Asz relatiemagazine 2015 2

Page 1

Tweede jaargang juni 2015

PROJECT- EN KWALITEITSMEDEWERKER IG, MDL EN REUMATOLOGIE GERDA BLAAK-BAKKER:

“IK VOEL ME SOMS NET EEN KATALYSATOR” lees meer op pagina 5

Albert lees meer op pagina 23

“OUDERENZORG PAST ÉCHT BIJ MIJ” EVA PFAFF:

ANESTHESIOLOOG, RADIOLOOG, AIO SPECIALIST OUDERGENEESKUNDE

Samenwerken is vermenigvuldigen



>> [ e d i t o r i a l Hans ten Voor de]

Essentieel

Kwaliteitszorg is niet eenvoudig te omschrijven. In essentie

Het is

betekent dit niets anders dan een georganiseerde zorgvuldigheid

logisch dat

van werken, maar dit wordt overal anders ingevuld. Van ons als

er over onze

zorgverleners wordt verwacht dat we werken volgens protocollen en procedures, om onze zorg op niveau te houden en fouten

schouder

zoveel mogelijk te voorkomen. Om vervolgens een werkbare situatie te kunnen garanderen, moeten alle regels en afspraken

wordt

meegekeken

wel een samenhangend geheel vormen. Dán pas worden processen beheersbaar en krijgt kwaliteit kans van slagen. Om die zorgkwaliteit te meten, zijn diverse instanties actief waaronder het toonaangevende NIAZ. Deze instantie heeft onze NIAZ-accreditatie onlangs met vier jaar verlengd. Daarmee is bewezen dat we voldoen aan de geldende kwaliteitscriteria. Zeker, er zijn verbeterpunten waarmee we aan de slag gaan. Maar het is prettig om van deskundigen bevestigd te krijgen dat we erin geslaagd zijn om onze kwaliteit op niveau te houden. Het feit dat er in dit opzicht nauwlettend over onze schouder wordt meegekeken, is logisch. Patiënten en verwijzers vragen om snellere en betere zorg plus duidelijke informatie. Mede daarom treden we nadrukkelijker in contact met onze verwijzers. Het nieuwste initiatief in dit opzicht is het kwaliteitsgesprek, waarvan de eerste twee verhelderende inzichten én direct toepasbare verbeterpunten opleverden. In deze Albert Contact leest u hoe we, als het om kwaliteit gaat, daad bij ons woord voegen. Hoe andere zorgverleners kwaliteit in hun werk verankeren. En hoe we zo samen onze zorgprocessen verder optimaliseren. Dat is, vooral in een tijd waarin snelheid ons handelen onder druk dreigt te leggen, absoluut essentieel.

Hans ten Voorde Relatiemanager huisartsen Bureau Huisartsencontacten Albert Schweitzer ziekenhuis h.tenvoorde@asz.nl

[1]



>> [inhoudsopga ve Alber t Contact]

inhoud 01

EDITORIAL HANS TEN VOORDE “Het is logisch dat er over onze schouder wordt meegekeken.”

05

10

BELEID

16

Klachtenbemiddeling.

THEMA HET SPIEGELGESPREK ‘Hoe heeft u de zorg ervaren?’

13

3 VRAGEN AAN… Dr. Gijs Elshout, Waarnemend huisarts Dordrecht/onderzoeker & docent Erasmus MC Huibert Ponssen, Internist-intensivist

MET HART & ZIEL “Ik heb ooit gekozen voor de zorg omdat ik wilde zorgen voor mensen.”

18

WEDERZIJDS Medisch specialist en huisarts over kwaliteit, visitatie en accreditatie.

22

EEN BIJZONDER VERHAAL “Lastige patiënten hebben een heel leven lang last van zichzelf, wij maar even.”

23 14

09

STATE OF ART

MET HART & ZIEL “Ouderen zorg past écht bij mij.”

UIT DE PRAKTIJK Zorg voor kwetsbare ouderen na ziekenhuisopname: Als uitplaatsen lastig wordt, wat dan?

De Labstraat in beeld.

24

EDITORIAL AD SCHELLEKENS “Het leveren van kwaliteit vereist samenwerking, niet alleen intern maar ook extern.”

UITGELICHT

UITGELICHT

06/07 Stafdienst Kwaliteit, Veiligheid & Innovatie (KVI) Hoe maak je van kwaliteit meer dan een abstract begrip?

20/21 Gezondheidscentrum De Volgerlanden Werken vanuit het ‘wij’-gevoel.

Wilt u reageren op ons magazine? Dat kan via huisartsen@asz.nl [3]



>> [met har t & ziel]

[van o n z e g a st red act e u r Ans Oomen ]

Het helpt dat ik weet hoe

het op een afdeling werkt

Gerda Blaak-Bakker I Project- en kwaliteitsmedewerker IG, MDL en Reumatologie

“Ik voel me soms net een katalysator” Als leerling-verpleegkundige startte Gerda Blaak-Bakker in het RK Ziekenhuis, later Jacobus. Ze klom op tot afdelingshoofd en werd twee jaar geleden kwaliteits- en projectmedewerker. Het door haar ontwikkelde zorgpad pneumonie won onlangs de Guus Schrijverprijs. “Deze baan geeft me veel energie.”

“Ik heb ooit gekozen voor de zorg omdat ik wilde zorgen voor mensen. Dat heb ik jaren met liefde gedaan, maar kwaliteitswerk is écht mijn ding. De patiënt moet goede zorg krijgen en het proces waarin die zorg verleend wordt, moet op orde én werkbaar zijn. Die aspecten komen in de zorgprocessen samen; naast het zorgpad pneumonie was ik projectleider voor onder andere de zorgpaden longembolie en osteoporose.”

EERSTE KLINISCHE ZORGPAD IN INTERNE GENEESKUNDE “Het zorgpad pneumonie is het eerste klinische zorgpad voor interne geneeskunde: internisten, longartsen en verpleegkundigen werken er in samen. Het zorgpad is evidence based, de instroom van patiënten gebeurt op basis van een beslisboom op de SEH, het bevat specifiek ruimte voor een gesprek met de patiënt en het

wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Die aspecten bleken doorslaggevend voor het winnen van de Guus Schrijverprijs. Daar ben ik trots op.” ENERGIE “Deze baan geeft me veel energie. Ik heb gezien hoe het er op de werkvloer aan toe kan gaan, artsen en verpleegkundigen willen dat graag veranderen. Ik help hen door, als een soort katalysator, het veranderproces te structureren, te monitoren en adviezen te geven. Ik mag doen wat ik goed kan, leuk vind en draag daarmee mijn steentje bij aan de verbetering van de kwaliteit van de zorg. Hoe geweldig is dat?”

