19 minute read

Innovatieplatform voor digitalisering

Innovatieplatform voor digitalisering van waterbeheer

Als gevolg van de groeiende concurrentie van spelers in andere landen is onze toppositie voor waterbeheer niet meer vanzelfsprekend. Digitalisering is nodig om deze voorsprong te behouden. Daarom hebben Rijkswaterstaat, Deltares en Van Oord DigiShape in het leven geroepen: het innovatieplatform voor de digitalisering van het waterbeheer.

Wat DigiShape uniek maakt, is de samenwerking tussen verschillende partijen binnen de sector; van overheid tot privaat en van klein tot groot. DigiShape levert hiermee een groot netwerk met een brede vertegenwoordiging van markt, overheid en kennisinstituten. Als open platform kunnen daarnaast ook niet-partners deelnemen in projecten, kennis delen en kennis opdoen. Zo zien we een langzame ontwikkeling vanuit de kern naar toeleveranciers uit andere sectoren. Naast innovatie met de eindgebruiker is Digishape voor hen ook als etalage interessant. Behalve de huidige vijftien deelnemers heeft DigiShape een actieve community met meer dan 120 organisaties, waarvan inmiddels 25 procent van buiten de watersector. Binnen de DigiShape-community wordt in alle openheid samengewerkt en delen de partners hun inzichten en uitdagingen met als ultiem samen sterker te worden. De nadruk bij DigiShape-projecten ligt op de toepassing en op het handelingsperspectief

IN ‘T KORT - DigiShape

Onze toppositie voor waterbeheer is niet meer vanzelfsprekend

Digitalisering is nodig om deze voorsprong te behouden

Daarom hebben Rijkswaterstaat, Deltares en Van Oord DigiShape bedacht

Een innovatieplatform voor de digitalisering van het waterbeheer voor de eindgebruiker. Vernieuwing staat hierbij centraal; het doel is gezamenlijk en precompetitief te experimenteren om tot toepassingen te komen die bruikbaar zijn voor de partners van DigiShape en bijdragen aan het toepassen van nieuwe technologie binnen de sector. Het DigiShape-programma is vormgegeven als een matrix. De verticale programmalijnen richten zich op de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen die gerelateerd zijn aan de watersector. Deze uitdagingen worden aangepakt aan de hand van data gedreven oplossingen: de horizontale programmalijnen. Aan de hand van deze programmalijnen zetten we binnen DigiShape de horizon voor digitale transformatie op vijf tot tien jaar vooruit. Voor elk van de programmalijnen is een toekomstvisie geschetst.

Water en Energie

Behalve energie opgewekt door drijvende zonnepanelen en windturbines op zee worden zowel grond- als oppervlaktewater benut als belangrijke energiebron. Om de maximale capaciteit te benutten zonder het systeem te verstoren wordt het gebruik gecontroleerd middels directe monitoring en voorspellende modellering. De belangrijkste duurzame energiebronnen worden bijgeschakeld afhankelijk van de energiebehoefte en de omstandigheden voor opwekking (zon, wind). Hierbij speelt de opslag van overtollige energie een belangrijke rol. We zijn in staat om water op dynamische wijze en digitaal gestuurd op te slaan en beschikbaar te maken op die plekken waar water het hardste nodig is. Hierdoor wordt grote economische of ecologische schade voorkomen. Belemmeringen van het vaarwegverkeer als gevolg van een lage waterstand behoren tot het verleden door het versoepelen van de interface tussen water en weg.

Digitale Dijkmonitoring

Onze waterkeringen worden niet langer meer volgens een vaste jaarplanning onderhouden. Een nationaal dashboard geeft permanent inzicht in de toestand van de dijken, zowel onder droge als onder natte omstandigheden, maar ook bij (onverwacht extreme) belasting. Satellietmonitoring, drones en in-situ-sensoren zijn een belangrijke toevoeging op de visuele

Het logo van Digishape.

inspectie. De informatie van al deze bronnen wordt optimaal gecombineerd. Daardoor hebben we altijd een goed beeld van de veiligheid van onze dijken en kunnen we crisismaatregelen, onderhoud en versterking plannen waar en wanneer dat nodig is. Multifunctioneel gebruik van de schaarse ruimte op de Noordzee is goed mogelijk. Ongevallen behoren tot de uitzonderingen doordat al het verkeer, groot en klein, continu gemonitord worden. Beschikbare ruimte wordt optimaal benut voor economische en Bij logistiek en met name bij transport over water nemen we nauwkeurig gefundeerde beslissingen wat betreft aanleg en onderhoud van infrastructuur of in te stellen verkeersregels. Terwijl we zo goed mogelijk rekening houden met consequenties in termen van onder andere CO2-footprint, vertroebeling, onderwatergeluid en verkeersveiligheid.

