistra, Ruud Koornstra, Maarten Overweg, Hans Pieter van Stein Callenfels, Eduard Voorn Beeld Marcel Bakker, Marco Bakker, Mark van den Brink, Maurits Giesen, Tom Janssen, Jeroen Poortvliet, Bas van der Schot, Koen Suyk, Mark van der Zouw, Hollandse Hoogte, Nationale Beeldbank Uitgave Ondernemen! is een uitgave van Scope Business Media b.v. Amstelzijde 85a, 1184 TZ Amstelveen tel: 020 311 37 99 In opdracht van Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haag Postbus 93002 2509 AA Den Haag tel: 015 219 12 12 www.mkb.nl Abonnementen De abonnementsprijs van Ondernemen! bedraagt E 66,50 per jaar (inclusief 6% BTW).

DÉ CARRIÈREBEURS VOOR HOOGOPGELEIDE AMBITIEUZE VROUWEN IN DE BRANCHES MARKETING & SALES, RECHTEN, FINANCE, TECHNIEK OF ICT. Margrit Kok, 34 jaar, Msc.Technische Bedrijfskunde (Windesheim, Zwolle), Regional Dealer Manager, TOTAL Nederland N.V.

GA VOOR MEER INFORMATIE, HET KOSTELOZE WORKSHOPPROGRAMMA EN GRATIS ENTREE NAAR

WWW.VROUWENCARRIERE.NL

ISSN 1383-3391

MEDIAPARTNERS:

CONTENTPARTNERS:


pInc.13 16 INTERNATIONAL KEYNOTE SPEAKERS 7 ONVERWACHTE INTERMEZZO’S 500 UNIEKE BEZOEKERS

22 MEI 2012

55 Lobby

25 nieuwe opleidingen in de maak

MKB infor meert

Associate Degree vult gat in de markt Van experiment in de wet tot niet meer weg te denken opleidingsvariant. De Associate degree (Ad), een studievariant in het hoger beroepsonderwijs, heeft zichzelf de afgelopen jaren wel bewezen. Het unieke aan deze tweejarige hbo-opleidingen is dat het bedrijfsleven een dikke vinger in de pap heeft.

MAY 22 2012 ZEIST

www.pInc.nl

De Ad was oorspronkelijk bedoeld om mbo-studenten te motiveren door te leren en voor werkenden met een mbo-4 diploma. Maar, zo weet Van Erp: “in de praktijk trekt deze opleidingsvorm veel werkenden die een treetje hoger willen komen, op eigen initiatief of dat van hun werkgever. Dat doen ze vaak in deeltijd of duaal, als combinatie van leren en werken. In hun werk zijn ze uitgestegen boven mbo-niveau, maar missen ze een stuk theorie voor een functie in het middenmanagement of kader, bijvoorbeeld als projectleider.” De werkgever betaalt mee aan de studiekosten of geeft studieverlof en krijgt daar een fiscale stimulans voor. Bijkomend voordeel: werkervaring is in een aantal gevallen deels te verzilveren met vrijstellingen, zodat de opleiding korter wordt.

foto: Jeroen Poortvliet

“We zijn begonnen in 2005” vertelt Gertrud Van Erp, secretaris onderwijs van MKB-Nederland. De ‘werkvloer’ van het hbo kwam bij ons met de idee om, naar buitenlands voorbeeld, een studietraject in te voeren van twee jaar met een volwaardig diploma en bijbehorende titel.” Want er miste iets. Leerlingen van het middelbaar beroepsonderwijs (niveau 4) die door wilden studeren, konden alleen naar een vierjarig bachelortraject. “Dat is voor velen net een brug te ver. Maar werkgevers hebben wel behoefte aan medewerkers met een werk- en denkniveau dat boven het mbo uitgaat.” De match was snel gemaakt. Dankzij een stevige lobby van de mkbkoepel ging de politiek akkoord. Na zes jaar experimenteren kwam vorig jaar definitief het groene licht: de Ad wordt vanaf 2013 erkend. Nu komt de volgende fase: meer opleidingen. “De branches hebben een lijst opgesteld van 27 studies. Voor een groot deel in de techniek, zoals IT-beheer, mechatronica of procestechniek, maar ook voor beroepen als interieuradviseur, docent uiterlijke verzorging of supermarktmanager.” Namens MKB-Nederland, VNO-NCW en branches overhandigde Bernard Wientjes op 7 maart de lijst aan staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs.