[5]


>> Matthea

Cramer & Jacqueline van Weereld, adviseurs Kwaliteit & Veiligheid ASz

Feitelijk zijn we

bruggenbouwers

Afdeling I Stafdienst Kwaliteit, Veiligheid & Innovatie (KVI)

KWALITEIT, VEILIGHEID EN INNOVATIE • De stafdienst KVI (Kwaliteit, Veiligheid & Innovatie) omvat vijf deelafdelingen: adviseurs, projectbureau, hygiëne & infectiepreventie, klachtenbemiddelaars en secretariaat. In totaal werken er 31 medewerkers. • Het kwaliteitsbeleid ASz 2014 - 2017 ‘Zorg van Waarde’ kunt u op extranet lezen: kijk op de homepage onder het kopje ‘Snel naar’ • Meer weten over de kwaliteitskeurmerken van het Albert Schweitzer ziekenhuis? Kijk op www.asz.nl/over ons/kwaliteit en keurmerken/ keurmerken.

[6]


>> [ u i t g e l i c h t Stafdienst Kwaliteit, Veiligheid & Innovatie (KVI) ]

“Kwaliteitsverbetering start met intrinsieke motivatie” Hoe maak je van kwaliteit méér dan een abstract begrip? Die vraag staat centraal in het werk van de kwaliteitsadviseurs van de stafdienst KVI. Een praktisch opgezet meerjarenbeleidsplan vormt hierbij de belangrijkste leidraad. “Pas als kwaliteit dichtbij mensen staat, gaan ze ermee aan het werk.”

In het ASz kwaliteitsbeleidplan 2014-2017 ‘Zorg van Waarde’, een mooi vormgegeven uitgave van de stafdienst KVI, wordt een honingraat prominent als afbeelding benut. Geen wonder: kwaliteit staat centraal bij alles wat we doen. Een mooie metafoor die tegelijkertijd het gevaar illustreert: als je niet oppast, waaier je alle kanten uit. Vandaar dat in dit meerjarenbeleid drie heldere vragen centraal staan: hoe kunnen wij veilige, effectieve en klantgerichte zorg bieden? Waaruit blijkt dat en welke toegevoegde waarde heeft dit voor de patiënt? Het zijn vragen die aangeven waar de stafdienst KVI voor staat. ONDERSTEUNEN “Wij helpen de medewerkers in ons ziekenhuis om theorie om te zetten in werkelijke kwaliteitsprocessen,” zegt Matthea Cramer, adviseur Kwaliteit & Veiligheid van de stafdienst KVI. “In het meerjarenbeleidsplan staan daartoe diverse programma’s, zoals Klantgerichtheid, Patiëntenlogistiek, het NIAZaccreditatieprogramma en het veiligheidsprogramma ‘De waarde van veiligheid’. Elk programma is voorzien van doelen, uitvoeringsprogramma’s en de gewenste resultaten, die met indicatoren gemeten worden. Als adviseurs ondersteunen we bij alles wat er, in en rondom deze programma’s, op kwaliteit en veiligheid in de organisatie moet gebeuren.”

BUITEN HET EIGEN KADER DENKEN “Feitelijk zijn we bruggenbouwers,” vult Jacqueline van Weereld aan, eveneens adviseur Kwaliteit & Veiligheid, “waarbij we enerzijds beleid opstellen, adviseren, trainen, coördineren en rapporteren en anderzijds via een kwaliteitsnetwerk de totale organisatie proberen te bereiken. Kwaliteit moet uiteindelijk wel op de werkvloer gerealiseerd worden.” “Pas als kwaliteit dichtbij mensen staat, gaan ze ermee aan het werk,” beaamt Cramer. “Daarom proberen we zo veel mogelijk buiten ons eigen kader te denken. Trachten we via gesprekken met medewerkers duidelijk te krijgen wat er speelt, wat belangrijk voor de zorg is. Zo maken we kwaliteit inzichtelijk en meetbaar. En hopen we te bereiken dat mensen niet denken ‘kwaliteit is iets voor anderen’.” Maar wat ís kwaliteit dan eigenlijk? Cramer: “Weten waar je mee bezig bent en de drive hebben om daarin steeds te verbeteren.” Jacqueline van Weereld: “Waarbij normen richting geven om klantgericht, veilig en effectief te werken. En het transparant maken van resultaten helpt om de zorg te verbeteren.” VOORTREKKERSROL Voorbeelden van initiatieven om de zorg te verbeteren zijn er genoeg. Zo is het Albert Schweitzer

ziekenhuis sinds enkele jaren bezig met het ontwikkelen van zorgpaden, ook transmuraal; met sommige zorgpaden loopt ons ziekenhuis inmiddels landelijk voorop. Cramer: “Medisch specialisten ervaren de meerwaarde van zorgpaden en zijn enthousiast. Dat zie je ook bij veiligheidsprojecten. Neem lijnsepsis, daarin zijn we één van de weinige ziekenhuizen in ons land die dit ziekenhuisbreed doortrekken.” Van Weereld: “We vervullen sowieso met een aantal zaken een voortrekkersrol. Onze nieuwe Geriatrische Trauma Unit, een best practice in Nederland, werd onlangs nog door de NIAZ-commissie gezien als een goed kwaliteitsvoorbeeld van een multidisciplinair proces waarbij de zorg rondom de patiënt wordt ingericht. Zulke processen vinden bijvoorbeeld ook plaats bij oncologie. Positieve ontwikkelingen die tevens de aansluiting tussen eerste- en tweedelijn optimaliseren.” ONMISBARE BASIS “Kwaliteit bestaat uit diverse hoofdstukken, die samen één onlosmakelijk geheel vormen,” besluit Matthea Cramer. “Wij zien de samenhang en proberen deze zo goed mogelijk aan onze collega’s duidelijk te maken. Kwaliteitsverbetering start bij intrinsieke motivatie, een actieve en gezamenlijke betrokkenheid van alle medici en medewerkers is essentieel.” En vormt een onmisbare basis voor zorg van waarde. [7]



>> [st ate of ar t]

Wat: een Labstraat met geïncorporeerde digitale microscopie Heeft als groot voordeel: efficiëntie, snelheid en kostenbesparing Wordt benut op: het Result Laboratorium in Dordrecht Opmerkelijk: Result is één van de wereldleiders op dit gebied

De Labstraat I in beeld

Een andere invalshoek en frisse blik veranderen medische hulpmiddelen in ware kunst Interessant: “Het proces van laboratoriumdiagnostiek via een ‘straat-concept’ is uniek te noemen. Wij hebben twee gloednieuwe separate labstraten, één voor hematologie en één voor chemie. In zo’n straat worden buizen bloed via een soort lopende band langs de geavanceerde onderzoeksapparatuur geleid, waarbij de expertise van de afzonderlijke apparaten via ICT aan elkaar gekoppeld is. Zelfs het uitstrijken en kleuren van de preparaten, zeer specialistisch werk, is in de straat verwerkt. Een efficiëntere logistiek en toegenomen effectiviteit zijn enkele voordelen van deze nieuwe werkwijze. De buisanalyse kan sneller

worden verricht, hetgeen kostenbesparend werkt en prettiger is voor aanvrager en patiënt. De menselijke factor blijft een belangrijke rol spelen: de apparatuur functioneert op basis van de kennis die wij inbrengen, zo ‘leert’ dit systeem dagelijks bij. De final say gebeurt bovendien altijd door ons: de diagnose verschijnt in labgetallen op het beeldscherm van de klinisch chemicus, die vervolgens de diagnose stelt, eventueel vervolgonderzoek inzet en de aanvrager van de uitslagen op de hoogte stelt. Deze labstraat met geïncorporeerde digitale microscopie maakt Result tot één van de wereldleiders op dit gebied. In onze maatschap Klinische Chemie doen we hier ook veel

onderzoek naar. Eén van onze speerpunten hierbij is de vroege diagnostiek. Ook hier zullen de labstraten absoluut hun nut bewijzen.”

