be.passive #15 NL

Page 1

15 apr mei jun 2013

flash 08 focus 14 global view 16 face to face 18 de platformen... 22 gezien en gehoord 23 perspectief 24 beeldspraak 28 carte blanche 32 gedeelde architectuur 32 passive story 34 what's up 36 niet-residentieel 39 thema 50 tips & tricks 56 phpp 60 be.batex 60 onze studenten 70 renovaties 73 details 80 be.global 88 cijfers 90 rechterhoek 94 afgiftekantoor 2099 Antwerpen X P 910294

be.passive driemaandelijks blad voor de passiefhuisstandaard > www.bepassive.be

10 years



1 wens: kies ervoor edito

Bernard Deprez

t is er onwaarschijnlijker dan een fiets? Bestaat er een object dat nog minder in staat is te verwijzen naar een van evenwicht? Met dit object voor ogen hebben we het volste recht om sceptisch te zijn. Hoe stresserend t trouwens niet toen u 6 of 7 was en papa "voor het eerst" de steunwieltjes wegnam en u uw eerste rondjes s een echte "grote jongen" of "grote meid"? Sindsdien, en waarschijnlijk ondanks enkele pijnlijke valpartijen, nochtans fietsen. En zelfs als u niet meer fietst, weet u dat u het kunt. n passiefwoning zonder grote centrale verwarming is als een fiets zonder steunwieltjes. Wat is er schijnlijker dan een comfortabel huis zonder radiator? Wat lijkt er minder haalbaar dan een passieve chtheid1? Wat is er stresserender dan die "eerste keer" dat Brussel in de buurt komt van de verplichting? toch gaat het vooruit2! Uiteraard zijn er mensen die twijfelen of veroordelen. "Te duur"! Ja, het is duurder3. bouw is niet voor bobo’s die graag een "revolutie zonder inspanning" zouden willen. Hoewel er premies zijn passiefbouw aan te moedigen, volstaat dit niet om de operatie op 5 of 6 jaar tijd te rentabiliseren, zoals wel al is met, bijvoorbeeld, de groenestroomcertificaten. Volgens sommigen zou de lage-energiebouw rationeler ucratiever") zijn om hernieuwbare energie te produceren en te consumeren (in het bijzonder de groene iteit die dergelijke certificaten oplevert).

1 Gelooft u dit, lees dan het artikel "3.996 Blower Door ® testen" op p.88. 2 Zie de getuigenissen van opdrachtgevers, architecten, aannemers, enz. in Het verhaal achter de Voorbeeldgebouwen in Brussel, Lannoo, 2012. 3 Voor een discussie zonder complexen over de kosten, kunt u kijken naar het filmpje "De kosten van duurzaam bouwen" op de website van de Confederatie Bouw van Brussel Hoofdstad, zie www. confederationconstruction. be/bruxellescapitale/fr-be/ home.as

daag beginnen we echter te zien wie echt betaalt om dergelijke rendementen te garanderen: u en ik! De ningen waaruit zou blijken dat de passiefbouw te duur is, berusten op financiële structuren die als ze al niet zichtig zijn, toch minstens kwetsbaar en zeker niet erg duurzaam zijn. Dat mijn buurman zich vergist, betekent rd niet dat ik sowieso gelijk heb. Als de politiek van de groenestroomcertificaten echter verder uitdooft, dan we binnenkort te maken hebben met deze heel eenvoudige waarheid: de beste energie blijft de energie die verbruiken. aar: in 2002 ontstond het Nederlandstalige Passiefhuis-Platform in Antwerpen. Sindsdien werd al een lange gelegd met de oprichting van het Franstalige neefje in 2006, werkelijkheid (en nu kom ik terug bij de fiets) heeft de "dynamiek" van de markt altijd gelijk. De technischële studies worden snel ingehaald door de dynamieken die ze in hun netten proberen te strikken: prijs, js, vakmanschap, enz. De realiteit van de passiefbouw is die van een wereld die zich aan het vormen is: net e fiets is deze wereld consistent omdat hij vooruit gaat. De passiefbouw gaat vooruit om de technieken, de en de kosten te beheersen, om betaalbaarder en betrouwbaarder te worden. Vandaag is de inzet economisch. ies hier moet de overheid goed begrijpen dat de bouwsector vergeleken moet worden met een peloton dat de d beheert; de aannemers kunnen nooit sprinters worden zonder de steun van de overheid. n wens voor de volgende 10 jaar: laten we de passiefbouw niet terugdringen tot een begrip van technische ementaire aard. Laten we de passiefbouw niet militariseren. Laten we het gebruiken als een energetische anner die iedereen, zowel de professional als de opdrachtgever, de kans biedt te kiezen voor consuminderen. s voor passiefbouw en maak er een radicalere vorm van uw professionele en burgeractie van. ■ edito

be.passive 15

3


inhoudsopgave

06

14

16

18

Terre: economie met een menselijk gelaat

wanneer gaan we waar naartoe?

Michel De Paepe en Sebastian Moreno-Vacca

30

32

34

36

nieuwe basisnormen voor de brandveiligheid

open brief aan de sceptici met betrekking tot de passiefbouw

Michel Nederlandt, kantoor Elia

1 star voor de thermische en akoestische renovatie

60

70

73

80

5 woningblokken te renoveren

153 renovaties

de gecontroleerde vraaggestuurde natuurlijke ventilatie

on the spot

focus

de platformen aan het woord carte blanche

be.batex

onze studenten

37 nieuwe voorbeeldprojecten

4

be.passive 15

inhoudsopgave

global view

passive story

renovatie

face to face

what's up

detail


26 beeldspraak Nicolas Olivier 2013

22

de platformen aan het woord gezien en gehoord

perspectief

24

28

Brussel Passief 2015, hoe is het zover kunnen komen?

no man's land

2015 passief: het Brusselse Besluit in detail

56

60

39

23

50

de platformen aan het woord

niet-residentiĂŤle projecten

thema

5 kinderdagverblijf

10 years

84

88

90

94

stro, een materiaal van de toekomst

4 tools voor classificatie

3 996 BlowerDoor ÂŽ testen

oplevering van de werken en het passiefcertificaat

detail

be.global

tips & tricks

phpp

ConnnectTools

cijfers

rechterhoek

inhoudsopgave

be.passive 15

5


foto

Olivier Anbergen

on the spot

toren in Charleroi Er wordt 25 733 m² gebouwd voor het nieuwe hoofdkwartier van de politie en de uitbreiding van Charleroi Danses. De elliptische toren van dit ambitieuze project, uitgewerkt in DBFM (design, build, finance & maintain), is 75 m hoog. opdrachtgever : Groupe CFE / Ville de Charleroi architect : Ateliers Jean Nouvel met MDW Architecture energie studiebureau : VK Engineering, DTS & Co, MATRIciel, Venac aannemer : Groupe CFE â–

6

be.passive 15

on the spot


on the spot

be.passive 15

7


01

tekst Adriaan Baccaert, Bernard Deprez, Sebastian Moreno-Vacca

01

06

04

8

be.passive 15

05

flash


01 Casa Mirador Chili heeft de passiefstandaard ontdekt, en hoe! Casa Mirador van architect Matías Zegers is een paviljoen, speciaal ontworpen voor het houden van wijnproeverijen. De locatie is idyllisch: op de top van een heuvel, naast een eenzame meidoorn, met uitzicht over eindeloze wijngaarden. De passieve principes waarop het ontwerp gebaseerd is, het gebruik van zonne-energie en hergebruik van water maken het plaatje helemaal af. Een project om in te kaderen! architect : www.matiaszegers.com

02 Een passiefwoning door de architecten van Ignatov

02

Het Equinox-huis, tegen een heuvel aangebouwd ten zuiden van Kavarna langs de Bulgaarse kust, kijkt uit over de Zwarte Zee en werd, zoals de naam al laat vermoeden, zorgvuldig uitgelijnd ten opzichte van de zonnebeweging om zo te voldoen aan de energiebehoeften. Het ligt half onder de grond, werd gebouwd in beton en telt enorme glaspartijen die volledige zuidelijk georiënteerd werden. Dit wordt ongetwijfeld het passiefhuis van de volgende James Bond-film. >ht tp://inhabitat.com/ignatov-architects-super- ef f icient-solar- equinoxpassivhaus-tracks-the-sun/ >http://civilisation2.org/blog/2013/02/19/la-maison-passive- de-ignatovarchitects/

03 Een passiefschool in Burnhaupt (F) De nieuwe basisschool van Burnhaupt-le-Haut, dichtbij Mulhouse, werd ontworpen door de architecten van het Atelier D-Form (Turckheim). Het is de eerste Franse plusenergieschool en conform de passiefstandaard. De school voldoet aan de isolatiecriteria, onder andere door het gebruik van stijve panelen in houtvezel en houten bekistingen gevuld met cellulose. > www.atelier-d-form.com/

03

> www.burnhaupt-le-haut.com/cadre-de-vie-urbanisme/album-foto's

04 Passiefwoning in Syracuse (VS) 07

Dit huis van nauwelijks 100 m², in 2011 gebouwd door de architecten van Della Valle Bernheimer in samenwerking met Architecture Research Office, werd bekroond met de AIA Housing Award voor de originele benadering van het duurzaam ontwerp. Het kreeg een passiefcertificaat en een LEEDcertificaat, de Amerikaanse referentie voor duurzaam bouwen (die recyclage van metalen, zoals aluminium profielen die hier de beplating van de woning vormen, valoriseert). > www.jetsongreen.com/2011/03/modern-prototype-passivhaus-syracuse.html >http://inhabitat.com/nyc/the-r-house-is-an-affordable-and-super-efficienthome-encased-in-a-silvery-facade/r-house-7/?extend=1

05 Terug naar het FabLab House Ter gelegenheid van de European Solar Decathlon 2010 ontwierpen de architecten van het Instituut voor Progressieve Architectuur van Catalonië dit passiefhuis op zonne-energie door gebruik te maken van een geprefabriceerde structuur in hout, uitgerust met fotovoltaïsche panelen, aangepast aan het Madrileense klimaat. >http://inhabitat.com/stunning-fablab-passive-house-unveiled-at-europes-solardecathlon/

06 Het Oosten van Trondheim wordt passief

06

Het pilootproject van de Noorse regering "Framtidens Byer" wil tussen 1200 en 2500 passiefwoningen bouwen in wijken die streven naar een vermindering van de CO2-uitstoot met 90%. De wijk "Brøset Miljøby" maakte het voorwerp uit van een eerste project op voor een wedstrijd op stedelijke schaal. Voorstel van de architecten: Code arkitektur en Cowi + Arkitekt Kimmo >http://www.skyscrapercity.com/showthread.php?p=93709416

07 In Noorwegen kiest ook de zorgsector voor passiefbouw Het ziekenhuis Sint-Olav (17 200 m²) in het centrum van Trondheim opent zijn deuren in september en is een van de eerste projecten die gebouwd werden volgens de passiefstandaard naar aanleiding van het plan van de regering, "groen ziekenhuis". Vanaf 2015 moeten alle ziekenhuisgebouwen zich immers houden aan de passiefstandaard. Deze gebouwen moeten ook in grote mate gebruik maken van de EPD en de LCC. >http://www.bygg.no/2013/01/99605.0

flash

be.passive 15

9


tekst Adriaan Baccaert, Bernard Deprez

de Belgische passiefbouw op Amerikaanse tournee Wienerberger lanceert een project voor een duurzame wijk Dankzij de Europese Energy Award, de ervaring met de "Voorbeeldgebouwen" en het onverschrokken beleid "Passief 2015" werd het Brusselse Gewest uitgenodigd voor een Amerikaanse tournee. Van Portland (de meest ecologische stad van de States) tot San Francisco (de thuishaven van de creatieve geesten) over New York en Washington zal Joke Dockx van Leefmilieu Brussel de Brusselse strategieën en resultaten voorstellen. > http://passivehousecal.org/event/building-carbonzero-california-implementing-efficiency-cities-andregions of www.earthadvantage.org/community-events/ events-calendar/community-event-calendar/

RIBA verheerlijkt de passiefstandaard Prof. Wolfgang Feist, pionier van de passiefstandaard, werd op 6 februari ll. in Londen uitgeroepen tot Erelid van het Koninklijk Instituut van Britse Architecten. Dhr. Feist heeft ervan geprofiteerd om verschillende lopende passiefwerven te bezoeken in en rond de Britse hoofdstad en om de belangrijkste spelers voor de ontwikkeling van de standaard in het Verenigd Koninkrijk te ontmoeten. >www.architecture.com/Awards/ RIBAHonoraryFellowships/RIBAHonoraryFellowships.aspx

passiefproject zonder isolatie

De bouwafdeling van Don Bosco St-DenijsWestrem, school voor wetenschap en techniek, trekt dit jaar resoluut de kaart van innovatie voor zijn praktijkproject. De school bouwt een passiefconstructie zonder toevoeging van enige bijkomende isolatiematerialen aan de muren. Het project wordt gebouwd met de PASSIFBLOC® van cellenbetonfabrikant Cellumat, uniek in zijn soort omwille van zijn uitzonderlijke isolatiewaarde van 0,07 W/mK. > www.passiefhuisplatform.be/artikel/ passiefproject-zonder-isolatie-st-denijs-westrem

learning from the Belgian experience Vertegenwoordigers van de deelnemende PassREg-landen kwamen bijeen in Brussel van 2 tot en met 4 oktober, om te leren van de Brusselse ervaringen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een voorloper van de passiefstandaard, kent de laatste jaren een ware explosie van passieve constructies en een dito wetgeving. > www.passreg.eu/

10

be.passive 15

flash news

Met ‘De Duurzame Wijk’ in Waregem lanceert Wienerberger, fabrikant van keramische bouwmaterialen en -oplossingen, een pioniersproject: een wijk die volledig vanuit een duurzame invalshoek wordt aangepakt, en dit zowel op ecologisch, economisch als sociaal vlak. Het is de bedoeling een betaalbare nulenergiewijk te bouwen, gebaseerd op de bouwtradities. Deze uitdagingen, waar alle bouwbedrijven mee te maken krijgen, zijn gemakkelijker aan te gaan wanneer men werkt op wijkniveau, zo meent de aannemer. Wienerberger heeft gekozen voor de Britse duurzaamheidsstandaard BREEAM. Deze tool, die rekening houdt met alle aspecten van de duurzame ontwikkeling, werd op internationaal niveau en dus ook in België al vaak gebruikt voor de bouw van openbare gebouwen. Meer informatie op www. deduurzamewijk.be

ECOMAT wint de Dubolimburgprijs 2013 Ter gelegenheid van de Bouwinnovatiebeurs te Hasselt werd de Dubolimburgprijs 2013 uitgereikt aan Ecomat bvba, met vestigingen te Genk en Zoersel. De vakjury van specialisten in duurzaam bouwen oordeelde dat Ecomat het best voldoet aan de criteria van Dubolimburg: rentabiliteit (prijs/kwaliteit) en het evenwicht tussen economische, ecologische en sociale aspecten. Ecomat is een groot- en kleinhandel in bio-ecologische materialen voor bouw, interieur en buitenruimte. > www. passiefhuisplatform.be/artikel/ecomatwint-de-dubolimburg-prijs-2013

folder pilootproject passiefscholen De Vlaamse Regering zette op 23 mei 2008 op suggestie van PHP het licht op groen voor het pilootproject passiefscholen. De twintigtal scholen zijn verspreid over alle provincies en onderwijsnetten en zullen samen een bouwoppervlakte van 65.565 m² realiseren. AGIOn ontwikkelde voor het pilootproject Passiefscholen een algemene informatiebrochure. De folder geeft toelichting bij het pilootproject Passiefscholen, verduidelijkt wat een passiefschool is, vertaalt de passieve strategieën op ‘mensenmaat’en geeft een aantal ‘goed om weten’ items mee. > www.agion.be/portals/agion/downloads/ a225512b-431b-460b-879b-187c3fe9de09.pdf


Jumatt kiest voor voor wie er nog passiefbouw steeds niet in gelooft Een passiefwoning "uit houtskelet, gebouwd wordt in 4 maanden, geassembleerd en gesloten in 2 dagen en betaald bij de overhandiging van de sleutels, dat kan voortaan." Dat is de pitch van de nieuwe informatiecampagne die gelanceerd werd door het bouwbedrijf Jumatt uit Andenne. Het eerste modulaire passiefhuis in België werd in 2012 gebouwd in Burdinne: meer dan 50% van de werkuren werden gepresteerd in het atelier en daardoor kon de uitvoeringstijd op de werf beperkt worden tot enkele dagen terwijl toch voldaan werd aan de criteria van de passiefstandaard. Misschien vindt u binnenkort meer informatie op deze website www.jumatt-ossature-bois.be/index. php

55 % aannemers krijgen meer vragen naar energiezuinige renovaties Energiezuinig bouwen raakt dan ook steeds beter ingeburgerd. 36% van de aannemers zegt dat er nu duidelijk meer bouwheren naar een energiezuiniger gebouw vragen dan vorig jaar. Dat blijkt uit een enquête van Bouwunie bij 205 Vlaamse woningbouwaannemers. Isolatie van dak, muren en vloeren, luchtdichtheid, ventilatie, isolerend schrijnwerk, een energiezuinige verwarming, koeling en ventilatie, ... worden alsmaar belangrijker. De vraag is dus al lang niet meer of de klant wel bereid is om energiezuinig te bouwen maar hoe ver hij of zij daarin wil en kan gaan. Opvallend hierbij is dat 55% van de aannemers beduidend meer vragen krijgt naar energiezuinige renovaties en de helft meer totaalrenovaties uitvoert. 41% geeft wel aan dat de klanten nu een kleiner budget te besteden hebben dan 5 jaar geleden. 21% zegt dat de klanten hun werken nu verhoudingsgewijs meer spreiden. Niet zo verwonderlijk in economisch moeilijkere tijden en met minder overheidssteun. > www.passiefhuisplatform.be/artikel/55-aannemerskrijgen-meer-vragen-naar-energiezuinige-renovaties

Op 19 oktober 2012, een historisch moment wat betreft het energiebeleid binnen het Brusselse Gewest, werd het akkoord "Passief 2015" ondertekend in aanwezigheid van Minister Evelyne Huytebroek en vertegenwoordigers van de bouwsector, de federaties, de promotoren (BVS), de Brusselse architecten (ARIB), de aannemers en PHP en pmp. De afbeeldingen (evenals het interview door dhr. Emma) zijn beschikbaar op www.archiurbain.be/?p=2640

Voordelige leningen voor energiezuinige bouwers

Triodos Bank en Belfius gaan gunstigere leningen toekennen aan wie energievriendelijk wil bouwen. Vlaams minister van Wonen en Energie Freya Van den Bossche (sp.a) heeft daarvoor op Batibouw een energiebeleidsovereenkomst afgesloten met de twee banken. De voordelige lening zou bouwers in staat moeten stellen de meerkost van energiezuinig bouwen te dragen. > www.passiefhuisplatform.be/ artikel/voordelige-leningen-voorenergiezuinige-bouwers

Innovation Award voor Alpha BétonHP Linden Tijdens de Belgian Building Awards op 27 februari ll. heeft de Confederatie Bouw de Innovation Awards uitgereikt aan Alpha Béton-HP Linden uit SanktVith voor het massief-passieve bouwsysteem in geprefabriceerd beton. Alpha Béton-HP Linden wil financieel haalbare passiefwoningen bouwen en werkt daarom met elementen in geprefabriceerd beton die alle nodige speciale technieken integreren. Deze elementen garanderen een perfecte luchtdichtheid en een uitstekende thermische isolatie. Het vernieuwende voordeel van het systeem berust op de integratie van verschillende stappen van het bouwproces in één enkel element. > http://www.confederationconstruction. be/PressCommunication/Alpha BétonHP wint Innovation Award 2013.pdf

toren in Charleroi architect: Ateliers Jean Nouvel met MDW Architecture foto : Olivier Anbergen

flash news

be.passive 15

11


65% voorbeeldgebouwen kiest voor passief Op 19 februari vond de officiële proclamatie plaats van de laureaten van de projectoproep voor Voorbeeldgebouwen 2012. Het Brussels Gewest telt voortaan 193 Voorbeeldgebouwen, van het kleinste tot het grootste, met een totale oppervlakte van 522.000 m². Het hoge percentage passiefbouw in de selectie (65 % van de projecten, maar 85 % van de totale bouwoppervlakte) illustreert het vermogen van de bouwheren, architecten en studiebureaus om de jongste ontwikkelingen inzake duurzaam bouwen snel in te passen. De regering selecteerde 37 renovatie- en bouwprojecten voor hun geringe milieu-impact en hun lage energieverbruik. Ook de architectonische kwaliteit van de projecten en hun voorbeeldfunctie speelden mee in de beslissing. Daarbij zijn er 5 bouwprojecten voor scholen en een project voor passiefkantoren over een oppervlakte van 54.463 m², aan het Simon Bolivarplein in Brussel-Stad. > www.bruxellesenvironnement.be/Templates/ Particuliers/informer.aspx?id=4642&langtype=2060

voorbeeldgebouwen 2013 Sinds 2007 organiseert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest projectoproepen om de bouw of renovatie van «Voorbeeldgebouwen» te valoriseren en aan te moedigen. Voorbeeldgebouwen zijn gebouwen die een hoog niveau van milieu- en energieprestaties halen. U bouwt of renoveert of heeft daarvoor plannen? Dan is het nu het moment om van uw gebouw een « Voorbeeldgebouw » te maken. Als uw project geselecteerd wordt, krijgt u van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een uitzonderlijke subsidie van 100 €/m² en dat naast andere premies, fiscale voordelen en technische ondersteuning. > www.leefmilieubrussel.be/Templates/ news.aspx?id=36837&langtype=2067

steun voor bouw en renovatie eigen woning blijft onontbeerlijk De Vlaamse Woonraad, de strategische adviesraad die de Vlaamse regering adviseert inzake het woonbeleid, lanceerde haar advies over deze regionalisering van de woonbonus. Daarin stelt ze dat de woonbonus als beleidsinstrument niet efficiënt werkt. Zo leidt de woonbonus zonder drastische hervorming onder meer tot een ontsporing van de Vlaamse begroting en heeft ze een prijsopdrijvend effect op de koopwoningenmarkt. De Vlaamse Woonraad pleit daarom voor een heroriëntatie van de woonbonus. Bouwunie is het eens met deze analyse maar pleit voor het blijvend ondersteunen van wie zijn of haar woning wil bouwen of renoveren. Deze investeringen betekenen immers werk voor de Vlaamse bouwbedrijven en levert de overheid ook inkomsten op. > www.passiefhuisplatform.be/artikel/steunvoor-bouw-en-renovatie-eigen-woning-blijft-onontbeerlijk

12

be.passive 15

flash news

een petitie om Barack te overtuigen In februari werd er in de Verenigde Staten een grote manifestatie voor het klimaat georganiseerd onder impuls van de vereniging 350.org. Meer dan 35.000 mensen kwamen samen om president Obama te vragen om echt concrete maatregelen te nemen tegen de klimaatcrisis. Wij werden uitgenodigd om ons bij hun actie aan te sluiten. Wilt u deze beweging ondersteunen, dan kunt u de online petitie (enkel in het Engels) ondertekenen en kleur bekennen door te surfen naar de website http://act.350.org/letter/Obama_Forwardon Climate/?rd=1&t=4&referring_akid=2740.347018.qFmcFs

brandveiligheid liftschacht in passieve gebouwen Op 1 december 2012 trad het nieuwe KB van 12 juli 2012 in voege dat de basisnormen aanpast voor de brandpreventie in nieuwe gebouwen. Het besluit betekent o.m. een oplossing voor het dilemma tussen vereisten voor luchtdichtheid bij energiezuinige gebouwen en ventilatieeisen voor liftschachten. Het voorziet immers in verschillende mogelijkheden om enkel in nood de luchtdichtheid te doorbreken. Voorheen werden oplossingen pas aanvaard na overleg met de brandweer, waardoor de situatie van gemeente tot gemeente kon verschillen. Deze hinderpaal is nu dus weggewerkt voor een vlotte roll-out van passieve/ energieneutrale gebouwen. >www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2012/09/21_1.pdf#Page2

inventarisatie van energetische renovaties PHP en VITO werkte samen voor het Vlaams Energie Agentschap het eindrapport 'Inventarisatie van doorgedreven energetische renovaties van woongebouwen' af. Uit dit rapport blijkt dat goede oplossingen voor doorgedreven energetische woningrenovaties in veel gevallen werkzaam zijn op meerdere thema’s. Het merendeel van de behandelde oplossingen zijn dan ook thema-overschrijdende oplossingen. Deze studie is nu publiek toegankelijk op: > www2.

vlaanderen.be/economie/energiesparen/reg/doc/ studieenergiezuinigerenovatie_eindrapport.pdf

een berekeningstool voor Nearly Zero Energy De onderzoeksprogramma’s die gelanceerd werden door het Internationale Energieagentschap (IEA SHC Task 40, in het bijzonder de Bijlage 52, Energy Conservation in Buildings & Community Systems, Subtask A) hebben geleid tot het op punt stellen van de "Net ZEB Evaluation Tool". Deze software, gebaseerd op een Excelbestand, berekent de energiebalansen, de werkingskosten en de dekking van de energiebehoeften voor vooraf bepaalde situaties. Deze software is bereikbaar via de website http://task40.iea-shc.org/net-zeb

toren in Charleroi architect: Ateliers Jean Nouvel met MDW Architecture foto : Olivier Anbergen



focus

Terre : economie met een menselijk gelaat tekst Caroline Chapeaux

foto Groupe Terre & Caroline Chapeaux

Meer dan driehonderd langdurig werklozen, laag- of niet-geschoolde mensen hebben dankzij de Groupe Terre een duurzame baan gevonden. Door in eerste instantie de kansarmere mensen aan te werven heeft dit recyclagebedrijf een voor BelgiĂŤ uniek model ontwikkeld dat tegelijk concurrentieel en solidair is.

