CU
Vooruit naar vroeger
Hinthamerstraat 72 vanaf 1974
2015
Stadsbibliotheek
Choorstraat 16 1936 - 1974 Openbare bibliotheek
Markt 3 1915 - 1936 Openbare leeszaal
© m as ha f ot og r a f i e
jaar
Jubileumuitgave ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Openbare Bibliotheek ‘s-Hertogenbosch
100
de Sociaal Culturele Wetenschappen aan de Universiteit van Tilburg met Sprekende Stiltes. Een postmoderne lezing van het vrouwelijk schrift (Kok Agora, Kampen 1989). Zij promoveerde aan de Universiteit van Utrecht op Anne Frank en Etty Hillesum. Schrijverschap, spiritualiteit en seksualiteit (Balans, Amsterdam 1996). 100 jaar BiEB. Vooruit naar vroeger is niet haar eerste boek over de cultuur van ‘s-Hertogenbosch. Eerder schreef zij Wonen in een klooster. Clarissen, Theresiaantjes, gastarbeiders en kunstenaars (WBooks, Zwolle 2010).
Denise de Costa
1915
Denise de Costa studeerde cum laude af in
Denise de Costa
100 jaar Vooruit naar vroeger
Vooruit naar vroeger Hoe kun je zo'n thema nou kiezen voor je honderdste verjaardag? Wil je tegenwoordig serieus genomen worden, dan moet in je visie minimaal vier keer innovatief en vijf keer ondernemend voorkomen. Er is echter wel degelijk ook een beweging met andere parolen, een beweging waar wij ons veel meer bij thuis voelen. Misschien kan ik niet voor de hele sector spreken, maar wel voor onze eigen instelling: wij staan met beide benen in de eenentwintigste eeuw, we richten ons op de toekomst en tegelijkertijd willen we terug naar de kern, terug naar de bron, terug naar de menselijke maat. Waar het in de gloriejaren van openbare bibliotheken in Nederland vooral draaide om uitlenen en distribueren, stonden de beginjaren veel meer in het teken van kennisverspreiding, emancipatie en volksverheffing. En juist die laatste doelen - ook al gebruiken we niet meer helemaal dezelfde termen - nemen weer razendsnel in betekenis toe. Dit boek ter gelegenheid van ons honderdjarig bestaan getuigt van onze geschiedenis én van onze ontwikkeling. We vinden het niet zo erg als we niet meteen bijval oogsten met onze koers: wie terug wil naar de bron moet tegen de stroom in zwemmen. In hedendaags jargon: vroeger is de nieuwe toekomst. Vooruit naar vroeger! Ik wens u veel leesplezier.
Hans Derks directeur Stichting Openbare Bibliotheek 's-Hertogenbosch
Om bij de bron te komen moet men tegen de stroom in zwemmen Stanislaw Jerzy Lec
Denise de Costa
100 jaar BiEB Vooruit naar vroeger
Jubileumuitgave ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Openbare Bibliotheek ‘s-Hertogenbosch
6
Inleiding
10
Periode I
25
1915-1936 Intermezzo Vooruit naar vroeger 1
28
Periode II
46
1936-1945 Intermezzo Vooruit naar vroeger 2
48 60
Markt
Choorstraat
Periode III Choorstraat 1945-1974 Intermezzo Vooruit naar vroeger 3
86
Periode IV Hinthamerstraat 1974-2000 Intermezzo Vooruit naar vroeger 4
89
Periode V
61
Hinthamerstraat
De entree van de huidige stadsbibliotheek te ‘s-Hertogenbosch
2000-2015 114
Nawoord
118
Bronnen
120
Beeldverantwoording
121
Dankwoord
122
Colofon
Inhoudsopgave
p.
Artikel uit het dagblad De Tijd van 27 november 1915
Inleiding
R.K. OPENBARE LEESZAAL. Men meldt ons uit ‘s-Hertogenbosch, dato 26 Nov. : Hedenavond om 8 uur werd in het gebouw „De Lely” naast het Stadhuis op de Markt alhier de openbare leeszaal op R. K. grondslag en boekerij geopend. Veel belangstellenden waren opgekomen, onder wie veel eerw. heeren geestelijken, genoodigde heeren en leden met hun dames. Dr. Moller, directeur der R.K. Leergangen alhier, verwelkomde de aanwezigen en verheugde zich, dat ze in zoo grooten getale waren opgekomen. Dankbaar herdacht hij den grooten steun, van de zijde der geestelijkheid ondervonden, op de eerste plaats van Mgr. Van de Ven, die er zijn hooge goedkeuring aan hechtte en onmiddellijk als lid toetrad. Dezen middag nog had hij Mgr. Diepen hierheen gezonden, die met belangstelling de inrichting in oogenschouw nam en er zijn groote tevredenheid over betuigde. Verder bracht spr. hulde aan Mgr. Prinsen, zonder wiens initiatief en actie de Leeszaal er niet gekomen zou zijn. Hij toch heeft de zaak ter hand genomen en de voorloopige besprekingen en actie gevoerd om alles bijeen te brengen. Daarna had hij zich teruggetrokken, maar om hem in nauwe betrekking aan de Leeszaal te behouden, stelde hij voor Mgr. Prinsen tot eere-voorzitter te benoemen. Dit voorstel werd met levendig applaus begroet. Verder ging spr. de geschiedenis van het ontstaan na en kon met vreugde meedeelen, dat er reeds 118 stemgerechtigde en 120 buitengewone leden toetraden. Wel had het spr. verwonderd, dat er in den gemeenteraad eenigszins minachtend gesproken werd over een leeszaal op zuiver katholieken grondslag. Buiten den raad is er op nog onaangenamer manier in sommige kringen over gesproken. Men beweerde, dat de grondslag niet breed genoeg zou zijn, doch spr. ontkent dit en zegt, dat de Katholieke Kerk nooit bang is
6
Inleiding
Een feestje in de stad Op vrijdag 26 november 1915 was er een feestje in het centrum van ’s-Hertogenbosch. Op de Markt kreeg het middeleeuwse pand De Lelie - grenzend aan het stadhuis - een nieuwe bestemming. Eeuwenlang had het gebouw dienst gedaan als koffiehuis. In de achttiende eeuw heette het etablissement eerst het Engels Coffijhuis en later het Heusdensch Koffiehuis; in de negentiende eeuw ging je voor un tas koffie naar het Oud Stads Koffiehuis. In 1915 verloor het pand zijn horecafunctie en kreeg het een culturele betekenis. Over de hele breedte van de gevel kwam een gloednieuw bord te hangen, waarop met hoofdletters de huidige activiteit van het pand duidelijk werd gemaakt: Openbare Leeszaal en Boekerij der R.K. Leergangen.
Een eeuwfeest met een ongewenst geschenk Díe ‘leeszaal’ vormt de basis van onze huidige BiEB. In honderd jaar tijd bleef de missie onveranderd: het leven van mensen in ’s-Hertogenbosch en omgeving in geestelijk en cultureel opzicht verrijken. Toch is er in een eeuw tijd ook enorm veel veranderd: de naam, de locatie, de werkwijze. Een jubileum, en zeker een eeuwfeest, vormt vaak een goede aanleiding voor een terugblik, maar vanzelfsprekend is dat niet. Waarom zouden we ons verdiepen in vroeger? Wat is er boeiend aan de verleden tijd? Ons ‘hier en nu’ slokt vaak al zoveel van onze tijd, aandacht en energie op, dat we ons eerst kritisch afvragen wat de relevantie van de geschiedenis is met betrekking tot de huidige ontwikkelingen. Wat die huidige ontwikkelingen betreft: begin dit jaar werd er in de Bossche gemeenteraad besloten dat de BiEB geen nieuw onderkomen krijgt. Dat nieuws was niet bepaald het verjaardagscadeau dat bovenaan het verlanglijstje van de bibliotheek stond. Integendeel. Het Gasthuiskwartier, zoals het terrein van het voormalige Groot Ziekengasthuis (het GZG-terrein) tegenwoordig wordt genoemd, bood een unieke kans om voor de BiEB nieuwbouw te realiseren. Een verhuizing naar een locatie met moderne architectuur markeert op duidelijk zichtbare wijze
De eisen van deze tijd Maar wat zijn de eisen van deze tijd eigenlijk? Achter die vraag gaan nog andere, veel fundamentelere vragen schuil: waar staat ‘deze tijd’ voor; in wat voor tijd leven wij eigenlijk; hoe verhoudt zich onze tijd tot de tijd van vroeger en hoe tot de toekomst? Verrassende antwoorden kwamen afgelopen voorjaar van Jan Rotmans, hoogleraar Transitiekunde aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Hij was één van de sprekers in het Studium Generale programma dat de bibliotheek had georganiseerd. Zes avonden lang bogen wetenschappers zich op toegankelijke wijze over het fenomeen ‘tijd’. Voor de lezing van Jan Rotmans was zoveel belangstelling dat de BiEB te klein was. Ook de aangrenzende Pleitzaal van De Muzerije was uiteindelijk, op woensdagavond 1 april, maar net groot genoeg. Terwijl tweehonderdvijftig mensen naar de livestream keken en honderdtachtig mensen in de uitverkochte zaal aandachtig luisterden stelde Jan Rotmans dat we in een bijzonder enerverend tijdperk leven, waarin van alles op z’n kop staat. Natuurlijk verandert er in elk tijdperk veel, maar de hedendaagse veranderingen zijn volgens hem zó radicaal en fundamenteel dat we niet zozeer in een ‘tijdperk van veranderingen’ leven, als wel in een ‘verandering van tijdperk’. Het oude werkt niet meer; het nieuwe dient zich aan, maar is - als in een zwangerschap - nog niet volledig zichtbaar. Of anders gezegd: de structuren die er zijn werken niet meer optimaal, terwijl de nieuwe vormen zich nog moeten uitkristalliseren. Deze transitie geeft, zoals elke overgangssituatie, veel onzekerheid. Jan Rotmans
geweest voor de ware wetenschap, maar alleen waakt tegen de kwakzalverij op wetenschappelijk gebied. Er zijn hier verscheiden boeken, die onder de rubriek „verboden boeken” vallen, doch om hiervan gebruik te maken, is een verlof der geestelijkheid noodig. Spr. dankte verder het gemeentebestuur voor zijn ruim subsidie, waarvan ook het Rijkssubsidie afhankelijk is. Thans zijn er reeds 8000 boekdeelen bijeen en bijna 100 tijdschriften en bladen zijn ter dispositie. De 35e in geboorte in ons land, is deze leeszaal, bij haar opening reeds de 15e in rang en voortdurend stroomen de boeken toe in grooter aantal. Spr. dankt dr. Schünge, lid der commissie van toezicht op de leeszalen, hier aanwezig, tevens als afgevaardigde der Regeering. Jhr. Berestein had een telegram gezonden uit Veendam. Het bestuur der Bredasche Leeszaal zond eveneens een gelukwensch, terwijl Tilburg vertegenwoordigd is door den voorzitter, den adviseur en nog andere leden. Spr. zag daarin een begin van hartelijke samenwerking in de toekomst. Vervolgens Sprak wethouder v. Meerwijk als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur en wenschte het bestuur geluk en sprak de beste wenschen uit voor den groei en bloei der stichting, waarmee het algemeen belang zal worden gediend. Dr. Schünge sprak in opdracht van dr. De Visser, voorzitter van de commissie van toezicht op de leeszalen en boekerijen, en feliciteerde, in de overtuiging, dat hier in ‘t Zuiden leeszalen noodig zijn op katholieken grondslag. Reeds geruimen tijd geleden werd door mr. Bijvanck er voor gepleit. Hij prees het werken en het succes van Den Bosch, waar met groote moeilijkheden te kampen is geweest. Hier echter heeft geestelijkheid, burgerlijke overheid en burgerij samengewerkt, gelijk het was in de middeleeuwen bij de stichting der stadsschool, die later bijna gelijk stond met de universiteit van Leuven. Thans ook is vooral de bibliotheek noodig met het oog op de R. K. Leergangen en spreker bracht dank aan dr. Moller voor zijn werken in dezen. Daarna voerde Mgr. Prinsen het woord. Als hij voorzien had, welk voorstel hier hedenavond te zijnen opzichte was gedaan,
7
Inleiding
een nieuwe tijd. Het is veel moeilijker om een veranderde tijdgeest op een oude plek vorm te geven. Toch is dat de uitdaging van de honderdjarige bibliotheek. Het huidige pand aan de Hinthamerstraat - net als het eerste pand aan de Markt van oorsprong middeleeuws - moet worden gemoderniseerd zodat het gaat voldoen aan de eisen van deze tijd.
Inleiding
zou hij niet hier gekomen zijn, zeide hij. Maar nu kon en wilde hij niet weigeren het eere-voorzitterschap te aanvaarden onder dank aan voorzitter en aanwezigen. Wat hij gedaan had voor deze zaak, had hij gedaan uit volle overtuiging van haar groot belang. Hij dankte dr. Schünge, die hem van voorlichting had gediend, en de heeren dr. Moller en Brans, die onmiddellijk aan zijn oproep, om de zaak ter hand te nemen, gevolg hadden gegeven. De voorzitter deelde nog mee, dat dr. Schünge de volgende week een collectie miniaturen zal zenden, met de tentoonstelling waarvan de heer Moerkerk zich zal belasten. Verder deelde hij nog mee, dat er ook aan de Leeszaal verbonden zal worden een boekerij voor de aankomende jeugd van 12-18 jaar. De heer Weijers, voorzitter van het bestuur der R. K. Leeszaal te Tilburg, dankte voor de ontvangen uitnoodiging en sloot zich bij de geuite wenschen aan. Nadat de voorzitter de vergadering had gesloten, werd er van het geheel een foto genomen met kunstlicht. De boekerij en leeszaal bevat werken over Nederlandsche letterkunde, een tamelijk uitgebreide verzameling, ook over middeleeuwsche Nederlandsche letterkunde, moderne letterkunde Fransch, Duitsch, Engelsch, wat Italiaansch en Spaansch, alsmede de klassieke schrijvers in die talen; standaardwerken over geschiedenis en aardrijkskunde, encyclopaedieën en woordenboeken; een Gregoriusbibliotheek, bestaande uit 3000 werken over muziek, zelfs met handschriften; 100 verschillende tijdschriften op allerlei gebied, alsmede kunsttijdschriften. De liturgische bibliotheek wordt binnen zeer kort ingericht. De leeszaal, gelijkvloers, ziet er zeer gezellig en aangenaam uit met een heldere verlichting. De meubileering en stoffeering zijn keurig. Op de bovenverdieping bevindt zich de boekerij en een leeszaal voor hen, die de tijdschriften mogen lezen, waartoe verlof vereischt wordt der geestelijkheid. In deze inrichting is ongetwijfeld een groot belang onzer stad en omgeving gediend, daar ze in een noodzakelijke behoefte voor onzen tijd voorziet. Ze zal zeer zeker rijke vruchten dragen.
8
Een kantelende bibliotheek Het kantelend tijdperk van Jan Rotmans is ook voelbaar in de bibliotheek van ’s-Hertogenbosch. Het gangbare beeld van de vroegere bibliotheek is dat van een gebouw met boekenkasten en mensen die van papier lazen, in boeken, kranten of tijdschriften. In ons digitale tijdperk gaat het niet zozeer over boeken, maar veeleer over taal. De hedendaagse bibliotheek maakt deel uit van een multimediale wereld. Mensen komen nog steeds naar de bibliotheek, maar via internet komt de bibliotheek ook bij de mensen thuis. Op de vraag naar de definitie van ‘bibliotheek’ is het antwoord veel minder eenduidig dan honderd jaar geleden. Net als veel andere branches ondervindt ook de bibliotheek de gevolgen van de communicatierevolutie. Zij moet zichzelf opnieuw uitvinden. Wie ben ik? Waar sta ik voor? Oftewel: wat is de essentie van de bibliotheek? Is er eigenlijk nog wel sprake van een ‘essentie’? Door deze vragen te stellen en er met elkaar over te discussiëren biedt het huidige tijdsgewricht een kans om te veranderen, om nieuwe paden te betreden. Door de bibliotheek in de context van ons kantelend tijdperk te plaatsen kunnen we worden geïnspireerd om oude ballast achter ons te laten en de vrijheid ervaren om te zoeken naar een nieuwe identiteit - of naar nieuwe identiteiten - voor een eigentijdse, eenentwintigste-eeuwse bibliotheek.
IJkpunt Maar als alles anders wordt, wat is dan ons aanknopingspunt, waar ligt ons ijkpunt? Jan Rotmans beargumenteerde in zijn voordracht dat we terug moeten naar de menselijke maat en in samenhang daarmee: terug naar de kern. We moeten, stelde hij, ‘vooruit naar vroeger’. Daarmee bedoelde hij niet dat we het verleden klakkeloos moeten kopiëren naar de huidige tijd, maar wél dat we verloren waarden terug moeten vinden om deze vervolgens op een ultramoderne, innovatieve manier te verbinden met de verlangens en behoeftes van hedendaagse mensen. In dit boek wordt de visie van Jan Rotmans gerelateerd aan de honderdjarige historie van de bibliotheek van ‘s-Hertogenbosch. Met zijn leesbril, zijn ‘transitiebril’, op wordt de geschiedenis van het Bossche
bibliotheekwezen bestudeerd.1 In het verleden wordt gezocht naar inspiratiebronnen voor een eenentwintigste-eeuwse bibliotheek. ‘Worden wie je bent’ met betrekking tot de BiEB, daar wil dit boek een bijdrage aan leveren.
Jan Rotmans, Verandering van tijdperk. Nederland kantelt. Uitgeverij Aeneas, Boxtel 2014, p.11.
1
Inleiding
Openbare Leeszaal in 1915
Interieur BiEB in 2011
9
Periode I Markt 1915 - 1936
Periode I Markt 1915 - 1936
Doopnamen Aan het openingsfeestje op de Markt was heel wat vooraf gegaan. Op vrijdag 16 juli van hetzelfde jaar 1915 hadden drie heren aan de wieg gestaan van - let op, het is een mondvol - : de Rooms Katholieke Openbare Leeszaal en Boekerij. Het is net als met Bernadette Catharina die we allemaal Det noemen, of Josephine Maria die kortweg met Jo aangesproken wordt, of Gerardus Johannes die als Ger door het leven gaat... in het dagelijks leven spraken de Bosschenaren simpelweg over ‘de leeszaal’. Opvallend was dat de nieuwe culturele instelling zowel Rooms Katholiek als Openbaar was en zowel Leeszaal als Boekerij.1 Voorzitter Hendrik Moller legde tijdens de oprichtingsvergadering de bedoeling van de leeszaal uit: ‘Elkeen gelegenheid geven lectuur en werken te vinden op het gebied van godsdienst, maatschappij, wetenschap, kunst, handel enz. Ontwikkelde menschen kunnen daar terecht. De leeszaal is toegankelijk voor niet-katholieken, doch elke katholiek kan daar vinden wat voor hem gedienstig is.’
Schoolbibliotheken Het is niet zo dat ‘s-Hertogenbosch toen pas voor het eerst een bibliotheek binnen haar stadsmuren kreeg. Al vanaf de Middeleeuwen beschikten de Bossche scholen over bibliotheken. De voorlopers van het hedendaagse Stedelijk Gymnasium hadden allemaal kleine, gespecialiseerde bibliotheken. Het merendeel van deze collecties bestond uit boeken over de cultuur van de oude Grieken en het oude Rome. In de praktijk maakten alleen de docenten en de studenten die aan deze scholen verbonden waren gebruik van deze schoolbibliotheken.
Boekerij is een ouderwets woord voor bibliotheek of boekenverzameling
1
10
Periode I Markt 1915 - 1936 16 juli 1915: de oprichting van de Openbare Leeszaal en Boekerij op R.K. grondslag
De eerste, maar niet échte openbare bibliotheek In het voorjaar van 1813 werd er in ‘s-Hertogenbosch een openbare bibliotheek ingericht, maar de naam sloeg eigenlijk helemaal niet op de inhoud. De boeken van deze bibliotheek waren namelijk afkomstig van kloosterbibliotheken uit Uden, Velp, Boxmeer en Cuijk. Keizer Napoleon had deze bibliotheken laten confisqueren en de Franse gouverneur had ze in het Bossche stadhuis laten plaatsen. De kloosterboeken vormden samen met de boeken die van het departement2 naar het stadhuis waren overgebracht de zogenaamde ‘openbare bibliotheek’. Iedere dinsdag en vrijdag was deze open, maar het was maar een kleine groep burgers die zulke boeken - vooral wetenschappelijke werken - kon lezen. De bibliotheek bestond bovendien slechts een paar jaar. In november 1816 liet de ‘gouverneur des konings’3 namelijk weten dat hij de boeken van de
Het departement is vergelijkbaar met de huidige provincie NoordBrabant
2
11
Periode I Markt 1915 - 1936 Statuten en een rondschrijven van het bestuur uit 1915
12
De tegenwoordige Commissaris der Koning
3
Het huidige Noordbrabants Museum
4
De Bossche Vincentiusvereniging bestaat nog steeds. Eén van haar activiteiten is de jaarlijkse organisatie van een grote tweedehands boekenmarkt.
5
Sint Vincentiusvereniging In 1847 werd in ‘s-Hertogenbosch de Sint Vincentiusvereniging opgericht. Haar aandacht ging voornamelijk uit naar de katholieke armen van de stad. Al in het oprichtingsjaar werd het bibliotheekwerk ter hand genomen.5 Het doel van de gelovige Vincentianen was om het geloofsleven van de arme mensen te beschermen tegen de invloed van schadelijke - lees: niet-katholieke - boeken. Zij raakten daartoe nog meer gemotiveerd toen er in diezelfde periode - halverwege de negentiende eeuw - een bibliotheek werd opgericht door de Maatschappij Tot Nut van ‘t Algemeen.
‘t Nut De Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen (kortweg: ‘t Nut’) was een landelijke vereniging met plaatselijke afdelingen. Net als de Vincentiusvereniging was haar doel de ontwikkeling van arme en achtergestelde mensen, maar het verschil met de Vincentiusvereniging was dat zij zich niet druk maakte om hun religieuze achtergrond. In 1819 werd het Departement ‘s-Hertogenbosch van de Maatschappij Tot Nut van ‘t Algemeen opgericht, ‘tot bevordering van het volksgeluk’. In de jaren vijftig van de negentiende eeuw richtte dit departement een volksbibliotheek op. Daardoor werden de Vincentianen dus in eerste instantie nog waakzamer, maar hun visie veranderde in de jaren zeventig en tachtig van die eeuw aanmerkelijk. Hun ‘boekerijen’ werden echte volksbibliotheken, met zowel ontspannende lectuur als cultureel vormende boeken, aangepast aan het niveau van de minder ontwikkelden. Het waren sociale instellingen, gericht op de geestelijke verheffing van de ‘volksklasse’.
13
Periode I Markt 1915 - 1936
departementale bibliotheek weer naar het gouvernementspaleis4 in de Verwersstraat wilde laten overbrengen. De reactie vanuit het stadhuis sprak boekdelen: of hij de kloosterboeken dan ook meteen kon laten ophalen, want de burgemeester wilde ‘gaarne van de bewaring van de kloosterboeken ontslagen zijn’. Sinds die verhuizing zijn al deze boeken trouwens spoorloos verdwenen!
Openbare bibliotheek
Periode I Markt 1915 - 1936
Het nieuwe van de bibliotheek zoals die in de zomer van 1915 werd opgericht zat ‘m dus niet in het wezen van de bibliotheek zelf, maar in de openbaarheid ervan; zij wilde ‘een lees- en studiegelegenheid van algemeen ontwikkelend karakter’ zijn, ‘voor lezers van elke maatschappelijke positie en van elke persoonlijke beschaving.’ Er werd naarstig naar een geschikt gebouw gezocht. Deze werd na een paar maanden gevonden: voor achthonderdvijftig gulden in de maand werd De Lelie gehuurd.
De Lelie De Lelie, schets van Leo van Grinsven
De Lelie was middeleeuws: de naam wordt al in 1500 genoemd. In het stadsarchief liggen stukken waaruit blijkt dat Aleid van Berckel in die tijd de eigenaresse was. Zij was de weduwe van jonker Jan van Berckel. Zij vermaakte het huis in 1536 bij testament aan haar neef Pater van Asperen. Er was wel een voorwaarde aan verbonden: hij moest vijf arme oude vrouwen onderhouden, die waarschijnlijk in De Lelie woonden. Het eeuwenoude pand was eigenlijk te klein en in te slechte staat om er een leeszaal en een boekerij in te vestigen, maar het lag wél midden in de stad, op Markt 3, pal naast het stadhuis, waar honderd jaar eerder (immers van 1813 tot 1816) een nep openbare bibliotheek was gevestigd.
De leeszaal en de uitleen Een deel van het pand werd ingericht voor de inwonende conciërge en zijn gezin, het andere deel werd omgebouwd tot leeszaal en boekerij. Een journalist vond dat het interieur een zeer prettige indruk maakte en ervan getuigde dat ‘’t practische mannen waren geweest die hier de leiding hadden op zich genomen.’ Op de begane grond was een gezellige leeszaal gesitueerd. In het midden stond een grote, lange tafel met daarop een fraai koperen hekwerk waar de tijdschriften ordelijk in lagen. Kranten en dagbladen waren gratis toegankelijk. Langs de wanden stonden tafels met rondgerugde stoelen voor diegenen die zich tijdens het lezen wilden afzonderen.
14
De leeszaal
15
Periode I Markt 1915 - 1936
Periode I Markt 1915 - 1936
In de wintermaanden werd de zaal verwarmd door een kolenkachel. De stoffering was weliswaar eenvoudig, maar gaf het geheel toch een zekere deftigheid.Via smalle, donkere gangen en trappen die ondanks de aardbeikleurige lopers akelig konden kraken, bereikte men de verdiepingen. Daar waren de studeerkamers, waar mensen rustig konden leren, lezen en schrijven. Ook de bibliotheek, de ‘uitleen’, bevond zich boven. Het personeel werkte achter een loket met tralies.