>> Klinisch

Chemicus Jürgen Riedl [9]


[ be l ei d Klachtenbemiddeling] <<

“Je gaat een positief pad op” Als de geleverde zorg niet voldoet aan de verwachting, kan klagen een grote stap zijn. Toch kan dit nuttige informatie opleveren om de zorgkwaliteit te verbeteren. Tien vragen aan klachtenbemiddelaar Mariëlle Aarendonk. “Wij waarderen het als mensen de moeite nemen om hun ervaringen te delen.”

1 WAAROM IS ER EEN TEAM n

KLACHTENBEMIDDELING? Mariëlle Aarendonk, klachtenbemiddelaar in het Albert Schweitzer ziekenhuis: “Soms kan er tijdens of na een behandeling onvrede ontstaan. Die onvrede wordt niet altijd bespreekbaar gemaakt op de plek waar deze ontstond. Daar zijn redenen voor. De onvrede is niet gericht tegen een persoon, men weet niet waar men met een klacht terecht kan of mensen durven niet. Daarom kunnen mensen in ons ziekenhuis terecht bij drie klachtenbemiddelaars: Fennegien Wietses, Lianne van Zitteren en ondergetekende.”

n

2 WAT DOET EEN KLACHTENBEMIDDELAAR? “Klachten opvangen, bemiddelen, registreren en rapporteren. We fungeren als intermediair tussen klager en beklaagde, zodat klachten de juiste weg gaan op een manier die recht doet aan beide partijen. Wij zijn er voor klachten van patiënten en hun familie en beoordelen kwesties niet, we staan onpartijdig naast de klagers en beklaagden om hen de mogelijkheid te bieden er samen uit te komen.”

3 HET WOORD ‘KLACHT’ n

VERVANG JE REGELMATIG DOOR ONVREDE. WAAROM? “Een klacht is een ervaring die niet

[10]

voldeed aan een verwachting of norm. Daarbij hoeft er niet daadwerkelijk iets fout te zijn gegaan. Natuurlijk, het gaat over gezondheid en dat vereist alle mogelijke aandacht. Maar veel mensen vinden ‘klacht’ vaak een zwaar woord. Daarom gebruik ik liever ‘onvrede’.” 4 WAAR KAN ONVREDE OVER n

GAAN? “Over van alles, variërend van schoonmaak en persoonlijke bejegening tot organisatorische aspecten en medische kwesties. Dat is echt zeer uiteenlopend.” 5 WAT DOEN JULLIE DAAR n

VERVOLGENS MEE? “Als mensen ergens onvrede over hebben, kunnen ze dat telefonisch of schriftelijk, ook digitaal, bij ons melden. Wij nemen altijd contact op om de horen wat de kern van de onvrede is en met welk doel men de ervaring meldt. Vervolgens bieden wij vier opties. We kunnen melding maken van de onvrede, waarbij deze ter kennisgeving aan de betreffende beklaagde wordt gestuurd. Een patiënt kan ook kiezen voor schriftelijke bemiddeling, waarbij de beklaagde verzocht wordt om schriftelijk te reageren. Een derde optie is dat beide partijen aan tafel gaan voor mondelinge bemiddeling met één van ons als gesprekleider. De klager kiest zelf een optie.

Meestal kan een klacht binnen een paar weken worden afgehandeld. Daarnaast kan de kwestie gemeld worden bij de klachtencommissie, een commissie die deels bestaat uit ziekenhuismedewerkers en deels uit mensen buiten ons ziekenhuis. De commissie onderzoekt de klacht en stelt vast of deze gegrond of ongegrond is.” 6 OM WELKE AANTALLEN n

GAAT HET? “Om een beeld te schetsen: vorig jaar kregen we 1434 klachten binnen, geuit door 770 klagers. Ongeveer 9,5% daarvan ging door naar de klachtencommissie.” 7 JE NOEMDE NET ‘HET n

DOEL VAN EEN KLACHT’. WAT KAN DAT ZIJN? “Vaak willen mensen dat hun ervaring bijdraagt aan kwaliteitsverbetering. Zij hebben iets meegemaakt en willen dat dit anderen bespaard blijft. Of ze willen het vertrouwen in een bepaalde zorgverlener behouden, zeker als ze langer in een behandeltraject blijven. Het is best een stap om je onvrede te melden. Wij waarderen het als mensen de moeite nemen om hun ervaring met ons (het ziekenhuis) te delen.” 8 HOE DRAGEN KLACHTEN BIJ n

AAN KWALITEIT? “Wij registreren verschillende aspecten van een klacht zoals onderwerp, afdeling, betrokken functie. Deze gegevens zijn maandelijks beschikbaar voor geautoriseerde managers en stafleden via het managementinformatie-systeem en leveren zo aanvullende informatie voor verbetertrajecten.”


9 ZIJN ER MISVERSTANDEN n

OVER JULLIE WERK? “Ja. Mensen denken dat we oordelen, er alleen voor klagers zijn of dat we een klacht wel oplossen. Dat is allemaal dus niet waar.” 10 TOT SLOT: HOE IS HET n

OM VAAK MET ONTEVREDEN MENSEN TE MOETEN OMGAAN? “Als mensen grensoverschrijdend gedrag vertonen, is dat onacceptabel, maar dat gebeurt niet vaak. Klachten en boosheid kunnen voortkomen uit angsten of zorgen, daar kan ik met mensen over praten. Eigenlijk ga je dan een positief pad op, je helpt alle partijen vooruit. Het lukt mensen vaak er samen uit te komen. Dat maakt mijn werk mooi.”

Voor huisartsen met klachten over het Albert Schweitzer ziekenhuis is een apart klachtenprotocol ontwikkeld. Bureau Huisartsencontacten is hiervoor het aanspreekpunt dat klachten ontvangt, registreert en een bemiddelende rol vervult tussen klager/huisarts en afdeling, medewerker of medisch specialist/vakgroep. De bemiddelende rol bestaat uit probleemverheldering en het in contact brengen van partijen. Op Extranet staan formulieren melding eerste en tweede lijn. Meer weten? Neem contact op met Hans ten Voorde, h.tenvoorde@asz.nl of (078) 6542004

Mariëlle Aarendonk I Klachtenbemiddelaar; stafdienst KVI

We staan onpartijdig naast

de klagers en beklaagden

[11]



>> [3 vragen aan]

3 vragen aan...

