Volzin nummer 14

Page 1

VolZin

nummer 14 | � 4,30 15 juli 2011 | jaargang 10 | www.volzin.nu

tijdschrift voor zinvol leven

Mijn zomerboeken

tien zonnige ­VolZin-tips

‘Ik, Frank G. Bosman’ Nederlands meest spraakmakende ­theoloog

Hulp of hype? Mindfulness werkt, maar niet voor álles

Flirten met God Leuk, maar als het erop aankomt, ­willen we het beproefde recept

VOL014_01_cover.indd 1

06-07-11 17:00


inhoud nummer 14 | 15 juli 2011 | jaargang 10

6

“Frank G. Bosman is een merk” Spraakmakendste theoloog ziet overal christendom

20 Vredesinitiatieven van onderop Palestijnen en Israëli’s zijn het geweld zat

Jan van Hooydonk

Frank Mulder

10 Hulp of hype? Mindfulness werkt, maar niet voor alles

24 Zit God tussen de oren? Wetenschappers zien wat ze geloven

Elke van Riel

Taede Smedes

15 Teleurgesteld als vriend van het CDA Nieuwe commentaar-rubriek

28 Religieuze film lijdt aan effectbejag Tree of Life had anderhalf uur korter gemogen

Jan van Hooydonk

Lisette Thooft

16 De waarde van cliché-geloof Bij groot leed is flirten met God niet genoeg

32 Zomerboekenspecial Tien VolZin-aanraders voor de zomervakantie door

Josha Zwaan

Annemarie Postma, Mohammed Benzakour, Désanne van Brederode, Erik Borgman e.a.

Het zout der aarde In onze moderne mediacratie mogen theologen niet achterblijven en was er, op 21 juni jl., na de nacht van de columnist, de filosofie, de hoop, de popmuziek, het gebed, de jeugd en de poëzie, de Nacht van de Theologie. Een evenement om deze beroepsgroep ook eens in de schijnwerpers te zetten. De hoofdprijs van de avond was niet de prijs voor de beste of meest diepzinnige theoloog, maar voor de meest spraakmakende. De theoloog die zich het beste weet te presenteren, in de media dus. Moet dat nou allemaal? Moet de theoloog niet gewoon in de luwte blijven en in zijn spencer en sandalen – naar verluidt het dagelijkse tenue van de schriftgeleerde – zijn arbeid verrichten? Moet de theoloog ook op Twitter en Facebook en elke kans aangrijpen om in de media zijn visie te geven op ritueel slachten, de ontkerkelijking en artikel 6 van de grondwet? Ja, luidde het antwoord op deze mooie zomernacht in de glanzende bovenzaal van De Hermitage in Amsterdam. Sterker, de kritiek was dat we de theoloog in het maatschappelijke debat nog zo vaak misten. Waarom was er bijvoorbeeld in al die maanden geen godsdienstwetenschapper opgestaan die nu eens haarfijn de geloofswaarde van het rituele

slachten had uitgelegd. Het werd een plezierige avond. De gemiddelde mannelijke theoloog strak in het pak – smartphone binnen handbereik, opvallend veel vrouwen – de ene timide, de andere zelfbewust – in het lang. Er was een copieus driegangendiner, de band speelde bezield, de voordrachten klonken geïnspireerd en de discussies verzandden maar nauwelijks. Er was gelukkig ook een tegengeluid. In de tuin vond de ‘Contrastnacht’ plaats, georganiseerd door jonge, vurige christenen die betoogden dat theologen niet binnen samen moeten klitten voor een zoveelste ‘idolsverkiezing’ compleet met gouden kalf. Beter gingen ze de straat op om opnieuw dat verhaal te verkondigen van de recalcitrante, stoutmoedige godsdienst die het christendom in de dagen van Paulus was. Om dat punt te onderstrepen, deelden de jongeren in de zaal zoutvaatjes uit. Presentatrice en filosofe Désanne van Brederode riep de aanwezigen toe: “Jullie zijn veel leuker en spannender dan de filosofen. Jullie durven tenminste te springen, te reiken naar het grote onbekende.” Maar zo leuk en spannend is dat springen en reiken niet altijd, zo bleek aan tafel. Ik sprak een PKN-predikante,

2 VolZin | 15 juli 2011

259000.indd 2

11-7-2011 13:56:34


En verder Redactioneel

2

Zinzoekers

4

Marjoleine de Vos

13

Dichterbij

23

Mohammed Benzakour

27

Willem van der Meiden

30

Brieven

31

Nieuws

36

foto omslag: istock

De filmhit ‘The Tree of Life’ oogst zowel bijval als kritiek. Lisette Thooft zag hem en stoorde zich aan het kitscherige effectbejag. “Religieus is hij zeker, maar niet erg spiritueel.” 28 foto: scène uit film

Redactioneel Eduard van holst pellekaan

zelf de jongste in haar eigen gemeente. De leden zijn hun dagen wel zo’n beetje zat en willen niet meer dan gewoon elke zondag bevestigd worden in hun traditionele geloof. Maar de predikante zou zo graag een brug slaan tussen het ‘de Heer is mijn herder/het ontbreekt mij aan niets’ uit psalm 23 en de spirituele mantra van mensen als Eckhart Tolle, die zeggen dat je al heel bent, dat ‘alles er al is’. Ze gaf zichzelf weinig kans. Ik luisterde naar een remonstrantse predikante die met een schuin oog naar de discussie op het podium alle haarkloverij van tafel veegde met: “Compassie, dat is het enige waar het om gaat. Compassie in het hier en nu.” Toen God ter sprake kwam, mompelde ze geïrriteerd: “Ja, ja, hij daarboven, of hoe je het ook wilt noemen.” Wie geen last leek te hebben van aarzeling, reserve of worsteling, was de winnaar van de avond: Frank Bosman. Of beter: Frank G. Bosman. Want met de G. onderscheidt Bosman zich van zijn ook Frank hetende vader. En de G. is onderdeel van een merk ‘in voortdurende ontwikkeling’, vertelt de theoloog in dit nummer. Ik voorspel dat hij die G over een jaar, op de tweede Nacht van de Theologie, niet meer nodig heeft.

“Jullie zijn veel spannender dan de filosofen, jullie durven tenminste te reiken naar het grote onbekende”

Dank voor uw inzending Is religie een weg van radicale keuzes, of vraagt zij juist om evenwichtskunst? ‘Religie, weg van het midden?’ luidt dit jaar het thema van de VolZin-schrijfwedstrijd, waarvoor de inzendtermijn op 1 juli jl. sloot. De redactie ontving127 inzendingen, waarvoor onze hartelijke dank. De inzenders variëerden in leeftijd van 14 (!) tot 87 jaar en ook inhoudelijk schuwde men de variatie niet. De zes-koppige jury, onder leiding van Tom Mikkers, zal eind oktober de winnaars aanwijzen. Alle inzenders ontvangen bericht. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens de VolZin-lezing, zaterdag 5 november 2011, in de Dominicuskerk in Amsterdam.

VolZin in zomertempo Vanwege de zomerperiode verschijnt het komende nummer van VolZin over drie weken, dus op 5 augustus. Daarna is VolZin er weer elke twee weken. Redactie VolZin

15 juli 2011 | VolZin 3

259000.indd 3

11-7-2011 13:56:39


ZINTIPS verborgen verhalen t/m 4 sept.

expositie van o.a. bijbelse schilderijen uit de 16e en 17e eeuw, portretten van geestelijken en relieken van de voormalige Paulusabdij; Museum Catharijneconvent, Utrecht, 030-2313835, www.catharijneconvent.nl She Me t/m 18 sept.

tentoonstelling waarin vrouwelijke kunstenaars nieuwe beelden van vrouwelijkheid ontwerpen, voorbij lijden en slachtofferschap; Stedelijk Museum Zwolle, 038-4214650, www.stedelijkmuseumzwolle.nl Bidden met Dominicus 5-7 aug.

gebed, stilte en meditatie in het voetspoor van de heilige Dominicus (ca. 1170-1221) die zijn volgelingen leerde om te bidden met hun lichaam; Dominicanenklooster, Huissen, 026-3264422, www.kloosterhuissen.nl Innerlijk pelgrimeren 13-18 aug.

meditatie waarbij de dagen vertragen, onder leiding van meditatiegids Catherina Hofman die zich laat inspireren door christendom en boeddhisme; De Zwanenhof, Zenderen, 074-2659525, www.zwanenhof.nl

zinzoekers Expositie in Comenius Museum Naarden

Beschermheiligen toen en nu Het Comenius Museum in Naarden is gewijd aan de beroemde Tsjechische theoloog, pedagoog en christen-humanist Jan Amos Comenius (1592-1670). Naast de vaste collectie over deze ‘protestantse heilige’ worden er exposities gehouden over wisselende thema’s. Tot en met 23 oktober vindt er een tentoonstelling plaats over beschermheiligen. Werken van hedendaagse kunstenaars worden afgewisseld met beelden van beschermheiligen die afkomstig zijn uit kerken en kloosters. Zo komt een wisselwerking tot stand tussen nu en toen. Heiligen komen voor in nagenoeg alle godsdiensten. In het christendom gaat het om mensen die erin geslaagd zijn Christus zo na te volgen dat zij een voorbeeld zijn geworden voor anderen. Vanouds hebben gelovigen aan deze heiligen bijzondere gaven en beschermende krachten toegedicht. Info: 035-6943045, www.comeniusmuseum.nl.

Wakker worden en weer gaan lernen 19 sept., 10.00-16.00 uur

studiedag, uit onvrede van de organisatoren over geringe aandacht van de PKN voor het jodendom en eenzijdige voorlichting over het Midden-Oosten; Goede Herderkerk, Nijkerk, 038-3315432, www.appelkerkenisraël.nl Stille retraite 19-25 sept.

retraite waarbij deelnemers zelf de stilte invullen, met dagelijks een viering in franciscaanse stijl en persoonlijk begeleidingsgesprek met Ricky Rieter en Jan van Beeck; Minderbroedersklooster, Megen, 0412-403885, www.stilleretraites.nl

Marleen B. Berg: ‘De heiligen ons voorgegaan’ (detail).

Zazenmeditatie v.a. 23 sept., elke vrijdag, 9.00-19.45 uur

drie kwartier gezamenlijke zenmeditatie om de geest te trainen in het ‘hier en nu’ te zijn en te schouwen naar wat zich aandient; De Blauwe Décade, Alkmaar, 072-5611053, www.deblauwedecade.nl Jezus in de talmoed V.a. 23 sept., 10.00-13.00 uur

cursus waarin rabbijnse teksten over messianisme, verlossing, mystiek en de profeet Elia worden gelezen, onder leiding van Eric Ottenheijm en Leo Mock. De Uithof, Utrecht; LUCE/CRC, 030-2531882, www.luce-crc.nl SLachtoffer en dader 24 sept., 10.00 uur

ontmoetings- en inspriratiedag voor gemeenten en parochies waar exgedetineerden welkom zijn, Landelijk Dienstencentrum PKN; Kerken met Stip, 070-3803890, www.kerkenmetstip.nl www.volzin.nu

Lezingen en cursussen door Magda van der Ende

Kabbala: joods en universeel Kabbala is de mystieke weg van het jodendom maar je hoeft geen jood te zijn om je door de kabbala te laten inspireren. Christelijk theologe Magda van der Ende houdt komend najaar in centrum De Expeditie in Amersfoort en daarbuiten inleidingen en cursussen over de kabbala. Ze geeft daarbij inzicht in de werking van de levenboom - een belangrijk kabbalistisch thema - en de mystieke lezing van de Bijbel. In de Bijbel gaat het volgens haar niet om moraal, maar om verdieping. Ook de verhalen over Jezus leest zij zo. “Hij was ingewijd in de kennis. Het sterven van Christus zie ik als het afsterven van de oude mens in onszelf, wat moet gebeuren om tot bewustzijn te komen.” Info: 033-4753001, www.antenna.nl/expeditie.

4 VolZin | 15 juli 2011

256879.indd 2

11-7-2011 9:43:00


Nieuwe visies op de eerste scheppingsdag

‘... en er was licht’

Gefascineerd door zen en katholieke kloosters.

Wandelen met Pelgrim Henricus

“Een ambulant klooster” “Je hoeft niet gelovig zijn om met ons mee te lopen, maar wel nieuwsgierig. En je moet respect hebben voor andere mensen”, zegt Pelgrim Henricus. “Soms is ook enig uithoudingsvermogen mooi meegenomen. Bij de trappisten zit je wel al voor dag en dauw in de kerk, en dat zeven keer per dag.” Pelgrim Henricus is de initiatiefnemer en drijvende kracht achter De Wandelmaat. Al meer dan tien jaar organiseert dit bureau kloosterwandelingen. Zo’n kloosterwandeling is “geen retraite en ook geen vakantie”, verduidelijkt Henricus. “We volgen het dagritme van een klooster, nemen deel aan de gebedsdiensten en tussendoor wandelen we in de omgeving. Zo worden we samen pelgrim: een mens die onderweg is en afhankelijk van wie hem wil ontvangen.” Pelgrim Henricus werd 66 jaar geleden geboren in een vrijgemaakt-gereformeerd milieu als Hendrik Jan Woelders. Hij was ambtenaar en gemeenteraadslid voor de PvdA. Door het verlies van huwelijk, baan en huis nam zijn leven begin jaren ‘90 een ingrijpende wending. Hij raakte gefascineerd door de wereld van zenmeditatie en katholieke kloosters. Henk Woelders werd Pelgrim Henricus, “leider van een ambulant klooster”. Deze zomer staan kloosterwandelingen op het programma, in Nederland, België, Polen en Zwitserland. De kortste duurt twee dagen, de langste twee weken. Info: 06-12549135, www.dewandelmaat.nl.

Acht kunstenaars geven deze zomer (tot en met 10 september) in de Grote Kerk van Leeuwarden hun kunstzinnige visie op de eerste scheppingsdag. De groepsexpositie bestaat uit metershoge transparante kunstwerken die geplaatst worden voor de ramen in het schip van de monumentale kerk. Iedere kunstenaar geeft daarmee op zijn of haar eigen wijze het licht door aan de bezoekers van de kerk. Deelnemende kunstenaars zijn: Wilco Berga, Louise Cohen, Nikki van Es, Jan Hofman, Anke Kuypers, Henk Pietersma, Hanshan Roebers en Gerrit Terpstra. Info: www.enerwaslicht.com.

Transparante kunstwerken geven licht door in de Grote Kerk in Leeuwarden.

Eerste overzichtstentoonstelling Marianne Breslauer

Onbewaakte momenten Het Joods Historisch Museum in Amsterdam toont tot en met 13 november de tentoonstelling Onbewaakte momenten met foto’s van de Berlijnse fotografe Marianne Breslauer (1909-2001). Ondanks haar kleine oeuvre geldt zij als een van de belangrijkste avantgardistische Duitse fotografen van de periode tussen de beide wereldoorlogen. Het JHM haalt haar werk naar Nederland voor een eerste overzichtstentoonstelling. Breslauers fotografie kenmerkt zich onder meer door een poëtische stijl. Haar camera was vooral gericht op gewone mensen en details aan de rand van het moderne stadsleven. Daarachter ontdekte zij een verstilde werkelijkheid die zich alleen in onbewaakte momenten laat betrappen. Ook verschenen regelmatig moderne, vrijgevochten vrouwen voor haar lens. Info: 020-531310, www.jhm.nl.

Marianne Breslauer: ‘Défense d’afficher’, Parijs, 1937

15 juli 2011 | VolZin 5

256879.indd 3

11-7-2011 9:43:08


interview

Nederlands meest spraakmakende theoloog: onbescheiden ten dienste van de goede zaak

“Frank G. Bosman is een merk in voortdurende ontwikkeling” “Wie in deze tijd gehoord wil worden, moet aan zijn imago werken.” Cultuurtheoloog Frank G. Bosman is uitgeroepen tot Nederlands meest spraakmakende theoloog. Hij heeft actief campagne gevoerd voor zijn bekroning. Zijn levensmissie: “de zachte, menselijke kant van de katholieke kerk laten zien én het blijvende belang van de christelijke traditie voor onze samenleving onderstrepen.” door jan van hooydonk foto’s: stijn rademaker

“Als je aan een wedstrijd meedoet, ga je voor de overwinning. Een voetbalelftal dat zou zeggen ‘we willen wel winnen maar als de ander wint, vinden we dat ook prima’: naar zo’n wedstrijd ga je toch niet kijken? Je moet niet boos worden als je verliest, maar je moet wél proberen de eerste te worden. Met alle toegestane middelen. Dus heb ik mijn uiterste best gedaan om de prijs te winnen en volop actie gevoerd. Twitter, Facebook, email, regionale media. Ik heb ze kapot gespamd.“ Met succes. Vierduizend mensen brachten hun stem uit tijdens de internetverkiezing voor de Podiumprijs Theologie 2011. De katholieke cultuurtheoloog, twitteraar en blogger Frank G. Bosman (32) gaf zijn concurrenten Manuela Kalsky (Nieuw Wij) en Herman Selderhuis (Refo 500) het nakijken. Tijdens de eerste Nacht van de Theologie – tevens de kortste nacht van het jaar – werd Bosman uitgeroepen tot ‘Nederlands meest spraakmakende theoloog’ van dit moment. Van harte proficiat met uw prijs, meneer Bosman! Critici spreken over een Idolsverkiezing. “Die critici hebben niet helemaal ongelijk, maar ik heb er niet zo’n probleem mee. Ik ben niet uitgeroepen tot de beste theoloog van Nederland – dat is een heel andere categorie – maar tot de meest spraakmakende. De organisatoren van de Nacht van de Theologie wilden, net als ikzelf in mijn werk, bij een breed publiek de theologie voor het voetlicht brengen. Daar mag je best wat methodes bij gebruiken die je eerder met RTL en SBS6 associeert dan met de godgeleerdheid. Om op te vallen in het medialandschap moet je herrie maken.”