Achtduizend delen De boekerij bevatte een tamelijk grote verzameling klassieke, middeleeuwse en modern Nederlandse, Franse, Duitse, Engelse, Italiaanse en Spaanse literatuur. Verder konden leden werken lenen op het gebied van de Nederlandse letterkunde en studiewerken op het gebied van geschiedenis en aardrijkskunde. De boekerij had een Gregoriaanse en een liturgische bibliotheek en ook nog een speciale bibliotheek over Vondel en middeleeuwse mystiek. In het geheel bestond de boekerij uit meer dan achtduizend delen. Daarnaast waren er honderd verschillende tijdschriften, oude en nieuwe, over de Nederlandse taal, geschiedenis en kunst.
Gesloten uitlening
‘Gesloten uitlening’
16
De leeszaal deelde haar collectie met de Katholieke Leergangen. De directeur van deze onderwijsinstelling, Hendrik Moller, was één van de initiatiefnemers van de oprichting van de leeszaal, vandaar. Aanvankelijk bestond de boekencollectie van de leeszaal uit zevenduizend banden, maar toen de Katholieke Leergangen in 1917 naar Tilburg vertrok, nam zij haar grote boekencollectie mee. Gelukkig schoot een Bossche boekhandelaar de jonge leeszaal te hulp. In 1919 had de leeszaal toch alweer de beschikking over ruim vierduizend boeken. De leden van de leeszaal konden zelf niet bij de boeken komen: er gold een systeem van gesloten uitlening. Men wilde hiermee voorkomen dat een boek in handen zou vallen van een ‘onrijpe’ lezer of lezeres. Begeleiding en advies waren van fundamenteel belang! Als je een boek wilde lenen, raadpleegde je eerst de catalogus, waarin alle boeken beschreven stonden. Vervolgens vulde je de boeken die je wilde lenen in op een aanvraagformulier. Een personeelslid van de
Periode I Markt 1915 - 1936 Het uitleenbureau in De Lelie
17
Johan Fabricius (1899-1981) schreef meer dan honderd boeken, waaronder de bestseller De scheepsjongens van Bontekoe. Komedianten trokken voorbij kwam in 1931 uit en kreeg een jaar later een belangrijke literaire prijs. Het is het eerste deel van een trilogie die zich afspeelt in het decadente achttiende-eeuwse Italië.
Periode I Markt 1915 - 1936
6
uitleen ging het boek in het magazijn halen. Dat was soms nog een hele toer op zich: voor een boek op de bovenste plank moest een wiebelende kraaktrap beklommen worden.
Lezersbegeleiding De Lelie was voor iedereen toegankelijk, van welke godsdienst, stand of sekse dan ook. Desondanks was de Openbare Bossche leeszaal doordrenkt van het katholicisme. Eén van de oprichters was een pastoor, monseigneur Prinsen. Hij streed tegen de in sommige kringen heersende vooroordelen dat katholieken domme mensen zouden zijn. Volgens hem was niets minder waar. Zij waren onmondig gehouden, maar die tijd was voorbij. Door hun bescheidenheid was niet iedereen zich daarvan bewust. De leeszaal kon bijdragen aan hun emancipatie en tegemoet komen aan hun verlangen naar ontwikkeling. Daarbij waren er echter wel duidelijke beperkingen. De katholieke boekenwet en recensiedienst vormden de leidraad voor de opbouw van de collectie. Het behoorde tot de taak en verantwoordelijkheid van de Kerk om lezersbegeleiding te geven en gelovigen te beschermen tegen schadelijke lectuur. Dat kon heel ver gaan. In het voorjaar van 1935 leende een pater van de abdij van Berne Heeswijk Komedianten trokken voorbij, een roman van Johan Fabricius.6 De hoofdpersoon van het boek is Mariette, die door toneelspelers ten vondeling wordt gelegd en opgroeit in het bisschopsstadje Todi, waar ze later een bijzondere relatie met de bisschop zou krijgen. De directeur van de leeszaal schreef op 23 maart 1935 een brief naar de abdij met de mededeling dat één van de paters dat boek had geleend. Hij benadrukte in zijn brief dat het boek slechts in speciale gevallen werd uitgeleend. Nu behoorde de abdij weliswaar tot de categorie van de speciale gevallen, maar toch!
Geldzorgen
Directeur Brans
18
De leeszaal kreeg subsidies van de stad en van de provincie. Desondanks waren er bijna voortdurend financiële problemen. In 1921 kwam er gelukkig een betere subsidieregeling, die niet meer gebaseerd was op het aantal uitgeleende boeken, maar op het inwonersaantal van de gemeente. Er werd dus een ander uitgangspunt gehanteerd: er werd
Een lot uit de loterij
Een culturele functie De leeszaal - en met name haar directeur - had meer ambities dan louter het faciliteren van lezen en studeren. Naar aanleiding van de vijfentwintigste sterfdag van Guido Gezelle7 werd er in december 1924 voor het eerst een tentoonstelling georganiseerd. In de studiezaal werd getoond wat er allemaal door en over de Zuidelijke Nederlanden was gepubliceerd. Het publiek kwam uit de hele regio. Het succes gaf energie om nóg een tentoonstelling op poten te zetten. In december 1925 werd een tweede tentoonstelling geopend, over de Mariaverering in het hertogdom Brabant. Tegelijkertijd werd het tienjarig bestaan van de leeszaal gevierd. De leeszaal profileerde zich duidelijk als een multifunctioneel en multicultureel instituut. Er kwamen zo’n twaalfhonderd mensen kijken. Vanaf 1926 stelden twee Bossche kranten, de Provinciale Noord Brabantse en de ‘s-Hertogenbosche Courant, wekelijks een kolom beschikbaar voor boekenlijsten van de Bossche leeszaal. Op die lijsten werden de nieuwe aanwinsten op trefwoord geordend.
De Belg Guido Gezelle (18301899) was zowel priester, taalwetenschapper, vertaler als dichter.
7
19
Periode I Markt 1915 - 1936
niet langer uitgegaan van een behoefte, maar deze werd juist gecreëerd. Door de gunstigere rijkssubsidievoorwaarden kon er voor het eerst een directeur worden aangesteld. Zijn naam was A.B.M. Brans; hij was de zoon van één van de oprichters (H.D. Brans). Hij had letteren en wijsbegeerte gestudeerd en werkte als docent en als muziekjournalist. Hij droomde van een leeszaal als voorname culturele instelling. Jammer genoeg werd er in datzelfde jaar alweer zeveneneenhalf procent op de subsidie gekort. Vanuit de leeszaal werd de Bossche bevolking dringend opgeroepen om te ijveren voor de leeszaal, nieuwe leden te werven en goede boeken te schenken. Om aan extra financiële middelen te komen organiseerde de leeszaal in 1924 een lentefeest met een loterij. Alle kleine beetjes hielpen, maar niet genoeg. Toen de rijks- en provinciale subsidies later dat jaar niet werden uitbetaald, kon de huur aan de gemeente niet worden voldaan. In juli 1924 schreef de penningmeester van de leeszaal een brief aan het college van B&W, waarin hij twee vragen stelde: of de gemeentelijke subsidie vervroegd uitbetaald kon worden en of B&W de betalingsdatum van de huishuur kon uitstellen.
Leeszaalnieuws
Periode I Markt 1915 - 1936
Het personeel van de leeszaal bedacht nog iets anders om het contact tussen hen en het publiek te versterken. Op 15 november 1931 verscheen de eerste editie van het ‘Leeszaalnieuws’. In dit nummer stond dat de leeszaal een begin had gemaakt met een nieuwe indeling van de jeugdcatalogus. Er waren zes categorieën bedacht en natuurlijk stond religie bovenaan:
I. II. III. IV. V. VI.
Godsdienstige romans Sprookjes Dierenverhalen Avonturenverhalen Van school en huis Geschiedkundige verhalen
Dit eigen contactorgaan verscheen maandelijks. Er stonden aanwinstlijsten in, boeken werden toegelicht en gerecenseerd en er werden stukjes in gepubliceerd over de dagelijkse gang van zaken in de leeszaal. Ook werden er oproepen in geplaatst, bijvoorbeeld in verband met het structurele boekentekort: misschien dat u tijdens het opruimen van uw huis kinderboeken tegenkomt, terwijl uw jongste kind inmiddels al achttien is? Mochten de boeken nog in goede staat zijn, dan hield de bibliotheek zich van harte aanbevolen. Het Leeszaalnieuws werd goed gelezen, ook buiten de stad. ‘Een opmerkelijk goed geredigeerd maandblaadje’, stond er in 1933 in het gedenkboek ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van de Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken. Jammer genoeg gooide de economische crisis roet in het eten. In datzelfde rampjaar 1933 verscheen het laatste nummer van het Leeszaalnieuws.
20
21
Het Leeszaalnieuws van 15 november 1931
Periode I Markt 1915 - 1936
Romantiek
Periode I Markt 1915 - 1936
Niet alleen het personeel schreef in het blaadje. Er werden ook stukjes van bezoekers in geplaatst. In de editie van 15 juni 1932 schreef een super enthousiaste bezoeker lyrisch over de leeszaal: ‘O, pas wie haar heeft gezien in alle jaargetijden, in haar heeft geleefd alle uren van den dag, hij zal haar liefhebben, omdat hij haar begrijpt en kent.’ De auteur van de tekst beschreef ‘de veilige omhulling van de leeszaal’ in alle seizoenen: de behaaglijke stilte en warmte als buiten de regen klettert, een kooltje dat ‘s winters uit de kachel rolt, gloeit en ten slotte uitdooft, de geraniums en begonia’s die in de lente in de balkonbakken staan te bloeien en ten slotte de snikhete dagen in de zomer, als geen mens zich buiten waagt. ‘Geen geluid klinkt uit de zongeblakerde stad. Benauwender nog dan de warmte is de stilte. En koel als een oase is dan de studiezaal.’ Aan het einde van het artikel bekende de auteur dat hij/zij tijdens het schrijven door ontroering was overweldigd. Hij/zij besloot als volgt: ‘Een ding slechts vraag, neen, smeek ik U lezer. Ontwijd de stilte van deze plaats niet. Kom slechts tot haar met de hoogernstige bedoeling haar te leeren kennen en liefhebben. Het zal U niet spijten.’
Eerste film en laatste tentoonstelling Deze romantische beschrijving van de leeszaal stond in schril contrast met de feitelijke toestand waarin het pand verkeerde. Vanaf het begin was De Lelie eigenlijk ongeschikt voor de dubbele functie van bibliotheek en leeszaal. Het gebouw was te klein om alle boeken, meubels en andere benodigdheden te huisvesten. Ondanks de krakkemikkige locatie en de financiële zorgen bleef directeur Brans openstaan voor culturele initiatieven. In 1935 gaf hij de Bossche cineast Ben Brunklaus toestemming om filmopnames te maken voor een documentaire over de Bossche leeszaal. Deze stomme smalfilm, getiteld Het leven der boeken, is misschien wel de eerste bibliotheekfilm die ooit is gemaakt. Begin 1936 bracht koningin Wilhelmina met haar dochter prinses Juliana en aanstaande schoonzoon Bernhard een bezoek aan ’s-Hertogenbosch. Naar aanleiding van dat koninklijke bezoek gaf directeur Brans zijn leeszaalpersoneel de opdracht er een tentoonstelling over samen te stellen. Deze was van 24 juni tot 11 juli 1936 in De Lelie te zien.
22
Periode I Markt 1915 - 1936 Toeloop vanwege de tentoonstelling in 1936
23
Verhuizing
Periode I Markt 1915 - 1936
Directeur Brans deed verscheidene malen pogingen de huisvesting van de leeszaal en boekerij te verbeteren. Eén van zijn verbouwingsverzoeken betrof de zolders van het achterhuis. Zijn voorstel was om deze bij de leeszaal te betrekken. Er zou een verbinding tussen voor- en achterhuis moeten komen en het achterhuis zou moeten worden opgeknapt. B&W zag de noodzaak er echter niet van in en zonder hun toestemming en financiële steun kon Brans geen verdere acties ondernemen. Een ander mankement van De Lelie was de vrijwel permanente stank die ondraaglijk was voor het inwonende gezin van de conciërge, maar die ook voor het personeel niet te harden was. Eén van de leeszaal medewerkers klaagde over chronische hoofdpijn; de geconsulteerde huisarts legde direct een verband tussen de stank en de klacht. Ten slotte kraakten het dak en de trap, waren de plafonds en muren in slechte staat en de gangen smal en donker. Er waren in de loop van de tijd wel wat verbeteringen aangebracht (zo was er na tien jaar een elektriciteitsaansluiting gekomen), maar voor de ingrijpende verbouwing die eigenlijk verricht zou moeten worden was gewoonweg geen geld beschikbaar. Uiteindelijk moest de Inspectie der Openbare Leeszalen er aan te pas komen; zij drong er bij de gemeente op aan naarstig naar een nieuw pand te gaan zoeken. Dat was geen gemakkelijke opgave. Pas jaren later werd er een geschikt alternatief gevonden. In de herfst van 1936, na een verblijf van eenentwintig jaar op de Markt, verhuisde de Bossche leeszaal en boekerij naar de Choorstraat.
24
Intermezzo Vooruit naar vroeger 1
INTERMEZZO Vooruit naar vroeger 1
Bezieling en gedrevenheid Twee van de oprichters van de R.K. Openbare Leeszaal en Boekerij waren directeur, de één van de Rijks H.B.S. en de ander van de Katholieke Leergangen. Ze leidden vast een riant leven; ze hadden goed werk en behoorden tot de notabelen van de stad. Ze hadden ook thuis kunnen blijven, hun vrije tijd kunnen doorbrengen in hun rookstoel, met een dikke sigaar en een glas wijn. Maar dat deden zij niet. Zij kwamen in actie om iets te creëren dat de stad nog niet kende en waarvan zij het bestaan noodzakelijk achtten. Ook de pastoor had vermoedelijk heus wel genoeg werk in zijn parochie en toch was hij misschien nog wel de meest gepassioneerde van het drietal. Zij staken de koppen bij elkaar om iets nieuws tot stand te brengen, voor de stad en voor de Bosschenaren. Bij de plechtige opening van de Leeszaal werd pastoor Prinsen tot erevoorzitter benoemd, omdat hij ‘den eersten grooten stoot gaf voor het tot standkomen dezer grootsche en voor onze stad zoo belangrijke instelling.’ Een stad waarin mensen ruimte hebben om te creëren, om plannen te maken en uit te werken, om te werken met bezieling, met hoofd en hart, in verbinding met de ander - zo’n stad is een gezonde stad, zo’n stad is een bruisende stad.
Pastoor Prinsen
Nieuwe waarden Eeuwenlang waren de katholieken achtergesteld in vergelijking met de protestanten. Er heersten ook vooroordelen: katholieken zouden ‘dompers’ zijn, mensen die de waarde van de ratio relativeerden en godsdienst belangrijker vonden dan wetenschap. Pastoor Prinsen vond dat deze visie niet klopte. Het was eerder zo dat katholieken lange tijd buitengesloten waren. Hij was ervan overtuigd dat zijn geloofsgenoten zich dolgraag wilden ontwikkelen. Voor hun emancipatie leek hem een leeszaal en boekerij in de stad onontbeerlijk. De nieuwe waarde waar hij voor stond was: gelijkwaardigheid. In honderd jaar tijd is ‘s-Hertogenbosch enorm veranderd, maar het
25
Intermezzo Vooruit naar vroeger 1
continu alert zijn op het creëren van gelijke kansen voor iedereen is een waarde die niet aan kracht heeft ingeboet.
Verborgen schatten in de stad In onze tijd van duurzaamheid is het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met alle producten die al gefabriceerd zijn. Waarom iets nieuws maken als het oude nog goed functioneert? Het geld groeit nog steeds niet aan de Bossche bomen, dus ook financieel is er alle reden om eerst te zoeken naar verborgen schatten in de stad alvorens nieuwe producten te vervaardigen of te bestellen. In de jaren dertig probeerde het bibliotheekpersoneel het boekentekort op te heffen door aan de Bossche bevolking te vragen of er misschien thuis nog boeken stonden te verstoffen, terwijl ze via de uitleen weer volop gelezen zouden kunnen worden. Natuurlijk had deze insteek ook zijn grenzen. In 1932 schreef een medewerker dat de bibliotheek zich het recht voorbehoudt om ‘sommige waardelooze boeken naar de papiermand te verwijzen!’ De zoektocht naar verborgen schatten in de stad hoeft zich niet te beperken tot boeken: ook talent, deskundigheid, ruimtes, tuinen en ga zo maar door kunnen ontdekt worden en ingezet worden voor de culturele groei en bloei van de stad.
Het kloppend hart In de jaren tien van de vorige eeuw hadden drie heren een droom, een visioen gehad: een plek creëren waar mensen konden lezen, leren en schrijven en toegang hadden tot zoveel mogelijk boeken. De drie heren waren ervan uitgegaan dat de meeste mensen - arm of rijk, jong of oud, al dan niet katholiek - behoefte hadden om zich te ontwikkelen en daar wilden zij aan tegemoet komen. De plaats die ze vonden was perfect wat de situering betreft, middenin de stad. De eerste echte openbare bibliotheek van ‘s-Hertogenbosch lag immers in het oudste gedeelte, aan de levendige, hooggelegen Markt. Er mankeerde weliswaar van alles aan het pand - het was gammel en lawaaiig, het kraakte en stonk, het was te klein - , en toch voldeed het aan de belangrijkste doelstelling: men voelde zich er welkom en thuis. Het was een openbare ruimte, voor iedereen toegankelijk, de huiskamer van de stad. Je kon er
26
Intermezzo Vooruit naar vroeger 1
even schuilen of verkoeling zoeken, je kon er een tijdschrift of krant lezen en in slaap vallen, je kon je terugtrekken in de studeerkamers op de bovenste verdiepingen om je te focussen op lees- en leerstof. Afgezien van de stadsgeluiden was De Lelie een plaats van stilte waar menigeen tot zichzelf kwam. De stadsBiEB anno 2015 wil nog steeds de huiskamer van de stad zijn, het kloppend hart van een ambitieuze stad waarin kennis centraal staat. De tijden zijn enorm veranderd, maar mensen willen zich nog steeds ontwikkelen en verwonderen, wegdromen en ontdekken, werken en studeren in een veilige, rustige en sfeervolle omgeving.
Huiskamer van de stad in 2011
27
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Periode II Choorstraat 1936-1945
Van brand naar boek De nieuwe locatie van de Bossche leeszaal en boekerij was andermaal op een historische plek. De Choorstraat lag aan de zuidzijde van de Sint Jan en was vernoemd naar het koorgedeelte van de kathedraal dat een uitgang had in die straat. Het was een stil, donker straatje dat gedomineerd werd door de hoge gevels van een klooster. Officieel heetten de bewoonsters van dat klooster De Dochters van Maria en Joseph, maar in de volksmond werden zij simpelweg ‘de zusters van de Choorstraat’ genoemd. Aan de overkant van dit klooster was aan het begin van de twintigste eeuw een nieuw kantoorpand gebouwd. Een gevelsteen vertelt wanneer het gebouw klaar was - 1903 - ; een tegeltableau geeft nog steeds de eerste bestemming van het pand aan: het kantoor van de in 1838 opgerichte Maatschappij van de Brandverzekering van het Koninkrijk der Nederlanden. De grote Bossche van 1838 - de bijnaam van deze fors groeiende verzekeringsmaatschappij - verhuisde in 1936 naar de Hinthamerstraat.1 Toen Choorstraat 16 vrijkwam grepen bestuur en directie van de leeszaal hun kans. De huurprijs was een stuk lager dan van De Lelie en het pand verkeerde in veel betere staat.
Toespraak van de burgemeester
In 1971 verhuisde het bedrijf naar Utrecht en verdween de Bossche naam. Het werd onderdeel van de AMEV, tegenwoordig ASR, een grote landelijke verzekeraar. 1
28
Op woensdagmiddag 14 oktober 1936 werd de locatie officieel in gebruik genomen. Trots werden de studiezaal, de leeszaal en twee tentoonstellingszalen getoond. In de meest chique zaal was een eretentoonstelling van Petrus Marinus Slager ingericht. Er werden verschillende toespraken gehouden, onder meer door burgemeester Van Lanschot en waarnemend voorzitter Wijffels. Volgens deze laatste waren de twee belangrijkste taken van de ‘Openbare leeszaal en boekerij op Rooms-katholieke grondslag’, zoals de leeszaal inmiddels formeel heette: leiding geven aan het zorgzaam gekeurde boek en verband leggen tussen het goede boek en de overige cultuuruitingen ‘waardoor licht valt op de geheel betekenisvolle plaats, die het boek in het cultuurgeheel inneemt’.
Petrus Marinus Slager (18411912) was een veelzijdig Bossche schilder. Zijn specialiteit was het portret. EĂŠn van zijn bekendste werken is het groepsportret van acht Bossche oud-strijders in de slag bij Waterloo. Dit schilderij bevindt zich in Museum Slager, gevestigd in de Choorstraat in hetzelfde pand als destijds de Openbare Bibliotheek.
Toespraak door burgemeester Van Lanschot ter gelegenheid van de opening van de nieuwe leeszaal en de tentoonstelling van werk van Petrus Marinus Slager.
29
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Portret van een oud-strijder bij Waterloo (Christianus Matheus Viegers), in 1875 geschilderd door Petrus Marinus Slager.
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Leeszaal in de Choorstraat
Eerste exposities Begin 1937 vond alweer de volgende expositie plaats. De bedoeling van de expositie was het filmliefhebbend publiek te attenderen op de mogelijkheden van de smalfilm. Er werden enkele smalfilms van Ben Brunklaus getoond, waaronder de documentaire Het leven der boeken. In de Bossche Courant stond er een positieve recensie over: ´De smalfilm Het leven der boeken is indertijd door Brunklaus opgenomen toen de Bossche Leeszaal nog gevestigd was op de Markt, hetgeen uiteraard technische moeilijkheden met zich meebracht wat de belichting betreft, die door het beperkte materiaal waarmede gewerkt moest worden niet alle overwonnen konden worden. Niettemin is het resultaat toch zeer verdienstelijk te noemen, waar de intentie van Het leven der boeken zeer goed tot uiting komt en het drievoudig nut van de Leeszaal als ontspannings- ontwikkelings- en inlichtingsinstituut in deze smalfilm op frappante wijze wordt uitgebeeld.´
30
Kinderen bezoeken de tentoonstelling ‘Kent gij Brabant?’
31
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Deze expositie werd in maart van hetzelfde jaar alweer gevolgd door de tentoonstelling ‘Kent gij Brabant?’ Het leeszaalpersoneel had blijkbaar de smaak te pakken, want uiteindelijk zouden er in 1936 en in 1937 vijfentwintig tentoonstellingen worden georganiseerd. De thema’s waren divers, zo waren er tentoonstellingen met schilderijen van Piet en Frans Slager en kon men, naar aanleiding van de opening van de nieuwe boogbrug over de Maas bij Hedel, een expositie over bruggen bezoeken.
Periode II Choorstraat 1936 - 1945 Het benkske, een schilderij van Herman Moerkerk.
32
Directeur Brans (l) en Herman Moerkerk (r). Ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de kunstschilder - hij was op 2 maart 1879 in ’s-Hertogenbosch geboren - organiseerde de leeszaal in 1939 een expositie over zijn werk.
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
De laatste zonnestralen van Piet Slager uit 1922.
Orde en tucht voor de Bossche jeugd In februari 1939 bracht de Bossche Commissie voor de Strafverordeningen een wijziging aan in de ‘algemeene politieverordening’. Het was voortaan verboden om zomaar boeken uit te lenen aan minderjarigen. Uitlenen was slechts toegestaan als de beheerders van de bibliotheek een schriftelijke verklaring van één van de ouders of verzorgers hadden ontvangen waaruit bleek dat zij de minderjarige toestemming gaven om boeken uit de bibliotheek te lenen. De naam, geboortedatum en het adres van het kind moesten dan in een register worden genoteerd. Uit het wetsartikel bleek hoe men naar de relatie tussen kinderen en boeken keek: de jeugd moest vooral geen verkeerde boeken in handen krijgen, want dat zou maar tot slechte gedachten leiden.De leeszaal hanteerde echter een veel soepeler beleid: wanneer de ouders of verzorgers lid waren van de leeszaal konden de kinderen ook boeken lenen. De directie verzocht het college van Burgemeester en Wethouders vriendelijk om ontheffing van de nieuwe verplichtingen, die gelukkig inderdaad werd verleend.
33
Zilveren jubileum Periode II Choorstraat 1936 - 1945
In november 1940 was het vijfentwintig jaar geleden dat de Bossche leeszaal en boekerij was opgericht. Burgemeester Van Lansschot werd opnieuw als spreker gevraagd. Op woensdag 27 november hield het bestuur een receptie in de tentoonstellingszaal om het zilveren jubileum te vieren. Eén van de belangrijkste gasten was wederom pastoor Prinsen, de oprichter en erevoorzitter van de leeszaal. Ook het voltallige college van B&W was aanwezig.
Refugiehuis
Portret van C.C. Prinsen (18531941), pastoor van de Sint Jacobskerk te ‘s-Hertogenbosch, kanunnik van het Kathedraal Kapittel van Sint Jan, Geheim Kamerheer van Z.H. de Paus en Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Burgemeester Van Lanschot noemde de leeszaal een refugium, ‘een refugiehuis voor hen die snakken naar wetenschap en historiekennis.’ Kloosters op het platteland van ’s-Hertogenbosch hadden vroeger een vluchthuis binnen de veilige vestingmuren, waar de nonnen en monniken in tijden van onrust naar uit konden wijken. Zou de burgervader met de benaming ‘refugiehuis’ ook op subtiele wijze hebben willen verwijzen naar de dramatische veranderingen van 1940? In november was Nederland inmiddels alweer een half jaar door Nazi-Duitsland bezet. Kon de leeszaal een refugiehuis zijn voor alle boeken die in de afgelopen vijfentwintig jaar een veilige plaats hadden gevonden, eerst in de boekenkasten van De Lelie, de laatste jaren in die van de Choorstraat?