Dr. Gijs Elshout I Waarnemend huisarts Dordrecht/onderzoeker & docent Erasmus MC

“De duur van koorts bij kinderen is niet altijd relevant” U BENT GEPROMOVEERD OP HET ONDERWERP ‘FEBRILE CHILDREN IN PRIMARY CARE’. WAAROM? “Het is een praktisch en interessant probleem dat vaak voorkomt in de

I Huibert Ponssen Internist-intensivist

“Aandacht voor sepsis is terecht” DE AANDACHT VOOR SNELLE INTERVENTIE BIJ SEPSIS IS GROEIENDE. TERECHT? “Absoluut. Steeds meer literatuur bewijst dat een snelle interventie de

huisartspraktijk, waarbij het de kunst is om de niet-zieke kinderen met koorts te scheiden van de kinderen die een behandeling met medicatie of doorverwijzing vragen. Wetenschappelijk onderzoek heb ik bovendien altijd leuk gevonden. Ik heb tijdens geneeskunde een onderzoeksmaster gedaan en ben gepromoveerd via de AIOTHOconstructie. Wetenschappelijk onderzoek is voor mij de perfecte match tussen het uitoefenen van mijn vak en de verdere verdieping daarvan.” WAT IS EEN BELANGRIJKE CONCLUSIE UIT UW ONDERZOEK? “Ik heb het beleid van de huisarts onderzocht inzake het voorschrijven van antibiotica aan kinderen met koorts in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar. Wat blijkt: 1 op de 4 kinderen met koorts krijgt na contact met de HAP antibiotica voorgeschreven. Als de kinderen daadwerkelijk op de HAP gezien

overlevingskans bij sepsis enorm vergroot. Recente verbetering van de sepsisbehandeling laat verbluffende resultaten zien: bedroeg de mortaliteit na sepsis in 2007 nog 42%, in 2013 was dit percentage gezakt naar 19%. Per uur eerder antibiotica neemt de kans op overlijden met 7,6% af. Enige tijd geleden hebben onze SEH-artsen dan ook samen met het ambulancepersoneel de ‘Phantasia Trial’ gestart, waarbij patiënten met sepsis door de eerstelijn en ambulancepersoneel een breed spectrum antibiotica en intraveneus vocht krijgen toegediend.” HOE BELANGRIJK IS DE SAMENWERKING MET DE HUISARTSEN HIERBIJ? “Heel belangrijk. We merken dat de

worden, stijgt dit aantal naar 1 op de 3. Uit onderzoek blijkt echter dat er een enorme discrepantie is tussen ernstige infecties en het voorschrijven van antibiotica. Mijn advies is dan ook: kijk eens goed naar de overwegingen op basis waarvan je voorschrijft.” U HEEFT TEVENS EEN MISVERSTAND OPGEHELDERD INZAKE KINDEREN MET KOORTS? “Dat klopt. Van oudsher zijn we gewend om te denken dat de duur van de koorts voorspellend is voor de kans op een ernstige infectie. Uit ons systematisch literatuuronderzoek komt deze relatie er niet eenduidig uit. De vraag is dan ook niet ‘hoe lang heeft het kind koorts’, maar hoe ziek is het nu? Het advies is om vooral te kijken naar de algemene toestand van het kind en de mogelijke oorzaken en symptomen. Als er geen duidelijke lichamelijke klachten zijn waar antibiotica voor nodig is, is het raadzaam om terughoudend te zijn met het voorschrijven ervan.”

huisartsen steeds vaker de ABCDEsystematiek in acute geneeskunde toepassen en daarmee is sepsis eenvoudig en snel te herkennen. Lage bloeddruk, snelle ademhaling, snelle hartfrequentie en een hoge of juist lage temperatuur: volg deze signalen en de sepsispatiënt komt vanzelf ‘bovendrijven’.” COMPLIMENTEN DUS VOOR DE BETROKKEN PARTIJEN? “Dat kun je wel zeggen. We doen het prima, wat betreft mortaliteit na ernstige sepsis zit het ASz al jaren ruim onder het landelijk gemiddelde. Qua aandacht op de SEH staat sepsis inmiddels op een gedeelde eerste plaats met acute aandoeningen als CVA en hartinfarct. De SEH en eerstelijn hebben dit fantastisch opgepakt.” [13]


[ u i t de praktijk] <<

Zorg voor kwetsbare ouderen na ziekenhuisopname:

Als uitplaatsen lastig wordt, wat dan?

<< Marieke

Meinardi internist ouderengeneeskunde, Albert Schweitzer ziekenhuis

Internist ouderengeneeskunde Marieke Meinardi trok een dag op met het team van Nieuwsuur, voor een uitzending over soms onnodig lange ziekenhuisopname van kwetsbare ouderen, in situaties waar het verpleeghuis een lange wachtlijst heeft en thuis revalideren geen optie is. Hoe benaderen wij dit probleem in onze regio? Drie betrokken deskundigen over inventarisatie, samenwerken en anticiperen.

“Ik snap de uitdagingen die er voor huisartsen liggen” “Veel kwetsbare ouderen wonen op hoge leeftijd thuis, terwijl dat eigenlijk niet meer gaat. Als zulke patiënten in het ziekenhuis terechtkomen, knappen ze lichamelijk weliswaar op maar gaan ze geestelijk en mobiel vaak iets verder achteruit. Als thuis revalideren geen optie is, worden wij strenger in het naar huis ontslaan. Voor mobilisatie zijn deze patiënten beter af in een verpleeghuis, maar daar is een beddentekort. Uitplaatsen daarheen wordt lastiger, er zijn patiënten die soms minimaal een week in het ziekenhuis liggen te wachten. Zo’n situatie is voor niemand prettig.

Het is ook heel frustrerend als we patiënten en huisartsen moeten teleurstellen. Hoe we dit probleem oplossen? Ik ben geen politicus of regionale zorgmanager. Als dokter zie ik wel wat er gebeurt en dat is zorgelijk. Daarom heb ik een dag werk ingeruild voor medewerking aan Nieuwsuur. Ik onderstreep het pleidooi voor meer bedden in verpleeghuizen. En ben voorstander van een tijdige inventarisatie van deze patiëntenpopulatie door de huisarts. Ik snap de uitdagingen hierbij, maar de POH, de module ‘Kwetsbare

ouderenzorg’ én een goed netwerk kunnen een belangrijke ondersteunende rol spelen. Dat geldt ook voor het geriatrisch netwerk dat we hebben opgezet, bestaande uit eerstelijns zorgverleners gespecialiseerd in ouderenproblematiek (zie kader, red.). Als mobiliteit of voeding in gedrang komt, kunnen deze zorgverleners helpen. Het is een complexe problematiek met veel belangen. Maar Nederland vergrijst verder. Om te voorkomen dat problemen verergeren, moeten we vooruitdenken.”

• Heeft u de betreffende uitzending van Nieuwsuur gemist? U bekijkt de uitzending alsnog via: http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2036336-artikel.html?title=kwetsbare-ouderen-onnodig-lang-in-ziekenhuis • De naam- en adreslijst van het gespecialiseerde geriatrisch netwerk is verkrijgbaar bij de poli Geriatrie van het ASz, telefoon (078) 6523911. • Meer weten over de module ‘Kwetsbare ouderenzorg’? www.zgaw.nl.

[14]


Yvonne Hogewoning I Kaderarts Ouderengeneeskunde:

>> [uit de praktijk]

“Het is belangrijk om functioneel te blijven” “We kunnen niet altijd voorkomen dat iemand omvalt, wél zorgen dat iemand zachter landt. Dat doen we door in een multidisciplinaire samenwerking beter te anticiperen op de situatie. De module ‘Kwetsbare ouderenzorg’, waarmee we sinds anderhalf jaar in onze zorggroep West-Alblasserwaard werken, vormt hierbij een onmisbare ondersteuning. Via deze module brengen we de kwetsbare oudere goed in kaart, om deze vervolgens in MDO-setting te kunnen begeleiden. Welke rol is er voor partijen weggelegd? Bij verblijf in thuissituaties levert de Specialist OuderenGeneeskunde binnen het MDO extramuraal

specialistische ondersteuning. Medisch specialisten leveren zorg bij acute medische problematiek en ondersteunen bij het in kaart brengen van situaties die zelfstandig functioneren van patiënten thuis bedreigen. De Valpolikliniek is hiervan een goed voorbeeld. De wijkverpleegkundige zorgt voor aansluiting op de wijkteams en naar gemeenten. De huisarts is bij dit alles de spilfiguur en kan desgewenst de complete eerstelijn inschakelen. Mede daarom wordt ons Caresharing systeem voor steeds meer eerstelijners ontsloten, we streven ernaar om het deels ook voor patiënten inzichtelijk te maken.

Het is belangrijk om functioneel te blijven. Niet ‘overzorgen’, maar bewerkstelligen dat alle partijen op hun eigen terrein optimaal kunnen werken. Via MDO zorgen we voor cohesie. Zo voorzien we de kwetsbare oudere van de juiste ondersteuning, die verblijf en zorg in een kwalitatief goede thuissituatie mogelijk maakt.”

Voor de zeer oudere en kwetsbare patiënt… Wat te doen met de zeer oudere en buitengewoon kwetsbare populatie? Deze vraag heeft raakvlakken met de in dit artikel gestelde problematiek. Meinardi: “Dit jaar verscheen een fantastisch rapport, getiteld ‘Niet alles moet dat kan’. Hierin wordt de zorg aan zeer oudere kwetsbare populatie beschreven, patiënten waarbij organen niet goed of nauwelijks meer functioneren waardoor verder behandelen onhaalbaar of onmogelijk is. Soms willen mensen zelf ook niet meer. Ook voor die mensen moeten we goed zorgen. Wie doet dat, hoe en waar? Voor een gedegen antwoord op die vragen hebben we in ons ziekenhuis het Palliatief Consultatief Team opgezet.” Hogewoning: “In dit team bezinnen wij ons in multidisciplinair verband op zinvol medisch handelen. Levensgesprekken met de patiënt staan daarin centraal, met veel aandacht voor vragen als ‘wat wilt u nog’ en ‘wat kunnen wij voor u betekenen’? Ook dát is zorg voor kwetsbare ouderen.”

Marco Aedo I Specialist OuderenGeneeskunde in Het Parkhuis:

“Ketenzorg begint met goed inventariseren” “Alleenstaande ouderen met cognitieve stoornissen of fysieke problemen hebben na ziekenhuisopname ondersteuning nodig. In principe hebben we in onze regio afspraken gemaakt om de doorstroming van deze patiëntengroep te vergemakkelijken. Belangrijk is wel dat je weet over welke patiënten je praat, hun mogelijkheden en behoeften kent. Ketenzorg begint met goed inventariseren. Samen met mijn collega Specialist OuderenGeneeskunde in het Parkhuis probeer ik ook buiten onze muren huisartsen en geriaters hierbij te

ondersteunen. We hebben een Parkhuis Thuisteam samengesteld, dat de thuissituatie kan inventariseren, kan adviseren en ondersteunen. Wij werken veel met consulten aan huisartsen, maar worden hierin beperkt door gemaakte productieafspraken. We hebben eveneens een mankrachtprobleem, het aantal SOG’s in onze regio is schaars. Bepaalde patiënten kunnen wij op onze observatieafdeling opnemen. Maar omdat de verzorgingshuizen zijn weggevallen, blijven zulke patiënten langer bij ons, terwijl onze

capaciteit beperkt is. Dus ook daar lopen we vast. Het zou mooi zijn als we letterlijk en figuurlijk extra ruimte krijgen om de eerstelijn meer te begeleiden. En: als we eerder signalen opvangen, kunnen we sneller interventies regelen. Samenwerking is essentieel.” [15]


Patiënten durven

vrijuit te praten

Wilma Walter I Adviseur Kwaliteit, Veliligheid en Innovatie [16]


>> [ t h e m a Het Spiegelgespr ek]

“Je hoort wat écht belangrijk is voor patiënten” ‘Hoe heeft u de zorg ervaren?’: die vraag staat centraal tijdens Spiegelgesprekken die in ons ziekenhuis gevoerd worden. Patiënten vertellen, zorgverleners luisteren. “Het gaat niet om goed of slecht, het gaat om de ervaring.”

“Een Spiegelgesprek is eigenlijk een heel mooi initiatief. De avond is bedoeld om patiënten over hun ervaring met de geleverde zorg in ons ziekenhuis te laten vertellen, zodat wij waar mogelijk kwaliteitsverbeteringen kunnen doorvoeren. Vaak nemen patiënten na zo’n avond echter ook afscheid met een bedankje, mensen waarderen het dat ze hun verhaal mogen vertellen. Zo krijgt de zorg onverwachts nog een extra dimensie,” zegt Wilma Walter, Adviseur Kwaliteit, Veliligheid en Innovatie. Zij is al jaren nauw betrokken bij de organisatie en uitvoering van de Spiegelgesprekken. Deze zijn een succes: in 2014 vonden er negen plaats, dit jaar zijn er al vijf georganiseerd. Wat is de opzet van deze avonden? INTIEME SFEER “Een afdeling die geïnteresseerd is in feedback, kan een Spiegelgesprek aanvragen. De collega’s van die afdeling stellen de datum vast, nodigen patiënten uit en reserveren de benodigde ruimte. Op de avond zelf proberen we een intieme sfeer te creëren, waarin mensen hun verhaal kunnen doen. De patiënten nemen in een kring plaats, de zorgprofessionals zitten er in een kring achter. Een gespreksleider van onze afdeling leidt het gesprek, waarvoor

vijf kwartier is uitgetrokken. De hoofdvraag op deze avond is: ‘Hoe heeft u het verblijf in ons ziekenhuis ervaren?’. De patiënten vertellen, zorgverleners luisteren. Een notulist maakt aantekeningen, die later als verslag naar de betreffende afdeling worden gestuurd. Na een kwartier met verduidelijkingsvragen volgt een drankje, waarbij zorgprofessionals met patiënten in gesprek kunnen treden.”