De laatste maanden ligt de kwaliteit van het hoger beroepsonderwijs behoorlijk onder vuur. Het niveau is te laag, diploma’s worden te makkelijk uitgereikt. En al jaren klaagt het bedrijfsleven dat opleidingen niet aansluiten bij wat er in ondernemingen wordt gevraagd. Van Erp stelt dat dit bij de Ad zeker niet het geval is of wordt. “Door de verplichte samenwerking tussen hogeschool en het relevante bedrijfsleven. Brancheorganisaties kunnen zo alert blijven op de kwaliteit van het onderwijs. Als het goed is zit je branche aan tafel. Komt er geen Ad-opleiding zonder hun toestemming. Bepalen ze mede wat studenten moeten kunnen en kennen voor hun diploma. Hogescholen hebben veel minder vrijheid.” Dat er straks ook werk is voor deze afgestudeerden blijkt uit onderzoek dat het ROA (onderzoeksinstituut voor onderwijsarbeidsmarkt van de Universiteit van Maastricht) heeft uitgevoerd naar de gewenste Ad’s uit de top 27. Ook het overgrote deel van de afgestudeerden uit de afgelopen jaren werkt op hbo-niveau.


Zakelijk en haalbaar

56 Lobby Leren = presteren ‘De snelste weg naar presteren is via de omweg van het leren’. Het is een tegeltjeswijsheid die door MKB-Nederland is geadopteerd rondom het project Excelleren.nu. In dit project, gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zijn ondernemers, brancheverenigingen en MKB-Nederland een jaar lang aan de slag gegaan om de leercultuur op de werkvloer te verbeteren. 18 april vond de slotconferentie plaats. Om succesvol te zijn, heeft elk bedrijf goede en goed opgeleide werknemers nodig. Bedrijven hebben door vergrijzing en toenemende concurrentie steeds meer behoefte aan goed opgeleide en gemotiveerde werknemers. Leren hoeft echter niet alleen van buiten te komen zoals (te) vaak wordt gedacht, juist binnen de onderneming liggen voor een mkb-ondernemer veel mogelijkheden voor leren en ontwikkelen. Of, zoals de oprichter van Ikea Ingvar Kamprad, zegt: ‘de werkvloer is de beste universiteit’. Zevenhonderd ondernemers, veertien brancheorganisaties en zes regio’s hebben het afgelopen jaar meegedaan in Excelleren.nu. Bij het project hoort ook een website: www.excelleren.nu. Hier is een schat aan informatie te vinden over leren, leiderschap en leerprocessen. Ook de excelleerscan staat klaar op deze site: hoe leergierig is uw organisatie? En er is een boek gemaakt Leren Excelleren, dat gratis is te downloaden. In een volgende editie meer over dit boek. Tijdens een interview voor www.mkb.nl (pagina nieuws, 19 maart) heeft het ministerie laten weten dat het project een doorstart krijgt. Dat betekent dat nog meer ondernemers aan de slag kunnen met de leercultuur in hun onderneming.

Scherper toezicht Tot vreugde van MKB-Nederland heeft de Tweede Kamer medio maart ingestemd met het wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven voor een breder en sterker toezicht op de zogeheten collectieve beheersorganisaties, de instanties die zich bezighouden met het innen en verdelen van auteursrechten, zoals BUMA/Stemra. De ondernemersorganisatie hoopt dat dit de opstap is naar een modern systeem, waarin gebruikers van muziek en andere auteursrechtelijk beschermde werken zoveel mogelijk naar daadwerkelijk gebruik gaan betalen. MKB-Nederland maakt zich al jaren hard voor eerlijkere en transparantere grondslagen en tarieven. Dan zijn ondernemers uiteraard bereid om voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk te betalen. Tot dusver is dat helaas niet het geval. Op grond van de nieuwe wet moet het College voor Toezicht Auteursrechten straks vooraf instemmen met een eenzijdige stijging van de tarieven en moeten onder meer de tarieven, licentievoorwaarden, kortingsregelingen en beheerskosten openbaar worden gemaakt.