Burgemeester Van Lanschot tijdens het zilveren jubileum in 1940
34
Loyaliteit Periode II Choorstraat 1936 - 1945
De overheid was nu een Duitse aangelegenheid. De Centrale Vereniging (het overkoepelend orgaan van de Nederlandse leeszalen, kortweg aangeduid als ‘de CV’) koos er direct aan het begin van de bezetting voor om loyaal met de Duitse overheid mee te werken. Daarmee hoopte zij te voorkomen dat de NSB leiding zou gaan geven aan het bibliotheekwerk. Al in een circulaire van 19 mei 1940 raadde de CV de leeszaalbesturen aan om alle lectuur waaraan de Duitsers zich zouden kunnen
Brieven betreffende Duitse censuur in 1942
35
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
storen uit de collectie te verwijderen. Nog diezelfde maand stelden de werknemers van de Bossche leeszaal een lijst samen met brochures die sinds 1933 - toen Hitler de macht kreeg in Duitsland - waren verschenen en die betrekking hadden op de situatie in Duitsland ná 1933.
Censuur Vreemd, maar bij nader inzien wel begrijpelijk had de eerste werkelijke censuur betrekking op teksten over … radio- en zendstations. Op woensdag 3 juli 1940 nam de Bossche politie boeken en tijdschriften in bewaring. Deze bevonden zich in de Bossche leeszaal en gingen gedeeltelijk of helemaal over zendinstallaties. In diezelfde maand stuurde de CV opnieuw een circulaire rond met betrekking tot dezelfde lectuur. Op verzoek van Friedrich Ernst Plutzar, een Weense kunsthistoricus die nu als Duitse ambtenaar belast was met het toezicht op de openbare bibliotheken, werd er meegedeeld dat alle geschriften over radio- en zendstations voortaan tot de verboden lectuur behoorden. Tijdens de oorlog werd de boekencensuur steeds via Plutzar doorgegeven aan de CV, die de verboden vervolgens doorgaf aan de Nederlandse leeszalen. Boeken van geëmigreerde Duitsers werden tot de verboden literatuur gerekend, boeken van Joodse auteurs, boeken over het koningshuis… de lijst werd in de loop der oorlogsjaren langer en langer.
Onzekerheid Duidelijke richtlijnen waren het echter niet, tot grote frustratie van het personeel van de Bossche leeszaal. Naar aanleiding van alweer een circulaire van de CV antwoordde één van de leeszaalmedewerkers: ‘Onze Leeszaal ontving van de CV de circulaire van 4 september 1940. De daarin aangegeven werken geven een norm aan. Maar: ik mis werken van een Thomas Mann, een Wasserman, een Zweig en een Remarque, in het algemeen van lieden, wier geest en houding door de leiders van het Derde Rijk zijn afgewezen, ook al waren ze niet direct in concreto afkeurend of vijandig. Hoe met hen te handelen? Ik zou me bijvoorbeeld kunnen voorstellen dat onze bezetters zich ergerden over ‘den geest van Weimar’ in het laatste boek van Thomas Mann… Moet een dergelijk boek achter slot en grendel?’
36
Ultravoorzichtig Periode II Choorstraat 1936 - 1945
De CV kon echter geen eenduidige antwoorden geven, omdat de Duitse autoriteiten nog geen volledige titellijsten hadden geleverd. Brans, de ultravoorzichtige directeur van de leeszaal, gaf zijn personeel de opdracht een lijst samen te stellen van boeken die mogelijk als anti-Duits konden worden beschouwd. Die lijst stuurde hij vervolgens naar de Bossche Commissaris van Politie, met de opmerking dat die boeken ‘uiteraard niet meer onder de leden circuleerden.’
Behoefte aan duidelijkheid Vanuit de Bossche leeszaal bleef men maar aandringen op heldere richtlijnen en duidelijke adviezen, maar die bleven uit. Directeur Brans benadrukte weliswaar tegenover de heer Greve, één van de belangrijkste bestuursleden van de CV in die periode, dat hij zich niet achter de autoriteit van de CV wilde verschuilen (‘Dit ware in de huidige omstandigheden laf ten opzichte van mezelf en onbehoorlijk tegenover u’), maar de lijsten die er vanuit de CV gestuurd werden bleven hem mateloos frustreren. Zo schreef hij op dinsdag 1 oktober 1940 aan Greve: ‘Ik mis op de tweede lijst boeken van Greshoff, zoowel zijn gedichten, waarin positieve beledigingen van Führer en S.A. voorkomen, als zijn essayistische werk, bijvoorbeeld In volle ernst en Stenen voor brood. Daarnaast Helman, Aansluiting gemist, Vestdijk, Else Böhler, Hoornik, Kafka, Benda. Hoe hiermede te handelen?’ Al deze onzekere en angstige omstandigheden in achting genomen is het meer dan begrijpelijk dat het vijfentwintigjarig bestaan van de leeszaal, in november 1940, niet uitbundig werd gevierd.
H.E. Greve, bestuurslid van de Centrale Vereniging (portret door Paul Citroen)
37
Geldzorgen Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Niet alleen de censuur baarde de Bossche leeszaal zorgen, ook de financiële situatie was opnieuw allesbehalve riant. De overheidssubsidies waren verminderd, wat direct zijn weerslag had op de leeszaal. Regelmatig werden er vriendelijke verzoeken gestuurd naar boekhandelaren in het land om uitstel van betaling. Eind 1940 besloot het bestuur een circulaire naar de leden te sturen met de vraag of zij hun contributie voor het volgende jaar vrijwillig met minstens één gulden wilden verhogen. Bij de brief zat een antwoordstrookje waarop de mensen konden aangeven of zij het hier mee eens waren. In diezelfde tijd ontving directeur Brans een brief van twee Duitse vluchtelingen, een arts en een ingenieur, die een verzoek indienden: ‘De winteravonden zijn lang en onder al deze omstandigheden is voor ons wetenschappelijke lectuur bijzonder nodig. Omdat wij niet weten hoe lang we hier mogen verblijven en het voor ons anders financieel heel moeilijk zou zijn, verzoeken wij u beleefd voor de lidmaatschap van de Leeszaal in gedeelten en wel maandelijks te mogen voldoen.’
Ariërverklaring Eind 1940 kwam de eerste antisemitische maatregel van de bezetter: alle ambtenaren moesten een ariërverklaring invullen. Ook het leeszaalpersoneel van ’s-Hertogenbosch moest opgeven of zij al dan niet van ‘Joodsche bloede’ was. Op donderdag 5 december - de ingevulde formulieren moesten uiterlijk 7 december in het bezit zijn van de CV stuurde directeur Brans de verklaringen van zijn personeel naar de CV in Den Haag met een begeleidend briefje: ‘Inliggend gelieve u aan te treffen de ingevulde verklaringen der bestuursleden, ambtenaren en volontaires onzer Leeszaal, waarin deze verklaren, dat noch zij, noch de ouders, noch de grootouders ooit hebben behoord tot de joodsche geloofsgemeenschap.’
38
Propaganda Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Enerzijds moesten er boeken van de schappen verdwijnen, anderzijds werden er boeken aangeprezen. Begin 1941 organiseerde het departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming in samenwerking met de Nederlandsch-Duitsche Kultuurkring de tentoonstelling Het nieuwe Duitsche boek. De expositie bestond uit vierhonderd Duitse boeken van de laatste tien jaar. Uiteraard mocht Nazistische lectuur gelezen worden, maar ook klassieken zoals Schiller en Goethe waren toegestaan. Alle goedgekeurde boeken en tijdschriften werden in een catalogus vermeld. Op 28 mei 1941 stuurde de CV een brief aan de Bossche leeszaal met de mededeling dat zij financieel in staat werd gesteld om zich op Duitse tijdschriften te abonneren. De keuze was vrij, maar men diende zich te houden aan de lijst van tijdschriften uit de catalogus van de tentoonstelling Het nieuwe Duitsche boek. Directeur Brans stuurde een brief terug, waarin hij aangaf dat de leeszaal zich graag op zes tijdschriften zou willen abonneren.
Uitnodiging voor de tentoonstelling Het nieuwe Duitsche boek in 1941
39
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Jan Sluijters
Liggend naakt met donkere huid van Jan Sluijters
Jan Sluijters en burgemeester Van Lanschot in 1941
40
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Een bijzondere expositie Aan het einde van datzelfde oorlogsjaar organiseerde de bibliotheek zelf nog een bijzondere expositie ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de wereldberoemde kunstschilder Jan Sluijters - hij was op 17 december 1881 in ‘s-Hertogenbosch geboren.
Openbaar?? Aan het begin van de oorlog waren er zo’n duizend Bosschenaren lid van de openbare leeszaal. In de nazomer van 1941 ontving het bestuur een brief van de politie betreffende ‘wering van Joden.’ Dringend werd verzocht om aan de toegangsdeur een duidelijk leesbaar opschrift te plaatsen met de gruwelijke tekst: ‘Voor Joden verboden’. De brief eindigde dreigend: ‘Indien door u aan bovenstaande niet mocht worden voldaan, zullen nadere maatregelen tegen u, c.q. uw inrichting worden genomen.’ De brief leidde tot heftige discussies tussen bestuursleden, personeel en leden van de leeszaal. Als Joden geen lid meer mochten zijn van de leeszaal, dan was zij in feite niet meer openbaar. En juist die openbaarheid was de kern van de instelling! De Nederlandse openbare leeszalen met een katholieke grondslag wendden zich gezamenlijk tot de katholieke Kerk om advies. Kardinaal De Jong overwoog om de katholieke leeszalen te sluiten, aangezien hij de bordjes als puur antisemitisme zag; daar mochten katholieke instanties niet aan mee doen. Pas maanden later, eind maart 1942, ontving de Bossche leeszaal een heugelijk bericht van de Bond van R.K. Openbare Leeszalen en Boekerijen: ‘Naar aanleiding van de bordjes ‘Voor Joden verboden’ hebben wij van het Doorluchtig Episkopaat de mededeling ontvangen, dat het niet geoorloofd is deze bordjes in R.K. instellingen, waaronder ook R.K. openbare leeszalen of uitleenbibliotheken met name genoemd worden, op te hangen.’ Uitdrukkelijk werd erbij vermeld dat de parochiële geestelijkheid gevraagd zal worden de bordjes, mochten ze al aangebracht zijn, te verwijderen. Door de verantwoordelijkheid bij de Kerk en niet bij de leeszalen te leggen, hoopte men te voorkomen dat de Duitse autoriteiten de leeszalen zouden sluiten.
Kardinaal De Jong, aartsbisschop van Utrecht van 1936 tot zijn overlijden in 1955
41
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Bestuur en directie van de leeszaal aan de Choorstraat besloten in plaats van het vermaledijde bordje een plaatje met de tekst: ‘alleen voor leden’ bij de ingang van de leeszaal op te hangen.
Voor Joden verboden Ondertussen bleef het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming de CV antisemitische mededelingen sturen. De CV stuurde deze berichten door aan de leeszalen in den lande. In februari 1942 werd van hogerhand benadrukt dat niet enkel het betreden, maar ook het gebruiken van openbare leeszalen en bibliotheken voor Joden verboden was. Er is een trieste brief van een mijnheer Cahen bewaard gebleven, waarin hij verzoekt om van de ledenlijst te worden geschrapt. Heel nuchter licht hij zijn besluit toe: ‘Dit in verband met de verordering van den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied van 22 oktober 1941, welke aan Joden verbiedt lid te zijn van niet-economische vereenigingen.’ Hij ontving een formele reactie van de leeszaal met de mededeling dat hij van de ledenlijst was geschrapt. De jodenvervolging werd in de loop van de bezetting steeds extremer. Vanaf eind april 1942 moesten alle Joden van zes jaar en ouder een Jodenster gaan dragen; zij werden steeds meer buitengesloten en vanaf de zomer van 1942 werden zij massaal naar concentratiekampen gedeporteerd. De Nazi’s traden fel op tegen iedereen die hun regels niet opvolgde. Gevoelens van angst en machteloosheid braken uiteindelijk ook het verzet van de bisschoppen tegen het bordje ‘Voor Joden verboden’.
Verdediging van Russische boeken In april 1943 stuurde de CV een circulaire rond met de mededeling dat Bolsjewistische literatuur uit de leeszalen verwijderd diende te worden. Niet lang daarna kreeg de Bossche leeszaal een verzoek van de gemeentelijke politie om alle Russische literatuur aan het uitleenverkeer te onttrekken. Directeur Brans sprong voor zijn Russische boeken in de bres: immers niet álle Russische literatuur is Bolsjewistisch. Hij vroeg de burgemeester om de politie op het misverstand te wijzen. Burgemeester Van Lanschot was het vast met hem eens geweest, maar hij had in
42
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
september 1941 ontslag gekregen en was vervangen door een NSBburgemeester. Deze meende op grond van een circulaire van de gewestelijke politie en van een brief van de Sicherheitspolizei dat inderdaad alle Russische geschriften verboden waren. Van zijn kant vroeg de NSB-er aan Brans om de CV hiervan op de hoogte te stellen. Brans gaf niet zomaar op. Op 26 juni 1943 stuurde hij een brief aan Greve van de CV met de vraag ‘Kunt gij onze Leeszaal helpen?’ Hij schreef verder: ´Ik ben nu al eenige maanden mijn Russische boeken aan het verdedigen. Mijn wapen van afweer is de bekende circulaire van de CV. Het helpt me niets.’ Helaas voor Brans steunde ook de CV hem niet. Greve stuurde op 28 juni de volgende brief terug: ‘Het is met het verbieden van de Russische, bolsjewistische en marxistische geschriften al net zoo als met het verbieden van alle die andere: er is geen eenheid te bereiken. Nog vóór enkele dagen besprak Dr. Molhuysen deze kwestie met den Chef der Afd. K.W. van het Departement, en ik met Dr. Plutzar. Van beide kanten ziet men geen weg om die eenheid te krijgen. Onder deze omstandigheden schiet er niets anders op dan te doen wat de plaatselijke politie verlangt. Zie den brief van den Burgemeester.’
Brandstoftoewijzing 1943
Tekort aan gas, stroom en brandstof Gedurende oorlogsjaren mochten gas en elektriciteit niet onbeperkt afgenomen worden. Toen de leeszaal in de wintermaanden van begin 1942 het rantsoen op gas overschreed volgde er direct een waarschuwing van het gemeentelijk licht- en waterbedrijf. Deze overschrijding moest in de volgende perioden worden vermeden, anders zouden er maatregelen genomen worden. Door het gebrek aan brandstof was de leeszaal gedwongen om rond de jaarwisseling van 1942-1943 twee weken te sluiten. In de herfst van 1943 had de leeszaal toch weer teveel gas en elektriciteit afgenomen. Ter compensatie werd de elektriciteitstoevoer gedurende twee etmalen geblokkeerd, op maandag 10 en dinsdag 11 januari 1944. De
43
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
leeszaal werd bovendien gewaarschuwd deze afsluiting op geen enkele wijze te verhinderen, anders zouden er extra, ‘minder aangename’ maatregelen volgen.
Boeken voor de gijzelaars Op vrijdag 17 december 1943 ontving de leeszaal een brief van Pierre Henri Ritter. Hij was radiopresentator en publiceerde als schrijver en journalist onder de naam dr. P.H. Ritter jr. Al in de herfst van 1940 was hij gearresteerd en met honderdvijftien andere bekende Nederlanders - onder wie kamerlid Willem Drees, journalist Anton Constandse en historicus Pieter Geyl - als gijzelaar naar concentratiekamp Buchenwald gedeporteerd. Ruim een jaar later werd het gezelschap naar kamp Haaren (het voormalige grootseminarie) overgebracht. Toen Ritter zijn brief schreef was hij alweer overgeplaatst naar landgoed Ruwenberg in SintMichielsgestel. Daar behoorden de letterkundigen Simon Vestdijk en Anton van Duinkerken tot zijn mede-gegijzelden. Zij mochten er schrijven en studeren en beschikten over de catalogus van de Bossche leeszaal. Ritters brief bevatte een verzoek: hij zou graag een door hemzelf geschreven boek ter lening ontvangen: de roman Het welkom schandaal (uit 1934). Het catalogusnummer vermeldde hij er netjes bij. Namens de andere gegijzelden nam hij tevens de gelegenheid te baat om de leeszaal te bedanken: ‘De bereidheid der Bossche leeszaal om haar bibliotheek voor ons gegijzelden open te stellen wordt zoo bijzonder door ons gewaardeerd. U verricht hiermede een prachtig werk dat wij niet licht zullen vergeten.’
Het enige lichtpuntje In die donkere dagen van de bezetting was er één lichtpuntje voor de leeszaal: het aantal leners steeg sterk. Door de avondklok, de gevaren en het gebrek aan amusement in de buitenwereld namen de Bosschenaren meer dan ooit hun toevlucht tot een boek. Lezen was een middel om even te ontsnappen aan de angstige, onzekere en grauwe werkelijkheid.
44
45
Briefje van P.H. Ritter aan de leeszaal uit 1943
Periode II Choorstraat 1936 - 1945
Intermezzo Vooruit naar vroeger 2
INTERMEZZO Vooruit naar vroeger 2
Refugiehuis Het was een prachtige beeldspraak van de toenmalige burgemeester van ’s-Hertogenbosch, Frans Johan van Lanschot: de bibliotheek als vluchthuis. Wellicht verwees hij niet alleen naar al die duizenden mensen die voor het rigide denken van de nationaal-socialisten uit Duitsland waren gevlucht, maar ook naar de duizenden boeken die als Entartete Kunst in brand waren gestoken. Toen was Nederland bezet gebied, anno 2015 is Nederland een democratie en zijn de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting stevig in de grondwet verankerd. Toch is de hedendaagse bibliotheek voor velen een toevluchtsoord. In de hectiek van het westerse leven biedt de BiEB een veilige plek om te werken en te studeren. Een plek voor bezinning waar men de geest kan scherpen of juist tot rust kan laten komen.
Leefwereld Eén van Duitslands grootste denkers van de twintigste eeuw, Jürgen Habermas, maakte een onderscheid tussen leefwereld en systemen. In de leefwereld gaat het om verbinding en communicatie. Daar regeert de menselijke maat. In de systemen draait het daarentegen om efficiëntie en rendement. Als systemen de leefwereld gaan overheersen ontstaan er problemen. Een extreem voorbeeld daarvan is het nationaal-socialistische systeem, waar mensen nummers werden en abstracte theorieën koud en kil de macht uitoefenden. De geschiedenis van de leeszaal tijdens de bezetting leert ons ondermeer hoe belangrijk het is om de leefwereld te verdedigen. De BiEB hoort een plek te zijn waar mensen kunnen schuilen en elkaar kunnen vertrouwen. In de BiEB staan altijd de mensen - en niet de systemen centraal: daar kunnen mensen elkaar inspireren met ideeën en idealen, dromen en gedachten.
46
Intermezzo Vooruit naar vroeger 2
Voor IEDEREEN Verzet tegen het angstregime van de Duitse bezetters vereiste ontstellende moed en de bereidheid grote offers te brengen. Er waren verzetsstrijders, maar er waren meer mensen die voor een andere strategie kozen. De directie van de Bossche leeszaal volgde de nieuwe regels van uitsluiting en censuur op in de hoop zo te voorkomen dat NSB’ers de leiding zouden overnemen. Er zijn ongetwijfeld vele momenten van verbijstering en wanhoop geweest. Bijvoorbeeld toen het gebod kwam een bordje met ‘Voor Joden verboden’ bij de hoofdingang aan te brengen. Deze tekst was absoluut niet te rijmen met het uithangbord van Choorstraat 16: ‘Openbare Bibliotheek.’ Kennis van de geschiedenis kan ten diepste raken, motiveren en inspireren. Het openbare karakter van de BiEB behoort tot haar kernwaarden. Het is een verschrikkelijk besef dat er een periode is geweest dat de bibliotheek dit fundamentele uitgangspunt niet kon waarmaken.
Jürgen Habermas
47
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
Periode III Choorstraat 1945-1974
Oorlogsschade Het pand aan de Choorstraat verkeerde, ondanks de hevige bombardementen tijdens de bevrijdingsstrijd in oktober 1944, nog in relatief goede staat. Echter met de boekenvoorraad was het minder florissant gesteld. Niet alleen waren er in de loop der jaren veel boeken door de Duitsers gevorderd, tevens was er door bomaanslagen in de huizen van lezers een groot aantal boeken verloren gegaan. Ook bleken er nogal wat boeken zoek te zijn. Financieel was er geen enkele armslag om de situatie op korte termijn te verbeteren. Kort na de oorlog legde directeur Brans zijn functie neer. Een nieuwe directeur diende zich niet meteen aan.
Nieuwe energie Ondanks alle tegenvallers zette de bibliotheekmedewerkers hun schouders eronder. Er werd weer van alles georganiseerd. Vooral 1947 was een bijzonder actief jaar, met een voordrachtwedstrijd, literaire avonden en in de decembermaand een speciale kersttentoonstelling met tekeningen die gemaakt waren door Bossche kinderen. In 1948 organiseerde de leeszaal weer een expositie ter gelegenheid van de verjaardag van een Bossche kunstenaar. Dit keer was Jan Bogaerts de gelukkige; hij was in 1878 in ‘s-Hertogenbosch geboren en vierde in 1948 dus zijn zeventigste verjaardag. In september 1950 werd er eindelijk een opvolger voor Brans gevonden: André Munnichs werd de nieuwe directeur van de Bossche bibliotheek. André Munnichs
De Gruyter bibliotheek Het Bossche familiebedrijf De Gruyter & Zonen had grote productievestigingen in ‘s-Hertogenbosch. In 1952 werd er op de twee fabrieksterreinen een uitleenpost van de bibliotheek gerealiseerd. ’s Maandags was het bibliotheekfiliaal op het fabrieksterrein aan de Visstraat geopend
48
Periode III Choorstraat 1945 - 1974 en ’s woensdags op het De Gruyter-terrein aan de Veemarktkade. Voor een dubbeltje per boek konden de ‘De Gruyter mensen’ twee weken lang een boek lenen. In Onder ons, het personeelsblad van De Gruyter, werd de uitleenpost met zijn brede collectie van onder meer jongens- en meisjesboeken, romans, reisverhalen, levensbeschrijvingen, land- en volkenkunde onder de aandacht van het personeel gebracht. In de Onder Ons-editie van 16 november 1957 werd het lezen als een aangename ontspanning aanbevolen: ‘Een onbescheiden vraag misschien, maar wat
Jan Bogaerts, Stilleven met citroenen, 1928
49
50 De Gruyter’s Personeelsblad van 16 november 1957
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
De uitleenpost van De Gruyter bleef bestaan tot 1962. In dat jaar werd de regeling beëindigd, wegens teruglopende belangstelling.
1
Ziekenhuisbibliotheek Het een na oudste ziekenhuis van Nederland stond in het hartje van ‘s-Hertogenbosch. In 1274 werd er al melding gemaakt van het Groot Ziekengasthuis. Bijna zevenhonderd jaar later, in 1953, nam de leeszaal de boekenvoorziening van haar patiënten op zich. In het overeenkomstcontract stond tevens uitdrukkelijk vermeld dat aan infectiepatiënten geen boeken mochten worden uitgeleend. Anderzijds mochten een aantal boeken aan niemand worden uitgeleend. Dat had te maken met de katholieke signatuur van zowel het ziekenhuis als de leeszaal. In de jaren vijftig bestond er van katholieke zijde nog steeds verboden of ‘streng voorbehouden’ lectuur. Dokter Vlimmen van Anton Roothaert was bijvoorbeeld zo’n boek ... en werd juist door die censuur een bestseller. Het boek werd in de loop der jaren drie keer verfilmd. Een ander streng verboden boek was de roman De dokter en het lichte meisje van Simon Vestdijk. In deze roman, die in 1951 uitkwam en veel stof deed opwaaien, beschreef hij zijn ervaringen als waarnemend huisarts.
De bestseller van Anton Roothaert uit 1936
51
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
gaat U de lange winteravonden doen? Knutselen? Studeren? Of doet U het allebei, want de boog kan toch niet altijd gespannen zijn. Pak dan ook eens een boek. Werkelijk, dat zal U niet tegenvallen, ook al bent U niet gewend te lezen. Deskundigen op dit gebied zullen U graag behulpzaam zijn met het kiezen van een boek, dat juist U een prettige ontspanning zal bezorgen. En we hoeven er niet eens ver voor te lopen, want de Openbare Leeszaal en Boekerij maakt het ons, als de Gruyter mensen, al heel erg gemakkelijk.’1
Subsidie voor nieuwe boeken en stoelen Periode III Choorstraat 1945 - 1974
In juli 1952 diende de leeszaal een subsidieaanvraag in bij het college van B&W. Er werd gevraagd om een eenmalig bedrag van vijftienduizend gulden. Dit bedrag was onder meer bedoeld voor de aanschaf van nieuwe boeken. In een toelichting op het verzoek schreef directeur Munnichs dat de enige nieuwe encyclopedie die de leeszaal na de oorlog had aangeschaft de ENSIE was, de Eerste Nederlandse Systematisch Ingerichte Encyclopedie. Vanaf 1946 waren er regelmatig delen van verschenen.2 In diezelfde periode verscheen echter ook een geheel nieuwe druk van de Winkler Prins, een andere Nederlandstalige encyclopedie.3 Deze zesde editie werd heel goed gerecenseerd. Volgens directeur Munnichs was de Winkler Prins ‘de voornaamste Nederlandse encyclopedie’ en was het uitermate belangrijk deze in de leeszaal te plaatsen. Een deel van de subsidiegelden kon daarvoor gebruikt worden. Verder pleitte hij voor de aanschaf van technische lectuur: ‘Op technisch gebied kon slechts weinig aangeschaft worden na de oorlog. Er is geen gebied, waar de boeken zo snel verouderen dan juist op dit gebied. Gezien het krachtige industrialisatie-elan van de stad, dient de leeszaal op dit gebied zijn boekenbezit geheel te herzien om de groei van de stad op technisch gebied enigermate bij te houden.’ Het subsidiebedrag zou verder onder meer besteed worden voor het kopen van stencilmachines en meubilair. Er waren slechts twintig stoelen in de leeszaal aanwezig zowel voor bezoekers als voor het personeel - en de meeste vertoonden ook nog eens allerlei mankementen!