Zo krijgt

de zorg onverwachts een extra

dimensie

VRIJUIT DURVEN PRATEN “Het mooie is dat patiënten op zo’n avond vrijuit durven te praten, al worden zij omringd door zorgverleners. Blijkbaar werkt dat in zo’n setting zo. Het is fijn om te horen wat er goed gaat. Maar we willen ook leren van zaken die mensen als minder goed hebben ervaren, zodat we kunnen verbeteren. Er is geen discussie, het gaat niet om goed of slecht. Het gaat om de ervaring. Tijdens het Spiegelgesprek hoor je

wat echt voor mensen belangrijk is. Dat kunnen kleine dingen zijn waarvan we niet altijd realiseren wat zij bij anderen teweeg kunnen brengen. Zoals een piepend keukenkastdeurtje op de afdeling High Care of een minder goed mobiel netwerk in het Observatorium. Die bewustwording is waardevol, zulke feedback krijg je anders niet snel. Ik vind het telkens weer bijzonder dat zorgprofessionals en patiënten hier tijd voor vrijmaken.” MENSELIJKE AANPAK “De uiteindelijke bedoeling van het Spiegelgesprek is natuurlijk het verbeteren van de zorgkwaliteit. In het laatste kwartier van de avond vragen we patiënten om suggesties: wat zouden we kunnen verbeteren? Maar ook: wat vindt u dat we moeten behouden als ziekenhuis? Dan komt onze menselijke aanpak als sterk punt naar voren. De manier waarop wij met onze patiënten omgaan, geeft mensen het gevoel dat zij als ‘mens’ worden gezien. Aangrijpend om dat te horen, dan besef je wel weer waar je het voor doet.”

WILT U MEER WETEN OVER DIT ONDERWERP? Uw mail is welkom: w.deregt@asz.nl

[17]


[ w e derz i j d s] <<

“Met elkaar aan tafel zitten werkt verhelderend” Veerle Nanninga I Neuroloog Een inspirerend kwaliteitsgesprek met huisartsen plus een dubbele visitatie nieuwe stijl: de neurologen van het ASz focussen nadrukkelijk op kwaliteit. “Het is prettig om constructief verbeterpunten aan te pakken,” concludeert vakgroepvoorzitter neuroloog Veerle Nanninga. Waarom is jullie toegangstijd zo hoog? Hoe kunnen we de communicatie verbeteren? Welke aanpak vereist de grote groep patiënten met rugproblemen? Deze drie vragen kwamen aan de orde tijdens het kwaliteitsgesprek, dat drie neurologen van ons ziekenhuis begin dit jaar voerden met drie huisartsen uit de regio. Aanleiding voor dit gesprek was de eerder gehouden huisartsentevredenheidsenquête, waarin deze verbeterpunten voor de neurologen onder meer als aandachtspunt naar voren kwamen. AFSTAND VERKLEINEN “We zijn blij dat wij als vakgroep bij dit nieuwe initiatief het spits mochten afbijten,” zegt neuroloog Veerle Nanninga. “Persoonlijk contact is zó belangrijk om onduidelijkheden te verklaren, zo’n gesprek werkt verhelderend. Neem de toegangstijden; wij vinden die evenmin prettig, vooral omdat we met meerdere neurologen keihard werken. Maar die tijden zijn te verklaren en het is goed om dat [18]

persoonlijk te kunnen doen. Het was een positief gesprek dat bovendien concrete resultaten opleverde, waaronder het besluit om een one-step hernia-polikliniek op te zetten. We hebben enkele huisartsen gevraagd om hierover mee te denken. Zo proberen we de afstand tussen eerste en tweede lijn te verkleinen, we dragen immers samen verantwoordelijkheid voor de patiënt met neurologische problemen.”

De neuro-

logen van het ASz focussen nadrukkelijk op kwaliteit

ONDER DE LOEP De focus op kwaliteit stond eveneens centraal bij de dubbele visitatie die de vakgroep Neurologie vorige

maand onderging. “Twee commissies beoordeelden separaat de opleiding die wij verzorgen plus de kwaliteit van ons functioneren. Nieuw was dat deze visitatie een uitgebreid voortraject van ons vereiste. Dossieronderzoeken, enquêtes, geregistreerde complicaties, ontwikkelplannen – individueel plus de vakgroep betreffende – plus een Quick Scan over ons functioneren dienden te worden samengevoegd tot een stevige presentatie met resultaten en verbeterpunten. Ongelofelijk veel werk, maar wel uitermate boeiend om te doen. Je legt toch je eigen functioneren grondig onder de loep, alle aspecten komen aan bod.” PRETTIG “Het kwaliteitsgesprek en de visitatie waren leerzaam, het is prettig om de verbeterpunten nu constructief op te pakken. Zo streven we maatschapsbreed naar kwaliteitsverbetering.”


>> [ wederzijds ]

“Er zijn de afgelopen jaren flinke stappen gezet” Jan Zuyderhoudt I Huisarts Alblasserdam Bij de NIAZ-accreditatie van ons ziekenhuis spelen de meningen van huisartsen in het adherentiegebied een relevante rol. Huisarts Jan Zuyderhoudt sprak met de onderzoekscommissie. “Het is logisch dat het ziekenhuis hierin investeert.” “Na bijna 40 jaar huisartsenpraktijk heb ik wel zicht op ‘het ziekenhuis in Dordrecht’. Dus wilde ik zeker tijd vrijmaken om met de NIAZonderzoekscommissie te praten,” vertelt huisarts Jan Zuyderhoudt uit Alblasserdam. “Het gesprek zou ik samen voeren met mijn Dordtse collega Nico Kwakernaak, ter voorbereiding ontvingen we uitgebreide informatie over het fenomeen ‘NIAZ accreditatie’ plus het concept huisartsentevredenheidsonderzoek. Het gesprek met de onderzoekscommissie duurde een uur en vond plaats in het kantoorgebouw van het ziekenhuis. We konden vrijuit praten met de leden van de onderzoekscommissie, goed geïnformeerde deskundigen met duidelijke vragen. Het was een positief gesprek, waarin zaken als benaderbaarheid, communicatie en klachten aan bod kwamen.” GOED BEELD De praktijkervaring van beide huisartsen vormde voor de onderzoekscommissie natuurlijk de

belangrijkste informatiebron. Zuyderhoudt: “Vanuit mijn praktijk ben ik nauw betrokken bij het ASz.

Na bijna

40 jaar huisartsenpraktijk heb ik wel zicht op ‘het ziekenhuis in Dordrecht’

De patiëntenpopulatie is van oudsher gericht op dit Dordtse ziekenhuis, ook geografisch gezien is dat logisch. Voor mijn verwijzingen werk ik sowieso bij voorkeur met één ziekenhuis waarvan ik de specialisten ken, via mijn patiënten wordt dat beeld nog eens extra gevormd. Zo weet ik precies welke patiënten ik naar wie kan verwijzen.