Een beetje onbescheiden moet je wel zijn? “Inderdaad! Een van mijn minder goede karaktereigenschappen is dat ik vrij onbescheiden ben. En een tikkeltje ijdelheid is me ook niet vreemd. Maar ik geef dat toe, dus dan valt ’t al weer mee. Het punt is: in al haar onchristelijkheid heb je die onbescheidenheid wél nodig om het christelijk verhaal in de media uit te dragen. Veel erger vind ik het gebrek aan mildheid bij sommige katholieken. Ik mag dan wel een grote muil opzetten, maar als ik afgefakkeld word, weet ik ook te incasseren. Je moet tegen kritiek kunnen en om jezelf en je standpunten kunnen lachen. Dat mis ik bij de stekelige ‘talibankatholieken’. Zit er één zo’n figuur bij Pauw & Witteman aan tafel, dan zijn milde katholieken als Antoine Bodar, Erik Borgman en ik twee jaar bezig om de boel weer glad te strijken.” Bij theologie denken de meeste mensen eerder aan een rustige studeerkamer vol boeken dan aan Twitter en andere media. “Ik ben gek op boeken. Maar ik ben een kind van mijn tijd. Ik behoor tot een nieuwe generatie die digitalisering niet ziet als een bedreiging of als iets dat we moeten doen, maar als een grote kans en iets wat we graag willen doen. Via sociale netwerken kan ik heel veel mensen bereiken met de boodschap die ik belangrijk vind. Via Twitter kan ik snel interveniëren in actuele kwesties, krijg ik kritiek, kan ik acties entameren en weet de pers mij te vinden. Mensen mopperen over de nieuwe media. Dat deden ze ook, in vrijwel exact dezelfde bewoordingen, bij de opkomst van de telegraaf, de telefoon en de tv. Spreekt me totaal niet aan. Dan denk ik: learn to live with it.” U noemt zich ‘cultuurtheoloog’. Leg eens uit. “Ik hou me bezig met moderne cultuuruitingen: popmuziek, videoclips, films, videogames, soaps, reclames, enzovoorts. Als theoloog vraag ik me dan af: welke levensbeschouwelijke en religieuze laag zit daar onder? Impliciet of expliciet belichaamt elke cultuuruiting een visie op goed en kwaad, op normen en waarden, deugden en ondeugden. Zó naar onze cultuur kijken is maatschappelijk van belang. We roepen in de samenleving van alles tegen elkaar. Meestal zit

6 VolZin | 15 juli 2011

257745.indd 2

11-7-2011 9:43:22


“Ik mag dan wel een grote muil opzetten, maar als ik afgefakkeld wordt, weet ik ook te incasseren. Je moet om jezelf en je eigen standpunten kunnen lachen.�

15 juli 2011 | VolZin 7

257745.indd 3

11-7-2011 9:43:26


daar een onuitgesproken idee of waardenpatroon onder. De cultuurtheologie maakt ons daarvan bewust. Daardoor snappen we beter waarom we zo vaak ruzie met elkaar hebben en verhoudingen stroef zijn. Mijn overtuiging is: wanneer wij in onze westerse cultuur spreken over de grote zaken van leven en dood – existentiële kwesties als geboorte, lijden, liefde, verlossing en verzoening – grijpen we noodzakelijkerwijs terug op 1500 jaar christelijke traditie. De christelijke kerken mogen dan leeglopen, het verhaal van het christendom is in onze samenleving nog altijd springlevend.” Maar is dat geen inlegkunde? “Natuurlijk, ik wil het graag zo zien. Anderzijds: ik kan je heel wat voorbeelden noemen waarin die schatplichtigheid van de moderne cultuur aan het christendom overduidelijk is. Denk aan de Disneyfilm Wall-e, over een eenzaam robotje. Daarin zie je onmiskenbaar het verhaal uit Genesis terug: het paradijs, de ark van Noach. Dat is geen toeval. Denk ook aan de RVS-reclame waarin zwarte mannetjes met een paraplu uit de hemel neerdalen. Verzekeringsagenten? Zeker! Maar toch ook bewaarengelen. Of aan de reclameleuze van verzekeraar Univé: ‘Het bestaat nog: niet voor jezelf leven’. Dat is Paulus, de Romeinenbrief. Het ligt er vet bovenop.” Nietzsche vertelt over een ‘dwaas’ die op klaarlichte dag rondloopt en uitroept: ‘God is dood. Wij hebben hem vermoord’. U doet het omgekeerde? “Ik voel me een clown, de clown waarover een andere filosoof, Kierkegaard vertelt: Aan de rand van de stad is een circus neergestreken. Er breekt daar brand uit. De clown wordt erop uit gestuurd om de bewoners

van de stad te waarschuwen. Hij roept ‘Brand! Brand! Kom allemaal helpen blussen’. De mensen lachen om hem en klappen in hun handen. Ze weten niet beter of het hoort er allemaal bij. Uiteindelijk komen ze er achter dat die clown toch gelijk had en dat er wel degelijk een brand woedt. Die clown ben ik.” Een katholieke clown dan toch? U poneert zich in de media als door en door katholiek. “Klopt helemaal. Ik probeer daarbij wel in medio ecclesiae, in het midden van de kerk, te blijven. Noem het een karaktereigenschap: Als iedereen naar rechts buigt, buig ik naar links. Als iedereen naar links buigt, buig ik naar rechts. Zo kom je aardig in het midden uit. Dat blijkt. Op internet noemt de een mij een conservatief en de ander mij een liberaal. Zolang ze dat allebei van me blijven zeggen, ben ik dik tevreden. In de politiek zijn links en rechts intussen verouderde begrippen. Dat geldt volgens mij ook binnen het huidige religieuze landschap. In het christendom kun je vanouds twee stromingen onderscheiden. Aan de ene kant heb je de volgelingen van Tertullianus (kerkvader, ca. 160-230, JvH). Volgens hem is alles wat met de cultuur te maken heeft, per definitie afgoderij, dus ketterij, dus: ‘weg ermee!’. Augustinus verdedigde rond 400 het tegenovergestelde, cultuuroptimistische standpunt: God kun je overal vinden. Hij zegt: Het goud van Egypte werd door de joden gebruikt om het heiligdom, het tabernakel, te bouwen. De heidense cultuur werd gebruikt om de God van Israël te vereren. Ik sta als cultuurtheoloog in de lijn van Augustinus: God is overal aanwezig. In de kerk – ja, daar zeker ook – maar evengoed daarbuiten. God werkt door heel de schepping en door de hele cultuur en niet alleen in een bepaalde kerkelijke groepering.”

Frank Gerardus Bosman (Leidschendam, 1978) studeerde een jaar aan de priesteropleiding van het r.-k. bisdom Den Bosch en vervolgens aan de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht. Als medewerker van het instituut LUCE/Centrum voor Religieuze Communicatie van de Tilburg School of Theology (Faculteit voor Katholieke Theologie) organiseert hij postacademisch onderwijs en publieksactiviteiten voor theologisch geïnteresseerden en werkt hij aan een proefschrift over de katholieke dada-kunstenaar Hugo Ball. Hij publiceert in kranten en tijdschriften over actuele maatschappelijke en kerkelijke kwesties, is een veelgevraagd radiocommentator en intensief twitteraar en blogger (www.goedgezelschap.eu). Bosman is getrouwd met Marielle Brand met wie hij twee kinderen heeft. Het gezin woont in Vlijmen.

8

257745.indd 4

VolZin | 15 juli 2011

11-7-2011 9:43:29


U schaamt zich nooit voor uw kerk? “Ik geneer me geregeld. Zeker ook voor het seksueel misbruiken de manier waarop de bisschoppen daarop reageren. Daarvoor geneer ik me dood. Maar dat is voor mij geen aanleiding om de kerk te verlaten. Dat is voor mij een reden om nog harder te roepen: ‘Mensen, er zijn ook normale, milde katholieken!’. Ik ben te eigenwijs om de kerk uit te gaan. Bovendien: ik kan wel uit de kerk, maar de kerk kan niet uit mij. De katholieke levenshouding zit er bij mij heel diep in.” Wat houdt die levenshouding volgens u in? “Het meest katholieke woord is het woord eigenlijk. Katholieken hebben een houding van: de leer is prachtig en eigenlijk mag ik dit of dat dus niet doen, maar tja, de praktijk is weerbarstig. En dus is het katholicisme heel pastoraal en mild. Veel katholieken hebben dat. Ze begrijpen bovendien dat feesten God eren is en God eren een feest. En ze zijn, meer dan sommige andere denominaties, gevoelig voor de sacraliteit van het dagelijks leven. Katholieken ervaren God heel gemakkelijk buiten de kerk en buiten het Woord. Ze zijn in staat overal God te zien. Dat geldt voor mij ook.” Tijdens de Nacht voor de Theologie klonk de klacht dat het publiek theologen te vaak vereenzelvigt met de kerk. “In mijn dankwoord tijdens de Nacht voor de Theologie heb ik als eerste hulde gebracht aan ‘Hem dankzij wie wij hier zitten’. Ik heb daar veel reacties op gehad. Inderdaad, ik wil geloof en theologie bij elkaar houden. De theologie heeft de kerk namelijk nodig om verankerd te blijven in de levende religieuze traditie. De kerk doet soms heel erg haar best om de theologen weg te jagen, maar die breuk moeten we als theologen niet willen. Omgekeerd heeft de kerk ons theologen nodig om het midden en de mildheid te bewaren. Zonder theologie bestaat voor de kerk het gevaar dat ze een heilige rest wordt waar alleen nog maar plaats is voor mensen die goed de catechismus kennen en alle voorschriften naleven. Dus ook al hebben kerk en theologen geregeld een hekel aan elkaar, ze hebben elkaar nodig. Om elkaar scherp te houden.” U werkt aan een katholieke faculteit, onder gezag van de bisschoppen. Denkt u wel eens: ik zeg iets maar niet, want dan komt mijn baan in gevaar? “Grappig, u bent de eerste die mij dat vraagt. Laat ik het maar gewoon een keer toegeven: ik zeg wel eens iets niet. Niet zozeer vanwege mijn eigen positie maar om de faculteit – een instelling waar ik heel trots op ben – niet in de problemen te brengen. Maar, let op: ik zeg nooit iets wél als ik het niét vind. Ik zeg sommige

“Ik zeg wel eens iets niet, maar ik lieg of fake nooit. Daar mag je me op afrekenen” dingen niet, maar ik lieg of fake nooit. Alles wat ik zeg, vind ik ook. Daar mogen ze me op afrekenen.” Dus als ik u nu vraag of vrouwen in de r.-k. kerk priester zouden moeten kunnen worden… “… vind ik dat ik in mijn positie alleen maar kan zeggen dat we daarover binnen de kerk moeten blijven praten.” En kritiek op het beleid van aartsbisschop Eijk, grootkanselier van uw faculteit… “Daar zeg ik niets over. Ik ben niet in de positie daar publiekelijk iets van te vinden. Ik denk dat mensen dat begrijpen.” Zou het? Misschien verdenken ze u wel van zelfcensuur. “Zelfcensuur? In zekere zin. Maar we moeten niet doen alsof theologen zich in dit opzicht heel anders gedragen dan andere wetenschappers. Heel wat zogeheten harde studies worden verricht in opdracht van bedrijven. Ik vraag me af of daar dan altijd alle wetten van de academische vrijheid nageleefd worden.” Werkt u eigenlijk aan uw imago? “Zeker wel. Wie in deze tijd gehoord wil worden, moet aan zijn imago werken. Ik denk dus goed na over hoe ik me presenteer, over de standpunten die ik inneem, over wat ik wel niet zal zeggen, over wie Frank G. Bosman is. Frank G. Bosman is een merk. Dat moet zo goed mogelijk ontwikkeld worden. Niet omdat ik mezelf zo goed vind, maar omdat ik de zachte, menselijke kant van de katholieke kerk wil laten zien én het blijvende belang van de christelijke traditie voor onze samenleving wil onderstrepen, een samenleving die zonder kennis van die traditie niet te begrijpen valt. Zie daar de levensmissie van Frank G. Bosman, cultuurtheoloog.” Als imago zo belangrijk voor u is, had u tijdens de Nacht voor de Theologie dan ook niet de prijs voor de best geklede theoloog willen winnen? “Nee, hoor. Ik vind wel dat ik een mooi driedelig pak aan had. Maar ik ging echt voor de Podiumprijs. Dat ik die prijs heb gewonnen, betekent dat mijn inspanningen als cultuurtheoloog herkend en erkend zijn. Een zuster in het geloof twitterde mij nadien: ‘Ga stille voort, mijn broeder.’ Dat ben ik zeker van plan.” ■

15 juli 2011 | VolZin 9

257745.indd 5

11-7-2011 9:43:30


REPORTAGE

Mindfulness: hulp of hype? Aandachttraining is geen haarlemmerolie

De meditatiemethode die een intensere beleving van de dingen, betere contacten, minder stress en bescherming tegen depressie belooft, is het spirituele centrum ontgroeid. Mindfulness maakt nu een opmars in de reguliere geestelijke gezondheidszorg. Is dat wel een zegen of eerder reden tot zorg? Het is geen wondermiddel en de therapietrouw valt tegen, waarschuwen critici. Maar voorvechters zien in aandachttraining wel degelijk hét middel om de depressieve, spiritueel ontwortelde mens weer in balans te brengen. door Elke van Riel foto: mARTINE SPRANGERS

“Ik merkte deze week pas, dat ik bij alles wat ik doe eerst mijn schouders aanspan”, zegt een vrouw. Een man knikt: “Dat doe ik dus óók. En bij mij stokt dan ook nog m’n adem.” Het is een regenachtige vrijdagochtend eind juni. In een Haarlems yoga- en meditatiecentrum vindt de vierde bijeenkomst van een mindfulnesstraining plaats. “Heel goed”, reageert trainer Bart Poelman van Mindfulness Haarlem op de observaties. Je bewust worden van je automatische reactiepatronen is namelijk één van de doelen van de huiswerkopdrachten van de afgelopen week. De deelnemers hebben hun ervaringen opgeschreven in een werkmap. Niet alleen deden ze dagelijks een serie yoga-oefeningen, of de bodyscan (waarbij je in gedachten het hele lichaam aandachtig ‘scant’), ze hebben ook stilgestaan bij hun reactie op negatieve gebeurtenissen. “We hebben geleerd om onprettige ervaringen weg te duwen. We proberen ze te negeren, zoeken afleiding, gaan erover piekeren, vluchten in drank of werk, eten ze weg, dagdromen, vermijden moeilijke dingen, relativeren ze etc. Maar eigenlijk zeg je daarmee ‘nee’ tegen een groot deel van je leven”, zegt Poelman. Aanwezig zijn bij je ervaringen, zonder ze te willen veranderen, zo luidt de opdracht voor komende week. Dagelijks drie keer drie minuten hebben de deelnemers thuis stilgezeten, terwijl ze zich concentreerden op hun ademhaling, gedachten en gevoelens. “Daarmee creëer je wat ademruimte tussen jezelf en je reacties”, legt Poelman uit. “Als er iets negatiefs gebeurt, schieten we in de zogeheten vechtvluchtreactie. Op zich nuttig, maar vaak kunnen we de uitknop niet

“Mindfulness is geen beschermd beroep, iedereen kan een boek pakken en een training aanbieden”

meer vinden. Veel mensen hebben last van chronische stress.” Poelman krijgt vaak mensen die zijn doorverwezen door hun huisarts of psycholoog.

Ongericht De afgelopen jaren heeft mindfulness, ook wel aandachttraining genoemd, een stevige opmars gemaakt. Niet alleen in het cursuscircuit, maar ook binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Hulpverleners hebben zich massaal laten bijscholen tot mindfulnesstrainer. In Trouw van 15 juni noemde directeur Eddy van Doorn van de HSK Groep - een commerciële instelling voor psychische zorg - de opmars van mindfulness in de GGZ echter ‘ongericht’. Volgens hem werkt de methode in veel gevallen niet en is wetenschappelijk enkel bewezen dat de aanpak werkt bij mensen in de derde episode van hun depressie. “Toch wordt mindfulness te pas en te onpas aangeboden”, aldus Van Doorn. Hij hoopt dat de aangekondigde bezuinigingen in de GGZ ervoor zullen zorgen dat er schoon schip gemaakt wordt. In hoeverre heeft hij een punt? “Mindfulness doet veel meer dan terugval bij depressie voorkomen. Dat is wel degelijk aangetoond”, reageert psycholoog en mindfulnesstrainer en – opleider Rob Brandsma. Hij schreef boeken over de methode en heeft zelf ruim dertig jaar ervaring met meditatie. Hij wijst ondermeer op een meerjarig onderzoek van psychiater Anne Speckens naar mindfulness en depressie. Zij is ook betrokken bij een onderzoek met Henk Barendregt, hoogleraar grondslagen van de wiskunde en informatica aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daaruit is ondermeer gebleken dat mindfulness de cognitieve aandacht verbetert. In internationale onderzoeken zijn inmiddels talrijke gunstige effecten aangetoond, vooral op stressgerelateerde klachten (zie kader, red.). Brandsma denkt wel dat Van Doorn gelijk heeft dat mindfulness binnen de GGZ nu te breed wordt voor-

10 VolZin | 15 juli 2011

258266.indd 2

11-7-2011 9:43:51


Cursus mindfulness in Haarlem. Je bewust worden van je automatische reactiepatronen is één van de doelen.

geschreven. “Vooral in gevallen waarin men niet goed weet wat men met de patiënt moet, kiest men mindfulness, want dat is voor iedereen goed. De training wordt dan een soort verzamelbak, maar mindfulness

Vruchten van mindfulness - halvering van kans op terugval bij depressie - minder stress en betere ontspanning - verbetering immuunsysteem - angst en paniek verminderen - slapen verbetert - chronische vermoeidheid vermindert - pijnintensiteit en depressieve klachten bij pijnklachten nemen af - concentratievermogen neemt toe - gemoedstoestand verbetert - psoriasisklachten verminderen. (Dit zijn resultaten uit wetenschappelijke studies. Onderzoeksoverzichten zijn te vinden via: www.aandachttraining.nl.)

is geen panacee.” Een ander probleem dat hij signaleert, is dat iedereen nu een boek uit de kast kan trekken en vervolgens een training kan aanbieden. Binnen de GGZ komt het volgens hem nogal eens voor dat een manager tegen een medewerker zegt: ‘Oriënteer jij je daar maar even op, dan hebben wij het ook in huis’ “Trainers hebben soms schrikbarend weinig opleiding, terwijl je mensen moet begeleiden bij een diepgaand proces.”