Mensen die kúnnen werken ook daadwerkelijk laten werken. Het uitgangspunt van de wet Werken naar vermogen (WWNV) is prima, zegt MKB-Nederland. Maar, zo pleit de ondernemersorganisatie bij de Tweede Kamer, dan wel met een aanpak die aansluit bij de realiteit van de arbeidsmarkt. Het moet ook voor ondernemers lonen – vanuit zowel sociale als economische doelstellingen – om mensen hun bedrijf binnen te halen. Een aantal zaken zijn van belang bij de nieuwe wet. Ondernemers moeten bijvoorbeeld inzicht krijgen in wat de mogelijkheden zijn van mensen in de WWNV en wat het betekent als ze iemand in dienst nemen. Een landelijk digitaal werkzoekendenbestand waarin ondernemers en reïntegratiebureaus zelf kunnen zoeken naar kandidaten is dan noodzakelijk. Ondernemers moeten daarnaast weten op welke ondersteuning zij kunnen rekenen als zij iemand uit de WWNV in dienst nemen. Bijvoorbeeld op het gebied van loondispensatie, no riskpolis, jobcoaching en subsidies voor werkplekaanpassingen. Bedrijven die personeel in meerdere gemeenten werven mogen niet met verschillende regelingen te maken krijgen. De uitvoering moet worden uitbesteed aan private partijen als uitzendbureaus en reïntegratiebureaus, zodat gemeenten zich kunnen richten op het inzichtelijk maken van het aanbod van mensen in de WWNV.

StOP! overvallen Wie heeft het beste nieuwe idee (innovatie) om een halt toe te roepen aan het aantal overvallen en straatroven? De Taskforce Overvallen looft speciaal voor dit doel een prijs uit: de Stop de Overvaller Prijs (StOP!). Deze prijs moet nieuwe ideeën opleveren die het aantal overvallen helpt te verminderen. Het is een initiatief van de Taskforce, ondersteund door het programma Gewelddadige Vermogenscriminaliteit van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Technische innovaties zoals de DNA-spray die in veel winkels wordt gebruikt kunnen in aanmerking komen, maar ook een nieuwe manier van toepassen van bestaande middelen. Denk aan het uitrusten van pizzakoeriers met een mobiel pinapparaat. Meedingen kan door zowel burgers als professionals, individueel, als groep of een instelling. De eerste prijs bestaat uit een bronzen sculptuur en een cheque van 50.000 euro, de tweede en derde prijs uit een cheque van 5.000 euro. Het geld moet wel worden besteed aan de ontwikkeling van de nieuwe werkwijze of het idee. Inzenden kan tot en met 1 juli 2012, de uitreiking vindt na de zomer plaats. De voorzitter van de onafhankelijke jury is Hans Biesheuvel, de voorzitter van MKB-Nederland. Kijk op www.stopdeovervaller.nl voor meer informatie, het reglement en een inschrijfformulier.

Kalender

Meer informatie: evenementen@mkb.nl 2

MKB infor meert

1 2 2

2 3, 4, 5, 6 en 7

2 1

2 1 2 2

1 2 1 Voorlichtingsbijeenkomsten pensioenakkoord (tegen betaling) 26 april Oranjewoud 8 mei Helvoirt 9 mei Oosterbeek 10 mei Herkenbosch Voor leden MKB-Nederland en VNO-NCW

4

Regionale ondernemerscongressen 23 mei Maastricht 30 mei Rotterdam 14 juni Almelo 20 juni Den Bosch 20 september Apeldoorn 3 en 4 oktober Groningen 7 november Eindhoven 21 en 22 november Amsterdam Voor alle ondernemers in Nederland. Kijk op www.ondernemerscongres.nl voor meer info 3 Zomerborrel MKB-Nederland 11 juni, Den Haag Voor politiek, overheid, bedrijfsleven en pers

Algemene Ledenvergadering (besloten) 27 juni / 21 november, Den Haag Voor aangesloten organisaties 5 Algemeen Bestuur MKB-Nederland (besloten) 18 september (Prinsjesdag) / 12 november 6 Prinsjesdagborrel Voor leden en relaties van VNO-NCW en MKB-Nederland op persoonlijke uitnodiging 18 september, Den Haag 7 Jaarcongres MKB-Nederland 5 november, Den Haag Voor politiek, overheid, bedrijfsleven en pers

Sneller betalen helpt economie Betere leerbedrijven Overheden en bedrijven moeten hun rekeningen op tijd gaan betalen. Dat is een enorme stimulans voor het economisch herstel. In een brief aan de Tweede Kamer roept MKB-Nederland op om de Europese richtlijn die betalingsachterstanden bij handelstransacties moet bestrijden snel te behandelen. Te vaak nog ontstaan financiële problemen omdat ondernemers rekeningen te laat betaald krijgen. Als de nieuwe richtlijn wordt aangenomen dan krijgt de debiteur automatisch een boete van 40 euro en een rentepercentage van 8 procent over het factuurbedrag voor de kiezen. Het is hard nodig dat er strengere regels komen. Mkb’ers hebben al weinig middelen om nieuwe opdrachten zelf voor te financieren. Als rekeningen dan ook nog eens te laat worden betaald, dan zet dat de rem op de bedrijfsvoering. Al eerder, via de actiewebsite www.snellerbetalen.nl, riep MKB-Nederland gemeenten op om hun betaalgedrag te verbeteren.