Datagedreven oplossingen

Op het gebied van datagedreven oplossingen werken we bijvoorbeeld aan dataverzameling: het stimuleren van het werken met de beschikbare (open) databronnen binnen de watersector. Sensoren zijn klein, autonoom en registreren alle relevante aspecten van ons systeem. Naast monitoring op microschaal kan ook middels remote sensing op macroschaal met grote dichtheid zowel ruimtelijk als temporeel data worden ingewonnen. Ook data inwinning door burgers is een belangrijke bron van informatie. Voorts is er oog voor dataopslag en -uitwisseling: versterken van gebruik en uitwisseling van data, analysetools en modellen via onder andere de cloud-technologie. We zijn in staan om de exponentieel groeiende hoeveelheid data op efficiënte wijze op te slaan, te bundelen en te ontsluiten. Voor de sturing van de processen zijn snelle, zelflerende modellen nodig. Hierin is open software methodiek ook een basisvoorwaarde voor samenwerking binnen Digishape. Digital

Twins (virtuele versie van een object of systeem) worden steeds nauwkeuriger, verbeteren zichzelf en kunnen near-real-time voorspellingen doen. Tot slot is datavisualisatie een kernpunt. Hoewel we steeds meer naar een gedigitaliseerde wereld gaan, blijft de mens cruciale beslissingen (willen) nemen. Hiertoe wordt het steeds belangrijker om de veelheid aan data en informatie op een zinvolle manier aan de eindgebruiker te kunnen presenteren en de mogelijkheid te bieden hiermee te interacteren. Nieuwe methoden als Augmented Reality en Virtual Reality zijn inmiddels doorontwikkeld en een gangbaar alternatief.

Projecten

Binnen DigiShape werken de partners voortdurend aan de ontwikkeling van nieuwe tools en producten. Zo is in 2020 door de partners (in samenwerking met eindgebruikers) gewerkt aan een plan voor de ontwikkeling van een Digital Twin voor dijkmonitoring. De DigiTwin combineert geologische, geotechnische en geofysische data en informatie met real-time aardobservaties en bestaande gegevens van waterkeringen. Zo ontstaat een actueel 3D-digitaal model van de opbouw en eigenschappen van waterkeringen met ongekend hoge resolutie. Met combinaties van fysica, kunstmatige intelligentie en een te ontwikkelen gedragsprotocol wordt de stap gezet naar tijdsafhankelijke simulatie van het gedrag (4D) van de kering in situaties als extreem hoog water of aanhoudende droogte. Om dit doel te bereiken wordt een prototype instrumentarium ontwikkeld en getest. Om aan te tonen dat voor alle dijksecties in Nederland een digitale tweeling van waterkeringen te realiseren is, zijn drie praktijksituaties geselecteerd voor de toepassing. Deze cases zijn samengesteld in nauw overleg met de betrokken waterkering beheerders. De cases worden gebouwd met bestaande (aanwezige) datasets en waar mogelijk met nog in te winnen real time gegevens en dienen ter validatie van de juistheid en bruikbaarheid van de technologie. De resultaten van de cases worden gevisualiseerd in een 3D/4D-omgeving, waardoor deze eenvoudig toegankelijker worden voor eindgebruikers. Naast de inbreng van de partners wordt dit project ondersteund vanuit de topsectoren in het kader van de Kennis en Innovatieagenda Missie Landbouw, Water en Voedsel.