Hippe apps Mindfulness heeft trekken van een hype. Dat leidt ook tot commercialisering: zo kun je een workshop mindfulness volgen bij de Libelle Academy en zijn er hippe apps voor de iPhone en iPod. Een google-sessie leert dat mindfulness wordt gepresenteerd als hulpmiddel bij stoppen met roken en afvallen, als methode tegen opvliegers en er zijn cursussen mindful koken, tekenen, schilderen en hardlopen. De site www.stofzuigerzen.nl geeft zelfs tips voor ‘mindful schoonmaken’. De term mindfulness is kortom nogal aan inflatie onderhevig en wordt ingezet als haarlemmerolie: een

15 juli 2011 | VolZin 11

258266.indd 3

11-7-2011 9:43:57


middel tegen alle kwalen. Als mindfulness beantwoordt aan de vraag van de cliënt, is het een prachtige methode’, zegt Carien Karsten, burn-outdeskundige, psychotherapeut en coach.” Maar ook zij vindt dat mindfulness nu te breed wordt ingezet. Haar voornaamste - en fundamentele - kritiekpunt: mindfulness neemt niet de oorzaak weg van een aantal problemen. “Vaak is een meer gerichte behandeling beter”, aldus Karsten. Dat geldt volgens haar in ieder geval voor burn-out. “De oorzaken daarvoor kunnen liggen in de arbeidsomstandigheden, of in de manier waarop iemand denkt: iemand is te perfectionistisch, niet assertief, of voelt zich altijd schuldig. Cognitieve gedragstherapie kan dan veel zinniger zijn.” Ze ziet regelmatig mensen die vanwege burn-outklachten mindfulness hebben geprobeerd en bij wie dat geen structurele oplossing bood. “Mindfulness zie ik niet zozeer als een behandelmethode, maar als een aandachtiger manier van leven. Dat is voor iedereen goed, maar er zijn ook problemen die om een specifieke aanpak vragen. Het is jammer als mindfulness in de plaats komt van bewezen effectieve behandelmethodes.” Een trainer moet tijdens het intakegesprek beoordelen of mindfulness aansluit bij wat iemand nodig heeft, benadrukt Brandsma. Volgens hem kan de methode ook mensen met een burn-out wel degelijk verder helpen. “Natuurlijk kun je aan de slag met therapie om iemand te laten veranderen. Maar je kunt ook zeggen: misschien moet je accepteren dat bijvoorbeeld leidinggeven jou niet ligt. De maakbaarheid heeft grenzen. Mindfulness gaat over voelen waar je grenzen liggen en die accepteren. Dat kan heel bevrijdend zijn. Al moet acceptatie natuurlijk niet betekenen dat mensen vervallen in passiviteit als er een concreet probleem is.”

Veel baat Bij deelnemer Pieter bleek vier maanden geleden de accu leeg. Een half jaar daarvoor had hij een ongeluk gehad waaraan hij nek- en schouderklachten overhield. Hij werkte gewoon door. Als financieel directeur van een Finse multinational reist hij zo’n 130 dagen per jaar de wereld over en maakt hij lange werkdagen. Tot zijn burn-out hem dwong tot pas op de plaats. “Ik kreeg last van heftig oorsuizen en andere fysieke klachten en piekerde daarover.” Mindfulness vond hij een hype. “Dat leek me niets voor mij.” Maar hij blijkt er nu toch veel baat bij te hebben. Hij realiseerde zich hoeveel hij deed op de automatische piloot. “Ik had veel innerlijke onrust. Ik vroeg mijn kinderen hoe het op school was geweest, maar hoorde hun antwoord niet, omdat ik alweer met het volgende bezig was. Mijn eten proefde ik vaak

Vaker iets doen voor een ander, geeft een gevoel van verbondenheid en is stressverlagend” nauwelijks.” Door de oefeningen die hij dagelijks een uur doet, ervaart hij veel meer rust, is hij zich beter bewust van signalen van z’n lichaam en hij kan zijn lichamelijke ongemakken, die nog niet geheel verdwenen zijn, nu beter accepteren. Mindfulness is meer dan alleen een middel om de gestresste westerse mens tot bedaren te brengen, benadrukt Rob Brandsma. Aandachttraining geeft volgens hem antwoord op een aantal vragen waarmee onze

Het beste uit Oost en West gaat samen Mindfulness is niet oordelende aandacht voor de ervaring in het hier-en-nu. De methode combineert oosterse meditatie- en yogatechnieken met moderne westerse psychologie. Een training bestaat uit acht sessies. Thuis oefenen de cursisten gedurende acht weken minimaal drie kwartier per dag. Grondlegger is de Amerikaan Jon Kabat-Zinn. Hij ontwikkelde begin jaren tachtig een stressreductieprogramma Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR) om patiënten beter te leren omgaan met chronische pijn, stress, vermoeidheid en angst. Vervolgens hebben de psychologen Segal, Williams & Teasdale Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT) ontwikkeld, gericht op terugval bij depressie. Daarin gaat het vooral om de vaardigheid om negatieve gedachten en gevoelens te zien als voorbijgaande gebeurtenissen in de geest. De laatste jaren vindt een professionaliseringsslag plaats qua trainersopleidingen. Zo biedt de Hogeschool Utrecht een posthbo-opleiding en verzorgt het Nijmeegse Han Fortmanncentrum een postdoctorale opleiding. Ook het Instituut voor Mindfulness en See True mindfulness in Maastricht verzorgen gedegen opleidingen. Bij de beroepsvereniging voor professionele mindfulness based trainers in Nederland en Vlaanderen (VMBN) zijn 180 trainers aangesloten, van wie driekwart een volledige opleiding heeft gevolgd. Daarnaast zijn er naar schatting nog zo’n 250 trainers actief. Van hen is een groot deel aangesloten bij de Vereniging voor Mindfulness (VVM). De VMBN schat dat inmiddels rond de 50.000 Nederlanders een mindfulnesstraining hebben gevolgd. Veel ziektekostenverzekeraars vergoeden een deel van de kosten, als de trainer een Big-geregistreerde psycholoog is.

12 VolZin | 15 juli 2011

258266.indd 4

11-7-2011 9:43:58


samenleving worstelt. “Na de Tweede Wereldoorlog heeft het idee sterk postgevat, dat als je maar goed plant, nadenkt en je best doet, geluk maakbaar is. Toch gebruiken een miljoen Nederlanders antidepressiva en balanceren honderdduizenden op het randje van burn-out. Onze samenleving is ontzettend versneld. Maar als je door het leven raast, mis je dingen, want je merkt weinig op. Dan leef je in de toekomst en niet in het nu. Mensen denken dat ze veel moeten verdienen en vaak op vakantie moeten gaan om gelukkig te zijn, maar daar zit het geluk niet in. Geluk zit meer in stilstaan bij een mooi uitzicht, muziek, een bloem: waardevolle momenten in het gewone leven.”

Nieuwe vormen van zingeving Brandsma merkt dat veel mensen die religie achter zich hebben gelaten op zoek zijn naar nieuwe vormen van zingeving en verbondenheid. “Mindfulness voorziet daarin, omdat je alles intenser beleeft, ook het contact met anderen. Echt contact is misschien wel het belangrijkste dat je elkaar kunt geven.” Dat mensen heilzame effecten ervaren als ze dagelijks een uur oefenen, is voorstelbaar, maar kunnen ze het geleerde daarna integreren in hun leven? Daar wringt volgens Carien Karsten nogal eens de schoen. “Mensen brengen dat intensieve oefenen enkele weken op, maar daarna is er weinig therapietrouw. Probleem is dat het zoveel tijd kost en mensen móeten al zoveel. Als je werkt en een gezin hebt, is het lastig om ook nog dagelijks een half uur te mediteren. Haar advies: Vaker iets voor een ander doen. “Dat geeft ook een gevoel van verbondenheid en is ook stressverlagend.” En zorgen voor een structureel betere balans tussen zorg en werk. Dat laatste is deelnemer Pieter zeker van plan. Hij wil meer bewegen, gezonder eten en gaat zijn reizen anders plannen. “Als ik binnenkort voor het eerst weer op reis ga, wil ik yoga-oefeningen doen in m’n hotelkamer. En ik ga mediteren op het vliegveld met behulp van m’n iPhone.”

Als een baby Aan het eind van de vierde bijeenkomst leest Bart Poelman een verhaal voor van Thich Nhat Hanh uit het boek Omarm je woede. Behandel je woede als een baby: omarm je woede met aandacht, luidt de aansporing. De aanwezigen sluiten hun ogen, de benen in kleermakerszit. Ze focussen enkele minuten op hun adem en vervolgens op hun gedachten en de gevoelens in hun lichaam. Dan slaat Poelman zachtjes op een klankschaal en begint weer een nieuwe oefenweek. ■

column

marjoleine de vos

Vézelay In Frankrijk voel ik me vaak heel Europees. Dat is wel een grappig gevoel, want zo vaak voel je dat niet. Het komt doordat je daar (in Duitsland trouwens ook) enig benul hebt van de geschiedenis, van de aard van het land. Je snapt wat je ziet en je kent de bouwstijlen als je kerken en kloosters bezoekt. Daardoor voel je je thuis, ook al ben je niet in eigen land. En tegelijkertijd ben je op een aangename manier ergens anders. Ik was in de Bourgogne waar mooie voorbeelden van geheel gave Romaanse kerken te zien zijn, en besloot ook Vézelay te bezoeken, het dorp met de enorme kathedraal, gelegen aan de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. Vézelay is schitterend, een mooi oud, niet verpest dorp, de kathedraal als een soort leerstuk van bouwstijlen: een zuiver romaans schip, een laat-romaans voorportaal en een gotisch koor. De kathedraal is buiten proportie groot voor zo’n klein dorp, wat hem weer des te imposanter maakt. Er waren veel bezoekers en ook opvallend veel monniken en monialen. Al snel bleek waarom: het was deze dag een dag van wijdingen geweest, veel vers ingetreden kloosterlingen en hun families hadden de plechtigheden bijgewoond en waren nog in het stadje. Er heerste de sfeer van een jeugdkamp of zoiets: veel jonge mensen die heel blij keken, elkaar allemaal leken te kennen en de rituelen van hun groep uitvoerden. Kwamen twee monniken elkaar tegen dan vlogen zij op elkaar af, negen hun hoofden en stootten die zachtjes tegen elkaar en maakten dan nog een paar handgebaren waarbij ze al of niet iets zeiden. Geregeld ook zag je er één voor een ander knielen om zich te laten zegenen. Ook de families knielden hier en daar op het grind of in het gras voor een monnik, die iets prevelde terwijl hij zijn handen boven hun hoofden hield. Soms ging dat knielen nogal moeizaam in zijn werk bij al wat stijve oudere dames, maar die vonden blijkbaar toch dat ze dat moesten doen. Weg was het gevoel van thuis-zijn en Europees zijn. Dit moesten wel Europese gewoontes zijn, maar het leek of je bij een vreemde stam was terecht gekomen. Een merkwaardige sensatie, om het vertrouwde van een Franse middeleeuwse stad kwijt te raken doordat er in het heden, levend, dingen werden gedaan die juist de traditie moesten voortzetten. Alsof het katholieke verleden makkelijker te begrijpen is als verleden dan als heden.

15 juli 2011 | VolZin 13

258266.indd 5

11-7-2011 9:44:02


258737.indd 14

11-7-2011 9:42:52


commentaar jan van hooydonk

CDA neemt PVV-ideologie over Laat ik het maar meteen bekennen: in mijn bijna veertigjarige carrière als kiezer heb ik op vijf verschillende partijen gestemd, maar het CDA was daar niet bij. Toch wil ik me wel een vriend van het CDA noemen. Ik waardeer de historische rol van de christendemocratie in de opbouw van de zorgzame samenleving, bewonder de pogingen van oprechte christendemocraten om in de politiek gestalte te geven aan idealen die ontleend zijn aan het geloof dat ook het mijne is en waardeer de onbaatzuchtige inzet van veel ‘gewone’ christendemocraten in allerlei vormen van vrijwilligerswerk. Als vriend ben ik er niet blij om dat het CDA momenteel in de peilingen op nog maar 14 zetels staat. Maar de partij heeft het ernaar gemaakt. Ernst Hirsch Ballin, de CDA-politicus die zich keerde tegen deelname van zijn partij aan een kabinet dat gedoogd wordt door de PVV en die daarmee afzag van een toekomstige eervolle benoeming tot vicevoorzitter van de Raad van State, sloeg enkele maanden terug in een interview met het Vlaamse weekblad Tertio wat mij betreft de spijker op zijn kop: “Christendemocraten kunnen niet meedoen aan een taal van vijandigheid en uitsluiting. Want dan kun je niet meer hard maken dat je de partij bent van de idealen en de insluiting.” Maar Hirsch Ballin behoort tot een minderheid in de partij. De meerderheid koos voor deelname aan het kabinet-Rutte. De culturele agenda van de gedoogpartij is er een van nationaal-conservatisme, fixatie op ‘het eigene’, vijandigheid bovenal tegenover ‘de islam’. Dat het CDA door deelname aan dit kabinet een matigende invloed op de partij van Wilders

zou kunnen uitoefenen, daarvoor is tot nu toe geen spoor van bewijs te vinden. Wél voor het omgekeerde: CDA-bewindslieden nemen de ideologie van Wilders over. Een treffend bewijs hiervoor is de nota over integratie van minister van Binnenlandse Zaken, Piet Hein Donner. “Culturele verscheidenheid heeft (…) tot verdeeldheid en op zijn best tot welwillende wederzijdse veronachtzaming geleid.” Met deze woorden neemt Donner afscheid van het idee van de multiculturele samenleving. Hij ontkent daarmee de historische werkelijkheid

Donner neemt afscheid van de multiculturele ­samenleving en kiest voor de angst van de Leitkultur

en de dynamiek van onze samenleving. Dat de volop bestaande multiculturele samenleving niet alleen problemen oplevert, maar ook kansen biedt, ja zelfs een verrijking kan zijn, komt hem niet over de lippen. In plaats van het model van de multiculturele samenleving zien we bij hem het angstige, statische en a-historische model van de Leitkultur: “Bij alle maatschappelijke verandering en culturele ontwikkeling die er onmiskenbaar ook is, berust de samenleving op een fundamentele continuïteit van waarden, opvattingen, instituties en gewoonten die de leidende cultuur vormen

in de Nederlandse samenleving en mede bepalend zijn voor de herkenbaarheid daarvan.” Ook vicepremier Maxime Verhagen ontpopte zich twee weken terug tot pleitbezorger van de Leitkultur: “ We moeten om te beginnen de joods-christelijke wortels van ons land en ons werelddeel erkennen.” Ook de godsdienstvrijheid rekent de calvinist Donner tot de Nederlandse waarden. Die komt ook de moslims toe, stelt hij. Tegelijkertijd toont hij begrip voor het feit dat de islam bij “delen van de bevolking zorgen oproept”. Om daar bijna meteen op te laten volgen: “De godsdienstvrijheid mag echter geen bescherming bieden tegen radicalisering en gedrag dat antidemocratisch is of fundamenteel in strijd met de grondslagen van de Nederlandse samenleving”. Oud-minister Ab Klink gaf intussen in zijn Anton de Kom-lezing vlijmscherp commentaar op deze eenzijdige associatie van ‘de islam’ met radicalisme en geweld: “Beledigend voor de miljarden aanhangers van de islam (moslims) die nog niet wisten dat ze radicaal en fundamentalistisch zouden moeten zijn, terwijl ze, ook vanwege hun godsdienst, niet van plan waren om een vlieg kwaad te doen.” Waar Donner moslims aanspoort tot aanpassing – dus eigenlijk tot hen zegt: vergeet uw godsdienst -, pleit Klink er voor om aansluiting te zoeken bij de belijdenis uit de Koran die luidt: “in de religie is geen dwang”. “Gelovig zijn betekent voor mij ook: onderkennen dat er ook in de ogenschijnlijk ‘andere’ of ‘vreemde’ heel veel goedheid te vinden is”, aldus Hirsch Ballin in het eerder aangehaalde interview. Wat meer van dat geloof wil ik als vriend het CDA wel toewensen. ■

15 juli 2011 | VolZin 15

VOL014_commentaar.indd 15

06-07-11 16:57


essay

Bij grote gebeurtenissen val je terug op clichés

Flirten met God: niet voor wie lijdt Flirten met God en Religieuze gids voor atheïsten zijn leuke, modieuze, originele boeken voor en door mensen die niets mankeren. Maar wat als grote gebeurtenissen als ziekte en dood zich aandienen? “Dan vluchten we zonder scrupules en schaamte in de armen van die ouderwetse God” ontdekte schrijfster Josha Zwaan.

Door Josha Zwaan Illustratie: Dilys de Jong

Clichés zijn verboden. Ik maakte kennis met deze wet toen ik mij ging bekwamen in het schrijven van wat men literatuur noemt. Literatuur en clichés, dat bijt elkaar. Tenminste, dat was de boodschap van de docenten waarmee ik mij omringde toen ik begrepen had dat talent alleen niet genoeg was om schrijver te worden. Ook de talloze afwijzingen van uitgevers naar wie ik mijn eerste manuscript stuurde, waren gebouwd rondom het woord cliché. Ik gebruikte clichés, sterker nog, ik schreef over clichés en dat was niet wat de lezer – lees de uitgever – wilde. Cliché. Het woord verwijst naar een druktechniek, gebruikt om reproducties te vervaardigen. Het origineel wordt vermenigvuldigd. In de taal duidt cliché dan ook op dat wat ooit origineel en authentiek was maar inmiddels veelvuldig herhaald. Uitgekauwd, als je het negatief wilt uitdrukken. De suggestie die met het verbod op clichés gewekt wordt is dat het mogelijk is, niet alleen binnen de literatuur, maar in alle vormen van kunst, of nee, in het gehele leven, om steeds iets nieuws te bedenken. Het verbod op clichés is een wet die bepaalt dat vernieuwing móet. Daar lijkt een geloof achter te schuilen: namelijk dat dat mogelijk is: eeuwige vernieuwing, voortgaande ontwikkeling. Dat laatste is misschien niet zo’n gekke gedachte. Vooropgesteld dat ontwikkeling niet per se lineair hoeft te zijn. Er is ook zoiets als circulaire ontwikkeling. Oude dingen opnieuw ontdekken. In mijn werk als coach

Opeens had ik de behoefte om met God te spreken.

zie ik dat voortdurend: mensen doen ontdekkingen die voor hen revolutionair zijn, die hen de mogelijkheid bieden anders te kijken en te handelen. Hun wetten worden doorbroken. Maar de inzichten die daartoe leiden zijn vaak al eeuwen, zo niet duizenden jaren oud. Oude wijn in nieuwe zakken. De zelfhulpen managementliteratuur staat er vol mee.

