SINT-AGATHA-BERCHEM
Teksten:
Mark Dubois, Thim Vandecauter, Marc Bultereys
Foto’s*:
Leo Jo Estercam, Thim Vandecauter, Bernhard Badie
Lay-out:
Bernhard Badie / bg grafische vormgeving
Eindredactie: Marc Bultereys
Op initiatief van Agnès Vanden Bremt (Schepen voor Nederlandstalige Aangelegenheden 2013 - 2016, huidig Schepen voor Openbare Werken), Peter Decabooter (huidig Schepen voor Nederlandstalige Aangelegenheden) en het gemeenschapscentrum De kroon. Met dank aan de bewoners, Sandra Goegebeur (directeur departement Opvoeding en Vrije Tijd) en aan Hubert Catteeuw (voormalig voorzitter van “La Cité Moderne” en huidig ondervoorzitter van Comensia).
Sint-Agatha-Berchem Januari 2017
* enkel de foto’s van de geïnterviewden, die dit wilden, werden gepubliceerd.
INHOUDSTAFEL
WOORD VOORAF
3
GESPREK MET PIERRE VAN MEENSEL
7
MAIL MET FERNAND JOSEPH & HUBERT CATTEEUW
18
GESPREK MET SIMONNE & THEO
23
GESPREK MET DANNY VANHEEDE
25
GESPREK MET TOURIAH AHDI
30
GESPREK MET DRISS EL DAHDAA EN KHAIFA AZHOUR
37
GESPREK MET YOUYOU
39
WOORD VOORAF
De ‘Cité Moderne’ werd gebouwd tussen 1922 en 1926. Deze tuinwijk zette Sint-Agatha-Berchem internationaal op de kaart en werd aanzien als één van de meest spraakmakende, modernistische realisaties uit de jaren twintig. “(...) De wijk werd gebouwd op initiatief van de huurderscoöperatie “La Cité Moderne”, die in maart 1922 door de Brusselse schrijvers Georges Rens en Pierre Bourgeois werd opgericht. De broer van deze laatste, Victor Bourgeois, stond in voor de plannen van deze 275 woningen, die van meet af aan een manifest voor het nieuwe bouwen moesten worden. (...) Samen met Huib Hostes tuinwijk “Klein Rusland” in Zelzate is de ‘Cité Moderne’ één van de eerste tuinwijken in België die volledig in mager beton met herbruikbare bekisting werden opgetrokken. (...) Bourgeois ontwikkelde voor de ‘Cité Moderne’ niet minder dan 22 woningtypes waarvan er 15 werden uitgevoerd. Door deze types in een verschillende volgorde te schakelen, werd een gevarieerd straatbeeld gecreëerd dat aansloot bij de stedenbouwkundige aanbevelingen die voor de bouw van tuinwijken waren opgesteld. Deze richtlijnen waren geïnspireerd op het werk van de Engelse stedenbouwkundige Raymond Unwin en schreven de aanleg van een duidelijke wegenhiërarchie voor, met respect voor het bestaande reliëf. In de ‘Cité Moderne’ doorsnijdt daarom een centrale, gebroken straat als lokale ontsluitings-as de wijk. Hierop komen zeer rustige straten uit, die voor een goede oriëntatie moesten zorgen voor de woningen. Af en toe komen deze zijstraten uit op een pleintje of op een groep woningen die als perspectiefsluiter het uitzicht van de wijk bepalen. Voorts werd aangeraden om het aantal aaneengesloten woningen 3
te beperken. Door kleine ensembles te creëren werd het klassieke negentiende-eeuwse bouwblok doorbroken, kon de straat opnieuw ademen en werden de woningen via een alternatief netwerk van kleine paden langs de achterzijde toegankelijk gemaakt. Maar de ‘Cité Moderne’ verwierf vooral internationale bekendheid door het bekende zicht op het Samenwerkersplein, het centrale plein van de ‘Cité Moderne’. Hier corrigeerde Bourgeois de ongunstige noord-zuidoriëntatie van de rijwoningen door deze 45° te draaien ten opzichte van de straat-as zodat er een gunstiger noordoost-zuidwestoriëntatie tot stand kwam. Deze vondst leidde tot de getande gevelreeks die, samen met het bekende hoekgebouw waarvoor Pierre-Louis Flouquet de glasramen ontwierp, het meest representatieve beeld van de ‘Cité Moderne’ zou opleveren, een beeld dat talloze malen zou opduiken in de internationale architectuurpers van die jaren. Victor Bourgeois bouwde de ‘Cité Moderne’ op 25-jarige leeftijd en was zowel verantwoordelijk voor het stedenbouwkundige plan als voor het architecturale ontwerp. Louis Van der Swaelmen (die voor het gros van de Brusselse tuinwijken de stedenbouwkundige plannen tekende), stond bij de ‘Cité Moderne’ in voor de aanleg van de tuinen.”*
De ‘getande’ gevelreeks op het Samenwerkersplein
foto: L.J.E.
*: Bron: Modernisme. Van het Zwart Huis tot de Boekentoren. P 24 - 26. De Standaard - architectuurbibliotheek.
4
Met de uitgave van dit boekje gaan we echter niet op zoek naar de geschiedenis van deze tuinwijk maar vooral naar de verhalen van de mensen achter de gevels van de woningen. Uit een recente analyse door le Centre Culturel Le Fourquet blijkt dat deze wijk, samen met de wijk Hunderenveld, tot de armste van Sint-Agatha-Berchem behoort. De wijk leeft bovendien wat op zichzelf, raakt wat geïsoleerd. De contacten met de nieuwe buurten verlopen veeleer stroef. Het is daarom de hoogste tijd om het woord aan de bewoners zelf te geven. Welke zijn hun wensen en verzuchtingen? Wat betekent deze vorm van sociale huisvesting nu nog? Aangezien de gesprekken voornamelijk gevoerd werden in 2015 en er ondertussen renovatiewerken uitgevoerd werden (zoals de restauratie van het hoekgebouw aan het Samenwerkersplein en de aanleg van een speeltuin op het Initiatiefplein) kunnen sommige uitspraken hier en daar als achterhaald overkomen. Eerlijkheidshalve vonden we het toch nodig om deze gesprekken integraal te publiceren. Met slechts enkele bewonersprofielen wil dit boekje uiteraard geen aanspraak maken op wetenschappelijkheid. Verwacht ook geen staalkaart of dwarsdoorsnede van de bevolking in deze wijk. Het wil gewoon complementair zijn aan de filmdocumentaire over de ‘Cité Moderne’ die weldra in première zal gaan. In 2015 tenslotte werd Comensia-huurderscoöperatieve opgericht. Een nieuwe partner voor de sociale huisvesting in Brussel. De leden van Comensia zijn vertegenwoordigers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de gemeenten Anderlecht en Sint-Agatha-Berchem, naast huurders-coöperanten, private coöperanten en personeelsledencoöperanten.
5
Op termijn zal deze nieuwe maatschappij instaan voor het beheer van bijna 3.200 woningen van zeer uiteenlopende aard: van studio tot achterkamerwoning - gespreid over 15 gemeenten - evenzeer in een woonpark zoals het Peterbospark (Anderlecht) als in huizen die deel uitmaken van een beschermde tuinwijk. Comensia beoogt een nauwere samenwerking tussen de sociale verhuurder en zijn huurders, met een rechtstreekse en regelmatige dialoog. Dit zou in de toekomst moeten bijdragen tot een betere kwaliteit van de woningen en van het gemeenschapsgevoel in de wijk. Laten we hopen dat Comensia erin slaagt om dit te realiseren en op deze manier kan zorgen voor een nieuw elan in deze wijk. De ‘Cité Moderne’ is het meer dan waard.
voor de werkgroep ‘Cité Moderne’, Marc Bultereys, cultuurbeleidscoördinator Sint-Agatha-Berchem
met dank aan Hubert Catteeuw, voormalig voorzitter van “La Cité Moderne”, huidig ondervoorzitter van Comensia
Sinds 2000 zijn de gevels, daken en tuinen beschermd erfgoed.
6
foto: B.B.
GESPREK MET
PIERRE VAN MEENSEL Pierre Van Meensel woont al 78 jaar vlak naast de ‘Cité Moderne’.
Heb jij altijd naast de ‘Cité Moderne’ gewoond? Neen, tot mijn 27ste jaar woonde ik in de Openveldstraat. Ik ben geboren in het Frans Hospitaal; dus al vanaf de eerste dag van mijn leven woon ik in Sint-Agatha-Berchem, hier in de wijk. Eenmaal getrouwd ben ik in de Georges Remystraat gaan wonen. Mijn ouders wonen al sinds 1913 in de Openveldstraat. Mijn grootvader was afkomstig van Holsbeek en is hier in Sint-Agatha-Berchem begonnen met een bloemenkwekerij op de grond van een oude kareelbakkerij. In de Openveldstraat dus? Ja. Dertig jaar geleden bestond die bloemenkwekerij nog. Eigenlijk nog tot aan de dood van mijn ouders. Mijnen bompa is 99 geworden en is zelfs voorzitter van de fanfare geweest. Waar situeer jij de ‘Cité Moderne’? Voor mij is dat duidelijk, tussen de Openluchtstraat en de Openveldstraat. En woon je graag in de wijk? Of woonde je hier graag? Ik woon hier graag, ik woonde hier graag en ik blijf hier graag wonen. Punt. 7
Waarom eigenlijk? Omdat ik hier een gelukkige jeugd heb gehad. De ‘Cité Moderne’ was in die tijd één groot speelterrein voor iedereen. Het speelterrein was de straat en lag dus naast mijn voordeur. Je hebt de Cité weten bouwen? Neen, de eerste steenlegging van de Cité was in 1923 en ik ben in 1938 geboren. Mijn grootvader heeft de Cité weten bouwen, ah ja die is hier van in 1913. Wel heb ik veel onbebouwde terreinen gekend, vooral langs de kant van de Openveldstraat. Kan je de toenmalige bevolking beschrijven? In mijn kindertijd leefden de mensen op straat en in hun groenten- en bloementuintjes. Een vergelijking met nu is niet meer mogelijk. In de Cité waren er vroeger 14 winkels. Op het Initiatiefplein alleen al waren er 8. Op het Samenwerkersplein waren er 2 met onder andere Deprez, de beenhouwer, de meest gekende, plus ‘La Maison du Peuple’. De aanwezigheid van ‘La Maison du Peuple’ dat was iets hé... ik wil hier niet aan politiek doen maar de Cité was in feite een rood bastion. Je moest een rode kaart hebben om in de Cité binnen te geraken, dat was zo. De Cité werd dan ook voornamelijk bewoond door arbeiders. Burgemeester Percque was hier indertijd een belangrijk en invloedrijk figuur. Straf gezegd... de Cité was vooral socialistisch maar socialistisch in de zin van dat... dat het hier voornamelijk Het hoekgebouw met de door werd bewoond door arbeiders. Pierre-Louis Flouquet ontworpen glasramen.
8
foto: L.J.E.
Kortom, de mensen leefden op straat. Al die winkeltjes, een tabakswinkel, een drogisterij, 2 beenhouwers, een kapster, een schoenlapper maakten de buurt levendig. De bewoners leefden rond en naar die winkeltjes toe. Bovendien gingen de vrouwen niet uit werken. Het waren de mannen die de kost gingen verdienen vooral in de Nestor Martin, een fabriek aan de spoorweg (in het lager gelegen gedeelte) of in de Koekjesfabriek, in de Brouwerij van Koekelberg of in de Chocoladefabriek. Elke dag opnieuw zag ik die mannen optrekken. De vrouwen en kinderen bleven dus achter in de Cité. De vrouwen trokken naar de winkeltjes om hun boodschappen te doen, de kinderen speelden op straat... Speelpleinen waren er toen nog niet.
De straten waren ook veel smaller, met overal groen aan de zijkanten. In de straten was het ook een drukte van jewelste... Door de ‘Union Economique’ werd brood aan huis geleverd. Met paard en kar. Zij die in de ‘accordeonIedere dag gingen twee ‘grote’ huizen’ woonden, waren boeren, Slock en Hoogstyns, meestal van betere van huis tot huis verse melk komaf brengen. Na de oorlog hadden ook mijn ouders paard en kar, vooral om naar de markt te gaan. Tijdens de oorlog hadden ze enkel een stootkar, omdat de Duitsers beslag hadden gelegd op hun paard. Tja, dat was een heel ander leven! Een groot verschil was ook dat alle mensen stookten met steenkool. De neerslag daarvan in de winter veroorzaakte veel nevel en mist. Dat weet ik nog heel goed. Heb je al eens gezien hoeveel schoorstenen er hier wel zijn? Ongelooflijk veel, hé! In de Cité was er bovendien ook nog een klein klassenverschil. Zij die in de ‘accordeon-huizen’ woonden, waren meestal van betere komaf. In ietwat grotere woningen woonden vooral de ‘kleine’ bedienden.
‘
’
9
De ‘accordeon’-huizen
10
foto: L.J.E.
En tijdens de oorlog was jij…? Tijdens de oorlog was ik nog maar een klein manneke. Tijdens de oorlog stond er in de Cité één bunker, neen, neen zelfs twee of drie. Hier, in de Cité? Ja, ik kan ze nog exact aanwijzen. Op het Initiatiefplein... je hebt daar die twee grote blokken en daartussen stond de eerste grote bunker. Dat was een donker ondergronds gat met daarop een gewelf en aan het uiteinde zag je het licht. In twee rijen kon je daar gewoon naast elkaar gaan zitten. Als kind gingen wij daarin dus spelen. En een tweede bunker was gevestigd op dat pleintje aan de Beheerstraat. In de eerste bunker ben ik zeker wel honderd keer gaan spelen. En waarom hadden ze uitgerekend daar een bunker gebouwd? Hm... wat ik zeker weet, is dat hier minstens twee keer bommen zijn gevallen. De eerste keer dichtbij het Frans Hospitaal. Waarom gooiden ze hier nu bommen? We hadden altijd gedacht dat ze Nestor Martin, toch een grote fabriek, hadden willen treffen...? Waren die bommen nu ‘verkeerd’ gevallen?... Ik kan het niet zeggen. Ze hebben die bunkers dan later afgebroken? Tuurlijk. Zo’n bunker was in feite niets meer dan een gewelf met grond erover. Je zegt eigenlijk dat er vroeger meer contact was tussen de bewoners? Dat is logisch omdat de vrouwen en de kinderen thuis waren. De kinderen bleven ook langer thuis. Pas als ze vijf of zes jaar waren gingen ze naar school. Waar gingen ze dan naar school? De Cité was eerder pro de gemeentelijke scholen. Slechts een kleine groep (onder andere de kinderen van de twee boeren) ging naar ‘beneden’, naar de Sint-Martinusschool aan het Guido Gezelleplein 11
in Ganshoren. Als ik het goed voorheb, ging hier ook ieder jaar een processie uit, en die processie was een initiatief van de parochie van de Basiliek en niet van Sint-Agatha-Berchem (trouwens wij horen nu nog altijd officieel bij de parochie van het Heilig Hart van de Basiliek, en niet bij de parochie van Sint-Agatha-Berchem). Dat processiegedoe was echter niet zo geliefd in de Cité. Daar kwamen kleine wrijvingen van. Waren hier dan geen katholieke gezinnen? Ja, jajaja, natuurlijk wel... De Van Roose’s bijvoorbeeld, om maar iets te zeggen... Maar het was toch maar beter om je ‘rode’ lidkaart te tonen. Tijdens de verkiezingscampagnes zag je hier immers veel meer rood dan andere kleuren. Als klein manneke van 7 had ik ooit groene stickers geplakt op rode affiches in de Cité... kwam daar een man bij mij en vroeg: “qu’est-ce que tu fais là?”, boum boum, ik kreeg enkele stevige lappen. Ik had het direct begrepen... En was er hier een cultureel leven? Een fanfare, een toneelclub,...? Mijn vader speelde mee in de fanfare van Sint-Agatha-Berchem en af en toe ook eens in die van Ganshoren. Vooral om Meester Keunen plezier te doen. Maar de ‘Cité Moderne’ had geen eigen fanfare? Nee, nee. Was er hier een zaal? Ze hadden geen zaal maar daar waar nu het schooltje staat in de Openveldstraat, was er ‘het paviljoen’. Een grote houten chalet, met vooraan een groot grasperk. Ze hebben daar dan later een basketbalplein aangelegd. Dat was dus niet op het Initiatiefplein.
12
En dat paviljoen, was dat gebouwd door de ‘Cité Moderne’, door de bewoners, de huurders, of,... ? Dat weet ik niet. Ik weet alleen dat de gepensioneerden van de ‘Cité Moderne’ daar massaal naartoe trokken om zich te ontspannen, om te feesten of zo... Ze konden er ook balle pelote spelen. En belangrijk, daar was ook een café ‘Le Pigeon Rouge’ met een ‘patron’ uit de 1000: de Pezze van de familie De Pezzemier die achteraf een groentewinkel had op de Gentse Steenweg. De Pezze was de man die alles bij elkaar hield. Dat was een café dat heel goed draaide. Daar was altijd leven in de brouwerij. Een ander café dat ook zeer goed draaide was bij moeke. Hier, op de hoek met de Georges Remystraat.
Het behoud van het erfgoed ten koste van het comfort?
foto: L.J.E.
13
Waar nu nog altijd een café is? Ja, maar dat kan je nu echt in niets meer vergelijken met vroeger. In die chalet, hebben ze daar nog revues gemaakt? Toneel? Neen, dat denk ik niet. Nu, wij hadden altijd al een goede verstandhouding met de directie van de ‘Cité Moderne’, wij waren bloemenkwekers hé. Wij mochten ieder jaar aan elk huis een bloemenbak leveren... dat waren dus minstens 125 bloemenbakken die wij jaarlijks konden aanvullen en/of plaatsen. De bewoners en de beheerders deden er dan ook alles aan om dat hier mooi te maken en te houden. Dat is het grote verschil tussen nu en vroeger. De hofkes werden onderhouden, als moes- en/of als bloementuin, de hagen werden geschoren. Dat was hier een pak groener dan nu, met heel veel bomen... Dat is inderdaad nog niet helemaal verdwenen maar dat is toch veel minder dan vroeger. Het andere grote verschil is dat de mensen nu niet meer buiten komen. Vroeger kon je niet op straat komen en door de Cité wandelen zonder dat er overal vrouwen aan het babbelen waren. Het verenigingsleven, dat paviljoen plus den basket... dat is allemaal gedaan. Wanneer is dat dan verdwenen? Eind jaren ‘60 Ik probeer het te situeren... in de jaren zeventig is dat eigenlijk allemaal verdwenen. Zeker weten. Is de wijk dan wat verkild? De ‘modernste tijden’ kwamen eraan? Van 1923 tot 1930 leefden er hier voornamelijk jonge mensen. Vanaf de sluiting van de ‘Nestor Martin’ kwamen er hier echter veel meer bedienden wonen. Ook het aantal zelfstandigen verminderde aanzienlijk. Dan wordt het leven in zo’n wijk helemaal anders. Je moet je dat eens proberen voor te stellen. Vroeger stonden er hier, iedere ochtend, bij de twee beenhouwers kletsfiles van 10u tot 12u. Al die Madammen die hun vlees kwamen kopen... iedereen kende iedereen. 14
Is de bevolking ook niet verouderd? Vandaag niet meer, dat is nu echt de positieve kant... Is er nu opnieuw geen toename van jonge gezinnen? Ja, Ja, ja, daar zorgen onze nieuwe Belgen voor. Die brengen de Cité opnieuw tot leven. Die zorgen voor veel jong volk op straat. Ik smijt mij daar graag eens tussen. Die vernieuwing ervaar ik als heel positief. En de bewoners... hebben die nog contact met elkaar? Kijk, contact, dat gaat van mens tot mens. Je hebt mensen die nooit contacten opzoeken. Als je graag contacten wil dan creëer je die, dan ga je naar de mensen toe. En als het klikt, komen die terug. Dat is het plezante eraan. De Cité heeft met mensen wel ‘dingen’ gedaan die niet aangenaam waren. Zoals? Het is geweten dat ze mensen hebben buitengezet. Mensen van bijvoorbeeld pakweg mijn ouderdom, 78 dus, die daar alleen wonen, die 7 plaatsen innemen met daarbovenop nog eens een grote tuin... Aan hen werd gevraagd: “Zou je geen plaats willen maken voor jonge gezinnen? Dat zijn hier immers sociale woningen...” En daar komt dan een jong gezin inwonen en die hebben al rap 2, 3 misschien zelfs 5 kinderen, dat weet ik niet. Daardoor verandert de wijk natuurlijk. Het was trouwens de hoogste tijd. Heel de Cité was aan het verloederen. Allerlei campagnes werden opgezet. Aan de bewoners werden potten verf uitgedeeld met de mededeling: ge moogt zelf beginnen schilderen, ge moogt dit, ge moogt dat... Maar geef toe, dat is geen beheer. Er zijn bewoners die dat dan doen en anderen niet. Sommigen blijven hun huizen echt wel onderhouden maar van een jong gezin met kinderen dat gaat werken, kunt ge dat niet verwachten. Aan zo’n jong gezin moet ge gene pot verf gaan dragen, die hebben wel andere kopzorgen.
15
Klopt mijn indruk dat de Cité een heel eigen leven leidde; de mensen hadden hier geen contact met bijvoorbeeld de bewoners van pakweg het Schweitzerplein? Dat klopt. De enige reden waarom de bewoners van de Cité de wijk verlieten (tussen haakjes dat waren hier geen rijke mensen, hé) was de kermis. Ik ging ook naar de kermis, zowel in Sint-Agatha-Berchem als in Ganshoren. Ook de jaarmarkt was een uitstap waard. Alles moest ook te voet gebeuren. Alles ging dus ook veel trager. Ja, er is opnieuw jeugd. Er waren natuurlijk minder Een nieuwe generatie, fietsen en zelfs bijna helemaal vers bloed geen auto’s.
‘
’
Dus de wijk leefde wat op zijn eigen? Ja, maar goed hé. Ik was er gelukkig. Iedereen was er gelukkig... en dat komt terug. Er is een nieuw elan. Een nieuw elan? Ja, er is opnieuw jeugd. Een nieuwe generatie, vers bloed. De Cité moet er wel voor gaan, daar moet verder aan gewerkt worden. Dit moet hier opgefrist, gerenoveerd, bijgestuurd worden, kortom er is werk aan de winkel. Is er een plekje waar je heel graag komt in de Cité? Ik kom heel graag op het Samenwerkersplein, daar, waar die ‘accordeon’huizen staan. Ik kijk ernaar met de ogen van de zoon van een bloemenkweker. Dat plein vind ik echt geslaagd! De term ‘accordeon’, waar slaat dat op? Da’s gewoon een term van mij. Ik zeg dat aan iedereen... de gevels van die huizen op het Samenwerkersplein doen mij denken aan een accordeon.
16
Wat moet er hier nu het meeste veranderen? Renovatie, opfrissing en sensibilisering. We moeten de mensen hiervoor gevoelig maken, ze moeten er bewust van worden dat ze hier goed wonen, dat het hier ‘goed leven’ is, dat ze niet alleen aan de ‘buitenkant’ moeten renoveren, dat ze zelf wat initiatief zouden moeten nemen, dat ze eens samen iets zouden moeten vieren, dat ze eens samen iets zouden moeten doen...
Gesprek met Mark Dubois en met Marc Bultereys. Uitgeschreven door Thim Vandecauter en door Marc Bultereys.
... de huizen beter onderhouden (daken, muren, ramen). (FJ)
foto: B.B.
17
MAIL MET
FERNAND JOSEPH & HUBERT CATTEEUW
Fernand Joseph is geboren en getogen in de ‘Cité Moderne’ en telg uit een heel kroostrijke familie. “De Joseph-kes” waren destijds de bekendste familie en een begrip in de Cité. Omdat hij niet meer zo goed te been is, stond hij ons te woord via mail. Woon je graag in deze wijk? Waarom? Ja, omdat ik er geboren en getogen ben (vroeger woonde ik in de Moderne Wijkstraat). Sind 1971 woon ik in de Onderlinge Hulplaan. Wat zou je graag veranderd zien in deze wijk en waarom? Dat nu eens eindelijk de verkrotte woningen (gans de linker rij in de Openluchtstraat)*, die al jarenlang onbewoond zijn en met planken dichtgeslagen werden om krakers te weren, aangepakt zouden worden. In die tuinen wordt trouwens veel afval gekieperd. Een betere aanpak is ook nodig om de nog bewoonde huizen te onderhouden (daken, muren, ramen). Het is bijlange niet meer zoals vroeger. Welk plekje vind je het mooiste plekje in deze wijk? ‘Het pleintje’ (waar de Ravotterijstraat doodloopt) - eerder als jeugdherinnering omdat we er urenlang konden spelen, ook in de ‘abri’ - zoals wij die noemden - een schuilkelder van tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nog lang na de oorlog maakten wij van deze schuilkelder ‘bang’ gebruik. Die schuilkelder had namelijk twee ingangen (ongeveer 30 m van elkaar) die we ingingen via trappen om blindelings, op den tast (en met schrik) de andere uitgang te zoeken... 18
Die trappen zijn later dichtgegooid maar die schuilkelder bestaat dus nog! Op dat pleintje heb ik ook nog heel veel gevoetbald.
Een ander mooi plekje is het Initiatiefplein, omringd met ongeveer 30 oude lindebomen. Van horen zeggen, gaan ze dat pleintje terug opfleuren met zitbanken enz... Mail met Marc Bultereys.
*“Al in 1999 werd door de voorzitter van de Raad van Beheer van “La Cité Moderne”, de Heer H. Catteeuw, een aanvraag ingediend om het gebouw in de Openluchtstraat grondig te renoveren. Door de klassering in 2000 werd het project echter 14 jaar lang tegengehouden door ‘Monumenten en Landschappen’. Eindelijk, in december 2014 werd gestart met de renovatiewerken en op 1 december 2016 konden de nieuwe bewoners hun intrek nemen. Idem gebeurde met het gebouw in de Beheerstraat. Het project dateert al van 2004 en is nu in afwerking. Ook voor het gebouw in de Kubismestraat (Koekelberg) - de feitelijke wieg van onze Woonmaatschappij - werd in 2008 een renovatieproject ingediend. Het mooie project van het hoekgebouw aan het Samenwerkersplein is het werk van Beliris, sinds 2004. Dankzij onze goede contacten hebben wij dit volledig door Beliris gefinancierd project verkregen. Het project van de aanleg van de speeltuin op het Initiatiefplein is volledig te danken aan de gemeente. “La Cité Moderne” noch Comensia hebben daar iets mee te maken. Het oude basketbalplein werd trouwens al altijd onderhouden door de gemeente. Waarvoor dank. Laten wij nu hopen dat Comensia het 94-jarige werk van “La Cité Moderne” verder zal zetten. Het begin is alvast hoopgevend.” Hubert Catteeuw, voormalig voorzitter van “La Cité Moderne”, huidig ondervoorzitter van Comensia.
19
20
... het speelterrein was de straat en lag dus naast mijn voordeur. (PVM)
foto: L.J.E.
21
... het is hier eigenlijk goed leven. (DV)
22
foto: L.J.E.
GESPREK MET
SIMONNE & THEO
Dit vriendelijke koppel op rust wilde voor dit gesprek toch maar liever anoniem blijven. We noemen hen dan ook fictief Simonne (S) en Theo (T). T: Ge staat hier zo voor de deur. Durven jullie niet binnenkomen? Amai, mooi interieur... zelf gerenoveerd? S: Ah ja, da’s mijne man die dat allemaal gedaan heeft. Op ’t gemakske aan, hé! Mochten jullie dat dan zomaar doen? S: In het begin mochten we dat natuurlijk niet. Oei, oei, oei,... zo’n muur uitslaan... dat was wat. Dat was niet gemakkelijk. T: Ge moest daar de toelating voor krijgen. ’t Is hier veel groter dan wij dachten... S: Ja... en boven nog eens drie slaapkamers en een badkamer. T: Allemaal zelf gerenoveerd. S: Nu doet de Cité dat zelf. Als er nu een huis vrijkomt, doet de Cité de renovatie, misschien wel in samenspraak met de nieuwe huurder, dat weet ik niet... Wij hebben alles zelf gedaan. Wij hebben nooit iets aan de Cité gevraagd. Mijn man heeft hier 25 jaar gewerkt als tuinier. Sinds wanneer wonen jullie hier dan al? S: Sinds 1966. 23
En wonen jullie hier graag? S: Ja... maar vroeger toch liever dan nu. De vroegere geburen... ze zijn ofwel gestorven ofwel verhuisd. Nu hebben we nieuwe buren, vriendelijke mensen! Nu zijn dat Marokkanen of Turken. Wij hebben helemaal niets tegen deze mensen hé. Integendeel maar we spreken allebei niet zo goed Frans. Vandaar. Vroeger was er toch meer contact. Er werd al eens gefeest in de wijk. Barbecues werden georganiseerd. Toen waren er ook veel meer vrijwilligers die zich dat aantrokken. Nu wonen hier vooral oudere mensen. (tot T) Via het werk ben jij hier dus beland? T: Toen ik hier al werkte, woonden we nog in Sint-Ulriks-Kapelle. Er kwam hier dan een huis vrij. We dienden een aanvraag in en zo zijn we hier beland. Het huis was helemaal niet onderhouden. Dat was ook een mens van in de tachtig die hier weggegaan is, hé. Ik heb dat hier dan compleet zelf gerenoveerd. Als tuinier heb ik hier echt heel graag gewerkt in de Cité. Hebben jullie aandelen in de coöperatieve van de Cité’? T: We hebben zogezegd inderdaad automatisch een aandeel... maar hoeveel? Dat weten we dus niet. Bovendien wordt dat pas uitbetaald als je hier definitief verhuist of als je... overlijdt. Welk plekje vind je het mooiste plekje in deze wijk? S: Het Initiatiefplein (initieel was dit een park met een centrale doorgang. MB). Daar gingen wij vroeger al eens wandelen. En natuurlijk ‘onzen hof’! Willen jullie nog iets zeggen, hier nog iets aan toevoegen? T: Neen, eigenlijk niet. Wij zijn blij zoals het is. Gesprek met Mark Dubois en met Marc Bultereys. Uitgeschreven door Marc Bultereys.
24
GESPREK MET
DANNY VANHEEDE Danny Vanheede woont al 14 jaar in de ‘Cité Moderne’. Het gesprek wordt in het Frans gevoerd.
Woon je graag in deze wijk? Waarom? Ik woon hier echt heel graag. Ik hou van de ambiance die hier heerst. Met de geburen verloopt alles prima, nooit geen problemen. Het is hier bovendien rustig. Iedereen kent hier iedereen. Het is hier aangenaam, het is hier eigenlijk goed leven. Misschien was het vroeger anders en beter. Hier hangen bordjes voor de vensters: ‘Pas op voor dieven’. Waarom? Ja, gewoon omdat er hier al eens gestolen wordt. Sommige bewoners hebben zich laten bestelen. Ook bij mij thuis hebben ze het eens geprobeerd. Het is hen niet gelukt omdat ik een hond heb. Bovendien ben ik wel niet groot maar toch wel een beetje imposant en ik laat mij zeker niet doen. Wat wel nodig is in de buurt, is de plaatsing van een alarmsysteem. De helft van de bewoners zijn ouden van dagen. Ik vind het logisch dat zij voor veiligheid gaan, dat zij dat eisen. Zij willen hier in alle rust kunnen wonen.
25
Wat zou je graag veranderd zien in deze wijk en waarom? Veranderen, ach... Eerst en vooral overal nieuwe ramen steken, liefst dubbele beglazing voorzien. Ook de bewoners van een zekere ouderdom en met een klein pensioen hebben daar recht op. Het is niet alleen beter voor de energie maar het voelt ook veiliger aan. Als je nu tegen zo’n raam duwt, dan zit je er zo door. Erg veilig voelt dat natuurlijk niet aan. Maar dat zou nu net niet mogen, die dubbele beglazing? Ja, omdat de wijk ‘geklasseerd’ is, zouden wij dus niet mogen genieten van een minimaal comfort... Het is toch beter dat de mensen zich veilig voelen. Ook de gevels zouden vernieuwd moeten worden. Nu zijn zij veel te somber... het zijn niet de huurders die dit moeten doen, ’t is wel het beheer van de Cité dat hier werk van moet maken. In mijn tuin staat een spar. Ik vraag al tien jaar om deze te snoeien.
... nieuwe ramen steken, liefst dubbele beglazing voorzien. (DV)
26
foto: B.B.
Zijn er hier dan geen arbeiders voor... ? Nu niet meer! En de straten, die liggen er hier toch behoorlijk bij vind ik toch, of niet? Dat valt redelijk mee. Vroeger vond ik het toch veiliger. Bepaalde pleinen zijn ook veiliger dan andere. Het basketbalplein was vroeger bijvoorbeeld veel beter onderhouden*, maar nu wordt daar niets meer aan gedaan. Er liepen zelfs eekhorentjes en er zaten Na 20u is het hier vrij doods zelfs vissen in de vijver. omdat niemand nog buiten Nu is het veeleer onveilig. durft te komen Jongeren komen er hun joints roken. Ik wil nu niet beweren dat het allemaal ‘voyous’ zijn... Ik heb daar niets op tegen dat ze hier komen roken maar dat is niet goed voor de kinderen uit de buurt. Kinderen zijn beïnvloedbaar. Het begint bij cannabis... Ouders zijn bang en houden hun kinderen hier dan ook weg. Anderzijds is er naast het basketbalterrein niets voor deze jongeren uit de buurt.
‘
’
Vroeger waren er hier ook veel meer handelaars? Die zijn allemaal verdwenen. Hier was een viswinkel, een bakker, een beenhouwer... Handelaars zouden de hele wijk kunnen doen herleven. Dat zou fijn zijn voor iedereen. Buurtfeesten zijn er al lang niet meer. Nu heerst er teveel wantrouwen. Na 20u is het hier vrij doods omdat niemand nog buiten durft te komen. Je moet weten dat hier vele ouderen wonen. Wat vind je van het nieuwe ‘Beliris’-huis op het Samenwerkersplein? Ik vind dat heel goed werk... maar alles zou hier eigenlijk vernieuwd moeten worden, de gevels, de isolatie van de huizen, de dubbele beglazingen, de veiligheid moet gegarandeerd worden... Ik denk dat het beter zou gaan mochten de gemeente en het gewest het beheer van de ‘Cité’ overnemen. Nu is de relatie tussen het beheer van de 27
Renovatie was noodzakelijk!
28
foto: L.J.E.
Met respect voor het behoud van het erfgoed volledig gerenoveerd. foto: B.B.
‘Cité’ en de huurders niet oké. Zo worden klachten, aanvragen... bijvoorbeeld enkel schriftelijk aanvaard en/of behandeld. Maar heel veel bewoners van de ‘Cité’ zijn niet eens de Franse taal machtig en kunnen amper in het Frans schrijven... dus dat zit moeilijk. Hoelang woon je hier al? Hoe heb je de buurt zien veranderen? 14 jaar. Nu wonen hier veel meer ‘nieuwe’ Belgen dan autochtone Belgen maar dat is zeker niet problematisch. Van de autochtone Belgen zijn er zeker ¾ ouderen. Tot slot... is er een plekje waar je heel graag komt in de Cité? Het plekje waar het monument voor architect Victor Bourgeois staat op de kruising van het Samenwerkersplein en het Initiatiefplein. Ik geloof dat de herinrichting van het basketbalplein niet echt zo’n goede zaak is. Dat gaat moeilijkheden opleveren. Nog iets mee te delen… ? Een likje verf, vernieuwing van de gevels, isolatie, dubbele beglazing, zorgen voor veiligheid... dat is wat er nu moet gebeuren. Voilà ik heb alles gezegd. Ik vrees ervoor dat er bewoners zijn die zich niet zullen willen laten interviewen uit angst voor represailles.
Gesprek met Mark Dubois en met Marc Bultereys. Uitgeschreven en vertaald van het Frans naar het Nederlands door Marc Bultereys.
*: Het basketbalplein op het Initiatiefplein werd ondertussen volledig heraangelegd (MB).
29
GESPREK MET
TOURIAH AHDI
Touriah Ahdi, geboren in Nederland en van Marokkaanse afkomst, woont al 5 jaar in de ‘Cité Moderne’. Voordien woonde zij in de wijk ‘Hunderenveld’. Woon je graag in deze wijk? Waarom? Ja, ik woon eigenlijk graag in de ‘Cité Moderne’ omdat het hier heel rustig wonen is. Toch wel. Ondanks het feit dat deze straat wel druk gebruikt wordt, vooral tijdens de spitsuren. Maar als we eenmaal aan de andere kant van het huis zitten of in het weekend, dan is het hier heel rustig wonen. De buren zijn heel vriendelijk. Wij hebben een goed contact. Was het hier dan niet erg druk tijdens die werken aan de Frans Gasthuislaan? Dat klopt. Het stond hier ook altijd vol geparkeerde wagens, vooral van mensen die daar werkten. We konden onze auto nergens kwijt. In die periode ben ik trouwens vaak de linker-spiegel van mijn auto verloren. Sinds de werken daar echter achter de rug zijn, is het hier een stukje rustiger geworden. Bovendien hebben ze hier ook de ‘blauwe zone’ ingevoerd. Dat werkt heel goed. Parkeren is sindsdien veel gemakkelijker geworden. Je hebt hier alles heel mooi gerestaureerd. Worden de huizen hier goed onderhouden in de buurt? Als ik de conciërge mag geloven, niet! De bewoners van de ‘Cité Moderne’ zijn vaak verbaasd als ze hier binnenkomen omdat het er
30
hier zo goed uitziet. We hebben er dan ook serieus veel werk ingestoken. Toen wij hier aankwamen, waren wij eigenlijk een beetje verschoten. Alles was hier erg grof afgewerkt. De chauffage was wel geïnstalleerd maar overal gaten rondom. Bovendien hingen de deuren scheef. Ze hadden wel geprobeerd om er iets van te maken maar echt tevreden waren wij daar niet mee. Wij hadden namelijk Een mengelmoes van nieuwe vloeren gelegd maar door gemeenschappen en die scheve deuren werden deze generaties vloeren beschadigd. We hebben dan gevraagd of ze die deuren zouden willen vervangen. De communicatie hierover met de ‘Cité Moderne’ verliep echter heel moeizaam. Na lang zeuren, over en weer telefoneren, hebben ze die deuren dan uiteindelijk toch vervangen.
‘
’
Hoelang woon je hier al? Ik ben eigenlijk al 9 jaar aangesloten bij de ‘Cité Moderne’. Ik heb namelijk eerst 4 jaar in ‘Hunderenveld’ gewoond. Nu woon ik dus al 5 jaar in de ‘Cité Moderne’. Werd je hier als ‘nieuwkomer’ goed onthaald? Ja, dat verbaasde mij wel. De buurvrouw van de rechterzijde kwam onmiddellijk goeiedag zeggen en kennismaken. Een andere, oudere buurvrouw, nam ook contact op. Na 40 jaar moesten zij en haar man hier wel weg. De kinderen waren immers het huis uit. Twee kamers kwamen dus leeg te staan. Met pijn in het hart moesten zij plaats ruimen voor gezinnen met kinderen. Met een oudere vrouw, die hier wat verder woont en regelmatig in de deuropening staat, sla ik regelmatig een praatje. Zij mag omwille van gezondheidsredenen wel blijven in de ‘Cité Moderne’. Ja, de contacten verlopen hier meestal heel goed. Eigenlijk heb ik geen vervelende contacten. Met de buurvrouwen wordt er veel gekletst.
31
De buurt is blijkbaar een grote en goede mix...? Hoe is de samenstelling van de buurt eigenlijk? Een mengelmoes van gemeenschappen en generaties. De wijk is heel divers en een goede mix tussen Belgen en ‘nieuwe Belgen’. Oudere gezinnen en jonge gezinnen met kinderen. De Belgische gezinnen zijn wel meestal samengesteld uit oudere mensen. De gezinnen met kinderen zijn over het algemeen ‘nieuwe Belgen’. De buurt bestaat uit 50% Belgische mensen en uit 50% mensen van buitenlandse origine. Er wordt hier overwegend Frans gesproken hoewel er vele kindjes naar Nederlandstalige scholen gaan. En jullie zijn dus de ‘nieuwe Belgen’? Wij zijn dus inderdaad de ‘nieuwe Belgen’.
Het door de gemeente her-aangelegde basketbalplein.
foto: L.J.E.
Is de buurt ‘kindvriendelijk’? Neen, de buurt is niet ‘kindvriendelijk’. Er wordt hier veel te snel gereden. De ‘zone 30’ wordt helemaal niet gerespecteerd. Ik durf mijn kinderen niet alleen de straat opsturen. We zijn zelfs bij de Burgemeester geweest met de vraag naar snelheidsdrempels. 32
Voor het overige gaan de kindjes spelen in de speeltuin op het Initiatiefplein of ga ik met hen mee naar het park De Mulder aan de overkant van de laan. Ze spelen hier ook vaak achteraan, in de tuinen, met de andere kinderen. Ze mogen wel nog niet alleen naar het basketbalplein. De kinderen spelen hier ook gemengd, Nederlands-, Franstalig. Echt geen probleem.
Wat mis je hier in de buurt? Wat meer winkeltjes zodat ik op zondagochtend niet naar het centrum van Sint-Agatha-Berchem hoef. We hadden echt gehoopt dat er zich een bakker zou komen vestigen op het Samenwerkersplein maar daar is nu een ‘sociaal winkeltje’ opengegaan. Voelt de buurt zich geïsoleerd? Toch wel. Zeker van het centrum van Sint-Agatha-Berchem. Ook met de nieuwe wijken, hier in de onmiddellijke buurt, zijn er geen contacten. Tussen de verschillende wijken zelf is er echt veel te weinig communicatie. Hier is ook geen verenigingsleven. Ook een wijkpermanentie zou voor de huurders nuttig en interessant kunnen zijn. In de nieuwe Raad van Bestuur van de ‘Cité Moderne’ zal nu ook de Burgemeester zetelen. Dat zal het contact met de gemeente misschien wel vergemakkelijken... Wat zou je graag veranderd willen zien in deze wijk? Wat meer steun van het beheer aan de huurders die proberen hun huizen goed te onderhouden. Wij hebben hier geverfd, nieuwe vloeren gelegd... toch hebben wij heel lang moeten wachten op de vervanging van deuren en op een likje verf op de achterdeur. Bovendien zijn de leidingen en de riolering heel oud. De sceptische put wordt wel regelmatig geledigd. Da’s waar. Als nog maar de helft van de ‘Cité Moderne’ opgeknapt zou zijn, zou dat al een hele andere indruk geven. Het is niet omdat de huizen hier staan te verkommeren, dat het er hier armtierig aan toe gaat, dat er hier alleen maar arme mensen zouden wonen. Da’s een grove misvatting. Hier woont veel middenklasse. 33
mijn achtertuin... een heerlijke plek. (TA)
34
foto: L.J.E.
Hebben jullie lang moeten wachten op een gezinswoning? Neen, eigenlijk niet. Bij de geboorte van ons derde kindje hebben wij een aanvraag ingediend en wij hadden vrij snel geluk. Er kwamen hier in die periode ineens enkele huisjes vrij. Betalen jullie hiervoor veel, weinig... huur? De verhouding prijs-kwaliteit valt heel goed mee. Omdat wij tweeverdieners zijn, betalen wij, als huur, de maximumprijs. We zitten aan het ‘plafond’ maar dat is erg redelijk voor drie slaapkamers, een badkamer, een tuin... Zouden jullie hier graag blijven wonen? Vroeger zei ik: ‘ik zou zeker niet in een cité willen wonen maar nu woon ik hier graag. Als het huis erop vooruit zou kunnen gaan, zou ik hier zeker blijven wonen’.
‘ Dat iedereen hier een tuin
heeft, is een pluspunt voor Welk plekje vind je het mooiste plekje in deze wijk? de wijk Mijn achtertuin. De meerwaarde van dit huis is de tuin. Zonder twijfel. Dat is een heerlijke plek. Mijn papa is tuinman van beroep en heeft daar heel wat werk ingestoken. Dat iedereen hier een tuin heeft, is een pluspunt voor de wijk. Tenslotte is het dan ook een tuinwijk. Het énige vervelende is wel dat we niet van de straat in onze tuin kunnen.
’
En tot slot, wat kan er beter? In de zeer nabije toekomst alle huizen een likje verf geven, een nieuwe riolering en het al te snelle (sluip)verkeer aanpakken!
Gesprek met Mark Dubois en met Marc Bultereys. Uitgeschreven door Marc Bultereys.
35
Foto boven: Mooi gerenoveerd in de Openluchtstraat. Foto onder: Restauratie van het hoekgebouw aan het Samenwerkersplein.
36
foto’s: L.J.E.
GESPREK MET
DRISS EL DAHDAA & KHAIFA AZHOUR Tijdens een wandeling langs het Initiatiefplein spreek ik met Driss El Dahdaa (D) en met Khaifa Azhour (K), twee jonge ‘nieuwe Belgen’ die spontaan en ongezouten hun mening geven over deze wijk. Het gesprek wordt in het Frans gevoerd.
Woon je graag in deze wijk? Waarom? D: Zeker, omwille van de rust. K: Niet zo echt, omwille van de vele diefstallen. Mijn kinderen en mijn vriendinnen werden bestolen aan het Initiatiefplein. Fietsen, GSM’s... Veel te veel drugs. Wat zou je graag veranderd zien in deze wijk en waarom? D: Op het Initiatiefplein is er inderdaad veel te veel volk, vooral ’s nachts. Teveel lawaai. Met mijn kinderen durf ik hier ‘s nachts zeker niet passeren. K: Overal moeten er dringend nieuwe ramen gestoken worden. Die zijn allemaal rot. Welk plekje vind je het mooiste plekje in deze wijk? D: De nieuwe sociale woningen in de Dendermondse straat. K: Ik verkies de ‘Moderne Wijkstraat’. Hier wonen vooral ‘kleine kinderen’. Aan de overkant, rond het Initiatiefplein, wonen vooral ‘grote kinderen’... Vandaar meer en grotere problemen zoals diefstallen, drugs... Gesprek met Marc Bultereys. Uitgeschreven en vertaald van het Frans naar het Nederlands door Marc Bultereys.
37
de CitĂŠ is, in zijn geheel, charmant. (YouYou)
38
foto boven: L.J.E. - foto onder: T.V.
GESPREK MET
YOUYOU Vier jongeren staan op het Initiatiefplein naast het nieuw aangelegde basketbalplein. Ik spreek hen aan maar ik voel al gauw enig wantrouwen en extra alertheid tot één van hen als woordvoerder wil optreden. Hij wil het liefst van al anoniem blijven en noemt zichzelf YouYou. Hij is 19 jaar. Het gesprek wordt in het Frans gevoerd.
Woon je graag in deze wijk? Zo ja, neen, waarom? Ja, het is hier rustig. Wat we wel erg missen, is een jeugdhuis. Wat zou je graag veranderd zien in deze wijk en waarom? Dat de jongeren hier in de wijk meer rechten zouden krijgen en hebben. Nu patrouilleren hier voortdurend zwarte wagens van de politie die ons viseren en controleren. Soms zelfs hardhandig. In feite worden we alle dagen gecontroleerd. Het zou al helpen, mochten we hier kunnen beschikken over een ‘abri’ of tenminste een klein afdak waaronder we beschutting kunnen zoeken voor regen en wind. Nu voelen we ons verplicht om telkens te gaan schuilen in het voorportaal van één van de huizen waardoor we natuurlijk al snel verdacht overkomen. Welk plekje vind je het charmantste in deze wijk? (overtuigd) Wij vinden de Cité, in zijn geheel, charmant. Bedankt voor dit korte gesprek. (vriendelijk) Gij zijt bedankt! Gesprek met Marc Bultereys. Uitgeschreven en vertaald van het Frans naar het Nederlands door Marc Bultereys.
39