Digitale topwatersector

Met DigiShape bouwen de partners gezamenlijk aan een toolbox die hun toegang geeft tot de nieuwste data, tools en algoritmen, met als doel het streven naar efficiënter en kwalitatief hoogwaardiger beheer en uitvoering. Door samen op te trekken wordt versnippering voorkomen, snelheid gemaakt door te leren van elkaars fouten en ontstaat de kritische massa om nationaal en internationaal het verschil te maken. De komende periode worden meerdere projecten in uitvoering gebracht. In Land+Water houden we u op de hoogte van de ontwikkelingen en behaalde resultaten.

Deze matrix laat zien aan welke onderwerpen aandacht wordt geschonken.

Wouter Zomer is algemeen directeur en adviseur; Sander Steenblik is adviseur (beiden bij BZIM); Chris Karman is eigenaar CONEXYS en kwartiermaker DigiShape.

Digital Engineering Community in tweede versnelling

De Digital Engineering Community (DEC) is een initiatief van Heijmans, BAM Infra Nederland en Ballast Nedam om samen de digitalisering van het bouw- en ontwerpproces te versnellen via het Viktor-platform. Na succesvolle eerste ontwikkelingen breidt de groep nu uit met Boskalis, Dura Vermeer, Mobilis, Van Oord en Volker Wessels.

Heijmans is een van de eerste bedrijven dat het Viktor-platform op grotere schaal toepast. Onder meer bij Wintrack, Wilhelminakanaal en Dijkversterkingsproject Gorichem - Waardenburg. Het bleek erg waardevol om de technische uitdagingen van deze projecten te combineren met de automatisering van het bouw- en ontwerpproces. Kennis en kunde wordt hierdoor schaalbaar en het aantal gegenereerde oplossingen nam enorm toe. Zo konden bij het project Wilhelminakanaal eenvoudig allerlei schadescenario’s voorgerekend worden en werd het gesprek daarover gevoerd met de opdrachtgever. Bij het project Wintrack II was het mogelijk om met een druk op de knop de meest optimale fundatie te ontwerpen op basis van bouwgerelateerde criteria en bij het project Dijkversterking Gorichem – Waardenburg kunnen de ontwerp stabiliteitsberekeningen veel sneller worden gedaan.

IN ‘T KORT - DEC

De DEC is een initiatief van Heijmans, BAM Infra Nederland en Ballast Nedam

DEC moet digitalisering van het bouw- en ontwerpproces versnellen

Na succesvolle eerste ontwikkelingen breidt de groep nu uit

Om DEC meer zichtbaarheid te geven is digitalengineeringcommunity.nl opgericht

Eerste samenwerking

Je zou verwachten dat een concurrerende bouwonderneming dit soort innovaties dicht bij zich houdt om zich te onderscheiden ten opzichte van de collegabedrijven. “Dit was ook wel de eerste impuls”, lacht Marcel Simons. Hij is manager bij Heijmans Infra en bestuurslid bij de Vakgroep Ingenieursbureaus Bouwondernemingen. Toch koos Heijmans ervoor om een samenwerking te zoeken. Dat heeft te maken met het feit dat Heijmans tijdens de eigen ontwikkelingen twee belangrijke observaties deed. “Enerzijds zagen wij dat onze collegabouwbedrijven min of meer met hetzelfde bezig waren. En minstens zo belangrijk, als iedereen dit naast elkaar doet, is het onnodig kostbaar en langzaam”, aldus Simons. Deze redenen waren de aanleiding voor Heijmans om een aantal infrabedrijven via de Vakgroep Ingenieursbureaus Bouwondernemingen te benaderen voor een ontwikkeling van een gezamenlijke applicatie. “Dit was in 2018 met een aantal sessies over twee spannende onderwerpen: digitalisering en samenwerking. Halverwege 2019 kwamen we er met Ballast Nedam, BAM en Heijmans uit dat we dit moesten gaan proberen.”