Medeleven

Ik deed mee met de liturgie die ik eigenlijk al jaren verafschuw. Ik bad en ik huilde

Een aantal maanden geleden werd ik ziek. Zo ernstig dat er meerdere opnames in verschillende ziekenhuizen nodig waren. De eerste dagen was er alleen de allesoverheersende pijn die door mijn kwaal veroorzaakt werd. Gelaten liet ik de gebeurtenissen

16 VolZin | 15 juli 2011

257432.indd 2

11-7-2011 14:06:44


over mij heen komen. Op wakkere momenten keek de schrijver die ik ben, met mij mee. Ik zag de dagelijkse routine van het ziekenhuisritme. Ik zag de inzet en betrokkenheid van bijna alle verpleegkundigen. Ik zag het belang van medeleven en hartelijkheid. Van zaalgenoten onderling, van bezoekers, van toevallige passanten. Ik zag het verschil in communicatieve vaardigheden van jonge en wat oudere artsen. Ik zag dat daar ontwikkeling plaatsvindt. Er wordt meer en beter gecommuniceerd door de jongere lichting. Ik voelde me als patiënt over het algemeen gezien en begrepen. En ik voelde hoe belangrijk dat is als je zo gereduceerd bent tot totale afhankelijkheid. In de dagen van ondraaglijke pijn was ik geroerd door

ieder gebaar van compassie. Elk lief woord, elke kaart, elk boeket, deed mijn ogen zich met tranen vullen. Het geduld van de verpleging met de vertraging die de pijn in al mijn bewegingen veroorzaakte, de zachte handen die mij wasten, mij op de po-stoel hielpen, mij pijnstillers gaven, het medeleven en de erkenning van mijn pijn; ik nam het waar en voelde een diepe dankbaarheid. En ook bewondering voor het vak van verpleegkundige. Zo zorgen voor patiënten, geduldig, betrokken en zorgvuldig, zonder klagen over de vele onsmakelijke kanten van het vak. Ik doe het ze niet na. Een gezond lichaam is de basis van je bestaan. We zijn ons lichaam. Het draagt onze ziel, onze gedachten, onze wensen en daden. Het brengt onze kinderen voort. Opeens besefte ik wat ik natuurlijk een leven lang al wist: zonder dit lichaam ben ik niets. Ik zal er beter voor moeten zorgen. Opnieuw een cliché. De voorgaande alinea’s staan er vol mee. Zodra het er op aan komt in ons leven worden we geconfronteerd met wat iedereen weet. Met uitgekauwde maar o zo ware waarheden. Gezondheid is alles. Als het met je kinderen maar goed gaat, dan is de rest onbelangrijk. In moeilijke tijden leer je je ware vrienden kennen. In crisis en oorlog lopen de kerken vol. We bidden alleen als het water ons tot aan de lippen staat. Het is allemaal waar. Ik heb het zelf ervaren. Ik liet mijn bed naar de kapel van het ziekenhuis rijden. Ik deed mee met de liturgie die ik eigenlijk al jaren verafschuw. Ik bad en ik huilde. En talloze vrienden, waarmee ik nooit over God of geloof praat, schreven me dat ze voor me gebeden hadden, dat er kaarsjes brandden in kerken waar ze ‘toevallig’ waren of gewoon bij hen thuis op de eettafel. Het verbod op cliché in literatuur lijkt sommige schrijvers te forceren zich in allerlei bochten te wringen om origineel te zijn. In taal, maar ook in de gebeurtenissen en plots die ze bedenken. Detlev van Heest, schrijver en parkeerwachter, zegt daarover in een interview: “Ik schrijf alleen over het echte leven. Dat zouden alle schrijvers moeten doen.” Ik sluit me bij hem aan. Mensen willen lezen over het echte leven, over de herkenbare gebeurtenissen. Juist de details van de alledaagsheid zijn boeiend. Hoe gewoon zo’n verhaal op het eerste gezicht ook lijkt. Lezers leren het meest van verhalen die dicht bij hen zelf staan maar waarin de hoofdpersoon net een andere oplossing kiest dan hijzelf gedaan zou hebben.

15 juli 2011 | VolZin 17

257432.indd 3

11-7-2011 14:06:50


Ook ik ken het verlangen om groots en meeslepend te leven en te schrijven. Ik maak het leven graag ingewikkeld. Ik denk eindeloos na over wat mij en anderen overkomt, over wat ik lees, over wat ik zal schrijven. In het ziekenhuis was het leven opeens verrassend eenvoudig. En eigenlijk beviel mij dat heel goed. Mijn zaalgenoten en ik deelden buiten de muren van het ziekenhuis waarschijnlijk weinig, maar hier deelden we een enorme basisbehoefte: herstellen, ons lichaam weer kunnen gebruiken. De behoeftenpiramide van de psycholoog Maslow was duidelijk van toepassing. Gezondheid, voedsel, veiligheid. Dat alles is de basis van ons bestaan. Pas als ons fundament in orde is, komen ambities en pretenties om de hoek kijken. Ik vond het een verfrissende ervaring: even zonder die drive zijn, zonder verlangen naar roem en succes. Het was of er een grote schoonmaak in mijn kast vol plannen plaatshad. Zeker de helft van die plannen kon net zo goed weg. Het leven na mijn herstel bleek daarmee opeens ook een stuk eenvoudiger. Ik hakte zonder moeite een aantal knopen

In het ziekenhuis was het leven opeens verrassend eenvoudig en eigenlijk beviel mij dat heel goed door, die voor die tijd onontwarbaar leken. Iedereen die ernstig ziek geweest is, zal dit herkennen: opeens wordt duidelijk wat er in jouw leven echt van belang is. Opnieuw een cliché.

Heel simpel De waarheid is vaak heel simpel. Montaigne zei het al. We hebben meer aan de eenvoudige en natuurlijke waarheid, die soms heus complex is, maar die we niet complexer hoeven te maken door de hersenspinsels van onze geest. We maken het leven nogal eens ingewikkeld, achteraf vaak zonder noodzaak. En als de complexiteit van de werkelijkheid ons overvalt snakken we naar overzicht, structuur, een oplossing. Als mensen, rijk of arm, beroemd of één uit de grote

Adverteren?

Volzin biedt ruimte...

VolZin schreeuwt niet, VolZin kijkt, luistert, overweegt

En gaat ongebaande wegen

BDU Vak- en Publieksmedia Hendrik Jan Joosten T: 0342 494 267 F: 0342 494 299 E: h.joosten@bdu.nl

18 VolZin | 15 juli 2011

257432.indd 4

11-7-2011 14:06:56


massa, gevraagd wordt wat ze het meest gelukkig maakt, gaat het antwoord bijna altijd over het samenzijn met geliefden, met kinderen, met familie. Simpele gebeurtenissen: op de camping, in de tuin of op de boot zijn, samen met degenen van wie we houden. Meer hebben we blijkbaar niet nodig. Alweer een cliché. Spiritualiteit wordt in de piramide van Maslow nogal eens in de bovenste laag geplaatst, die van zelfrealisatie, als zou het een laatste levensbehoefte zijn. Niets lijkt minder waar. Zieken zoeken naar de zin van hun bestaan, bidden om herstel. En hun omgeving doet mee. Rampen en oorlogen drijven mensen naar de kerk of een vorm van kerk. Kijk naar Alphen aan den Rijn of Apeldoorn. Is dat flirten met God zoals de onlangs op dit onderwerp gepromoveerde Koert van der Velde zegt? Of is het vluchten naar God, zoals een kind uren buiten kan spelen en pas weer bij zijn moeder op schoot klimt als het gevallen is en troost nodig heeft? Voor mij gold zeker het laatste. Ik had opeens behoefte om met God te spreken, zoals je soms een vriend die je jaren niet gezien hebt, opzoekt omdat je vermoedt dat juist deze persoon iets kan zeggen over het probleem waar je op dat moment mee worstelt. Egoïstisch? Misschien. Toch zou ik het niet erg vinden als een vriend van mij dat deed. Als hij er maar eerlijk over was.

Biddend en smekend mens Vlak nadat ik hersteld was, werd een heel dierbaar iemand ernstig ziek. En nog vele malen heftiger dan in de voorliggende maanden voelde ik mij gereduceerd tot een biddend en smekend mens. En met mij vrienden en familie. Ik wou dat ik bidden kon, zeiden sommigen. Denkbidden maakten ze ervan, of hopen. Kaarsen branden bleek makkelijker, universeler. Een

Religieus zonder religie Kun je iets aan religie hebben als je zelf niet of nauwelijks religieus bent? Godsdienstwetenschapper Koert van der Velde (Flirten met God, Ten Have) en de Britse schrijver Alain de Botton (Religie voor atheïsten, Atlas) hebben die ervaring wel. Steeds meer mensen lijken het met het met hen eens te zijn, gezien de groeiende belangstelling voor spiritualiteit. Van der Velde ziet overal mensen die iets religieus beleven zonder te geloven. Binnen traditionele religies maar ook in sport, kunst, gezondheidszorg en in het algemeen in het dagelijkse leven. De Botton betoogt dat de seculiere samenleving veel kan leren van religies als het gaat om gemeenschapszin, ethiek, onderwijs en kunst. Beide schrijvers bieden troost voor de sceptische mens.

ritueel waar je de zekerheid van een geloof niet per se bij nodig hebt. Mooi vond ik dat. Woorden zijn moeilijker dan zo’n klein gebaar. Opnieuw eenvoud tegenover gecompliceerdheid. Zelf had ik in mijn angst een liefste te verliezen, niet genoeg aan een ritueel. Geen kaars heb ik gebrand, het leek een futiel gebaar voor een te groot gevaar. Avond na avond vond ik mijzelf biddend terug. Mijn bed, bedoeld om te slapen, was mijn ontmoetingsplek met God. Een God waar ik al jaren niet van weet wat ik van hem of haar denken moet, die ik soms lange periodes niet zoek of niet vind. Als een backpackende jongere heb ik door het leven gezworven, me niet bewust van het belang van die Goddelijke ouder die zorg voor mij heeft, troost biedt en thuis op mij wacht. Nogmaals: zou Van der Velde dit flirten met God noemen? Of is dit ‘het roven van de troost’ uit de vele aspecten van religie, zoals Alain de Botton in zijn nieuwste essay aanbeveelt? Is dat wat mensen nodig hebben? Een kortstondige flirt wanneer zij daar zin in hebben? Oppervlakkig en van voorbijgaande aard? Troost zoals het snoepje op de zere knie van het kind? Ik denk het niet. Ik denk dat het besef dat we onderdeel zijn van een groter geheel ons bij grote gebeurtenissen overvalt. Niet eenmalig, zoals in een flirt, niet in wisselende contacten, maar keer op keer als het leven ons zwaar valt. Dan zoeken we troost, maar misschien vooral ook een plek voor overgave en berusting. En ik vermoed dat Meerten ter Borg, een van de opponenten bij de promotie van Van der Velde, gelijk heeft met zijn opmerking dat veel mensen helemaal geen probleem hebben met de inconsistenties in hun wereldbeeld, hun godsbeeld en hun gedrag. Tijdens stormachtige perioden in het leven vluchten ze zonder scrupules en valse schaamte in de armen van God. Net zoals ik dat deed. Ik ben er niet trots op. God verdient vast meer eer dan het vervullen van deze rol. Hoewel ik er als moeder nooit problemen mee heb om bron van troost te zijn. Wie weet heeft God dat ook niet. Wie weet dicht ik God te veel menselijke eigenschappen toe. Van der Velde en De Botton geloven vast in het verbod op cliché. Flirten met God: ik vind het een originele vondst. Maar als het water mij aan de lippen staat heb ik blijkbaar geen behoefte aan vernieuwing. Dan zoek ik mijn heil bij een beproefd recept. En velen met mij. Wij hopen en bidden, ondanks onze ratio die fluistert dat het niet kan, dat God bestaat. Maar wie weet hebben we het mis… We zijn tenslotte maar mensen. ■ Josha Zwaan schrijft essays en fictie. Haar debuutroman Parnassia, over een joods meisje dat onderduikt bij een christelijk gezin en vervreemdt van haar familie en tradities, verscheen in oktober 2010; zie ook: www.joshazwaan.nl.

15 juli 2011 | VolZin 19

257432.indd 5

11-7-2011 14:06:58


buitenland

“Vrede moet van ons burgers komen” Palestijnen en Israëli’s van Combatants for Peace zijn het geweld zat

komen. Ik moest contacten onderhouden met bendes De één is een voormalig Fatah-strijder, de ander in Israël. Ik heb zelf nooit op iemand geschoten, maar een Israëlische ex-militair. Samen staan ze nu voor ik heb er wel voor gezorgd dat anderen dat konden dezelfde zaak: vrede zonder geweld. Muammad doen.” Amar: “Ik kwam tot het inzicht dat de gewelddadige revolutie niet het uiteindelijke doel is.” Yoni Yahav: Uitgebrande auto’s Yoni: “In die tijd, in 1983, werd ik geboren, in een ne“De bezetting van Gaza was een nachtmerrie.”

door Frank Mulder foto: Rufus de vries

Tussen Israëliërs en Palestijnen bevindt zich niet alleen een hoge muur, maar ook een diepe kloof van wederzijds wantrouwen. Vrede lijkt verder weg dan ooit. Toch zijn er talloze groepen die erin blijven geloven. Een daarvan is Combatants for Peace, een beweging van voormalige strijders en soldaten die hebben besloten dat een oplossing alleen mogelijk is zonder geweld. Twee van hen waren onlangs in Nederland: de Palestijn Muammad Amar uit Toelkarem, vakbondsman en hoogleraar, en de Israëliër Yoni Yahav, student Midden-Oostenstudies in Jeruzalem.

Eén been Muammad: “Ik ben geboren in een vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever, 48 jaar geleden. Als kind maakte ik de Israëlische bezetting van 1967 mee. Mensen die ik kende werden gearresteerd, of vermoord. Pas toen ik wat ouder werd, viel het me op dat mijn moeder maar één been had. Het andere was ze verloren tijdens de naqba, de ramp van 1948, toen ze moesten vluchten voor het Israëlische leger. Toen mijn vader haar ontmoette, dacht hij: ze hebben die vrouw haar toekomst afgenomen, wie wil nu nog kinderen met haar? Hij ging naar haar toe en zei: ik wil met je trouwen en ik wil twaalf kinderen van je. Ik heb nu elf broers en zussen. Ik ging in Koeweit werken, voor een verzekeringsmaatschappij. Maar ik wilde iets doen voor mijn volk. In 1983 besloot ik me aan te sluiten bij de verzetsbeweging Fatah. Het werd mijn taak om aan wapens te

“We hebben twee principes: een tweestatenoplossing volgens de grenzen van 1967, en geen geweld”

derzetting in Oost-Jeruzalem. Als kind maakte ik het conflict van dichtbij mee. Ik zag uitgebrande auto’s en ik leerde al snel dat we moesten uitkijken voor Palestijnen. Niet te veel met ze praten, niet naar hun gebieden gaan. We vochten wel eens met Palestijnse kinderen, als ze op ons veld wilden voetballen. Een keer belden we zelfs de grenspolitie, herinner ik me, die vervolgens hun hele dorp omsingelde en hun huizen doorzocht, alleen maar om de jongens af te schrikken. Het voelde niet goed, maar ik accepteerde het als realiteit. We zijn nu eenmaal omsingeld, dacht ik, dus we moeten krachtig optreden. Na mijn middelbare school ging ik het leger in. Twee jaar als soldaat, en vervolgens nog twee jaar als inlichtingenofficier. Het was mijn taak om Palestijnen te ondervragen om aan informatie te komen. Ik heb geen mensen gedood of geslagen, ik heb niet eens in de bezette gebieden gediend, maar ik maakte wel deel uit van een gewelddadig systeem. Sommige militaire middelen zijn gewelddadig in zichzelf.”

Uitgestoken hand Muammad: “Na twee jaar werd ik gearresteerd. Ik kreeg vier jaar cel. Ik leerde daar Hebreeuws, en Engels, maar vooral bestudeerden we met elkaar de politiek. Ik kwam tot het inzicht dat de gewelddadige revolutie niet het uiteindelijke doel is. Toen ik vrijkwam, was de intifada bezig en voerde Rabin een campagne om de botten van de opstandelingen te breken, om ze onschadelijk te maken. Ik zag dat geweld onze zaak niet verder bracht. Ik zag bovendien dat er Israëliërs waren die aan onze kant stonden. Ze kwamen eten brengen en kleding, uit solidariteit met ons. Ik vond dat we hun uitgestoken hand moesten beantwoorden. Sommige vrienden vonden dat ik mee moest vechten. Maar ik vond dat het glas half vol was, niet half leeg. Ik hoorde bij de allereersten die met de Israëliërs gingen praten. Het was onvoorstelbaar: er was onderdrukking, er was een avondklok, en wij zaten doodleuk in Jeruzalem met Israëlische activisten te praten over de praktische stappen tot vrede. De politici waren daar

20 VolZin | 15 juli 2011

258021.indd 2

11-7-2011 9:42:34


Palestijn Muammad Amar (l.) en Israëliër Yoni Yahav: “Beide kanten weten weinig van elkaar.”

nog helemaal niet mee bezig. De vredesbesprekingen later in Oslo en Madrid, en de wederzijdse erkenning van Israël en de PLO, waren nooit mogelijk geweest zonder ons voorwerk.”

Nationalistisch Yoni: “Heel langzaam begon ik kritischer te kijken. Ik herinner me vooral een reis naar Polen, naar de concentratiekampen. Dat is vrij gebruikelijk om te doen voordat je gaat studeren. Je leert daar dat Israël nooit op anderen moet vertrouwen. We moeten onafhankelijk zijn. Maar ik schrok van het patriottisme dat ik daar bij scholieren zag. Ze zongen volksliederen en hulden zich in de Israëlische vlag. Het was zo nationalistisch, ik werd er naar van. Ik besloot eerst een jaar Arabisch te leren bij een vredesorganisatie. Ik las boeken over nationalisme en patriottisme. Maar ik hield het nog vooral voor mezelf. Het belette me niet om het leger in te gaan. Ik heb daar ook geen spijt van, ik vind dat landen het recht hebben zich te verdedigen. Maar op dit moment zijn we een bezettingsmacht. Ik moest een keer naar Gaza, toen wij daar nog zaten. Ik zag de sloppen en de huizen, omringd door hoge torens met zwaarbewapende soldaten. Ik vond het een nachtmerrie, ik wist dat het niet goed was.”