14

be.passive 15

focus


"Werk blijft de beste manier om zich te integreren in de maatschappij. Vanuit zijn kantoor in het industriepark Les Hauts-Sarts in Herstal leidt William Wauters een onderneming die anders is dan de andere. Terre richt zich in de eerste plaats op het menselijke aspect en verrichtte al mirakels door meer dan 300 banen te creëren ondanks een sterke concurrente. Bovendien werd op geen enkel moment afgeweken van het oorspronkelijke ideaal: mensen die in moeilijke omstandigheden leven weer een gevoel van waardigheid geven. Hier wordt bij het aanwerven niet gediscrimineerd. Wel in tegendeel. "Het is niet de bedoeling tegen elke prijs geld te verdienen, maar wel werk te geven aan laag- of nietgeschoolde mensen", vertelt deze zakenman, die iedereen hier Minmin noemt. In zijn kantoor wordt hij getutoyeerd. En hoewel de rollen hier verschillend zijn, wordt iedereen als een gelijke behandeld. Binnen de Groupe Terre worden de oriënteringen van de groep immers overlegd met de werknemers. Een voor België uniek systeem van participatief management is de grote trots van de onderneming. "Bij ons is elke werknemer die dat wenst goed voor één stem en we stemmen samen over alle strategische beslissingen van de groep, benadrukt William Wauters. Dit participatief model is de enige manier om het algemeen belang te respecteren. Anders is er altijd iemand die een beslissing neemt ten koste van iemand anders. » Slechts een paar meter verder, op de parking van de onderneming, is het een komen en gaan van vrachtwagens vol papier en gebruikte kleding. Net als alle dagen verzamelen de vrachtwagenchauffeurs de inhoud van de blauwe containers die zowat overal verspreid staan in Brussel en Wallonië: een hoeveelheid "afval" dat nog bruikbaar is en dat klaargemaakt wordt voor een tweede leven. Jaarlijks gaat het om 14.000 ton textiel. Dankzij de werknemers van Terre wordt 90% ervan niet verbrand. "Elk jaar wordt ongeveer tien kilo nieuwe kleding per inwoner op de markt gebracht, zo luidt de uitleg van Geneviève Godard, de woordvoerster van de groep. Dankzij onze kledingcontainers krijgen we jaarlijks ongeveer zes kilo per inwoner van deze voorraad in handen en zo helpen we om de hulpbronnen van onze planeet te beschermen.» In sorteercentrum worden de werknemers actief. Met zijn 105 werknemers is dit de sector waar de meeste mensen tewerkgesteld zijn. Met een ervaren hand verdeeld Farah Beidokht kleding, lakens en gordijnen in verschillende bakken naargelang de graad van slijtage. Het textiel van goede kwaliteit wordt rechtstreeks als tweedehands verkocht in de vijftien boetieks van de groep of uitgevoerd naar andere, vooral Afrikaanse markten. Het andere, meer beschadigde textiel wordt verwerkt tot vodden

of vloermatten voor wagens. "Toen ik aankwam in België, kende ik geen Frans, dat moet ik toegeven, legt deze werkneemster tijdens het sorteren uit. Ik woonde hier met mijn kinderen en was de enige kostwinner. Dat was heel moeilijk. En toen vond ik hier een baan. Ik ben echt blij, want ik heb een vak geleerd. » Net als zij hebben heel wat nieuwkomers die de taal niet kenden hier bij Terre een baan gevonden. De groep, die zich laat inspireren door de Emmaüsgemeenschappen, is zonder enige twijfel een van de mooiste voorbeelden van sociale economie in België geworden. Sinds de jaren ‘80 heeft de industriële activiteit van de groep het mogelijk gemaakt betaalde banen te creëren voor gehandicapten en niet-geschoolde werklozen binnen een mix van verschillende culturen. Vandaag vertegenwoordigen zij nog altijd ruim een derde van de werknemers van de groep. Met het oog op het blijven genereren van inkomsten heeft Terre moeten innoveren door een reeks nieuwe beroepen te creëren. Behalve het hergebruik van kleding, houdt de groep zich in het Zuiden verder ook bezig met projecten rond het ophalen en sorteren van papier en karton, activiteiten binnen de metaalconstructie, het verhuur van trapauto’s en afwerking binnen de bouwsector. Een van de afdelingen van de groep, "Acoustix", houdt zich bezig met de productie van geluidsisolerende panelen. Deze ecologische panelen worden geproduceerd op basis van gerecupereerd papier en vlaslinnen (1) en zijn in het bijzonder geschikt voor houten huizen. "Zou u dit kunnen vermelden in uw tijdschrift over architectuur? vraagt Geneviève Godard glimlachend. Deze activiteit is belangrijk voor ons en is nog weinig gekend in Vlaanderen! » "Zoals u wel begrijpt, hebben wij alle verplichtingen en lasten van een klassieke onderneming, gaat financieel directeur José Constant verder. Om onze sociale doelstelling te bereiken moeten we dus concurrentieel blijven. Terwijl onze concurrenten hun sorteercentra steeds vaker verhuizen naar lageloonlanden zoals Tunesië, Dubai of Taiwan, moeten wij ons voortdurend aanpassen en onze inspanningen opvoeren om de lokale tewerkstelling te behouden. " ■ > www.terre.be > www.acoustix.be

1 de stengels linnen worden verbrijzeld in kleine fragmenten die «vlaslemen» genoemd worden. Doorgaans worden ze gebruikt voor dierenstrooisel.

focus

be.passive 15

15


2003-2013: een gek decennium waarin de wereld geëvolueerd is tegen een razendsnel tempo en omsloeg van hoop naar desillusie, van bewustwording naar ontkenning. De maatschappij, die op zoek is naar nieuwe referentiepunten, stelt zichzelf in vraag, aarzelend tussen een terugtrekking en de uitdaging van de verandering. Tien jaar! Er gebeurt nogal wat op tien jaar tijd. Voorspelbare, maar ook verrassende dingen. Bevestigingen en desillusies. Tien jaar geleden: het internet begint aan een niet te stoppen opmars. We kochten toen nog de nieuwste CD van onze favoriete groep of een "papieren" krant. Facebook was niet meer dan een droom van puistige studenten en een baby phone in huis hebben was niet bijzonder smart. Tien jaar gelden schreef ik mijn eerste artikel over een passiefwoonproject in Wallonië. Ik herinner me nog de verbaasde reactie van de woordvoerder van de toenmalige Minister van Energie: "Wat voor een huis? We mogen wel niet vergeten dat een tank vullen met 1.000 liter stookolie toen … 350€ kostte. De economie draaide op volle toeren en niemand kon zich voorstellen dat de toekomst er heel wat minder roze uit zou zien. Het milieu? Daar maakten we ons beleefd wat zorgen over, zo tussendoor. Het rapport van het IPCC, dat in 2001 gepubliceerd werd, weerhield enkel de aandacht van de kenners. De misschien iets minder affirmatieve besluiten met betrekking tot de schadelijke impact van de uitstoot van broeikasgassen verschilden nochtans niet fundamenteel van de huidige vaststellingen. "De regionale klimaatveranderingen die waargenomen werden, hebben gevolgen gehad voor heel wat fysieke en biologische systemen en, als we kijken naar bepaalde voorafgaande indicaties, ook op de sociaaleconomische systemen", lazen we in dat rapport. Dat is allemaal niet zo erg. Jojo W. Bush maakt zich geen zorgen. De hittegolf van 2003 is nochtans een eerste waarschuwingsschot. De wereld was heel anders, dat klopt. De Verenigde Staten leidde nog unilateraal het bal van de vervuilers en de Chinese veelvraat begon nog maar net honger te krijgen. De grote opkomende landen hadden nog niet echt een plaats verworven in de stuurcabine van de planeet. "In die tijd pendelden de internationale leiders nog langs een Noord-Zuidas. Sindsdien zijn er heel wat vluchten van zuid naar zuid gekomen", vat een waarnemer samen om deze verandering van hiërarchie te illustreren. De demografische teller stond toen op 700 miljoen bewoners minder dan vandaag, maar alle ingrediënten waren al aanwezig voor de escalatie van de wedren voor natuurlijke hulpbronnen. De voedingscrisis van 2007 en de explosie van de prijzen van de stookolieproducten in 2008 hebben dan twijfel gezaaid. Ondanks de waarschuwingen

werden de voortekenen genegeerd. Steeds meer mensen gingen hun stem verheffen en begonnen zich vragen te stellen: kon deze manier van ontwikkelen zomaar blijven duren? Natuurlijk, antwoordden sommigen met als argument de kracht van de markt, de groei en de eindeloze verrassingen die het menselijke genie nog in petto heeft. Onmogelijk, weerlegden anderen. Zij baseerden zich daarvoor op de beperkingen van de fysieke wereld en voorspelden het einde van deze tijden van overvloed. In 2007 slaagde het IPCC er echter wel in heel wat mensen bewuster te maken. In de grafieken begon het rood het oranje stilaan in te halen. Mede dankzij het effect GoreHulot en de vernieuwing van Obama versie 1.0 leek er zich een beweging te vormen. Er ontstond toen zoiets als een gevoel van noodzaak. De groten van deze wereld hadden er weliswaar elk hun eigen mening over. Jacques Chirac parodiërend werd verwezen naar de stunt van het "huis dat in brand staat". Plots kwamen heel wat ondernemingen uit de kast. De rubrieken "Planeet" tierden welig in de kranten en op de radio. Mijn buurvrouw begon gerecycleerd papier te gebruiken en aangemoedigd door de "groene" premies kocht ze een nieuwe wagen die gegarandeerd zo goed als CO2-vrij rijdt. We dachten dat het nu echt zover was, dat de machine echt vertrokken was. Dan kwam de top van Kopenhagen. En daarna … niets meer. Er komen heel wat uiteenlopende belangen aan het licht en de kortstondige indruk van een noodzakelijke collectieve bescherming van het gemeengoed dat ons milieu toch is, vervaagt. Abstractie. Illusie. "De economische crisis heeft ons eraan herinnerd wat onze echte prioriteiten zijn", beweren dezelfde verantwoordelijken die nu plots ernstige mensen geworden zijn. Het heeft niet veel gescheeld of de zwarte smurrie in de Golf van Mexico of de ramp in Fukushima werden afgedaan als gewone fait-divers. Zelfs de deugdzame Europese Unie begint zich vragen te stellen. Al die doelstellingen en milieuverplichtingen, zijn die echt wel nodig? Wat een opportuniteit moest zijn, wordt door de magie van de collectieve amnesie opnieuw beschouwd als een obstakel. Zoals Edwin Zaccai1 uitlegt, is het opnieuw in vraag stellen van het dominerende economische systeem niet gemakkelijk. "We hadden de duurzame ontwikkeling een beetje beschouwd als een consensuele doelstelling zonder verliezers. Welnu, als we de economie diepgaand willen veranderen, dan zijn er verliezers, in ieder geval op korte termijn. Korte termijn, lange termijn, … de eeuwige vergelijking. "De klimaatkwestie is zo belangrijk geworden op economisch en strategisch vlak, en zo belangrijk geworden op industrieel niveau dat elke Staat zijn knikkers heeft teruggenomen", merkt Europees Afgevaardigde

global view

wanneer gaan we waar naartoe? tekst Gilles Toussaint

16

be.passive 15

global view

The Hudsucker Proxy 1994 Joel Coen ©Graham Place, Ethan Coen


Corinne Lepage op. "Iedereen beseft dat we vooruit moeten, maar er kan pas vooruitgang geboekt worden wat betreft de internationale samenwerking wanneer we het eens worden over wat een eerlijke verdeling van de buit is. Elk land is geobsedeerd door het idee dat een ander land zou profiteren." Toch is er ook een lichtpuntje. Vandaag kan niemand het nog hebben over de verderzetting van de ontwikkeling zonder toe te geven dat de milieuvraagstukken essentieel zijn. De vermenigvuldiging van de sociale bewegingen die de uiteenlopende vervuilingsvormen die China treffen veroordelen is daar een mooi voorbeeld van. Andere redenen tot hoop? Tien jaar geleden bleef men steeds maar herhalen dat dromen over een 100% hernieuwbaar België een illusie was. Welnu, een recent rapport in opdracht van de federale en gewestelijke overheden erkent voor het eerst officieel het tegendeel2. We zouden bijna geloven dat de zon harder is beginnen schijnen en dat de wind wat vaker waait. "Ja, maar het is duurder", zo protesteerden de meest conservatieve geesten

onmiddellijk. Dat klopt, je krijgt geen rundsvlees voor de prijs van paardenvlees. De andere evolutie is cultureel. Steeds meer mensen worden zich ervan bewust dat veranderingen onvermijdelijk zijn en hebben ervoor gekozen daarop te anticiperen. Door de consumptiemaatschappij in vraag te stellen richten ze zich vrijwillig op een goedkopere levensstijl3. De voorbije jaren hebben we weliswaar vaak horen praten over "overgang", maar ik durf wedden dat de sleutelwoorden voor het komende decennia weleens "soberheid" – vrijwillig of gedwongen – en durf zouden kunnen zijn. Er gebeurt nogal wat op tien jaar tijd. ■ 1 Professor aan de Université libre de Bruxelles en auteur van het boek "Vingt-cinq ans de développement durable, et après?" (Presses universitaires de France). 2 Planbureau, VITO, ICEDD, 100% énergies renouvelables en Belgique à l'horizon 2050 », 156 p., beschikbaar in het FR/NL op www.plan.be 3 Bénédicte Manier, Un million de révolutions tranquilles : travail/argent/ habitat/santé/environnement… Comment les citoyens changent le monde, 325 p., éd. LLL, 2012.

global view

be.passive 15

17


tekst Tim Janssens (Palindroom) en Bernard Deprez

Hoe ziet u de situatie van de passiefbo ouw in ouw ou België? Alles opgeteld zijn er op dit moment ongev eveerr tweeduizend passiefgebouwen in n B Bel e gi el gië, ë waarvan ca. 700 gecertificeerd. In 2013 za z l he hett aantal passiefwoningen ook nog well stijg gen e , ma m ar waarschijnlijk minder snel1. Het aantal a ter al e tiiai aire r re passieve gebouwen is de laatstte tijd d d da an wee an eerr sterk gestegen. Waar kan België binn nen dit dom meiin geklasseerd worden ten op pzic cht h e va v n de e res es st van Europa? In verhouding doen we e he het rede delijk k goe ed. d Duitsland is samen met Oos oste enr n ijijkk en Scandinavië de absolute ko opl plop per met ong ngev e ee ev e r twintigduizend passieve ge ebo bouw uwen en n, ma m ar is al als land ook veel groter. We ziie ien nu ook o in Fran nkr k ijjk activiteit ontstaan. Nederla and d llijijjkt wa att a ach chte te ero rop p te lopen, maar als er een prrro oject je ect c wor o dt d o opg pges essta e tart, gebeurt dat – onder meerr doo oor de e imp m act va van de van woningcorporaties – wel op gro r te ere e ssch c aa al. België ë is op zijn minst eerste vollg lger, lge er zo oniet et voo oorr tre rekker er.. Over het algemeen kunne en w en we we w l st s elle en da d t de passiefbouw hier eindelijk jk k ''ma matu t ur ur'' ge g wo ord den is. s.

"de passiefbouw is eindelijk volwassen geworden in Vlaanderen en in België."

Vindt u dat de din nge g n te sne el off te tr t aa ag veranderen? Bouwen is in verg gelilijk geli jkin jk ing mett vr v oe eger veel duurder geworden, en n dat at sspe p el pe e t voor orral in het hoofd van jonge bou uwer e s. H Het e spre eekt voo ee or zich dat een passieff woni ning g een e nog g gro otere investering vraagt da an een n gew wone one woning g. Maar in feite zou je als s bou ouw wer he we hele l ma le aal al anders moeten redeneren en zo ou je j de en ner ergi giiekos o ten n di de je met een passiefwonin ng kkan ng a bes an e pa pare ren re n, moe n, o ten durven investeren. Me et het gel e d da el datt je j anders aan je energieleveranccie i r beta taalt,, bet e aa a l je een twintigjarige lening af. Dus op te ermijijn n za z l ditt zowel jezelf als de wereld rondo om jo ou ve veel el opb p reng ngen. ng Bovendien zullen we alsm al maar en nergiez ezuiniger moeten gaan bouwen en n zall de mee eerk rkos o t van een passiefwoning steedss kle einer er w wo orde orde d n. Op termijn zal de evolutie naarr pas assi s ef efbo bouw bo uw zzo o go goed als automatisch verlopen. Ma aar op di d t mo mome ment me nt is het een grote drempel om te e over erw winn winn wi nnen e , da en datt is een feit. Blijkt de passiefbouw niet te in nge gew wikk wikk kel e d te e zijn? Voorts wijt ik die trage evo olu l ti t e aa aan n he h t traditionele wantrouwen in de techno no olo ogiie. e ''Zu Zullllllen Zu en n die 'technieken' allemaal wel werken? ?' vra ?' raag agtt me ag men n zich af. Passiefbouw week aanvanke elliijk zo fe el af a van de typisch-Vlaamse bouwmetho ode de dat a het wel wat overtuigingskracht vergt om bo bouw whe ere ren n hiervan te doen afstappen. Het mas assi sief eef passiefconcept heeft in deze zin zeker err de eu ure en geopend voor de passieve bouwmethode e. Ik k den e k ook wel dat het grote publiek inmiddels we el we eet wat een passiefwoning is. Bouwers begi ginn gi nnen nn en stilaan ook in te zien dat hun investering hen n een lager verbruik en een beter comfort opleve ert r , al wegen deze argumenten nog niet voldoe ende ende door. Maar het gaat veel te ver om te zeggen n dat er totaal geen evolutie heeft plaatsgevonden n: vi vijf jf jaar geleden was passiefbouw nog eerderr ie iets ts marginaal, terwijl het nu toch wel el sti tila la aan een geaccepteerde bouwstanda daar ard ar d is is. ►

18

be.passive 15

face to face

face to face Michel De Paepe PHP vzw www.passiefhuisplatform.be Michel De Paepe houdt zich als professor thermodynamica aan de UGent dagelijks bezig met onderzoek naar warmtewisselaars en energieprestatie van gebouwen. Bovendien is hij sinds 2010 ook voorzitter van het Passiefhuis-Platform en de trotse bezitter van een passiefwoning met een geïntegreerde bed and breakfast, die na de plaatsing van zonnepanelen op het dak zelfs uitgroeide tot een heuse nulenergiewoning.


"Passive House, what else ?"

Hoe ziet u de situatie van de passiefbouw in België? Er is bij ons een zekere vooruitgang waar te nemen, dat staat vast, maar dit gebeurt met twee versnellingen, want de dingen zijn niet hetzelfde in Wal a lo oni nië en in Brussel. Toch was er in 2007 evenve ev v el pas assi siev eve e "bottom-up" in Wallonië als in n Bru russel. Va and ndaa aag g is de situatie niet meer deze de elffde, omdat el elkk ge gewe w st verschillen nde keuzes g ma ge maakt heeft. Waar kan Bel W elgi g ë binnen ditt d dom omein g klas ge a seerd word rden ten n opz p ichtte van n de res est van n Europa? België was het derrde lan and d da d t to toe etrrad to tot de wereld van de passieffbouw uw, na Duits sla land nd en Oostenrijk, maar ons la and nd,, en dan iin n het bijzonder het Brussels Gewest, boekt de grootste vooruitgang. Daarom werd Brussel door Europa uitgekozen als een van de drie "Front Runners", samen met de regio o’s Hannover en Tirol. Vindt u dat de e din nge gen te snel of te trraag veranderen n? Hett is allemaal heel traag begonnen. He n. M Maa aar we kunnen wel stellen dat de groei de voorb rbije drie ie of vier jaar echt bijzonder exponentieel ge eweest is is. Dat komt door de premies, de compe pete t ntie van an de vakmensen, enz. Alleen in België ë sl s agen we e erin één op twee passiefgebouwen n g goedkoper te maken dan een norrma maal al g geb ebouw! Dat helpt, uiteraard d. Vandaag g zijn j er ve vers rsch c illende versnellinge ve en al als gevolg lg van een n vver erschillend gewe west stel elijijkk be bele leid id. Da Dan nkzij de pre remi mies es en de Voorbeeldgebou uwe wen n hebben we in B Bru r ssel te maken met een "domino-effect", een en ver versn snel elliling ng die we in Wallonië niet zien. De politieke keuze van Wallonië – en ik betwist die niet – heeft er altijd in bestaan het ge gemiddelde niveau van de volledige construcctie pr prog ogre resssie ef te verbeteren terwijl Brussel geko ozen heeft voor de "ultralocomotieven" om de markt sneller a n te aa t trekken. Volgens mij lijkt de e keuze voor de llocom omot o ief gewoon doe o ltreffende derr dan de an nde dere re,… ,…

ecaf ot ecaf Sebastian Moreno-Vacca pmp asbl www.maisonpassive.be Sebastian Moreno-Vacca, voorzitter van het Plateforme Maison Passive sinds 2008, en is assistent aan de Faculteit Architectuur van de Université Libre de Bruxelles. Hij woont in een oud gerenoveerd atelier en bouwt enkel nog passiefbouw en heel-lage-energiegebouwen. Hij verdedigt een "pragmatische passiefbouw" en kreeg al 16 keer een onderscheiding in het kader van de projectoproep Voorbeeldgebouwen.

Blijkt de pa p ss ssie iefb fbou ouw niett tte e in inge gewi wik kkel eld d te zijn? Een van de rreden ene en die deze vooruitgang mogelijk gemaa aakt kt h he ebben, is het ge g volg g v van a een bijzondere e eig igenschap va an de B Bel elgi gisc sche he bouwsector: in teg egenstelling g tot w wat at we vroeger zelf dachten, is het gemidde eld lde e ni nive v au van de aannemers en architecten erg goed. We hebben minder dan 5% mislukkki k ngen op het terr rrei ein n. Dat Dat betekent dus een succesp sper erce cent ntag ge van 95% en n dat terwijl tot nu toe nog maar weinig vakmensen n werden opgeleid. In België bestaat de kklo loof of tus usse sen n het traditioneel bouwen en het passsi sief efbouwen wel, maar ze is beperkt – terwijl ze in onze buurlanden bijvoorbeeld echt enorm is. Mijn Franse of Britse gesprekspartners zeggen me vaak dat we geluk hebben in België, onder andere omdat het beroep van stukadoor nog echt bestaat. Wanneer dergelijke beroepen beginnen te verdwijnen, worden bepaalde zaken moeilijker en duurder in de passiefbouw. ►

face to face

be.passive 15

19


Kan Ka n de o ove verh rheid d ge geen en s sti timu ti mule mu lere le rend re nd de ro ol spel sp elen en? en ? Abso Ab solu so lu uut ut, ze z moe moe oett da datt ze zelflfls! Maa aarr de afs afs f ch c af affififing ng van va n de d bel ela asting asti ngve ng verm ve rmin inde d ri de ring ng voor la age e ene nerg r ie e-, passsie pa ssie ef- en nu nule lene erg r iebo bouw was alvast een zeer slec sl echtt signaal. De reg ec eger e in er i g lijk jk kt niet e te willlen invest s er eren e in n de toekomst die Eu E ropa ons opleg egt. Uite Ui tera te raard moet er door de e financië ële cri risiss heell wat besp paa aard r worden, maa a r he h t is toch jammer dat diit – ondanks het fe eit dat at het maa a r om een heel el klein in dee eeltlje in de d beg egro r ting n gaa aatt – ge ebe eur ut op iets da d t de noo odz d akellijijke ke evolutie naar lage e energieb e ou ouw w kan faciliteren. Er is nood aan een lilijn jn,, ee een n visie diie bij be edrijven en particulierren e duid du idel elijkh heid d schept, een kader da d t bouwers stimuleert om de stap p naar passief efbouw te ze zettten. Moet Mo eten e ze de p pas assi s efstan anda daar ard d da daar arom om op ple l gg ggen en? ? Oplegg ggen e dat pas a sieffbo bouw uw de st stan anda daard word wo rdtt (z rd ( oa als in n Br Brus u sel te tegen 20 015 15), ) is op zicch ge een noodz oo odzaa aakk. Pas assi sief efbo ouw w iss im mme mers rs n nie iet et de e de eniige mogel ogellijijke og ke b bou o wm wmet etho ho ode.. Ma Masssaa ssaall su ubs bsid id idië diëre ren re n h ho oef eftt vo v or o mij ook ok n nie iett pe per se se,, tenz te nzijij h he et – iin et n te tege g nd ndee el to t t de sub ubsi s di dies es vvoo oorr z nnepan zo anel elen – bered den ene eerd rd en be bepe perk rktt in de tijijd d ge g be beu urt, mett maatr t eg ege elen e om m be bepa p al alde de tech te ch hno nologi nolo logi lo gieë eën eë n do door oor orda d cht 'toe ega gank nkelijijk' k' tte e ma m ken n en d de e su sub bsidies op tter bsi bs ermi er m jn af te b bou ouwe w n. n Maa aarr w ar wa a om m zo ou u je geen en ng glo loba lo oba b le energ rgie rg ieprres ie esta esta ati tiee eis eei o le op eggen n die op ve ers rsch sch chililille le end nde e ma mani mani nier e en n ber e ei eikt kt k n worrd ka rden en ma en, m arr die e g gaa aand aa nd dew eweg g ook str t enge er word wo rdt? rd t Wan ant ho hoez e ee er ik die energiebe be ewu w st se bouw bo uw w fifilo lo oso sofififie e oo ookk zo zou u wi w llllen verspreiden en: ik vind d dat je de me ens sen a altltltijijd d de keuze moet la ate ten n ho oe ze d de e no n rm nas astr t even en datt ze ind dividuee el hun el vera ve rant ntw woordelijkheid dm moeten opne emen. Is d de pa pass ssie iefb fbou ouw de bouwsta and ndaa a rd d van de tto oek komst? Aanv Aa nvan nke k lijk jk sto tond ik zelf zee eerr sc scep eptisc sch h tege te geno n ve v r de pas assievve bo b uwme meth tho ode, e, maa aar ikk ben be n ec echtt w wel e ove ertui uigd g geraa akt k van a de trroe o ven v n pa va p ss s ie eve geb bou o wen eens s ik zag gd da at ze ook echt goe ec o d fu oe func n ti t on nee e rd r en en. Ma aar ik vi vind nd d daa a rom aa niet datt p pas assiefbo bouw uw per definitiie bet eter er is dan n andere re energ gie ebe bewu w st wu ste e bo ouwme uw wmeth thodes es.. He et doel van al die e co conc n ep pten is het etzelflfde de,, en enke ke el de de m dd mi ddel elen zijn an ande ders rs. Het ga gaat at a altltltijijijd d om een n mixx van va n be bepa aalde tec echn hnol ologie eën ën, en nd dus us b ben e iikk ge en geen do ogm mat atis isch is h vvol olge er va van n ee en be bepa paal pa alde de e lijijn. n. Diit neemt ne natu uur urliljk k nie iett we weg g da at ikk p pas assi as s ef si efbo fbo bouw uw uw een uite ee uiterst prag gma m tiscche e en ef efficiën nte opl p os ssi s ng g vind ndtt. Het e is ee een n go g ed doordac acht ht conce cept pt dat a ook werk we rk kt en dat de st stap a naa a r nu ule lene n rg rgie iewo woni ning ngen en n vri rijj kle kl ein ma aak kt. Pas asssi sief efbo ef b uw kkom bo omtt st om stilililaa aan aa n in de bu buur urr t van va n he hett ec ecol olog ol ogis isch ch o opt ptim pt imum um en vo vold ldoe ld oett in in mijjn ogen og e aan an alllle e in ing gredië iënt n en o nt om m op een ssol oliid ol ide en e du uur u za zame basis een no opl p os pl ossi s ng te bied si eden e voo en o r on onss energi en giep epro r bleem.

1 als gevolg van de afschaffing van het federale belastingvoordeel voor de eigenaars van een gecertificeerde lage-energie-, passief- of nulenergiewoning.