De Grote Winkler Prins
Weer een Maria-tentoonstelling
52
In 1925 had de leeszaal voor het eerst een Maria-tentoonstelling georganiseerd; in juli 1953 werd dit voor de tweede keer gedaan. In de twee tentoonstellingszalen die het gebouw herbergde werden exposities ingeruimd over ‘Maria in haar verschijningen’. Meer dan vijfduizend mensen kwamen er op af, een record aantal: nooit eerder trok een expositie in de leeszaal zoveel mensen. Na de succesvolle expositie vond er een kleine verbouwing in de Choorstraat plaats. De ruimte waar de Maria-tentoonstelling had plaatsgevonden werd opnieuw behangen en geschilderd, en vervolgens
De ENSI stond onder redactie van gerenommeerde heren als de filosoof Hendrik Pos, de historicus Jan Romein, de natuurkundige Hendrik Kramers en de politicus Oene Noordenbos.
2
De jeugd De eerste uitgave van de Winkler Prins verscheen in 1870 en was bijna volledig van de hand van de doopsgezinde predikant Anthony Winkler Prins.
3
De leeszaal was blij met alle financiĂŤle steun, maar soms druisten de daaraan verbonden voorwaarden tegen de haren van het leeszaalbeleid in. Zo mochten volgens de Rijkssubsidievoorwaarden personen jonger dan achttien jaar niet worden toegelaten tot de lees- en studiezaal. De belangstelling van jongeren voor deze ruimte was echter juist heel groot. Veel gezinnen waren krap behuisd en daarom zocht de schoolgaande en studerende jeugd regelmatig naar een andere plek om zich te kunnen concentreren. De Bossche leeszaal lapte de rijkssubsidievoorwaarden deels aan haar laars door een eigen regeling te treffen: op verzoek van de ouders kregen jongeren van zestien jaar en ouder toegangskaarten. Niet iedereen was blij met deze actie: rumoerige jongeren zorgden nogal eens voor geĂŤrgerde blikken van andere leeszaalbezoekers. Een aparte jeugdleeszaal stond hoog op de verlanglijstjes van menig bibliotheekmedwerker en -gebruiker, maar in de Choorstraat was daar jarenlang geen plaats voor. In 1958 kwam het tweede tentoonstellingszaaltje beschikbaar als uitleenbureau voor de jeugdboeken. Dit was een stap in de goede richting, al bleef een echte jeugdleeszaal het ideaal.
Een voortvarende directrice Directeur Munnichs nam in 1966 afscheid van de openbare leeszaal. Op woensdag 14 september werd er voor hem een afscheidsreceptie gehouden in de Choorstraat. De volgende dag legde hij officieel zijn functie neer. Een maand daarvoor was mevrouw Sormani als nieuwe directrice aangesteld. Zij was daarvoor werkzaam geweest als directrice van de Katholieke Openbare Leeszaal te Oosterhout.
53
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
ingericht als leeszaal. Er werden vier tafels geplaatst en de zaal werd voorzien van achtentwintig zitplaatsen. De zaal werd zo ingericht dat er van tijd tot tijd toch nog tentoonstellingen gehouden konden worden. De kleine tentoonstellingszaal werd ingericht als werk- en leskamer. In deze zaal werd de nieuw aangeschafte stencilmachine geplaatst.
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
Petronella (Mops) Sormani in 1966
Petronella (haar roepnaam was Mops) Sormani trof een hopeloos verouderde leeszaal aan. Zij constateerde dat er niet of nauwelijks in nieuwe boeken was geïnvesteerd; veel boeken waren nog in de oude spelling geschreven (mensch, zoo, leening). De boeken over techniek waren totaal achterhaald. Er waren maar zo’n dertigduizend boeken, terwijl er wel tachtigduizend boeken zouden moeten zijn (de landelijke richtlijnen gaven namelijk aan dat openbare leeszalen over één boek per inwoner dienden te beschikken). De katholieke moraal vierde nog hoogtij: boeken van Gerard Reve waren er bijvoorbeeld absoluut niet te vinden.4 Sormani stak haar kritiek niet onder stoelen of banken. Ze begreep wel waarom er in ’s-Hertogenbosch nog geen drie procent van de mensen lid was van de leeszaal.5 Niet alleen het boekenbezit vond zij bedroevend, ook de huisvesting was ronduit slecht. Daarbij kwam dat er nog met een gesloten uitleensysteem werd gewerkt. Voor de volwassenen stond het merendeel van de boeken in depot; zelf zoeken was maar beperkt mogelijk. Dat leidde tot lange wachttijden. De jeugd kon wel zelf zoeken, maar de situatie op de jeugdafdeling was chaotisch. De weinige jeugdstudieboeken stonden in een kast, de andere boeken lagen op tafels en stoelen. Na sluitingstijd had het leeszaalpersoneel er iedere dag zijn handen vol aan om de puinhoop weer enigszins toonbaar te maken.
Er waait een nieuwe wind De ouders van Gerard (van het) Reve (1923-2006) waren overtuigde communisten, maar hij bekeerde zich in 1966 tot het katholicisme. Zijn roman Nader tot U leidde echter in datzelfde jaar tot een aanklacht wegens godslastering.
4
Het landelijk gemiddelde lag tussen de zeven en tien procent.
5
Interview in het Brabants Dagblad van 2 maart 1967.
6
54
Onder de bezielende leiding van de nieuwe directrice begon de Bossche leeszaal met de sanering van haar boekenbezit. Duizenden boeken werden bekeken, gekeurd en opgeruimd, veelal omdat ze simpelweg verouderd waren. Sormani verklaarde stellig: ‘We mikken hier op actualiteit, we zijn per slot van rekening geen bewaarbibliotheek.’6 In de zomer van 1967 was de bibliotheek zes weken lang dicht. Achter de gesloten deuren werd hard gewerkt. Er werd een grote schoonmaak gehouden, gedeeltes werden opnieuw geschilderd en er werden twee nieuwe lectuurrekken geplaatst. De boeken in het magazijn werden opnieuw gerangschikt. Op maandag 14 augustus ging de bibliotheek weer open. De grote verrassing was de aanwinstenlijst met tweeduizend nieuwe boeken.
Ondertussen had er in 1966 een eerste fusie plaatsgevonden tussen enerzijds de Openbare Leeszaal op R.K. Grondslag en anderzijds de Stichting Goede Volkslectuur. Beide organisaties droegen de katholieke signatuur. De stichting Goede Volkslectuur was in 1950 opgericht en had zijn wortels in de Sint Vincentiusvereniging.7 Zij had alle uitleenbibliotheekjes van parochies en kloosters samengebundeld en in vijf wijken van de stad volksbibliotheken opgezet.8 De stichting had al veel eerder met de openbare leeszaal willen samenwerken, maar de laatste vond dat het openbare bibliotheekwerk zich moeilijk in een band kon voegen met het volksbibliotheekwerk. Begin jaren zestig nam het gemeentebestuur echter het initiatief om de beide instellingen toch tot samenwerking te bewegen. De gemeente verleende hen allebei subsidie en vond dat het geld veel efficiënter ingezet zou kunnen worden als zij zouden fuseren. Nu ging de leeszaal wel overstag. Op 6 september 1966 werd er een nieuwe stichting opgericht, met de naam: Stichting Openbare Bibliotheek en Lectuurvoorziening. In 1969 vond er wederom een fusie plaats. De Stichting Openbare Bibliotheek en Lectuurvoorziening fuseerde met de bibliotheek van ‘t Nut (of voluit: van het departement ‘s-Hertogenbosch Tot Nut van ‘t Algemeen).9 Weer speelden financiële overwegingen een rol: door de fusie zou de rijkssubsidie verhoogd worden. De nieuwe stichting werd op 5 maart 1969 opgericht en kreeg de naam: Stichting Openbare Bibliotheek ’s-Hertogenbosch. Haar doel was om de bibliotheekbelangen van de gehele bevolking van ‘s-Hertogenbosch en omgeving te behartigen. De beide partners verklaarden graag te willen samenwerken met volledig behoud van ieders levensbeschouwing. Ter bevestiging hiervan werd in het bestuur ook een vertegenwoordiger van de protestants-christelijke groeperingen in ‘s-Hertogenbosch opgenomen.
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
Fusies en nieuwe namen
7/9
Zie p. 13
De volksbibliotheken in West en Deuteren werden omgezet in de officiële filialen West (later Boschveld) en Helftheuvel. In verband met de slechte toestand van de uitleenpost Orthen werd deze medio 1974 gesloten en vervangen door de bibliobus. De andere volksbibliotheken werden in de loop der jaren ook gesloten.
8
55
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
Bibliobus
Interieur van de Bibliobus in 1968
Door de fusie met de Stichting Goede Volkslectuur kwam er geld beschikbaar voor een bijzonder project: de bibliobus. Op maandag 23 september 1968 verrichtte burgemeester Lambooy de officiële opening van de rijdende bibliotheek. De bibliobus viel door zijn grootte (hij had een lengte van 8.67 meter en een breedte van 2.50 meter) en paarse kleur goed op. In de bus konden drieduizend boeken vervoerd en uitgeleend worden aan lezers in de buitenwijken van de stad. Jammer genoeg moest een maand later al worden geconstateerd dat de bus niet door iedereen even respectvol werd behandeld. Er waren
De Bibliobus in 1968 Het Brabants Dagblad van 25 oktober 1969, in de rubriek ‘Logboek, door Erwtenman’, een veelgelezen rubriek over het ‘kleine’ stadsnieuws. 10
56
jongeren die zich zo schandelijk gedroegen dat er van het uitlenen niets terecht kwam. In het Brabants Dagblad schreef ‘de Erwtenman’ naar aanleiding van een verontwaardigde brief die hij van directrice Sormani had ontvangen: ‘De oudere kinderen gaan tekeer, stompen, vechten en verdringen de kleintjes. De bus wordt beklad met vieze woorden, plantenbakken worden geplunderd en bloemen naar binnen gesmeten.’10
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
‘De Erwtenman’ nam de oproep van directrice Sormani in zijn tekst op. Zij verzocht de ouders met klem er op toe te zien dat de kinderen zich in de bus wat behoorlijker zouden gedragen. ‘De Erwtenman’ stemde daar van harte mee in: ‘De bibliobus is namelijk alleen maar een vorm van service die velen een lange tocht naar het centrum bespaart.’
Mankementen Ondertussen begon het gebouw aan de Choorstraat steeds meer mankementen te vertonen. In september 1964 had de leeszaal al een brief van de Rijksinspectie voor Openbare Bibliotheken ontvangen, waarin werd meegedeeld dat de huisvesting was afgekeurd. Dat verbaasde het personeel niet. Er was echter geen geld om verbeteringen aan te brengen, zelfs niet toen in de winter van 1965-1966 de ketel van de centrale verwarming sprong. Er zat niets anders op: het personeel moest bij vorst in een koude bibliotheek doorwerken. Mops Sormani en haar team startten de zoektocht naar een nieuwe locatie. Allerlei panden werden bezichtigd en beoordeeld op met name vloeroppervlak en ligging. Een pand in de Nieuwstraat, panden in de Postelstraat, een bedrijfspand en een school aan de Zuid-Willemsvaart, een complex van twee woonhuizen in de Peperstraat, een huis in de Kerkstraat en een bedrijfspand aan het Stationsplein... al deze locaties werden na gedegen en hoopvol onderzoek uiteindelijk toch afgewezen. Het was om wanhopig van te worden, want de situatie in de Choorstraat werd steeds nijpender. Vanwege de krappe behuizing werden er vanaf 1963 geen tentoonstellingen meer georganiseerd. In een lokaal van nog geen vijfentwintig vierkante meter moesten elf personeelsleden hun vaktechnische en administratieve werkzaamheden verrichten. Er was er geen aparte personeelsruimte en maar één toilet voor het publiek en het personeel samen. Het gebouw liet weinig daglicht binnen en was niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers. In de studiezaal was slechts plaats voor vierentwintig personen, die op drukke dagen genoegen moesten nemen met een bescheiden plaatsje. Er was dan absoluut geen ruimte om je met enkele studiewerken te installeren. Bovendien was daar nog steeds een gesloten uitleen: je kon de boeken niet zelf direct inzien. Elk boek moest afzonderlijk aangevraagd worden en uit het magazijn worden gehaald. Dat kostte tijd en was voor de studie niet bepaald bevorderlijk.
Ruimtegebrek in de Choorstraat
57
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
De jeugdbibliotheek in de Kerkstraat in 1971
Decentralisatie Gelukkig kon de bibliotheek vanaf 1 april 1968 een geschikte locatie huren voor de wisselbibliotheek. In deze bibliotheek werden de steeds variërende collecties samengesteld voor de verschillende locaties waar de boeken inmiddels uitgeleend werden, waaronder de bibliobus, twee ziekenhuizen en drie tehuizen voor werkende jeugd. De paters Redemptoristen in de Sint Josephstraat stelden bijna de gehele benedenverdieping van hun voormalige noviciaat ter beschikking. Een paar maanden later vond ook de jeugdbibliotheek een nieuw tehuis. Zij werd met ingang van vrijdag 27 september 1968 gevestigd in het pand Kerkstraat 40, boven de Boerenleenbank. Daardoor konden er nieuwe activiteiten voor de jeugd ontplooid worden. Enkele binnenstadsscholen kregen een uitnodiging om naar de Kerkstraat te komen om de kinderen wegwijs te maken in de jeugdbibliotheek. Er werden bibliotheeklessen gegeven aan elf- tot dertienjarigen. De kinderen kregen allerlei opdrachten met als doel dat zij zich er thuis zouden gaan voelen. Door deze verhuizing kon eindelijk een grote wens van de bibliotheek in vervulling gaan: er kwam een gedeeltelijke open uitleen. Voor de romans gold dat de mensen voortaan zelf hun boeken uit de rekken konden pakken. Een andere verandering betrof de uitleentermijn voor de boeken: die werd vastgesteld op drie weken. En voor het verkrijgen van extra boeken kwamen vanaf 28 september speciale couponboekjes in omloop. In deze boekjes zaten tien coupons die elk recht gaven op een boek. Hierdoor kwam een einde aan het systeem waarbij mensen per boek moesten betalen. Toch bleef het tobben. Het elders onderbrengen van twee van haar vitale afdelingen (de jeugdbibliotheek en de wisselbibliotheek) belemmerde de communicatie in ernstige mate. De centrale bibliotheek was nu helaas nog allesbehalve ‘centraal’.
Verkeerde grondaankoop In de zomer van 1968 wees burgemeester Lambooy de bibliotheek op de mogelijkheid om aan de Buitenhaven een perceel grond te kopen. Daar zou nieuwbouw van de centrale bibliotheek gerealiseerd kunnen worden. Een paar maanden later, op 14 november 1968, was de
58
Aankondiging van de verhuizing in 1974
Een nieuwe locatie! Na de teleurstelling over het verkeersplan Goudappel Coffeng liet een nieuw mogelijk onderkomen niet lang op zich wachten. Het college van B&W attendeerde het bibliotheekbestuur er op dat Huize Leonardus, een groot, grijs gebouw in de Hinthamerstraat, op korte termijn leeg zou komen te staan. Het eeuwenoude pand had een zeer gunstige ligging, op de grens van het stadscentrum en op steenworp afstand van de Sint Janskathedraal. De begane grond van het pand bedroeg een oppervlakte van ongeveer vijftienhonderd vierkante meter. Het pand was in bezit van De Godshuizen, die de vraagprijs hadden vastgesteld op vijfhonderdzestigduizend gulden.11 De gemeente deed haar uiterste best en werkte nauw met de bibliotheek samen. Een wethouder slaagde erin het bedrag met een ton te verlagen; het college van B&W stelde een bedrag beschikbaar van tweeĂŤneenhalf miljoen gulden op de vijfjarige investeringsbegroting en was bovendien bereid om het perceel Buitenhaven van de bibliotheek terug te kopen. De koop van Huize Leonardus verliep voorspoedig en medio 1971 werd met de ingrijpende verbouwing gestart. De hoofdbibliotheek aan de Choorstraat werd op 18 februari 1974 gesloten; de jeugdbibliotheek op 18 maart.
Huize Leonardus in 1968
De Godshuizen was een overkoepelende naam voor alle liefdadigheidsinstellingen die zorgden voor de arme en noodlijdende mensen van de stad. 11
59
Periode III Choorstraat 1945 - 1974
grondaankoop een feit. De koopsom bedroeg honderdzeventigduizend gulden. Het jaar daarop werd echter alsnog roet in het eten gegooid. In opdracht van het gemeentebestuur had het adviesbureau voor verkeersordening Goudappel Coffeng te Deventer een verkeersstructuurplan voor de binnenstad ontworpen. EĂŠn van de wegen in dit plan was geprojecteerd over het perceel grond waarop de nieuwe centrale bibliotheek zou moeten verrijzen. Zo kwam het hele nieuwbouwplan op losse schroeven te staan. Er was een kleine kans dat het verkeersplan niet gebonden zou zijn aan de bovengenoemde weg. De gemeente zou dit nog onderzoeken, maar uitspraak over deze kwestie kon nog geruime tijd op zich laten wachten. Burgemeester Lambooy adviseerde de bibliotheek om uit te kijken naar andere mogelijkheden van huisvesting.
Intermezzo Vooruit naar vroeger 3
Intermezzo Vooruit naar vroeger 3
Open en algemeen Het is nog steeds extreem relevant: samenwerken in wederzijdse tolerantie en respect. Toentertijd ging het om katholieken, protestanten en mensen zonder religieuze achtergrond. Nu gaat het 贸贸k om athe茂sten en moslims, om oud en jong, om man en vrouw, om links en rechts, om arm en rijk. De bibliotheek van de eenentwintigste eeuw wil nog steeds de bibliotheekbelangen van de hele Bossche bevolking behartigen; ze wil een plek van bezinning zijn, van studie en ontwikkeling. Een plek waar alle mensen, onafhankelijk van geloof, politieke overtuiging, ras of sekse, samen kunnen komen, om na te denken, om te discussi毛ren en te filosoferen, om te studeren en te onderzoeken, om te werken aan een betere toekomst voor iedereen.
Als de mens niet tot het boek komt, komt het boek wel naar de mens.12
Het motto van de allereerste bibliobus van Nederland. Deze reed al in 1951 in Friesland. De bibliobus viel extra op omdat hij door een vrouwelijke chauffeur werd bestuurd; in die tijd was dat opzienbarend. Wilke Meijboom was zowel chauffeuse als bibliothecaresse van de bibliobus. 12w
60
De bibliobus was in essentie een servicedienst met als achterliggende filosofie: wij zijn er voor jullie, leden van de bibliotheek, jullie staan centraal. Als jullie de tocht naar de bibliotheek in het centrum net een brug te ver vinden, komen wij wel naar jullie toe. De statische bibliotheek in een oud versleten gebouw bleek opeens wielen te hebben en mobiel te zijn. Deze dienstverlenende en creatieve instelling sierde de bibliotheek en is een waarde die nu ook nog veel vruchten kan afwerpen. Mobiliteit en flexibiliteit zijn net zo goed de uitdagingen van de tijd waarin wij nu leven. De leefwereld hoort centraal te staan; de mensen met hun moeilijkheden en mogelijkheden vormen het uitgangspunt van de zoektocht naar de zin van de bibliotheek. Waar hebben hedendaagse mensen behoefte aan en hoe kunnen wij hen als bibliotheek tegemoetkomen? Een bibliotheek die het zoeken naar antwoorden op dit soort vragen als de kern van haar werk beschouwt, is een vitale bibliotheek, een bibliotheek die meegroeit met haar tijd, ook als die kantelt.
Geefhuis Het gebouw aan de Hinthamerstraat was nóg ouder dan De Lelie, waar de bibliotheek bijna zestig jaar eerder was begonnen. Hoog in de gevel verscheen in goudkleurige, kapitale letters het woord: BIBLIOTHEEK: de nieuwste bestemming van het monumentale pand. Beneden op de muur, naast de zware groene deur, stond op een bescheiden houten bordje: H. Geesthuis. Dat was de oudste naam. Die naam, voluit Heilige Geesthuis, verwees naar een eeuwenoude traditie, ooit begonnen in het portaal onder de toren van de Sint Jan. Daar stond op gezette tijden een tafel, de Tafel van de Heilige Geest, met brood voor de armen van de stad.1 Later, aan het einde van de dertiende eeuw, verhuisde deze brooduitdeling naar een speciaal voor dit doel gebouwd huis: het Heilige Geesthuis. In de Bossche volksmond sprak men van ‘het Geefhuis’. Daar werd voor ‘de armen seer mildelijck gedeelt.’ Het was een soort voedselbank: de middeleeuwse armen konden er roggebrood, vis, erwten en eieren krijgen. Ook kleding werd daar uitgedeeld.
Fragment van een houten fries uit het voormalige H. Geesthuis, voorstellende de bedeling van de armen, in bezit van het Noordbrabants Museum
Het Sint Annagesticht aan de Sint Josephstraat, 1912. Dit is het middeleeuwse gedeelte van het H. Geesthuis dat tot op heden bewaard is gebleven. Op de zolder bevindt zich thans De Bovenkamer.
Bejaardentehuis Rond 1825 werd een groot deel van het middeleeuwse complex verbouwd. Het gedeelte dat aan de Hinthamerstraat grensde werd opgehoogd en er verscheen een massieve, gepleisterde voorgevel. Sommigen vonden het een ‘groot oud gevaarte’, maar anderen prezen dit statige neoklassieke front dat bovendien uniek was voor ’s-Hertogenbosch. Regelmatig werd er in en rond het pand verbouwd. Het geheel kreeg in de loop der tijden de vorm van een rechthoek met een omsloten binnenplaats. Een deel van het pand functioneerde als bejaardentehuis. Er heerste een streng regime en vrouwen en mannen woonden apart. De vleugel aan de Sint Josephstraat bood in de tweede helft van de negentiende eeuw onderdak aan arme mannen en jongens; daarna werden er arme vrouwen en meisjes verzorgd.2
De Tafel van de Heilige Geest verwees naar het Christelijke geloof dat de Heilige Geest de Vader van de armen is.
1
Deze vleugel heette vanaf 1907 het Sint Annagesticht.
2
61
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Periode IV Hinthamerstraat 1974-2000
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Oude mannen- en vrouwenhuis aan de Hinthamerstraat in 1824
De binnenplaats
Op de achtergrond Het Geefhuis aan de Hinthamerstraat in 1794
62
Dit van oorsprong middeleeuwse pand moest ingrijpend gerestaureerd en verbouwd worden om te kunnen beantwoorden aan zijn nieuwe bestemming: het hoofdpand van de Stichting Openbare Bibliotheek ’s-Hertogenbosch. Van meet af aan werden er nauwe contacten onderhouden met de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Vooral ten aanzien van de binnenplaats werden er vele gesprekken gevoerd. Het bibliotheekbestuur zag in deze ruimte een ultieme mogelijkheid voor een
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
De binnenplaats in 1968
De binnenplaats tijdens de verbouwing in 1972
grote, centrale uitleenhal, maar dit idee stuitte aanvankelijk op verzet van Monumentenzorg. Medio 1971 ging zij toch overstag en kon met de verbouwing gestart worden. De verantwoordelijke architect van de restauratie en verbouwing was ingenieur Van Roggen. Door gebruik te maken van daklantaarns streefde hij er naar om de herinnering aan de oorspronkelijke binnenplaats zo levend mogelijk te houden.3 Door hun ruime beglazing hielden zij de blik open op de omringende vleugelgebouwen.
Opening en openheid Op maandag 1 april werden de deuren van de nieuwe bibliotheek geopend. Zes weken later volgden de formaliteiten. Toen burgemeester Van der Ven op maandag 13 mei 1974 de bel aan de informatiebalie luidde was de fraaie nieuwe openbare bibliotheek officieel geopend. Wat direct opviel was de openheid en de uitnodigende sfeer. Opengewerkte muren lieten het zicht vrij op een riante studiezaal en op de daarachter gelegen ruimtes: de afdeling voor kranten en weekbladen, de boekerij, de studiezaal, de jeugdafdeling.
De binnenplaats na de verbouwing in 1974
Daklantaarns zijn ramen bovenop een dak of koepel die bedoeld zijn om licht of lucht toe te laten in de onderliggende ruimte.
3
63
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
De prachtig gerestaureerde middeleeuwse muur aan de binnenplaatszijde van de Sint Josephstraatvleugel herinnerde aan de lange geschiedenis van het pand. De reacties waren uitermate positief: eindelijk een bibliotheekgebouw waar het goed toeven was!
De studiezaal in 1974
Pieter Theodorus Jozef Kuyer werd op 17 januari 1915 in Rotterdam geboren; hij was dus even oud als de Bossche bibliotheek. Bij zijn pensionering in 1980 werd hij door het stadsbestuur gevraagd de Bossche geschiedenis te beschrijven. Hij werkte twintig jaar aan het standaardwerk ‘s-Hertogenbosch, stad in het hertogdom Brabant, ca. 11851629, ook wel bekend als De Dikke Kuyer. Drs. Kuyer stierf in 2008, een week voor zijn drieënnegentigste verjaardag.