Geen geweld Muammad: “In 2005 zijn we begonnen met Combatants for Peace, om mensen uit beide partijen bij elkaar te brengen. We doen campagnes, bij olijfgaarden die worden vernield, of bij nederzettingen. We werken met lokale groepen en die bestaan uit een Israëlisch en een Palestijns deel. In grote lijnen zijn we het met elkaar eens. We hebben twee principes: we steunen een tweestatenoplossing, volgens de grenzen van 1967, en we gebruiken geen geweld. Het heeft echt geen zin om een definitie te zoeken van geweldloosheid. Elke cultuur bedoelt iets anders met geweld. Hoort het slaan van kinderen daar ook bij? Stenen gooien? Als een soldaat me in elkaar slaat, sla ik terug. Mijn punt is dat ik bloedvergieten zinloos vindt. De Koran zegt dat je geen burgers mag doden, alleen soldaten. Bloed is heilig, ook Israëlisch bloed. Ik ga mijn geschiedenis niet afvallen en zeggen dat de strijd niet goed was. Maar nu kan het alleen nog maar tot escalatie leiden. Tegen extremistische Palestijnen zeg ik dat ze geen zelfmoordterroristen moeten sturen. Het leidt alleen maar tot meer geweld. Het werkt niet, geweld lokt altijd geweld uit.”

Vertrouwen Yoni: “De wereld steunt je niet meer als je zo veel geweld gebruikt. Israëliërs beginnen zich dat langzaam te realiseren. Beetje bij beetje zie ik de vredesbeweging groeien. Maar de beide kanten weten heel weinig van elkaar. Ik zit nu twee jaar bij de Combatants en samen met een Palestijn bezoek ik scholen om met jongeren te praten. De ene kant weet helemaal niet wat er met de Palestijnen is gebeurd in 1948. De andere kant weet helemaal niets van de holocaust. Ik vind dat onvoorstelbaar. Twee weken geleden was ik op tv te zien bij een demonstratie. Familieleden van mijn vader, die uit een conservatief nest komt, zeiden me dat ik me moest schamen. Bovendien vinden ze het naïef dat ik Palestijnen vertrouw. Vertrouwen is het cruciale probleem op dit moment. Als Israëliërs Arabisch horen, denken ze vaak dat ze worden uitgescholden. Ga Arabisch leren, ga samen studeren! Elkaar ontmoeten is echt noodzakelijk. Maar het is enorm populair om slachtoffer te zijn. Vroeger werd er vooral gepraat over onze kracht en

15 juli 2011 | VolZin 21

258021.indd 3

11-7-2011 9:42:40


Gandhi’s en Mandela’s van nu Israëliërs en Palestijnen die weigeren elkaars vijanden te zijn. Hoe breed gedragen is dit fenomeen? “Gezamenlijk vredesactivisme en geweldloos verzet is onderbelicht binnen het Israëlisch-Palestijns conflict”, zegt Anne de Jong (zie foto). “Toch zijn er duizenden joden, christenen, atheïsten, Palestijnen en Israëliërs die hier bewust voor kiezen. Tientallen initiatieven zetten zich op deze manier in voor een rechtvaardige toekomst voor álle inwoners van Israël en de Palestijnse gebieden. Elke week organiseren zij gezamenlijke demonstraties, informatieavonden en solidariteitsbijeenkomsten.” Anne de Jong (1981) is antropologe, gespecialiseerd in conflicten, mensenrechten en vreedzaam burgerverzet. Haar promotieonderzoek richtte zich op gezamenlijk Israëlisch-Palestijns vredesactivisme. Daarvoor woonde zij lange tijd zowel in Israël als in de Palestijnse gebieden. Combatants for Peace was een van de vier samenwerkingsorganisaties waar zij onderzoek naar deed. “Deze gezamenlijke vredesinitiatieven stellen de mensenrechten voorop. Ze trachten simplistische tweedelingen, zoals joden-moslims, Joden-Arabieren, Israëli’s-Palestijnen te doorbreken. Het zijn inspirerende initiatieven, onderbelicht in de media en de politiek. Daar is vaak weinig oog voor de dagelijkse realiteit van de mensen ‘achter het nieuws’. De kracht van deze vredesgroepen is dat zij daadwerkelijk tonen dat er een andere toekomst mogelijk is. Hun strijd is te vergelijken met historische voorbeelden van andere mensenrechtenbewegingen zoals de civil rights movement in Amerika en de anti-apartheidsbeweging in Zuid-Afrika.”

onze capaciteiten. Nu horen we vooral hoezeer we slachtoffer zijn. De holocaust is een van de drijvende krachten geworden in onze maatschappij. Het helpt ook niet dat de politiek zo verweven is met het leger en de veiligheidsdiensten. Als de premier wakker wordt, is er echt niet iemand die hem vertelt waar vandaag de kansen liggen om aan vrede te werken. Hij krijgt alleen een overzicht van de inlichtingendienst met de grootste dreigingen van de dag.”

“Ik maak me zorgen om de onverschilligheid onder Palestijnen. Studenten zitten het liefst achter de computer”

De Jong was vorig jaar mei aan boord van een van de schepen van de Gaza Freedom Flotilla, die hulpgoederen naar Gaza probeerde te vervoeren. Na een aanval van de Israëlische marine werd zij, samen met andere activisten, gearresteerd. Ook zal De Jong deelnemen aan tweede Gaza Freedom Flotilla. Staan deze hulpacties niet op gespannen voet met haar streven naar verbroedering en gezamenlijk inzet voor vrede? De Gaza Freedom Flotilla maakte vorig jaar vooral een anti-Israëlische indruk. De Jong: “De verslaggeving over onze actie was simplistisch, waardoor die tegen Israël gericht leek. Maar dat is zeker niet het geval. De Gaza Freedom Flotilla is proPalestijns, pro-Israëlisch, pro-mensenrechten en juist daarom anti-bezetting. Aan de actie namen tientallen Joodse Israëliërs deel. En het Amerikaanse schip dat nu aan de nieuwe Flotilla deelneemt, bestaat voor 25 procent uit Joods-Israëlische opvarenden die zich juist vanuit hun persoonlijke achtergrond uitspreken tegen de isolatie van de Gazastrook. Volgende maand verschijnt een boek van De Jong: Geen Vijanden. “Ik geef daarin stem aan die Israëliërs en Palestijnen die weigeren nog langer elkaars vijand te zijn. Het gaat over het dagelijkse leven van de mensen ‘achter het nieuws’, over hun geloof in een betere toekomst, hun drijfveren en de wijze waarop zij hun doelen trachten te bereiken. Mijn boek gaat over de vredestichters van nu, de Gandhi’s en Mandela’s van Israël en de Palestijnse gebieden. Anne de Jong, Geen Vijanden; 1000 dagen in Israël en de Palestijnse gebieden, Uitgeverij Maarten Muntinga, 240 blz., € 18,95.

Onverschilligheid Muammad: “Ik ben recht voor z’n raap, ik zeg gewoon wat ik vind en dat draag ik uit, binnen Fatah en daarbuiten. Ze weten dat ik bij de Combatants hoor, en ze pikken het. Mijn broers zijn ook bij de Combatants gegaan. Ik maak me vooral zorgen om de onverschilligheid onder Palestijnen. Mijn studenten zitten liever achter de computer dan dat ze zich verantwoordelijk voelen voor hun land. Maar vrede moet uiteindelijk van ons komen, van de burgers. Dat zijn we moreel verplicht. Politici gaan het namelijk niet doen. Die zitten in een krachtenveld van allerlei verschillende belangen, ze moeten liegen en draaien. Wij zijn de enigen die echt voor vertrouwen kunnen zorgen.” ■

22 VolZin | 15 juli 2011

258021.indd 4

11-7-2011 9:42:42


dichterbij Gerard Boter

Alles in één druppel tekst: Bert van der Kruk

Gerard Boter (Haarlem, 1954) is hoogleraar Griekse taal- en letterkunde aan de Vrije Universiteit. Samen met Rob Brouwer vertaalde hij het Verzameld werk van Epictetus (uitgeverij Athenaeum – Polak & Van Gennep). Epictetus was een stoïcijns filosoof uit de eerste eeuw na Christus.

Regen

De bui is afgedreven; aan den gezonken horizont trekt weg het opgestapelde, de rondgewelfde wolken; over is gebleven het blauw, het kille blauw, waaruit gebannen een elke kreuk, blank en opnieuw gespannen. En hier nog aan het vensterglas aan de bedroefde ruiten beeft in wat nu weer buiten van winderigs in opstand was een druppel van den regen, kleeft aangedrukt er tegen, rilt in het kille licht... en al de blinking en het vergezicht, van hemel en van aarde, akkerzwart, stralende waters, heggen, het verward beweeg van menschen, die naar buiten komen, ploegpaarden langs den weg, de oude boomen voor huis en hof en over hen de glans der daggeboort, de diepe hemeltrans met schitterzon, wereld en ruim heelal: het is bevat in dit klein trilkristal.

“Toen ik lang geleden op de VU aan mijn proefschrift werkte, heb ik mij samen met een vriend voorgenomen elke zondag een gedicht uit het hoofd te leren. Maandags op de universiteit bespraken we dat dan. Het is het mooiste compliment dat je een gedicht kunt maken, een bezit voor altijd: als je niet kan slapen, heb je altijd wat te doen. Ik houd van klassieke, vormvaste gedichten. Daar is dit gedicht van Leopold een geniaal voorbeeld van. Opbouw, rijm, het klopt als een bus, zonder dat het een keurslijf is; het is als een fuga van Bach. Leopold schildert met klanken – rilt in het kille licht – en buit de taal uit tot in het laatste puntje. Hij maakt nieuwe woorden, met als hoogtepunt natuurlijk het trilkristal. Fantastisch, hoe kom je erop? De ene druppel die als een traan aan de ruiten beefde, is daarin getransformeerd tot iets heel machtigs: iets heel kleins maar met het hele heelal erin. Het trilkristal aan het eind is het restant van de bui aan het begin van het gedicht. De regen is voorbij, nu komt er iets anders. Dat is een troostrijke gedachte. In die ene druppel ligt alles bevat: alles is met elkaar verbonden en werkt op elkaar in. Dat is een gedachte die je ook bij Epictetus en andere stoïcijnen aantreft. Zo heeft ook ieder mens een rol te vervullen, hij acteert in een veel groter stuk. Daarbij gaat het niet om wat de acteur zelf wil, maar om wat de regisseur beoogt. Alles wat op aarde gebeurt, wordt bestierd door de rede, je kunt het ook God noemen, in ieder geval een macht die volmaakt is. De kunst is om in te zien dat dit ook werkelijk zo is. Als je beseft dat je een radertje in een groter geheel bent, kun je er veel makkelijker vrede mee hebben als het misgaat. Mensen willen graag dat de dingen in het leven gaan zoals zij willen. Dat kan natuurlijk niet, de vreselijkste ellende kan je overkomen. De stoïcijnen keren het om: zoals de dingen gebeuren, moet jij ze willen. Op die manier kun je volgens Epictetus echte vrijheid bewerkstelligen. Je moet niet alleen accepteren wat er gebeurt, maar er nog blij mee zijn ook. Ik probeer me er in het klein wel in te trainen, met onnozele dingen. Als ik een glas wijn omgooi of de trein mis, denk ik: gewoon opruimen of de volgende halen. Epictetus zegt dat je, als je die houding lang volhoudt, het zelfs goed kunt vinden als een kind sterft. Zoiets is voor ons onbestaanbaar. Ik voel dus ook weerstand. De Stoa wordt vaak weggezet als kille, ongenaakbare filosofie. Dat risico zit er zeker in. Als het echt dichtbij komt, heb je aan die inzichten weinig. Mijn vader overleed vorig jaar; hij was 83 en had een voltooid leven achter de rug. Daar kon ik vrede mee hebben. Maar een vriend die op zijn 39ste overleed, nee, daar kan ik geen vrede mee hebben. Dat blijft knagen.”

J.H. Leopold (1865-1925)

15 juli 2011 | VolZin 23

258846.indd 23

11-7-2011 9:44:23


achtergrond

God en zijn plek in ons brein

Wetenschappers smokkelen hun eigen overtuiging de wetenschap in

Als we geloof kunnen verklaren door naar het menselijk brein te kijken, betekent dit dan dat geloof een illusie is? Is God slechts een hersenspinsel? Deze vraag is weer actueel door de publicatie van Het Godsinstinct van de Amerikaans-Ierse cognitiewetenschapper Jesse Bering. God is een ‘adaptieve illusie’, concludeert Bering. Andere cognitiewetenschappers echter komen op grond van dezelfde gegevens tot een radicaal andere conclusie: “Ons geloof mag mensenwerk zijn, maar daarmee is nog niet over de werkelijkheid van God beslist.” DOOR Taede Smedes

We foeteren op onze auto of computer alsof ze tegen ons samenzweren. Ik behandel mijn kat als een persoon met rechten in ons huis. En in de film Cast Away spreekt Tom Hanks tegen een volleybal waarop een gezichtje is getekend. Cognitiewetenschappers, die de relatie tussen onze geest en processen in de hersenen bestuderen, weten wel hoe dat komt: onze ToM slaat op tilt. ToM staat voor Theory of Mind,is een theorie die de mechanisme in ons brein beschrijft dat maakt dat we in staat zijn om aan objecten buiten onszelf gedachten en een eigen wil toe te schrijven. Als we met medemensen omgaan, veronderstellen we instinctief dat ze de wereld net zo waarnemen en net zo denken als wijzelf. Een plausibele veronderstelling, maar in sommige gevallen wordt onze ToM hyperactief en zorgt hij ervoor dat we niet alleen met medemensen, maar ook met allerlei objecten omgaan alsof het personen zijn.

Evolutionair verklaarbaar In zijn boek Het Godsinstinct maakt de AmerikaansIerse cognitiewetenschapper Jesse Bering dit verschijnsel tot de grondslag van zijn denken over religie. God is een illusie, zo luidt zijn conclusie. God is het resultaat van onze overspannen neiging tot personificatie. Die hyperactiviteit van ToM is evolutionair verklaarbaar, stelt Bering, want het ontstaan ervan was bevorderlijk voor het overleven van de menselijke soort. In de jungle was het immers wijs om bij het ritselen van bladeren te denken dat er een roofdier rondstruinde, ook als later mocht blijken

Geloof in God heeft evolutionaire voordelen, maar het is en blijft een fantasieproductie, volgens Jesse Bering

dat het ritselen gewoon door de wind veroorzaakt was. De hyperactiviteit is een kwestie van better safe than sorry: liever een hyperactief mechanisme dat wel eens op hol slaat, dan door een te late reactie in de muil van een tijger te belanden.

Intentionele actor Dat is dus de ToM in werking: bepaalde toestanden in de werkelijkheid vatten we op als tekens die duiden op de aanwezigheid van ´iets dat iets wil´, een intentionele actor, zoals een roofdier. Door onze hyperactieve ToM proberen we voortdurend om zin en betekenis te vinden in het leven van alledag, alsof er Iemand verantwoordelijk is voor datgene wat ons overkomt. Zo ontstaat religie. Bering beschrijft hoe gelovigen gebeurtenissen die op zich zinloos en toevallig zijn, duiden als tekenen op hun levenspad, hoe ze vragen naar de zin van het bestaan en onrustig worden van wetenschappelijke verhalen over toeval en willekeur, en hoe ze, in Berings woorden, een bovennatuurlijke God ‘verzinnen’ als de ultieme bron van zin en betekenis. Volgens Bering is God een ‘adaptieve illusie’, een bijproduct van onze ToM die de illusie van een zinvol bestaan schept. We verzinnen een alziende en alomtegenwoordige God als waarborg voor de morele orde van de wereld en van de samenleving. Als Gods oog alles ziet, zal iemand minder gauw geneigd zijn om moreel uit de band te springen, en daar is de stabiliteit van de samenleving mee gediend. Het geloof in God heeft dus evolutionaire voordelen, maar het is en blijft een fantasieproductie.

Hoe objectief Bering is atheïst en de theorie die hij in zijn boek uiteenzet, strookt volledig met zijn atheïsme. Daarmee rijst meteen de vraag hoe objectief Berings verhaal is. Volgt uit de cognitieve benadering van religie

24 VolZin | 15 juli 2011

257093.indd 2

11-7-2011 9:42:10


Is God het resultaat van ons op hol geslasgen voorstellingsvermogen?

onomstotelijk dat God en geloof illusoir zijn? In dat kader is het interessant om te kijken naar de geheel andere interpretatie van de Amerikaanse cognitiewetenschapper Justin Barrett, die aan de universiteit van Oxford werkt. Net als Bering, beschrijft Barrett in zijn boek Why Would Anyone Believe in God? wat wetenschappers momenteel weten van de relatie tussen religieus geloof en de werking van de hersenen. In essentie verschilt Barretts boek dus niet veel van dat van Bering: ze gaan uit van praktisch dezelfde data. Maar de conclusie die Barrett verbindt aan deze wetenschappelijke inzichten is radicaal tegengesteld aan die van Bering. De evolutionaire verankering van godsgeloof in de hersenen, zegt Barrett, is nu juist de manier om God te kennen. Het feit dat ons godsgeloof zo verweven is met de evolutie maakt dat onze hersenen functioneren als een soort antenne, die gelovigen in staat stelt om af te stemmen op de frequentie van God. Barrett stelt uiteindelijk dat geloven in God ‘natuurlijker’ is dan atheïsme, omdat gelovigen eigenlijk

gewoon hun geaardheid volgen, terwijl atheïsten tegen hun geaardheid ingaan. Justin Barrett is net als Jesse Bering een kopstuk van het huidige cognitiewetenschappelijk religieonderzoek. Maar Barrett is ook een protestants-evangelicale gelovige. Barretts boek is wetenschappelijk zuiver, maar tegelijkertijd heeft het een apologetische inslag. Waar Bering de cognitiewetenschappen gebruikt om zijn atheïsme te onderbouwen, daar lijkt Barrett diezelfde wetenschappen te gebruiken om de redelijkheid van het geloof in God te verdedigen.

Smokkelen In het licht van dergelijke tegenstrijdige uitkomsten lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de cognitieve benaderingen van religie blijkbaar niets zeggen over God zelf. Over de kwestie of God al dan niet een illusie is, kan op basis van de cognitiewetenschap geen uitspraak worden gedaan. Zowel Bering als Barrett smokkelen hun eigen levensbeschouwelijke ideeën

15 juli 2011 | VolZin 25

257093.indd 3

11-7-2011 9:42:15


binnen in de interpretatie van de wetenschappelijke data, maar die ideeën volgen niet uit de data zelf. Berings conclusie dat uit de Theory of Mind volgt dat God een illusie is, is dan ook voorbarig. Dat is makkelijk aan te tonen. Denk aan Tom Hanks die in Cast Away, aangespoeld op een onbewoond eiland, praat tegen een volleybal met een getekend gezichtje. In dit geval is de verpersoonlijking van de volleybal een illusie: de bal is natuurlijk niet echt een persoon. De volleybal zelf daarentegen is een werkelijk bestaand, fysiek object. Op basis van dit soort voorbeelden concludeert Bering dat God een illusie is. Wat Bering blijkbaar ontgaat, is dat het bij God niet gaat om een fysiek object, zoals bij Hanks’ volleybal, maar om een per definitie niet-empirische werkelijkheid die de empirische werkelijkheid doordringt en omvat. Er zit nogal een verschil tussen enerzijds het toeschrijven van persoonskenmerken aan empirische objecten en anderzijds het aannemen van een persoonlijke, maar niet-empirische, bovennatuurlijke werkelijkheid. Dat verschil wordt door Bering

VolZin

Inge Ketelaar-Blokpoel (1965) is moeder van drie kinderen, onder wie Jelmer (1995). Jelmer heeft een autisme spectrum stoornis (ASS) en daarnaast een licht verstandelijke beperking. Langzaam maar zeker kwam voor haar het pijnlijke besef: we moeten de dagelijkse zorg voor ons kind uit handen geven; het is voor iedereen beter als onze zoon niet thuis blijft wonen. Op zesjarige leeftijd begon Jelmer aan zijn eigen leven. Schoorvoetend groeide Inges vertrouwen in de groepsleiding. Pijn, woede en machteloosheid maakten plaats voor berusting en de overtuiging de juiste beslissing te hebben genomen. In korte anekdotes vol hoop, frustratie, verdriet en vooral heel veel liefde beschrijft Inge in haar boeken hoe ze leerde loslaten. Of, beter gezegd, Jelmer op een andere manier vast te houden.

Geloven in God is natuurlijker dan atheïsme, stelt Justin Barrett, want gelovigen volgen hun geaardheid niet gezien en daarmee is zijn conclusie dat God een illusie is onvoldoende gerechtvaardigd. Maar ofschoon de huidige cognitiewetenschappen niets kunnen zeggen over het al dan niet bestaan van God, zeggen ze wel iets over het geloof in God. Kort gezegd komt het erop neer dat geloof in God mensenwerk is.

Constructie Godsgeloof bedient zich van cognitieve mechanismen die een evolutionair-biologische geschiedenis hebben. Dit betekent dat godsgeloof een constructie is: de manier waarop over God wordt gedacht, hoe God wordt voorgesteld in woord en beeld (denk aan middeleeuwse schilderijen), wordt bepaald door

Moeder op afstand als je kind met een beperking niet meer thuis kan wonen. Vervolg op jij begrijpt mij, hè mam? Inge Ketelaar-Blokpoel isbn 978-90-8788-117-7

€ 12,50

Verkrijgbaar bij de bekende boekVerkopers of rechtstreeks Via

www.bduboeken.nl

26 VolZin | 15 juli 2011

257093.indd 4

11-7-2011 9:42:16


cognitieve mechanismen. Vandaar dat God vooral mensvormig wordt gedacht en voorgesteld. Theologen mogen dan met erg genuanceerde en abstracte godsconcepten spelen, de meeste gelovigen denken over God instinctief als een uitvergroot mens met kwaliteiten die grotendeels gevormd zijn door persoonlijke ervaringen met bijvoorbeeld de eigen ouders. Lezers mogen dit wellicht als schokkend ervaren. Geloven we immers niet veelal dat onze voorstelling van God overeenkomt met hoe God werkelijk is?

Mensvormig Toch zijn de conclusies die uit de cognitieve benadering van religie lijken te volgen bij theologen niet helemaal onbekend. Zowel in de joodse als in de christelijke theologie speelt het idee van ‘accommodatie’ (aanpassing) traditioneel een rol. Volgens de accommodatieleer openbaart God zich aan de mens op een manier die voor mensen bevattelijk is, analoog aan de wijze waarop volwassenen zich aanpassen aan het niveau van hun kind wanneer ze iets uitleggen. (Calvijn gebruikt deze analogie in zijn Institutie om de accommodatieleer uit te leggen). Met andere woorden, volgens de accommodatieleer is godsgeloof altijd mensvormig en sterker nog: het mensvormig spreken over God is door God zelf gelegitimeerd. Of theologisch gesproken: onze menselijkheid maakt enerzijds het spreken over God mogelijk, maar beperkt het anderzijds ook, omdat het mensvormige spreken altijd slechts een beperkt aspect van de Oneindige belicht. De cognitieve bestudering van religie staat nog in de kinderschoenen. Zoals Justin Barrett het op een conferentie verwoordde: het is waarschijnlijk dat over dertig jaar alles wat cognitiewetenschappers nu denken te weten onjuist is gebleken. Toch is deze benadering niet meer weg te denken uit de geesteswetenschappen. Nu al kunnen gelovigen en theologen niet om de resultaten van de cognitiewetenschappen heen. ■

Taede A. Smedes is onderzoeker bij het Heyendaal Program on Theology and Science van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij schreef God en de menselijke maat: Gods handelen en het natuurwetenschappelijke wereldbeeld (Meinema, 2006) en God én Darwin: Geloof kan niet om evolutie heen (Nieuw Amsterdam, 2009). Literatuur: Jesse Bering, Het godsinstinct: Waarom mensen geloven, Nieuw Amsterdam, 2011. Justin Barrett, Why Would Anyone Believe in God? AltaMira Press, 2004.

column

Mohammed Benzakour

Huiselijk venijn Er zit een schorpioen in mijn huis en dit is geen grap. Voor een schrijfretraite logeerde ik kortelings bij een vriendin in een lieflijk Frans dorpje in de omgeving van Orange. Op een avond stond ik oog in oog met een chocoladebruin gevaarte met een angel die machtig fonkelde in het maanlicht. Stijf van schrik stond ik daar. Ik wilde het wanschepsel met mijn slipper tot moes slaan maar in plaats daarvan zocht ik naarstig naar een stok. Werktuiglijk schoof ik het diertje in een tupperwarebakje, voegde wat zand toe, steentjes, en een verse krekel. De afgesloten bak zette ik op m’n nachtkastje. Ziezo. Bijna iedere avond wierp ik een sappig insect in de bak en aanschouwde de jacht. Hoe de scharen het prooitje gristen, de staart zich krulde, de angel het lijfje doorboorde en het vergif spoot. ‘Eet smakelijk en welterusten’, zei ik, en knipte het licht uit. Op de dag van vertrek wist ik me geen raad met Dédier – zijn naam. Vrijlaten of doden? Beide opties voelden niet goed. Ik had ‘een band’ opgebouwd. Na enige weifeling besloot ik Dédier mee te nemen naar Nederland. Eenmaal thuis vervaardigde ik een mooi terrarium van glas en trakteerde m’n nieuwe vriendje op motten en kruisspinnen. De glasbak dekte ik af met een plastic folieblad, dat leek mij veilig genoeg. Niet dus. Toen ik van de week Dédier ‘goede morgen’ kwam wensen, bleek-ie ontsnapt. Hoe had-ie dat geflikt?! M’n hart bonkte in m’n keel. Ik heb een groot huis, donker interieur, duizenden hoeken, gaten, spleten, kieren; nog eerder vind ik een speld in een hooiberg. Dodelijk is-ie niet, deze euscorpius flavicaudis, maar zijn gifprik is gruwelijk en als je pech hebt erger. Intussen ligt m’n divan niet meer zo ontspannen en slaapt m’n Boxspring evenmin prinsheerlijk. Zelfs dit stukje tik ik met een benard gemoed. Toch heb ik besloten géén alarm te slaan. Ik accepteer het risico dat ik op een dag averij oploop; het hoort erbij. Iedere zomer trekken we massaal naar ZuidFrankrijk en infiltreren we als ratten de habitat van talloze diersoorten. We verstoren de orde en schenden hun privacy en dat stelt geen dier op prijs. Nu gebeurt het omgekeerde: een schorpioen dringt door in mijn habitat. Gastvrijheid & migratie zijn wederkerige processen. Soms gaat dat van au.

15 juli 2011 | VolZin 27

257093.indd 5

11-7-2011 9:42:21


film

Raak ontroerd of ik schiet! Religieuze succesfilm van excentrieke regisseur Terrence Malick The Tree of Life, een religieuze film van Terrence Malick, kreeg de Gouden Palm en trekt volle zalen. Maar niet iedereen is even enthousiast. Lisette Thooft zag hem en levert commentaar. Zij zag ook The Source Code, een spannende actiefilm van een atheïstische regisseur. The Tree of Life is expliciet religieus maar niet bijzonder spiritueel, The Source Code is helemaal niet religieus, maar goed beschouwd zeer spiritueel. “Het laatste is spannender.”

Door Lisette Thooft

“The Tree of Life is een gebed”, schreef Wim Boevink in Trouw. “Veel wordt er in die tweeëneenhalf uur niet gesproken, maar grote, eenvoudige vragen worden gefluisterd terwijl machtige beelden je overspoelen, beelden van het universum, van ruisende bomen, van een kindergezicht. Waar was U? Zag U mij staan? Wat zijn we voor U? Waarom zou ik goed zijn als U het niet bent? (…) Om niets minder dan het mysterie van het bestaan gaat het.” The Tree of Life kreeg in Cannes zowel boegeroep als de Gouden Palm. De meeste recensenten zijn echter lyrisch en het woord ‘meesterwerk’ valt vaak, vooral vanwege de “ontroering, die zonder pardon toeslaat”,

zoals de Volkskrant noteerde. Bereid om ontroerd te raken, tijgen wij naar de bioscoop. De film opent met een citaat uit Job 38. Ah, Job – nergens in de literatuur wordt het machtige mysterie van de schepping zo luisterrijk beschreven. Maar het citaat is niet goed vertaald. “Waar was U toen ik de aarde grondvestte?” staat er in de ondertiteling, “… terwijl de morgensterren samen jubelden, en Gods zonen het uitschreeuwden van vreugde?” Ho – God spreekt Job natuurlijk niet aan met ‘U’. De mens kan boze, kritische vragen stellen: “Waar was U toen mijn broer stierf?” bijvoorbeeld, of “Waarom greep U niet in?” Maar als God antwoordt met een serie retorische

Scène uit The Tree of Life, waarin hoofdpersoon Jack terugblikt op zijn jarenvijftig opvoeding, terwijl ondertussen de geschiedenis van de kosmos aan de kijker voorbijtrekt.

28 VolZin | 15 juli 2011

257840.indd 2

11-7-2011 9:40:46


tegenvragen, doet hij dat gewoon met jij en jou. Enfin, niet meteen gaan muggenziften, we geven ons over aan de film. Het is een impressionistische film, zoals dat heet, zonder strak verteld verhaal. De hoofdpersoon, Jack, succesvol architect in een grote metropool vol glazen wolkenkrabbers, kijkt terug op zijn jeugd in Texas, in flashbacks. Hij is de oudste van drie broers, van wie de tweede jong zal overlijden. Jack is jaloers en pest deze broer, een lieve jongen die mooi gitaar kan spelen en tekenen. De vader is een emotioneel geremde, ouderwets autoritaire vader die zijn zoons een harde opvoeding wil geven om ze klaar te stomen voor de maatschappij. De moeder is een lieve maar onderdanige huisvrouw. Jack verliest in de flashbacks zijn onschuld: hij steelt een onderjurk van de buurvrouw, liegt, mishandelt dieren, zet aan tot vandalisme. Hij weet heel goed dat hij verkeerde dingen doet, maar kan het niet laten, en hij beseft dat hij steeds meer op zijn vader lijkt. Ongeloofwaardig vond ik overigens dat Jack zijn vader toeschreeuwt: “Ze houdt alleen van mij!” – kennelijk doelend op de moeder. Volgens mij zijn prepuberale jongens niet zo bezig met hun moeder, dat hoort bij de oedipale fase. Maar kniesoor die daarop let: de gespannen verhoudingen in het gezin worden mooi en overtuigend neergezet.

Vertaalfout Dan komt er weer een storende vertaalfout en die is interessant, omdat hij terugslaat op het thema van de film. In de kerk hoort het gezin de dominee preken over de ongrijpbaarheid van het lot. Treft het kwaad alleen de kwaden? Nee, ook als je goed bent, kun je te lijden krijgen. Zie Job. Je kunt daarom alleen maar nederig aanvaarden wat God voor je in petto heeft, en proberen een goed mens te zijn. Jacks vader ‘preekt’ intussen een heel andere moraal tegenover zijn zoons, die veel meer de Amerikaanse droom incorporeert. Je moet slim en sluw zijn en precies weten wat je wilt: dan bereik je dat ook. “You can’t be too good”, zegt hij en de ondertiteling luidt: “Je kunt niet goed genoeg zijn.” In een andere context was dat een correcte vertaling geweest. Maar de vader bedoelt juist: je kunt beter niet àl te goed zijn in deze harde maatschappij – want dat zijn anderen ook niet, en als je de christelijke deugden belijdt, ga je roemloos ten onder. Dat is nou precies het hele spanningsveld waarover deze film gaat. Kun je een goed mens zijn en toch slagen? Of kun je maar beter hebzuchtig zijn, op macht uit, niet bezig met emoties en relaties maar gericht op prestaties en succes? De moeder, die de ‘christelijke’ kant vertegenwoordigt, mag aan het eind van de film heel prachtig (of heel kitscherig, al naar gelang je smaak) met blote voeten over een zoutvlakte

Je kunt tegenwoordig niet sterk en succesvol genoeg zijn. Maar ben je dan ook goed? het licht tegemoet lopen. De vader, die de harde kant uitbeeldt, lijkt sterk, maar als zijn zakenplannen falen heeft hij niets om op terug te vallen. Dat de vertalers dit zinnetje niet begrepen hebben, laat zien hoezeer de Amerikaanse-droom-moraal de overhand heeft gekregen in onze maatschappij. ‘Goed’ is in hedendaagse ogen eerder ‘sterk en succesvol’ dan ‘nederig en menslievend’. Inderdaad, je kunt tegenwoordig nooit sterk en succesvol genoeg zijn. Maar is dat goed? Of lijkt dat alleen maar goed? Er ís geen God die de aarde gegrondvest heeft, volgens de huidige opvattingen, er waren geen jubelende morgensterren of van vreugde schreeuwende godenzonen. Er was alleen toeval. En natuurwetten.

Natuurbeelden Een flink deel van de tweeëneenhalf uur die The Tree of Life duurt, wordt in beslag genomen door natuurbeelden die de evolutie van de aarde moeten verbeelden – het grondvesten van de aarde zoals in Job zo schitterend beschreven wordt. Ook dat gebeurt impressionistisch: beelden van enorme waterpartijen die neerstorten, worden willekeurig afgewisseld door gigantische kolkende vuurzeeën, wolkenvelden, stoom, lichteffecten, rotspartijen, zoutvlakten. Zelfs

Regisseurs met diepgang Terrence Malick, regisseur van The Tree of Life, schuwt publiciteit. Hij kwam niet naar Cannes om zijn Gouden Palm aan te nemen en weigert interviews te geven. Hij groeide op in Texas en studeerde filosofie in Oxford, Engeland, maar maakte zijn dissertatie over Heidegger, Kierkegaard en Wittgenstein niet af. Hij is geobsedeerd door het thema van de onschuldige jongeling die betrokken raakt in een drama dat te groot voor hem is. “Als mensen uitdrukken wat belangrijk voor hen is, komt het er vaak uit in clichés”, zei hij in 1973. “Dat maakt ze niet belachelijk, maar aandoenlijk.” En: “In films is er een mythe dat lijden mensen diep maakt, dat het karakter opbouwt. Maar lijden kan je ook oppervlakkig maken en dom.” Duncan Zowie Jones, regisseur van The Source Code, is de zoon van popster David Bowie. Ook hij studeerde filosofie. Hij noemt zichzelf atheïst – humor en zelfrelativering vindt hij het hoogste goed. Tegelijkertijd is hij een fan van het genre ‘guy on a mission’: de held die zichzelf opoffert voor een hoger doel.

15 juli 2011 | VolZin 29

257840.indd 3

11-7-2011 9:40:48


dinosaurussen doemen op. Op veel mensen maakt dat kennelijk indruk. Bij ons werkt het niet. Dat er een jongen naast mij onbedaarlijk moet giechelen, helpt niet echt. We zien mensen weglopen. Maar ik heb zelf ook bezwaar. Ik vind het van dik hout zaagt men planken, een soort van raak-ontroerd-of-ik-schieteffectbejag. En er is te veel herhaling om geboeid te blijven. Alweer die donderende waterval. Alweer die kolkende vuurzee. De film was sterker geworden als er een uur effectbejag uit was geschrapt. Dat we er toch over blijven nadenken en napraten, is niet aan die natuurbeelden te danken.