20

be.passive 15

face to face

Kan de overheid geen stimule lere r nde rol spelen? De drie gewesten streven naar de bijijnanuldoelstelling die door de EPBD gedefinieerrd werd voor 2019 voor de openbare gebouwen en voor 2021 voor alle gebouwen. Brussel heeft besloten de datum wat te vervroegen en dus wordt het ook concreter. In Wallonië was er een verklaring voor 2017, maar dat is nog niet concreet, hoewel het sinds kort toch lijkt te evolueren. Vlaanderen wil verder gaan a dan de passiefbouw om te komen tot NZEB in 201 0 9, d dat iss oo ookk niet slecht. We zien dus drie ve ers rsch chille end n e sn nelhe hede den. n. Moetten ze de passi sief efst stan andaard daarom o oplegg g en en? ? Opni Op n eu euw w vin nd ik dat de Bruss sselse se aanpak me eer vrucht hten en a afwer erpt dan die van an de e an ndere geweste ten. Dat komt mt ech hter ook omda at dit be bele eid d zich h he heeftt kunnen beste tendigen in de tijd, ove er me mee er dan één én legislatuur, en het resultaat is eno norm!! De ronde tafels die georganiseerd d we werden en om de pil "2015" gemakkelijker te laten doo oorslikken hebben ook een groot effect gehad dat verder gaat da an het opstellen van overgangsmaatregelen: alle spelers van de sector hebben eindelijk een pllek gevonden waar ruimtte is voor discussie e en onderhandeling rond dit vra aag agst stuk uk. Di Ditt p rticipatieve aspect is hee pa e l do oel eltr treffend. Is s d de e pa pass ssie iefb fbouw de d bouwstandaard van an de toekomst? In Brussel, ja, dat is duidelijk. Onze bouwcultuu ur kan natuurlijk moeilijk veralgemeend worde den buiten België en dat is zeker een beperking voorr d de e veralgemening van de standaard. In België hebb bbe en we echter een goed kwaliteitsnivea au bi binn nnen en d de bouwsector. We zien nu een ban bo nal alis iserin ing, g, een sttand daar ardi d sering, ee en normalise ering. Het wor ordt dt bijna normaa aall om a aan an p pas assi s ef te doen. Meer algemeen moetten we toegeven dat e err wel duizend wegen zijn om bovenop de ber erg g te geraken en energie-autonome gebouwe wen n te bouwen. Ik heb gekozen voor de passieffbo bou uw, omdat het een van de eenvoudigste, haalb baa a rsste en meest lowte ech c standaarden is. En omda at deze ze stan st anda daa ard de Trias Energetica volgt, ge eeft hij mind nder er en minder gewicht aan de technolog gische comp pen ensa s tie. Dat is de weg die ik het liefste vo v lg. ■



Hoezeer ik ook moeite doe, ik kan het niet ontkennen. In onze stoutste dromen hadden we in 2002, bij de opstart van PassiefhuisPlatform niet durven denken dat we met onze ideeën enkele jaren nadien al in wetteksten zouden belanden. Laat staan dat we konden voorzien dat wetteksten 10 jaar later ons concept ergens in dit land tot de minimum bouwstandaard zouden verheffen. Moest je zoiets toen geopperd hebben, je was gek verklaard. Dat is mezelf trouwens ook al overkomen toen ik mijn vorige baan vaarwel zei om het passiefhuisconcept op de kaart te gaan zetten … En het moet gezegd: Een olietanker (hier: de bouwsector) verander je niet zomaar van koers. Daar is, zeker vanuit kleine organisaties lang en hard trekken voor nodig. En dan nog…

de platformen aan het woord

Brussel Passief 2015 hoe is het zover kunnen komen? tekst Christophe Marrecau, (PHP)

Daarop hebben we het bekende citaat van Archimedes ‘geef mij een steunpunt en ik til de wereld op’ tot ons adagio gemaakt. We brachten grote marktpartijen en politici tot bij de eerste concrete, succesvolle realisaties: aanvankelijk vooral in het buitenland, maar later ook in eigen land. De eerste passiefwoningen, het eerste kantoorgebouw, de eerste school, allemaal netjes in passiefstandaard, en in België. Steunend op de beste gerealiseerde praktijkvoorbeelden hebben we politici zo een hefboom aangereikt om een kentering in gang te zetten. Kent u ze nog? De burgemeester die als eerste in België een passiefhuispremie invoerde1? De federale minister 2 die als eerste Belgische minister een passiefhuis bezocht en nadien ook sterk overtuigd nog een prins3 ondleidde op onze eerste beursstand? Of de staatssecretaris 4 die iets in onze certificatieprocedure zag en vond dat we elk jaar op Batibouw duurzaam bouwen moesten uitdragen? De parlementariër5 die zijn partij kon overtuigen voor een 10-punten programma voor passiefhuizen? De Vlaamse minister 6 die het aandurfde de volledige onderwijstop mee te nemen op studiereis en vervolgens de passiefscholen lanceerde? Of zijn coalitiegenoot7 die daarna hetzelfde deed in de sociale woningbouw? En uiteraard: de Brusselse minister8 die een langdurig volgehouden politiek voerde. Ik volg de situatie in Wallonië natuurlijk van iets verder af, maar ik denk daar bijvoorbeeld aan de eerste burgemeester van het land die een gemeentehuis in passiefbouw lanceerde9. Mocht ik er nog vergeten zijn, mijn excuses. Als een moedig politicus zelf de stap zet om een voorbeeld te stellen dan is er een zekere vraag gecreëerd. Toen verschillende overheden dat begonnen te doen, werd de vraag over het niveau van het individuele getild. En was meteen ook credibiliteit verleend aan het passief bouwen. Dát was het kantelmoment. Op enkele jaren tijd werd de vraag door de markt opgepikt. Ik wil gerust het etiket ‘Keynesiaan10’ opgekleefd krijgen als dat ervoor nodig is, maar de vraag heeft zo het aanbod gecreëerd. Vandaag is het passiefhuisconcept doorgebroken. Tegelijk is het een nieuw startpunt, want het verhaal kan en zal hier niet stoppen. Gebouwen moeten voor de EU uiterlijk op 1/1/2021 ‘NZEB’ zijn: Nearly Zero Energy Buildings. Ze moeten dan grotendeels kunnen instaan voor hun eigen energiebehoeften en dat zal meer een zaak van technische installaties worden dan van bouwkundige maatregelen. En het laat zich raden dat met de enorme klimaat- en energie-uitdagingen de inspanningen nog verder zullen gaan, maar voor de bouwsector, de architecten, aannemers, ondernemers en arbeiders zal via passiefbouw de grote stap dan al gezet zijn. ■ 1 Burgemeester van Turnhout, Marcel Hendrickx, CD&V 2 Federaal minister van milieu, Freya Van den Bossche, SP.A 3 Prins Laurent van België 4 Staatssecretaris voor duurzame ontwikkeling, Els Van Weert, Spirit 5 Vlaams parlementariër en Gemeenschapssenator, Bart Martens, SP.A 6 Vlaams minister voor onderwijs, Frank Vandenbroucke, SP.A 7 Vlaams minister voor Wonen, Marino Keulen, Open VLD 8 Brussels minister voor Energie en Leefmilieu, Evelyne Huytebroeck, Ecolo 9 Burgemeester van Villers-le-Bouillet, Christine Collignon, PS 10 John Maynard Keynes, één van de voornaamste grondleggers van de economie, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Keynesiaanse_theorie

22

be.passive 15

de platformen aan het woord


« Het vraagstuk rond "groen" leidt naar de passiefbouw, waarvan de veralgemening in Brussel, voorzien voor 2015, de mogelijkheden voor renovatie/reaffectatie van bepaalde gebouwen naar voor schuift, evenals een potentiële opwaardering ervan. Deze verplichting sluit aan bij een goede timing en stemt overeen met de veranderingen in de werk- en bezettingsmodus van de kantoren onder invloed van desk sharing/home working. 20 jaar geleden was een onderneming bijzonder gevoelig voor het begrip "mooie gevel". Vandaag streeft de onderneming naar gezelligheid en een flexibel gebruik om zo gevoel van welzijn te creëren voor de medewerkers en ze zo meer aan zich te binden. Op één jaar tijd (2012) is de evolutie van het kantoor heel bijzonder geweest, omdat ze versterkt werd door de crisis. De crisis dwingt de ondernemingen er immers toe de kaart van "minder maar beter" te spelen. » (Stephan Sonneville, CEO Atenor, uittreksel van de ronde tafel gewijd aan MIPIM 2013 uit La Libre in de bijlage, maart 2013)

« De passiefbouw is gerechtvaardigd voor elk type gebouw, en kan niet langer beschouwd worden als een uitdaging, maar moet gezien worden als een doelstelling waar we niet omheen kunnen (…). De politieke wil van "volledige passiefbouw" doet de vraag rijzen van de (meer) prijs en de terugverdiening. Schematisch gezien is deze meerprijs [omgekeerd] evenredig met de grootte van het gebouw: deze zou 15% bedragen voor een individueel huis en zou de 5% kunnen benaderen voor een groot geheel. » (Marc Stryckman, architect, CEO A.D.E., uittreksel uit de bijlage gewijd aan MIPIM 2013 door La Libre, maart 2013)

gezien en gehoord « De "groene" gebouwen – waarvan de prijzen trouwens dalen – creëren een waarde voor zowel de gebruiker (vermindering van de gebruikskosten/-lasten) als de investeerder. Geen enkele investeerder zal vandaag nog een "niet-groen" gebouw kopen. » (Amaury de Crombrugghe, Directeur Banimmo, uittreksel van de ronde tafel gewijd aan de la table ronde consacrée au MIPIM 2013 par La Libre dans son supplément, mars 2013)

« De passiefbouw lijkt ons, dankzij de technologieën die gebruikt worden (balansventilatie en isolatie) een zo goed als verplichte overgangsfase om te komen tot, in eerste instantie, een nulenergiegebouw (neutraal gebouw) en nadien tot een gebouw met positieve energie (dat meer produceert dan verbruikt). » (Christian Sibilde en Grégoire de Jerphanion, DDS & Partners/Architectes, uittreksel uit de bijlage gewijd aan MIPIM 2013 door La Libre, maart 2013)

gezien en gehoord

be.passive 15

23


Het is onmogelijk de strijd tegen de klimaatontregeling aan te pakken zonder tegen de machthebbers in te gaan.

24

be.passive 15

perspectief

De grootste crisis van de mensheid valt samen met de opkomst van een ideologie die het onmogelijk maakt om deze crisis op te lossen. Op het einde van de jaren ‘80, toen steeds duidelijker werd dat de impact van de menselijke activiteiten op het klimaat zowel de ecosystemen als de mensen zelf bedreigde, werd de wereld gedomineerd door een extremistische politieke doctrine waarvan de dogma’s verboden om de maatregelen te nemen die een oplossing hadden kunnen bieden. Het neoliberalisme, ook wel "marktfundamentalisme" of "laat maar waaien economie" genoemd, wil de economie bevrijden van elke openbare interventie. De Staat, zo beweert men, moet zich beperken tot de bescherming van het grondgebied en het privé-eigendom, en de eliminatie van de obstakels die in de weg staan van de ondernemingen. In de praktijk sluit dit allesbehalve aan bij de werkelijkheid. Wat de neoliberale theoretici "de Staat ontvetten" noemen, leidt eerder tot het ontvetten van de democratie, voornamelijk door een vermindering van de middelen waarover de burgers beschikken om de macht van de elitegroepen te beperken. Wat ze "markt" noemen, lijkt heel sterk op een coalitie van belangen die de grootste corporaties en de rijksten verenigt1. Het neoliberalisme is niet meer dan een schaamlapje voor de plutocratie, de macht die aan de rijken gegeven wordt. De neoliberale ideologie vond een eerste speelterrein in Chili in 1973 toen de discipelen van Milton Friedman, opgeleid aan de Universiteit van Chili en gesteund door de CIA, Generaal Pinochet hielpen bij het opdringen van een programma dat elke democratische natie verworpen zou hebben. Het avontuur is uitgelopen op een economische catastrofe, maar heeft toch eerst extreme voordelen opgeleverd voor de rijksten die de industrieën en de natuurlijke hulpbronnen van het land privatiseerden2. Het neoliberale credo werd vervolgens verspreid door Margaret Thatcher en Ronald Reagan. In de derde wereld werd het opgelegd door het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. Toen wetenschapper James Hansen in 19833 zijn eerste modellering van de klimaatopwarming voorstelde aan de Amerikaanse senatoren, heerste de doctrine al overal. We hebben het gezien: de neoliberale regeringen zouden geen slechter moment hebben kunnen vinden om hun eigen principes met de voeten te treden dan toen ze besloten om de banken in 2007 en 2008 uit de nood te helpen. Elke Staat die vastzit in zelfverloochening zal pas tussenkomen op het allerlaatste moment, wanneer het echt niet meer anders kan en dit ongeacht de ernst van de crisis of de gevolgen ervan. Het neoliberalisme beschermt de

The Hudsucker Proxy 1994 Joel Coen ©Graham Place, Ethan Coen


belangen van de elite tegen alles en iedereen. Om de klimaatinstorting – die 4 of 5 of 6°C opwarming die ons beloofd werden door bekende ecologische terroristen zoals, hum, de Wereldbank, het Internationaal Energieagentschap of PriceWaterhouseCoopers4.5.6 – te voorkomen zullen we het hoofd moeten bieden aan de stookolie-, gas- en steenkoolindustriëlen. We zullen deze industriëlen moeten dwingen om de vier vijfde – of meer – van de fossiele brandstofvoorraden met rust te laten. We kunnen het ons immers niet veroorloven die op te stoken7. We moeten het zoeken naar en het exploiteren van nieuwe voorraden stoppen - waar zouden die trouwens voor moeten dienen als we de gekende voorraden al niet mogen verbranden? Dan moeten we ook de infrastructuurprojecten (zoals de luchthavens), die niet zonder deze energie kunnen functioneren, laten varen. Maar elke Staat die zich beschouwt als niet-Staat kan onmogelijk tot actie overgaan. Een dergelijke Staat, overgeleverd aan de belangen die elke goede democratie onder controle zou moeten hebben, is als een verstijfd konijn op de weg dat met gestrekte oren naar de vrachtwagen staart die het zal overrijden. Elke confrontatie is taboe, elke interventie een doodzonde. Het staat u vrij de budgetten te verkruimelen ten voordele van nieuwe vormen van energie; het is echter verboden wetten te maken ten koste van de oude energiebronnen. Precies daarom slaagt het beleid van Barack Obama, dat zowel wind- en zonne-energie als stookolie en gas steunt, er niet in te ontsnappen aan het principe dat erin bestaat "al het voorafgaande" verder te zetten8. In het Verenigd Koninkrijk stelt de minister die verantwoordelijk is voor de klimaatverandering voor om de energiebronnen koolstofvrij te maken, maar tegelijk wel de exploitatie van de Britse stookolieputten te maximaliseren9. De Brit Lord Stern zei over de klimaatverandering dat die voor de markteconomie "de grootste en belangrijkste mislukking ooit" was10. De nutteloze Top van de Aarde in 2012, de inconsistente voorstellen waar nadien over gedebatteerd werd in Doha, het decreet over de energie en de actievoorstellen rond de vermindering van de vraag naar elektriciteit die onlangs gelanceerd werden in Engeland, ... sluiten helemaal niet aan bij de omvang van de uitdagingen en geven blijk

van het fundamentele onvermogen van de fundamentalisten van de markteconomie om een oplossing te bieden voor deze existentiële crisis. De huidige koolstofuitstoot zal gedurende het volledige millennium gevolgen hebben, veel meer dan nodig om elke vorm van menselijke beschaving te herleiden tot een hoopje snippers11. Soms zijn gesofistikeerde samenlevingen er al in geslaagd keizerrijken, epidemieën, oorlogen en hongersnood te overleven. Ze zullen een opwarming van 6°C echter geen eeuw volhouden. Als beloning voor 150 jaar overmatig verbruik – waarvan het grootste deel in geen enkel opzicht heeft bijgedragen tot de vooruitgang van het welzijn van de mensheid – zijn we nu bezig met het verpulveren van de natuurlijke wereld en de menselijke infrastructuren die ervan afhangen. De patstelling van Doha en de agressieve retoriek van bepaalde regeringen onthullen de huidige grenzen van de politieke actie. Verder gaan zou het pact verbreken dat gesloten werd met de machthebbers, een pact dat het neoliberale credo gelegitimeerd heeft door het volledig te camoufleren. Het neoliberalisme op zich is niet het echte probleem: het is slechts een ideologie die, vaak retrospectief, uitgedragen wordt door een elite zonder scrupules om haar greep op de macht, het openbaar bestuur en de natuurlijke hulpbronnen te rechtvaardigen. Het is echter onmogelijk hier tegen in te gaan zonder er eerst een reëel politiek alternatief tegenover te stellen. Met andere woorden, er kan geen oplossing komen voor de klimaatcrisis en de andere crisissen die de mensen en de ecosystemen treffen zonder eerst een grote politieke strijd te voeren en een democratische mobilisatie te organiseren tegen de plutocratie en de heerschappij van de machthebbers. Alles begint zonder enige twijfel met een hervorming van onze electorale financiering. Maar we moeten verder gaan om de voorwaarden te stipuleren van een nieuwe vorm van politieke actie die de interventie van de Staat zou rechtvaardigen, die nobelere doelstellingen zou nastreven dan de emancipatie van de ondernemingen via een ontregelde economie, die het overleven van de volkeren en andere levende wezens belangrijker zou vinden dan het behoud van enkele bevoordeelde industrieën. Met andere woorden, het zou gaan om een vorm van politieke actie die voor ons bestemd zou zijn, niet voor de superrijken.. ■

perspectief

no man’s land

tekst George Monbiot gepubliceerd in de Guardian (04.12.2012) en aangepast met de vriendelijke toelating van de auteur.

1 Colin Crouch, 2011. The Strange Non-Death of Neoliberalism. Polity Press, Cambridge. 2 Naomi Klein, 2007. The Shock Doctrine: the rise of disaster capitalism. Allen Lane, Londen. 3 www.nytimes.com/1988/06/24/us/global-warming-hasbegun-expert-tells-senate.html 4 Potsdam Institute for Climate Impact Research and Climate Analytics, november 2012. Turn Down the Heat: why a 4C warmer World Must be Avoided. Report for the World Bank. http://climatechange.worldbank.org/sites/ default/files/Turn_Down_the_heat_Why_a_4_degree_ centrigrade_warmer_world_must_be_avoided.pdf 5 http://thinkprogress.org/climate/2011/11/09/364895/ieaglobal-warming-delaying-action-is-a-false-economy/ 6 PriceWaterhouseCoopers, November 2012. Too late for two degrees? Low carbon economy index 2012. www. pwc.co.uk/sustainability-climate-change/publications/lowcarbon-economy-index-overview.jhtml 7 www.monbiot.com/2011/07/19/an-undergroundnational-park/ 8 www.barackobama.com/energy-info/ 9 www.publications.parliament.uk/pa/cm201213/ cmhansrd/cm121129/debtext/121129-0002.htm 10 Nicholas Stern, 2006. The Economics of Climate Change. www.hm-treasury.gov.uk/d/Executive_Summary. pdf 11 Susan Solomon, Gian-Kasper Plattner, Reto Knutti, and Pierre Friedlingstein, 10.02.2009. Irreversible climate change due to carbon dioxide emissions. PNAS, vol. 106, no. 6, pp1704–1709. doi: 10.1073/pnas.0812721106 www.pnas.org/content/early/2009/01/28/0812721106.full. pdf+html

perspectief

be.passive 15

25


26

be.passive 15

beeldspraak


beeldspraak Nicolas Olivier

Een film in de stijl van "Bref" (op Canal-Plus). Als het een succes wordt, dan zal deze film deel uitmaken van een reeks parodieĂŤn, geproduceerd door pmp voor de promotie van de passiefbouw. Elke film zal worden ingeblikt vanuit een andere cinematografische inspiratie. Regisseur: Nicolas Olivier >Kijk op www.maisonpassive.be

beeldspraak

be.passive 15

27


Na de principiële beslissing van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2011 om vanaf 2015 de passiefhuisstandaard te hanteren voor alle nieuwbouw, was er bezorgdheid geformuleerd door de bouwsector dat bepaalde actoren moeilijkheden zouden ondervinden om aan deze vereisten te kunnen beantwoorden. Daarop werd door het gewest periodiek overleg opgestart met de bouwsector rond een aantal thema’s. Dit overleg resulteerde midden 2012 in een akkoord dat de oorspronkelijke doelstelling behoudt, maar tegelijk rekening houdt met een aantal beperkingen en de bouwheer meer vrijheid geeft. De uitwerking van dit akkoord werd op 21/2/2013 door de Brusselse regering bekrachtigd en verscheen begin maart 2013 in het Staatsblad.

Drie initiatieven vergemakkelijken de implementatie van de nieuwe energiestandaard vanaf 2015 • Twee pistes: Om vanaf 1/1/2015 te voldoen aan de EPBregelgeving kan elke indiener van een bouwaanvraag kiezen uit twee mogelijkheden: De piste A is het vertrouwde eisenpakket voor de passiefhuisstandaard. De piste B biedt een oplossing voor gebouwen waar de stedelijke omstandigheden leiden tot een slechtere compactheid en/of verminderde zonnewinsten. Ze voorkomt bijgevolg dat men in zeer oncompacte gebouwen met een slechte oriëntatie overmatig zou moeten investeren. • Meer vrijheid van keuze voor het ventilatiesysteem: Door de aannames voor de netto energiebehoefte wordt meer vrijheid ingebouwd voor verschillende types ventilatiesystemen. De evaluatie van de prestaties van het gekozen systeem werd naar het primair energiecriterium verschoven. De eisen voor netto energiebehoeften omvatten zo niet langer een deel van de technieken en blijven beperkt tot de kenmerken van de gebouwschil (oriëntatie, compactheid, isolatie, luchtdichtheid, …) • Duidelijke horizon en overgangsperiode voor de luchtdichtheid: Met de intrede van de luchtdichtheidseis in 2018 en het groeipad in piste B, wil Brussel een duidelijke horizon voorop stellen zodat de markt lang vooraf weet waarop ze zich moet voorbereiden. We introduceren u hieronder in de nieuwe wetgeving en overlopen per piste, eerst voor woningen en daarna voor scholen en kantoren.

de platformen aan het woord

2015 passief: het Brusselse Besluit van 21 februari 2013 in detail tekst Adeline Guerriat (PMP), Christophe Marrecau en Jeroen Poppe (PHP)

28

be.passive 15

de platformen aan het woord

Woningen Piste A: De woning voldoet aan de gekende passiefeisen: • netto verwarmingsbehoefte ≤ 15 kWh per m² en per jaar waarbij men, onafhankelijk van het gekozen ventilatiesysteem, rekent met een efficiënt ventilatiesysteem met warmteterugwinning (men hanteert een reductiefactor voor voorverwarming van de ventilatielucht rpreh,heat,zone z = 0,32, tenzij er een ventilatiesysteem D met warmteterugwinapparaat met een rendement ηtest,p > 80% aanwezig is. Voor de afstelling van de installatie hanteert men een mheat,sec i = 1 en een reductiefactor voor ventilatie freduc,vent,heat,seci = 1); • totaal primair energieverbruik ≤ 45 kWh per m² per jaar. Dit verbruik omvat verwarming, koeling, sanitair warm water en hulpstroom, en kan gecompenseerd worden met on-site geproduceerde hernieuwbare energie; • temperatuuroverschrijding boven 25°C ≤ 5% van het jaar; • luchtdichtheid bij een drukverschil van 50 Pa (n50) ≤ 0,6 luchtvolumewisselingen per uur voor de aanvragen vanaf 1 januari 2018. Piste B: Voor de woning zijn de netto verwarmingsbehoefte en het totaal primair energieverbruik niet hoger dan wanneer men deze voor hetzelfde gebouw zou berekenen met een aantal aannames. Het gebouw dient dan te voldoen aan volgende eisen: • netto verwarmingsbehoefte ≤ de netto verwarmingsbehoefte van datzelfde gebouw indien men voor deze laatste rekent met de volgende aannames: HHQ JHZ RJHQ JHP LGGHO GH 8 Z DDUGH YDQ : P ð. voor opake scheidingsconstructies; HHQ JHZ RJHQ JHP LGGHO GH 8 Z DDUGH YDQ : P ð. voor vensters, deuren en poorten; HHQ O XFKW GLFKW KHLG YDQ KHWJHERXZ YDQ - n 50 = 1,0 vol./u vanaf 2015 - n50 = 0,8 vol./u vanaf 2016 - n 50 = 0,7 vol./u vanaf 2017 - n 50 = 0,6 vol./u vanaf 2018 HHQ HIILFLsQWYHQW LO DW LHV\VW HHP P HWZ DUP W HW HUXJZ LQQLQJ (men hanteert een reductiefactor voor voorverwarming van de ventilatielucht rpreh,heat,zone z = 0,32, tenzij er een ventilatiesysteem D met warmteterugwinapparaat met een rendement ηtest,p > 80% aanwezig is. Voor de afstelling van de installatie hanteert men een mheat,sec i = 1 en een reductiefactor voor ventilatie freduc,vent,heat,seci = 1); • totaal primair energieverbruik ≤ 45 + 1,2*(X – 15) kWh per m² en per jaar, met X = de netto verwarmingsbehoefte zoals berekend met de aannames van hierboven (gewogen gemiddelde U-waarde van 0,12 W/m²K voor opake scheidingsconstructies, 0,85 W/m²K voor ramen en deuren, etc…). Dit primair verbruik omvat verwarming, koeling, sanitair warm water en hulpstroom, en kan gecompenseerd worden met on-site geproduceerde hernieuwbare energie; • temperatuuroverschrijding boven 25°C ≤ 5% van het jaar; • luchtdichtheid bij een drukverschil van 50 Pa (n50) ≤ 0,6 luchtvolumewisselingen per uur voor de aanvragen vanaf 1 januari 2018.


Scholen en kantoren Piste A: Het school- of kantoorgebouw beantwoordt aan de gekende eisen voor passiefbouw: • netto verwarmingsbehoefte ≤ 15 kWh per m² en per jaar, waarbij men, onafhankelijk van het gekozen ventilatiesysteem, rekent met efficiënt ventilatiesysteem met warmteterugwinning (men hanteert nl. een reductiefactor voor voorverwarming van de ventilatielucht rpreh,heat,zone z = 0,36, tenzij er een ventilatiesysteem D met warmteterugwinapparaat met een rendement ηtest,p > 75% aanwezig is. Voor de afstelling van de installatie hanteert men een mheat,sec i = 1 en een reductiefactor voor ventilatie freduc,vent,heat,seci = 1); • netto koelbehoefte ≤ 15 kWh per m² en per jaar; • totaal primair energieverbruik ≤ (95 – 2.5 *C) kWh per m² en per jaar, waarbij C het compactheidsgetal is. De bovengrens voor dat compactheidsgetal is 4. Dit primair verbruik omvat verwarming, koeling, sanitair warm water, verlichting en hulpstroom, en kan gecompenseerd worden met on-site geproduceerde hernieuwbare energie; • temperatuuroverschrijding boven 25°C ≤ 5% van de gebruikstijd voor de aanvragen vanaf 1 januari 2016; • luchtdichtheid bij een drukverschil van 50 Pa (n50) ≤ 0,6 luchtvolumewisselingen per uur voor de aanvragen vanaf 1 januari 2018. Piste B: Het school- of kantoorgebouw heeft een netto verwarmingsbehoefte en een totaal primair energieverbruik die niet hoger zijn dan wanneer men deze voor hetzelfde gebouw zou berekenen met een aantal aannames. Het gebouw dient dan te voldoen aan volgende eisen: • netto verwarmingsbehoefte ≤ de netto verwarmingsbehoefte van datzelfde gebouw indien men voor deze laatste rekent met de volgende aannames: HHQ JHZ RJHQ JHP LGGHO GH 8 Z DDUGH YDQ : P ð. YRRU opake scheidingsconstructies; HHQ JHZ RJHQ JHP LGGHO GH 8 Z DDUGH YDQ : P ð. YRRU ramen en deuren; HHQ O XFKW GLFKW KHLG YDQ KHWJHERXZ YDQ - n50 = 1,0 vol./u vanaf 2015 - n50 = 0,8 vol./u vanaf 2016 - n50 = 0,7 vol./u vanaf 2017 - n50 = 0,6 vol./u vanaf 2018 • een efficiënt ventilatiesysteem met warmteterugwinning (men hanteert een reductiefactor voor voorverwarming van de ventilatielucht rpreh,heat,zone z = 0,36, tenzij er een ventilatiesysteem D met warmteterugwinapparaat met een rendement ηtest,p > 75% aanwezig is. Voor de afstelling van de installatie hanteert men een mheat,sec i = 1 en een reductiefactor voor ventilatie freduc,vent,heat,seci = 1); • netto koelbehoefte ≤ 15 kWh per m² en per jaar; • totaal primair energieverbruik ≤ (95 – 2.5 *C) + 1,2*(X – 15) kWh per m² en per jaar, waarbij C het compactheidsgetal is. De bovengrens voor dat compactheidsgetal is 4. De waarde X = de netto verwarmingsbehoefte zoals berekend met de aannames van hierboven (gewogen gemiddelde U-waarde van 0,12 W/m²K voor opake scheidingsconstructies, 0,85 W/m²K voor ramen en deuren, etc…). Dit primair verbruik omvat verwarming, koeling, sanitair warm water, verlichting en hulpstroom, en kan gecompenseerd worden met on-site geproduceerde hernieuwbare energie; • temperatuursoverschrijding boven 25°C ≤ 5% van de gebruikstijd voor de aanvragen vanaf 1 januari 2016; • luchtdichtheid bij een drukverschil van 50 Pa (n50) ≤ 0,6 luchtvolumewisselingen per uur voor de aanvragen vanaf 1 januari 2018.

Ingrijpende renovaties Voor woningen, scholen en kantoren die, met inbegrip van vervanging van alle technische installaties, renovatiewerkzaamheden ondergaan op minstens 75 % van hun verliesoppervlakte zijn dezelfde criteria van kracht maar met toepassing van een vermenigvuldigingsfactor van 1,2 voor alle eisen behalve het criterium voor de temperatuuroverschrijding.

BrusselPassief.be Wie deze wetgeving in detail wil nalezen of verdere toelichting wil, verwijzen we door naar de pas gelanceerde website BrusselPassief.be, die alle informatie rond de ontwikkelingen in de passiefhuisstandaard in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest centraliseert. U vindt er de laatste nieuwtjes, toelichting bij de wetgeving, een overzicht van geplande activiteiten (opleidingen, projectbezoeken, seminaries, etc…) van alle betrokken actoren, de Brusselse Voorbeeldprojecten, opinies, video’s en een doorverwijzing naar relevante bronnen (websites, tools, literatuur, etc…).

Conclusie Wij als platformen stellen vast dat de voorstellen die onderhandeld werden door de Regering en de Brusselse spelers van de bouwsector de facto leiden tot criteria die zich verwijderen van de "standaard passiefbouw" zoals die op punt gesteld werd door onze Duitse buren. Het is belangrijk dat we ons daar bewust van zijn, want dat impliceert dat de gebouwen die zo gebouwd worden waarschijnlijk verbruiks- en comfortprofielen zullen vertonen die ietwat verschillen van hun naamgenoten buiten de Brusselse grenzen. Het kan gaan om de prijs die betaald moet worden voor een wat "pragmatischere" passiefbouw die toegankelijk is voor meer mensen en in dat opzicht kunnen we ons daar alleen maar over verheugen. Toch moet de noodzakelijke evolutie van de berekeningstools gevolgd worden om te vermijden dat de wirwar van cijfers niet leidt tot een al te grote benadering. ■

de platformen aan het woord

be.passive 15

29


Op 1 december 2012 trad het nieuwe KB van 12 juli 2012 in voege dat de basisnormen aanpast voor de brandpreventie in nieuwe gebouwen. Het besluit betekent o.m. een oplossing voor het dilemma tussen vereisten voor luchtdichtheid bij energiezuinige gebouwen en ventilatie-eisen voor liftschachten. Het voorziet immers in verschillende mogelijkheden om enkel in nood de luchtdichtheid te doorbreken: "Het geheel schacht en machinekamer, of de schacht worden op natuurlijke wijze verlucht via buitenluchtmonden. Als de schacht en de machinekamer afzonderlijk verlucht worden, hebben de verluchtingsopeningen elk een minimale doorsnede van 1 % van de respectieve horizontale oppervlakten. Als het geheel schacht en machinekamer boven aan de schacht verlucht wordt, heeft de verluchtingsopening een minimale doorsnede van 4 % van de horizontale oppervlakte van de schacht. De verluchtingsopeningen kunnen uitgerust worden met gemotoriseerde verluchtingskleppen waarvan de opening als volgt bevolen wordt: •

automatisch om de gebruikers van de lift een toereikende verluchting te verzekeren, zelfs bij een langdurige stilstand;

automatisch bij een abnormale temperatuurstijging van de machine en/of de controleorganen;

automatisch bij de detectie van een brand in de liftschacht en/ of in de machinekamer;

automatisch bij de detectie van een brand in het gebouw, indien dit uitgerust is met een algemene branddetectie-installatie;

automatisch bij een defect aan de energiebron, de voeding of de bediening (toestel met positieve veiligheid);

manueel via een bediening op een evacuatieniveau op een in akkoord met de brandweer bepaalde plaats."

