Beetje Nederlands 3.1 Numbers Fenoulehet, J. (2003), Hugo Dutch in Three Months, Dorling Kindersley Limited 3.2 Verbs & Direction Gaan ik ga hij/zij/het gaat u gaat wij/jullie/zij gaan
to go I go he/she/it goes you go (polite form) we/you/they go
Wij zijn in Rotterdam Wij gaan naar de Erasmusbrug naar de / het
We are in Rotterdam We are going to the Erasmus bridge to the
Rijden ik rij hij/zij/het rijdt u rijdt
to drive / to ride i drive / ride he/she/it drives / rides you drive / ride (polite form)
Wij zijn er
We are here / we have arrived
rechtdoor links linkaf rechts rechtsaf
straight left [turn] left right [turn] right
Ga rechtdoor tot het stoplicht Bij het kruispunt rechtdoor " linksaf " rechtsaf
go straight till the stop light at the crossing go straight " turn left " turn right
Eerste Tweede Derde Bij de eerste straat rechtsaf Bij het derde stoplicht linksaf volgende
first second third Turn right at the first street on your right Turn left at the third stop light next
Na de kerk voor het pomp station naast, achter, voor, voorbij het is achter dat gebouw derde afslag op de rotonde neem afslag 'amsterdam'
after the church before the gas station next to, behind, in front, past it's behind that building third exit on the roundabout take exit 'amsterdam'
steek de weg over vervolgens, daarna, dan vervolgens steek je over trein, tram / metro, bus bus/tram halte weg, straat, snelweg gebouw
cross the road after that, next, then then you cross the street train, tram / metro, bus bus stop road, street, highway building
3.3. Gezegde Er zijn vele wegen die naar Rome leiden
Many roads lead to Rome [there are many ways to reach your goal]