Grondlichamen-applicatie

Dit leidde tot de start van de ontwikkeling van een Grondlichamen-applicatie. Om de ontwikkeling te starten werd vanuit elk van de bedrijven een Product Owner (senior geotechnisch adviseur) aangesteld om gezamenlijk na te denken over welke functionaliteit nodig was om de applicatie succesvol te maken. Na de start bleek dat de wensen per bedrijf niet zo verschillend waren waardoor keuzes tussen ‘must have’ en ‘nice to have’ snel waren gemaakt. Een interessant ogenblik in de ontwikkeling van de applicatie was het moment dat de gebruiker van de applicatie veranderde van geotechnisch adviseur in een andere eindgebruiker, in dit geval de kostendeskundige en planner. De applicatie maakt het mogelijk dat beide zelfstandig, zonder tussenkomst van de geotechnisch adviseur (maar wel vooraf gecontroleerd), op zoek kunnen gaan naar de beste ontwerpoplossing voor het project. De ontwikkelde applicatie is een succes. Iets wat op voorhand niet was in te schatten aangezien een gezamenlijke ontwikkeling als deze niet eerder was gedaan. Ook de samenwerking tussen de bedrijven was zeer positief en het gevoel ontstond dat samenwer-

ken misschien wel essentieel is. Het idee van de DEC was geboren.

Oprichting DEC

In februari 2020 zijn de resultaten van de Grondlichamen-applicatie gepresenteerd aan de bedrijven die in 2018 bij de eerste gesprekken betrokken waren. De meeste bedrijven hadden sinds 2018 intern geëxperimenteerd met coderen en applicaties ontwikkelen en ongetwijfeld is de conclusie getrokken dat professioneel ontwikkelen meer tijd en geld kost dan aanvankelijk gedacht. De tijd was rijp om te onderzoeken of samen ontwikkelen mogelijk is. De partijen hebben nu de volgende ontwikkelingen die gezamenlijk gaan worden opgepakt gedefinieerd. Er wordt een gww-toepassing ontwikkeld die een universele koppeling maakt van en naar Civil3D, MxRoad en AHN. Als tweede ontwikkeling wordt een applicatie gemaakt voor het ontwerp van een paalfundatie, waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen Scia Engineer en D-foundation. Bij beide ontwikkelingen doen acht bouwbedrijven mee. Viktor zelf is geen deelnemer, maar faciliteert op basis van ervaring en expertise. Het feit dat de applicaties op het Viktor-platform worden ontwikkeld, is een logische keuze. “Het platform is speciaal ontwikkeld voor technische bedrijven, heeft een rijke hoeveelheid aan digitale bouwblokken voor onze sector die snel groeit en faciliteert samenwerken aan en distribueren van applicaties”, verklaart Simons. “Ook heeft het een meer praktische reden. Alle deelnemers maken afzonderlijk gebruik van het platform. Hierdoor ontwikkelen we op dezelfde wijze wat het samenwerken mogelijk en efficiënt maakt. Ook is de output leesbare (Python) code waarmee bedrijven zelfstandig weer verder kunnen. Daarnaast maken we gebruik van hun kennis en kunde. Door hen in te schakelen, leggen we een deel van de verantwoordelijkheid buiten de deur. Onze eigen ontwikkelaars die meedraaien, leren hiervan maar tegelijk is er een hoge mate van zekerheid dat ontwikkelingen binnen tijd en budget worden opgeleverd. De Product Owners van de bedrijven blijven wel verantwoordelijk voor de functionaliteit van de applicatie. De ontwikkeling van de Grondlichamen-applicatie heeft geleerd dat die scheiding van verantwoordelijkheden goed werkt en de samenwerking versterkt.”

Samenwerking

De manier van samenwerking gaat tot op heden zeer voorspoedig en eigenlijk vanzelf. Bouwers zijn van nature gewend samen te werken op projecten en ook op dit nieuwe thema is te merken dat we elkaar eenvoudig kunnen vinden in de onderwerpen en vertrouwen hebben over en weer. Natuurlijk worden zaken als intellectueel eigendom contractueel vastgelegd, maar dit is op hoofdlijnen en vooral niet in detail, vertrouwen staat centraal. DEC gaat ervan uit dat iedereen vanuit een positieve instelling meedoet en een naam heeft te verliezen. Het staat een ieder ook vrij om mee te doen met een ontwikkeling, eventueel door later aan te sluiten. De manier van meedoen kan zijn het leveren van bestaande code die bruikbaar is, het beschikbaar stellen van een ervaren programmeur of gewoon in euro’s. Uitbreiding met andere bedrijven ligt voor de hand en is wenselijk.