Voorheen waren vooral onder impuls van een groeiende vraag naar passieve gebouwen al systemen op de markt gebracht die in dergelijke scenario’s de gewenste ventilatie konden verzorgen. Deze oplossingen werden echter pas aanvaard na overleg met de brandweer, waardoor de situatie van gemeente tot gemeente kon verschillen. Daaraan is nu een einde gekomen en met het in voege treden van dit KB is in geheel België opnieuw een hinderpaal weggewerkt voor een vlotte roll-out van passieve/energieneutrale gebouwen. ■ Bron: http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2012/09/21_1.pdf#Page2

de platformen aan het woord

nieuwe basisnormen voor de brandveiligheid tekst Christophe Marrecau (PHP)

30

be.passive 15

de platformen aan het woord



Sinds de aankondiging van het akkoord dat afgesloten werd tussen de Brusselse Minister van Energie en de Beroepsfederaties met betrekking tot de reglementering die de passiefstandaard oplegt voor nieuwbouw vanaf 1 januari 2015, gaan er bepaalde stemmen op, per collectieve mail of via de pers, die de gegrondheid van dit besluit in vraag stellen. Ze hebben het over een gebrek aan afstand, een overdreven beslissing, de verwerping van interessantere alternatieven, gezondheidsrisico’s, prohibitieve meerkosten, onvoorbereide architecten of een aanslag op de architecturale vrijheid, ... Met deze open brief willen wij proberen hen een antwoord te geven. carte blanche

open brief aan de sceptici van de passiefbouw tekst GrĂŠgoire Clerfayt, Verantwoordelijke van de Directie Energie voor Leefmilieu Brussel

32

be.passive 15

carte blanche


Breathless ©Annette Etges 2010

Geachte mevrouw, heer, Zoals u waarschijnlijk wel weet, maakt de bouwsector vandaag een fantastische evolutie door van de bouw- en renovatiepraktijken, zowel wat betreft de energie als andere aspecten van de duurzaamheid. Iedereen vraagt zich af tot waar deze evolutie moet gaan, welk het evenwichtspunt zal zijn (als dat al bestaat) en in welk verplichtingsveld het uitgedrukt moet worden: vrijheid van architecturaal ontwerp, technologische keuze, meerkost, verplichtingen voor de gebruikers, enz. De aanvaarding van de passiefstandaard in Brussel heeft reacties uitgelokt bij heel wat Federaties zoals de CBBH, het WTCB, AriB, de BVS, de DIE, het PMP en het PHP. De Regering heeft een lange dialoog gevoerd met deze Federaties om de standpunten te begrijpen en dichter naar elkaar toe te brengen. Er werd zelfs een akkoord gesloten1! Dit akkoord was mogelijk door bepaalde, ietwat technische details. Wist u bijvoorbeeld dat de berekeningsmethode die gebruikt wordt door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om tegemoet te komen aan de vereisten van "2015" zodanig onderhandeld werd met de sector dat er geen "absolute" keuze opgelegd wordt (zoals het ventilatiesysteem) en dat het gebruik van hernieuwbare energiebronnen bevorderd wordt (vooral de biomassa, die geniet van een omzettingsfactor in primaire energie van 0,32, maar ook de warmtepomp, zonne-energie, geothermie, enz.), en dat bij dit alles rekening wordt gehouden met de verplichtingen, gekoppeld aan de zonnewinsten en de compactheid? De grootste ontwerpvrijheid wordt gegarandeerd in de technische keuzes, … behalve dan wat betreft de energiesoberheid. Wist u dat de Regering in Brussel de markt van de bouw en de renovatie al sinds 2007 elk jaar opnieuw stimuleert met de projectoproep "Voorbeeldgebouwen"? Dit initiatief van de overheid stelde oorspronkelijk geen enkele prestatieverplichting voorop en heeft ondertussen laten zien dat een snelle evolutie mogelijk is. De "beroemde passiefstandaard" blijkt perfect haalbaar, zelfs in de stad, zowel voor nieuwbouw als voor heel zware renovaties, en dit tegen een economische horizon die als aanvaardbaar wordt beschouwd door alle bouwheren die anders niet zouden hebben meegedaan. Wist u dat het Brusselse Gewest met deze gebouwenportefeuille (die vandaag 520.000 m² telt, waarvan 285.000 m² volgens de passiefstandaard) beschikt over een waaier verwezenlijkingen en projecten van uiteenlopende aard (individuele of collectieve woningen, privé- of publieke gebouwen, scholen, kinderdagverblijven, kantoren, rusthuizen, enz.), van verschillende omvang (van 150 tot 45.000 m²) en in alle mogelijke architecturale vormen, waarvan meer dan een kwart renovaties. Wist u dat er in deze gebouwen gelukkige gebruikers verblijven die minder verbruiken en toch genieten van meer comfort? Wist u dat er wat betreft de meerkost ook heel veel verschil is: van niet duur tot heel duur, ... net zoals bij het traditioneel bouwen? In Brussel werden verschillende passiefprojecten verwezenlijkt tegen minder dan 1.200 €/m², zelfs in het geval van openbare aanbestedingen. Al deze projecten worden gedragen door bouwheren (gezinnen, gemeenten, OCMW, OVM, vzw’s, promotoren, ondernemingen,

enz.), architecten, studiebureaus en bouwaannemers. Vele van deze openbare en privébouwheren blijven deze standaard gebruiken voor andere constructies. Dankzij deze Brusselse verwezenlijkingen wagen heel wat anderen zich er ook aan, zelfs zonder de steun te genieten van het Gewest. U weet waarschijnlijk dat de Richtlijn EPB Recast, voorgesteld door de Europese Commissie en goedgekeurd door het Europese Parlement en de Europese Ministerraad, vraagt om te streven naar de "bijna-nulenergie"-standaard vanaf 2020, d.w.z. naar uiterst energiezuinige gebouwen waarvan het restverbruik gecompenseerd wordt door hernieuwbare energiebronnen die op de site of er dichtbij geproduceerd worden. Deze zelfde richtlijn vraagt ook dat de energievereisten van nieuwe gebouwen aansluiten bij het technischeconomische optimum, dat berekend werd op de geactualiseerde netto waarde, d.w.z. op basis van de levensduur van de investeringen (verschillende tientallen jaren dus). In deze context heeft de Europese Commissie in juni 2012 het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gehuldigd door het de European Energy Award uit te reiken voor het Nearly Zero Energy Building beleid. Opgelet: ik wil de Brusselse politiek hier geen imago van troetelbeertje toeschrijven. De vooruitgang van de bestaande praktijken vereist uiteraard altijd een inspanning; er doen zich soms moeilijkheden voor die opgelost moeten worden, en soms krijgen we te maken met mislukte pogingen wanneer de ervaring ontoereikend blijkt. Uit de feedback die we krijgen, blijkt echter dat geen enkel van de problemen waarmee we soms te maken krijgen echt dramatisch of onoverkomelijk is; overal bestaat een haalbare alternatieve oplossing voor. Kortom, niets nieuws en niets bijzonders ten opzichte van het traditionele bouwen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest investeert heel veel in de ondersteuning van de proactieve en positieve spelers, van iedereen die wil aansluiten bij de positieve dynamieken zoals de projectoproep "Voorbeeldgebouwen", de opleidingen tot uitmuntendheid (18.000 uur/jaar), de seminaries en de gratis diensten die georganiseerd worden door de Facilitatoren en de Alliantie WerkgelegenheidLeefmilieu - As Duurzaam bouwen. Deze positieve dynamiek en vooral het vermogen van de markt om erbij aan te sluiten, ook binnen de Brusselse openbare sector, hebben de Brusselse regering ervan overtuigd om verder te gaan op de weg van de passiefstandaard door te steunen op het toenemende vakmanschap van onze aannemers ten voordele van het energiebeleid, maar ook van de consumenten, de economie, onze gemeenschappelijke veerkracht, enz. Dit alles is alleen maar mogelijk dankzij de competentie en de creativiteit van onze architecten, onze ingenieurs en onze bouwaannemers, en dankzij de ondernemersgeest van zowel onze privé- als openbare bouwheren. Is dit dan dogmatisme, zoals sommigen beweren? Dat is maar moeilijk te geloven wanneer er zoveel feiten zijn die aantonen dat het wel degelijk de realiteit is, met echte gebouwen, echte mensen en echte gemeten resultaten. Deze realiteit overstijgt de fictie van heel wat andere cijfers die er tegenover geplaatst worden. ■ 1 zie het interview met de betrokken partijen na de onderhandeling, bijvoorbeeld www.archiurbain.be/?p=2640

carte blanche

be.passive 15

33


passive story

Michel Nederlandt, kantoor Elia tekst foto Jean Cech Victor LĂŠvy met de vriendelijke toelating van Leefmilieu Brussel

34

be.passive 15

passive story


We hadden een idyllischere plek kunnen vinden voor dit nieuwe technisch-administratieve gebouw dat opgetrokken wordt langs het kanaal in Brussel. De driehonderd toekomstige gebruikers zullen nochtans kunnen genieten van het allerbeste wat de nieuwe technologieën te bieden hebben, maar wel gekoppeld aan de duurzame en goedkope energieaspecten. Langs de ene kant de verbrandingsoven en een centrum voor afvalsortering; helemaal rondom industriële gebouwen en een onontwarbare verkeersknoop; langs de hele site liggen de sporen van het station van Schaarbeek; in het midden van het terrein kabbelt de Zenne voort onder de blote hemel. En als kers op de taart heeft dit industrieterrein, dat eigendom is van de beheerder van het transmissienet voor elektriciteit, ELIA, een historische vervuiling geërfd waardoor het bedrijf verplicht is een beheer op punt te stellen voor de grond die uitgegraven wordt tijdens de werf en een beheersplan voor de risico’s als gevolg van de bodemvervuiling te laten valideren door de Brusselse administratie. Daarom kan het toekomstige gebouw van het bedrijf ELIA, dat op deze site gebouwd wordt, op meer dan één vlak als een voorbeeld beschouwd worden dat resoluut op de toekomst gericht is. Het sluit aan bij het richtplan waartoe meer dan vijf jaar geleden besloten werd en waarvan het eerste gebouw in 2007 al onderscheiden werd in het kader van de projectoproep Voorbeeldgebouwen 2007. Michel Nederlandt, projectleider: "Vijf jaar geleden werd de uitdaging om een passiefgebouw te verwezenlijken een noodzaak voor dit project. We waren vertrokken van een volledig traditionele constructie. We waren wat laat. Bovendien moesten we, als gevolg van een gebrekkige kennis van bepaalde vereisten die opgelegd werden door de certificaten, de technische fiches en de uitvoeringsmethodes van bepaalde materialen opnieuw bekijken. Om te slagen in de luchtdichtheidstest zouden we het volledige gebouw hebben moeten demonteren en opnieuw bouwen! Maar aangezien we bij de eersten waren om het avontuur aan te durven en omdat ELIA toch zo veel mogelijk wilde investeren in andere duurzame aspecten van het gebouw, werd het project weerhouden". Hij herinnert zich nog de weg die afgelegd werd: "In die tijd wisten de meeste architecten en studiebureaus nog niet helemaal wat een heel-lageenergie- of passiefconstructie concreet inhield voor hun vak. Ook voor ELIA waren het de eerste stappen in de wereld van het passiefgebouw en we hebben er al onze energie in gestopt om zoveel mogelijk nieuwe technieken aan te leren en te gebruiken. Dit gebouw sloot aan bij de bedrijfspolitiek inzake duurzame ontwikkeling". Deze keer wil de bouwheer met zijn project nog een stap verder gaan. Hij streeft niet alleen

het passiefcriterium na, maar heeft, aansluitend bij de ambitie van het eerste project om het gebruik te beperken van materialen en producten die afgeleid zijn van de petrochemie, in het lastenboek ook het Britse BREEAM-certificaat (niveau Very Good) opgenomen. Dit certificaat houdt rekening met het geheel van de dimensies die gekoppeld zijn aan de impact op het milieu. In de ogen van Gaëlle Vervack, belast met de aspecten die gekoppeld zijn aan het respect voor het milieu, zet dit de technische spelers aan om hun grenzen nog meer af te tasten: "Nog niet alle architecten- en studiebureaus – wat ze ook beweren – zijn al in staat een dergelijk gebouw te verwezenlijken. Vijf jaar geleden klopte dit zeker voor de passiefbouw, en vandaag is dit voor velen nog altijd zo, zeker wanneer het gaat om de BREEAMvereisten. Waar het de interveniërende partijen bij het eerste gebouw vooral aan ontbrak, was de zin en het vuur om nieuwe duurzame technieken aan te leren. Ik heb het over die drive van: "wij geloven erin en willen ervoor gaan". Ze zagen er het belang niet echt van in. We moesten hen voortdurend herinneren aan de doelstelling. Hier gaat het om een echte resultaatverplichting en voor onze technische partners verandert dat alles! Bovendien hebben we met zorg ervaren architecten en studiebureaus geselecteerd die volledig achter de aspecten van duurzaamheid staan, en dat vereenvoudigt de zaken aanzienlijk." Ook wat betreft de gebruikers trouwens. Michel Nederlandt: "we mogen het aanvaardingsniveau dat een passiefgebouw met BREEAM-certificaat vereist van personeel dat gewend is aan een bepaald idee van een kantoor met een bepaald type vloerbekleding, muurdecoratie, wanden, airconditioning, enz. niet onderschatten. Dat is niet noodzakelijk evident allemaal. Het dagelijks leven in een gebouw dat uitgerust is met free cooling, bijvoorbeeld, vereist dat de deuren van bepaalde kantoren 's avonds open blijven om de luchtcirculatie, die nodig is voor een dergelijke techniek, mogelijk te maken. Ook voor het onderhoudspersoneel veranderen de gewoonten: de werkmethodes moeten aangepast worden aan de nieuwe materialen die een aangepaste behandeling vereisten. Daarom eisen wij van bij de aanvang van de bouw hieromtrent heel precieze richtlijnen van de fabrikanten". Het terrein maakt ook buiteninrichtingen mogelijk die dan weer andere ecologische aspecten op de voorgrond plaatsen, zoals ruimtes met een bloemenweide, ontspanningsruimtes langs een promenade die doorheen de site kronkelt. ■ passive story

be.passive 15

35


www.robustdetails.com

what's up

1 voor de thermische en akoestische renovatie van de woningen tekst Wouter Hilderson en Bert Vanderwegen (PHP)

De opwarming van het klimaat, het nakende tekort aan fossiele brandstoffen, stijgende energieprijzen,... allemaal gegronde redenen om energiezuiniger te bouwen en renoveren. Helaas gaan we door die – nochtans terechte – aandacht voor energiezuinigheid al te snel voorbij aan andere technische aspecten. Slecht nieuws voor de bewoner die niet kan slapen door lawaai van zijn buren of van buiten, hoewel zijn appartement wel degelijk goed thermisch geïsoleerd is. Het STAR project (Sustainable Thermal & Acoustic Retrofit) wil daarom focussen op een duurzame renovatie van wooneenheden waarbij zowel de thermische als de akoestische aspecten geoptimaliseerd worden. Ook andere aspecten mogen niet uit het oog verloren worden (bvb. luchtdichtheid, brandveiligheid, stabiliteit etc.). Men kan zich de vraag stellen of akoestiek wel effectief een probleem is bij de renovatie van bestaande woningen. Voor een alleenstaande woning op het platteland, ver weg van de grote verkeersassen, is er inderdaad geen probleem. Maar hoe representatief is deze situatie voor België, een dichtbevolkt land met een al even dicht verkeersnetwerk? En hoe wenselijk is deze woonvorm voor een gemiddelde bewoner, die dan toch al snel voor alle verplaatsingen naar de wagen grijpt? Volgens het LARES-onderzoek dat de WHO in de periode 2002-2003 liet uitvoeren, vormt lawaai een bron van ergernis voor bewoners waar slechts weinigen tolerant tegenover staan. In die zin spreken we van akoestisch comfort. Het onderzoek gaat echter verder, en toont aan dat burenlawaai wel degelijk de gezondheid schaadt! Het verminderen van de blootstelling aan lawaai in woningen werd dan ook op de politieke agenda geplaatst. Gezien de impact van de akoestische prestaties van de gebouwcomponenten, is het belangrijk om ook oog te hebben voor de akoestiek wanneer men een woning energetisch

36

be.passive 15

what's up


www.bouwdetails.be

renoveert. Vinden we vandaag een luchtdichtheidsniveau van 0,6 volumewisselingen per uur al moeilijk garandeerbaar bij renovatie omdat alle overgebleven lekken hier een impact op hebben, als we spreken over akoestische prestaties is de impact van onnauwkeurigheden of kleine foutjes nog vele malen groter. Zorgvuldig en met kennis werken uitvoeren is dan ook de boodschap. Het Belgische gebouwenpark is daarbij sterk gericht op individuele woningbouw, en dus vraagt deze individuele architectuur in België om een projectmatige aanpak. Elke renovatie is anders, elke bouwknoop vraagt een individuele oplossing. En daarbij moeten thermische isolatie, luchtdichtheid, brandveiligheid, vochthuishouding en dus ook akoestiek worden geïntegreerd. En deze aandachtspunten zijn vaak eerder tegenstrijdig dan complementair. Een goede thermische isolatie is vaak alles behalve een garantie voor goede akoestische prestaties. Zo is zelfs voor een doorwinterde bouwprofessional de zoektocht naar een evenwicht hier alles behalve evident. Er is dan ook heel wat vraag naar kennis rond geïntegreerde oplossingen. De meeste renovaties van woningen worden uitgevoerd door KMO’s. Omdat het hen vaak aan mankracht en tijd ontbreekt om voor alle mogelijke probleempunten oplossingen uit te werken, hebben zij vooral nood aan betrouwbare en duidelijke oplossingen, eenvoudig uitvoerbaar en met een grote garantie op een kwalitatief resultaat. Daarbij kunnen robuuste plaatsingsoplossingen ondersteund door checklists een middel zijn. Maar ook de architecten vervullen een belangrijke rol, voor hen zijn robuuste ontwerpprincipes interessant. De uitdaging is dan ook zeer groot. Gelukkig moeten we hier het warm water niet terug uitvinden. In Schotland werd deze aanpak immers reeds uitgewerkt onder de vorm van de succesvolle "Robust Details". Het Robust Details project werd in de UK uit de grond gestampt na het invoeren van een nieuwe akoestische norm en de daaraan gekoppelde verplichting om elk gebouw na oplevering effectief

akoestisch te testen! In de praktijk bleek meer dan 60% van de gebouwen niet te voldoen, waardoor dure aanpassingswerken noodzakelijk waren. Met de invoering van de Robust Details kwam hier verandering in. Deze verzameling goede oplossingen biedt de architect een detail om te integreren in hun ontwerp. De checklists zorgen ervoor dat gedurende de hele keten, van ontwerp tot uitvoering, steeds rekening wordt gehouden met een correcte plaatsing. Wie kiest voor de Robust Details ontloopt bovendien de verplichting om het resultaat zelf akoestisch te laten testen, maar geeft toelating aan de vzw die deze Robust Details opstelt en ondersteunt, om ter plaatse grondige testen uit te laten voeren. Resultaat: na slechts enkele jaren bleek 98% van de projecten te voldoen! Om deze aanpak in België te implementeren, hebben het akoestisch laboratorium van het WTCB en Passiefhuis-Platform de handen in mekaar geslagen, en werd het project STAR opgestart. Rond verschillende thema’s (schrijnwerk, massiefbouw, houtbouw, daken, technieken) werden werkgroepen opgericht met alle stakeholders waar verschillende typische pijnpunten blootgelegd werden. Momenteel worden heel wat details uitgewerkt en bediscussieerd in de verschillende werkgroepen. De definitieve details met checklist en akoestische en energetische eigenschappen zullen uiteindelijk te vinden zijn op de website www.bouwdetails.be (waar nu ook al heel wat details op staan, echter enkel uitgewerkt op het vlak van thermische isolatie en luchtdichtheid). Omdat onderzoek en ontwikkeling centraal staan, wordt vanuit het project bovendien sterk gefocust op de KMO’s, om samen met hen bestaande oplossingen te optimaliseren of nieuwe oplossingen uit te werken. Aan professionelen (uitvoerders, verdelers en fabrikanten) wordt dan ook de mogelijkheid geboden om specifieke producten of oplossingen gratis te laten testen door het akoestisch labo van het WTCB, een uitgelezen kans! ■ what's up

be.passive 15

37


www.areyounormal.be


be.passive presenteert

5 kinderdagverblijven

A2M CARNOY EVR MDW MODULO 5 kinderdagverblijven

be.passive 15

39


01 40

be.passive 15

5 kinderdagverblijven

www.a2m.be

M2E

kinderdagverblijf in Vorst bestemming: oppervlakte: opdrachtgever: architect: stabiliteitsingenieur : studiebureau: aannemer: status: budget:

kinderdagverblijf 581 m² Gemeente Vorst A2M TPF Group JZH & partners M&M Sitty opgeleverd 1 428 €/m² excl. btw

10 0,52

kWh/m².j vol/h


inplanting

1 6 verdieping 1 wijkcontract Sint-Denijs voorbeeldproject

3

2

5 4

1 afdeling voor de allerkleinsten 2 afdeling voor de tussengroep 3 afdeling voor de oudste groep 4 onthaal 5 keuken 6 technisch lokaal 7 terras

U-waarde wanden en vensters wanden 0,16 W/m²K vloer 0,20 W/m²K dak 0,11 W/m²K Uf : Ug:

0,68/ 0,73 W/m²K 0,60 W/m²K

systemen balansventilatie η : 80% adiabatische koeling en overventilatie

gelijkvloers

5 kinderdagverblijven

be.passive 15

41


02 42

be.passive 15

5 kinderdagverblijven

www.carnoy-crayon.be

TRIVIERES bestemming: oppervlakte: opdrachtgever: architect: stabiliteitsingenieur : studiebureau: aannemer: status: budget:

kinderdagverblijf 522 m² Stad La Louviere Carnoy-Crayon Luc Delvaux MK Engineering De Graeve opgeleverd 2 483 €/m² excl. btw

14 0,53

kWh/m².j vol/h


dunne wanden dikke wanden

inplanting

verdieping 1

U-waarde wanden en vensters wanden 0,10 W/m²K vloer 0,09 W/m²K dak 0,08 W/m²K Uf : Ug:

0,89 W/m²K 0,49 W/m²K

systemen balansventilatie η : 82%

gelijkvloers

5 kinderdagverblijven

be.passive 15

43


03 44

be.passive 15

5 kinderdagverblijven

www.evr-architecten.be

KAE bestemming: oppervlakte: opdrachtgever: architect: stabiliteitsingenieur : studiebureau: aannemer: status: budget:

kinderdagverblijf 1 071 m² GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap evr-Architecten Ingenieursbureau Fraeye Istema Postelmans-Frederix opgeleverd 1 421 €/m² excl. btw

14.7 0,53

kWh/m².j vol/h


inplanting

verdieping 1

gelijkvloers

1 overdekte inkom/ buitenklas 2 inkomsas 3 sanitair 4 klas 5 inkom per 2 klassen 6 sanitair 7 berging schoonmaak 8 sanitair 9 polyvalent lokaal/berging 10 polyvalente zaal 11 passerelle / vestiaire 12 berging 13 technische ruimte 14 passerelle met buitentrap 15 vitrine naar polyvalente zaal 16 doorgang tussen klassen 17 vestiaire

5 kinderdagverblijven

voorbeeldproject U-waarde wanden en vensters wanden 0,18 W/m²K vloer 0,15 W/m²K dak 0,12 W/m²K Uf : Ug:

0,78/1.68 W/m²K 0,60/1.00 W/m²K

systemen balansventilatie η : 82% nachtkoeling en vrije koeling

be.passive 15

45


04 46

be.passive 15

5 kinderdagverblijven

www.mdw-architecture.com

GAUCHERET bestemming: oppervlakte: opdrachtgever: architect: stabiliteitsingenieur : studiebureau: aannemer: status: budget:

kinderdagverblijf 815 m² CODIC voor gemeente Schaarbeek MDW Architecture Waterman TCA Luxconsult Strabag opgeleverd 2 208 €/m² excl. btw

14 0,50

kWh/m².j vol/h


03 01 8

éuqalomreht muinimula ne eviR leiforpdnarkad muinimula etkaleg hcsimrehT

62

muinimula ne reivarg ed terrA regnavdnirg muinimulA éluor reivarG dnirgloR

22

57

%2 etnep %2 gnilleh

edaçaf euqirB neetskableveG

61

élitnev tnemeregél ediV wuops edreelitneveg thciL 2A eiulp-eraP/tnev-eraP 2A mrehcsretaW/mrehcsdniW :tnanerpmoc '06 FR siob ne nossiaC :tiu ednaatseb '06 FR tuoh ni ettessaC siob ed elucitrap ne uaennaP taalplezevtuoH esolullec ne noitalosI + siob erutcurtS eitalosi esolullec + ruutcurtstuoH ruepav eraP mrehcspmaD étteugnal - éruniar BSO ne uaennaP feorg ne dnat ,taalplezevtuoh BSO ertâlp-orbif ne euqalP taalplezevspiG

inplanting

1 2 03

2 3

21 03 32

egalerraC slegeT

9

euqillatém erèinroC laatem leiforpkeoH '06 FR tnalosi egaresseR '06 FR gnikerbredno ednerelosI euqillatém erèinroC laatem leiforpkeoH étiéhcnaté'd enarbmeM gnirekretaW UP tnalosI UP eitalosI eirennocam ed troppuS selosnockrewlesteM

24

epahC epahC mm 01 UP euqitsuoca tnalosI mm 01 UP eitalosi ehcsitseokA

erialos etneT tnetennoz elibom éuqalomreht elôT leiforp tslawegmraw eleiboM

mm 04 euqinhcet epahC mm 04 epahc ehcsinhceT

euqillatém ettap rus etnet noitaxiF + gnirewennoz gnigitseveB +

notéb ed ellaD noteb ni taalpreolV euqinhcet ediV nekeinhcet etloH

10

5 4

9

3

8

6

7

2

verdieping 1

mm 5.21 ertâlp ed euqalp ne dnofalp-xuaF mm 5.21taalpspig ni dnofalp dgaalreV

mueloniL mueloniL los el rap egaffuahc + mm 001 epahC gnimrawrevreolv + mm 001 epahC

erialullec notéb ed colB notebnellec tiu kolB

EP elliueF eilof-EP mc04 édurtxe enerytsylop noitalosI mc04 SP dreedurtxëeg noitalosI

euqinotcetihcra notéB noteb laarutcetihcrA notéb ed colB kolbnoteB

notéb ed ellaD noteb taalpreolV %5.1 etnep %5.1 gnilleh

04

6

dnofalp-xuaf ud erutcurtS dnofalp dgaalrev ruutcurtS

01

1

1 hal 2 keuken 3 vergaderruimte 4 technisch lokaal 5 wasserij 6 rustruimte 7 bureau 8 slaapzaal 9 veranderingruimte 10 speelruimte

notéb ua noitaxiF - 01/051/051 eunitnoc erèinroC mc05 sel suot 21M lacitrev euqimihc egarcna nu rap gnigitseveB - 01/051/051 leiforpkeoh dnepolrooD gnireknarev ehcsimehc elacitrev nee tem noteb naa mc05 ekle 21M

voorbeeldproject

6

7

5

4

3

2

1

1 inkom 2 bureau 3 kinderwagens 4 sanitair 5 afdeling voor de allerkleinsten 6 afdeling voor de tussengroep 7 afdeling voor de oudste groep

gelijkvloers

U-waarde wanden en vensters wanden 0,14 W/m²K vloer 0,09 W/m²K dak 0,08 W/m²K Uf : Ug:

0,73 W/m²K 0,60 W/m²K

systemen balansventilatie η : 80% adiabatische koeling en overventilatie

foto's Filip Dujardin

5 kinderdagverblijven

be.passive 15

47


05 48

be.passive 15

5 kinderdagverblijven

www.modulo-architects.be

L'YLO bestemming: oppervlakte: opdrachtgever: architect: stabiliteitsingenieur : studiebureau: aannemer: status: budget:

kinderdagverblijf 346 m² gemeentebestuur Jette MODULO architects Imhotep Engineering Imhotep Engineering Balcaen & FILS opgeleverd 1 771 €/m² excl. btw

14 0,23

kWh/m².j vol/h


inplanting

2 2 1

3

4 5 8

7 11

10

9

6 6

1 afdeling voor de allerkleinsten 2 slaapzaal 3 personeel 4 polyvalente ruimte 5 afdeling voor de oudste groep 6 slaapzaal 7 inkom en vestiair 8 berging 9 keuken 10 sanitair 11 kinderwagens

gelijkvloers

5 kinderdagverblijven

U-waarde wanden en vensters wanden 0,10 W/m²K vloer 0,16 W/m²K dak 0,12 W/m²K Uf : Ug:

0,60 W/m²K 0,76 W/m²K

systemen balansventilatie η : 76%

be.passive 15

49


thema

10 years

50

be.passive 15

thema


10

Passiefhuis: innovatiemotor

jaar

tekst Erwin Mlecnik, PHP/OTB TU Delft

Tien jaar geleden werd in Vlaanderen het woord ‘passiefhuis’ ingevoerd naar analogie met het Duitse ‘passivhaus’ - in vergelijking met Duitsland d tien jaar later. Er was op dat moment welgeteld één woning in België die de passiefhuisprincipes in bio-ecologische ologische he vorm toepaste en het duurde nog tot 2004 4 voordat drie bijkomende passiefhuizen dichter aanleunden anleunden nleunden bij meer traditionele bouwvormen. Tien jaarr geleden werden deze ‘huizen zonder verwarming’ ming’ nog ervaren als ‘radicale’ innovaties. Een systeemaanpak emaanpak en doorgedreven samenwerking tussen n actoren bleek nodig om zowel een hogere energieprestatie eprestatie als een betere uitvoeringskwaliteit te bereiken. De interesse in energie-efficiëntie en hieraan gerelateerde innovaties werd gelukkig aangestookt ngestookt door de debatten over klimaatverandering ering en veiligheid van energielevering, de gestegen en kansen op een ‘groenere’ economie en de invoering ng van de energieprestatieregelgeving voor gebouwen. wen. Het passiefhuis bleek in deze context een succesvol voortrekkersconcept en innoverende beleidsmakers dsmakers sprongen mee op de kar. De promotie van het passiefhuis-concept pt maakte dankbaar gebruik van de demonstratieprojecten. projecten. Een veelheid aan bedrijven vond er inspiratie om innovatieve technologieën en diensten nsten te ontwikkelen. Een voordeel van het passiefhuis assiefhuis bleek dat dit concept zich eenvoudig liett vertalen in algemeen herkenbare principes en eisen in zake energie-efficiëntie, zodat bedrijven ven zich daarop konden enten. De gezamenlijke promotie van deze kleine verbeteringen - gebruikk makend van een conceptbenadering - initieerde rde een markttransformatie. Als we terugblikken n op de ontwikkeling zijn de technologie-innovaties aties dus eerder ‘incrementeel’ te noemen. De ‘architecturale’ itecturale’ innovaties bleken essentieel te zijn, i.e. de manier waarop technologieën worden aangesloten loten en geïntegreerd in een geheel.

gang zetten van innovatietrajecten, zichtbaarheid van oplossingen op bijvoorbeeld beurzen, en de opleiding van toepassende bedrijven. Toepassende bedrijven konden dan weer bijkomende kennis en ervaring genereren via hun inbreng in demonstratieprojecten. Het succes van de marktontwikkeling van het passiefhuis is mede te danken aan de aanwezigheid van specifieke innovatiebemiddelaars en netwerkers die zorgden voor een kruisbestuiving tussen leveranciers en toepassende bedrijven, en architecten, adviseurs, klanten en kennisinstellingen. Passiefhuis-Platform speelde hierin een voorbeeldrol. Het faciliteerde enerzijds de netwerking met kennisinstellingen en de samenwerking tussen bedrijven. Anderzijds begeleidde het platform ook aspirant-bouwers op neutrale wijze gedurende héél hun beslissingsproces, van eerste advies tot certificatie. Kennistransfer was de sleutel tot innovatie-ontwikkeling en hieronder vielen diverse activiteiten zoals training van verschillende soorten marktpartijen (architecten, aannemers, installateurs) en disseminatie gedurende events voor zowell het brede publiek als professionals. Waar kennis nis niet kon gehaald worden in meer geavanceerde rde landen werd eigen onderzoek ontwikkeld. Uiteindelijk ‘exporteerde’ het Vlaamse Passiefhuis-Platform -Platform haar werkmodel ook naar andere regio’ss zoals Wallonië en Tsjechië. Dergelijke ‘sociale’ innovatie novatie bleek essentieel, naast autonome innovatie e in enkele bedrijven. Waar ligt de toekomst met betrekking tot Samenwerking tussen passiefhuis-innovatie? s-innovatie? bedrijven en leidde tot een nichemarkt. Om een volumemarkt umemarkt te bereiken zullen bedrijven rechtstreeks moeten inspelen op de wensen van de klant, in het bijzonder ook voor de renovatie van woningen. Naast het energie-aspect is de klant – afhankelijk van zijn of haar situatie – mogelijk gevoeliger voor argumenten zoals comfort, gezondheid, milieu, kosten en beter projectmanagement. Ook zullen beleidsactoren en bedrijvennetwerken nauwer moeten samenwerken. Ambities zoals het nulenergiehuis, het actiefhuis en het energieplushuis kunnen we niet links laten liggen. Het is belangrijk om erop te letten dat de lat voldoende hoog wordt gehouden, zodat innovatie blijvend wordt gestimuleerd. erd. Wie debatteert over welke energiemaatstaf standaard moet worden, moet zich ervan bewust zijn dat een standaard op zich geen innovatie stimuleert. eert. ■ Meer informatie: Mlecnik, E. (2013) 013) Innovation development for highly energy-efficient housing. ng. Opportunities and challenges related to the adoption on of passive houses, Sustainable Urban Areas, Vol. 45, IOS Press, Amsterdam, The Netherlands.

Een belangrijke hindernis was de ontwikkeling twikkeling van een marktinfrastructuur voor zeer energieefficiënte woningen. Leveranciers en n kleine ondernemingen speelden hierin een belangrijke elangrijke rol. Leveranciers hebben zich ingezet voor or het op thema

be.passive ssive 15

51


10

0

jaar: wanneer de cijfers beginnen te spreken

% tekst Marion Bandin en Marny Di Pietrantonio (pmp), Stefan Van Loon (PHP)

Al tien jaar! Dé gelegenheid om de gegevens waarover we beschikken uit te pluizen, te analyseren en te verspreiden om het denkwerk de vooruit te doen gaan en conclusies te tre trekken uit de bestaande verwezenlijkingen. wezenlijkingen. Want ja, j we bouwen passief in België, elgië, in de drie gewes gewesten. Dit werk rond analyse en kennisoverdracht m maakt duidelijk deel uit van de opdrachten van de d platformen, via het project Observatie van de passiefbouw. pa

PHP en pmp hebben dus het gezamenlijke initiatief genomen om de cijfers te laten spreken. Daarvoor heeft het pmp een tool ontwikkeld voor de statistische analyse van gegevens die de twee platformen d de mogelijkheid geboden heeft de berekeningsresultaten op basis van PHPP volledig berekenings uit te pluizen, pluize en dit voor meer dan 600 tot hiertoe eengezinswoningen in België, in gecertificeerde ce en alle types van woonvormen. Wij alle gewesten gew stellen hier de belangrijkste resultaten voor van de vergelijkende studie die uitgevoerd werd met deze verge nieuwe tool. nieu

D residentiële passiefbouw in al zijn De vormen

De gegevens die vergeleken werden in deze eerste studie betreffen zowel de energie- als de technische kenmerken: netto verwarmingsenergiebehoefte, n50, gemiddeld U-waarde van de wanden, energetische referentieoppervlakte, percentage beglaasde oppervlakte ten opzichte van de ondoorzichtige oppervlakten, enz. Alles wordt vertaald onder de vorm van sprekende ekende grafieken om het lezen en begrijpen ervan te vergemakkelijken voor het g grote publiekk en met de bedoeling er zo veel mogelijk mogelij nuttige tige informatie uit te halen.

52 2

be.passive 15

thema

Gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt U De gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt U [W/m².K] geeft een idee van de hoeveelheid energie die uitgewisseld wordt tussen het gebouw en de buitenomgeving. Hoe lager deze waarde, hoe kleiner de thermische uitwisselingen. De gemiddelde waarde Ugemiddeld houdt rekening met alle U-waarden van de wanden (ondoorzichtig of transparant, verticaal of horizontaal) en van de betrokken oppervlakten. We stellen vast dat de gemiddelde waarde (al dan niet gemeten in functie van het type omgeving) dicht aansluit bij de waarde die aanbevolen wordt door het PHI2 voor de ondoorzichtige wanden, namelijk 0,15 W/m².K

14% Het verlies De verdeling van het verlies van een passiefgebouw wijkt wat af van het klassieke schema dat we soms terugvinden. Zo is gemiddeld ongeveer 50% van het verlies te wijten aan deuren en ramen, ten opzichte van slechts 25% voor de muren die in contact staan met de buitenomgeving. Het dak is dan weer slechts verantwoordelijk voor 14% van het verlies.


0.15 000 0.35

0.30 000

Het naleven van een goede luchtdichtheid is bepalend voor het passiefcertificaat van het project3. Heel wat projecten bewijzen ons het tegendeel. Met een gemiddelde luchtdichtheidswaarde van 0,47 vol/u onthullen de cijfers ons immers ook dat meer dan 60% van de projecten een resultaat vertonen van minder dan 0,50 vol/u. Bepaalde projecten zijn zelfs in de onmogelijke uitdaging geslaagd een luchtdichtheidswaarde n50 te behalen van ruim beneden de 0,20 vol/u!

gemiddelde Umoyen U-waarde et Umoyen pondérée [W/(m².K)] gewogen gemiddelde U-waarde

0.20

0.25 000 0.20 000 0.15 000 0.10 000 0.05 000 0.00 000 001 0.50

0

Luchtdichtheid

compactheid Compacité 001 1.00

002 1.50

002 2.00

003 2.50

003 3.00

1

Compactheid We stellen ook vast dat hoe groter de compactheid van het project is, hoe hoger de gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënten U zijn. Met andere woorden, hoe compacter een gebouw, hoe minder het geïsoleerd moet worden om toch performant te zijn. Dat blijkt onder andere zo uit de projecten met grote omvang: de passiefstandaard wordt bereikt met kleinere isolatiediktes, en dus een hogere U-coëfficiënt.

Vergelijkende gegevens om de toekomst voor te bereiden

Over een geheel van meer dan 600 gebouwen zijn de resultaten dus meer dan aanmoedigend. Ze getuigen ook van een grote diversiteit aan projecten, zowel op architecturaal niveau als vanuit technisch oogpunt. De luchtdichtheidstesten tonen aan dat de waarde 0,60 vol/u gerespecteerd wordt, wat de meerderheid van de projecten er niet van weerhoudt nog betere waarden te bereiken. Daaruit blijkt een reële wens van de bouwheren en beroepsmensen binnen de sector om te streven naar de controle over hun werk. Deze concrete feedback bewijst ook het vakmanschap van onze aannemers.

Op basis van deze eerste vaststellingen, kunnen we ervan uitgaan dat PHPP-gegevens nog niet al hun geheimen hebben prijsgegeven. 1 Het gaat wel degelijk enkel om de gebouwen die Dankzij deze analysetool, op punt gesteld door tot hiertoe gecertificeerd de platformen, zouden in de toekomst nog andere werden en niet over het geheel van de residentiële verduidelijkingen kunnen volgen. Aan de hand van passiefgebouwen in België. deze analytische benadering en de resultaten die 2 Het PassivHaus Institut, regelmatig gepubliceerd worden, moeten we steeds Darmstadt. meer lessen kunnen trekken uit de toenemende 3 Ter herinnering, de voorraad bestaande verwezenlijkingen om zo alle luchtdichtheidswaarde n50 spelers binnen de bouwsector te helpen – want moet kleiner zijn dan of zij, alle beroepen samen, streven met steeds meer gelijk zijn aan 0,60 vol/u. naar de best mogelijke energieprestaties voor hun gebouwen. ■ thema

be.passive assive 15

53


schuift de markt tegenwoordig op naar een early majority. Passief bouwen is vandaag meer en meer mainstream. De PassiveHouse Beurs mag hiervoor een groot aandeel op haar conto schrijven.

10

jaar: PassiveHouse Beurs tekst Adriaan Baccaert, PHP

2013

De PassiveHouse Beurs is op 10 jaar tijd uitgegroeid tot de grootste beurs voor passief bouwen en renoveren in de Benelux, en bij uitbreiding – wij dagen u uit het tegendeel te bewijzen – in de hele wereld. De beurs en de platformen bepaalden zo de aanblik van de passiefstandaard in België. Wanneer men eind oktober 2002 PassiefhuisPlatform boven de doopvont hield, riep men meteen een "minibeurs" in het leven. De toenmalige omschrijving was geen understatement, integendeel: letterlijk een handvol bedrijven was bereid een tafel met producten te vullen of toch minstens een poster op te hangen. Sinds S die dag is de beurs exponentieel gegroeid. Aantallen A bezoekers en standhouders bleven gesta gestaag stijgen tijdens de edities in Turnhout (2003), Gent Gen (2004), Aalst (2005) en Heusden-Zolder (2006). Vana Vanaf 2007 zette het pas opgerichte Plateforme Maison Pas Passive (2006) mee de schouders onder het event: de nati nationale beurs in Tour & Taxis (Brussel) was geboren. Vraag en aanbod Vraag en aanbod met elkaar in contact brengen, daar draaide het al om van in 2002. De platformen wisten met hun PassiveHouse Beurs perfect op deze nood in te spelen en mee een ontluikende passiefhuismarkt te creëren.

BEURS

Aan de aanbodzijde stonden bouwbedrijven, leveranciers en producenten van balansventilatie, luchtdichtingsmaterialen, isolatie, schrijnwerk…. Via de beurs konden zij zich profileren op het terrein van het passief bouwen en hun innovatieve producten aan de man brengen.

54

De vraagzijde kon nu doen waar het om vroeg: d passiefhuizen bouwen. Wa Waren dit aanvankelijk nog overtuigde early adopters (pionier-bouwheren die de eerste passiefhuizen bouwden, en architecten en bou studiebureaus die deze woningen ontwierpen), dan wo

be.passive 15

thema

PassiveHouse is dan wel een verkoopbeurs, het is ook meer dan dat. PassiveHouse is de jaarlijkse hoogmis van al wie zich op professioneel gebied met passief of energiezuinig bouwen bezighoudt. De netwerkmogelijkheden zijn legio, men ziet elkaars realisaties, producten kunnen meteen toegelicht en vergeleken worden, … Professionals bezoeken de beurs dan ook in groten getale, zeker sinds de organisatie van de eerste professionele dag in 2010. 52% is reeds actief in passiefbouw, maar voor anderen is het een eerste kennismaking met de passiefstandaard. Ze verbazen zich dan vaak over hoe ver de passiefhuismarkt al staat, en hoeveel producten en diensten er beschikbaar zijn. Sommige bezoekers ontvangen we later ook terug, als standhouder. 2013 Dit jaar gaat de PassiveHouse Beurs door op 3, 4 en 5 mei. De aanpassing van de datum komt er op vraag van de standhouders, voor wie de gebruikelijke data in september te kort volgden op de zomervakantie en de schoolstart. Ook organisatorisch en op het vlak van de communicatie biedt de nieuwe periode een belangrijk voordeel. We blijven met deze nieuwe data ook uit de buurt van andere beurzen. Op vrijdag 3 mei 2013 wordt de professionele dag georganiseerd. De beurs is die dag enkel toegankelijk voor vaklui. Op die manier kom je als professional makkelijker in contact met de 140 standhouders, zijn er meer netwerkmogelijkheden tussen de bezoekers onderling en kunnen wij je ook een lezingenprogramma op maat aanbieden! Op 10 jaar tijd is de PassiveHouse Beurs uitgegroeid tot een gevestigde waarde. De drempel om passief te bouwen is daardoor nog nooit zo laag geweest. Vandaag is het hoogstens nog een opstapje waarop je, eenmaal genomen, maar al te graag blijft staan. Dat we zover zijn gekomen, is voor een groot deel zeker de verdienste van PHP en pmp, en hun PassiveHouse Beurs. Pa Wij nodigen u uit u er op 3, 4 en 5 mei zelf van no te vergewissen op 12de editie van de PassiveHouse vergew Beurs. Meer informatie & online tickets (met 3€ M korting): www.passivehouse.be. ■ w


de bestekteksten, de bouwdetails, alle plannen en de energieberekeningen doorgelicht. Deze vroegtijdige doorlichting voorkomt potentieel foutieve keuzes en/of oplossingen alsook menselijke fouten (bv. typfouten in energieberekeningen). Na deze controle kan men spreken van een gecertificeerd ontwerp.

Zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers staan voor grote uitdagingen wanneer het ambitieniveau van hun bouw- of renovatieproject passief, bijnanulenergie of nulenergie betreft. Sinds haar oprichting in 2002 bouwde PHP heel wat ervaring op rond zeer energiezuinig bouwen dankzij het grote aantal certificatieaanvragen dat de vzw behandelde. Op basis van de positieve en negatieve beoordeling van deze certificatiedossiers ontwikkelde PHP een trajectbegeleidingsprocedure die de kans op een succesvol project sterk verhoogt. Het is dan ook geen wonder dat bouwteams meer en meer terugvallen op de kennispool van PHP. De trajectbeleidingsprocedure is een uitgekiend proces waarbij PHP de juiste ondersteuning biedt aan de betrokken partijen en dit op het juiste moment doorheen het bouwproces. Deze specifieke procedure zorgt ervoor dat alle betrokken partijen (bouwheer, architect, studiebureau en aannemer) er hun voordeel uit kunnen halen. De bouwheer geniet de grootste kans op een succesvol, certificeerbaar eindresultaat, terwijl de opdrachtnemer(s) de inherente risico’s verbonden aan resultaatsverbintenissen sterk kunnen reduceren dankzij deze begeleidingsprocedure. Wat betekent "trajectbegeleiding" in de praktijk tijdens de verschillende mogelijke fases van idee tot realisatie? Om de veelheid aan informatie-uitwisseling tussen PHP en het bouwteam vlot te laten verlopen, en dit tijdens het volledige bouwproces, krijgt het bouwteam een projectspecifieke, voorgedefinieerde folderstructuur ter beschikking die het bouwteam desgewenst ook voor andere doeleinden (interne communicatie) kan gebruiken. Een eerste mogelijke ondersteuning bestaat uit het verifiëren en optimaliseren van de projectdefinitie. Dit blijkt vooral erg nuttig te zijn voor bouwheren die alleen over een basiskennis van energiezuinig bouwen beschikken. Bijvoorbeeld lokale overheden, scholen, verenigingen, particulieren, … .

Tijdens de uitvoeringsfase legt de aannemer aan PHP de technische fiches voor van de componenten die hij wenst toe te passen. Op deze manier wordt voorkomen dat producten aangekocht/ geplaatst worden waarvan de technische data eventueel gecontesteerd kunnen worden bij een latere certificatie-aanvraag. Naast de wettelijke toezichtsplicht van de architect voert PHP, indien gewenst, ook bijkomende werfbezoeken uit zodat de conformiteit en kwaliteit van de werkelijke uitvoeringen met het uitvoeringsdossier geverifieerd kunnen worden. Deze plaatsbezoeken zorgen eveneens voor een reductie van de bewijslast van het bouwteam. Tot slot wordt het volledige as-built-dossier gecontroleerd om uiteindelijk over te kunnen gaan tot certificatie van het desbetreffende gebouw. Aarzel niet om contact te nemen met PHP via certificatie@passiefhuisplatform.be indien u nog vragen heeft. Indien u een concreet project hebt waarop u de procedure wil toepassen, dan maakt PHP u graag een offerte op maat op. ■

10

jaar begeleiding, oor de sleutel voor voll een succesvol s bouwproces tekst Stefan Van Loon, PHP

Voor bouwheren die werken met een ontwerpwedstrijd om een definitieve keuze te maken tussen een aantal (gepreselecteerde) architecten/ ontwerpteams staat PHP in voor de "energetische" beoordeling van de wedstrijddossiers. Elk wedstrijddossier wordt daarbij becommentarieerd door PHP zodat de jury zich een duidelijk en correct beeld kan vormen van de beloofde energetische kwaliteiten van de verschillende ontwerpen. Bouwheren die niet via een wedstrijdformule werken, hebben eerder baat bij een toetsing van het voorontwerp. Dit gebeurt steeds in een persoonlijk overleg waarbij PHP als onafhankelijke derde partij een projectscreening doet die tot een verdere optimalisatie van het gebouwontwerp zal leiden. Vervolgens vindt het nazicht van het uitvoerings-/ aanbestedingsdossier plaats. In dit stadium worden thema

be.passive 15

55


scientific trick "Is er een verschil tussen de tool Fotovoltaïsch van het pmp mp en die van de EPBsoftware?"

Er zijn inderdaad verschillen. Hoe kunnen we daar iets aan doen? De maandelijkse elektriciteitsproductie van een fotovoltaïsche zonne-installatie wordt als volgt berekend:

ܹ‫ݒ݌‬ǡ݉ǡ ൌ

ܲ‫ݏܫ כ ݒ݌ܥ כ ݒ݌ܨܴ כ ݒ݌‬ǡ݉ǡ‫݄݀ܽݏ‬

Waarin : Ppv

͵͸ͲͲ

het piekvermogen is van het fotovoltaïsche systeem voor een zonnestroom van 100 W/m². RFpv de reductiefactor is van het fotovoltaïsche zonne-energiesysteem. Cpv de correctiefactor is die rekening houdt met de schaduw. Is,m,shad de zonneschijn is ter hoogte van de oppervlakte van het fotovoltaïsche zonne-energiesysteem, rekening houdend met de schaduw. Aangezien het piekvermogen een vast gegeven is dat bepaald wordt door de fabrikant, kunnen de drie andere variabelen het resultaat dus beïnvloeden. In tegenstelling tot de reglementaire EPB-software wordt PHPP voorgesteld als een tool voor het ontwerpen en als ondersteuning bij de dimensionering. Waarom zou PHPP dan niet mogen beschikken over een eigen en flexibelere berekeningsmethode voor de productie van fotovoltaïsche elektriciteit, aangepast aan elk project? Dankzij de "ConnecTools", die ontwikkeld werden door het pmp, is dit nu het geval! Met deze Excel-tools, die rechtstreeks verbonden zijn met PHPP, is het mogelijk twee berekeningsmethodes te gebruiken om een fotovoltaïsche elektriciteitsproductie in te schatten: • een EPB-methode die de berekeningsmethode van de EPB-software reproduceert1. • • een PMP-methode die toelaat rekening te houden met een ander weerstation dan dat van Ukkel om de berekeningen te kunnen verfijnen en wat beter te doen aansluiten bij de reële producties. De gegevens die gebruikt worden voor deze weerstations zijn afkomstig van de gegevensbank "Climate-SAF PVIGS" van de interactieve kaarten "PvGIS" 2. Voor elke bestudeerde stad worden de gegevens "van de globale horizontale zonneaanvoer" en de verhouding "Verspreid/Globaal" gecommuniceerd. Op deze basis kunnen de gegevens met betrekking tot de "horizontale verspreide zonneaanvoer" door de tool gegenereerd en gebruikt worden. Deze methode, nog steeds een "beta"versie, stelt op dit moment de weerstations voor die oorspronkelijk beschikbaar waren in PHPP. Daarbij zullen nog de grote Belgische steden komen, zodat u kunt beschikken over een "weerstation" dat relatief dicht bij elk nieuw project ligt. Voor de twee berekeningsmethodes kan het resultaat met één klik geëxporteerd worden in de PHPP waarmee de tool verbonden is. Dankzij deze tool hoopt het pmp de projectontwerpers meer flexibiliteit te bieden door meer mogelijkheden aan te reiken in bepaalde berekeningsmethodes. Perfect om de capaciteiten van een architectuurproject, al dan niet passief, wat verder uit te diepen. 1 zoals van kracht op datum van 01/10/2012. 2 Photovoltaic Geographical Information System – Joint Research Center – European Commission: http://re.jrc.ec.europa.eu/pvgis/apps4/pvest.php#

tips&tricks

phpp tricks tekst Marny Di Pietrantonio, Aurore Vandenberghe en Benjamin Biot (pmp)

56

be.passive 15

tips&tricks



encoding trick "Hoe kunt u rekening houden met de invloed van verschillende types van vloeren in PHPP?"

Het tabblad Bodem van de PHPP-tool laat toe rekening te houden met de positieve invloed van de bodem op het thermisch verlies van de bouwelementen die ermee in contact staan. De methode die geïmplementeerd werd in PHPP is gebaseerd op de norm EN 13370 en laat toe de gemiddelde bodemtemperaturen (of een corrigerende factor van de temperaturen) die verstoord worden door het bouwen te evalueren. Dit kan gebruikt worden voor vloeren op volle grond, voor vloeren boven een sanitaire ruimte, en voor vloeren boven een kelder en ondergrondse vloeren. Wanneer het gebouw verschillende vloertypes omvat, dan gaan we als volgt te werk voor het invoeren in PHPP: •

Eerst kopieert u het tabblad Bodem zo vaak als het aantal vloeren in het project. In elke kopie van dit tabblad voert u de kenmerken van elke bodem in.

Vervolgens moet de bescherming van het tabblad Bodem opgeheven worden. De corrigerende factor en de gemiddelde maandelijkse temperaturen van de modem moeten dan aangepast worden om overeen te komen met de gemeten gemiddelden van de waarden die bekomen werden voor elke bodem, overeenstemmend met de verliescoëfficiënten van elke vloer. Dat betekent dat de cellen O79, D84 tot P85, I87 en O87 gewijzigd moeten worden door de volgende uitdrukking:

σ௡௜ୀଵ ܺ௜ Ǥ ‫்ܪ‬ǡ௜ ܺൌ σ௡௜ୀଵ ‫்ܪ‬ǡ௜ Waarin : X het gemiddelde is van de correctieve factor van de bodem of van de gemiddelde maandelijkse temperaturen van de bodem van het oorspronkelijke tabblad bodem, in cellen O79, D84 tot P85, I87 en O87; X i de corrigerende factor is van de bodem of de gemiddelde maandelijkse temperaturen van de vloer i van de n gedupliceerde tabbladen, in cellen O79, D84 tot P85, I87 en O87; HTi de coëfficiënt is van het verlies van de vloer i, overeenstemmend met de producten van de oppervlakte Si van de vloer i met de thermische doorgangscoëfficiënt Ui. Deze waarde kunt u terugvinden in cel AF39 van het tabblad Oppervlakte. •

stupid trick "Eet u bij kaarslicht vanavond? 3 kaarsen = 1 vriend! "

58

be.passive 15

In het tabblad Oppervlakte moeten alle wanden die vloeren vormen toegewezen worden aan de temperatuurzone "B", namelijk in contact met de bodem.

Door deze aanpassing zal op een correcte manier rekening gehouden worden met de invloed van de verschillende vloeren voor de berekening van de jaarlijkse netto energiebehoefte en van de netto energiebehoefte op basis van de maandelijkse methode, de evaluatie van de oververhittingsfrequentie en de inschatting van het verwarmings- en koelingsvermogen.

Kijk, wij stellen een alternatieve manier voor om u te verwarmen: de kaars, want men beweert dat enkele kaarsen volstaan om een passiefwoning te verwarmen. Het thermische vermogen van de vlam van een kaars zou om en bij de 30 Watt bedragen. Zo kunt u gerust wat vrienden vragen om samen naar de voetbalwedstrijd te kijken of genieten van een lekker etentje bij kaarslicht met Mevrouw. Hebt u een romantisch etentje gepland, dan stellen wij u voor om de test te doen en ons uw feedback te geven: zal de bijdrage van de kaarsen volstaan ondanks de buitentemperatuur onder het vriespunt? Ook om het even welke andere natuurlijke aanvoer van warmte is uiteraard toegestaan. Wat er ook gebeurt, het is altijd aangenaam leven in een passiefwoning! ■

tips&tricks



phpp

pmpConnecTools: PHPP met slechts een paar muisklikken tekst Benjamin Biot (PMP)

Of nu een fanatieke PHPP-gebruiker bent of net iemand die zich ergert aan de complexiteit of het gebrek aan bronnen ervan, deze nieuwe "open source" tool van het pmp, pmp-ConnecTools, is echt iets voor u. Bij het invoeren in PHPP gebeurt het vaak dat we gebruik moeten maken van extra software, bijvoorbeeld om de productie te berekenen van een fotovoltaïsche zonne-installatie of de SPF van een warmtepomp of om te jongleren met verschillende Excelbestanden om de koudebruggen te berekenen of de condensatierisico’s in een wand te berekenen. Voortaan hebt u een oplossing binnen handbereik die u het invoeren vergemakkelijkt: de ConnecTools. De ConnecTools bestaan concreet uit slechts één enkel Excelbestand dat online beschikbaar is. Het bestand verenigt meer dan tien praktische en gebruiksvriendelijke tools die geschikt zijn voor verschillende situaties. Met één klik verbindt u dit platform met PHPP waarmee het dan in wisselwerking treedt om alle ingevoerde gegevens te gebruiken of om de ontbrekende gegevens aan te vullen. Zo kunt u voortaan profiteren van een echte hulp bij het ontwerpen, door de verschillende functies van uw PHPP zo goed mogelijk te gebruiken.

Condensatie: Glaser tot uw dienst! De isolatie langs de binnenkant, die meer dan frequent gebruikt wordt bij renovatie, kan een bron van moeilijkheden zijn wanneer de projectauteur geen oog heeft voor de problematiek van de verspreiding van waterdamp doorheen een wand. Aangezien een WUFI®-studie soms relatief duur kan zijn, kan het wel handig zijn om de "Glaser-methode" bij de hand te hebben. Deze methode analyseert op een statische manier de evolutie van de druk van de waterdamp over de volledige dikte van de wand. Gelukkig vereenvoudigt de tool "Condensatie" van de ConnecTools deze methode door automatisch gebruik te maken van de wanden die u ingevoerd hebt in uw PHPP.

60

be.passive 15

phpp

Zo kunt u de risico’s op condensatie in de gebouwschil van uw project controleren met enkele muisklikken.

Tertiair: een niet te verwaarlozen aanvoer Hebt u zin om uw eigen interne invoer te evalueren of wil u een dubbele invoer voor een "koude" PHPP en een "warme" PHPP vermijden? Maak kennis met de tool "Tertiair"! Deze twee tools, die aangepast werden voor het ontwerpen van tertiaire gebouwen, maken het werk voor u gemakkelijk wanneer u te maken krijgt met soms heel complexe dossiers.

Grafische elementen: een tekening, beter dan cijfers PHPP mag dan een onuitputtelijke bron van numerieke resultaten zijn, dat betekent niet noodzakelijk dat die resultaten veel zeggen over de bouwheer. Om zowel de interpretatie als de presentatie van deze resultaten te vergemakkelijken vertaalt de tool "grafische elementen" de parameters van uw project in overtuigende kleuren en diagrammen.

Vloeren: Welke vloer? Wilt u verschillende vloertypes invoeren voor hetzelfde bouwproject? "Dupliceer het tabblad Vloer en vergelijk de waarden", zo luidde het –weinig bevredigende – antwoord van het pmp altijd. Wij zijn trots (en heel opgelucht) dat we erin geslaagd zijn een tool te ontwikkelen die het beheer van deze bijzonderheden van PHPP vereenvoudigt en automatiseert. U ziet, het pmp denkt aan u … De "pmp-ConnecTools" zijn sinds kort beschikbaar en worden in het lang en breed, maar vooral met veel kleur uitgelegd op de website: www.pmp-connectools. be En voor de nieuwsgierigen onder u, via het adres contact@pmp-connectools.be" kunt u een antwoord krijgen op al uw vragen. Tot binnenkort in de wereld van "ConnecTools"! ■


193 17 520.000 380.000 140.000 285.000 2.000 43.500 73.500 29.500 117 76 vijf 114 edities 79 van Voorbeeldgebouwen, dat betekent: voorbeeldgebouwen

gemeenten

m² gebouwen

m² oppervlakte nieuwbouw

m² gerenoveerde oppervlakte

m² passiefgebouwen

m² individuele woningen

m² collectieve woningen

m² kantoren en winkels

m² collectieve voorzieningen

nieuwbouwprojecten

be.batex

renovaties

privébouwheren

publieke bouwheren …

tekstt Bernard Deprez

be.batex

be.passive 15

61


37 nieuwe voorbeeldprojecten in Brussel

oppervlakte per jaar

160 000 m²

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderscheidt in 2012 37 nieuwe laureaten van de Projectoproep "Voorbeeldgebouwen". Een paar cijfers zeggen meer dan een lange uiteenzetting. Na vijf edities (2007, 2008, 2009, 2011, 2012) vertegenwoordigen de laureaatprojecten van "Voorbeeldgebouwen" meer dan 520.000 m² ecologisch gebouwde of ecologisch gerenoveerde gebouwen, goed voor 380.000 m² nieuwe oppervlakte (73%) en 140.000 m² gerenoveerde oppervlakte (27%). Als we ervan uitgaan dat het Brussels Gewest gemiddeld tussen 250.000 en 300.000 m² nieuwbouw neerzet per jaar, dan vertegenwoordigen de nieuwbouwprojecten van Voorbeeldgebouwen gemiddeld tussen 25 en 30% van de nieuwbouw (zeker minder voor de renovatie). Van alle laureaatprojecten werd 285.000 m² gebouwd volgens de passiefstandaard, goed voor 55% van de oppervlakte van de Voorbeeldgebouwen en 75% van de nieuwbouw van Voorbeeldgebouwen. Op de Brusselse markt van de bouwsector vertegenwoordigen deze projecten dus tussen 17 en 22% van alles wat er jaarlijks nieuw gebouwd wordt! Dat is knap! De projectoproep "Voorbeeldgebouwen" is uiteraard een echte locomotief voor de bouwsector en een onbetwistbare troef voor de verspreiding van de nieuwe ecologische bouwtechnieken. Voor het kiezen van de laureaten baseert de jury zich op vier criteria: een zeer hoge energieprestatie, een zo klein mogelijke milieu-impact, de garantie op de rentabiliteit van de oplossingen en de reproduceerbaarheid ervan, techniek en ten slotte een hoge architecturale kwaliteit en een goede stedelijke integratie. De projectoproep stelt de laureaten een subsidie van 100 euro/m² ter beschikking (goed voor een totaal budget van 29 miljoen euro voor de vijf edities), evenals een technische ondersteuning (van gespecialiseerde studiebureaus). Na de oplevering van de projecten worden opvolgingscampagnes van het verbruik voorzien. Bovendien organiseert Leefmilieu Brussel verschillende culturele evenementen (tentoonstellingen, publicaties, bezoeken, enz.) om de verspreiding van deze nieuwe bouwpraktijken aan te moedigen.

140 000 m²

Totale oppervlakte per jaar Passieve oppervlakte per jaar

120 000 m² 100 000 m² 80 000 m² 60 000 m² 40 000 m² 20 000 m² 0 m² 2007

be.passive 15

be.batex

2009

2011

2012

oppervlakte per jaar (bestemming) 80 000 m² 70 000 m² 60 000 m² 50 000 m²

Passiefkantoren Passiefwoningen Passiefinfrastructuren

40 000 m² 30 000 m² 20 000 m² 10 000 m² 0 m² 2007

2008

2009

2011

2012

2011

2012

functie per jaar (% passief) 100% 90% 80% 70% 60%

Passiefkantoren Passiefwoningen Passiefinfrastructuren Gemiddeld

50% 40% 30% 20% 10% 0% 2007

62

2008

2008

2009


Voorbeeldgebouwen zijn een belangrijke ruimte voor innovatie Tot op heden waren meer dan 120 architectenbureaus laureaat van de projectoproepen, voor meer dan 110 privébouwheren (particulieren, aannemers, vzw’s) en 37 publieke bouwheren (gemeenten, OCMW, GOMB, BGHM, enz.) en dankzij de expertise van 67 studiebureaus voor de energie van de gebouwen. Rekening houdend met de bouwaannemers, vertegenwoordigt dit een aanzienlijk aantal vakmensen dat betrokken is bij het ontwerp en de uitvoering van deze innoverende gebouwen.

2012

lone ranger 38%

usual suspects 26%

De jaargang 2012 beloont 33 architectenbureaus, waarvan er 22, dus twee derde, nieuwkomers zijn. Dat is heel goed nieuws voor de verspreiding van innovatie binnen het netwerk van de vakmensen uit de bouwsector! Bij de laureaten zien we ook de "Usual Suspects" terug: zij nemen al trouw deel sinds de eerste Oproep in 2007 en hebben de bouwreferenties editie na editie doen evolueren. 4 agentschappen vertegenwoordigen op zich al 26% van de in 2012 ontworpen oppervlakte. Samen zijn deze 4 agentschappen vandaag al goed voor een totaal van meer dan 105.000 m² verdeeld over de 5 edities, goed voor meer dan 20% van het totaal.

new kids 18%

come back kids 8%

challengers 10%

3 agentschappen hebben tijdens de recente editie de positie van "Challengers" verworven met meer dan 15.000 m², goed voor 10% van het totaal. Ten slotte verwelkomt Voorbeeldgebouwen 3 agentschappen terug, de "Come Back Kids", die meer dan 11.000 m² vertegenwoordigen, goed voor 8% van het totaal.

ratio Publieke dynamiek - privédynamiek 100%

22 laureaten zijn nieuwkomers – de "New Kids" – en zij staan voor 18% van de in 2012 ontworpen oppervlakte, goed voor meer dan 27.000 m².

90%

De operatie Voorbeeldgebouwen bekroont ook een bekend team vakmensen dat met één enkel project voor een passieftoren van meer dan 55.000 m² en 38% van het totaal de rol vervult van "Lone Ranger".

60%

Na een moeilijke start in 2007 tonen de oppervlaktes van de laureaatprojecten voor kantoren aan dat de standaard grotendeels aanvaard is. De vooruitgang van de passiefbouw voor infrastructuren gaat wat langzamer, rekening houdend met de variëteit aan programma’s. De status quo voor passiefwoningen rond 2009 is te wijten aan het grote aandeel renovaties toen. In 2012 bestaan de passiefwoningen voor 49% uit passiefrenovaties en 51% uit nieuwbouw.

20%

De opmars van de passiefstandaard moet niet meer bewezen worden! De relatieve vertraging binnen de woningsector in 2012 is te wijten aan een bijna-passief privéproject met 18 kWh/m².jaar (Van Hoornestraat). Was dit een passiefproject geweest in de orthodoxe betekenis, dan zou de penetratie van de standaard binnen de sector van de woningen oplopen tot 89%. Dit resultaat anticipeert misschien op de afwijkende maatregelen die beloofd werden door het Gewest en die zelfs al voorgesteld werden. ►

80% 70% 50% 40% 30% 10% 2007

2008

2009

2011

2012

2011

2012

ratio Renovatie - Nieuwbouw 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 2007

2008

be.batex

2009

be.passive 15

63


new kids

de nieuwkomers van 2012

kWh/m² mj

kW k Wh/ h/m m²²j

kWh/m²j

[182] V+ & MSA, www.vplus.org + www.ms-a.be Luttrebruglaan (Gemeente Vorst, 2.389 m²)

[176] renovatie Green Arch, www.greenarch.be Koningsstraat 94 (privé, 2.229 m²)

[160] renovatie K. Sas arch. Anatole Francestraat (privé, 153 m²)

kWh/ kW h/m² m²j

kWh kW h//m m²²j

kWh/ h//m² mj

[189] ARTER, www.arter.be Passiefschool Delwartstraat (Gemeente Anderlecht, 8.794 m²)

[190] Plus Office architects, www.plusoffice.eu Grote Prijzenlaan (Gemeente Sint-Pieters-Woluwe, 1.213 m²)

[164] renovatie Debruyne Pinckaers arch. Overwinningsstraat (privé, 304 m²)

kW kWh Wh/ h/m² /m² m²j

kW Wh/ h m²j

[171] renovatie Ateliers Jean Nouvel & MDW architecture Renovatie Vleurgatsesteenweg (Area Real Estate, 3.360 m²)

[173] Roose & Partners Architects, www.roose.be Petekindstraat (ACP Filleul, 1.055 m²)

[163] renovatie Atelier d’Architecture et Développement Durable, www.architectes-aadd.be Ledeganckstraat (privé, 171 m²)

kW k Wh/ h/m m²²j

kWh/ kW h//m m²²j

kW Wh h//m²²j

[161] renovatie Vandewalle & Wautier Terhulpensesteenweg (privé, 220 m²)

[165] Ariade Architectes - Jean-Benaetsstraat (privé, 521 m²) -Al laureaat 2011 voor een kinderdagverblijf en woningen [135]

[180] renovatie bg&k associati Tritomasstraat (Politiezone 5342, 2.327 m²)

kW k Wh/ h/m m²²²jj

64

be.passive 15

be.batex


kW kWh/ Wh/ h/m m²²j

[166] renovatie Robrechts arch., www.2architectes.be Georges Rosartstraat (privé, 126 m²)

kW Wh/m² m²²j

[183] TRIO Architecture, www.trioarchitecture.be Batavierenstraat (Arche en Belgique asbl, 188 m²)

kW Wh/ h m² m²j

[186] Cella sprl Tenboschstraat (NADLAN Partners, 541 m²)

kW Wh h//m² m²j

kW k Wh/m h//m² h m²j

[157] renovatie Taillet & Van Wallendael Leuvensesteenweg (privé, 283 m²)

kWh/m²²j kW

[191] XVDH+BROUAE, www.xvdh.com,www.brouae.be Godfried van Bouillonstraat (Gemeente Sint-Joost-Ten-Noode, 250 m²)

kWh/m² kW h/m² h/ m²j

[158] Smits arch. Porseleinstraat (privé, 156 m²)

lone ranger

kWh/m²jj kW

[175] MSA, www.ms-a.be Portaelsstraat (Gemeente Schaarbeek, 968 m²)

kW Wh/ h m² m²j

[181] renovatie Zampone & Burobill, www.zampone.be Rue Terre-Neuve (VZW Kinderdagverblijf Lutgardisschool Elsene, 905 m²)

kW k Wh/ Wh h/m m²²j

[187] Faidherbe & Pinto, www.fp-architecture.com Fierlantstraat (Gemeente Vorst, 465 m²)

kWh kW h//m² h m²jj

à lui seul il représente38% de l'édition batex 2012

[167] renovatie Atelier d’Architecture et Développement Durable, www.architectes-aadd.be Verdunstraat (privé, 420 m²)

[179] Jaspers, Eyers & Partners, www.jaspers-eyers.be Toren met passiefkantoren, Simon Bolivarlaan (FEDIMMO sa, 56 463 m²)

be.batex

be.passive 15

65


usual suspects

deze 4 agentschappen, trouwe klanten sinds 2007, zijn goed voor 20% van de totale oppervlakte van de 5 edities van voorbeeldgebouwen

kW Wh/m m² an

[171]renovatie MDW Architecture, www.mdw-architecture.com Vennoten van de Ateliers Jean Nouvel in 2012 5 voorgaande laureaatprojecten (8.050 m²)

MDW

k h//m²j kW

[169] B612 Associates sprl, www.b612associates.com Kantoren en woningen Industriekaai (Gemeente Sint-Jans-Molenbeek, 2.222 m²) 5 laureaatprojecten in het totaal (10.713 m²)

kWh/ kW h/m² h/ mj

[188] Trait Norremberg & Somers Architects, www.trait-architects.eu School en woningen Bonnestraat (Gemeente Sint-Jans-Molenbeek, 5.736 m²) 5 laureaatprojecten in het totaal (11.223 m²)

66

be.passive 15

be.batex


kWh/m²j

[193] R²D² architecture, www.r2r2architecture.be Kinderdagverblijf Vlogaertstraat (Gemeente Sint-Gillis, 2.341 m²) 9 laureaatprojecten in het totaal (19.748 m²)

kWh/ kW Wh/m m²²j m

kWh/ kW h m² h/ m²jj

[168] renovatie A2M, www.a2m.be Renovatie van een toren met sociale woningen en een kinderdagverblijf in de Linnéstraat (BELIRIS, 5.327 m²)

kW Wh/ h m² m²jj

[172] A2M, www.a2m.be Woningen en school Simonsstraat (Grondregie van de Stad Brussel, 13.369 m²)

[170] renovatie A2M, www.a2m.be omvorming van kantoren in woningen Marcel Thirylaan (MT200 sprl, 9.696 m²) 16 projets lauréats au total (63.918 m²)

be.batex

be.passive 15

67


come back boys kWh h/m² m²j

ze komen in 2012 terug na een min of meer lange afwezigheid

kWh Wh/m² Wh /m²j

14 184m² [185] Urban Platform, www.urbanplatform.com School Zaadstraat (Gemeente Sint-JansMolenbeek, 3.730 m²)

kWh kWh kW Wh/m //m² mj

kWh Wh/m²²j Wh

14 184m²

4 45 0 m ²

[174] Urban Platform, www.urbanplatform.com Woningen binnen een huizenblok Van Hoordestraat (JCS Immo sa, 6.222 m²)

[178] renovatie Ledroit Pierret Polet www.ledroit-pierret-polet.com Renovatie Koningsstraat (Ministerie van de Franse Gemeenschap, 1.265 m²)

challengers

615 m²

[162] rénovation Laurent Collignon Renovatie Antoine Courtstraat (privé, 199 m²)

architecten die stijgen binnen hun categorie

14 kWh/m²j

kW Wh/m²j

3batex 15 kWh/m²j

atex 4.097 m² [192] AAC Architecture, www.aacarchitecture.be School Decroly Hamoirlaan (École Decroly, 1.033 m²)

15 kWh/m²j

atex 12 770m²

702 m² [159] Gérard Bedoret architecte, Huis Konkelstraat (privé, 179 m²)

68

be.passive 15

[177] Art & Build, www.artbuild.eu Kantoren Black Pearl Rue Montoyer (Immobel, 11.462 m²)

be.batex

atex 4.097 m² [184] AAC Architecture, www.aacarchitecture.be School in Donderberg (Stad Brussel, 2.516 m²)



De gebruikelijke denkwereld van de architecturale pedagogie stimuleert de "nieuwbouw"-projecten. Aangezien de realiteit complex is, wordt er veel energie besteed om zich ervan te distantiëren, zodat er marges van vrijheid en identificatie ontstaan die verder gaan dat het gekrioel van de contextuele bijzonderheden, de ruimtelijke problemen, die algemeen genoeg zijn, zodat de studenten in staat zijn ze zich eigen te maken en ze zo leiden tot een persoonlijk project. Tegelijk wordt de renovatie gezien als een moeilijker technisch en beperkend probleem: dit is moeilijker aan te kaarten tijdens de opleiding van de studenten. Tussen de erfgoedvereisten (de identieke restauratie) en de eenvoudige technische upgrade (of die nu akoestisch, energetisch of esthetisch is), zit nochtans een projectruimte met mogelijkheden voor moeilijk te renoveren gebouwen. Wat betreft het milieuaspect kennen we bijvoorbeeld de transformatie van de oude studentenwoningen van de Universiteit van Wuppertal in nieuwe lage-energiewoningen of passiefwoningen, de Neue Burse1 door de architecten Müller & Schlüter. Als we het over het sociale aspect hebben, dan denken we bijvoorbeeld aan het werk van de architecten Lacaton & Vassal voor de renovatie van de toren Bois-le-Prêtre in Parijs2 (met Frédéric Druot) of voor de woningen van La Chesnaie in Saint-Nazaire3. In deze drie gevallen gaat het erom te vertrekken van het bestaande gebouw en dat opnieuw te configureren, meestal eerder door toevoeging dan verwijdering en soms door de oorspronkelijke architectuur substantieel te transformeren. Ter gelegenheid van de 5de Brusselse editie van de projectoproep "Voorbeeldgebouwen" in juni 2012 hebben wij onze studenten van het vierde jaar een architecturale denkoefening voorgesteld over de toekomst van 5 modernistische blokken met sociale woningen, gebouwd in 1965 aan de Papenvest, in het hartje van Brussel. Het gaat om meer dan 300 woningen die al lang in slechte staat zijn. Er wordt nu al ongeveer 15 jaar over de toekomst ervan gepraat. Er zijn al heel wat scenario’s de revue gepasseerd, gaande van renovatie tot "reductie", densificatie, enz. Een scenario van afbraak/reconstructie, met de bedoeling de herontwikkeling van het stadscentrum te bevorderen, werd voorgesteld in 2001 om een klassieker en dichter weefsel te herstellen door bestaande sociale woningen om te vormen en aan te vullen met gemiddelde of luxueuze woningen, winkels,

enz.4. Dit project, dat lange tijd in de vergeethoek is geraakt, lijkt nu weer een nieuwe adem gevonden te hebben dankzij de financiering door Beliris van een definitiestudie voor de renovatie en de eventuele densificatie van de site5. Onze uitgangspositie was anders. Ons project is enerzijds deels geïnspireerd op de brede corpus gerenoveerde voorbeeldgebouwen van de Brusselse projectoproepen sinds 2007 en, anderzijds, op het postuur dat architecte Anne Lacaton nadien in Brussel is komen belichamen in het kader van het Colloquium over Duurzaam Wonen6: "toevoegen, transformeren, opnieuw uitvinden: meer en beter doen. De slagzin "Never Destroy" werd eerst opgelegd naar de bewoners toe. Frédéric Druot herinnerde ons eraan dat de bewoners in de ogen van ons architecten nooit gereduceerd mogen worden tot eenvoudig verplaatsbare hoeveelheden, maar dat met hun verhalen – dat is een politieke keuze – rekening gehouden moet worden, en dat hun leven niet onzekerder mag worden door het vooruitzicht van een afbraak. Deze slogan heeft ook onze architectenliefde aangewakkerd voor vervallen gebouwen en ruimtes die nog steeds een sterke visie van de stad in zich dragen en bovendien een materieel en historisch kapitaal vormen. In alle eerlijkheid beschikken we vandaag niet over de middelen om tabula rasa te doen. In het kader van Voorbeeldgebouwen hebben onze studenten7 de stedelijke en constructieve situatie geanalyseerd. Ze zijn van binnen naar buiten tewerk gegaan, "van het kleinste naar het grootste." Ze hebben (met veel plezier, denken we) een reeks strategieën ontwikkeld voor verduidelijking, omleiding en aanpassing om zo de toekomst van deze blokken in vraag te stellen met een "precieze en aandachtige houding waarin afbreken, snijden, verlagen, amputeren geen plaats meer hebben"8. Sommigen hebben geprobeerd om de "poreuze karakter" van de site in stand te houden door de blokken te verbinden met het wegennet (door tussenvolumes te bouwen als uitbreiding van de blokken om zo een uitlijning te bekomen langs de Grootsermentstraat). Door te proberen de bestaande diensten op de sites te behouden en te diversifiëren hebben anderen ervoor gekozen een van de blokken "op te offeren" ten voordele van de ontwikkeling van een andere blok. Nog anderen hebben voorgesteld om nieuwe woningen te bouwen tussen de bestaande blokken om zo een soort van langgerekt zigzagvormig woonlint te creëren waarvan de nieuwe delen boven de grond zouden hangen.

onze studenten

5 te renoveren woningblokken

in het kader van Voorbeeldgebouwen 2012 tekst Bernard Deprez en Isabelle Prignot (ULB Architecture)

bâ ments existants renovés bâ ments nouveaux proposés pelouse gravier_espace public carlage_espace parking carlage_accès logement arbres existants arbres proposés n d‘implanta on 1:500

70

be.passive 15

onze studenten


Alle studenten hebben de ligging van de woningen opnieuw bekeken (om ze meer ruimte te geven) en in het bijzonder de overgangszones tussen binnen en buiten (de toegangen, de verticale circulaties, de balkons, de uitbreidingen), zodat de porositeit verbeterd wordt om het licht en te transparantie te bevorderen, maar ook de – ruimtelijke, visuele en functionele – verankering van de individuen in het gemeenschapsleven. Dit heeft gevolgen op de inrichtingen van de benedenverdieping, de toegangswegen, de zones die bescherming vereisen. Strategieën voor ruimtelijke omhulling (de blok wordt niet gewoon een paar centimeter dikker door de nieuwe gebouwschil, die uiteraard isolerend is, maar ook verschillende tientallen centimeters of enkele meters door het vergroten van een keuken of een zithoek of door de toevoeging van een nieuwe kamer) maken het mogelijk de bestaande betonnen structuren grondig opnieuw te configureren. Dankzij de aspecten van waterhuishouding bij stortbuien kon een denkwereld geopend worden die zowel gekoppeld is aan het leven op de daken van de stad (dat we al vergeten zijn sinds Le Corbusier) als aan het leven op de grond (waardoor de vraagstukken rond doorlaatbaarheid, de nieuwe "stedelijke rivieren", de reserves van microdiversiteiten, enz. door elkaar lopen). Uiteraard was er niet genoeg tijd om te voldoen aan alle technische verwachtingen die geformuleerd werden door Leefmilieu Brussel voor de projectoproep "Voorbeeldgebouwen 2012". De ingenieurs, aangesteld om de dossiers te bekijken, hebben misschien wel moeten glimlachen om bepaalde technische aspecten die de studenten wel tijdig konden indienen. Net als in het echte leven hadden we een interdisciplinair werkkader met studenten, architecten, ingenieurs en bio-ingenieurs, sociologen, kunstenaars, enz. op punt moeten kunnen stellen. Wat er ook van zij, wij twijfelen er niet aan dat al deze technische vraagstukken gepaste oplossingen gevonden zouden hebben. Het belangrijkste blijft echter dat slechts een ruimtelijk plan een stedelijk project van deze omvang kan dragen. Door hun ondoorzichtigheid kunnen de technische argumenten immers gemanipuleerd worden om het architecturale debat te ontdoen van alle substantie. Of het nu gaat om energie of stabiliteit, de beslissing tot het behoud of de afbraak van de bestaande blokken kan plots

d

ld l

afhangen van de al dan niet letterlijke en al dan niet gefundeerde interpretatie van een … al dan niet belangrijke parameter. De afbraak, die de productivistische machine op volle toeren zal doen draaien, kan er dan bijgeroepen worden "om technische redenen, en dat kan leiden tot een nieuw trauma voor de wijk en honderden bewoners. Door uit te gaan van waarschijnlijk ietwat te optimistische hypotheses voor de stad van de gebouwen toont het werk van de studenten echter wel aan dat de visie van de stad rijker wordt wanneer men, van bij het begin, uitgaat van de precieze, gerichte en relevante mogelijkheden van de bestaande situaties. Wanneer de visie sterk is, dan kunnen de technische aspecten geïntegreerd worden. We besluiten met Anne Lacaton: "toevoegen, op elkaar plaatsen, bijvoegen, vergroten, … dat is altijd zoveel interessanter dan helemaal van nul herbeginnen. Het project vindt dan een nieuwe situatie uit, verrijkt met alle verhalen van deze plek en alle lagen ervan. Voorbeeldgebouwen zou een krachtige tool kunnen zijn om al die stukjes stad eens opnieuw te bekijken in plaats van gewoon tabula rasa te doen. Wij bedanken Leefmilieu Brussel voor het meespelen van ons spel – door de voorstellen van onze studenten te laten evalueren, ook al waren hun dossiers niet zo volledig als die van de normale kandidaten."■ 1 www.acms-architekten.de/fileadmin/flyer-web.pdf 2 www.lacatonvassal.com/index.php?idp=56 3 www.lacatonvassal.com/index.php?idp=57 4 Baudouin Massart, Papenvest: het standpunt van Jean-Baptiste De Crée (IV), in Alter Echos, n°91, 12.02.2001 ; www.alterechos.be/index.php?p=sum&c=a&n =91&l=unsetted&d=i&art_id=521 5 www.bmabru.be/Public/Project.php?ID=3406 en www.atosborne.be/fr/ batiment/references-en-consultance/beliris-site-du-rempart-des-moines-abruxelles 6 http://archi.ulb.ac.be/spip.php?article115 7 Thomas Augier, Pauline Baré, Riccardo Bertone, Brenda Bordis, Harold Burnet, Antonella Carlucci, Karl Choquette, Silvio Clarizia, Ambroise Crêvecoeur, Apolline Decaestecker, Sarah Degrève, Guillaume Dekemexhe, Iavor Djorgov, Cristina Ferreira, Petr Hiess, Johan Ipert, Ibtissam Kheddoumi, Céline La Monica, Hana Lennerova, Geoffrey Longueville, Giulia Lorini, Valentin Michel, Victoria Miseray, Fanny Musch, Huy Nguyen, Francis Nzukou, Francesca Pedroni, Francesco Perri, Thibaud Richard, Patrick Rodrigues, Sara Saggiorato, Rémi Saint-Pierre, Mario Schaeffer, Natach Shamalirwa, Virginia Stammiti, Julie Stens, Christopher Teixera, Pierric Travers enGuillaume Vanago. 8 Anne Lacaton, Colloquium Duurzaam Wonen, Brussel, 27.11.2012 (aktes moeten nog verschijnen).

d l

groep 4

onze studenten

be.passive 15

71


publi-redactionele

luchtdicht bouwen met houten plaatmateriaal Houtskeletbouw is een snelle en intelligente bouwwijze die de laatste jaren een sterke opmars kent in België. Bouwen met hout is niet alleen gezond en ecologisch, maar ook geschikt om aan de strengste eisen van energiezuinig bouwen te voldoen. SpanoTech, een divisie van spaan- en bouwplaatproducent Spano, heeft daarom een uitgebreid aanbod materialen en advies samengebracht voor energiebewust bouwen met hout. LUCHTDICHTHEID Een luchtdichte bouwschil is essentieel voor een laag energie of passiefwoning. Testen van het departement bouwfysica KU Leuven ism Passiefhuis-Platform hebben aangetoond dat de SpanoTech bouwplaten met TopFinish oppervlak gegarandeerd luchtdicht zijn (n50 < 0,0025/h/m²). Daarnaast biedt SpanoTech ook de mogelijkheid om deze bouwplaten te laten afwerken met een Vapourblock coating, een industrieel aangebracht dampscherm. Met de combinatie van een TopFinish oppervlak en VapourBlock coating binnen één plaat kunnen luchtdichtheidswaardes (n50) van lager dan 0,0010/h/m² gerealiseerd worden. Deze luchtdichte bouwplaten met VapourBlock coating werden reeds bij verschillende projecten gebruikt in geprefabriceerde wand- of dakelementen, maar kunnen evengoed op de werf verwerkt worden.

72

be.passive 15

publiredactioneel

Naast deze luchtdichte bouwplaten biedt SpanoTech een uitgebreid gamma aan andere essentiële onderdelen voor houtskeletbouw. Dit gaat van structurele houten balken en houtvezelplaten tot houtvezel- en cellulose isolatie. Meer informatie op www.spanotech.be.


be.passive stelt

153 renovaties voor tekst

Tim Janssens (Palindroom)

153 renovaties 1

be.passive 15

73


Kerkrade-West opdrachtgever HEEMwonen architect Teeken Beckers Architecten (Theo Teeken en Jules Beckers) stabiliteitsingenieur WSM Engineering studiebureau Cauberg Huygen Raadgevende Ingenieurs aannemer

BAM Woningbouw Weert

de Bestaande Wijk van Morgen: een uniek passief renovatieproject

3 7 74

Bij het woord passiefbouw denken velen ongetwijfeld aan de bouw van nieuwe, goed geïsoleerde en energieefficiënte woningen. Toch is het ook mogelijk om bestaande huizen om te vormen tot passiefwoningen. Een uitstekend voorbeeld hiervan vinden we in het Nederlandse Kerkrade-West, waar eind vorig jaar de eerste fase van een grootschalig passiefrenovatieproject is afgerond ('De Bestaande Wijk van Morgen'). BAM Woningbouw Weert toverde 92 verouderde rijhuisjes in een mum van tijd om tot passiefwoningen die hun benodigde energie nagenoeg volledig zelf produceren. Dit voorjaar start de tweede fase van het project en zullen de 61 resterende woningen hun metamorfose ondergaan.

Uniek in Europa Kerkrade-West is een wijk in het Nederlandse Kerkrade die op dit moment ongeveer 15.600 inwoners telt. Kerkrade-West had in het verleden te kampen met sociale problemen ten gevolge van bevolkingsinkrimping en een hoog werkloosheidscijfer. Een aantal jaar geleden zijn de gemeente Kerkrade en HEEMwonen (destijds Hestia Groep) onder de noemer ‘West Wint aan ruimte’ gestart met investeringstrajecten om Kerkrade-West volledig te revitaliseren. Een belangrijke exponent van dit samenwerkingsverbond

be.passive 15

153 renovaties

is het duurzame renovatieproject 'De Bestaande Wijk van Morgen', waarbij 153 huurwoningen omgevormd worden tot mooie, energiezuinige woningen die voldoen aan de normen inzake passiefbouw. Op deze manier hoopt initiatiefnemer HEEMwonen een passieve wijk te creëren die symbool kan staan voor de manier waarop we de problematiek van verouderde woningen in de toekomst kunnen aanpakken. HEEMwonen startte het project op in het kader van het Europese klimaatplan, dat begin dit jaar in werking trad en bepaalt dat ons energieverbruik tegen 2020 twintig procent lager moet liggen dan nu. Volgens HEEMwonen is dit project alvast een stap in de goede richting. Het is het eerste project in Europa waarbij er een seriematige renovatie plaatsvindt naar passiefwoningen die op energetisch vlak nagenoeg volledig zelfvoorzienend zijn. De eerste fase van de renovatie ging van start in juni 2012. Intussen zijn de eerste 92 woningen dus al volledig klaar, de overige 61 worden in augustus opgeleverd.

Extreem energiezuinig De woningen dateren uit 1974. In slechts tien werkdagen tijd krijgen ze nieuwe gevels, een nieuw dak met geïntegreerde fotovoltaïsche cellen, een zonneboiler, een nieuwe HR-verwarmingsketel, nieuwe radiatoren


en een hoogwaardig mechanisch ventilatiesysteem D met warmterecuperatie. De gevels en het dak worden geprefabriceerd in het atelier van Machiels Building Solutions. Ze zijn opgebouwd uit een dragende houtstructuur en uitgerust met de nodige technische voorzieningen en een dikke laag isolatiemateriaal, wat maakt dat er in de toekomst heel wat minder energie verloren zal gaan. Om de hinder voor de bewoners ook tijdens de dakwerken zo veel mogelijk te beperken, wordt het nieuwe scharnierdak over het bestaande dak heen gelegd. Aangezien de woningen uitstekend geïsoleerd zijn (tot de vloer op het gelijkvloers toe), ligt het energieverbruik voortaan een heel pak lager. Door de verbeterde isolatie daalt het gasverbruik naar 500 à 600 m³ per jaar. Behalve de uitstekende isolatie dragen ook het schrijnwerk in PVC en de drievoudige beglazing hiertoe bij. Daarnaast wekken de woningen ook zelf energie op via de fotovoltaïsche cellen die rechtstreeks geïntegreerd zijn in de daken. Hiermee kunnen de bewoners grotendeels voldoen aan hun eigen elektriciteitsvraag. Deze 'geïntegreerde zonnecellen' zijn nieuw in Nederland. Ze zetten het zonlicht om in elektriciteit of warm water en zijn gekoppeld aan het elektriciteitsnet. De eengezinswoningen zullen per jaar ongeveer 2.800 kWh opwekken, terwijl hun energievraag

gemiddeld slechts 900 kWh bedraagt. Dankzij de renovatie besparen de bewoners voortaan maar liefst honderd euro per maand op hun energierekening (vijftig euro op gas, vijftig euro op elektriciteit). Het energielabel van de woning stijgt van D naar A++, wat betekent dat ze als 'extreem energiezuinig' kunnen worden beschouwd.

Het begin van meer 'De Bestaande Wijk van Morgen' is een vooruitstrevend project dat mens en omgeving enorm veel voordelen biedt. Voor hun welwillende medewerking krijgen de bewoners immers een aanzienlijk lagere energiefactuur en een veel mooiere en uiterst comfortabele woning in de plaats. Aangezien niet enkel de woningen, maar ook de ruimere omgeving wordt aangepakt (groene ruimtes, speelzones, hekjes, nieuwe parkeerplaatsen, ...), leidt dit project in wezen tot de verfraaiing van een ganse wijk. De uitgekiende bouwmethode die bouwheer en architect met BAM Woningbouw Weert en de overige participanten toepast, veroorzaakt bovendien weinig hinder. De renovatie neemt per woning tien werkdagen in beslag en kan – dankzij nauw overleg met de bewoners – gebeuren terwijl het huis bewoond blijft. Om de bal aan het rollen te houden, werkt de aannemer steeds verschillende huizen tegelijkertijd af. Dit alles stoelt op een uitstekende

153 renovaties

be.passive 15

75


Houtskeletleverancier Koen Van Gulck, Sales & Marketing Manager van Machiels Building Solutions: "Machiels Building Solutions kwam in beeld toen duidelijk werd dat HEEMwonen en BAM Woningbouw zouden opteren voor houtskeletbouw. Onze manier van werken draagt in belangrijke mate bij aan de snelheid van uitvoering die de bouwheer in dit project vooropstelt. We prefabriceren de gevels en daken in ons constructieatelier, wat betekent dat ze volledig klaar zijn als ze onze fabriek verlaten. Dit heeft heel wat voordelen. In de eerste plaats ondervinden we geen hinder van het weer of andere werfomstandigheden, wat maakt dat we sneller en nauwkeuriger te werk kunnen gaan. Isolatie en technieken zitten immers al verwerkt in de gevels en daken. Aangezien de houtstructuren vrij licht zijn, kunnen de bestaande funderingen ze perfect dragen en zijn er dus geen extra funderingswerken nodig. Een ander voordeel is dat je – in vergelijking met andere gebouwen – meer isolatie kan aanbrengen in dunnere muren. Tot slot is er het gegeven dat hout een volledig natuurlijk materiaal met een gesloten levenscyclus is. Het mag dus duidelijk zijn dat houtskeletbouw absoluut de juiste keuze is voor dit project. Voorlopig verloopt alles perfect naar wens. Het concept en de knowhow die we in dit project ontwikkeld hebben, passen we inmiddels ook al in andere projecten in Nederland en België toe. We zijn blij dat we op deze manier ons steentje kunnen bijdragen aan een duurzamere toekomst."

Aannemer Victor Salentijn, Senior projectmanager van BAM Woningbouw Weert: "Het antwoord op de vraag van HEEMwonen berust op vier pijlers: ontwikkelen vanuit een concept met ketensamenwerking (aan de basis hiervan lag de Toolkit Bestaande Bouw), een renovatie naar passiefniveau (A++), renovatie in bewoonde toestand en volledige renovatie binnen de tien werkdagen. Het is geen sinecure, maar wel een bewezen feit. Een van de belangrijkste aandachtspunten is dan ook de communicatie met de bewoners. Vooraf, tijdens en na de renovatie worden ze regelmatig gecoacht en geïnformeerd, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Tenslotte kom je als vreemde heel hun woning verbouwen, dus voldoende uitleg is wel op zijn plaats. Gelukkig bezorgt deze bouwmethode (prefab houtskeletbouw) de bewoners zeer weinig hinder. Technieken, ramen, deuren, ...: alles is al geïntegreerd in de gevel- en dakelementen, zodat we ’s morgens kunnen slopen en diezelfde middag kunnen overgaan tot het opnieuw dichtmaken van de gevel. Het is ons inziens een uitstekend bouwprocedé waarbij je zeer snel te werk kan gaan en relatief weinig g overlast bezorgt. De bewoners zijn dan ook zeer tevreden en trots op hun woning. Ze stralen dit ook uit, wat ons dan weer de nodige energie geeft om onze producten verder te innoveren."

76

be.passive assive 15

153 renovaties


'to be is to do' 'to do is to be' 'do be do be do' Socrate

Jean-Paul Sartre

Frank Sinatra

Wil u ook communiceren? Neem vrijblijvend contact met onze reclameregie

advertise@bepassive.be


samenwerking tussen bouwheer, architect, aannemer, houtskeletleverancier, pleisteraar, techniekers en andere personen die bij het bouwproces betrokken zijn. Een geïntegreerde passiefrenovatie vraagt naast voldoende overleg met de bewoners immers om een geïntegreerde ontwerp- en constructiemethode. Het project is het eerste in zijn soort. Het toont aan dat een grootschalige, seriematige en duurzame renovatie van Nederlandse rijwoningen geen utopie is, maar pure realiteit. 'De Bestaande Wijk van Morgen' vormt dan ook het uitgangspunt om dit bouwprocedé op een ruimere basis te gaan toepassen. Op dit moment onderzoekt een aantal partijen, waaronder het Research instituut van Zuyd Hogeschool RiBuilT, de Universiteit Maastricht en het zojuist opgerichte 'Centre of Expertise duurzame gebouwde omgeving voor Limburg', of een gelijkaardige grootschalige aanpak mogelijk is in heel de provincie Limburg, waar er erg veel van dit type woningen wachten op een grondige renovatie. Wordt ongetwijfeld vervolgd... ■

Opdrachtgever Maurice Vincken, projectleider van initiatiefnemer HEEMwonen: "Hét uitgangspunt van dit project was het beperken van overlast. Tijdelijk verhuizen naar wisselwoningen is voor bewoners vrij omslachtig, en dus hebben we geopteerd voor een bouwmethode waarbij ze niet hoeven te verhuizen. Op basis van het type woningen dachten we al vrij snel in de richting van houtskeletbouw met geïntegreerde isolatie en installaties (snelle ingrepen met maximaal rendement). Dit heeft uiteindelijk geleid tot een uiterst duurzame realisatie, waarbij de grootschalige toepassing van zonnepanelen, de snelle renovatiemethode, de focus op energiebesparing en de daaruit resulterende verlaagde woonlasten, de aandacht voor het uiterlijk van de woningen en de integrale buurtaanpak een grote meerwaarde vormen."

Architect Jules Beckers, zaakvoerder en architect bij Teeken Beckers Architecten: "Wat we erg inspirerend vinden aan dit project, is dat we als het ware op de 'Belgische' manier konden werken en dat we als architect ook de leiding in handen hadden bij de engineering en het opmaken van de detailontwerpen. We zijn ervan overtuigd dat dit een grote bijdrage heeft geleverd aan de uiteindelijke kwaliteit. Qua architectuur hebben we 'Het Witte Dorp' als referentie gebruikt, een wijk in Eindhoven met niets dan statige, witte, uniforme huizen. In de eerste plaats willen we dat de bewoners na de renovatie het gevoel hebben dat ze een volledig nieuwe woning hebben gekregen. Dit vertaalt zich vooral in gevels met meer geleding, waarbij de witte penanten een hele nieuwe ritmiek creëren. De toepassing van verschillende isolatiediktes op het houtskelet gaf ons de mogelijkheid om er extra reliëf in te brengen. De gevels hebben een hoogwaardige uitstraling dankzij de bekleding met strakke, Cradle-to-Cradle-gecertificeerde Mosa-tegels. We hebben ook het dakvolume een tikkeltje geaccentueerd om de aandacht te vestigen op het feit dat nagenoeg de volledige energieproductie van de huizen daar plaatsvindt. De uniformiteit van de woningen (witte kleur, ritmiek in de gevels, zwarte (dak)kap over de woningen) straalt rust en kwaliteit uit, waardoor de hele buurt een zeer positieve uitstraling krijgt."

warmtebehoefte (phpp): 22 kWh/m² j luchtdichtheid n50 < 0.6 vol/u U-waarde wanden en vensters: wanden: 0,950 W/m².K vloer: 0,209 W/m².K dak: 0,153 W/m².K Uw : 0,800 W/m².K technieken dak met geïntegreerde fotovoltaïsche cellen, zonneboiler, HRverwarmingsketel, hoogwaardig mechanisch ventilatiesysteem D met warmterecuperatie. budget: ca. 100 000 € per huis

78

be.passive 15

153 renovaties


be.passive 15

79


Al meer dan 10 jaar stellen het atelierphilippemadec en Tribu innoverende oplossingen voor inzake natuurlijke ventilatie; tot op heden liggen zij aan de basis van het enige Franse woningproject met gecontroleerde vraaggestuurde natuurlijke ventilatie, het type ventilatie waarmee zij al hun projecten van openbare gebouwen uitrusten1. De bezoekers van de onderzeese basis in Saint-Nazaire, en ook de inwoners zelf, zijn ge誰ntrigeerd door de hoge gekleurde vlinders die dansen op het dak van een nabijgelegen gebouw. Het zijn de 19 schoorstenen van de natuurlijke ventilatie van het Parc Delzieux, 5 gebouwen2 met 95 gemengde woningen (sociale en intermediaire huurwoningen, sociale en vrije toegang). Het ontwerp van de schoorstenen is qua vorm ge誰nspireerd op de passagiersschepen die gebouwd worden in Saint-Nazaire, en de kleuren op de boeien en vuurtorens: ze werden vervaardigd door de lokale koperslagers. De oude inwoners van de stad weten wel hoe het zit, maar de kinderen van de naburige kunstschool zien er eekhoorns in. De meeste woningen genieten van een dubbele blootstelling die een gevarieerd licht biedt en een traverserende ventilatie die het comfort in de zomer garandeert. Alle keukens, de badkamers en de gemeenschappelijke doorgangsruimtes hebben ramen, zodat een natuurlijke verlichting en ventilatie gegarandeerd zijn. Een koker per woning groepeert de vochtige ruimten: keuken, toilet en badkamer. De blinde luiken garanderen een bescherming tegen

80

be.passive 15

detail

de zon en laten voldoende lucht door om de nachtkoeling in de zomer te garanderen. Het energieverbruik is conform het label van de geldende Franse reglementering (oorspronkelijk THPE Enr. met 40% van de behoeften aan sanitair warm water gedekt door een zonne-installatie, vervolgens BBC voor de laatste leveringen, zie kadertekst). Dat is echter niet de belangrijkste kwaliteit van deze woningen: het zijn de eerste nieuwbouwwoningen in Frankrijk die enkel gebruik maken van natuurlijke ventilatie.

Niet zo eenvoudig Een woning natuurlijk ventileren lijkt kinderlijk eenvoudig: het volstaat de ramen open te zetten. De Franse reglementeringen laten dit echter niet toe. Deze reglementeringen stipuleren dat de lucht perfect onder controle gehouden moet worden. Ze mag zich enkel van de belangrijkste ruimten naar de vochtige ruimten verplaatsen. Er mag niet teveel lucht ontsnappen in de winter, zodat het verwarmingsverbruik binnen de reglementaire limiet blijft, maar in de zomer moeten dezelfde debieten behouden blijven. Bovendien moet de lucht zich schikken naar de wensen van de bewoner die, bijvoorbeeld wanneer hij gaat koken, een sterkere ventilatie kan eisen. Om te kunnen voldoen aan al deze vereisten heeft het ontwerpteam van het Parc Delzieux 2 het ontwerp voor een gecontroleerde en vraaggestuurde natuurlijke ventilatie op punt gesteld. Dit ventilatiesysteem biedt een alternatief voor het


"volledig mechanische" systeem: de balansventilatie die niet erg doeltreffend is in de warmere regio’s ten zuiden van de Loire, of de hygroregelbare balansventilatie, waarmee alle energie-efficiënte huizen vandaag zijn uitgerust in Frankrijk, maar die wel leidt tot een verslechtering van de kwaliteit van de binnenlucht in woningen die veel te weinig geventileerd worden.

De principes Aan de basis doet de thermische trek het grootste deel van het werk en vervangt het de motor van de mechanische ventilatiesystemen. Maar deze thermische trek moet zo nu en dan geholpen worden, vooral in de zomer wanneer de buitentemperaturen niet voldoende trek mogelijk maken of zelfs kunnen leiden tot een omkering van de luchtstroom. Daarvoor doet het systeem eerst beroep op de wind, voornamelijk door statische torentjes bovenop de schoorsteen. De wind waait immers meer dan 90% van de tijd tegen een snelheid van meer dan 2m/s. Bovendien versnellen de windvangers, vol in de wind geplaatst dankzij de uitwaaiering van de schoorstenen waardoor ze ronddraaien als windvaantjes, de trek door inductie. Onderaan de schoorsteen, die op het zuiden georiënteerd staat, zorgt een beglazing voor een zonnebaan. De controle is vooral in de winter nuttig wanneer de lage buitentemperaturen een te sterke thermische trek veroorzaken. Deze controle gebeurt door registers die gekoppeld zijn aan de luchtsnelheid in de leiding. De wet op de programmering van deze

registers laat toe om twee debietlimieten te bepalen voor binnen de woning. En zelfs drie limieten, want een positie "zomer" maakt het mogelijk het maximum te bereiken van de mogelijke debieten om het comfort in de zomer te vergemakkelijken. Bij het gebruik is gebleken in welke mate onze collectieve denkwereld afhankelijk geworden is van machines: de eerste keren dat de gebruikers de trek verhoogden, dachten ze dat het systeem niet werkte, omdat ze geen versnelling van een motor hoorden! Het volledige systeem bestaat uit: • zelfregelende luchtinlaten, specifiek voor natuurlijke ventilatie (een product van de Belgische fabrikant Renson); • afvoerleidingen en –openingen in de vochtige ruimtes; • een hoofdafvoer per woning waarop de secundaire afvoerleidingen van de vochtige ruimtes zijn aangesloten; • een regelsysteem voor de debieten per woning (een register en een sensor per leiding, gestuurd door een regelautomaat); • een windtorentje, aangesloten op verschillende hoofdafvoerleidingen, en dus op verschillende woningen.

Drie jaar van strijd Het op punt stellen van het systeem hield geen grote technische moeilijkheden in: de dimensionering gebeurde aan de hand van een dynamische thermische simulatie op TRN SYS. De echte obstakels waren van een heel andere aard. De eerste moeilijkheden waren

detail

de gecontroleerde vraaggestuurde natuurlijke ventilatie tekst Alain Bornarel (Tribu) en Philippe Madec (atelierphilippemadec)

1 opengaande ramen en opengaande luiken 2 opengaande ramen, vaste luiken 3 balanswisselaar 4 schoorsteen voor natuurlijke ventilatie 5 VANC register 6 zonwerende overzet dak

detail

be.passive 15

81


relationeel. De bouwheer, het studiebureau, de aannemers, … moesten overtuigd worden. Enerzijds moesten het principe van de 2 ventilatiesnelheden in de woning gerespecteerd worden, evenals de onafhankelijkheid van de afvoerleidingen en de permanentie van de ventilatie door scanning. Anderzijds werden achtereenvolgens twee ATEX (Avis Technique Expérimental aangevraagd door de verzekeraars van de aannemer en de bouwheer) ingediend. De eerste is mislukt, omdat we, aangezien we het geschikte product niet vonden in Europa, afvoertorentjes waren gaan halen in Australië. Uiteraard stemde hun test-PV enkel overeen met het Australische protocol en dat werd door de ATEX-commissie als niet ontvankelijk beschouwd. De tweede keer hebben we het probleem omgedraaid en de correlaties berekend tussen de Australische en Europese protocols. De opgeleverde woningen maken het voorwerp uit van een opvolging door het Centre d’Etudes Techniques de l’Equipement (CETE) de l’Ouest.

1 www.madec.net en www.tribu-concevoirdurable.fr 2 atelierphilippemadec (architectuur), Tribu (Advies rond duurzame ontwikkeling), Inex (vloeistoffen)

Balansventilatie of natuurlijke ventilatie? De passiefstandaard beveelt de mechanische balansventilatie aan. Deze laat toe de kwaliteit van de binnenlucht te verenigen met voldoende luchtverversing en een energiebesparing dankzij de warmterecuperatie op de afgevoerde lucht. Ze verbruikt echter meer elektriciteit voor de twee ventilatoren. De voordelen compenseren de zwakke punten echter ruimschoots, … zolang het verwarmingsseizoen lang genoeg duurt en streng genoeg is, en dat is het geval in de noordoostelijke regio’s van Frankrijk. Zodra we verder naar het zuiden gaan, compenseert de overconsumptie van de ventilatoren niet langer de winst op de afgevoerde lucht en dan zijn de enkele mechanische systemen doeltreffender. We komen nog terug op dit vraagstuk in een volgend artikel. ■

1 2 3 4 5

statische extractor in zwart inox aansluitingselementen sloterij bevestiging van de leiding in inox aansluitingselementen bevestiging van de leiding in inox op het beton 6 register voor autonome depressie 7 gemotoriseerd register met geïsoleerde lamellen 8 grint 9 luchtdichtheid 10 PUR isolatie, dikte 100 mm 11 zinken deksel 12 beton 13 CF-leidingen van het type Promatect 14 EP-afvoer 15 spin 16 zinken deksel 17 geïsoleerde inox leiding 18 geplooide staalplaten zonwering 19 metalen overzet dak

82

be.passive 15

detail

Het label Très haute performance énergétique Environnement (THPE EnR 2005) kan toegekend worden aan de gebouwen die een winst van 30% mogelijk maken ten opzichte van de RT 2005. Deze gebouwen moeten ook hernieuwbare energiebronnen gebruiken, zoals biomassa, warmtepompen, thermische of fotovoltaïsche zonne-energie; Het label Bâtiment de Basse Consommation (BBC 2005) kan toegekend worden aan nieuwe woongebouwen die maximaal 50 kWh/m²jaar verbruiken (aan te passen met een factor 0,8 tot 1,3 naargelang de hoogte en de klimaatzone) en aan tertiaire gebouwen met verbruik van minder dan 50 % van het conventionele referentieverbruik van de RT 2005. Let wel, deze verbruikswaarden worden helemaal niet berekend zoals in PHPP en kunnen daar dus niet mee vergeleken worden. Het betreft slechts 6 gebruiksvormen (verwarming, sanitair warm water, airco, verlichting, ventilatie en hulpinstallaties) en de equivalentiecoëfficiënten in primaire energie bedragen 1 voor de brandstoffen en 2,58 voor de elektriciteit. Een THPE EnR zou dus overeenstemmen met de PHPP-conventies met verwarmingsbehoeften in de orde van 29 kWhEP/m²SHAN en een algemeen verbruik van 138 kWhEP/m²SHAN.



Bouwen met stro krijgt vaak af te rekenen met vooroordelen en hardnekkige foute geruchten. Deze oude manier van bouwen is in de loop der jaren blijven evolueren en kent vandaag een toenemend succes in Europa. Frankrijk telt meer dan duizend gebouwen in stro en kondigt voor de komende jaren 300 bijkomende constructies per jaar aan! Als er dicht bij ons zoveel van dergelijke woningen bestaan, waarom zien we er dan niet meer in ons eigen vlakke land? Gaat het om een gebrek aan informatie en sensibilisering van de spelers binnen de bouwsector? Zijn ze vaak niet op de hoogte van de vele voordelen die gekoppeld zijn aan het gebruik van een baal stro als bouwmateriaal? Laten we er enkele overlopen.

Dicht en compact Een baal stro in een wand heeft doorgaans een gemiddelde dichtheid van 120 kg/m³. Omdat het stro samengeperst is, geeft het aanleiding tot twee grote angsten: vuur en knaagdieren. Het stro wordt zo hard samengeperst dat het gebrek aan zuurstof de verspreiding van vlammen doorheen het materiaal verhindert waardoor we een heel langzame verbranding krijgen die maar met moeite tot in de kern van de baal komt. Een studie, uitgevoerd door het WTCB, waarbij een gevel van twee verdiepingen van een constructie in stro in brand gestoken werd, heeft het mogelijk gemaakt de brandweerstand van dergelijke wanden te controleren. Een bijkomend voordeel is nog dat een strobaal geen toxische stoffen verspreidt en dat de rookontwikkeling ons snel verwittigt dat er gevaar dreigt. In tegenstelling tot hooi bevat stro geen of heel weinig voedingsmiddelen (onkruid, granen, enz.) en de densiteit van de baal vormt ook een belemmering voor knaagdieren die niet door het materiaal geraken om naar voedsel te zoeken.

Inertie De inertie van het gebouw is nuttig om de oververhitting in de zomer tegen te gaan en te genieten van een "warmteopslag" in de wanden tijdens de winter. Dit begrip wordt echter nog te onduidelijk opgenomen in de huidige modellen. Bepaalde studies3 tonen echter aan dat de combinatie stro-grondpleister een hoge inertie mogelijk maakt en ingaat tegen het gebrek aan comfort in de zomer en de winter.

Duurzaamheid Stro is een "duurzaam" en … "duurzaam" materiaal! Wat is er nu milieuvriendelijker dan een strobaal die rechtstreeks op het veld geproduceerd wordt en gewoon zo verwerkt wordt in een wand? Nog beter is dat de koolstofbalans als negatief beschouwd wordt, omdat het graan meer CO2 zal hebben opgeslagen dan dat er geproduceerd moet worden om het afgewerkte product te verwerken op de werf. En dan hebben we het nog niet over de recyclage, die enkel zal bestaan uit een terugkeer van het stro naar het veld of naar een installatie voor de verwerking van groenafval. Een dergelijke denkpiste kan gevolgd worden voor de grondpleister. Deze wordt rechtstreeks gewonnen uit de (indien mogelijk) lokale grond en gaat daar op het einde van zijn leven gewoon terug naartoe. Hetzelfde geldt voor hout dat ook op een duurzame manier getransformeerd en gerecycleerd kan worden. Stro is ook duurzaam in de tijd. Woningen die dateren uit 19214, 19055 en zelfs 18866 getuigen vandaag nog steeds van de betrouwbaarheid van dit materiaal.

Hygrothermische prestaties De EPB7 NHQWHUHHQ

detail

Stro, een materiaal van de toekomst tekst Benjamin Biot (ICEDD), Arnaud Evrard (UCL), Frédéric Lebeau en Arnaud Louis (ULg-UMC)

84

be.passive 15

detail

Z DDUGH YDQ

: P . DDQ W RH RI


1 Testmateriaal ontwikkeld door de Universiteit 2 Een van de geteste stalen, een kader van 3 Prefabricatie van een module in stro door van Gembloux in het kader van het project 100x100x36cm. Paille-Tech [Bron: www.pailletech.be] "aPROpaille"

4. De brandweerstandtest, uitgevoerd door het WTCB: de strobalen staan nog altijd op hun plaats in de laterale elementen van de gevel en zijn op sommige plaatsen enkel gecarboniseerd aan de oppervlakte. Om de staat van de binnenkant van de balen te controleren heeft het WTCB ze uit elkaar moeten halen. Andere foto’s laten de balen zien die nog steeds op hun plaats staan en lichtjes gecarboniseerd zijn aan de oppervlakte; ze zijn beschikbaar op www.lemoniteur.fr/media/FICHIER/2010/02/22/FICHIER_2010_02_22_1059781.pdf

detail

be.passive 15

85


0,06 W/mK naargelang het gebruikte product. PHP erkent een Duitse norm (n° Z-23.11-1595) die een λ van 0,08 W/ mK of 0,052 W/mK toelaat naargelang de richting van de warmtestroom ten opzichte van de vezels. In het kader van het onderzoek "aPROpaille" meet het Département Agro-Bio Tech van Gembloux (ULg) de thermische geleiding van strobalen, en de eerste resultaten doen al vragen rijzen over de interpretatie van "de oriëntatie van de vezels ten opzichte van de warmtestroom". Bovendien laat de synergie tussen het stro en de grondpleister toe een goede prestatie te bekomen wat betreft de regeling van de vochtigheid (doorgang van damp en herverdeling van de vochtigheid). In tegenstelling tot wat sommigen geloven zal een muur van stro, bedekt met een pleisterlaag en beschermd tegen slagregen, nooit vochtgehaltes bereiken die leiden tot een rotting van het stro. Een goed ontwerp van de wand en de afwerkingen is dus fundamenteel.