4
64
Het ‘Plein’ in 1974
Het groene boekje Ter gelegenheid van de nieuwe bestemming van het eeuwenoude pand had stadsarchivaris Pieter Kuyer de opdracht gekregen een boekje over de geschiedenis van het nieuwe bibliotheekgebouw én van het bibliotheekwezen in de stad te schrijven. Het ‘groene boekje’ verscheen in een oplage van vijfentwintighonderd exemplaren.4
Enerzijds behoorde het ‘jarenlange gewriemel in beperkte ruimten’5 door de nieuwe vestiging van de bibliotheek tot de verleden tijd, anderzijds viel het grote boekentekort opeens des te meer op. De sterk toegenomen belangstelling voor de bibliotheek was reden tot vreugde, maar trok tezelfdertijd een flinke wissel op de medewerkers, want de personeelsbezetting was gelijk gebleven.6 Directrice Sormani noemde dit ‘een teer punt’. Ze wilde graag extra activiteiten uitzetten. De nieuwe huisvesting bood daar alle mogelijkheden toe, maar zonder personele uitbreiding kon er weinig gerealiseerd worden.
Fotomapjes en tentoonstelling
Uit Het Brabants Dagblad van 11 mei 1974, waarbij de journalist terugdacht aan de kleine behuizing in de Choorstraat voor de volwassenen en aan de jeugdbibliotheek in de Kerkstraat.
5
Op 31 december 1973 bedroeg het aantal leden 4800; in het voorjaar van 1974 waren er ruim vierhonderd leden bij gekomen. In april 1973 was het aantal uitleningen 7600, in het voorjaar van 1974 meer dan 11.000.
6
Er werd van verschillende kanten actie gevoerd om de nieuwe bibliotheek te steunen en in ieder geval het boekenbezit op te krikken. Kantoorhandel Van Dijk & Van Hees, verderop in de Hinthamerstraat, bracht mapjes in omloop met acht historische briefkaarten van de stad. Ze werden ten bate van de bibliotheek verkocht. In de openingsweek van de bibliotheek werd er onder meer een tentoonstelling geopend over een markante stadswijk van ’s-Hertogenbosch, die De Pijp, of het Tolbrugkwartier werd genoemd. Het leven had zich daar vanwege de kleine woningen grotendeels op straat afgespeeld. In de jaren vijftig was deze buurt volledig weggesaneerd. In de tentoonstelling waren foto’s bijeengebracht die samen een beeld gaven van wat verdwenen was. Er werd tevens werk getoond van kunstenaars uit die wijk, onder wie Kees Stiphout senior en junior. Bij de opening van de tentoonstelling kocht de heer Jan van Berkom - als wethouder verantwoordelijk voor de bouw - het eerste mapje met foto’s van de firma Van Dijk & Van Hees.
Blik op de Binnendieze in 1955 in de kort nadien gesaneerde stadswijk De Pijp (of Tolbrugkwartier)
65
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Problemen
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Nog meer actieve steunbetuigingen De Bossche stadsschouwburg, het Casino, bevond zich in 1974 in dezelfde situatie als de Bossche bibliotheek. Dat jaar zou het oude Casino gesloten worden en zou de nieuwbouw een aanvang nemen. Ter gelegenheid hiervan hield het Casino op zondag 26 mei 1974 een Open Dag met aansluitend een feestavond voor genodigden. Voor de Open Dag was een groots programma opgezet. Vanaf half twaalf tot zes uur waren er in alle hoeken en gaten van de schouwburg evenementen, uiteenlopend van poppenkast tot toneel, van pop tot fanfare, van revue tot film. De toegang was gratis, maar om de bibliotheek te steunen lanceerde het Casino een origineel idee onder het motto ‘Gratis entree, neem een boekenbon mee!’ Alle Bossche boekhandelaren gaven speciale boekenbonnen uit waarop men zelf een willekeurig bedrag kon invullen. Dat bedrag zou geheel ten goede komen aan de bibliotheek.
Duizendste lid Sinds de opening van de nieuwe locatie in de Hinthamerstraat waren er gestaag nieuwe leden bijgekomen. Op woensdag 4 september 1974 meldde zich het duizendste lid sinds de verhuizing. Hij werd in het zonnetje gezet en kreeg een jaarabonnement aangeboden, een bos bloemen en het Van Dijk & Van Hees mapje ansichtkaarten van de stad.
Klachtenboek Nog in hetzelfde jaar van de feestelijke opening van de toplocatie in de Hinthamerstraat bezochten het bestuur en het personeel van de bibliotheek om minder vrolijke redenen het stadhuis. Op maandagmiddag 30 december 1974 overhandigden zij aan Ton Lensen, wethouder van Cultuur, een klachtenboek met een lijst met meer dan vijfendertighonderd handtekeningen. Veel lezers hadden grieven over te lange wachttijden en te korte openingstijden. Het beperkte boekenbezit was een andere doorn in het oog. Van boeken waar veel vraag naar was stond vaak toch slechts één exemplaar in de boekenkast. Door de klachten aan het college van B&W kenbaar te maken hoopte men dat er bij de ko-
66
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
mende behandeling van de gemeentebegroting serieus naar hun verzoek om een groter subsidiebedrag gekeken zou worden. Daarmee zouden meer boeken aangeschaft kunnen worden en het personeelsbestand zou uitgebreid kunnen worden.
1975: een turbulent jaar Op woensdag 8 januari werd de toon meteen al gezet. Bezoekers stonden ‘s middags onverwachts voor een gesloten deur. Door een samenloop van omstandigheden - de structurele personele onderbezetting en een aantal zieke medewerkers - was er zo’n enorme achterstand in het werk ontstaan, dat de directie zich genoodzaakt zag deze noodmaatregel te treffen. Toen in hetzelfde jaar de Wet op het Openbare Bibliotheekwerk in werking trad kwam er contributievrijdom voor de jeugd tot achttien jaar. Dat heugelijke feit leidde tot een aanmerkelijke stijging van het aantal jeugdleden. Door dit succes kwam er echter een zware druk te liggen op het personeel, met name op de uitleenadministratie. Weer nam het team van Mops Sormani een drastisch besluit: met ingang van 1 november was de hoofdbibliotheek aan de Hinthamerstraat op zaterdagen gesloten. Wethouder Ton Lensen was hier niet gelukkig mee en stelde minder ingrijpende maatregelen voor om de noodsituatie het hoofd te bieden, bijvoorbeeld alleen de studiezaal op zaterdagen sluiten. Met ingang van zaterdag 6 december 1975 werd de hoofdbibliotheek om de veertien dagen weer op zaterdag opengesteld. Ondanks alle perikelen organiseerde de openbare bibliotheek in datzelfde jaar een feestweek ter gelegenheid van haar zestigjarig jubileum. De feestweek begon op vrijdag 24 oktober. Tijdens het feest werden de prijswinnaars bekend gemaakt van verschillende wedstrijden, waaronder een voor het ontwerp van de origineelste boekenlegger. Op zaterdagmorgen werd er in de jeugdbibliotheek een voorleesuurtje georganiseerd waarbij de voorzitter van het bibliotheekbestuur uit een kinderboek voorlas. De feestweek werd op vrijdag 31 oktober beëindigd met een uitvoering door het Helftheuvelkoor.7
De voorzitter was toentertijd drs. J. van Binnebeke; het koor werd geleid door Hans Wagemakers.
7
67
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Boekenstop en boekenplan
Boekverwerking in 1979
Catalogiseren in 1979
In oktober 1976 besloot de bibliotheekdirectie om geen nieuwe boeken meer te kopen, ondanks een aanschaffingsachterstand van negentigduizend boeken. De financiële situatie was te zwak om nog nieuwe aankopen te doen: het beschikbare geld moest worden gebruikt om het personeel te betalen. Twee maanden later werd de boekenstop weer opgeheven. Ondertussen zat men bij de gemeente niet stil. Vooral wethouder Lensen trok zich het lot van de bibliotheek aan. Onder zijn verantwoordelijkheid kwam in 1977 het ‘boekenplan’ tot stand. Er werd een bedrag van ruim anderhalf miljoen gulden beschikbaar gesteld om het boekenbezit op peil te brengen. Vanaf zaterdag 15 oktober 1977 ging de hoofdbibliotheek weer elke zaterdag open, van tien tot één uur in de middag. Maar een half jaar later moesten bestuur en directrice van de bibliotheek toch weer een aantal noodmaatregelen nemen in verband met het nijpend personeelsgebrek. Tegelijkertijd voerde men serieuze besprekingen met het gemeentebestuur. Er werd bereikt dat een deel van de jaarlijkse subsidie, bestemd voor de aankoop van boeken, tijdelijk mocht worden ingezet om een personeelsuitbreiding van vier personen te bekostigen. In de herfst van 1978 kon eindelijk met de sollicitatieprocedures worden gestart; nog net voor de feestdagen waren er al een paar nieuwe krachten aan het werk. De uitvoering van het ‘boekenplan’, met als doel in vijf jaar het boekenbezit op peil te brengen, wierp inmiddels ook haar vruchten af. De lezers in de volwassenafdeling mochten vanaf 1 december drie studieboeken in plaats van twee lenen. De jeugd mocht voortaan twee studieboeken in plaats van één meenemen.
Twee jubilea Begin 1979 werd de bibliobus na tien jaar dienst vervangen door een geheel nieuw exemplaar. De balie van de bus werd op meer efficiënte wijze opgesteld en de boekenrekken waren minder hoog zodat de lezers er gemakkelijker bij konden. Voor het personeel werd een toilet in de bus geplaatst. De nieuwe bus reed op kostenbesparende dieselolie. Op maandag 5 maart 1979 werd de bus officieel in gebruik genomen. Het
68
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
voertuig was wederom geschilderd in een vrolijke paarse kleur. In 1979 was het bovendien vijf jaar geleden dat de bibliotheek haar intrek had genomen in de Hinthamerstraat. Ter ere van deze gelegenheid werd er een tentoonstelling gemaakt over de vele facetten van het bibliotheekwerk en over de werkzaamheden van de verschillende afdelingen van de bibliotheek. Met behulp van verhelderende zwart-wit foto’s werd er antwoord gegeven op vragen als: ‘Wat komt er allemaal bij kijken voordat een boek uitleenbaar is?’ ‘Welke taken heeft een openbare bibliotheek?’
Geplunderde boeken Er was duidelijk sprake van een opgaande lijn in het Bossche bibliotheekwezen, maar er bleef genoeg te strijden en te bestrijden over. ‘Vandalisme’ was een van de vijanden. Grootste ‘slachtoffers’ waren de boeken die mee naar huis werden genomen. Niet zelden bleken landkaarten uit reisgidsen, bouwschema’s uit technische boeken, soms zelfs hele katernen bij de lezer te zijn achtergebleven. De mensen van de bibliotheek vermoedden dat middelbare scholieren op deze manier hun scripties wat wilden verlevendigen. Zij schreven alle scholen van ’s-Hertogenbosch aan. In de brandbrief vroegen zij de docenten om de leerlingen naar de herkomst van illustraties te vragen; bovendien attendeerden zij de docenten op de waarde van illustratieve tekeningen van de leerlingen zelf. Tegelijkertijd richtten zij in de bibliotheek een informatiestand in met suggesties over de indeling van werkstukken, het doelmatig gebruik van bibliotheekmaterialen en de beste manier om aan illustratiemateriaal te komen.
De bibliotheekgemeenschap in de jaren tachtig In de loop der jaren had de Bossche openbare bibliotheek er verschillende filialen bij gekregen. De bibliotheken in de wijken Boschveld en Helftheuvel waren oorspronkelijk volksbibliotheken geweest. Filiaal De Rompert werd op 13 oktober 1980 voor publiek geopend. Deze filialen vormden samen met de hoofdbibliotheek aan de Hinthamerstraat en de bibliobus de ‘bibliotheekgemeenschap’.
69
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Filiaal Helftheuvel in 1972
In de hoofdbibliotheek waren verschillende afdelingen gevestigd, waaronder de afdeling boekverwerking, de centrale jeugdbibliotheek, de educatief medewerker, de bibliobus, de technische huishoudelijke dienst en de dienst Bejaarden Zieken en Gehandicapten (BEZIG).8 Met de filialen had men af en toe wel wat te stellen. Filiaal Boschveld werd door de inwoners van de wijk - vooral door de jeugd - vaak als ontmoetingsplek gebruikt. Als jongeren in de bibliotheek kaartspelletjes gingen doen riep dat irritaties op bij andere bezoekers en bij het personeel. Toen er in Boschveld een buurthuis in gebruik werd genomen kon het filiaal weer beter als bibliotheek functioneren. Ook het nieuwe filiaal De Rompert had regelmatig te kampen met roerige jongeren. Daar werd een surveillant aangesteld.
Samenwerking
Filiaal De Rompert in 1980
De dienst BEZIG was opgericht om mensen die niet in staat waren om zelf naar de bibliotheek te komen toch van boeken te kunnen voorzien. In 1990 werd de naam veranderd in AED: Afdeling Externe Dienstverlening. De afdeling verzorgde namelijk ook collecties voor instanties als scholen en serviceflats.
8
70
De centrale bibliotheek voerde een actief beleid ten aanzien van boek- en bibliotheekpromotie. Hiervoor werd nauw samengewerkt met de stichting Samenwerking Kunstzinnige Vorming (S.K.V.) en met de Schoolbibliotheekdienst. In het schooljaar 1982-1983 werd begonnen met het project Schrijvers op school. Het doel van dit project was om auteurs en kinderen dichterbij elkaar te brengen. Het voorbereiden van de Kinderboekenweek gebeurde vanuit het jeugdhoofdenoverleg, waarin alle hoofden van de jeugdafdelingen van de Nederlandse bibliotheken en de educatief medewerkers zitting hadden. Vanaf september 1984 werkte de bibliotheek samen met het Literair CafĂŠ in Den Bosch. De bibliotheekmedewerkers droegen zorg voor de documentatie over de schrijvers die in het Literair CafĂŠ werden uitgenodigd.
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Kopen, lenen, schenken Vroeger had men vanuit de bibliotheek nogal eens leden opgeroepen om boeken te schenken, maar die tijd was voorbij. Begin jaren tachtig was dankzij het ‘boekenplan’ de achterstand op het gebied van handboeken, naslagwerken en andere materialen weggewerkt. Sowieso was de collectie in het algemeen zowel kwantitatief als kwalitatief sterk verbeterd. Schenkingen in natura waren niet meer nodig, te arbeidsintensief (de geschonken boeken moesten altijd helemaal ingewerkt en gebonden worden) en bovendien bij nader inzien vaak niet bruikbaar. Desondanks was men heel blij met de honderd Turkse jeugdboeken die de stichting Welzijn Buitenlandse Werknemers Oost-Brabant de bibliotheek schonk. Sinds de jaren zeventig waren er ook in ’s-Hertogenbosch veel buitenlandse werknemers komen wonen, later dikwijls gevolgd door vrouw en kinderen. De Bossche bibliotheek stemde een deel van haar collectie af op immigranten. In het begin leende zij collecties Griekse, Italiaanse, Spaanse, Arabische en Turkse boeken bij de Landelijke Bibliotheek Centrale (L.B.C.). Na verloop van tijd begon zij met de opbouw van een eigen collectie buitenlandse boeken. Daarnaast werden er taalcursussen voor immigranten aangeschaft en werden er abonnementen genomen op Turkse en Arabische dag- en weekbladen.
Gewoon een heel ander medium Langzamerhand veranderde de openbare bibliotheek van een strenge instelling waar louter serieuze ontwikkelingslectuur uitgeleend werd, in een modern instituut. Het ‘goede’ lezen werd ‘plezierig’ lezen. Jonge personeelsleden droegen daar uiteraard hun steentje aan bij. De vierentwintigjarige jeugdbibliothecaris Martin Hol was een van hen. Hij had het beheer over zo’n drieëntwintigduizend kinderboeken, waartoe circa zeven- à achthonderd stripboeken. In het Brabants Dagblad van 7 oktober 1981 sprak hij vol overtuiging over de nieuwe tijdgeest: ‘Om stripboeken heeft heel lang een negatief waas gehangen. Het zou de lezers lui maken. Maar het is gewoon een heel ander medium dan wat wij als boeken beschouwen. Maar er zijn immers ook prentenboeken voor de jongsten, die op wat oudere leeftijd het eerste leesboek ongetwijfeld ook als een draak zullen zien.’ Hij koos duidelijk de zijde van het kind
71
Martin Hol was in 1978 één van de nieuwe medewerkers. Hij begon als jeugdbibliothecaris. Tegenwoordig is hij Hoofd Stadsbibliotheken.
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
9
toen hij de ouders, weliswaar begripvol, adviseerde: ‘Ouders moeten niet mee gaan lezen en zeggen: dat mag je niet lezen. Als je een kind iets ontzegt, wijst de praktijk uit dat hij dat op oudere leeftijd juist zal gaan doen. Al kan ik me wel voorstellen, dat ouders bepaalde grenzen trekken en zeggen ‘dat past helemaal niet in onze levensfilosofie.’9
Het kind staat centraal Martin Hol was een representant van de Nederlandse cultuur, waarin - niet alleen in de bibliotheekwereld - veel aandacht uitging naar het kind. In 1982 werd er in de bibliotheek aan de Hinthamerstraat een tentoonstelling gemaakt met als thema De kleuter en zijn boek. In een speciale ruimte werd aan de hand van tweehonderdvijftig kinderboeken een beeld geschetst van wat er zoal voor kleuters te lezen en te kijken viel. Ook konden kinderen in alle filialen meedoen aan het leesprogramma ‘Beestachtig’. Ieder kind dat een boek las kreeg een leesdiploma. In de filialen werden kleurplaten voor kleuters beschikbaar gesteld. Gekleurde platen werden opgehangen en vormden samen een groeirups. In het jaar daarop werd er in alle Bossche jeugdbibliotheken een nieuw leesprogramma geïntroduceerd met als titel: Opsporing verzocht. Het programma duurde van 1 maart tot 10 april. Kinderen konden boeken opsporen over schatten en smokkelaars. Elke deelnemer kreeg een speurpas en ontving voor elk gelezen boek een sticker. Als een kind tien boeken gelezen had, werd het verheven tot ‘superspeurneus’.
Bezuinigingen Martin Hol met een kijkdoos in 1989
72
In 1982 trof de Bossche bibliotheek flinke energiebesparende maatregelen. Dat was een fikse investering, maar deze leverde vervolgens jaarlijks behoorlijke bezuinigingen op. In het centrale gebouw werd in het eerste half jaar van 1983 twintigduizend kuub minder gas verstookt dan in de voorgaande jaren. Om in de sfeer te blijven werd begin 1983 de tentoonstelling ‘Energie in beeld’ georganiseerd. De tentoonstelling was opgezet door de Stroomgroep Stop Kernenergie Den Bosch. Er werd een overzicht gegeven van diverse vormen van energie: stadsverwarming, modern steenkoolverbruik, kernenergie, zonne-energie, wind-
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
energie en aardwarmte kwamen aan bod. Tevens werd er ingegaan op energieverbruik en -besparing. Wat besparingen betreft: in datzelfde jaar bezorgden de rijksbezuinigingen de Bossche bibliotheekmensen veel kopzorgen. Doordat ze minder subsidie ontvingen moesten ze een nieuwe regel invoeren: voortaan moest er een kwartje leesgeld per boek worden betaald. In 1987 werd de bibliotheek opnieuw getroffen door bezuinigingsmaatregelen van de overheid. Er zat niets anders op dan te stoppen met de uitleen in de bibliobus. Eind december 1987 reed hij voor het laatst.
Een nieuwe adjunct-directeur De bibliotheek werd druk bezocht en het aantal uitleningen werd steeds hoger. Er werd echter nog met een tamelijk ouderwetse uitleenadministratie gewerkt. Het systeem van kaarten, nummers en microfilm nam veel tijd in beslag en kende een grote foutkans. In 1980 trad een nieuwe adjunct-directeur in dienst, Gerrit de Rooij, die de automatisering als een van zijn voornaamste taken beschouwde. Daarmee wilde hij het personeelstekort, de werkdruk en de wachttijden bestrijden. De automatisering van de salarisverwerking, financiĂŤle- en lezersadministratie verliep vlot, maar de automatisering van de uitleenadministratie vroeg een flinke financiĂŤle aderlating. Gelukkig stelde de gemeente op dinsdag 21 september 1982 een krediet beschikbaar van vierenvijftigduizend gulden.
73
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Een voorhoede positie
Geautomatiseerd uitleensysteem in 1983
Op maandag 25 april 1983 werd het nieuwe, computergeregistreerde systeem in de bibliotheek in gebruik genomen. Wethouder Hans Dona van Culturele Zaken liet zich als eerste lezer in het computersysteem opnemen. De Bossche bibliotheek was een van de eersten in Nederland die op een geautomatiseerd uitleensysteem overschakelde en had de absolute primeur in Noord-Brabant. Alle boeken hadden een unieke streepjescode gekregen. Met behulp van een ´lichtpen´ las de computer de nieuwe streepjescodes van de boeken die werden uitgeleend of teruggebracht. Door dit nieuwe systeem kon de uitleen en inname van boeken veel sneller worden verwerkt. De computer bood ook een betere controle over het boekenbestand: het systeem signaleerde vermissingen sneller en reserveringen konden vlotter worden afgewerkt.
Alles automatisch!
Geautomatiseerd catalogus-systeem in 1985
Hans Dona, wethouder in ‘s-Hertogenbosch (1982-1994) en voorzitter van de Raad van Toezicht van de stadsbibliotheek vanaf 2004
74
Toen men eenmaal geroken had aan de vele voordelen van de automatisering ontstond vanzelf het verlangen naar een geautomatiseerd catalogussysteem. Net als het oude uitleensysteem kende ook het catalogussysteem een grote arbeidsintensiteit. Bij een boekaanschaf van twaalfduizend titels per jaar moesten er vijftigduizend kaarten worden ingevuld. Dit was zeer tijdrovend werk en de kaartcatalogus was nooit helemaal up-to-date. Op maandag 20 mei 1985, ruim twee jaar na de invoering van het geautomatiseerde uitleensysteem, werd de ouderwetse kaartencatalogus door computers vervangen. De officiële ingebruikname werd wederom verricht door wethouder Dona. Door de invoering van dit systeem was de hele Bossche bibliotheek nu geautomatiseerd. Met behulp van terminals en beeldschermen konden de leden voortaan allerlei informatie over boeken vinden en rechtstreeks zoeken in het bezit van de hoofdbibliotheek en de filialen.
Schermweergave van de eerste digitale catalogus in 1985
Muziek in de letteren In de jaren tachtig deden ook andere nieuwe media hun intrede in de bibliotheek: eerst diaseries en geluidscassettes, later grammofoonplaten, cd’s en videobanden. De drijvende kracht was - alweer - adjunctdirecteur De Rooij. In het kader van het optimaliseren van de dienstverlening vond hij de verdieping van de collectie ‘door het aanwenden van audio- en visuele middelen’ van urgent belang. Volgens hem was ‘beeld en geluid’ dé ontwikkeling van de toekomst, ‘maar we hebben nog geen cassettebandje in onze collectie.’ In 1985 was het zover: de bibliotheekdirectie diende een voorstel in bij de gemeente om een fonotheek op te richten. Daarbij pleitten zij ervoor om de populaire muziek ruim baan te geven: meer dan de helft van de aan te schaffen elpees zou popmuziek moeten bevatten. De gemeentelijke cultuurcommissie was niet laaiend enthousiast, integendeel. Zij achtten het populaire karakter in strijd met de taak van een bibliotheek: die bestond toch in essentie uit informatieoverdracht? Ook plaatsten
75
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Datapoint terminal in de stadsbibliotheek in 1985
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Gevelbeschildering van Har van de Put in 1985
Flyer uit 1985 ter gelegenheid van de opening van de fonotheek
De fonotheek in 2005
De fonotheek in 1989
76
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
zij grote vraagtekens bij een rendabele exploitatie. De bibliotheekdirectie verdedigde hun plan met verve: op deze manier wilde zij een groep lezers binnen de deuren houden die zonder fonotheek waarschijnlijk zou afhaken op het moment dat er (op achtienjarige leeftijd) contributie betaald moest worden.
Van lp naar cd Het waren spannende weken voor de vooruitstrevende, doch armlastige bibliotheek. Gelukkig gaven de raadslieden - pas bij de derde behandeling in de commissie Culturele Zaken - uiteindelijk toch hun fiat aan het voorstel, zij het niet allemaal met evenveel enthousiasme. Er werd een krediet beschikbaar gesteld van tweehonderdvijfenveertigduizend gulden, waardoor de bibliotheek met de platenuitleen kon beginnen. Ter ere van de nieuwe fonotheek werd er op donderdag 29 augustus 1985 een kleurrijke schildering aangebracht op de gevel van de hoofdbibliotheek. Dit gebeurde op initiatief van de jonge kunststichting Artis in ‘s‑Hertogenbosch. Op de schildering, het werk van de Bossche kunstenaar Har van de Put, waren personen en muziekinstrumenten te zien. Op zaterdag 14 september 1985 werd gestart met het uitlenen van een collectie grammofoonplaten en cd’s. Er waren honderdvijftig cassettes bij met Turkse en Arabische muziek. Voor het lenen van een elpee moest anderhalve gulden betaald worden; voor een cd drie gulden. Na een week moest het materiaal teruggebracht worden. Een paar jaar later werd er ook een collectie bladmuziek van vijfendertighonderd titels beschikbaar gesteld in de Bossche bibliotheek. Vanaf die tijd beschikte de bibliotheek over een volwaardige muziekafdeling. In het Brabants Dagblad van zaterdag 23 september 1989 stond: ´Geen enkele musicus uit Den Bosch en omstreken mag deze collectie ongebruikt laten!´ In de loop van de jaren negentig werd de collectie langspeelplaten uit de roulatie genomen; daarvoor in de plaats kwamen cd’s. De collectie van de fonotheek werd in 1992 uitgebreid met tweeduizend extra (voornamelijk klassieke muziek) cd’s.