Incassonorm Onredelijk hoge buitengerechtelijke incassokosten worden aan banden gelegd. De vergoeding wordt straks berekend als percentage van het bedrag dat de schuldenaar is verschuldigd, met een minimum van 40 en een maximum van 6775 euro. Voor een onbetaalde rekening van 1000 euro mag bijvoorbeeld niet meer dan 150 euro aan incassokosten worden gevraagd. Op 1 juli treedt de nieuwe wet in werking.

Leerbedrijven bieden vaak een goede balans in het personeelsbestand, hebben een beter imago op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en bieden vaak een dynamische sfeer. Dat blijkt uit het onderzoek van stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) naar de motieven en de meerwaarde van 271 erkende leerbedrijven voor mbo’ers. MKBNederland vice-voorzitter Michaël van Straalen nam begin maart het rapport in ontvangst, tijdens de prijsuitreiking beste leerbedrijf/praktijkopleider. Het aanbieden van stages en leerbanen is van groot belang voor het aantrekken van personeel binnen een bedrijf. Uit het onderzoek, uitgevoerd door RijnLandavies, blijkt dat een leerbedrijf daarnaast een beter imago heeft en dat de buitenwereld hen ziet als bedrijf dat aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doet. Tenslotte zorgen jonge mensen voor een open en dynamische sfeer in het bedrijf. De huidige afname van vacatures was reden om een grootschalig onderzoek te doen naar motieven en meerwaarde van leerbedrijven.


MKB infor meert

58 Service

Nieuwe infobladen MKB-Nederland heeft enkele nieuwe infobladen toegevoegd aan de pagina Informatie voor ondernemers op haar website (Onder Service). Alle informatie daar is gratis te downloaden. • de Werkkostenregeling vervangt sinds 1 januari 2011 de huidige regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Overstappen kan nog tot 1 januari 2014.

Online verdienen

• de subsidieregeling Veiligheid Kleine Bedrijven is ook dit jaar opengesteld. • anders inzetten van het gebruik van de auto, het ov, de fiets? Er is een mobiliteitsvoucher voor een scan en een voor een bijdrage in de kosten van de uitwerking.

The Next Entrepreneur Startend ondernemers die menen over goede ondernemersvaardigheden te beschikken kunnen zich nu aanmelden voor de verkiezing The Next Entrepreneur 2012 van MKB-Nederland en Rabobank. Op 10 april ging deze campagne los. Door het invullen van de scan op de site www.thenextentrepreneur.nl test de ondernemer (in spé) zijn vaardigheden, krijgt tips en trucs over de eerste levensfasen van een bedrijf én schrijft zich in voor de verkiezing. De wedstrijd bestaat uit vier regionale voorrondes. Deze events bieden de ondernemers bovenal ook inspiratie, kennis en een netwerkplatform. Zestien genomineerden (o.b.v. social media en de scan) gaan door naar de landelijke finale. Daarvoor moeten ze o.a. hun businessplan overleggen. Een vakjury wijst de winnaar aan. MKB-Nederland en Rabobank willen met deze prijs starters ondersteunen en informatie bieden over ondernemerschap.

Eerste hulp internationaal Eén op de drie ondernemers in ons land is op de een of andere manier internationaal actief. Nog veel meer zouden kunnen en moeten profiteren van de stap naar het buitenland. Het boek Eerste Hulp bij Internationaal Ondernemen van MKB-Nederland, TNT Express en MKB Servicedesk kan drempels wegnemen. Het naslagwerk geeft antwoord op velerlei vragen: waar liggen kansen of valkuilen? Hoe ziet het met wet- en regelgeving, logistiek, btw? Ervaringsverhalen van collega-ondernemers laten zien dat welslagen niet komt aanwaaien, maar met durf en passie komt internationaal handelsplezier en -succes snel dichterbij. Via www.mkbservicedesk.nl/internationaalondernemen krijgen leden van MKB-Nederland 5 euro korting op de aanschafpriis van € 14,95 (incl btw) met de code EHBIO. Hier is ook een gratis e-book te downloaden. In de serie Eerste Hulp bij is nog steeds verkrijgbaar: Online Ondernemen (korting: EHBOO). Binnenkort verschijnen Eerste Hulp bij Financiering (geactualiseerde herdruk) en Leren Excelleren. E-books zijn gratis te downloaden van www.mkbservicedesk.nl.