Besluiten Nu blijkt dat de belangen van het duurzaam bouwen, het gebruik van lokale middelen en de ontwikkeling van goedkope afdelingen die berusten op de regionale productie de toename in de hand werken van een professionalisering van de sector van het bouwen met stro, die een geloofwaardig alternatief biedt voor de welbeproefde traditionele bouwmethodes. De progressieve evolutie van de lastenboeken van de bouwsector naar duurzaamheidscriteria die uiteenlopender zijn dan de criteria die enkel gebaseerd zijn op de werkingsenergie rechtvaardigen de evaluatie van deze alternatieven. De kwaliteit van de binnenomgeving vormt ook een steeds belangrijker criterium en er worden

86

be.passive 15

detail

meettechnieken ontwikkeld voor de vervuiling van de binnenlucht. Ook de bewustwording van het effect ervan op de gezondheid neemt toe. Hoewel de dikte van de muur vandaag niet langer een rem is (gezien de diktes waar we vaak mee te maken hebben bij passiefbouw), is er nog steeds het onvermijdelijke vraagstuk van de kostprijs per m² van een dergelijke bouwmodus. In dit opzicht en met zelfbouw als eenvoudigste manier om de kosten te drukken lijkt de prefabricatie vandaag nog een weg van de toekomst. Nu de duurzame ontwikkeling steeds belangrijker wordt bij het architecturale en stedelijke ontwerp, is het noodzakelijk dat alle spelers – producenten, bouwheren, architecten, studiebureaus en aannemers, meer aandacht besteden aan de lokale materialen die "Moeder Natuur" zo vrijgevig aanbiedt, in plaats van te hopen op de komst van een industrieel mirakelproduct, dat waarschijnlijk wel slechter is voor het milieu. ■ 1 Bron : http://empreinte.asso.fr/lenquete-paille 2 Bron : http://www.lemoniteur.fr/media/FICHIER/2010/02/22/ FICHIER_2010_02_22_1059781.pdf 3 Evrard A., Louis A., Biot B., Dubois S., "Moisture equilibrium in straw bale walls", Conférence PLEA2012, Pontificia Universidad Catolica del Peru, Lima, November 2012. Zie ook www.gemme.ulg. ac.be/?q=apropaille 4 Maison Feuillette, Montargis, Frankrijk. 5 Sturtz Ranch, Stapleton, Verenigde Staten. 6 Een school van stro, Nebraska, Verenigde Staten. 7 Geldende EPB-reglementering in 12/2012.


be.passive 15

87


Nu we alle verschillende types van milieuverklaringen hebben doorgenomen, en dan in het bijzonder de labels en de EPD’s, is het tijd om eens te kijken naar de meest vooruitstrevende tools die het best aansluiten bij de behoeften van de ontwerpers. Ze worden voorgesteld in twee categorieën: de tools voor classificatie en de tools voor evaluatie (die we zullen voorstellen in het volgend nummer).

88

be.passive 15

be global

De tools voor classificatie zijn wijdverspreid en vrij gemakkelijk te gebruiken. Ze compileren resultaten van levenscyclusanalyses (LCA) die opgesteld werden voor bouwmaterialen of –elementen, afkomstig van databanken of soms van evaluaties die uitgevoerd werden door de fabrikanten (EPD of andere). Ze zijn gebaseerd op vrij uitgebreide lijsten van criteria die bijvoorbeeld de uitstoot van vervuilende substanties, het energieverbruik, het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, de eliminatie van afval, enz. omvatten. Elk criterium krijgt een kwotering en het eindresultaat wordt bekomen door de kwoteringen van elk criterium met elkaar te vergelijken. Dat resultaat wordt niet voorgesteld onder de vorm van een cijferresultaat, maar eerder van een waardering die vertaald wordt in een percentage, met een letter of een cijfer. Dit unieke resultaat dat alle criteria verenigt, maakt deze tools gemakkelijk te gebruiken door iedereen (ontwerpers, promotoren, ondernemers, bouwheren, enz.) om materialen of wanden te vergelijken. Het is echter moeilijk om precies te weten wat er schuil gaat achter deze globale balans en een gedetailleerdere analyse blijft moeilijk. De besluiten kunnen sterk variëren van de ene tot de andere tool. Ze hangen af van de gebruikte databanken, maar deels ook van het gewicht dat toegekend wordt aan de criteria. Er werd nog geen echte consensus bereikt op wetenschappelijk niveau inzake het relatieve belang van de verschillende vormen van impact op het milieu; de kwoteringen zijn dus vaak gebaseerd op de prioriteiten die bepaald worden door de overheden van elk land. Hier volgen enkele voorbeelden van dergelijke tools: • NIBE (www.nibe.org) is een Nederlandse tool die diverse factoren integreert om de impact op het milieu en de mens te evalueren. Deze tool maakt voornamelijk gebruik van de gegevensbank Ecoinvent1, maar ook van de eigen databank met LCA’s van producten. NIBE is vrij goed gekend en wordt ook wel gebruikt in België (BIM, VIBE), maar de wetenschappelijke

be global

4 tools voor classificatie tekst Aline Branders


benadering ervan wordt toch in twijfel getrokken door heel wat specialisten binnen het domein. • The Green Guide to Specification (http://www.bre.co.uk/ greenguide/) werd gecreëerd door het Onderzoeksinstituut BRE (Building Research Establishment, Verenigd Koninkrijk). Deze tool maakt gebruik van twaalf afgewogen criteria. De ecobalansgegevens die hier gebruikt worden, zijn voornamelijk afkomstig van de LCA’s die opgesteld worden door de Engelse industriële sector en de fabrikanten van materialen. De Green Guide wordt onder andere gebruikt voor de BREEAMcertificaten die door hetzelfde instituut ontwikkeld werden. • Eco-Bau (www.eco-bau.ch) stelt verschillende tools voor die gratis gedownload kunnen worden op het internet, onder andere de KBOB-gegevensbank die de ecobalans omvat van heel wat materialen, gebaseerd op de gegevensbank Ecoinvent, en de CFK-fiches en de ECO-devis die een geheel van aanbevelingen en voorschriften voorstellen met betrekking tot de verschillende bouwmaterialen en bouwprocessen, onder andere met de energie-, milieu- en gezondheidscriteria. De KBOB-gegevensbank stelt de resultaten van de ecobalansen voor voor de productie- en afbraakfase op basis van drie indicatoren: de grijze energie (globaal en niet-hernieuwbaar) [MJ], de uitstoot van broeikasgassen [kg CO2 éq.] en de UBP Ecopunten (globale evaluatie die rekening houdt met het gebruik van energiebronnen, natuurlijke hulpbronnen en water, met de vervuilende uitstoot en de eliminatie van afval). • Baubook (www.baubook.info) is een Oostenrijkse gegevensbank, aangemaakt door IBO (Österreichisches Institut für Baubiologie und Bauökologie – Oostenrijks Instituut voor ecologisch bouwen) die de milieu-impact omvat van heel wat bouwmaterialen en -elementen. De milieugegevens zijn afkomstig van de software SIMAPRO2 die gebruik maakt van

de gegevensbank Ecoinvent en van de verklaringsfiches van de fabrikanten, gecontroleerd door IBO. De milieu-indicatoren zijn de niet-hernieuwbare grijze energie [MJ], de uitstoot van broeikasgassen [kg CO² éq.], de uitstoot van zure gassen [kg SO2 éq.] en de globale indicator OI3Kon die op een afgewogen manier de drie voorgaande indicatoren verenigt. De tool werd aangepast om als ondersteuning te kunnen dienen voor de bouw van passiefgebouwen ("http://www.baubook.info/phbtk/"). Een boek omvat ook bepaalde gegevens uit de catalogus3. In het licht van het "zwarte doos"-aspect van deze tools is het interessant om, wanneer we ze gebruiken, ook rekening te houden met: • de bestudeerde criteria en het belang ervan, • de gebruikte gegevensbanken, • de levensduur en de fases van levenscyclus waarmee rekening gehouden werd, • de geëvalueerde functionele eenheid (materiaal, wand, enz.). Hoewel ze erg praktisch zijn, bieden deze tools niet altijd de flexibiliteit of de nodige informatie voor een nauwkeurige studie. De evaluatietools die voorgesteld zullen worden in het volgende artikel zullen het mogelijk maken nog verder te gaan door een globale evaluatie voor te stellen van de materialen en de meeste technieken, evenals van het energieverbruik voor de volledige levenscyclus en op gebouwniveau. ■ 1 Gegevensbank Ecoinvent: http://www.ecoinvent.ch 2 SimaPro is een tool voor de Levenscyclusanalyse (LCA) van producten. Deze tool werd ontwikkeld door PRé Consultant in Nederland. Deze software is niet specifiek bedoeld voor de bouwsector. Met SimaPro kunnen doorgedreven analyses gemaakt worden van de levenscyclus van producten en diensten. 3 Tobias Waltjen, Passivhaus-Bauteilkatalog/Details For Passive Houses: Okologisch Bewertete Konstruktionen/A Catalogue Of Ecologically Rated Constructions, Springer Wien New York, 2009.

be global

be.passive 15 be.pass

89


281

Sinds een tiental jaar zijn de luchtdichtheidstesten – of Blower Door ® - wijdverspreid in België en verschillende ondernemingen hebben zich erin gespecialiseerd. Zo ook twee leden van het pmp en PHP: de firma Hoffmann & Dupont (www. eco-energie.be) uit Malmédy, opgericht in 2002, en de onderneming Isoproc (www.isoproc.be) uit Mechelen, gecreëerd in 2001. Deze twee firma’s voeren jaarlijks tussen 250 en 300 testen uit en wilden ons hun gegevens voor de voorbije 10 jaar communiceren. Samengevat in de resultaten van de certificatietesten in Wallonië en Brussel omvat deze informatie bijna 4.000 waarden.

resultaten van de luchtdichtheidstesten

5 4.5 4 3.5 3 2.5

n50 [vol/u]

2 1.5 1 0.5 0

0

200

400

600

oppervlakte [m²]

289

1.47 1 47 800

gemiddeld

1000

1200

passiefhuiscertificaties

0.70 0.60 0.50 0.40

n50 [vol/h]

0.30 0.20 0.10 0.00 0

20

40

oppervlakte [m²]

60

80

0.47 0 47 100

gemiddeld g

120

140

cijfers

3.996 Blower ® Door testen

tekst Bernard Deprez

In Wallonië ligt het gemiddelde van de luchtdichtheid bij niet-passieve nieuwbouw op 1,47 vol/h, niet slecht!

90

be.passive 15

cijfers

De eerste grafiek werd ons doorgestuurd door Hoffmann & Dupont: de 281 resultaten do d zijn representatief voor de activiteitensector, zij namelijk de courante "EPB"-bouw in Wallonië, na met weinig passiefbouw. Zo kan vastgesteld m worden dat het gemiddelde lekdebiet q50 om en w bij de 2 bedraagt, en dus veel lager ligt dan de standaard waarde van de EPB (12 m³ /h.m²). In termen van n50 meent Hoffmann & Dupont dat het gemiddelde n50 vernieuwingspercentage in de standaard bouw in Wallonië om en bij de 1,5 tot 5 vol/h bedraagt voor oude gebouwen en om en bij de 0,25 tot 2 vol/h voor nieuwbouw, met een gemiddelde van 1,47 vol/h. De activiteit van Isoproc is meer gericht op de passiefbouw. Op basis van meer dan 1.900 testen stelt Isoproc een gemiddelde n50 waarde vast van 4 vol/h voor niet-passieve nieuwbouw en van 0,5 vol/h voor de passiefgebouwen. Deze waarde lijkt bevestigd te worden door de ervaring die opgedaan werd door het pmp dankzij 289 passiefcertificaten in Brussel en Wallonië: de gemiddelde waarde van d de n50 is er gelijk aan 0,47 vol/h.

Over al haar certificatiedossiers van woningen gemeten, komt de gemiddelde n50 bij PHP zelfs uit op 0,43 vol/h!

160

De recente ervaring toont bovendien aan dat het mislukkingspercentage van de a Blower Door ® lager ligt dan 3% in Wallonië en B Brussel. B Dat 97% van de aannemers slaagt in de d luchtdichtheidstesten, met een gemiddelde waarde van 0,47 vol/h is op zich heel goed nieuws. Bij de door PHP gecertificeerde woningen ligt de gemiddelde waarde zelfs op 0,43 vol/h. En dat mag geweten zijn! ■

In passiefbouw ligt de gemiddelde n50-waarde op 0,50 vol/h, ook niet slecht!

Bij passieve certificatie stelt pmp vast dat de gemiddelde n50 0,47 vol/h bedraagt, met minder dan 5% dossiers die boven 0,6 vol/h uitkomen!



1 gebruiksaanwijzing van bruyn west Deze "gebruiksaanwijzing", ontwikkeld door architect Pierre Blondel, zijn medewerkers en de ingenieurs van MK Engineering, is niet gewoon een algemene gids van de passiefbouw, maar werd speciaal op punt gesteld voor de nieuwe huurders van de 79 passiefwoningen die het team opleverde in Neder-Over-Heembeek voor het OCMW van Brussel Stad. Er werden al andere gebruiksaanwijzingen opgesteld, zoals die van architect Damien Carnoy en de vzw Bonnevie voor de woningen van L’Espoir in de Finstraat in Molenbeek. Het is zeker en vast een goede zaak voor het "correcte gebruik" van de nieuwe passiefgebouwen dat de projectteams en de promotoren dergelijke "instructies" maken voor de nieuwe bewoners. >Meer informatie vindt u op www.pblondel.be

92

be.passive 15

what's up



rechterhoek

oplevering van de werken en het passiefcertificaat tekst

Frédéric Loumaye, Advocaat bij de Balie van Brussel

In België gebeurt de oplevering van de werken in de praktijk in twee fases (het Burgerlijk Wetboek voorziet er nochtans maar één), namelijk een voorlopige oplevering, doorgaans één jaar later gevolgd door een definitieve oplevering. Eenvoudig gezegd bestaat de voorlopige oplevering erin het einde van de werken vast te stellen en een lijst op te maken van wat nog afgewerkt moet worden en van de fouten, waardoor een nieuwe interventie van de aannemer gerechtvaardigd is. Na een proefperiode wordt overgegaan tot de definitieve oplevering van de werken. De definitieve oplevering (en in sommige gevallen, afhankelijk van de contracten die ondertekend werden met de bouwheer, ook de voorlopige oplevering) vormen het uitgangspunt voor de tienjarige aansprakelijkheid. De gevolgen van een oplevering zijn extreem belangrijk en talrijk. De architect van een passiefgebouw moet uiteraard uiterst waakzaam zijn met betrekking tot de bijzonderheden van dit type constructie op het moment van de opleveringen. Passiefcertificaat De bouwheer moet wettelijk eisen dat men de doeltreffendheid van het passiefgebouw controleert, onder andere om te kijken of de nagestreefde doelstellingen behaald werden. Wanneer u vandaag in België een passiefgebouw bouwt, dan kunt u gewestelijke en/of gemeentelijke premies ontvangen1. De toekenning van deze premies is doorgaans ondergeschikt aan een certificaat dat gegarandeerd wordt door de passiefhuis-platformen. Een "passief"-certificaat, afgeleverd door deze platformen, is dus noodzakelijk om er recht op te hebben, aangezien het betreffende certificaat afgeleverd wordt wanneer het gebouw de luchtdichtheidstest doorstaat en ook voldoet aan een hele reeks criteria. Het spreekt voor zich dat de bouwheren zullen willen genieten van deze voordelen wanneer ze passiefgebouwen optrekken. Deze gebouwen zullen dus systematisch onderworpen worden aan de controletesten

94

be.passive 15

rechterhoek

en –berekeningen die vereist zijn voor het verkrijgen van het passiefcertificaat. De bouwheer van een dergelijk gebouw zal natuurlijk ook eisen dat het gebouw het certificaat behaalt. Daarom moeten de architecten toch wat tijd besteden aan deze testen en aan de aflevering van dit certificaat. We mogen ervan uitgaan dat dergelijke prestaties niet vallen onder de klassieke opdracht van de architect en de bijhorende erelonen. Het is dus logisch dat de architect bijkomende erelonen mag vragen voor zijn prestaties met betrekking tot de aflevering van dit certificaat. Dus is het verstandig om in het contract met de architect te voorzien dat deze prestatie een supplement vormt en de berekeningsmodus voor dit ereloon (forfait of per uur) duidelijk te vermelden. Ook al werden het certificaat en de interventie van de passiefhuis-platformen op punt gesteld om andere redenen (premies en vroeger de fiscale aftrekbaarheid die ondertussen afgeschaft werd), toch zijn ze onvermijdelijk betrokken bij de problematiek van de oplevering van het gebouw. Het certificaat, weliswaar ook gecreëerd voor andere doeleinden, wordt in de ogen van de bouwheer het bepalende criterium om de oplevering al dan niet te aanvaarden, door te bevestigen dat de doelstellingen bereikt werden. De bouwheer verwacht dat de vakman die meewerkt in het kader van zijn project het nodige doet, zodat deze stap succesvol wordt genomen. De architect en de aannemer van het passiefgebouw worden dus geconfronteerd met een resultaatverplichting. Deze verplichting is uiteraard minstens dwingend en vergroot de risico’s op het in het geding roepen van de aansprakelijkheid van de vakmensen die aan het project hebben meegewerkt. Het gebruik wil dat dit certificaat afgeleverd wordt na de gesloten ruwbouw. Als in dit stadium echter problemen ontdekt worden met de luchtdichtheid, dan kan dit leiden tot een demontering van wat net afgewerkt werd om te proberen een oplossing te vinden voor de vastgestelde problemen en de test met succes te doorstaan. Het is dus


verstandig om, wanneer men vaak te maken heeft met passiefgebouwen, de aankoop te voorzien van hulpmiddelen die het mogelijk maken preventief een reeks controles uit te voeren en niet te wachten tot de test voor het certificaat. Door preventief te handelen kan men dan nog interveniëren zonder afbraakwerken, die toch vaak duur zijn en heel wat vertragingen kunnen veroorzaken op de werf. Evolutie van de reglementaire vereisten Het certificaat wordt afgeleverd als het gebouw voldoet aan normen die op punt gesteld werden in het kader van een promotiestrategie van de overheid. Deze normen zouden echter onaangepast of voorbijgestreefd kunnen blijken. We kunnen ons dus wel voorstellen dat een gebouw het certificaat niet behaalt, maar toch voldoet aan de voorschriften van de passiefstandaard. De architect en de aannemers zouden er dus kunnen van uitgaan dat ze hun opdracht perfect hebben uitgevoerd. Daarom is het dus belangrijk de aandacht van de bouwheren te vestigen op het onderscheid dat gemaakt moet worden tussen een echt passiefgebouw en de toekenning van het certificaat dat gekoppeld is aan premies. Daarom heeft de architect er dus belang bij de bouwheer te wijzen op het feit dat zijn prestaties gekoppeld aan het certificaat bovenop zijn klassieke opdracht komen en dat de aflevering (of niet) van dit document enkel implicaties heeft wat betreft de premies. De weigering van het certificaat impliceert niet systematisch dat het gebouw niet voldoet aan de kenmerken van de passiefstandaard. Dit onderscheid verdwijnt in het kader van gebouwen waarbij het gebruik van de passiefbouw verplicht is. We willen er even aan herinneren dat bepaalde overheden de passiefbouw willen opleggen voor alle nieuwe gebouwen. In het Brussels Gewest moet vanaf 2015 elk nieuw gebouw een passiefgebouw zijn. De ontwerpers kunnen zich dan helaas niet langer verschuilen achter dit onderscheid, omdat de passiefbouw dan verplicht zal zijn en dus de noodzaak tot het behalen van het juiste certificaat vereist.

Deze wettelijke verplichting belast de constructeurs met een resultaatverplichting met een toch wel zware inhoud. Pseudolabels? Bovendien moeten we ons er ook van bewust zijn dat niets om het even wie ervan weerhoudt zijn eigen certificaat of passiefhuislabel te creëren. Uiteraard geeft een dergelijk certificaat of label geen recht op de premies. Maar toch kan het naar voor geschoven worden als een verkoopargument. Zo zouden we geconfronteerd kunnen worden met een juridische warboel met alle gerechtelijke gevolgen van dien waarbij een huis verkocht wordt met een pseudocertificaat zonder doeltreffendheid wat betreft de premies. Eigenlijk berust het dan gewoon op een basis van fantasieën. De koper van een dergelijk gebouw wordt dan zowel bedrogen wat betreft de doeltreffendheid en de ernst van het certificaat als wat betreft de gevolgen voor het krijgen van de premies. De politieke wil om de passiefbouw op te leggen zal de aflevering van een certificaat dat erkend wordt door de overheden echter de facto noodzakelijk maken. Het vraagstuk rond de certificaten bespreken we verder in het volgende nummer en dan zullen we de aspecten van de tienjarige aansprakelijkheid en de lichte verborgen gebreken in het kader van de passiefbouw aankaarten. ■ 1. Voor Wallonië en Brussel, zie www.maisonpassive.be/?-Aspectsfinanciers-; voor Vlaanderen, zie www.passiefhuisplatform.be/subsidiesfinanciering.

rechterhoek

be.passive 15

95


15 avr mai jui

2013

Ă€DVK IRFXV global view 16 OH PRW GHV IDFH j IDFH SODWHIRUP vu et enten HV du SHUVSHFWLY 23 H SDUROH G L PDJH FDUWH DUFKLWHFWX EODQFKH UH SDUWDJp SDVVLYH V H WRU\ ZKDW V XS QRQ UpVLGH QWLHO WKHPD WLSV WULFN V SKSS be.batex 60 QRV pWXGLD QWV ORJHPHQWV GpWDLOV EH JOREDO FKLIIUHV DQJOH GURLW trimestri el du EXUHDX GH G $QWZH pS{W USHQ ; 3

be.passiv e passif >

standard www.bep assive.b e

10 years

15 be.passives & 1 special issue 15 thema's, 15 gedeelde projecten

> Bestel vorige nummers via: www.bepassive.be/shop/order/

training & workshop Het opleidingsaanbod van PHP is opgebouwd uit drie thema’s om de nodige basiskennis te verwerven, een onderbouwde ontwerpaanpak uit te zetten en te toetsen aan de berekening. U kan een volledig themablok volgen of inpikken op de deeldomeinen waar u uw kennis nog wil versterken. Elke module wordt op regelmatige basis en op verschillende locaties in Vlaanderen georganiseerd. Als erkend dienstverlener biedt PHP u met de KMO-portefeuille 50% korting op de inschrijfprijs. Vanaf 5 of meer opleidingsmodules, geniet u bovendien van 20% korting op het door u gekozen opleidingspakket. Meer informatie: www. passiefhuisplatform.be/opleidingen

energiezuinig gebouw. • 16/05 Antwerpen • 12/09 Leuven • 10/10 Gent DESIGN De verschillende deelaspecten van een BEN/NZEB gebouw worden hierin verder uitgediept. Zowel de gebouwschil als de technische installaties komen aan bod.

BASICS B01 – energieneutrale woningen De basisprincipes en –eisen kennen van een zeer energiezuinig/BEN-woning en strategieÍn kunnen ontwikkelen om deze te bereiken. • 14/05 Antwerpen • 10/09 Leuven • 8/10 Gent B02 – collectieve & tertiaire gebouwen Specifieke eisen, principes en ontwerpstrategieÍn van een zeer energiezuinig/BEN tertiair gebouw kennen en kunnen toepassen. • 15/05 Antwerpen • 11/09 Leuven • 9/10 Gent B03 – zeer energiezuinige renovaties StrategieÍn kunnen ontwikkelen voor een geslaagde renovatie naar een zeer

96

be.passive 15

agenda

D01 – isolatie & bouwknopen: elementair voor een kwalitatieve gebouwschil • 21/05 Antwerpen • 15/10 Gent D02 – schrijnwerk, beglazing en zonwering: een positieve energiebalans • 21/05 Antwerpen • 15/10 Gent D03 - luchtdichtheid: voorwaarde voor een performante gebouwschil • 22/05 Antwerpen • 16/10 Gent D04 – bouwdetails in de praktijk: de hoeksteen van een goed constructiesysteem • 23/05 Antwerpen • 17/10 Gent D05 – ventilatie en binnenklimaat: een gezond en comfortabel binnenklimaat

dankzij een uitgekiend ventilatiesysteem • 28/05 Antwerpen • 22/10 Gent D06 – verwarming, koeling en sanitair warm water • 28/05 Antwerpen • 22/10 Gent D07 - verlichting en elektrische apparaten • 29/05 Antwerpen • 23/10 Gent TOOLS T01 – Therm Berekening van bouwknopen voor EPB en PHPP kennen. • 17 & 24/09 Antwerpen T02 – PHPP Woningen Leer de netto energiebehoefte voor verwarming, primaire energiebehoefte en verwarmingsvermogen van een woning correct berekenen met PHPP. Wat is de verhouding met EPB? • 18 & 25/09 Antwerpen T03 – PHPP tertiair Zet de stap naar het ontwerpen en berekenen van tertiaire gebouwen met de PHPP-software. • 26/09 Antwerpen


be.passive 15

97


be.passive driemaandelijks blad voor de passiefhuisstandaard van be.passive vzw voor pmp asbl en php vzw Volgend nummer : juli augustus september 2013 www.bepassive.be info@bepassive.be magazine met een oplage van 15.000 exemplaren Cover icechallenge 2007 photo: SMV Hoofdredacteur Bernard Deprez Redactieraad Christophe Marrecau, Sebastian MorenoVacca, Julie Willem, Marion Bandin Redactie Adriaan Baccaert, Peter Dellaert, Tim Janssens, Marny Di Pietrantonio, Adeline Guerriat, Christophe Marrecau, Benoit Quevrin, Julie Willem Vormgeving en prepress Julie Willem Sebastian Moreno-Vacca

Hebben aan dit nummer meegewerkt: Caroline Chapeaux, Gilles Toussaint, Aline Branders, Frédéric Loumaye (Advocaat aan de Balie van Brussel), George Monbiot (Guardian), Jean Cech, Wouter Hilderson (PHP), Bert Vanderwegen (PHP), Jeroen Poppe (PHP), Grégoire Clerfayt (Verantwoordelijke van de Directie Energie voor Leefmilieu Brussel), Erwin Mlecnik (PHP/OTB TU Delft), Marion Bandin (pmp), Marny Di Pietrantonio (pmp), Stefan Van Loon (PHP), Benjamin Biot (pmp), Aurore Vandenberghe (pmp), Alain Bornarel (Tribu) et Philippe Madec (atelierphilippemadec), Benjamin Biot (ICEDD), Arnaud Evrard (UCL), Frédéric Lebeau, Arnaud Louis (ULg-UMC), Aline Branders, Isabelle Prignot (ULB Architecture) Copyright: P 16 et 24 : extract "The Hudsucker Proxy", 1994 Joel Coen, ©Graham Place, Ethan Coen P 23 : extract : "I am a very stylish girl" van "Sacrebleu", © Dimitri from Paris, Label Yellow Productions, 1996. Samples quotes from Breakfast at Tiffany's. Holly (Audrey Hepburn) asks "How do I look?" P 32 : "Breathless", 2010, Installatie van Annette Etges Abonnementen www.bepassive.be/shop/subscribe/ Drukkerij Claes Printing gedrukt met plantaardige inkten Copyright pmp/php Alleen de auteurs zijn verantwoordelijk voor hun artikelen. Alle rechten voor reproductie, vertaling en aanpassing (zelfs gedeeltelijk) zijn voor alle landen voorbehouden.

Fotografen Olivier Anbergen, Filip Dujardin, Victor Levy, Nicolas Olivier Vertalingen Kathleen Kempeneers Bdd Translations PHP Bernard Deprez Verantwoordelijke uitgever Sebastian Moreno-Vacca be.passive asbl Flageyplein 19 te 1050 Brussel Reclameregie advertise@bepassive.be

98

be.passive 15

Play list be.passive15 Nu Man O TO Fool

Daft Punk Random access memories

Shirley Bassey meets Booster Light my fire [The Doors] Experience

Underworld Moon in the water La yellow 357 Quelle sensation bizarre

Norah Jones Not too late Chemical brothers shake break bounce Depeche mode Soothe my soul


be.passive 15

99



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.