In de communicatie met de huisartsen heeft het ASz de afgelopen jaren grote stappen gemaakt. Denk aan transmurale nascholing, Albert Events of het bureau Huisartsencontacten, een prima aanspreekpunt voor huisartsen. Wat Nico Kwakernaak en mij betreft waren er dan ook geen serieuze verbeterpunten te noemen. Dat stemde overeen met de algemene conclusies uit het huisartsentevredenheidsonderzoek.” WE HEBBEN ELKAAR NODIG “Kwaliteit betekent dat je samen optimale patiëntenzorg levert. De huidige ontwikkelingen betreffende ketenzorg vormen een fraai voorbeeld van de manier waarop we dat met hoofd, hart en ziel kunnen doen. Die ontwikkelingen zullen zich alleen maar verder uitbreiden, daarin hebben we elkaar nodig. Mede daarom is het zo belangrijk dat benaderbaarheid en communicatie optimaal zijn. Accreditatie helpt om ook die kwaliteit op peil te houden, het is logisch dat het ziekenhuis daarin investeert.” [19]


[ u i t g e l i c h t Gezondheidscentr um De Vo lgerlanden, HI Ambacht] <<

“Kwaliteit is gezondheidswinst voor de patiënt” Anderhalf jaar zijn ze nu werkzaam op een nieuwe locatie en inmiddels omvat hun patiëntenpopulatie meer dan 9500 mensen: de 50 zorgverleners van Gezondheidscentrum De Volgerlanden in HI Ambacht hebben het druk. Maar de kwaliteitslat blijft hoog liggen. Locatiemanager Carien Radstake: “Betrokken zorg genereert energie.”

‘Ons patiëntenaantal groeit nog altijd, met zo’n 450 patiënten per jaar,” zegt locatiemanager Carien Radstake glimlachend. “Dat is niet verwonderlijk, we zijn de enige praktijk in Hendrik Ido Ambacht die nog nieuwe patiënten aanneemt. Maar hoe groot we ook zijn, de persoonlijke aandacht voor de patiënt blijft voorop staan. Dat kán ook: de zorgverleners in ons gezondheidscentrum kunnen zich focussen op patiëntenzorg, zonder zich te hoeven bekommeren om allerlei ‘regel’ rompslomp. Die neem ik hen zoveel mogelijk uit handen. Dat is het voordeel als je hier zorg verleent.” WERKEN VANUIT HET ’WIJ’-GEVOEL Maar dat is niet het enige voordeel. “Na tien jaar op een tijdelijke locatie gevestigd te zijn geweest, is ons gezondheidscentrum gehuisvest in moderne nieuwbouw. De behandelkamers en facilitaire ruimten zijn ruim opgezet en gecentreerd rondom de wachtkamer: de patiënt staat letterlijk centraal. De zorgverleners, zo’n 50 teamleden in diverse disciplines (zie kader), werken in een collegiale sfeer samen. Eén van onze kernwaarden is het werken vanuit het ‘wij’-gevoel. Die persoonlijke betrokkenheid is op diverse fronten merkbaar. Vanzelfsprekend zijn er regelmatig diverse periodieke formele overlegstructuren tussen [20]

de verschillende disciplines. Maar doordat we onderling makkelijk bij elkaar binnenlopen, zijn er ook vaak informele contactmomenten. We werken vanuit gelijkheid en met een echte ‘hands on’ mentaliteit, veel teamleden gaan buiten werktijden met elkaar om. Die sfeer vertaalt zich terug in de kwaliteit van de patiëntenzorg.” KWALITEIT BORGEN Kwaliteit is gezondheidswinst voor de patiënt, zo meent Radstake. Maar juist omdat het gezondheidscentrum zo groot is, moet kwaliteit geborgd worden. Dus werken er alleen gekwalificeerde beroepsbeoefenaars in het gezondheidscentrum, worden er diverse kwaliteitsprotocollen gehanteerd en krijgen patiënten verschillende chronische zorgprogramma’s in multidisciplinair verband aangeboden. Co-assistenten en andere zorgverleners in opleiding lopen stages en achter de schermen participeert het gezondheidscentrum in diverse onderzoeksprojecten van het Erasmus MC. “We vinden het leuk om op te leiden en ons aanbod uit te breiden. Als centrum zijn we wijkgericht, onze populatie bestaat uit veel jonge gezinnen. Daar stemmen we onze zorg op af.” TOEGESPITSTE ZORG “We zien bijvoorbeeld veel patiënten met stressgerelateerde klachten. Dus

hebben we een fysiotherapeut op holistische basis, die samenwerkt met één van de praktijkondersteunersGGZ die sterk gericht is op mindfullness. Voor kinderen met fysieke of psychische beperkingen bieden we diverse speciale trainingen in groepsverband en na de zomer verwachten we te starten met een zogeheten ‘Huisartspraktijk Plus’, waarbij een dermatoloog uit het Albert Schweitzer ziekenhuis meekijkt met twee huisartsen en hen waar mogelijk adviseert. Dit is geen verplaatste poli derma, wel een interessante nieuwe manier van samenwerken. Zulke voorbeelden geven aan hoe we met kwaliteit omgaan. Het is heel inspirerend om dergelijke initiatieven te mogen ontwikkelen, betrokken zorg genereert enthousiasme en energie.” PASSIE EN PLEZIER Mede dankzij de toename in toegespitste zorg groeit het gezondheidscentrum al weer bijna uit het nieuwe pand. Dat vereist creatief omgaan met ruimte, het vormt tevens aanleiding om meer avondspreekuren in te stellen. Radstake heeft daar al de nodige ideeën over. “Ik ben er om te zorgen dat de zorgverleners passie en plezier in hun werk behouden. Dan kunnen zij blijven doen waar ze het beste in zijn: betrokken zorg leveren vanuit het hart.”


>> Carien

Radstake, locatiemanager

Gezondheidscentrum I De Volgerlanden

ZORGVERLENING IN GC DE VOLGERLANDEN In dit gezondheidscentrum zijn de volgende disciplines actief: 1 apotheker 7 apothekersassistenten 6 huisartsen 9 centrumassistenten 7 praktijkondersteuners 8 fysiotherapeuten (o.a. manuele therapie, kinderfysio) 2 bekkenfysiotherapeuten 4 logopedisten 1 diĂŤtiste 1 eerstelijns psycholoog/ kinderpsycholoog 1 huidtherapeut 1 medisch pedicure 3 verloskundigen Gezondheidscentrum De Volgerlanden is gelieerd aan stichting De Boog. Voor meer informatie: www.gz-devolgerlanden.nl [21]