MKB-Nederland, PostNL, ING Nederland en Google bundelen hun krachten in het project ‘Nederland Verdient Online’. Met dit initiatief willen de partijen dit jaar tienduizenden kleine en middelgrote bedrijven in Nederland helpen het internet beter in te zetten voor meer groei voor hun onderneming. Bovendien zal het bijdragen aan een sneller herstel van de Nederlandse economie. Samen introduceerden zij begin april ‘Nederland Verdient Online’ om dit doel dichterbij te brengen. Minister Verhagen van EL&I gaf het startschot in de 101-jarige vulpenspeciaalzaak Akkerman in de Haagse Passage. De winkel kreeg een nieuwe website en webshop. Midden- en kleinbedrijven krijgen hulp vanuit de campagne met een gratis website, webshop, een online advertentiecampagne en advies over online betaalmogelijkheden en het verzenden van goederen die in de webwinkel zijn gekocht. Het Nederlandse mkb, in vergelijking met andere landen, ziet kansen wel, maar benut deze nog onvoldoende waar het gaat om het gebruik van het internet. De meeste mkb’ers (tachtig procent) hebben wel een website, maar weten niet hoe ze deze verder kunnen uitbouwen met bijvoorbeeld een webshop. Hierdoor blijven kansen liggen, blijkt uit een rapport van de Boston Consulting Group. Tegelijkertijd lopen inwoners van Nederland juist voorop in de online wereld. Nederland scoort enorm hoog op beschikbaarheid en gebruik van het internet: negentig procent heeft thuis een internetaansluiting.

Colofon Redactie Katja Lamers / k.lamers@mkb.nl / www.mkb.nl Adreswijzigingen: ledenadministratie@mkb.nl Volg MKB-Nederland op Twitter: www.twitter.com/ MKBNL. Ook vindt u ons op LinkedIn (company/ MKB-Nederland).

De vrijheid van Intercity Zakelijk Mobiel bellen zonder vast contract

Een ZZP’er wil geen knellende contracten, die wil vrij en flexibel zijn. Dat hebben wij bij Intercity Zakelijk goed begrepen. Daarom bieden wij de zelfstandig ondernemer nu bellen en internet met maandelijks opzegbare abonnementen. Wel de service en de smartphone, maar

Elke eerste donderdag van de maand in uw mailbox: de nieuwsbrief van MKB-Nederland met nuttige tips en informatie. Meld u aan op www.mkb. nl/nieuwsbrief. Een vraag over ondernemerschap? Stel hem aan MKB Servicedesk: 088-6520020 (lokaal tarief). Lid worden van MKB-Nederland? Bel dan 088-6520026.

geen vast contract. Bepaal zelf je bel- en databundel en geniet van je vrijheid. Kijk meteen op zondercontract.nl en ontdek zelf het voordeel van Intercity Zakelijk. www.zondercontract.nl


Peter Oudshoorn De-door-deextreme-regenval-van3-januari-ondergelopenstripboekenwinkel-vande-heer-Jacobsmanager

De schademanager van Nationale-Nederlanden Suske, Wiske en de heer Jacobs hadden samen al veel avonturen beleefd. Maar toen de winkel van de heer Jacobs was ondergelopen, werd het hem toch te spannend. Gelukkig werd hij geholpen door zijn persoonlijke schademanager, Peter Oudshoorn. Vanaf het begin regelde Peter de behandeling van de schade en alles wat daarbij kwam kijken. En als de heer Jacobs iets wilde vragen, belde hij Peter op zijn persoonlijke nummer. Wel zo handig, want Peter was volledig op de hoogte van het schadedossier. Wilt u ook zorgeloos vooruit na een ongeluk, schade of diefstal? Bel dan met uw verzekeringsadviseur of de schademanagers van Nationale-Nederlanden. Want of het nu gaat over een doorweekte Kuifje of over een ondergelopen fabriekshal, zij helpen u graag verder. Wilt u meer informatie? Kijk dan op nn.nl of bel uw verzekeringsadviseur.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.