De toekomst

Om de community meer zichtbaarheid en herkenbaarheid te geven, is de website digitalengineeringcommunity.nl opgericht. “Doel van de website is vooral ook om te laten zien wie meedoen en wat we allemaal aan het ontwikkelen zijn. Hopelijk wordt het breder in de markt herkend dat alleen maar alleen is en dat samen ontwikkelen de toekomst moet zijn. We roepen daarom alle partijen uit de sector met interesse op om contact op te nemen!”

DEC

De Digital Engineering Community (DEC) is in oprichting (formele start eind februari) en bestaat uit een niet exclusieve samenwerking van de bedrijven Ballast Nedam, BAM, Boskalis, Dura Vermeer, Heijmans, Mobilis, Volker Wessels en Van Oord. De aangesloten bedrijven binnen de DEC kunnen onderwerpen voor ontwikkeling aandragen en periodiek wordt besproken wie er mee wil doen bij welke ontwikkeling. Er is geen verplichting om bij alle ontwikkelingen aan te sluiten en de mogelijkheid bestaat om later alsnog aan te sluiten. Binnen de DEC worden digitale bouwblokken modulair ontwikkeld. Digitale bouwblokken kunnen van alles zijn, van algemene functies als berekenen van een paalkopwapening tot een integrale koppeling met Civil3D.

Léon Tiggelman is productmanager Parametrisch Ontwerpen, Dura Vermeer Divisie Infra; Wouter Riedijk is mede-oprichter en business developer bij Viktor.

Spuitkopcamera voor doelmatig rioolbeheer

Een spuitkopcamera neemt een video op tijdens het reinigen van rioolleidingen om waardevolle data te verzamelen van voor-, tijdens- en na de reiniging. Op basis van een reinigingsvideo wordt het verschil waargenomen tussen een schone, in goede staat verkerende buis, en een buis met vuil en/ of afwijkingen, zoals: scheuren, waterinfiltratie, wortels of doorstekende inlaten.

Door gebruik te maken van reinigingsvideo’s, krijgt een rioolbeheerder meer grip en informatie om inspectie en andere beheermaatregelen doelmatig in te zetten. Ondergrondse leidingen voor riool en (vuil) water worden, veelal volgens meerjarige interval, met hogedruk gereinigd en vervolgens met camerarobots geïnspecteerd, om de toestand en werking van deze infrastructuur te waarborgen. In meer dan de helft van de geïnspecteerde leidingen worden geen afwijkingen gevonden. Daarnaast wordt er tijdens het reinigen vaak weinig informatie verzameld en/of verwerkt. Zonde, want op basis van de vervuilingsgraad kan worden bepaald of reiniging nodig was, en op basis van een reinigingsvideo kan worden bepaald of een gedetailleerde inspectie of andere beheersmaatregel nodig is. Daarnaast kunnen de huidige (en toekomstige) softwaresystemen nog veel meer informatie uit reinigingsdata halen welke kan worden gebruikt voor doelmatig beheer.

IN ‘T KORT - Spuitkopcamera

Een spuitkopcamera neemt een video op tijdens het reinigen van de riolering

Hiermee wordt waardevolle data verzameld van voor-, tijdens- en na reiniging

Een rioolbeheerder kan inspectie en beheermaatregelen zo doelmatig inzetten

De camera wordt aan de hogedrukslang van het reinigingsvoertuig geschroefd

De spuitkopcamera geeft extra informatie voor onderhoudsbeheer.

Waardevolle informatie

Met deze gedachte heeft Sewer Robotics, fabrikant van de multi-inzetbare rioolrobot voor inspectie, reiniging en renovatie, de C70-spuitkopcamera ontwikkeld. De C70 is een hogedrukspuitkop met verlichting en een zelf-nivellerende HD-camera op batterijen om video op te nemen tijdens hogedrukreinigen van leidingen. Dat waardevolle informatie kan worden verzameld tijdens de reiniging werd tevens bevestigd door Stichting Rioned, dat reiniging recent heeft opgenomen in het vernieuwde standaardformaat voor gegevensuitwisseling: GWSW-RibX.