Hardvochtig experiment Hoe anders is die andere succesfilm van het moment: The Source Code. Het scenario is gebaseerd op de atheïstische aanname dat onze wereld, die in feite alleen kan bestaan door een fantastische samenloop van fysieke omstandigheden, er een zou zijn uit miljarden mogelijke werelden. De hoofdpersoon is een in Afghanistan gestorven soldaat, wiens brein gebruikt wordt in een hardvochtig experiment. Zijn persoonlijkheid wordt geprojecteerd in het hoofd van een andere man, in een trein, in een van die andere mogelijke werelden, vlak voordat er een aanslag gepleegd wordt op de trein. De soldaat moet nu proberen om de dader van de aanslag te identificeren. Niet om de tijd terug te draaien en de aanslag te verijdelen, want dat kan niet, en dat al die honderden mensen in de trein omkomen heeft men al geaccepteerd. Maar om een nog ernstiger aanslag van dezelfde dader te voorkomen. Telkens weer ontploft de soldaat en is hij weer terug in het experiment, waarna hij er, razend van woede om zijn lot, opnieuw opuit gestuurd wordt, net zolang tot hij berust en bereid is te sterven, om de mensen in de trein te redden. Dan blijkt dat hij de experimenteerders te slim af is en niet alleen de trein redt, maar zelf in een van die parallelle werelden verder leeft met het meisje op wie hij verliefd geworden is. Als een atheïstische Opstanding. Het idee dat je telkens opnieuw wordt uitgestuurd om een onmogelijke opdracht te volbrengen, net zolang tot je al je ego-ambities opgeeft, vond ik diep ontroerend, en spiritueel. Je blijft proberen, teruggeslagen worden, tot je wijzer geworden bent en jezelf geeft: daarmee bereik je een ‘hoger niveau’. Je wordt ‘een nieuwe mens’. De twee films laten precies het verschil zien tussen religie en spiritualiteit. Die twee sluiten elkaar niet uit, maar vallen ook niet per se samen. The Tree of Life is expliciet religieus maar niet bijzonder spiritueel, The Source Code is spiritueel maar niet expliciet religieus. Het laatste is denk ik spannender, althans voor iedereen buiten de Bible Belt. ■

column

willem van der meiden

Brein Grote getallen meten de wereld waarin wij leven. Neem de informatie. Ik las ergens dat de manager van tegenwoordig 1400 maal zoveel informatie te verwerken heeft als die van dertig jaar geleden. Ik heb zelf ervaren dat dat kan kloppen. Nu gebeurt zoiets niet van de ene dag op de andere, maar we hebben dus wel razendsnel technieken aangeleerd om rigoureus te kunnen selecteren, want anders raak je bedolven. De inmiddels weer afgebroken pindakaasvloer van Wim T. Schippers in Museum Boijmans kreeg, schrijft het museum, aandacht in 511 printmedia, dus RTV en digitale media niet meegerekend. Toen ik dertig jaar geleden me abonneerde op een knipseldienst was ik blij als mijn werkgever gemiddeld eens in de week de pers haalde. We maken dus menige revolutie mee en wat doet dat met onze hersenen? Specialist Jos de Mul schreef eens dat een zaterdageditie van de Volkskrant meer informatie bevat dan wat een Gouden Eeuwer in zijn hele leven te verwerken kreeg. Hij schat in dat ons brein darwinistisch zal veranderen van opslagplaats van weten tot creatieve informatieverwerker. Er zijn nog genoeg werkeloze hersencelletjes over en er kan veel weetballast weggegooid worden. We zullen straks dankzij internet met onze hersenen dingen kunnen doen die we nu nog niet voor mogelijk houden, aldus De Mul. Welke invloed hebben al die revoluties op de kerkelijke verkondiging, vraag ik me wel eens af. De vorm van geloofscommunicatie is de laatste eeuw wel veranderd, de toon ervan vooral, maar het proces is niet wezenlijk bijgesteld. Er zijn kerkmensen die daar trots op zijn: de kerkdienst als enclave, als vrijplaats waar je nog naar een verhaal luistert dat langer duurt dan een minuut, terwijl de buitenwereld zich kapot laat informeren. De kerk koestert zich zo in een zelfgekozen conservatisme, met minstens als bijgedachte dat al dat andere zal verdwijnen en dit zal blijven bestaan. Echt? Experimenten – digitale gemeenschappen, twittervieringen, religieuze flashmobs - worden afgedaan als een modieuze knieval voor de tijdgeest. Terwijl de mensen in de kerken wel hun hersenen volstrekt anders gebruiken dan een halve eeuw geleden. En bij andere hersenen hoort een andere verkondiging. Daar is bij mijn weten nog niet op gestudeerd. Jammer, want mijn brein van nu wil dat weten.

30 VolZin | 15 juli 2011

257840.indd 4

11-7-2011 9:40:51


brieven

Hoofdredacteur (1)

Jammer dat we in de toekomst in VolZin geen verhalen meer kunnen lezen in de vorm van het artikel van Arie Zwiep. De nieuwe hoofdredacteur prefereert interviews mèt iemand, en geen verhalen dóór iemand (VolZin, 24 juni). Persoonlijk heb ik niets tegen een goed doorwrocht discours in VolZin. Sterker: ik stel het zeer op prijs. Hopelijk wordt de soep niet zo heet gegeten als ze nu door de nieuwe hoofdredacteur is opgediend. Nico Dister, per e-mail

gedegen inhoud brengt vanuit heel diverse hoeken van het geestelijke of spirituele leven. Maar dan graag met verschillende betogen, of pleidooien uit die verschillende hoeken. Een betoog graaft nu eenmaal meestal dieper. Dus naast een ‘behartenswaardig’ stuk van een theoloog graag ook een van een zenmeester, een soefi en wel ja een niet te categoriseren vrije spiritueel. Kortom, wees niet zo benauwd voor de goede oude tradities - zo min als voor de mogelijkheden van het nieuwe uiteraard. Dirkje Ebbers, Culemborg.

Hoofdredacteur (2) Hoofdredacteur (3) Wat een merkwaardig idee, zeker voor een communicatiewetenschapper/journalist dat een pleidooi (een betoog) een onderonsje is en een interview niet. Hopelijk leidt die opvatting die ik uit het commentaar van de nieuwe hoofdredacteur haal, er niet toe dat in VolZin inhoud nu alleen nog per quote tot ons komt. Dat nieuwe spiritualiteit oppervlakkig is, is een vooroordeel. Dat weet ik wel. Dat vooroordeel wordt het snelst ontzenuwd als VolZin een ADVERTENTIE

Afgelopen weekend werd ik opgeschrikt door het bericht over de radicale koerswijziging van VolZin. Dat VolZin interesse toont voor diverse religieuze stromingen (waaronder ook de ‘nieuwe spirituelen’) is allerminst een probleem. Die belangstelling kenmerkt VolZin reeds. Zelfs de benoeming van een hoofdredacteur die niet belijdend christen is zou nog mogelijk zijn, mits deze de identiteit van het blad respecteert. Daarvan is echter

geen sprake, zoals blijkt uit de berichten van en over hem. H.M.W. Egging, Rotterdam

Jan van Hooydonk

Negen jaar heb ik mogen genieten van de commentaren van hoofdredacteur Jan van Hooydonk. Heel vaak was ik het met hem eens. Bijzonder genoten heb ik van het interview met hem “Een soort van blijven”. “Je bent iemand op wie wordt gewacht.” Wat een rijke en inspirerende gedachte! Gelukkig trekt Jan van Hooydonk de deur niet achter zich dicht. Ik hoop dat hij mij en vele anderen nog lang mag inspireren! Ben Rutten, per e-mail

Naschrift: Kennelijk heb ik me niet zorgvuldig uitgedrukt. Mijn excuses. Betogen en essays zullen blijven voorkomen in VolZin. Zo leest u in dit nummer een mooi essay van Josha Zwaan over geloof in bange dagen. Met ingang van dit nummer staat nu direct links bovenaan een nieuw verhaal aangegeven of het – bijvoorbeeld – een essay, een opiniestuk of een reportage betreft. Die duidelijkheid ontbrak voorheen. Ook het commentaar van Jan van Hooydonk verdwijnt niet. Integendeel, als senior editor van dit blad zal hij elke twee weken in een nieuwe rubriek zijn licht laten schijnen op onze leefwereld. Eduard van Holst Pellekaan

Mens & Samenleving The Old Order Amish Gij geheel anders Het verhaal van Jonathan Blaurock, de jongste zoon van David en Deborah, een Amish echtpaar uit Lancaster Pennsylvania.

 15,00

Dick J Minderhoud isbn 9789087881184

Verkrijgbaar bij de bekende boekverkopers of rechtstreeks via

www.bduboeken.nl 15 juli 2011 | VolZin 31

258997.indd 31

11-7-2011 9:40:03


BOEKEN

Tien aanraders voor de vakantietijd

Zinnige zomerboeken Van exotische avonturen tot spelenderwijs wijs worden. Van Andersens beroemde lelijke eendje dat zelfherkenning oproept, tot ‘de omslachtige vorm van thuiskomen’ zoals Godfried Bomans het reizen omschreef. Tien auteurs geven hun favoriete boekentip voor deze zomer.

SPELENDERWIJS WIJZER DOOR NUWEIRA YOUSKINE

Coen Simon, Zo begint iedere ziener, een filosofische ontdekking van de wereld, Prometheus, 2011, 224 blz., € 17,95

Een zomerboek voldoet aan enkele belangrijke voorwaarden: het mag niet te ingewikkeld zijn (het brein heeft tenslotte ook vakantie), maar mag ook niet al te simpel zijn (de mede-terrasgangers moeten niet denken dat je een leeghoofd bent) en het moet niet te gewichtig en te duur zijn (zo’n caravan meeslepen is al zwaar en kostbaar genoeg). Coen Simons boek voldoet aan al deze criteria. Door middel van dagelijkse, persoonlijke ervaringen bewandelt hij moeiteloos het grote veld tussen geloof en wetenschap. Filosofische inzichten worden concreet gemaakt, waardoor de lezer zich in veel situaties kan herkennen en zich spelenderwijs ineens een stukje wijzer gaat voelen. Ideaal voor een relativerende en soms verrassende blik op de wereld.

EXOTISCH AVONTUUR DOOR DÉSANNE VAN BREDERODE

Graham Greene, Het Geschonden Geweten, Kok, 2011, 319 blz., € 17,90.

Achter het karikatuur van de schijnheilige, kindermisbruikende kaste van roomse geestelijken, lijkt hij inmiddels volledig verdwenen; de dienstbare enkeling-metroeping, die soms nog harder naar (ant)woorden zoekt dan zijn gehoor, en in ieder geval evenzeer lijdt aan machtsmisbruik en ontsporingen. In 1940 verscheen The Power and the Glory van de Britse bekeerling Graham Greene, over een verlopen, vertwijfelde ‘whiskypriester’, op de vlucht voor christenjagers in het communistische Mexico. Uitgeverij Kok bracht dit jaar een opnieuw bewerkte en ingeleide Nederlandse editie van de roman uit, getiteld Het Geschonden Geweten, in de reeks Christelijke (Dus niet: ‘Katholieke’!) Klassieken. Behalve een exotisch, politiek getint avontuur, ook een vernietigende aanval op de recente beeldvorming. Een zielenherder die van zijn hart geen moordkuil maakt: zo iemand maakt dit geloof weer geloofwaardig.

MODERNE ORIËNTATIE DOOR JAN OFFRINGA

Hans Küng, Wat ik geloof, Ten Have, 2010, 319 blz., € 21,90.

Weinig theologen kunnen hun diepste gedachten helder verwoorden voor een breed publiek. Dat lukt Hans Küng wonderwel in dit persoonlijke geloofsboek. Enerzijds prikkelt hij de kerk van Rome om haar defensieve houding richting wetenschap en moderne cultuur te laten varen. Anderzijds krijgen atheïsten en de door hen ingebrachte godsdienstkritiek een weloverwogen respons. Verder is Küng een kenner van de wereldgodsdiensten, die het belang onderstreept van meer onderlinge dialoog. Zijn boek wordt gedragen door een ‘spiritualiteit met rationaliteit’. Geloof zoekt geen bewijzen – die zijn er niet – maar wel goede gronden. Sporen van God zijn zowel in de astrofysica als in de muziek van Mozart te vinden. Af en toe noemt Küng iets te graag zijn vele connecties en wapenfeiten. Wie zich daar niet aan stoort, ontdekt een moderne geloofsoriëntatie die veel te denken geeft.

32 VolZin | 15 juli 2011

VOL014_32_boeken.indd 32

08-07-11 09:29


BOEKEN

SPROOKJES ALS SPIRITUELE ERVARING DOOR LISETTE THOOFT

Hans Christian Andersen, Sprookjes en verhalen, vertaling Annelies van Hees, met een nawoord van Manon Uphoff, Athenaeum-Polak & Van Genne, 2011, 136 blz., € 45,-.

Deze zomer lees ik Andersens sprookjes als spirituele ervaring. “Wat de personages ook kwijtraken en verliezen, hun verlangen, streven en inzichten leveren hun steeds een ziel op,” schrijft Manon Uphoff in het nawoord van een nieuwe vertaling. “Soms worden de personages na alle ontberingen door de engelen, boodschappers en zendelingen van Onze-Lieve-Heer gebracht naar een wereld die hen eindelijk ziet voor wat ze werkelijk zijn. Of ze zien zichzelf plotseling in hun ware vorm, zoals het lelijke jonge eendje”. Je hoeft niet te geloven in een concreet transport naar zo’n betere wereld, schrijft Uphoff : het vindt plaats in onze eigen ziel, als lezers, want wij herkennen de ware aard van de hoofdpersonen. Daarin ligt natuurlijk ook het verheffende van de sprookjes, dat wat het lezen ervan tot een spirituele ervaring maakt. Sommige van Andersens sprookjes zijn zo beroemd geworden dat ze als metaforen een eigen leven leiden in onze cultuur, zoals het lelijke jonge eendje, de nieuwe kleren van de keizer, de prinses op de erwt. Het is verrassend leuk om die verhalen eens te lezen zoals ze ooit werden opgeschreven. Nou ja, vertaald dan. Mooi vertaald. Maar ook de onbekendere verhalen zijn een bron van verrukking. Wat een creatief genie was deze schoenlapperszoon uit Odense.

SCHITTEREND REISPROZA DOOR MOHAMMED BENZAKOUR

Godfried Bomans, Op reis rond de wereld en op Rottumerplaat, Elsevier, 159 blz., alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.

We reizen graag en in steeds grotere getale. Maar hoeveel backpackers met hun Lonely Planet verstaan nog de reiskunst? Op Nooteboom en Aafjes na, kent Nederland geen grote traditie van reisliteratuur. Bomans is een geval apart: reizen beschouwde de man als een omslachtige vorm van thuiskomen. Niettemin (of juist daarom?) krijgen we in dit postuum verschenen bundeltje schitterend reisproza voorgeschoteld. Een vlucht over de Noordpool naar Japan, een nacht in Hongkong, aantekeningen over lezingen voor Nederlandse emigranten in den vreemde, een Dickens-herdenking in Engeland, een dagboekje vanaf de onbewoonde Rottumerplaat. Gevangen in Bomans blikveld verwerft elke trivialiteit allure: een wandelende Française met hondje, een Chinese koopman, een rokende boer, stilte en zelfs saaie zeemeeuwen krijgen glans en diepte. De bundel dateert van 1972 maar humor en feilloos proza kennen geen houdbaarheidsdatum.

GERICHT OP ALLE MENSEN DOOR ERIK BORGMAN

Joris Vercammen, Oud- en nieuw-katholiek: De spirituele zoektocht van die andere katholieken, Valkhof Pers, 2011, 144 blz., € 15,95.

Katholiek-zijn betekent voor aartsbisschop Joris Vercammen van de kleine OudKatholieke Kerk van Nederland verbondenheid met de cultuur en de maatschappij, met medegelovigen, met de wereldwijde christenheid en met andersgelovigen. Hij legt dit in 140 pagina’s laagdrempelig, maar nooit simplistisch uit. Vercammen schrijft over het geloof in de drie-ene God als fundament van de katholieke gerichtheid op gemeenschap, over het belang van navolging van Jezus Christus, over de betekenis van liturgie en persoonlijke vroomheid. Hij legt het belang uit van binnen-christelijke oecumene en bepleit een gerichtheid op alle mensen met verlangen naar spiritualiteit en oriëntatie. Regelmatig verwijst de aartsbisschop naar de relatief onbekende geschiedenis van zijn eigen kerk. Doorgaans gebeurt dit zonder polemiek, al schiet hij een enkele keer wel uit zijn slof naar de grote zus, de rooms-katholieke kerk. Een geschikt boek voor wie een vakantiedag wil uittrekken voor een aansprekende uitleg van hoe je op een eigentijdse manier christen kunt zijn in de katholieke traditie.

15 juli 2011 | VolZin 33

VOL014_32_boeken.indd 33

08-07-11 09:29


258849.indd 34

11-7-2011 9:44:41


BOEKEN ALLES IS ÉÉN DOOR ANNEMARIE POSTMA

Lynne McTaggart, The Bond, Free Press, 2011, 274 blz., € 25,99.

De illusie van afgescheidenheid, het gevoel dat wij ophouden bij de haren op onze huid, is het grootste probleem van onze tijd, zegt Lynne McTaggart in haar nieuwste boek The Bond. Een bijzonder boek waarin ze laat zien dat we veel méér zijn dan ons ooit verteld is. En ook: we zijn veel minder individueel dan altijd is aangenomen. De nieuwe wetenschap toont ons dat wij niet gescheiden zijn van elkaar, de dieren, de natuur, de aarde maar dat alles met alles verbonden is. In werkelijkheid bestaan er geen gescheiden werelden. In feite is alles één. We leven in één groot krachtenveld. Dit betekent dat mens en natuur elkaar onophoudelijk beïnvloeden. Elke handeling van jou of mij heeft gevolgen voor alles wat er gebeurt in de wereld. Een verstoorde manier van denken en handelen heeft zijn weerslag op het gehele leefsysteem. Niets staat op zichzelf, want alles is energie. Een urgente boodschap in sterk veranderende tijden. Nog niet in het Nederlands verkrijgbaar maar voor mij de absolute must read voor deze zomer.

HARD EN ZACHT DOOR BERT VAN DER KRUK

Jón Kalman Stefánsson, Hemel en hel, Ambo/Anthos, 2010, 206 blz., € 19,95.

IJsland. Ik las al veel reisboeken over het eiland, dwaalde door de Edda en de saga’s, maar een bezoek is er nog nooit van gekomen. Toch ben ik er pas geweest. Ik las Hemel en hel van Jón Kalman Stefánsson, waaruit het land dreigend en duister opdoemt, heel anders dan de reisgidsen met foto’s van kleurige huisjes en felblauwe luchten doen vermoeden. Honderd jaar geleden was het leven er hard en somber. In zachte, langzame zinnen vol poëzie tekent de schrijver in een koude wereld twee vrienden die zich warmen aan verhalen. Een van hen sterft onder het vissen, onderkoeld. Hij vergat zijn anorak mee te nemen toen hij inderhaast terug ging naar zijn hut om nog even een mooie strofe uit Het verloren paradijs van John Milton te lezen. Sterven voor de poëzie, kan het mooier? En dan ook nog in IJsland.

BINNEN KOMT VAN BUITEN DOOR MAARTEN MEESTER

Charles Taylor, Een seculiere tijd, Lemniscaat, 2010, 1146 blz., € 59,95

Omdat u een blad leest met een ‘ongebonden spiritueel’ als hoofdredacteur (hij schreef het zelf in zijn redactioneel), moet u deze vakantie een dik boek lezen. Want in Een seculiere tijd rekent de Canadese filosoof Charles Taylor af met het misverstand dat we maar kunnen geloven wat we willen, dat we puur op basis van wat we diep van binnen voelen kunnen relishoppen. Taylor laat namelijk zien dat wat we van binnen voelen grotendeels van buiten komt. Nauwgezet reconstrueert hij hoe onze innerlijke wereld zich vanaf de late Oudheid heeft getransformeerd. Wat opvalt, is de grote rol die de kerk daarin heeft gespeeld. ‘Ga niet naar buiten, keer tot uzelf in; de waarheid verblijft in de innerlijke mens’, zei Augustinus al. ‘Ongebonden spirituelen’ staan stevig in de christelijke traditie.

MEEST UITEINDELIJKE VRAGEN DOOR KOERT VAN DER VELDE

Jan Fokkelman, Het boek Job in vorm. Een literaire vertaling met toelichtingen, SUN, 2009, 274 blz., € 34,90.

Het verhaal van Job en zijn onschuldig lijden is ten hemel schreiend, universeel en actueel. Maar sla het in de Bijbel open en je kauwt op dikke plakken roggebrood. Het stilt de honger zonder je te voeden. Gelukkig zijn de diepten van het verhaal weer te ontdekken aan de hand van de uitvoerige uitleg van hebraïcus Jan Fokkelman bij zijn nieuwe vertaling van het dichtwerk. Niet vermoede structuren, heilige getallen, wijsheden en kwinkslagen liggen bloot in een verrassend frisse tekst nu deze ontdaan is van oude vernislagen. Het afschuwelijke lijden van Job, hem door zijn vrienden ook nog eens ingewreven als ‘eigen schuld dikke bult’, wordt een bron van vakantiegeluk voor wie zich met Fokkelman wil verdiepen in de meest uiteindelijke vragen die een mens zich kan stellen.

15 juli 2011 | VolZin 35

VOL014_32_boeken.indd 35

08-07-11 09:29


nieuws

Vincent Icke, Prof. sterrenkunde:

“Het is idioot de toekomst van kinderen te laten dicteren door toetsscores.”

UIT: schoolbestuur

Kerk betaalt prijs voor seksueel misbruik Ad van Luyn wenste vorige maand bij zijn afscheid als bisschop van Rotterdam geen vragen te beantwoorden over seksueel misbruik waarvan hij in zijn eerdere bestuursfuncties binnen de congregatie van de salesianen al dan niet op de hoogte is geweest. Voor iedereen zichtbaar duwde hij de camera weg. Van Luyn is intussen verhuisd naar Bonn. De Utrechtse aartsbisschop Wim Eijk, met nipte meerderheid door zijn collega’s gekozen tot Van Luyns opvolger als voorzitter van de bisschoppenconferentie, laat zich in kleine kring ontvallen dat zijn bisdom te armlastig is om smartengeld te betalen aan slachtoffers van seksueel misbruik door geestelijken. Het zijn evenzovele aanwijzingen dat in afwachting van het rapport van de commissieDeetman de spanning onder de kerkbestuurders stijgt. De commissie onder leiding van de protestantse oud-minister Wim Deetman zal niet alleen de 2.000 meldingen van misbruik in kaart brengen maar ook ingaan op de vraag of bisschoppen en religieuze oversten wel voldoende hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Het eindrapport van de commissie-Deetman wordt voor het eind van het jaar verwacht. Afgelopen weken verschenen reeds deelrapporten over de financiële schadeloosstelling en over de hulpverlening aan slachtoffers. Een commissie onder leiding van de Rotterdamse hoogleraar privaatrecht Siewert Lindenbergh adviseert de r.-k. kerk om een redelijke

De Italiaanse priester Don Bosco (1815-1888), wijdde zich aan de jeugdzorg. Een aantal van zijn volgelingen, de salesianen, worden in Nederland beschuldigd van seksueel misbruik van minderjarigen.

en rechtvaardige financiële compensatieregeling voor slachtoffers in het leven te roepen. “Het leed is natuurlijk niet in geld uit te drukken, maar als het op compensatie aankomt, is er geen alternatief”, aldus Lindenbergh. Een onafhankelijke commissie dient in individuele gevallen een compensatiebedrag vast te stellen. Het bedrag wordt gerelateerd aan de ernst van het misbruik en is afgeleid van de tarieven die binnen de Nederlandse rechtsspraak worden gehanteerd. Zij lopen uiteen van 5.000 euro voor “seksueel getinte handelingen of uitlatingen” tot 25.000 euro voor “eenmalige of herhaalde verkrachting”. In uitzonderlijk ernstige gevallen kan 100.000 euro worden toegekend. Voordat een zaak door de commissie kan worden afgehandeld moeten het misbruik en de aard daarvan door een bestaande of toekomstige klachtencommissie worden vastgesteld, of door de rechter. Ook een bekentenis door de

dader geldt als bewijs. Critici menen dat slechts een kwart van de mensen die misbruik hebben gemeld, aan deze eis zal kunnen voldoen. De totale kosten voor de r.-k. kerk worden geschat op 5 miljoen euro. Waar de bisschoppen en religieuze oversten het rapportLindenbergh nog bestuderen, zijn ze al wel akkoord gegaan met de aanbevelingen van een commissie onder leiding van oud-burgemeester Joop Bandell. In plaats van de bestaande instelling Hulp & Recht komen er twee nieuwe, onafhankelijke instanties, een platform voor hulpverlening onder leiding van de psycholoog prof. Wim Wolters en een klachtencommissie onder leiding van oud-rechter Wiel Stevens. Deze commissie zal de bisschoppen ook adviseren over strafmaatregelen tegen de daders. Deze adviezen zullen worden gepubliceerd en de voorzitter zal aftreden wanneer een bisschop het advies niet overneemt.

36 VolZin | 15 juli 2011

257880.indd 2

11-7-2011 9:41:16


personen

Budget reli-omroepen gehalveerd De kleine levensbeschouwelijke omroepen zijn boos op minister Marja van Bijsterveldt. Zij heeft besloten het budget van deze omroepen tussen 2013 en 2015 te halveren, van 27 naar 14 miljoen euro. De CDA-bewindsvrouw is van mening dat de reli-

Minister Marja van Bijsterveldt: “Ook reli-omroepen moeten bezuinigen.”

omroepen zich moeten gaan beperken tot specifiek levensbeschouwelijke taken. De omroepen reageren met: ‘wij doen niet anders.’ Tijdens het overleg met de Tweede Kamer is de minister akkoord gegaan met een motie van het ChristenUnieKamerlid Joël Voordewind. Hij heeft voorgesteld dat 7 miljoen van de geplande bezuinigingen worden overgeheveld naar de grote publieke omroepen. Met dit geld kunnen de reli-omroepen samen met de grotere omroepen algemene levensbeschouwelijke programma’s maken. Het publieke bestel kent nu zeven reli-omroepen: OHM (hindoes), Joodse Omroep, RKK (katholieken), IKON (protestanten), ZVK (zendtijd voor kerken), Human (humanisten) en BOS (boeddhisten). Moslimomroepen zijn door onderling gekrakeel niet meer in de ether aanwezig.

Erol Dora: enige christen in het

Rafiq Habib: koptische christen in

Turkse parlement.

de leiding van moslimpartij.

Voor het eerst in een halve eeuw is een christen gekozen tot lid van het Turkse parlement. Advocaat Erol Dora (47) behoort tot de Syrischorthodoxe kerk. Hij heeft de steun van de Koerdische BDP-partij. Dora wil in het parlement de stem vertolken van de christelijke en andere minderheden. De verkiezingen werden gewonnen door de islamitische AK-partij van premier Recep Tayyip Erdogan. Diens partij behaalde 326 van de 550 zetels in het Turkse parlement. Erdogan beloofde na zijn overwinning te werken aan het welzijn van alle burgers en verwees daarbij met nadruk naar de christelijke minderheid in zijn land.

De nieuwe politieke arm van de Moslimbroederschap in Egypte, de Partij voor Vrijheid en Rechtvaardigheid, heeft de Koptische christen Rafiq Habib gekozen tot vicevoorzitter. Habib (52) is psycholoog en auteur van zeven boeken over godsdienst, samenleving en cultuur. Volgens Habib wil de Moslimbroederschap een staat die “is gebaseerd op de sharia en die tegelijkertijd een moderne, burgerlijke en democratische staat is met wetten en instellingen die gebaseerd zijn op gelijke rechten en plichten van alle burgers.” Habib ligt nu onder kritiek van geloofsgenoten die de nieuwe partij als fundamentalistisch zien.

VU eerste Fair-Trade universiteit

Hoogleraren vooral atheïst

De Vrije Universiteit Amsterdam mag zich Nederlands eerste Fairtrade Universiteit noemen. Deze titel, die haar is toegekend door de Fairtrade Gemeente Campagne, geeft aan dat de VU bijzonder veel aandacht besteedt aan eerlijke handel en eerlijke producten. VU-bestuursvoorzitter René Smit is blij met de onderscheiding. Hij ziet daarin “een stimulans om nog meer dan nu rechtvaardigheid als een kwaliteit van goede producten te bestempelen. Dit streven past uitstekend bij de maatschappelijke betrokkenheid van onze universiteit”. Op de VU zijn de studentenvakbond en de Wereldwinkel al jarenlang betrokken bij Fairtrade. Cateraar Eurest heeft zich bij hen aangesloten. Zij serveren in de kantines een keur aan eerlijke producten. “Niet alleen ijs, koffie, thee en suiker maar ook jam, honing, hagelslag, chocopasta en pindakaas.” De Fairtrade Gemeente Campagne is een initiatief van de interkerkelijke ontwikkelingsorganisatie ICCO, de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels en de Stichting Max Havelaar.

Hoogleraren aan Nederlandse universiteiten wijken qua gelovigheid aanzienlijk af van de Nederlandse bevolking. Met 44 procent vormen atheïsten onder hen de grootste groep. Dat is een groot verschil met de Nederlandse bevolking waarvan 14 procent zegt atheïst te zijn. Atheïsme is de expliciete ontkenning van het bestaan van een persoonlijke God of goddelijke macht. Opmerkelijk is ook het verschil in het ‘ietsisme’ (‘er is meer tussen hemel en aarde’). Dat wordt aangehangen door

36 procent van de doorsnee Nederlanders, maar door slechts 5 procent van de hoogleraren. Geloven in een ‘persoonlijke God’ doet 24 procent van de Nederlanders, tegen 17 procent van de hoogleraren. Deze cijfers staan te lezen in een recent onderzoeksrapport van Forum C, een christelijke organisatie die zich richt op de relatie tussen levensbeschouwing en wetenschap. Een derde van de Nederlandse hoogleraren werkte aan het onderzoek van Forum C mee.

15 juli 2011 | VolZin 37

257903.indd 3

11-7-2011 9:39:10


nieuws

Syriërs zijn bang voor een ‘tweede Irak’ Een Arabische lente, dat klinkt wel mooi, denken veel Syriërs, maar zij wensen geen tweede Irak te worden waar

Syrische president Bashar al Assad is als alaviet zelf lid van een minderheidsgroep.

de godsdienstvrijheid onder druk staat. “Wij willen geen onzekerheid en geen risico op een islamitische machtsovername”, aldus de Chaldeeuwsorthodoxe bisschop Antoine Audo van de Noord-Syrische stad Aleppo. Fanatici onder de Syrische opstandelingen spreken volgens hem wel over vrijheid en democratie maar hun doel is de Arabische landen uiteen te drijven, te controleren en wapens te verkopen. Zijn katholieke collega’s steunen president Assad omdat zij weliswaar verandering willen, maar geen revolutie zoals

nu gaande is. Die zou chaos creëren. Veel christenen zijn bang dat zij na een afzetting van president Assad nog meer worden gereduceerd tot tweederangsburgers. Dat gebeurde volgens hen ook met hun geloofsgenoten in Irak na de Amerikaans-Britse militaire inval in 2003 en de verdrijving van president Saddam Hoessein. Hoewel zij tot de oorspronkelijke bewoners van het land behoren, worden christenen door extremisten gezien als vrienden van de Amerikanen en de Britten. Wekelijks worden aanslagen

gepleegd op kerkgebouwen en individuele gelovigen. Ongeveer de helft van de Iraakse christenen sloeg de afgelopen jaren op de vlucht. Het is een algemene trend in het Midden-Oosten dat christenen het gebied verlaten. In Syrië is het percentage christenen gehalveerd sinds de periode tussen de wereldoorlogen, tot 10 procent (circa 2 miljoen) nu. Minderheidsgroepen waaronder de christenen, genieten in Syrië een zekere bescherming van de staat. Assad behoort als alaviet zelf tot een minderheidsgroep.

Kardinaal Policarpo: “Geen fundamentele bezwaren tegen vrouwelijke priesters” Er zijn geen fundamentele theologische bezwaren om vrouwen in de r.-k. kerk tot priester te wijden. Veel ‘gewone’ katholieken, vrouwen en mannen, en godgeleerden verdedigden afgelopen jaren reeds deze stelling. Bij hen heeft zich nu voor het eerst een heuse ‘prins der kerk’ gevoegd. Kardinaal José da

Cruz Policarpo (75), patriarch (aartsbisschop) van Lissabon, verdedigt deze stelling in een interview met het tijdschrift AO van de Portugese orde van advocaten. Policarpo meent wel dat de kerk niet zo maar om de huidige traditie heen kan. Bovendien is de tijd volgens hem nog niet rijp om de kwestie op

de agenda te zetten. “Het zal alleen gebeuren als God wil dat het gebeurt en als het zijn plan is dat het zal gebeuren.” Volgens de kardinaal bestaat er “een fundamentele gelijkheid tussen alle leden van de kerk”. In het interview wijst hij erop dat er periodes in de kerkgeschiedenis zijn geweest dat de rol van vrouwen abso-

luut beslissend was. “Denk maar aan hun rol in kloosters, waar ze zeer hoge posities bekleedden.” Paus Johannes Paulus II verklaarde in 1994 het debat over de vrouwelijke priester voor gesloten. Policarpo is daar niet van onder de indruk. “Ik denk dat de kwestie zich niet op deze manier laat oplossen.”

Soedanezen vrezen een ‘tweede Darfur’ in Zuid-Kordofan Het onder meer vanwege oliewinning betwist gebied tussen Noord- en Zuid-Soedan dreigt, zo vrezen hulporganisaties, een tweede Darfur te worden. De burgeroorlog in de provincie Darfur heeft ruim 300.000 mensen het Oliewinning in Zuid-Kordofan, betwist gebied in Soedan.

leven gekost. Tegen de drie miljoen mensen wonen er nog in kampen. In de provincie Zuid-Kordofan is de situatie

nu uiterst kritiek. Honderdduizenden zijn op de vlucht geslagen en onbereikbaar voor hulpverlening. Het groot-

ste slachtoffer is de Nubastam die zowel christenen als moslims telt. De NoordSoedanezen beschouwen de Nuba als tweederangsburgers. De Nuba voelen zich aangetrokken tot Zuid-Soedan dat vorige week zelfstandig is geworden. Begin juni bombardeerde het Soedanese leger de provinciale hoofdstad Kadugli.

38 VolZin | 15 juli 2011

257906.indd 4

11-7-2011 9:39:28


colofon

Mary Michon (1939-2011): tv-moeder “Een bevlogen televisiemoeder”, noemt IKON-redacteur Ida Overdijk haar leermeesteres Mary Michon die op 21 juni op 71-jarige leeftijd overleed. Michon was vanaf eind jaren ’60 tot 2000 programmamaakster bij de interkerkelijke omroep. Ze maakte spraakmakende en taboedoorbrekende programma’s over maatschappelijke en ethische kwesties zoals emancipatie, multiculturaliteit en vragen rond het levenseinde. Ze werd daarvoor bekroond met talloze prijzen. Voor Een spannend bestaan ontving ze een eervolle Nipkov-vermelding en in 1997 kreeg ze de Spaanprijs voor In het teken van het hout, een vijfdelige serie over Jezus. Met haar programma’s daagde ‘La Michon’ kijkers uit “om een eigen zoektocht aan te gaan en af te dalen in de krochten van de ziel”, zegt Overdijk. “Open staan voor ervaringen die je in je leven en in de samenleving op doet, en je daardoor laten meevoeren, was haar devies. Een mens kan veranderen

en niets hoeft voor eeuwig te zijn. Traditie bestaat niet uit gestolde beelden, maar had voor haar juist waarde als er sprake was van permanente vernieuwing.” Mary Michon werd op 13 juli 1939 geboren in Breda. Ze doorliep de kleinkunstacademie en trad op in musicals, samen met Jos Brink en Frank Sanders. Naast actrice en tvprogrammamaakster was ze ook journalist en schrijfster. Zo verzorgde zij begin jaren ’70 in het weekblad Hervormd Nederland een rubriek ‘Trent’. Daarin kwamen eigentijdse verschijnselen aan de orde als communes, sensitivitytraining, hypnose, macrobiotiek en kindertelevisie. Geboren in een naar eigen zeggen ”prettig gereformeerd gezin” hechtte ze aan het woord ‘genade’, “Voor mij is God een beleving. Als geluk, als een moment van genade en altijd maar even”, bekende ze in VolZin. “Nooit een leven lang, nooit een hele dag. Een flits van geluk en dan denk ik; dit is het, adem die troost, die kracht geeft.”

tijdschrift voor zinvol leven

VolZin is de voortzetting van Hervormd Nederland en de Bazuin en verschijnt tweewekelijks Uitgave van Stichting VolZin Exploitatie Koninklijke BDU Uitgevers B.V. Redactie Eduard van Holst Pellekaan (hoofdredacteur) Cees Veltman (adjunct-hoofdredacteur) Theo van de Kerkhof (eindredacteur) Jan van Hooydonk (redacteur) Ineke Klinkhamer-van Bussel (secretariaat) Redactieadres Postbus 9435 3506 GK Utrecht Telefoon: 030 - 263 10 90 E-mail: redactie@volzin.nu www.volzin.nu Abonnementen administratie BDU Vak- en Publieksmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld Telefoon: 0342 - 494 844 Fax: 0342 - 494 299 E-mail: administratie@volzin.nu Tarieven 2011 Jaarabonnement automatische incasso � 90,85 (studenten � 72,60) Jaarabonnement via acceptgiro � 93,35 (studenten � 75,10) Jaarabonnement buitenland � 144,80 Halfjaarabonnement automatische incasso � 48,50 (studenten � 39,20) Kwartaalabonnement automatische incasso � 27,15 Opzegging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk en uiterlijk 2 maanden voor het verstrijken van de betalingsperiode. De genoemde prijzen zijn inclusief BTW. Advertentie-exploitatie BDU Vak- en Publieksmedia Hendrik Jan Joosten Telefoon: 0342 - 494 267 E-mail: h.joosten@bdu.nl Vormgeving Giesbers, Velp / Walter Bouwman Technische realisatie Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf B.V. Verschijnt ook op geluidsdrager via Loket Aangepast Lezen, info tel. 070-3381500 (keuze 2) en in grote letter via CBB, info tel. 0341-565477. © Stichting VolZin - ISSN: 1571-4004

Mary Michon: “Een flits van geluk. Dat is mijn verbeelding van God.”

15 juli 2011 | VolZin 39

257883.indd 39

11-7-2011 9:38:52


258738.indd 40

11-7-2011 14:06:36


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.