[ e en bi j z ond er verhaal] <<

Ton Mijs I Waarnemend huisarts in Dordrecht

“Squash is een ideale sport” In het gezin van huisarts Ton Mijs neemt squash een belangrijke plaats in. Zijn zoons bereikten zelfs (inter)nationaal het topniveau. “Ik kan intens genieten van een pittige partij.” “Mijn moeder was verpleegster met hart en ziel, zij betrok mij veel bij haar werkzaamheden. Als kind wist ik al dat ik huisarts zou worden. Ik heb in Dordrecht een eigen praktijk gehad van 1978 tot 2009 en ben sindsdien actief als waarnemend huisarts, het blijft leuk om voor patiënten te zorgen.” NIET LASTIG “Het mooie van het vak is het vertrouwen dat je van patiënten krijgt, zonder dat je daar eigenlijk iets voor hoeft te doen. Als je dat vertrouwen vervolgens bij de patiënt kunt waarmaken, geeft dat veel voldoening. Wat maakt iemand tot een goede arts? Een combinatie van vakkennis en empathie. En je moet plezier hebben in je werk, patiënten niet als lastig ervaren. Lastige patiënten hebben hun hele leven lang last van zichzelf, wij maar even.” MET VEEL PLEZIER EN TROTS “Naast mijn werk heb ik squash als grote hobby. Mijn twee zonen, René en Tonnie, hebben vanaf hun achtste gesquashed en daar hobbelde deze vader braaf achteraan. Ze hebben internationaal hoog niveau bereikt, we hebben heel wat landen in Europa bezocht. Met veel plezier en trots, mag ik wel zeggen. René werd enkele jaren geleden derde bij het NK en speelt nog steeds in de top 10 van Nederland. Ik ben jarenlang bestuurslid geweest [22]

bij de squashclub in Papendrecht, fungeerde als scheidsrechter en speelde zelf ook. Het is voor mij een ideale sport, omdat je in korte tijd heel veel energie kwijt kunt. Na een lange werkdag was ik soms te moe om te gaan spelen. Maar na twee uur was ik weer helemaal opgeladen, heerlijk. Het is ook een tactisch spel, er zitten veel kanten aan.

We hebben heel wat landen in Europa bezocht

ARTHROSE Sinds twee jaar squashen beide jongens in Dordrecht, waar Tonnie teammanager is en ik assistent-teammanager. Helaas heb ik arthrose in beide knieën en zit squashen er even niet in. Maar als ik samen met mijn zoons op

de bank naar een pittige squashpartij op tv kijk, dan kan ik daar intens van genieten.”


>> [met har t & ziel]

[van o n z e g a st red act e u r Ans Oomen ]

Ieder mens

heeft het recht op een menswaardig afscheid

Eva Pfaff I Anesthesioloog, radioloog, aio Specialist Oudergeneeskunde

“Ouderenzorg past écht bij mij” Wandelen, theater en klassieke literatuur lezen zijn haar hobby’s.

ging ik werken in een traumacentrum in Boedapest.”

gaan specialiseren, dit keer tot Specialist Ouderengeneeskunde. Het is een geweldige opleiding, ouderenzorg past echt bij mij. Ik kan me goed inleven in de doelgroep en hun families, hun problemen en dillemma’s. Mijn stage in het ASz is pittig, maar boeiend.”

VERHUIZING NAAR NEDERLAND “Zes jaar geleden kreeg mijn man het aanbod om aan het Erasmus MC te komen werken, dus verhuisden we naar Nederland. Als radioloog kon ik moeilijk werk vinden. Ik ging aan de slag als anios in een verpleeghuis en dat voelde goed. Iedereen merkte op dat dit écht iets voor mij was en dat klopt. Dus besloot ik opnieuw te

WERKPLEZIER IS ONMISBAAR “Heimwee naar Hongarije heb ik niet, we gaan vaak terug voor vakantie, bezoeken familie en vrienden. Het enige dat ik mis, is het theater in Boedapest, dat is echt mijn passie. Nederland is een prettig land, iedereen met een baan kan hier rustig leven. We zijn hier gelukkig.”

Maar daar heeft Eva Pfaff weinig tijd voor. Als aio Specialist Ouderengeneeskunde en moeder/echtgenote zijn haar dagen goed gevuld. “Werkplezier is essentieel.”

“Bij alle keuzes in mijn leven heeft mijn gezin voorop gestaan. In Hongarije bijvoorbeeld werkte ik jarenlang als anesthesioloog. Maar na de geboorte van mijn kinderen vond ik de grote werkdruk van dit specialisme in combinatie met het gezin onprettig. Ik ben perfectionistisch, wil graag iets bijdragen en werkplezier is essentieel. Dus specialiseerde ik me tot radioloog, een specialisme zonder drukke diensten. Vervolgens

[23]


[ van o n z e g astred a c t e u r A d Schellekens] <<

Mentaliteitsverandering Toen ik ruim vijfendertig jaar geleden als huisarts mijn praktijk begon, startte ik met één assistente. Inmiddels wordt de praktijk gevormd door drie huisartsen, zeven assistenten en vier POH’s. Een logische ontwikkeling, als huisarts kun je tegenwoordig niet alles meer alleen doen. Het leveren van kwaliteit vereist samenwerking, niet alleen intern maar ook extern.

Daarom heb ik zeven jaar geleden de Zorggroep West-Alblasserwaard opgericht. Immers, voor de optimalisering van eerstelijns zorgkwaliteit is een faciliterende organisatie onmisbaar. Vanuit het motto ‘Betere zorg, betere kwaliteit, minder kosten’ worden protocollen en nascholing ontwikkeld, voeren we onderhandelingen met derden en heeft onze zorggroep zelfs een eigen kwaliteitsmedewerker in dienst. De honderdtwintig aangesloten huisartspraktijken doen er hun voordeel mee. Om de patiënt optimale zorg dichtbij huis te kunnen geven, werken we tevens nauw samen met het ASz. Omdat onze zorggroep gefuseerd is met de HAP Drechtsteden, verwacht ik op dat gebied eveneens een intensievere samenwerking inzake acute zorg. Maar ook initiatieven voor meer anderhalve lijnszorg staan op het programma.

Colofon Albert Contact is het relatiemagazine van het Albert Schweitzer ziekenhuis voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en medisch specialisten. Het verschijnt vier keer per jaar in een

Krachten bundelen waar mogelijk, het is een onomkeerbare ontwikkeling. Voor huisartsen betekent dit dat ze meer als coach van een team gaan fungeren, zonder het persoonlijke patiëntencontact uit het oog te verliezen. Van medisch specialisten wordt gevraagd dat ze daadwerkelijk de stap willen maken om nauwer met de eerstelijn samen te werken. Het vereist van alle partijen een niet altijd vrijblijvende mentaliteitsverandering. Gelukkig hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen. De zorg mag nimmer in het geding komen. Dat aspect verandert nooit.

oplage van 850 stuks. Tekst Sacha Eikenboom Fotografie Martin Waalboer

Beeld- en eindredactie Claudia Jonker

Redactieraad Claudia Jonker,

Ad Schellekens huisarts Huisartsenpraktijk De Wilg in Papendrecht, vanaf 1 juli 2015 ex-bestuurder Zorgroep West-Alblasserwaard

Dorine Rond-de Mooij Contact huisartsen@asz.nl Uitgever BC Uitgevers bv, Postbus 416, 8600 AK Sneek, Telefoon 0515 429 429 Vormgeving Hannique de Jong

Bladmanager & advertentieverkoop Digna Schoonen, Telefoon 06 442 099 10

[24]



Tweede jaargang juni 2015

ANESTHESIOLOOG, RADIOLOOG, AIO SPECIALIST OUDERGENEESKUNDE EVA PFAFF:

“OUDERENZORG PAST ÉCHT BIJ MIJ” lees meer op pagina 23

Albert lees meer op pagina 5

“IK VOEL ME SOMS NET EEN KATALYSATOR” GERDA BLAAK-BAKKER:

PROJECT- EN KWALITEITSMEDEWERKER IG, MDL EN REUMATOLOGIE

Samenwerken is vermenigvuldigen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.