Spuitkopcamera

De C70-spuitkopcamera wordt net als conventionele hogedruk spuitkoppen (nozzles) aan de hogedrukslang van het reinigingsvoertuig geschroefd. Zodra de reiniging begint en de hogedruk de spuitkop bereikt gaat de verlichting aan en start de opname. De reiniger hoeft dus niets anders te doen dan de buis te reinigen zoals hij of zij gewend is. Tijdens het reinigen wordt de video in HD-formaat opgeslagen in de spuitkop. Wanneer de leiding is gereinigd en de hogedruk wordt afgezet stopt de opname en gaat de verlichting weer uit. Eenmaal boven de grond zal de C70-spuitkopcamera automatisch via Wi-Fi synchroniseren met de tablet in het reinigingsvoertuig. Vervolgens zorgt de tablet dat de video samen met de datum, tijd en GPS-locatie wordt opgeslagen in de Sewer Analytics Cloud volgens uniform uitwisselingsformaat (GWSW-RibX). Door het opnemen en synchroniseren van de reinigingsvideo’s te automatiseren heeft Sewer Robotics ervoor gezorgd dat de C70-spuitkopcamera tegen minimale extra inspanning kan worden gebruikt en gemakkelijk integreert in de huidige werkwijze.

Integratie met beheersystemen

Na synchronisatie met de Sewer Analytics webapplicatie is de data direct toegankelijk voor de inspecteur of beheerder om de video gemakkelijk te vinden, bekijken, (delen met de opdrachtgever,) voorzien van meer informatie en indien nodig volgende beheersmaatregelen te prioriteren. Tevens kan de data gemakkelijk worden geëxporteerd in uniform RibX-formaat, voor koppeling met huidige software systemen die gemeenten en aannemers reeds gebruiken voor doelmatig beheer. Een reinigingsvideo is niet bedoeld om een gedetailleerde inspectie te vervangen, maar biedt wel voldoende informatie om deze gedetailleerde inspectie en andere beheersmaatregelen in te zetten waar deze daadwerkelijk nodig zijn. Hierdoor kunnen kosten, inspanning, overlast, brandstof en CO2-uitstoot worden bespaard en het overgebleven budget worden ingezet om de gewenste beheersmaatregelen direct uit te voeren. Naast de efficiëntie verbetering voor gemeenten biedt een reinigingsvideo extra zekerheid. Het geeft beheersoftware meer informatie voor nauwkeurige voorspellingen en rioolbeheerders een extra controle mogelijkheid om de geleverde kwaliteit van uitvoerders te waarborgen.

VLCV-innovaties bij aanlanding kabels

Voor de aanlanding van twee exportkabels van TenneT bij Borssele hebben Van Leeuwen Sleufloze Technieken en C-Ventus Offshore Windfarm Services de Direct Drill-methode toegepast en daarmee de No Dig Award en de Publieksprijs 2020 binnengehaald.

VLCV heeft innovatieve technieken gebruikt bij de aanlanding van twee exportkabels.

De kabels zijn nodig om windenergie van zee aan land te brengen, als onderdeel van de groene energietransitie. De probleemstelling die werd gepresenteerd, was dat TenneT een optimale en efficiënte oplossing zocht voor het project in Borssele voor het aanbrengen van mantelbuizen in een instabiele omgeving, het voorkomen van milieurisico’s met betrekking tot vervuiling in Natura 2000-gebied, risicobeheersing ten aanzien van weersinvloeden, geen menselijke handelingen op -50 m waterdiepte ter plaatse van einde mantelbuis/ boring en optimale bescherming bieden voor het intrekken van de exportkabels vanaf het kabellegschip vormden hierbij uitdagingen.