77
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Een succesformule De fonotheek was van meet af aan een groot succes. Tot 1 januari 1986 werden al meer dan negenenvijftigduizend platen en cd’s uitgeleend. Dankzij de inkomsten die voortkwamen uit de megapopulaire fonotheek kon de bibliotheek op den duur haar deuren langer open houden. Vanaf september 1988 werden de openingstijden van de stadsbibliotheek met acht uur uitgebreid, van drieëndertig naar eenenveertig uur per week. De bibliotheek was nu elke dag tot acht uur open, en ‘s zaterdags tot vier uur. De wijziging van de openingstijden werd op zaterdag 3 september op muzikale wijze ingeluid. In de Hinthamerstraat werd het winkelende publiek op draaiorgelklanken getrakteerd en in de bibliotheek kon afwisselend geluisterd worden naar een Turkse muziekgroep en een kamermuziekensemble. Tussen de boekenkasten speelde een accordeonist walsen en musettes.
Afscheid van Mops Sormani
In 1987 volgt G. de Rooij P. Sormani op als directeur
78
Op woensdag 14 januari 1987 legde Mops Sormani haar werk als directrice neer. Tevreden keek zij terug op de eenentwintig jaar van haar directoraat en op alles wat er in de loop der jaren was bereikt. Toen zij in 1966 aan haar taak begon was ’s-Hertogenbosch in haar ogen nog maar een provinciestadje met weinig voorzieningen, ‘en de bibliotheek was navenant.’ Ze prees de nauwe samenwerking met de gemeente en hun financiële ondersteuning: in 1966 bedroeg de subsidie tachtigduizend gulden, nu anderhalf miljoen. De volgende dag werd zij opgevolgd door Gerrit de Rooij, die reeds zeven jaar als adjunct-directeur aan de Bossche bibliotheek was verbonden. Een van de eerste evenementen die hij als directeur organiseerde was een speciale promotieweek. In de tweede meiweek van 1987 werd de collectie videobanden extra onder de aandacht van het publiek gebracht. Dit sloot aan bij een landelijke campagne. Er werd een tentoonstelling gehouden over verfilmde boeken; een andere expositie ging over het werken met video. Tijdens het voorleesuurtje voor de jeugd werd deze keer niet voorgelezen, maar een film gedraaid. Het doel van
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
de promotieweek was het verlagen van de drempel van de bibliotheek, juist voor mensen die niet veel lazen. De collectie videobanden zou hen hopelijk toch naar de bibliotheek lokken.
Het eerste internet In 1987 kreeg de bibliotheek honderzevenenzestigduizend gulden subsidie om het Informatie Project ’s-Hertogenbosch (IPH) op te zetten. Dit informatieproject was een samenwerkingsverband tussen de openbare bibliotheek en Divers, de Bossche stichting voor sociaal en cultureel werk. Het doel van het project was het tot stand brengen van digitale, informatieve databanken. Het IPH was helemaal in lijn met de doelstelling die de openbare bibliotheek van oudsher had: een centrum van informatieoverdracht, een instituut waar mensen ter plekke gratis informatie kunnen krijgen. De kracht van het ultramoderne systeem was dat alle informatie op één plek verkrijgbaar was. Medio 1990 was het project vergevorderd. De informatie was te raadplegen via beeldschermen in de bibliotheken, in enkele buurthuizen, bij Divers en op het Stadskantoor. De databank bevatte vooral plaatselijke informatie. Men kon er opzoeken waar je een cursus lassen of Engels zou kunnen volgen. Ook vond men er veel praktische informatie over hoe bijvoorbeeld de politie en de sociale dienst werkten. Directeur De Rooij was tevreden, maar zag nog wel meer mogelijkheden: ‘De informatie die er nu in zit, is goed. Maar het kan beter en uitgebreider. We willen er ook informatie in hebben waar acute behoefte aan is, bijvoorbeeld toeristeninformatie van de VVV en de medische informatie van de GGD. De mensen kunnen dan zelfs in het weekend of ‘s avonds laat nog even nakijken wat ze de volgende dag met hun ‘dagje uit’ in de buurt kunnen gaan doen of welke huisarts er weekenddienst heeft.’
79
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Weer een feestje in de stad
Boekenmarkt in 1990
80
In 1990 vierde de openbare bibliotheek haar diamanten jubileum. Burgemeester Burgers kwam de jubilaresse op maandag 1 oktober een bijzonder cadeau brengen, namelijk: een nieuwe naam. De gemeente was namelijk ingegaan op het verzoek van het bestuur van de bibliotheek om de naam Stadsbibliotheek te mogen voeren. In vijfenzeventig jaar was de ‘openbare leeszaal en boekerij’ uitgegroeid tot het Bossche centrum van informatieoverdracht. Boeken, kranten, tijdschriften en exposities waren in de loop der jaren aangevuld met lp’s, video’s, bladmuziek, computer-informatieprogramma’s en databanken. De waardering voor deze functieverschuiving kwam tot uitdrukking in het groeiend aantal leden: van achttienduizend leden en zeshonderdduizend uitleningen in 1978 naar vierendertigduizend leden en bijna een miljoen uitleningen in 1990. Ongeveer vijfentachtig procent van de Bossche bevolking maakte gebruik van de faciliteiten van de stadsbiliotheek. Ter gelegenheid van al deze positieve ontwikkelingen en het jubileum werden verschillende feestelijkheden georganiseerd. Op dinsdag 2 oktober 1990 verrichtte burgemeester Burgers de officiële opening van de tentoonstelling over de vijfenzeventigjarige geschiedenis van de bibliotheek. Tijdens de voorbereidingen van deze tentoonstelling werd naarstig gezocht naar de film uit 1935, Het leven der boeken. Via de media werd de Bosschenaren gevraagd of men misschien meer wist over de verblijfplaats van deze film. Helaas bleef de documentaire onvindbaar. Natuurlijk werd de jeugd niet vergeten. Er was een groot kinderfeest met als thema ‘jarig zijn’, een dagboekwedstrijd voor kinderen van tien tot veertien jaar en ten slotte mochten alle kinderen van de Bossche basisscholen zelf boekjes maken. De bibliotheek zorgde voor de benodigde materialen en zelfs voor zeefdrukpersen. Een groep leerlingen bood de ongeveer veertig boekjes op officiële wijze aan de bibliotheek aan. Dat gebeurde tijdens het verjaardagsfeest van de bibliotheek, dat gevierd werd op zaterdag 13 oktober. Die dag werd er ook een uitgebreide boekenmarkt gehouden rond de kathedrale Sint Jan. Er stonden zo’n vijfenzestig kramen van de bibliotheek, particulieren en boekhandelaren. Tegelijkertijd werden er elders in de stand literaire voordrachten gehouden. Ook was er muziek en poppentheater. Mede dankzij het
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
prachtige herfstweer werd de dag een groot succes. ’s Avonds volgde nog een subliem jubileumfeest in het Theater aan de Parade. De Rotterdamse dichter en nachtburgemeester Jules Deelder presenteerde daar, naast een eigen theaterinbreng, de taalkunstenaar Drs. P. en de Vlaamse muzikant Raymond van het Groenewoud.
v.l.n.r. Jules Deelder, Drs. P. en Raymond van het Groenewoud
Contact met kinderen In de jaren negentig werd de educatieve functie van de bibliotheek steeds meer uitgebouwd. Medewerkers van de jeugdbibliotheek verzorgden lezingen op ouderavonden. Regelmatig werden klassen van Bossche basisscholen uitgenodigd om de centrale vestiging te bezoeken. De kinderen werden met al hun vragen en verzoeken uiterst serieus genomen. Toen een meisje op het serviceformulier van de bibliotheek te kennen gaf dat ze graag boeken over wandelende takken en over biljarten zou lenen, reageerde een medewerker met een vriendelijk briefje vol uitroeptekens: ‘Er zijn maar heel weinig boeken over wandelende takken geschreven! We willen ze wel kopen, maar ze zijn er niet! Als je een boek over biljarten wilt lenen, mag je wel van de volwassen afdeling lenen. Dit moet je wel eerst even aan het informatiebureau op de jeugdafdeling vragen. Tot ziens in de bibliotheek!’
81
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Een ander meisje schreef op het serviceformulier: ‘Ik heb een klacht voor jullie: altijd als ik boeken leen zit er iets vies op, kunnen jullie daar niets aan doen? Dag en alvast bedankt.’ Ook haar vraag werd netjes beantwoord: ‘Allereerst bedankt voor je briefje! Ook wij vinden vieze boeken erg vervelend! Heel veel kinderen lenen de boeken, maar niet iedereen is er even zuinig op als jij, hoor. Als de boeken vies zijn, proberen we deze zoveel mogelijk schoon te maken, maar soms lukt dat niet zo goed! Als je weer een vies boek tegenkomt, geef je het maar aan de mevrouw aan de balie. Je hebt nu vast vakantie. Lees maar lekker veel hoor! Tot ziens!’
Verbouwing
Voluit: het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. Het doel van dit in 1937 in ’s-Hertogenbosch opgerichte genootschap was: ‘bevordering van kunsten en wetenschappen in het algemeen en meer in het bijzonder in de Provincie NoordBrabant’. 10
82
Begin jaren negentig kreeg de stadsbibliotheek aan de Hinthamerstraat toch weer te kampen met een ruimtegebrek. Er was onder meer tekort aan beschikbare meters boekenplank. In overeenstemming met de norm zou er meer dan vierduizend meter beschikbaar moeten zijn, terwijl de bibliotheek slechts over zo’n tweeduizend meter beschikte. De Bossche architect Marius van den Wildenberg ontwierp in 1993 een plan voor een grote interne verbouwing en herinrichting, dat in 1994 werd gerealiseerd. Doordat de hele vleugel van de Sint Josephstraat bij de bibliotheek werd getrokken - tot die tijd huurde het Provinciaal Genootschap10 dit deel van het gebouw - kwam er meer ruimte voor de fonotheek, de studiezaal en de boekenkasten. De hele bibliotheek werd opnieuw gemeubileerd. Het meest opzienbarend was de facelift die de voormalige binnenplaats onderging. Door alle lectuur naar de zijruimtes te verplaatsen ontstond een groot binnenterrein. Daarin werden drie ‘eilanden’ gecreëerd: één voor de balie, een tweede voor de leestafels en een derde voor de computers. Na een sluiting van drie weken gingen de deuren - die trouwens ook waren vernieuwd - op zaterdag 12 maart weer open. De loftuitingen waren niet van de lucht. ‘Het is net een sfeervol dorpsplein’, reageerde een bezoeker.
De herinrichting van 1994 >
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Balie Dvd- en videokast Displaymeubel Kasten met informatieve boeken
Het mechanisch innemen van boeken
83
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
De bibliotheekgemeenschap in de jaren negentig De filialen Helftheuvel en De Rompert vervulden een belangrijke functie als wijkbibliotheek; vooral de jeugd maakte veel gebruik van deze vestigingen. Filiaal Boschveld leidde daarentegen een kwijnend bestaan. Deze bibliotheek had te kampen met lage uitleencijfers en werd per 31 december 1992 gesloten. In februari 1994 werd daarentegen in het stadsdeel Maaspoort een jeugdfiliaal (De Schans) geopend. Dat was geen overbodige luxe: er woonden daar vijfendertighonderd kinderen onder de veertien jaar en de dichtstbijzijnde bibliotheek stond kilometers verderop, in een andere wijk. Per 1 januari 1997 fuseerde de stadsbibliotheek met de openbare bibliotheek van Rosmalen. Vanwege de ligging (de Rosmalense bibliotheek lag verder van het Bossche centrum dan de filialen) en de omvang van het werkgebied werd de bibliotheek in Rosmalen een ‘subcentrale’. In de praktijk betekende dit dat de collectie van Rosmalen een afspiegeling vormde van de collectie van de Bossche bibliotheek. In 1997 bestond de Stichting Openbare Bibliotheek Den Bosch uit de centrale stadsbibliotheek, vier filialen en subcentrale Rosmalen.11
Bibliotheek Rosmalen in 2000
Boekentrein in filiaal De Schans
Door de fusie met Rosmalen was filiaal De Biechten erbij gekomen, dat in Rosmalen lag.
11
84
Bibliotheek Rosmalen in 2000
Periode IV Hinthamerstraat 1974 - 2000
Een zwarte dag in de geschiedenis van de stadsbibliotheek Op vrijdagmiddag 11 december 1998 vond er een verschrikkelijk incident plaats in de stadsbibliotheek aan de Hinthamerstraat. Een man uit Aarle-Rixtel, Theo Oerlemans, zat rustig op een stoel de krant te lezen terwijl zijn vrouw boodschappen deed. Plotseling werd hij zo ernstig met een mes gestoken dat hij ter plekke stierf. De dader was een zwerver die de laatste tijd wel eens vaker de bibliotheek in was gelopen om zich wat op te warmen. Pas na twee weken werd hij gevonden en gearresteerd. Hij bleek een zeventwintigjarige man die aan schizofrenie leed. Zijn moeder had verschillende pogingen gedaan om hem te laten opnemen, maar zonder resultaat. In de rechtszaal vertelde de dader dat hij een ernstig delict wilde plegen om voor langere tijd onderdak te krijgen. Hij kreeg tbs met dwangverpleging opgelegd. De dramatische gebeurtenis had een traumatische invloed op de getuigen. Veel bibliotheekmedewerkers kampten jaren later nog met angstgevoelens.
85
Intermezzo Vooruit naar vroeger 4
Intermezzo Vooruit naar vroeger 4
Geefhuis De bibliotheek kreeg in 1974 een nieuwe locatie in een pand dat eeuwenlang dienst had gedaan als Geefhuis. Enerzijds kun je denken: What’s in a name?, maar anderzijds kan een naam een bron van inspiratie zijn. Een gebruik dat eeuwenlang aanleiding gaf tot die bijzondere naam kan in het hier en nu van de eenentwintigste eeuw nog steeds motiveren om het werkwoord ‘geven’ als centraal concept van de bibliotheek te kiezen. De huidige bestemming van het oude Geefhuis wijkt in sublieme vorm niet ver af van de oorspronkelijke doelstelling van het pand. Het gaat nu niet zozeer om materiële goederen zoals brood en kleding, maar wel om geestelijk voedsel en cultuurgoederen waar een mens zich veilig, warm en geborgen bij kan voelen, die energie geven en geestelijke groei en ontwikkeling bevorderen.
Geven en nemen ‘Geven’ maakt het hart van de bibliotheek uit; in de jaren zeventig opvallend genoeg ook in de passieve zin van ‘gaven ontvangen’. In de periode dat de nieuwe locatie gezocht en gevonden werd ontving de bibliotheek immers een flink geldbedrag van het gemeentebestuur. Deze buitengewone financiële steun was bedoeld en werd ervaren als teken van vertrouwen: de gemeente bracht op deze manier tot uiting dat zij geloofde in de levensvatbaarheid van de openbare Bossche bibliotheek op de nieuwe locatie. Deze vorm van betrokkenheid kwam ook van andere organisaties. Het is een belangrijke waarde van een stad als culturele organisaties elkaar niet bestrijden, maar aanmoedigen en saamhorig zoeken naar manieren om naast en met elkaar te werken aan een vitale, vernieuwende, geestverrijkende en -verruimende stadscultuur.
86
Intermezzo Vooruit naar vroeger 4
Open huis In vergelijking met de voorgaande bibliotheekpanden blonk de bibliotheek in de Hinthamerstraat uit in ruimtelijkheid en transparantie. Dat kwam tot uiting in de architectuur van het grote pand, met opengewerkte muren en een glazen dak, maar ook en vooral in de boekenkasten waar de bibliotheekleden zelf boeken uit konden halen. Openheid in materiële zin werd van meet af aan verbonden met openheid in de sociale betekenis van het woord: de bibliotheek is er vóór iedereen en ván iedereen. Directie en bestuur volgden de demografische ontwikkelingen van de stad en pasten hun bestand (aan boeken en later onder meer ook aan muziek) daarop aan. Deze instelling getuigde van flexibiliteit en gastvrijheid en zit misschien wel in de genen van de Bossche cultuur. In onze eeuw werd een paar jaar lang onderzoek gedaan naar de meest gastvrije stad van Nederland, waarbij vooral gelet werd op de waardering van de bezoekers. Vier keer op een rij (van 2010 tot 2014) won ‘s-Hertogenbosch deze publieksprijs. De Bossche bibliotheek heeft daar wellicht haar steentje aan bijgedragen.
Schoenmaker blijf bij je leest Oftewel: bibliotheek, blijf bij het lezen... In de jaren zeventig ontstond een discussie over de doelstelling van de bibliotheek, die nog steeds voortgaat. Sinds die tijd stelde de Bossche bibliotheek steeds meer rijkdom aan kennis, cultuur en informatie beschikbaar aan alle inwoners van ‘s-Hertogenbosch en omgeving. In dat proces kwamen boeken iets minder centraal te staan; cultuurdragers als elpees, cd’s, partituren, stripboeken en talencursussen deden hun intree in Hinthamerstraat 72. ‘Waarom niet?’ vonden de ‘rekkelijken’ in de bibliotheekwereld en voegden eraan toen dat op die wijze ook minder fanatieke lezers gemotiveerd bleven om de bibliotheek te bezoeken. ‘Preciezen’ dachten daar anders over. Zij gingen ervan uit dat het geschreven cultuurgoed - het bewaren en verspreiden daarvan - de kerntaak van de bibliotheek is en waren van mening dat het wezen van de bibliotheek aangetast zou worden als het aanbod niet principieel beperkt bleef tot de talige cultuur. Interessante vragen doemen op: is er toekomst voor de bibliotheek als er ‘muziek in de letteren’ blijft klinken, of neemt de bibliotheek dan juist een riscio
87
Intermezzo Vooruit naar vroeger 4
haar identiteit en daardoor haar bestaansrecht te verliezen? Betekent ‘vooruit naar vroeger’ in dit opzicht dat de toekomst van de bibliotheek verzekerd is als zij terugkeert naar haar oude talige kern van studie en collectie?
De Bibliothecaris Giuseppe Arcimboldo, 1566
88
Aandacht voor ouderen Op 1 mei 2000 nam Gerrit de Rooij afscheid en trad Hans Derks aan als de nieuwe directeur van de openbare bibliotheek van ‘s-Hertogenbosch. Hij begon zijn werk in een periode dat de invloed van de digitale dienstverlening steeds zichtbaarder werd. Om ervoor te zorgen dat ook ouderen het nieuwe lenen in hun vingers zouden krijgen, werd er in de herfst van 2002 een ouderenweek georganiseerd. De senioren kregen een rondleiding door de stadsbibliotheek met catalogusuitleg, er was een ‘internetsurfspeurtocht’ uitgezet en er waren internetdemonstraties. Daarnaast waren er allerlei andere activiteiten: een literaire middag met schrijfster Marjan Berk, een workshop voorlezen aan klein(e)kinderen, een workshop levensverhalen schrijven, een lezing over stamboomonderzoek en een lezing met als titel Creëer je eigen toekomst, over zingeving. Minder mobiele ouderen werden nog steeds niet vergeten. Al in 1974, het jaar van de verhuizing naar de Hinthamerstraat, was de dienstverlening Boeken aan huis opgericht. Deze bezorgservice, die alleen maar in waarde was toegenomen, werd en wordt door talloze vrijwilligers gedragen. De BiEB wil de huiskamer van de stad zijn; de vrijwilligers brengen de bibliotheek naar de huiskamers van minder mobiele stadgenoten, die bovendien niet zelden kampen met gevoelens van eenzaamheid en sociaal isolement. Diegenen die de boeken brengen vervullen daarom een niet te onderschatten sociale functie: zij maken een praatje en krijgen vaak een bakske koffie aangeboden. Op die manier werden er in 2002 ruim tweeduizend bibliotheekboeken uitgeleend. Ten slotte verzorgde de bibliotheek aan het begin van de eenentwintigste eeuw boekencollecties voor zeven verzorgings- en bejaardentehuizen en voor de drie grote ziekenhuizen in de stad.
Hans Derks
89
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Periode V Hinthamerstraat 2000-2015
Aladin is de hoofdpersoon van een van de bekendste verhalen van de Arabische verhalenbundel Duizend en een nacht, namelijk Aladin en de wonderlamp. Aladin is een zwerver die een lamp vindt waar een geest in huist. Deze geest of djinn kan wensen in vervulling doen gaan.
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
1
Al@din In 2003 werd er op internet een landelijke vragendienst van de openbare bibliotheken in Nederland opgericht, het Algemeen Landelijk Dekkend Digitaal Informatie Netwerk, oftewel: al@din.1 Al@din maakte het mogelijk dat een vraag binnen vierentwintig uur werd beantwoord. Acht Bossche bibliotheekmedewerkers kregen een cursus om met al@din te kunnen werken. Door internet ontstonden er nieuwe contactmogelijkheden tussen de bibliotheek en haar leden. Zo kon de catalogus van de bibliotheek voortaan via internet thuis worden bestudeerd. Mensen hoefden niet meer altijd naar de bibliotheek te komen; de bibliotheek kon voortaan ook thuis bezocht en geraadpleegd worden. Vanaf 2005 konden bibliotheekleden zich aanmelden voor een digitale nieuwsbrief.
Proeftuin
De wethouder voor Cultuur Roderick van de Mortel
In april 2007 werd hij benoemd tot burgemeester van Vught.
2
90
In de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw kende ‘s-Hertogenbosch verschillende wethouders van Cultuur met hart voor de bibliotheek; één van hen was Roderick van de Mortel.2 Hij was één van de belangrijkste pleitbezorgers voor het toedienen van een financiële injectie van 1,1 miljoen euro. Daarnaast zorgde hij voor een structurele verhoging van de subsidie van tweehonderdzestigduizend euro, die in twee fases - in 2003 en in 2004 - werd gerealiseerd. Dit waren ongekende gebeurtenissen in de economische historie van de bibliotheek. Die geschiedenis was immers doorspekt met woorden als ‘tekorten’, ‘inkrimpingen’ en ‘bezuinigingen’. Het bedrag van 1,1 miljoen euro moest worden ingezet voor de herinrichting van de stadsbibliotheek aan de Hinthamerstraat. Er was namelijk een idee ontstaan om het stadsarchief en de stadsbibliotheek op den duur samen te herhuisvesten op een vrijkomend terrein. Sinds bekend was geworden dat het oude Groot Ziekengasthuis uit het centrum zou vertrekken waren alle ogen op dat GZG-terrein gericht. De werktitel van het toekomstige GZG-terrein luidde: het ABC-kwartier, waarbij de ‘A’ voor ‘Archief’ stond, de ‘B’ voor ‘Bibliotheek’ en de ‘C’ voor ‘Commercële functies’.
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Een droom leek uit te komen: eindelijk eens nieuwbouw, een eigentijdse uitvalsbasis voor de bibliothecaire acties in de hele stad! Het zou echter nog jaren duren voordat het ziekenhuis zou verhuizen. Daardoor was het onontkoombaar dat de bibliotheek ook in het huidige pand moest investeren. ‘Anders’, legde Hans Derks uit, ‘hebben we over een paar jaar nog wel een bibliotheek, maar geen bezoekers.’ Het verband tussen enerzijds de grondige opknapbeurt van het eeuwenoude pand op korte termijn en anderzijds de mogelijke nieuwbouw op latere termijn werd uitgewerkt in het concept van de ‘proeftuin’: de stadsbibliotheek zou alvast allerlei vernieuwingen invoeren om zo in het toekomstige hypermoderne onderkomen beslagen ten ijs te komen.
Eén herinrichting en twee verhuizingen Naast de stadsbibliotheek waren er nog vijf wijkvestigingen; ook deze werden tegen het licht gehouden. Daarbij was de publieksvriendelijkheid een belangrijk speerpunt. De bibliotheek in de wijk Helftheuvel kwam als eerste in aanmerking voor een grondige opknapbeurt. Op vrijdag 25 juli 2004 vond in bijzijn van wethouder Van de Mortel en directeur Derks de officiële heropening plaats. De bibliotheekbezoekers waren zeer te spreken over het resultaat. De ruimte was veel lichter en ruimer, er waren meer computers geïnstalleerd en er was extra zitruimte gecreëerd. Bijna twee jaar later was filiaal De Rompert aan de beurt. Zesentwintig jaar lang had deze bibliotheek deel uitgemaakt van het winkelcentrum De Rompert. Het pand voldeed allang niet meer aan de moderne eisen en verwachtingen. Gelukkig kwam er een mooie ruimte vrij in een nabijgelegen kantoorvilla. Op woensdagochtend 7 juni 2006 hielpen de kinderen van basisschool De Springplank een handje mee. Met behulp van winkelwagentjes verhuisden zij de eerste veertienhonderd bibliotheekboeken van de oude bibliotheek naar de nieuwe. Hiermee markeerden zij de start van de verhuizing. Op donderdag 15 juni vond de opening van de nieuwe bibliotheek De Rompert plaats. In 2009 verhuisde ten slotte de bibliotheek in Rosmalen van de oude locatie in de Dorpsstraat naar een gloednieuw onderkomen in cultuurcentrum Perron-3. De openingsfestiviteiten vonden plaats op zaterdag 4 april. Er was een poppenkast voor de kinderen, een wijnproeverij voor de
Filiaal De Rompert in 2008
Filiaal Helftheuvel
91
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
ouderen en een consulente die van alles over kleur, kleding, make-up en stijl vertelde. De stijlvolle, ultramoderne bibliotheek vormde daarvoor een schitterend en passend decor. In het eerste jaar van de opening steeg het ledenaantal met vijfentwintig procent en ook het aantal uitleningen van boeken en dvd’s nam fors toe. De mooie presentatietafels wierpen duidelijk hun vruchten af. Materialen die in een bepaalde periode in de schijnwerpers werden gezet gingen steevast als zoete broodjes over de toonbank.
De entree van Perron-3 en de Rosmalense BiEB
Het nieuwe interieur van de Rosmalense BiEB
92
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
De ‘i’ van informatie In 2005 bestond de Bossche bibliotheek negentig jaar. Dat jubileum werd niet expliciet gevierd, maar het was wel een jaar vol vernieuwingen en verrassingen. Zo werd er een nieuwe huisstijl ingevoerd die paste bij de ingeslagen koers van vernieuwing. Een ontwerpbureau bedacht het heldere en hippe woordmerk BiEB, waarin een duidelijke ‘i’ van informatie zichtbaar is. Om het puntje van de ‘i’ is een open cirkel geplaatst: de informatie is beschikbaar in een openbare ruimte waar alle mensen welkom zijn. Het logo maakt heel duidelijk dat de bibliotheek veel meer is dan een boekenpakhuis: zij is uitgegroeid tot een centrale ontmoetingsplek in de stad, een bron van kennis waar iedereen uit mag putten.
BiEBplein In aansluiting met de nieuwe huisstijl onderging de stadsbibliotheek in de zomer van 2005 een intensieve verbouwing. Architect Aat Vos van Aequo Architecturals uit Donderen kreeg de opdracht zich om de herinrichting van het interieur te bekommeren. Gedurende de zomervakantie werd er met man en macht verbouwd; op woensdag 6 september ging de bibliotheek weer open… en lag de directeur met een hernia in het ziekenhuis! Het openingsfeest voor het publiek vond plaats in het eerste weekend van oktober: een groot feest met muzikale optredens, kindervoorstellingen, goochelaars, gebak en ballonnen.
Het BiEBplein
93
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015 Het BiEBplein
De nieuwe bibliotheek straalde vrolijkheid en openheid uit. In het midden van het pand, waar ooit de binnenplaats was, was een BiEBplein gecreĂŤerd met een gezellig en uitnodigend horecagedeelte. Kleur stond centraal in het nieuwe interieur. De leeszaal was blauw geschilderd, de afdeling Beeld & Geluid fuchsia en de jeugdbibliotheek knaloranje. Niet alleen die kleur viel in de jeugdBiEB op; ook de drie grote, witte, multifunctionele kubussen die in het midden van de ruimte waren geplaatst. Ze doen nog steeds dienst als boekendragers en hebben daarnaast een trap naar een hoger gelegen, knusse ruimte met zitzakken en kijk- en luistermogelijkheden.
94
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Tegelijkertijd werd het concept van selfservice in de Bossche bibliotheek geïntroduceerd: voortaan konden lezers zelf hun materialen inleveren en lenen. Sinds die tijd zitten medewerkers van de bibliotheek weliswaar nog steeds achter een balie - die open en toegankelijk is -, maar zij lopen ook als gastvrouwen en gastheren in het gebouw rond om de mensen op een actieve wijze van informatie te voorzien.
De jeugdBiEB
Samen! Samenwerken staat hoog in het vaandel van de Bossche openbare bibliotheek. Zo liep er sinds een aantal jaren een loyaliteitsprogramma voor de leden: de ‘Uitmetjebiebpas’. Mensen konden op vertoon van hun biebpas profiteren van allerlei acties van culturele organisaties in de provincie.3 De BiEB doet mee met bijna alle landelijke evenementen zoals Nederland Leest, de Maand van de Spiritualiteit (januari), de Maand van de Filosofie (april), de Maand van het Spannende Boek (juni) en de maand van de Geschiedenis (oktober). De Maand van het Schrijven vindt altijd in september plaats en is een uniek door de stadsBiEB georganiseerd
Dit programma bestaat nog steeds, maar heet tegenwoordig ‘Voordeelmetjebiebpas’.
3
95
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
evenement. Er zijn dan diverse schrijfworkshops en bekende auteurs en uitgevers vertellen over hun passies en uitdagingen.
Lezen, dichten en voorlezen
Famke Steggerda, een voorleesfinalist
Een daisy-rom is een speciaal cd-schijfje waarop een boek wordt voorgelezen. Om naar een daisy-rom te kunnen luisteren is een speciale daisy-speler nodig. 4
De winnares werd Bo Vanluchene.
5
96
Onder het motto ‘Lezen kan altijd, door iedereen en overal’ werd er van 15 november tot 14 december 2008 in alle Brabantse bibliotheken aandacht geschonken aan de landelijke campagne over aangepast lezen. Natuurlijk stond de uitgebreide collectie grootletterboeken, luisterboeken en daisy-roms centraal.4 Tegelijkertijd werd er contact gezocht met huisartsenposten en verzorgingshuizen om dit deel van de collectie meer bekendheid te geven. In diezelfde drukke feestmaand trof men ook al voorbereidingen voor het jaarlijks terugkerende evenement ‘Brabant Gedicht’. Deze gedichtenwedstrijd werd samen met medewerkers van bibliotheek Twee Bronnen in zusterstad Leuven georganiseerd en richtte zich speciaal op jongeren uit de Nederlandse en Vlaamse provincie Brabant. Op maandag 5 januari 2009 vond de Nederlandse voorronde plaats, op zaterdag 31 januari was de internationale finale van de vijfde editie in de bibliotheek van ’s-Hertogenbosch.5 Natuurlijk werkt de Bossche bibliotheek ook nauw samen met de Stichting Lezen. Eén van de gemeenschappelijke activiteiten is de Nationale Voorleeswedstrijd. De Bossche bibliotheek organiseert de voorrondes voor de basisschoolleerlingen in ’s-Hertogenbosch. Rond de Kinderboekenweek wordt er per school een voorleeskampioen uitgekozen. De beste kandidaten mogen naar de finale. Op woensdag 18 februari 2009 streden - na een aantal voorrondes met een record aantal van vierentwintig schoolkampioenen (afkomstig uit groep 7 en 8) - uiteindelijk zes finalisten voor de titel van Bossche Voorleeskampioen.
De ‘Verandervisie’ wordt beloond In 2008 publiceerde bestuur en directie van de BiEB haar ‘Verandervisie’. Daarin werd beschreven hoe zij zich in de nabije toekomst wil ontwikkelen tot een ‘programmerende’ bibliotheek: een platform van activiteiten en diensten en een ontmoetingsplaats voor alle inwoners van de gemeente. Weer was er een wethouder van Cultuur die zich
Project 0-13
Rodney Weterings, in 2009 Wethouder van Cultuur
In 2009 had wethouder Weterings al een eerste pilot-schoolBiEB geopend op basisschool De Springplank in de wijk De Rompert. Dit project verliep succesvol en in het voorjaar van 2010 presenteerde de Bossche bibliotheek dan ook officieel een voor Nederland unieke bibliotheekformule: de eerste echte schoolBiEB werd geopend op basisschool Sterrenbosch. Directeur Edward Vinken noemde de fleurig oranje geschilderde kasten vol mooie boeken ‘een heus cadeautje voor mijn school.’ Voortaan was er altijd een hedendaagse en passende collectie boeken op school aanwezig. De collectie is bovendien niet statisch, maar wordt steeds vernieuwd en aangevuld. Eind 2010 waren er twaalf schoolbibliotheken geopend. De logistieke operatie van de vestiging van schoolBiEBs op alle vijftig Bossche basisscholen werd in 2013 afgerond. Na de zomervakantie werden er nog drie schoolBiEBs geopend op drie scholen voor speciaal onderwijs. Toen beschikten alle Bossche kinderen en leerkrachten elke schooldag over een gloednieuwe collectie boeken en ondersteuning door professionele bibliotheekmedewerkers.
97
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
hard maakte voor de Bossche bibliotheek. Dankzij de daadkracht en het enthousiasme van Rodney Weterings wisten steeds meer mensen de ‘Verandervisie’ op waarde te schatten. Tijdens de gemeentelijke raadsvergadering op dinsdagavond 10 november 2009 stonden de toekomstplannen van de bibliotheek op de rol. Tot grote vreugde van velen werd er besloten om het door de bibliotheek gewenste bedrag van 1,7 miljoen euro vrij te maken voor de realisatie van een uniek project: het opzetten van school- en buurtBiEBs. In de raad had niemand tegengestemd; het was een fantastisch eindejaarsgeschenk. Er werd een projectgroep geïnstalleerd die per 1 januari 2010 direct aan de slag ging. Een beter begin van het nieuwe jaar was nauwelijks denkbaar! Ook digitaal begon 2010 heel goed. Per 1 januari werd op alle vestigingen de toegang tot internet gratis, voor leden én niet-leden. In de stadsBiEB werd het aantal internetpunten flink uitgebreid.
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Leesconsulenten
De leesconsulenten in 2014
Door de boeken in de school te plaatsen werd de bereikbaarheid van boeken voor kinderen enorm vergroot, maar er was meer nodig. Aan elke school werd een leesconsulent verbonden. Leesconsulenten helpen de school om een leesplan op te stellen, zodat leesbevordering een structureel deel uit gaat maken van het schoolbeleid. Hij of zij draagt er ook zorg voor dat de collectie is afgestemd op de leerlingenpopulatie en dat die regelmatig ververst wordt, zodat ook veellezers aan hun trekken blijven komen. De leesconsulenten kunnen ook aanschuiven bij informatiebijeenkomsten voor ouders van peuters en kleuters en vertellen over het belang van voorlezen, hoe een prentenboek kan worden voorgelezen en welke vragen er gesteld kunnen worden. Zij geven ook workshops, bijvoorbeeld de workshop ‘voorlezen’ aan kinderen van groep 8. Na de workshop lezen de oudste kinderen van de basisscholen voor aan jongere kinderen. In groepen 3 en 4 wordt de workshop ‘Hoe kies ik een boek?’ aangeboden. Onder leiding van de leesconsulenten kunnen er bijzondere leesclubs worden opgericht, bijvoorbeeld een leesclub exclusief voor jongens. Zij kiezen samen een boek uit en als iedereen het uit heeft delen ze hun leeservaringen met elkaar.
SchoolBiEB
98
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
SchoolBiEB
Siep van de schoolBiEB Om de schoolkinderen nog enthousiaster te maken voor de schoolBiEBs ontwikkelde het bibliotheekpersoneel samen met illustratrice Marijke van Veldhoven een mascotte. De mascotte kreeg de naam Siep (van de schoolBiEB) en werd ontwikkeld om op een speelse manier met jonge kinderen te kunnen communiceren. Siep is een vrolijke en leesgrage kikker die in levende lijve zijn opwachting kan maken bij openingen en andere gelegenheden. Hij legt de jeugd uit waarom het zo fijn is om te lezen en boeken te lenen bij de schoolBiEB. Hij verschijnt ook op allerlei folders, staat op de bestelbus van de bibliotheek en de jeugdbibliothecarissen en leesconsulenten gebruiken Siep in diverse leesbevorderingsprojecten.
Siep
99
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Het Bossche model
SchoolBiEB
SchoolBiEBtas
Project 0-13 werd één groot succesverhaal. De kinderen gingen opvallend meer lezen: op één van de basisscholen leenden de kinderen vroger gemiddeld vier boeken per jaar uit de wijkbibliotheek; sinds de schoolBiEB lezen zij vijfentwintig boeken per jaar! Het succes van de schoolBiEBs bleef niet onopgemerkt in de landelijke bibliotheekbranche. Steeds vaker werd de bibliotheek door geïnteresseerde collega’s benaderd met het verzoek om meer informatie. Daarom werd in 2011 besloten om een symposium over de schoolBiEB te organiseren. De honderdvijftig zitplaatsen in één van de zalen van de Verkadefabriek waren binnen enkele dagen gereserveerd. Tijdens het symposium, op donderdag 21 april 2011, gaf een aantal betrokkenen tekst en uitleg over de schoolBiEB-formule. Er werden interessante onderzoekgegevens gepresenteerd, zoals de bevinding dat kinderen op een school met een schoolBiEB een grotere woordenschat hebben. Niet alleen stijgt hun leesvaardigheid, maar ook hun schrijf- en taalvaardigheid. De schoolBiEB past in die zin volledig in het oude emancipatieideaal, want een goede taalbeheersing is nog steeds voor veel kansarme kinderen een opstap naar een kansrijk leven. Tevens vond de première plaats van een speciale film over de schoolBiEB. De film geeft een accuraat beeld van de werking en functie van de schoolBiEB in de dagelijkse praktijk. Bovendien werd een aan de schoolBiEB gewijd boekwerk gepresenteerd dat als handleiding kan dienen voor andere gemeentes, schoolbesturen en bibliotheken. Tenslotte sprak prinses Laurentien der Nederlanden, Speciaal Gezant Geletterdheid van UNESCO, de deelnemers aan het symposium door middel van een videoboodschap toe.
De nieuwe bibliotheekformule Een belangrijke stap in de transformatie naar een moderne en toekomstbestendige bibliotheek was het opheffen van de wijkvestigingen. Hiermee werd in 2010 een aanvang genomen; in de zomer van 2011 werd het laatste wijkfiliaal gesloten. Een groot aantal leners van deze filialen vond de weg naar de twee stadsBiEBs, in het centrum en in Rosmalen, die hun openingstijden hadden verruimd. In de eerste drie maan-
100
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
den van 2011 steeg het aantal uitleningen van volwassenen in stadsBiEB Centrum met ruim tien procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2010. In diezelfde periode steeg het aantal uitleningen in stadsBiEB Rosmalen zelfs met zevenentwintig procent. De jeugduitleningen toonden een nog positiever beeld. Naast de schoolBiEBs en de stadsBiEBs werd de webBiEB ontwikkeld. Deze zorgt voor de digitale component van de nieuwe bibliotheekformule. Vierentwintig uur per dag kan men van allerlei diensten gebruikmaken, zoals het reserveren of verlengen van boeken, het raadplegen van de collectie, het bekijken van het programma aan culturele activiteiten, het inschrijven voor een lezing of workshop. Bibliotheekleden kunnen zelfs digitaal recensies schrijven, lijsten van favoriete titels samenstellen en hun waardering over een boek, dvd of cd uiten door middel van het toekennen van sterren.
Programmeur figureert in roman Op maandag 14 november 2011 bracht Connie Palmen een bezoek aan de bibliotheek. Een eerdere afspraak, voor februari 2010, had zij moeten afzeggen vanwege de verslechterde conditie van haar echtgenoot Hans van Mierlo. Zij had toen contact gehad met één van de programmeurs van de BiEB, Hèlen Hendriks. Ondertussen had Palmen een nieuw boek geschreven, dat zij in Perron3 kwam presenteren. Bijna tweehonderd mensen hoorden hoe zij de avond opende met het voorlezen van een passage uit haar Logboek van een onbarmhartig jaar. Het betrof een emailbericht dat zij op 25 februari 2010 had verzonden en dat zij in haar boek opnam: ‘Ik heb toch zelf ook nog even Helen H. gebeld, dacht dat ik sterk stond maar dat was niet zo, waardoor ik haar misschien heb laten schrikken. Terug uit het OLVG was er een lieve mail van haar, toch fijn. Ik weet niet goed hoe ik goed moet doen als het zo fout gaat.’6
OLVG: het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, het ziekenhuis waar Hans van Mierlo verbleef en waar hij op 11 maart 2010 overleed.
6
101
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Meer weten App In juni introduceerde de BiEB een nieuwe service binnen haar dienstverlening als informatieverstrekker: de ‘Meer weten App’. Deze app werd verzorgd door bibliotheekmedewerkers. Bij bepaalde evenementen en activiteiten zochten zij naar achtergrondinformatie en wetenswaardigheden en plaatsten deze in de app, zoals filmpjes, web links, krantenartikelen, doe-tips en natuurlijk boekensuggesties. De app werd gelanceerd tijdens de tweede editie van Bosch Parade, een kunstzinnige vaartocht door de stad, geïnspireerd op het werk van Jheronimus Bosch. In totaal werden er dat eerste jaar twaalf evenementen geselecteerd, waaronder de expositie van Mattijn Franssen in het Jheronimus Bosch Art Centre (in juli), de Open Dag van de Volksuniversiteit en de Open Monumentendag (beide in september).
Meer weten App
Foyer en pantry in De Bovenkamer
102
In de jaren tien van de twintigste eeuw werden de Bossche bibliotheekoprichters gedreven door de wens om zoveel mogelijk informatie ter beschikking te stellen aan zoveel mogelijk mensen in de stad. In de jaren tien van de eenentwintigste eeuw beseften de Bossche bibliotheekmedewerkers dat burgers soms wel aan een teveel aan informatie worden blootgesteld. De continue stroom aan informatie, zowel online als offline, leidt niet meer vanzelfsprekend tot meer kennis en meer inzicht, maar vaak ook tot verwarring, twijfel en onzekerheid. Want wat is de waarde van al die informatie zonder hiërarchiebepaling, zonder duiding of ruimte voor tegengeluid? De BiEB nam haar verantwoordelijkheid. Begin september 2012 werd er op de zolder van stadsBiEB centrum een nieuw lezingen- en debatcentrum geopend: De Bovenkamer. Onder een vijftiende-eeuwse kapconstructie werden drie multifunctionele zalen gerealiseerd, met een ontvangstfoyer. De Bovenkamer gaf een nieuwe impuls aan de aloude functie van de bibliotheek als kenniscentrum. Deze ‘zeepkist van de stad’ stelt Bosschenaren in staat om in een sfeervolle omgeving informatie te vergaren, te duiden en te bespreken. Op laagdrempelige wijze wordt betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige informatie gegeven en worden de deelnemers gestimuleerd om met elkaar in discussie te gaan.
Agora Ondertussen was er een alternatieve stedenbouwkundige visie ontwikkeld voor het voormalige ziekenhuisterrein. De gezamenlijke huisvesting van het Stadsarchief en de BiEB had een nieuwe naam gekregen: Agora, het Oudgriekse woord voor verzamelplaats. In de klassieke tijd was de Agora de plek geweest waar het sociale leven zich had afgespeeld. De Agora had verschillende politieke, sociale en commerciële functies gekend. In ‘s-Hertogenbosch zou de Agora de plaats worden waar kennis en informatie over heden, verleden en toekomst voor alle Bosschenaren beschikbaar zou zijn. De bibliotheek en het archief zouden niet meer in nieuwbouw worden gehuisvest, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, maar in de monumentale gebouwen op het terrein, die wel zouden worden aangevuld met verbindende nieuwbouw.
De Bovenkamer
Faseringsplan 2014 waarin de Agora centraal stond
103
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
De Bovenkamer
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Eén miljoen uitleningen!
Felicitaties vanwege de miljoenste uitlening
Het jaar 2012 werd op een fantastische manier afgesloten: op woensdagmiddag 9 december, om even na tweeën, werd de grens van één miljoen uitleningen gepasseerd. Christel Blom was de gelukkige. Zij stond samen met haar twee kinderen bij de uitleenbalie om Dolfje Weerwolfje van Paul van Loon te lenen toen er opeens overal toeters begonnen te blazen en het confetti begon te regenen. Directeur Hans Derks kwam met een grote bos bloemen naar haar toe. Ze kreeg ook nog een fles champagne, een taart in de vorm van een boek en een gratis jaarabonnement. Hans Derks was blij voor haar, maar natuurlijk ook voor de BiEB. De mijlpaal van één miljoen uitleningen werd alom beschouwd als een nieuw bewijs dat de in 2010 geïntroduceerde bibliotheekformule rondom schoolen stadsBiEBs een doorslaand succes was. Aan een journalist vertelde hij: ‘In 2012 werd er door kinderen bijna zeventig procent meer boeken geleend dan in 2009, het jaar voorafgaand aan de introductie van de nieuwe bibliotheekformule. Dit betekent dat wij door onze koerswijziging de maatschappelijke waarde van de BiEB voor de stad enorm hebben vergroot. En dat tegen gelijkblijvende kosten. Daar zijn we best trots op.’
De verhalencoach In januari 2013 werd, naar internationaal voorbeeld, de verhalencoach in ’s-Hertogenbosch geïntroduceerd. Verhalencoaches zijn bibliotheekmedewerkers die mensen helpen om verbanden te ontdekken in hun interesses en lees-, kijk- en luistergewoontes. Zij adviseren mensen over boeken, liedteksten en films die passen bij hun persoonlijkheid, levensfase en belangstelling. De verhalencoach filtert in de overvloed en biedt een tegenwicht tegen onpersoonlijke zoekmachines en ‘bestselleritis’. Met de inzet van verhalencoaches wil de BiEB mensen helpen om weloverwogen persoonlijke keuzes te maken uit het overstelpende media-aanbod.
Een van de verhalencoaches, Anita Kooijman (r)
104
Een paar maanden later werd nog een ander interessant project gestart: het project KennisMakers. KennisMakers zijn mensen die graag hun specifieke kennis, passie of specialisme willen delen met anderen. De BiEB ondersteunt deze mensen door met hen mee te denken op welke manier zij zich willen presenteren: bijvoorbeeld via een workshop, een lezing, een demonstratie of een film. Tevens mogen zij gebruik maken van de faciliteiten van De Bovenkamer. KennisMakers zijn een soort ambassadeurs van de BiEB: zij helpen haar immers met het realiseren van haar taken om kennis te verspreiden en te delen. KennisMakers kunnen gepensioneerde senioren zijn die wat meer tijd hebben en vaak op uiteenlopende gebieden kennis bezitten die zij graag met de jongere generaties willen delen. KennisMakers kunnen echter evengoed jonge mensen zijn, bijvoorbeeld diegenen die er behoefte aan hebben om hun ideeën te verdiepen of aan te scherpen.
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
KennisMakers
Huidige website van de BiEB
Een nieuwe huisstijl en een nieuwe website Samen met ontwerpbureau Fourpack zocht de BiEB naar een nieuwe huisstijl die meer dan de oude zou aansluiten bij de BiEB van de toekomst. De moderne BiEB wil een breed kennis- en ontmoetingscentrum zijn dat aantrekkelijk is voor veel verschillende doelgroepen. Daarom namen bestuur en directie afscheid van de knallende kleuren, de kaders, de confettistijl en het mozaïek aan foto’s. Zij kozen voor een stijl die strakker, zakelijker en lichter was. Aan het einde van 2013 werd de website in de nieuwe huisstijl vormgegeven. In vergelijking met de oude site viel de frisse vormgeving meteen op. De website is echter ook in allerlei andere opzichten verbeterd. Zo is de gebruiksvriendelijkheid voor de verschillende doelgroepen duidelijk toegenomen. Doordat alle functies van de homepage voortaan direct op het scherm getoond worden is de nieuwe website een stuk overzichtelijker dan de oude. De activiteiten van de bibliotheek en de nieuwste aanwinsten in de collectie staan nu prominent op de homepage en de pagina’s die het meest worden gebruikt, zijn vanuit een snelkeuzemenu in één oogopslag te vinden. Voor de verschillende gebruikers zijn er aparte pagina’s, onder meer voor de jeugd, scholen, ouderen en inburgeraars.
105
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Een goed begin van het jaar!
De directeur met startende lezers
Op dinsdag 21 januari 2014 ging het landelijke e-bookplatform online. Vanaf die dag kunnen ook de leden van de Bossche bibliotheek - zonder extra kosten - een keuze maken uit zo’n vijfduizend titels. De e-books kunnen thrillers zijn, maar ook literaire romans, kinderboeken, poëzie of non-fictie. Er kunnen maximaal vijf titels tegelijkertijd geleend worden en de uitleentermijn bedraagt drie weken. Negen dagen later, op donderdag 30 januari 2014, werd de eerste schoolBiEB voor kinderen van nul tot vier jaar geopend. Dit soort bibliotheken kreeg een speciale naam: BoekStartBiEBs. Wethouder Jeroen Weyers was aanwezig bij de opening van de eerste BoekStartBiEB op de Brede Bossche School Aan de Aa. Daar werd de schoolBiEB uitgebreid met boeken voor baby’s en peuters. Hiermee werd een start gemaakt met het door de gemeente geïnitieerde plan om op alle VVE-locaties een BoekStartBiEB te openen.7 Inmiddels was ook bekend geworden dat het aantal uitleningen aan de jeugd ruim verdubbeld was ten opzichte van de tijd toen er nog geen schoolBiEBs waren. In diezelfde periode zette het team van AM Projectontwikkeling, gemeente en bibliotheek de puntjes op de i van het Agoraplan. Het werd in een schitterende brochure gepresenteerd. De gemeenteraad werd gevraagd om het concept voor herhuisvesting van archief en bibliotheek op het oude ziekenhuisterrein goed te keuren en middelen ter beschikking te stellen voor de ontwerpfase.
Herinrichting voor scholieren, studenten en zzp’ers
VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. Daaronder vallen alle activiteiten om de startcondities van kinderen te verbeteren bij hun entree op de basisschool. VVE-locaties zijn peuterspeelzalen en kinderdagverblijven voor kinderen met een taalachterstand. 7
106
In 2014 werd de collectie cd’s en dvd’s kritisch onder de loep genomen en drastisch uitgedund. Daarvoor in de plaats werden vier Muziek webstations geplaatst. Op verschillende plekken in de bibliotheek is het voortaan mogelijk naar muziek te luisteren en achtergrondinformatie te verkrijgen. De resterende collectie cd’s en dvd’s werd verplaatst en de voormalige afdeling Beeld & Geluid werd flink op de schop genomen. De herinrichting werd uitgevoerd, omdat steeds meer studenten en zelfstandige ondernemers de BiEB hadden ontdekt als een prettige plek om te werken. Daardoor voldeed de capaciteit aan studie- en werkplekken niet meer.
De ruimte werd fris geschilderd, opnieuw gestoffeerd en ingericht. Goedzittende, kleurrijke stoelen aan grote houten tafels met in het midden voldoende stopcontacten voor laptops en andere apparaten duiden op de nieuwe functie van de ruimte: een sfeervolle, stille studiezaal. Er werden meer dan tachtig extra werkplekken gecreĂŤerd. Tezelfdertijd werd aan de Sint Josephstraatzijde een speciale ruimte vrijgemaakt voor jongvolwassenen. De collectie Young Adults (speciaal voor jongeren geschreven boeken over vriendschap, liefde en volwassen worden) kreeg daar een eigen en herkenbare plek. Onder dezelfde eigentijdse tafels en stoelen als in de studiezaal werden twee unieke vloerkleden gelegd. Ze zijn ontworpen door de Bossche kunstenaar Kees van den Boogaart en dragen extra bij aan het moderne en uitnodigende karakter van dit gedeelte van de bibliotheek.
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Vloerkleedontwerp van de Bossche kunstenaar Kees van den Boogaart
Ruimte voor Young Adults
Muziekwebstations
107
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Van uitstel komt afstel Al deze herinrichtingen hadden in principe een tijdelijk karakter, in afwachting immers van de verdere uitwerking van het Agoraconcept. Het werd echter steeds duidelijker dat dat plan, als gevolg van de financiĂŤle crisis, steeds minder draagvlak had. Ook binnen de gemeente gingen er steeds meer stemmen op om pas op de plaats te maken. Op dinsdag 16 april 2014 werd er in de gemeenteraad een motie aangenomen waarin stond dat nieuw onderzoek noodzakelijk werd geacht. Dat onderzoek kwam er echter nooit: van uitstel kwam afstel. Het nieuwe college dat begin 2015 aantrad besloot definitief dat het Agoraplan geen doorgang kon vinden. De bibliotheek zou op haar oude locatie moeten blijven. De teleurstelling was verschrikkelijk groot. Ontelbare brainstormbijeenkomsten, jaren van ontwikkelen, ontwerpen en onderzoeken in diverse project- en stuurgroepen kwamen tot een onvoltooid einde.
Realiteitszin
Nieuw displaymeubilair
108
Gelukkig won de realiteitszin het van de frustratie. Bestuur, directie en bibliotheekmedewerkers begonnen zich al gauw te oriĂŤnteren op de vraag hoe in het bestaande gebouw toch een moderne bibliotheek zou kunnen worden gehuisvest. Een eerste stap in de goede richting werd gezet met het plaatsen van een heleboel gloednieuwe displaymeubels om het schier onuitputtelijke materiaal aan informatie, cultuur en educatie waarover de bibliotheek beschikt nog beter tot zijn recht te laten komen. Door die meubels kunnen er meer boeken plat getoond worden. Dat is gunstig, want als boeken niet verticaal (met de rug), maar horizontaal (met de voorkant) worden gepresenteerd is de kans veel groter dat ze gezien en geleend worden. De nieuwe inrichting en indeling blijken in een behoefte te voorzien. Mede dankzij de gastvrije en smaakvolle horeca en het snelle en betrouwbare internet is de openbaarheid van het gebouw duidelijk toegenomen. De BiEB is meer dan ooit een inspirerende omgeving voor studenten en zelfstandige ondernemers. Wat deze laatste doelgroep betreft: de bibliotheek biedt hen werkplekken, wifi en internet, ontmoetingsruimtes, zaalverhuur, horeca en een uitgebreide collectie digitale
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015 Nieuwe studiezaalinrichting
en fysieke informatiebronnen. De ‘Bibliotheek voor Ondernemers’ helpt ondernemers bovendien met vragen op het gebied van onder andere ICT en mediawijsheid. Naast het ondernemersspreekuur worden er regelmatig workshops georganiseerd over thema’s als Personal Branding en Social Media. Er wordt niet alleen gedacht aan mensen mét werk; voor werkzoekenden is de BiEB op de eerste maandagmiddag van de maand the place to be. Walk & Talk heet deze dienstverlening voor werkzoekenden, die elke maand druk bezocht wordt. Deelnemers wisselen ervaringen uit, geven elkaar praktische tips en luisteren naar gastsprekers. Maar ook op senioren, vaders en moeders met hun kroost, en vele anderen oefent de bibliotheek een grote aantrekkingskracht uit. Tijdens de openingstijden is het een komen en gaan van mensen die een goede afspiegeling vormen van de Bossche bevolking.
109
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Het Taalhuis
Het Taalhuis
Het Bossche Taalnetwerk bestaat uit de gemeente, Divers, Vluchtelingenwerk, het Gilde, het Koning Willem I College, het pastoraal Buurtwerk, ABC Leer mee en last but not least de BiEB. 8
110
De ruimte met de kunstzinnige vloerkleden kreeg nog een andere functie: als Taalhuis voor laaggeletterden. Zo’n dertienduizend Bosschenaren kunnen niet goed Nederlands spreken en schrijven. Daar lijden zij in hun dagelijks leven onder; ze hebben minder kansen op de arbeidsmarkt en participeren daardoor minder goed in de samenleving. Voor hen bestaat het Bossche Taalnetwerk, een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties die laaggeletterden helpen met activiteiten en trainingen.8 In het kader van dit Taalnetwerk zetten veel vrijwilligers zich belangeloos in door middel van het geven van gratis taallessen. Een van de locaties waar deze lessen wordt gegeven is de stadsbibliotheek aan de Hinthamerstraat. Al sinds een aantal jaren stelt de BiEB op
Casanova is een bibliothecaris Vanaf begin 2015 is er in de zijvleugel van de BiEB een speciaal kunstwerk te vinden. Het is ontwikkeld door Karin van Pinxteren en het heet: Casanova is een bibliothecaris. Iedereen kent Casanova (voluit: Giacomo Girolamo Casanova) als de achttiende-eeuwse Italiaanse avonturier en vrouwenversierder. Veel minder mensen weten dat hij op een gegeven moment straatarm was, het reizen opgaf en … bibliothecaris werd in het kasteel van Dux (nu Duchcov in Tsjechië).
Het kunstwerk van Karin van Pinxteren
Het kunstwerk van Karin van Pinxteren is een uitnodiging om een tijdelijke Casanova te zijn door bezoekers van de bibliotheek te verleiden tot lezen, luisteren en kijken. Iedereen kan zo’n Casanova zijn: bekende Bosschenaren, KennisMakers, politici, schrijvers of lezers. Zij vullen de display met hun lievelingen: het boek dat zij in één ruk uitlazen, de film die ze wel tien keer wilden zien, de muziek die sweet memories opriep… Een motivatie van de selectie maakt de expositie van die betreffende Casanova compleet.
111
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
zondagochtend haar ruimtes open voor mensen die beter Nederlands willen leren lezen, schrijven en spreken. Vaak zijn er wel honderd mensen, cursisten en vrijwilligers, actief met taal bezig. Samen strijden zij, op z’n Bosch’ (gemoedelijk en gezellig, maar wel gedreven!) tegen de laaggeletterdheid. Sinds begin 2015 is er voor hen nu dus ook het Taalhuis gecreëerd. Het is een ontmoetingsruimte voor vrijwilligers en deelnemers aan de taallessen. Er is daar tevens veel informatie beschikbaar en mensen kunnen er zelf oefenen met het beschikbare lesmateriaal. Het is ook mogelijk om er activiteiten te organiseren. Het Taalhuis vergroot zo de zichtbaarheid en het bereik van het Bossche Taalnetwerk.
De Stadse Boeren is een groeiende gemeenschap van stadslandbouwers in verschillende steden in Nederland. De ‘Bossche Boeren’ zoeken naar manieren waarop de stadslandbouw kan bijdragen aan een toename van de leefbaarheid in de openbare ruimte.
GroenBiEB
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
9
Op de eerste dag van de lente van 2015, zaterdag 21 maart, werd de groenBiEB geopend. Deze nieuwe loot aan de stam van de BiEBboom kwam tot stand in samenwerking met de Stadse Boeren.9 Achter op het BiEBplein werd een groot meubel geplaatst, waar allerlei informatie over (stads-)tuinieren en moestuinen is te vinden. Daar kunnen bloemzaden, groentezaden en kruidenzaden ingeleverd, meegenomen of geruild worden. Het is tevens een plek waar groene activiteiten georganiseerd worden. Op zaterdag 25 april werden de eerste twee activiteiten vanuit de groenBiEB georganiseerd. Hans van Eekelen, schrijver van de populaire Zaaiagenda en de praktijkgids Van zaaien tot oogsten, hield een spreekuur over moestuinen. Tegelijkertijd verzorgde Netje van de Ven een demonstratie groenschikken. Met groen en groenten maakte zij prachtige decoratiestukken. In het kader van al deze groene activiteiten stond er in het voorjaar een heerlijke komkommersoep op de menukaart van de catering Bon Appétit op het BiEBplein.
Goed zomernieuws! De GroenBiEB
Opening van een BoekStartBiEB in 2014
112
In juli 2015 werd bekend dat de gemeente ’s-Hertogenbosch een subsidie toekent om op meer kinderopvanglocaties een BoekStartBiEB te realiseren. In 2014 was al op veertien VVE-locaties10 met deze bibliotheken voor de allerkleinste Bosschenaartjes gestart; nu werd het mogelijk gemaakt om nog achtentwintig andere locaties bij het mooie project te betrekken. Het betreft allemaal kinderopvanglocaties in de stad die in of naast een basisschool gelegen zijn. Hun schoolBiEBs worden aangevuld met boeken voor nul- tot vierjarigen. Op deze locaties komt bovendien een leesconsulent die gespecialiseerd is in deze leeftijdsgroep. Ook zullen de pedagogisch medewerkers van de kinderopvang geschoold worden op het gebied van leesbevordering en voorlezen. Inmiddels is met de voorbereidingen een aanvang genomen; de verwachting is dat in januari 2016 de eerste nieuwe reeks BoekStartBiEBS geopend wordt.
10
Zie noot 7 op p.106
ook in het digitale bibliotheekverkeer. Tegelijkertijd staan zij voor waarden die passen bij de menselijke maat: zij bieden kwaliteit, zij nemen de tijd om te luisteren, er wordt samen gezocht naar antwoorden op de vragen. Vroeger was het beleid bevoogdend, nu draait het om empowerment. Bibliotheekmedewerkers zijn als gidsen: zij willen mensen begeleiden om zich in hun eigen tempo, met hun eigen culturele bagage en bovenal in vrijheid te ontplooien, ontwikkelen en verwonderen. De bibliotheek is zowel een informatierijk pand als een prikkelarme omgeving. Deze combinatie trekt veel mensen aan. In hun eigen situatie kunnen zij zich niet concentreren; daar is teveel afleiding die zij niet kunnen weerstaan.
Wat in het oog springt - en in het oor - zijn de bijzondere, bijna paradoxale combinaties die de BiEB anno 2015 kenmerken: •
De openheid die vanaf 1974 hoog in het vaandel van de bibliotheek stond, is nog steeds voelbaar. Tegelijkertijd hebben de verschillende ruimtes een besloten, intieme sfeer die uitnodigt tot studie, bezinning en verdieping.
•
Met veertigduizend leden en een half miljoen bezoekers per jaar is de bibliotheek de grootste culturele instelling in de gemeente ’s-Hertogenbosch. De stadsBiEB aan de Hinthamerstraat ligt midden in het drukke centrum van de stad. De bussen naar de transferia stoppen er om de hoek; de Sint Jan, de winkels en de kroegen liggen op steenworp afstand. In deze buitenwereld tuimelt de informatie over je heen. Midden in die buitenwereld ligt de bibliotheek, als een oase van rust. Het is alsof de informatie die daar verkrijgbaar is, gefilterd en gedoseerd wordt. In de bibliotheek word je uitgenodigd eerst bij jezelf te rade te gaan: wat kom ik hier doen, wat heb ik nodig, wat zijn voor mij de hoofd- en wat zijn de bijzaken?
•
De bibliotheek in ’s-Hertogenbosch is een oud instituut, maar fungeert als een moderne huiskamer van de stad, zowel in Rosmalen als in ’s-Hertogenbosch. De mensen die er werken zijn eigentijds en weten de weg,
•
De BiEB nodigt Casanova’s uit, maar is zelf ook een Casanova: zij verleidt je om verder te kijken dan je neus lang is, om er lustig op los te fantaseren, om stil te staan bij de zin van het leven, om op te staan voor wat voor jou belangrijk is. Zij verleidt je met alles wat zij in huis heeft - haar studieboeken, haar romans, haar muziek, haar werkplekken, haar workshops en haar lezingen - om jezelf te ontmoeten, om anderen te ontmoeten, om je kans te grijpen, om je diepste dromen na te jagen, om onbekende wegen in te slaan.
Giuseppe Casanova, een portret door zijn broer Francesco, gemaakt tussen 1750 en 1755
113
Periode V Hinthamerstraat 2000 - 2015
Anno NU!
Nawoord
Nawoord
1
Zie bladzijde 88
In het Brabants Dagblad, zaterdag 26 juni 2004
2
114
Eerder in dit boek1 stelde ik de vraag of ‘vooruit naar vroeger’ betekent dat de bibliotheek van de toekomst terug zou moeten keren naar haar oude talige kern. Ik vond het verrassende antwoord toen ik een interview las met de huidige directeur. 2 Het is eind juni 2004 en de journalist vraagt hem naar zijn ideeën over de toekomstige bibliotheek op het ziekenhuisterrein. Hans Derks vertelt dat hij graag van het statische af wil: ‘Mensen moeten verrast worden. We moeten ze uitdagen om ze juist dat te laten vinden wat ze níet zoeken. Daarvoor is creativiteit een belangrijke inspiratiebron.’ De journalist vindt het antwoord duidelijk niet bevredigend: ‘Dat klinkt mooi, maar waar denkt u concreet aan?’ Hans Derks geeft vervolgens aan dat kunst een belangrijke rol kan spelen. Volgens hem zijn kunst en cultuur belangrijke bindmiddelen in onze informatiemaatschappij; zij bepalen uiteindelijk ook de economie en de politiek van een stad als ‘s-Hertogenbosch. En hij vervolgt: ‘Ik stel me voor dat er in de hal van de nieuwe bibliotheek steeds wisselende exposities zijn, niet alleen door professionals, maar ook door studenten van de kunstacademie.’ Op het moment dat ik dat las realiseerde ik me dat ik de honderdjarige Bossche bibliotheek tekort doe wanneer ik zou hebben geschreven dat zij in het begin een statisch instituut was. Vanaf haar start op de Markt en zeker ook in de Choorstraat ging het lang niet alleen om het geschreven woord. Immers, wat een tentoonstellingen werden er vroeger georganiseerd! Wereldberoemde kunstenaars zoals Jan Sluijters, Herman Moerkerk en Jan Bogaerts exposeerden in de bibiotheek in de Choorstraat. Het draaide in die eerste decennia van de vorige eeuw echt niet alleen om boeken, maar ook om schilderijen, tekeningen, foto’s en films - let wel, toen een supermodern medium! Dit alles in overweging nemende kun je zeggen dat het woord ‘bibliotheek’ als louter uitleencentrum van boeken de lading van het instituut nu niet meer dekt, maar eigenlijk nooit heeft gedekt. Natuurlijk is het wel zo dat de uitleenfunctie tegenwoordig een stuk minder centraal staat dan vroeger. Maar de ideeën van Hans Derks met betrekking tot de Bossche bibliotheek van de toekomst sluiten nauw aan bij de ambities van zijn illustere voorgangers en illustreren in die zin zeker een beweging van ‘vooruit naar vroeger’.
Nawoord
Terwijl ik de laatste hand leg aan dit jubileumboek treffen vijf jonge kunstenaars voorbereidingen voor een spannende expositie over de bibliotheek van de toekomst. Hiermee voltooien zij een bijzonder project - getiteld Out of the BiEB - dat zij in opdracht van de Bibliotheek MiddenBrabant en de Bossche bibliotheek hebben uitgevoerd: als seismografen van de tijdgeest zijn zij op reis gestuurd om elders op de wereld te zoeken naar inspirerende, originele en blikverruimende manieren van kennisdeling, zowel fysiek als virtueel. Vanuit het idee dat kunstenaars vaak als eersten een nieuw tijdperk binnenstappen heeft de BiEB juist hun gevraagd om beelden en ideeën te verzamelen met betrekking tot een mogelijke eenentwintigste-eeuwse bibliotheek en deze te delen met een groot publiek. Op deze manier wil de BiEB het debat aanzwengelen aangaande vorm en inhoud van een moderne, eigentijdse bibliotheek. Met een rugzak op je rug - of een rolkoffer aan je zij - en het vizier vooruit zou je bijna het rijke verleden van de bibliotheek vergeten. Want die wás rijk, zoveel is mij wel duidelijk geworden op míjn reis, die geen wereldreis was, maar wel een minstens zo interessante reis door de tijd. Maar heb ik tijdens die reis nog meer dan één (bovenstaand) aanknopingspunt gevonden voor de oproep van Jan Rotmans: ‘Vooruit naar vroeger’? Mijn antwoord is een volmondig ‘ja’ en daarbij denk ik vooral aan het emancipatie-ideaal dat de oprichters van de leeszaal aan de Markt voor ogen stond. Zij wilden mensen de kans geven om te lezen en te leren. Alle mensen, ook mensen zonder culturele bagage van huis uit, ook mensen met weinig geld of scholing zouden zich geestelijk moeten kunnen ontwikkelen. Dat begin van de openbare bibliotheek van ‘s-Hertogenbosch is nog steeds een bron waar wij ons aan kunnen laven. De hedendaagse bibliotheek heeft immers een belangrijke taak als het er om gaat de dreiging van de groeiende ongelijkheid tussen mensen het hoofd te bieden. Het is een van de prioriteiten van de BiEB om de drempel zo laag mogelijk te houden en voor zoveel mogelijk mensen een plaats te zijn waar je nieuwsgierigheid bevredigd wordt, waar je hang naar kennis erkend wordt, waar je geholpen wordt om op jouw niveau toegangen te vinden tot de veelheid van het aanbod, of dat nu een taalcursus is, een computerworkshop, een kinderboek of een literaire roman, een fragment van een opera of een stille studieplek.
115
Nawoord
Natuurlijk is een groot verschil met vroeger dat toentertijd van hogerhand bepaald werd wat goed was voor de leden. Men maakte zich welgemeende zorgen om het zielenheil van de lezer als hij of zij een te vrijmoedig of maatschappijkritisch boek in handen zou krijgen. Tegenwoordig worden initiatief en creativiteit van de leden zelf veel meer op de voorgrond geplaatst. De bibliotheek van de toekomst is gebaseerd op de wensen van de mensen zelf. Een van haar belangrijkste taken is: faciliteren. Zij biedt ruimte: zij organiseert niet meer alles zelf, maar schept mogelijkheden, zodat anderen allerlei kleine en grotere initiatieven kunnen nemen. Daarbij geeft zij wel een richting aan: zij heeft een visie die energie geeft en mensen inspireert, die uitnodigt en verbindt. Die richting is ‘vooruit naar vroeger’: naar ontplooiingskansen voor iedereen, naar onderlinge verbondenheid, naar de menselijke maat. Haar naam werd steeds korter: van Openbare Leeszaal en Boekerij der R.K. Leergangen tot BiEB, maar ondertussen ontwikkelde zij zich wel van een bescheiden leeszaal aan de Markt en later aan de Choorstraat tot het grootste culturele centrum van de stad. Zij was en is geen statisch instituut, maar een organisatie die zich baseert op haar kernwaarden en midden in de samenleving staat. Drs. Kuyer besloot zijn boekje, dat hij in 1974 ter gelegenheid van de opening van de bibliotheek aan de Hinthamerstraat schreef, met de woorden: ‘Er ligt nog een breed veld van arbeid in het verschiet. De terugblik biedt inspiratie genoeg om in vertrouwen opnieuw de hand aan de ploeg te slaan.’ Ik hoop dat dit boek, dat ik schreef ter gelegenheid van het honderdjarig jubileum van de Bossche bibliotheek, ook zal inspireren om door te werken aan een levensvatbare bibliotheek van de eenentwintigste eeuw. De honderdjarige bibliotheek presenteerde zich aan mij als een bibliotheek van de toekomst, die haar inspiratiebronnen in het verleden heeft. Tijdens het werken aan Vooruit naar vroeger heb ik de bibliotheek leren kennen als een honderdjarige die niet stram, doof en blind is, maar springlevend en enthousiast zoekt naar manieren om zichzelf steeds opnieuw uit te vinden.
116
Directie en medewerkers van de BiEB in 2012
117
Bronnen Onderliggende tekst is voor wat betreft de periode tot 2009 voor een groot gedeelte gebaseerd op het historisch onderzoek dat Pien Hordijk in 2009 in opdracht van de bibliotheek verrichtte naar de geschiedenissen van de openbare bibliotheek en van het jeugdbibliotheekwerk in ‘s-Hertogenbosch.
Literatuur Hordijk, Pien, MA Lezen in ’s-Hertogenbosch. De geschiedenis van de openbare bibliotheek Den Bosch. ‘s-Hertogenbosch, 2009 (ongepubliceerd) Hordijk, Pien, MA Er was eens… Geschiedenis van het jeugdbibliotheekwerk in Den Bosch. ‘s-Hertogenbosch, 2009 (ongepubliceerd) Kuyer, Pieter, drs. Openbare bibliotheek ‘s-Hertogenbosch Hinthamerstraat 72. ‘s-Hertogenbosch, 1974 Rotmans, Jan, prof. In het oog van de orkaan. Nederland in transitie. Uitgeverij Aeneas, Boxtel 2014 Rotmans Jan, prof. Verandering van tijdperk. Nederland kantelt. Uitgeverij Aeneas, Boxtel 2014
118
Schneiders, Paul. Lezen voor iedereen. Geschiedenis van de openbare bibliotheek in Nederland. Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag, 1990. Schneiders, Paul. Sterk in bibliotheekwerk. Een eeuw openbare bibliotheekorganisatie. 1908-2008. Vereniging Openbare Bibliotheken, Den Haag 2008.
Archieven Archief van de Openbare Bibliotheek ‘s-Hertogenbosch Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch
Websites www.biebdenbosch.nl www.bossche-encyclopedie.nl www.dbnl.org www.kb.nl www.stadsarchief.nl
119
Beeldverantwoording Een groot deel van de afbeeldingen is afkomstig uit het stadsarchief van ‘s-Hertogenbosch en het archief van de stadsbibliotheek. Het merendeel van de foto’s uit 2005 en later is gemaakt door Els Danen, tot voor kort medewerkster van de bibliotheek, en door de vormgever. Van de overige afbeeldingen volgt hier een opsomming. De bronnen zijn als volgt aangeduid: in = internet, vr = digitaal bestand verstrekt door rechthebbende, eo = eigen opname met toestemming.
p. 8 p. 29 p. 32 p. 33 p. 34 p. 37 p. 40 p. 49 p. 81 p. 88
Portret van Jan Rotmans, foto van Jan de Groen. (in) Portret van Christianus Matheus Viegers, schilderij van Petrus Marinus Slager, Museum Slager, ‘s‑Hertogenbosch. (vr) Het benkske, schilderij van Herman Moerkerk, Eindhoven Museum, Eindhoven. (vr) De laatste zonnestralen, schilderij van Piet Slager, Museum Slager, ‘s‑Hertogenbosch. (vr) Portret van Mgr. Prinsen, Jheronimus Bosch Art Center, ‘s‑Hertogenbosch. (eo) Portret van Dr. H.E. Greve, tekening van Paul Citroen, afkomstig uit Lezen voor iedereen door Paul Schneiders (zie: Bronnen). Liggend naakt met donkere huid, schilderij van Jan Sluijters, eigenaar onbekend. (in) Stilleven met citroenen, schilderij van Jan Bogaerts, Noordbrabants Museum, ‘s-Hertogenbosch. (vr) Portretten van Jules Deelder, Drs. P. en Raymond van het Groenewoud, fotografen onbekend. (in) De Bibliothecaris, schilderij van Giuseppe Arcimboldo, Kunsthistorisches Museum, Wenen. (in)
Moeite is gedaan om de rechthebbenden te achterhalen en te benaderen. Voorzover wij daarin niet geslaagd zijn worden degenen die menen recht te hebben verzocht zich te melden bij de uitgever: uitgeverij@claraklooster.nl
120
Dankwoord Een bibliotheek is een instituut, een instelling, maar die zakelijke woorden dekken de lading niet als ik denk aan de intense betrokkenheid bij haar geschiedenis en vooral bij haar toekomst die ik ontwaarde bij mensen als Hans Derks (directeur) en Martin Hol (hoofd stadsbibliotheken). Zij waren het die mij op het spoor zetten van ‘vooruit naar vroeger’. Soms, als ik ‘door de boeken de bibliotheek niet meer zag’, ging ik bij hen te rade. Na zulke ontmoetingen vloog mijn pen over het papier: hun bevlogenheid werkte zeer aanstekelijk. Els Danen was jarenlang medewerkster van de bibliotheek en sinds kort met pensioen. Van dat pensioen was tijdens het werken aan dit boek echter niets te merken. Zij wist feilloos de weg in het archief op de zolder van de stadsbibliotheek aan de Hinthamerstraat en in haar enorme digitale fotoarchief. Het was soms zoeken naar een speld in de hooiberg, maar zij vond steeds weer die ene foto die nog ontbrak of dat ene beeld dat een hele tekst kon verhelderen. Ik kreeg de opdracht om dit boek te schrijven in maart van dit jaar. Zonder de filosofische gesprekken met Hans Derks en Martin Hol, zonder het historisch onderzoek en de redactie van Pien Hordijk, zonder het heel nauwkeurige lezen van staffunctionaris Isabel Bovenkerk, zonder de speurneus van Els Danen en de opmerkzaamheid van programmamanager Margo Kwinten was dit boek zoals het nu voor u ligt er in ieder geval in het jubileumjaar nooit geweest. Bovenstaande mensen wil ik hartelijk bedanken voor hun tijd en toewijding. Mijn dank gaat - last but not least - ook uit naar iedereen die achter de schermen van de bibliotheek en van het stadsarchief een bijdrage leverde door tussen alle bedrijven door snel iets te zoeken, te checken, te scannen, te mailen. Niet alleen dankzij al deze mensen, ook dankzij de talloze kopjes koffie die mijn man en de vormgever van dit boek, Wouter Klinkenbijl, mij bracht - voor hem tevens een kans om even over mijn schouder mee te kijken of het schrijven vorderde - zat er bijzonder veel vaart in dit project.
Denise de Costa, ‘s-Hertogenbosch, september 2015
121
Colofon
Auteur: Denise de Costa Vormgeving: Wouter Klinkenbijl Druk: Koninklijke Wöhrmann, Zutphen Uitgeverij: Clara, ‘s-Hertogenbosch © 2015 Stichting Openbare Bibliotheek ‘s-Hertogenbosch www.bibliotheekdenbosch.nl
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Openbare Bibliotheek ‘s-Hertogenbosch.
ISBN 978-90-823566-2-5
122
NUR 693