Gekoppeld aan boorkop

De Direct Drill-methode is een VLST-ontwikkeling die voor dit project perfect toepasbaar was. Het specifieke van deze innovatieve techniek is dat de mantelbuis, vanaf boorlocatie, door een roterende Pipe-Pusher, met een capaciteit van 130 ton, wordt aangebracht. De geprefabriceerde mantelbuis is gekoppeld aan de boorkop met meetsysteem. Deze gehele buislengte wordt dan in een keer naar de plaats van bestemming geboord. Na

IN ‘T KORT - Direct Drill

VLCV heeft bij het project in Borssele de Direct Drill-methode toegepast

Met deze methode heeft het bedrijf de No Dig Award 2020 binnengehaald

De mantelbuis is door een roterende Pipe-Pusher aangebracht

Deze buislengte wordt dan in een keer naar de plaats van bestemming geboord aankomst in de exitpit op een waterdiepte van -50 mtr is de mantelbuis dus direct geïnstalleerd en wordt de boorkop op afstand afgekoppeld en geborgen. Door toepassing van Direct Drill-techniek kunnen we kritische aspecten voor offshore-activiteiten verminderen. Er is geen uitleglengte voor de mantelbuis benodigd bij het uittredepunt gelegen op zee, daardoor is minimale inzet van offshore-equipement nodig en kan men onafhankelijk werken ten opzichte van sterk veranderlijke weersituaties op zee.

Innovatieve technieken

Op het project Borssele werd de Direct Drill gestart vanaf een Drill Barge, gelegen nabij de kustlijn, waarop het nodige boorequipment geplaatst was. Vanaf de Barge zijn twee casingbuizen aangebracht om mudretour te garanderen naar de Barge zodat er geen mud in het Natura 2000-gebied kon wegstromen. De diameter van de mantelbuis is 406,4 mm. De lengte van de Direct Drill-boringen waren ca. 500 meter en uittredepunt is in de Westerschelde op -50 m waterdiepte. Op deze diepte met hoge stroming en geen zicht is de complete boorkop afgekoppeld door een speciaal voor dit project ontworpen disconnect-systeem. De boorkop is middels een ROV (onderwaterrobot) en DP2 schip geborgen en naar de wal gevaren. Nadat de boorkop verwijderd was van de DN400-mantelbuis moest er een Bellmouth geplaatst worden op de mantelbuis zodat de in te trekken exportkabel niet beschadigd raakt tijdens het intrekken. Om deze Bellmouth aan de mantelbuis te koppelen, is er een speciaal koppelingssysteem ontwikkeld. De Special Easy Connect (SEC) moet exact in de mantelbuis passen. Deze SEC steekt vervolgens een gedeelte uit de mantelbuis om zo de Bellmouth aan te koppelen. Deze werkmethode vergde intensieve voorbereiding.

In een keer goed

Ontwerp van de Bellmouth en tools, boorequipment en offshore-equipment, boorploeg en offhore personeel, alles moest kloppen om deze actie in een keer te doen laten slagen. Na het aankoppelen werd de Bellmouth over de mantelbuis getrokken tot exacte positie. De gehele Bellmouth assembly werd verlijmd aan de stalen mantelbuis met een speciaal zoutwater bestendige componentenlijm die geïnjecteerd werd tussen de Bellmouth en de mantelbuis vanaf wateroppervlak. Om te voorkomen dat de lijm niet wegvloeide langs de te verlijmen gedeeltes werden vooraf vier keringen geactiveerd op afstand. Voor uitvoering is de verlijming in een testopstelling met een trekproef op werkelijke grootte uitgevoerd en akkoord bevonden door Tennet en Boskalis. Van Leeuwen Specials en C-Ventus Offshore Windfarm Services zijn een joint venture aangegaan onder de naam VLCV en hebben samen het gehele project uitgewerkt en gerealiseerd naar tevredenheid van TenneT.

Bij het ontwerp

Al in de engineeringfase is rekening gehouden met optimalisaties op de diverse aspecten. De projectlocatie had unieke uitdagingen vanwege de werklocatie (Natura 2000), getijden, hoge stroming, geen zicht op 50 m waterdiepte en uitvoering in winterperiode. De aanlandingen zijn conform probleemstelling ontworpen. Ontwikkeling van het op afstand afkoppelen van boorkop en plaatsen van Bellmouth op afstand heeft ervoor gezorgd dat de exportkabels probleemloos zijn ingetrokken.Hierdoor is het concept een geslaagde overall innovatie. De productinnovatie heeft een bijdrage geleverd aan de groene energietransitie voor het windmolenpark Borssele. De projectfilm is te zien op https://vlst.com/vlspecials/vlcv-borssele.

This article is from: