MEST #16 - De aller-allerlaatste

Page 1

nr 16

december 2016 € 7,95 bijzondere cultuur in Noord-Brabant

(celliste) • Ja c

k ( T im

mer

man s, D ) • Ja n tilte eS

(Baan

s tr

a,

D

eS t i lt e) •

Ja n

( Ver

hagen, Van Piere) • Ja

ob n (Z

el,

I

t, Bureau Babel) • e Les Jasp an d er ( v ( e Ku ipe Jan • rs, ) e t an a ima b u tor) nc •

Jef (Monté, filmmaker)


ie

)•

na

, osé (op ten Berg kunst

n/Gille (ontw e) • Krane erp

duo )•

Kun s

tp

o d iu mT

h Ver • Kunst eo ( Route65 n) • L (cultuur voor seniore

oe Jer

n

alle

o n, v

) cht

ijs (Leeuwis, Bastaard Platen) • M

itg

, regi

Ei n

t a li s

en Berg

ur ,u

r og

ar te

l, Vi e (Mu a aik

n (van Hoof t,

dh

e ps id ) • F li

rec me, pop la

te

Ma

d (van tte o

ru

rper) • L

M

we

uc en t) •

Dagli

ar ov en) • Ma

sseur) • Luk

d

e li e r h At

e ielen ontw

r t,

nt

ce

o an de Vonder vo

•L ola (G

rp

r t sp a

wb Co oys) •

q

n

arc el (v

er ) • Lotte (Douw es , o

o

u

nse lee, A

der P te d

n Elze

an

(S p

n (va n

t, U ni

de • M a n dy (

aa D unsten r) • Marc ( Vlemmix,

m m er en pr od

B o sch) • Math a

e (v

aker ) • Noor tje Haegens (v f il

t,

• n)

(

uiz )

,k

or Health) • M ce f

meentemuseum Helmond) • Mariann

kunst)`

o ide

mm

Oss) • Katja

ie f ch

e nH

e sw

i

• Noor tje (Kessels

te u ns jk , k k

er, Grafisc

on

(van de Haterd, gastconservator Museum De Wieger) • Liesbeth (Schreuder, tentoonstellingsma

nds) • Lex laygrou

Den

sels, schrijfster) Marie (Kes

, Groot Letter Festiv

r tu i n nte , Wi

ei

(H

n pe

op

ud p

n den Berg, o (va ozef

e

aar) • J

is te m

•J ar)

sten

ren w

Ar

ea

oo

t

azern

th

na

an

De K

ku n

s,

rm • Le gever)

ek ,

nb e

ds

en

ku n ar stenaa kt hea r) • Jet s ter) • N e (Bat a bi ela an, l (A The ou a te la r

ns, Stadsar

er,

ui

ffh

Ri j n(

th

e

eg

aar) • Koen Delaere (ku

r t h , d i c hte r) • N i e

unsten

Swa

Du ls (

ik

r)

Nick (J.

uz

aa

m a ke r) •

m s,

ns t en

th eate r

er, k

ac,

urg

agn

LO P

s (B

el

rm

VO

la a

s

(TU/e) • Joost ( v a n sk a m p Pag ée ,g

e la

r) • in (Jonkers, vormge r a ve )•K s n r) da a g G n ( o t n e , i , l nn W • Ju ) a r at e m le pe

H ui

D

ato

) • Jurgen (Pig

a

(d’ A

i

t i val P van Rooij, fes

str

ed

asj

e (S

lder , illu

rsh

e

r) • Nat

) • Jérôm

os s

ake

ct

ar h

a

ab

e at r, b

a( Go

d,

r, c eu ct

tie are

te rm

,P G o e de

d

a Ay

n g e r, a c te u r) • J o b (v a n G e

ep

)•

ew

nt , z a

ma

J im

(S t

ar t

ce , do

Jo

ee rd, kunsten

o en ( Je r

boxer) • N

Jeroen (

le

oe •K

n de Weer

P.S.: neveneffect van deze verzameling is een intrigerende observatie: voornamen met een J en M zijn oververtegenwoordigd in de Brabantse cultuursector.

• r) aa

n hu is (Peters, kuns e )•O k e i r s c a r (J • Ma

al, Ve

r

ha

, muzikant) • Maruja (Gutierrez,

ls afscheidsgroet: een lijst met namen van mensen en organisaties in de Brabantse cultuursector die wij als redactie bewonderen. Als eerbetoon aan de vitaliteit van de sector, en hun passie voor cultuur. We hebben vooral gedacht aan mensen of organisaties die (nog) wat minder bekend zijn, of die we graag nog eens hadden behandeld in MEST. En soms schiet er een bekende tussendoor die wij gewoon ontzettend inspirerend vinden. Maar als je naam er niet bij staat: dan vinden wij dat je bij de bekenden hoort. Of we zijn je straal vergeten. Sorry, mensenwerk. En troost je met de gedachte dat ze ons over een paar maanden ook alweer vergeten zijn. Salut!

• Mar tien (van Bergen

Ons afscheidscadeautje: een alternatief Brabants netwerk

d

)

iç ,

•K

e dj es , v Ho o r m ge ver ) • Jer oe n ( van Ger we Ka sje l ( nt, n, Ba ku n s te s t n il Bi jk (T e e n ) e • k a t j M i a r ) a • M i s a c r h d a (D Pla de o t s( o e r e n on Meerendonk, filmmake w r •M ) (van e • Jen rd ar) Jelle , ku ny ena s) • (v ns t n s an a t e n n aar) • Monique (Broekman, ku de n B r o e (va • i te k e, fi n de Ven, arch lmm er, Apvis) ak

Jelena (Kost

tenaar , se n an

ar

ar) • M

DE COVER

Joost) • Ma St. r iann nt e (Sp ever, kunste e naar, oud-doc lint, G e

ichiel (va

OP

n eE De roen r G la (So ns i r P en aure

Night) • M

ns t ena

e k ie • Ma yke (Nas, componist) • Meriam (Wehrens, Van Piere, Bo

sku

C i n g e l) e din ( m r D e a) • NW D u ja E Vo Maurice r s t)

of, gel

u id

Marcus (Peters, fot

aa

• f)

Ma

rg

e Kemp r i et (

u r, a

te


INHOUD Nr 16

BIO (P)ARTY Ongetwijfeld een van de meest spannende plekken van Noord-Brabant: de Bio-Art Laboratories. Vier jaar geleden gestart door Jalila Essaïdi, die net daarvoor wereldberoemd was geworden met haar bulletproof skin. Wij gingen onder andere op zoek naar de meest bijzondere utvindingen van de afgelopen vier jaar. Zoals een boom die fungeert als antenne.

CREPEERBELONINGEN IN DE CULTUURSECTOR De cultuursector betaalt meestal beroerd. Zeker als je zzp’er bent. Veel cultuurwerkers denken zo langzamerhand dat het een gegeven is, dat het altijd zo zal blijven. Maar: de verschillen tussen sectoren zijn soms enorm. Is dat houdbaar in deze tijd van schaarste? En: is er een uitweg denkbaar uit de patstelling waarin er (te) veel aanbieders zijn, (te) veel ideeën, te weinig vraag en cultuurwerkers hun passie zullen blijven volgen, ook al graven ze daarmee hun eigen graf?

7

ER LOOPT WEER EEN HOND OVER MIJN GRAF: COMPONIST MATTHIJS VERMEULEN

32

MINIMUSEUM: ARMAND

42

VERGETEN HELD: NICK MACKENZIE

52

OP DE DIVAN VAN DE LEIJER: KATINKA POLDERMAN

64

DE ZONE: DE HEILIGE DRIEHOEK VAN OOSTERHOUT


mEsT vAnAf 2017 vOlLeDiG oNlInE De afgelopen jaren hebben we veel mooie complimenten over MEST magazine gekregen. We zijn ook trots op wat we gemaakt en bereikt hebben. Echter, het draagvlak onder de culturele uitvoeringsorganisaties die het tijdschrift tot op heden financieren, is te klein om de papieren uitgave vanaf 2017 te continueren. Dat betekent dat eind december de laatste aflevering van MEST magazine verschijnt. Het platform Mestmag.nl blijft bestaan. ZESTIEN KEER MEST MAGAZINE

In het voorjaar van 2013 zag het eerste nummer van MEST magazine het licht. Met een bijzondere inhoud en vormgeving maakten we opvallende kunst en cultuur uit Brabant zichtbaar voor cultuurliefhebbers, voor overheden, bedrijven, fondsen en instellingen, maar nadrukkelijk ook voor mensen die niet automatisch met kunst en cultuur in aanraking komen. We wilden eerst en vooral de maatschappelijke waarde van cultuur tonen. We hebben de afgelopen vier jaar vijftien afleveringen gemaakt; dit is nummer zestien. ONLINE

Mestmag.nl, de online community voor de Brabantse cultuursector, die nu drie jaar bestaat, blijft wel bestaan. Net zoals de sociale media en de nieuwsbrief. We bereiken er veel mensen mee en willen de komende jaren nog meer inzetten op dialoog met de sector. De doelen die we online wilden verwezenlijken, zichtbaarheid van kunst en cultuur in Brabant vergroten en kennis en inspiratie delen met de sector, hebben we naar tevredenheid gehaald. Meer dan dat. We bereiken via de website ongeveer

2500 bezoekers per week, de nieuwsbrief heeft 2000 abonnees en we hebben bijna 10.000 likes op Facebook. We geven onze online kanalen vanaf 2017 nog meer aandacht. PRAKTISCH

MEST magazine werd vier jaar lang gemaakt door hoofdredacteur Stan van Herpen en zijn waardevolle team van journalisten, vormgevers, schrijvers, tekenaars en fotografen. We zijn hen allemaal dankbaar voor alle bijdragen die ze aan het tijdschrift hebben geleverd. Wie weet zien we een aantal van hen online nog terug. Wij informeren alle abonnees over de voortgang en afhandeling van de abonnementen. We hopen iedereen terug te zien op Mestmag.nl, op Facebook, LinkedIn, Twitter, Instagram of bij onze nieuwsbrief. MEST magazine en Mestmag.nl werden mogelijk gemaakt door een samenwerkingsverband van Kunstbalie, Erfgoed Brabant, Cubiss, Brabant C en bkkc. Dit zijn ook in de toekomst de partners van Mestmag.nl.`

nIeUwE gEzIcHtEn Wil jij jezelf of je organisatie voorstellen en in een keer een groot nieuw publiek bereiken? Kijk op mestmag.nl/nieuwe gezichten.

ONALLEDAAGSE KAMERMUZIEK TILBURG

24 jan

ASKO|SCHĂ–NBERG

7 feb

dubbelconcert: DIAMANDA DRAMM/KOEN KAPTIJN

Wekelijks lenen we ons Instagram-account uit aan iemand die werkt in de Brabantse culturele scene. Wil je meedoen, stuur dan een mailtje naar sanne@mestmag.nl.

15 feb

AUTONOMIE & ENGAGEMENT

cUlTuReLe vAcAtUrEs

iNsTaFeTtE

Verspreid je culturele vacature via de MEST-site. Mail je vacature, inclusief link, naar redactie@mestmag.nl. MESTMAG.NL

i.s.m. Academic Forum Tilburg University

21 feb

ENSEMBLE GARAGE

7 mrt

IVES ENSEMBLE STRING QUARTET

21 mrt

GABI SULTANA

4 apr

HET COLLECTIEF

18 apr

dubbelconcert: DOMINIQUE VLEESHOUWERS/ NORA FISCHER & AART STROOTMAN delink.nl


18

DR. NO: WERELDVERMAARD GITAARPEDALENPROFESSOR Brian May kan niet zelf even bellen? Dan niet joh, Queen is toch maar een kutband. Dr. No maakt pedalen op maat, maar alleen voor gitaristen die hij bewondert. “Bijna alle mannen die vroeger boven mijn bed hingen, spelen nu op mijn pedalen.”

34

HET ENIGE MUSEUM VAN OSS Wij van de MEST-redactie hebben een zwak voor Oss. Altijd al gehad. Oss heeft één museum, Jan Cunen, en zelfs dat dreigde te verdwijnen. Sinds januari moet het museum zien te overleven als private instelling. Een uitdaging in een stad als Oss, waar liefde voor cultuur en de eigen historie niet vanzelfsprekend zijn.

44

HOFLEVERANCIER VAN HOLLANDSE HITS Berk Music (Eindhoven) werd met krakers als Anton aus Tirol en Toeter op m’n waterscooter in tien jaar de grootste leverancier van Hollandse hits en feestmuziek. “Wij hebben mensen aan het la-la-la’en gekregen.”

56

WIN EEN UNIEK ANONIEM UNOX-PAKKET!

We gaan eruit met de Grote Culturele MEST-quiz. Met als hoofdprijs wederom een eerbetoon aan Oss: een selectie Unoxblikken met verrassende inhoud.

Voordat je het weet, is het weer weg

j

e mag er natuurlijk niets over zeggen. Dan ben je zuur. Ik schrijf immers voor MEST. Was betrokken bij een paar instellingen die verdwijnen. Dan moet ik vol lof terugkijken en mensen loven. Of het over iets anders hebben. Fuck dat. Zuur reinigt. De laatste papieren MEST is een bewaarnummer. De redactie kreeg iets voor elkaar waar veel mensen het over hebben, maar wat weinig mensen lukt. Over iets praten is namelijk anders dan iets doen. We praten veel in Brabant. Misschien is het wel exemplarisch voor cultuurbeleid in Brabant. We vergaderen over samenwerken. Als puntje bij paaltje komt zijn we verdeeld. Daardoor verdwijnt veel. Het lijstje verdwenen instellingen is eindeloos. Als je verder kijkt zie je ook veel kunstenaars vertrekken. Andere regio’s hebben meer te bieden. Het proces is steeds hetzelfde. Iets begint, wordt op een schild gehesen, na een tijdje heeft men er genoeg van en houdt het op. Op naar het volgende. Van Gogh. Icoon. We verpatsten zijn werk. Vieren dat we niks hebben. Wat is er met Helma Melis gebeurd? Wat als een componiste als Mayke Nas opeens succesvol blijkt? We zijn verbaasd dat ze hier nog woont. Brabanders hebben de kunstopvatting van Tussen Kunst en Kitsch. Bijna vergeten dingen op zolder zijn pas van betekenis als anderen er waarde aan toekennen. Binnen de discussies over cultuurgelden werd de afgelopen tijd vooral naar de Randstad gewezen. Misschien kunnen we ervan leren. Misschien hanteren ze daar ook wel een andere tactiek. Randstedelijk cultuurbeleid werkt trager en zet meer in op continuïteit. Als het niet bevalt, vervangt men de directeur en gaat de instelling verder. Daardoor kan iets zich ontwikkelen. Van fouten leer je. Brabant werkt van oudsher sneller, van onderaf. Als iets vanaf de tekentafel ontstaat, beklijft het niet. Weet iemand nog iets van het Van Goghjaar? Dit is echt het probleem van de provincie. Dingen worden gestart, er zit veel energie in en dan is het weer hup naar het volgende. We investeerden veel in projecten. Die vaak tijdelijk zijn. Het kost weer veel geld om iets nieuws te bouwen. Daardoor kunnen nooit dingen ontstaan, zich ontwikkelen of beklijven. Voordat je het weet is het weer weg.

Joost Heijthuijsen MEST nr 16

9


[advertenties]

In opdracht van:


ER LOOPT WEER EEN HOND OVER MIJN GRAF Schrijver / journalist Eric Alink bezoekt graven van illustere Brabanders. Dit keer: componist Matthijs Vermeulen (1888 – 1967)

Zilte stilte tussen zerken

m

ieke Telkamp was verzot op voornaamwoordelijke bijwoorden. Zij wijdde er het lied Waarheen, waarvoor aan. Een plechtig nummer, maar uit de titel spreekt totale ontreddering. Hier zingt een vrouw zonder bestemming of levenszin. Dat was in 1971, het analoge tijdperk. Met de komst van Google Maps leven wij in de schijn van koersvastheid. Waarheen? Daarheen, vertelt het kaartje op mijn iPhone. Bij station Hilversum stap ik op een ov-fiets en sla linksaf, de Larenseweg op. “Waarvoor?” hoor ik Mieke naroepen. Om het graf van componist Matthijs Vermeulen te bezoeken. Na 4,1 kilometer is de bestemming bereikt – het Sint Janskerkhof. In de vitrine met mededelingen hangt een verbod op fotograferen. Alleen God is gemachtigd onze sluitertijd te bepalen. Veel graven dragen namen die aan het oeuvre van Bordewijk ontsnapt lijken. Schaapherder, Turkenburg, Vredenbregt. Meest voorkomend zijn Calis, Vader en Majoor. Tussen de honderden Gooise grindnamen is Vermeulen kamillethee voor de ogen. Zacht, zuidelijk. Daar onder die berkenboom ligt zijn graf. Een uithoek, maar de afzondering doet recht aan zijn recalcitrantie. Op zijn veertiende kreeg Matthijs, zoon van een Helmondse smid, een visioen. Muziek zou zijn leven domineren. Hij volgde privéles bij Alphons Diepenbrock en kreeg het aan de stok met Willem Mengelberg, dirigent van het Concertgebouworkest. Het polyfone werk van Vermeulen achtte hij onspeelbaar. Op 24 november 1918 nam Matthijs wraak. Tijdens een bravige uitvoering in het Concertgebouw brulde hij ‘Leve Sousa!’, een liefdesverklaring aan Amerikaanse componisten, waar Mengelberg – aanbidder van Mahler – niets mee op had. Tijdelijk mocht Vermeulen het Concertgebouw niet betreden.

MEST nr 16

Maar toegang tot de dood heeft niemand hem kunnen ontzeggen. Hij logeert er al 49 jaar. Langs de rand van zijn zerk lopen vier insecten. Twee lieveheersbeestjes, een mier en iets vaags dat al vroeg in de evolutie elke bewegwijzering gemist lijkt te hebben. Drie insecten kuieren van hoofd- naar voeteind van het graf. Maar de vierde loopt spook, in tegengestelde richting. Waar een doodswil is, is een weg. Er is meer ontregeling op dit kerkhof. Een zerk meldt pontificaal: ‘Hier rust Christus’. Onder een kastanjeblad blijkt het voorzitsel ‘in’ verstopt te zitten. Drie rijen verder ligt de familie Van Pampus. Hier lijkt sprake van verkeerd voorzetselgebruik. Ongewild erotisch is een dubbelgraf met het verticale opschrift ‘G. Koekkoek 1906-1986 kerkorganist | zijn spel was bidden en zijn vrouw | C.A. Koekkoek 1917-2008.’ Het klavier dat Vermeulen mocht openen, heette Anny van Hengst. Quatre mains? Inconnu, mais quatre enfants. Het gezin leefde in Parijs, waar Matthijs vanaf 1921 als componist en journalist zijn geluk beproefde. Maar zijn lot verhuisde mee: in 1944 stierf zijn lief. Enkele maanden later sneuvelde oogappelzoon Josquin in het Franse bevrijdingsleger. Toch ligt Matthijs niet alleen in zijn latere woonplaats Laren. Thea Diepenbrock, de negentien jaar jongere dochter van zijn leermeester, deelt het graf. Het geheim van hun liefde, die na een briefwisseling in 1945 ontstond, is met hen ter aarde besteld. Op hun graf staat gebeiteld: ‘La musique souvent me prend comme une mer.’ Zilte stilte klotst tussen zerken in Laren. Waarheen gaat de zee? Waarvoor? Daarheen gaat de zee. Daarvoor. Tekst Eric Alink

11


MOOI-LEKKER-HANDIG-

BOEIEND-PIJNLIJK-GRAPPIG

IEDEREEN IS

tE kOoP PUNKVERZAMELAAR I DON'T CARE

MUZIEK

€ 26,99

BACHTHERAPIE

n.o.t.k. Wie geestelijk even in de knoop zit, kan beter Bach luisteren dan de pillendoos opentrekken, vindt Jacqueline Hamelink. Daarom toert de bekende Tilburgse celliste als een therapeut door het land. BachTherapie! noemt ze haar voorstelling. Die speelt ze gewoon in de woonkamer bij mensen thuis. De patiënt vertelt wat er zoal op zijn/haar lever ligt en Hamelink speelt ter plekke iets van Dr. Johann Sebastian. Dat kan een-op-een of in een groepsessie. Achteraf krijgt iedereen een kuurtje, bij-

voorbeeld: tweemaal daags dit stuk luisteren, vóór het ontbijt en na de avondmaal. Precies zoals bij de 'gewone' therapeut. Geen idee of het werkt, maar als het hoogtepunt van de westerse muziek een mens niet kan redden, wat dan wel? Een therapiesessie boeken kan op soundingbodies.com.

Nederlandse punk is onlosmakelijk verbonden met krakersrellen, Beatrix en (bovenal) Amsterdam. Dat wil niet zeggen dat elders in Nederland nooit een jongerensoos werd gesloopt. Check de lange tracklist van de gloednieuwe punkverzamelaar I DON’T CARE: Dutch Punk 1977-1983 maar eens. Met twee puntige punksongs wordt Breda goed vertegenwoordigd door The Miranda's, die zich ‘door de paus genaaid’ voelen op het verder onverstaanbare Oh Zit Dat Zo. Daarmee houden ze het nog netjes vergeleken met Tedje en de Flikkers uit Nijmegen: ‘Lul, doe je bek open, heb je geen gevoel in de kloten?’ (Stukje Lul). En uiteraard ontbreken The Flyin' Spiderz uit Eindhoven niet, veruit de meest succesvolle brabopunkers en ooit openers voor Iggy Pop en The Damned. Mooi hoor, die gloriedagen van de Nederlandse punk. Perfect voor iedereen die eens ouderwets met zijn kop door de muur wil. Of moet. I DON'T CARE: Dutch Punk 1977-1983 ligt nu in de winkel.

ETEN

MUZIEK

DE LEUKSTE CHINEES VAN NL

n.o.t.k.

Een nieuw Chinees restaurantje in Den Bosch dat Ding Dong heet, dan weet je eigenlijk al wie er achter zit. De Bossche binnenstad zou onuitstaanbaar saai zijn zonder de vier, euh, ‘tenten’ van Jacques van Geffen. Zo langzamerhand een horeca-tycoon dus, die Van Geffen, maar dan wel van het sympathieke en creatieve soort. Na eetcafé DIT, het Mariapaviljoen en café-restaurant Buurt nu een Chinees eettentje dus. Eentje waar je wel binnen wilt zitten. Studio Boot bemoeide zich al met de inrichting van de eerste drie en zal zo te zien ook hier wel weer een hand in hebben gehad. Dus het ziet er goed uit, de bediening is prettig en ook hier vind je overal de typische humor van DIT. Mailtje sturen om te reserveren? hetzalwelweervolzitten@ditisdingdong.nl. Oh ja, afhalen kan ook. 12

MEST nr 16


LITERATUUR

COL

UMN

HEX: INTERNATIONALE BESTSELLER

vAnAf € 9,99

Baksteen II

Een keurig Nederlands gezin, het avondeten op tafel, Guus Meeuwis door de speakers en in de hoek van de woonkamer een middeleeuwse heks met dichtgenaaide oogleden en lippen. Zo opent Thomas Olde Heuvelt zijn roman HEX. Een behoorlijk creepy verhaal, mocht dat nog niet duidelijk zijn, en een vette horrorbestseller sinds Stephen King het werk ‘briljant en volstrekt origineel’ noemde. Schrijver Olde Heuvelt (1983) uit Den Bosch vliegt ermee de wereld over momenteel. Drie jaar na de Nederlandse uitgave heeft hij opeens een miljoenenpubliek. De vertaalde HEX’en verschenen onlangs in de VS, Engeland, Frankrijk, Brazilië en China. Daarnaast wil Warner er een tv-serie van maken. Een waanzinnig succes, waar we in Nederland toch even overheen hebben gekeken. Hierbij de rectificatie, lees dat boek! De Nederlandse editie van HEX, uitgeverij Luitingh Sijthoff.

ERFGOED

TEXTIELSTAD TILBURG

€ 24,95 Spinners, wevers en naaimachientjes die een volledige fabriekshal vullen; Tilburg is er groot mee geworden. Dat verdient een reusachtig naslagwerk, vonden Ronald Peeters (van de mooie fotoboeken) en Ton Wagemakers (van het TextielMuseum). Zo verzamelden ze 330 foto’s op 232 pagina’s; voornamelijk beelden van oude fabrieken en prachtige textielwerken. Daarnaast is er veel aandacht voor de arbeiders, mensen die draadje voor draadje Tilburgse historie schreven. Tante Corrie was een fabriekswerker? Dan staat ze geheid ergens in dit boekwerk. Mochten mensen vragen wat die Tilburgers toch met textiel hebben, dan gooi je gewoon dit boek in hun schoot.

d

rie-en-een-half jaar geleden schreef ik mijn tweede column voor MEST. Hij begon als volgt: ‘Vlak voor Den Bosch Centraal vertelt een bakstenen muur je in onverbloemde graffiti dat alles goed komt. Het staat er in slonzige verfletters op een klein raamloos gebouwtje gekliederd en wie in de trein richting de Randstad zit en naar rechts kijkt kan het niet missen: ‘Alles komt goed’.’ Iemand die vaak over Den Bosch reist kent het kleine elektriciteitshuisje dat vele bange burgers moed gaf. Het was de meest effectieve vorm van street art die ik ooit ben tegengekomen. Het hielp, namelijk. Het hielp bij ziekte en verdriet, bij zorgen en paniek. Drie simpele woorden, lelijk neergeschreven, maar juist het feit dat iemand de moeite had genomen, iemand wie het niet om esthetiek of erkenning te doen was, maakte dat het telde. En op een dag was het huisje weg. Gesloopt, zoals dingen nu eenmaal gesloopt worden als ze te lang bestaan. Er is veel gebeurd sindsdien. Wantrouwen en woede wonnen wereldwijd terrein op optimisme. Vreemdelingenhaat begon aan een tweede leven en de westerse wereld verkiest leiders die daarbij passen. De sloopkogel die het alles-komt-goedhuisje naar beneden haalde bleef ook herhaaldelijk op de cultuursector inbeuken. Inmiddels is bekend dat ook MEST magazine het niet overleeft. Niet zo raar, zou je bijna zeggen, in een klimaat waarin niemand meer naar verwondering lijkt te zoeken. Waarin de ramen dicht gaan en de deuren op slot. We vechten voor kleinere, en spaarzamere, overwinningen. Een tijdje geleden reed ik met de trein vanuit Utrecht Den Bosch binnen. Ik keek uit het raam, en ineens viel mijn oog op iets wat ik de dag ervoor nog niet gezien had. Drie woorden, haastig op een klein nieuwbouwmuurtje gekalkt. Ze stonden daar, even slordig als fier, vanzelfsprekend te zijn. Alsof ze alleen maar even een ommetje hadden gemaakt. ‘Alles komt goed’. Dames en heren, het is terug. En dat kan maar één ding betekenen. Dat het waar is.

Lucas de Waard

Tilburgse Textiel in Beeld, uitgeverij Gianotten Printed Media. MEST nr 16

13


14

MEST nr 16


LEVEND DESIGN

Bio art – kort gezegd kunst of design met behulp van levend materiaal – is in opkomst. Met vaak spectaculaire resultaten. Zoals de wereldberoemde bulletproof skin van Jalila Essaïdi. Ruim vier jaar geleden richtte Essaïdi in Eindhoven de Bio-Art Laboratories (BAL) op, samen met de Waag Society in Amsterdam voorloper op het gebied van bio art in Nederland. MEST-redacteur Anneke van Wolfswinkel ging er langs, op zoek naar de meest indrukwekkende ‘uitvindingen’ van de afgelopen vier jaar.

“bEn jE bAnG vOoR sPiNnEn?” e gang naar het lab is kaal en donker. “We gebruikten hier een tijdje lichtgevende bacteriën”, zegt Sjors van Trier, “maar nu zitten we zonder.” In het lab word ik begroet door twee honden, en ergens achterin de grote ruimte tjilpen zebravinken. Op tafels en in kasten staat glaswerk dat ik herken van de scheikundelessen, verderop zie ik een glazen kweekkas met wat planten. “Ben je bang voor spinnen?” vraagt Sjors, terwijl we naar de glazen kas lopen. Ik zeg stoer dat dat reuze meevalt, vooral als ze netjes in een bakje zitten, maar ik verstom als hij de deur opendoet. In de kas hangen zo’n twintig spinnen van minstens tien centimeter groot, in een woud van webben. Dit zijn dezelfde soort spinnen die de zijde leverden voor de beroemde kogelwerende huid (bulletproof skin) die Jalila Essaïdi, initiatiefnemer van de Bio-Art Laboratories, maakte. Ik sta in de deuropening en mag aan een draad trekken. Die is inderdaad verbazingwekkend sterk. Sjors doet gelukkig de deur weer dicht. “Soms eten ze elkaar op”, zegt hij schouderophalend, “maar meestal gaat het wel goed.”

MEST nr 16

DWARS DOOR ALLE DISCIPLINES HEEN Sjors is vanaf de oprichting betrokken bij de Bio-Art Laboratories en omschrijft zijn rol bescheiden als ‘faciliterend’. In een glazen bak zitten zijderupsen, ze wriemelen traag door elkaar, tussen witte cocons. “Van de vezels van die zijde proberen we andere materialen te maken, foam of gel bijvoorbeeld”, legt Sjors uit. “Dat heeft al materiaal opgeleverd dat interessant is voor kunstenaars die met lichtgevende bacteriën werken.”

Later die week spreek ik Jalila aan de telefoon. Ik ben benieuwd naar haar filosofie achter die vermenging van kunst en wetenschap. “Als we écht tot nieuwe materialen en oplossingen willen komen, moeten we de grenzen tussen verschillende domeinen – biologie, technologie, kunst, filosofie – doorbreken”, antwoordt ze. “Ik heb mij zelf altijd op die grenzen bewogen, en wat we in het lab doen gaat ook altijd dwars door alle disciplines heen.”

15


Bio-Art Laboratories Jalila Essaïdi presteerde in 2011 het schier onmogelijke: ze maakte kogelwerende huid. Met dit biotech-kunstwerk, waarvoor ze supersterke spinnenzijde combineerde met een stuk menselijke huid, werd ze wereldnieuws. Om andere bio-kunstenaars op weg te helpen, richtte ze in 2012 de stichting Bio-Art Laboratories (BAL) op. BAL biedt kunstenaars en wetenschappers de complete basisuitrusting van een biochemisch lab. Bij alle onderzoeken staat de artistieke insteek voorop: BAL is laboratorium én atelier. Meestal zijn er zo’n vijf onderzoekers tegelijk aan het werk, die BAL ondersteunt met chemische en biotechnologische kennis. Daarbij werken ze geregeld samen met onder meer de TU/e, TU Delft en de Radboud Universiteit.

BAD Awards en expositie Fluid Matter Bij tentoonstellingsruimte MU, op Strijp-S in Eindhoven, is nog t/m 26 februari 2017 de expositie Fluid Matter te zien, met werk van bio art-kunstenaars uit binnenen buitenland. Ook te zien op de expositie: het werk van de drie winnaars van de jaarlijkse Bio Art and Design (BAD) Award: Roos Meerman & Lilian van Daal, Cecilia Jonsson en Pei-Ying Lin.

“De kunstwereld kan niet goed uit de voeten met de grensoverschrijding tussen kunst en wetenschap” 16

Biotechnologie is in opkomst, maar roept ook veel weerstand op. Veel mensen komen in het geweer tegen genetische manipulatie van voedsel, en zijn al helemaal huiverig voor het ‘spelen’ met dierlijk of zelfs menselijk materiaal. “Biotechnologie is in zichzelf niet goed of slecht. Maar we leven in een angstcultuur. En die angst heeft veel met een gebrek aan kennis te maken. Je ziet ook steeds vaker dat wetenschappers samen willen werken met een kunstenaar, om hun onderzoek zichtbaar en inzichtelijk te maken voor het publiek.” Snappen mensen in de kunstwereld eigenlijk wel waar jullie mee bezig zijn? “Jonge design- en kunststudenten weten ons te vinden en zijn geweldig geïnteresseerd in wat wij doen. Zij denken al grensoverschrijdend. Vorig jaar hebben studenten van de Design Academy zelfs een petitie aan hun docenten overhandigd waarin ze aandrongen op meer uitwisseling met de Bio-Art Laboratories. De aarzeling zit bij docenten en instituten, niet bij de jonge kunstenaars. Dat zie je ook bij subsidieaanvragen. De Adviescommissie Kunsten van de Provincie Noord-Brabant beoordeelde de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van ons werk als ‘niet voldoende’. Mensen uit de kunstwereld kunnen vaak niet goed uit de voeten met de grensoverschrijding tussen kunst en wetenschap.”

Hebben kunstenaars eigenlijk niet meer aan een state-of-the art biochemisch laboratorium van bijvoorbeeld een universiteit? “We bieden een lab, maar gaan ook voortdurend in gesprek over de filosofische en artistieke kanten van dit werk. Daarin zijn we, misschien op de Waag Society na, echt uniek in Nederland. En als iets bij ons niet kan, zoeken we samenwerking met een ander lab. Wij mogen hier bijvoorbeeld niet met menselijk weefsel werken. Het is waar dat we een minimaal budget hebben, maar dat vangen we op met een do it yourself-mentaliteit. Voor projecten met lichtgevende bacteriën werkten we aanvankelijk samen met de TU Delft. Met standaard protocollen die bijvoorbeeld hele dure chemicaliën voorschrijven. Maar vervolgens zijn we zelf aan de slag gegaan. Gewoon met een inktvis van de Makro, een liter melk en een paar spullen van de drogist en een Chinese toko. Daar konden we een stof mee maken waarop de bacteriën én beter groeien, én veel langer in leven blijven. Dat is wat we bij Bio-Art Laboratories voortdurend doen: natuurlijke materialen en processen helemaal ontleden, en op een nieuwe manier weer opbouwen.”

MEST nr 16


hOoGtEpUnTeN uIt hEt lAb Experimenten leiden lang niet altijd tot bruikbare resultaten, dat weten ze bij BAL ook wel. Maar soms lukt het om een wild idee daadwerkelijk tot een goed einde te brengen. Vier hoogtepunten in vier jaar BAL. TREE ANTENNA (2014) Een flinke boom, koperdraad en een rekensommetje: meer is eigenlijk niet nodig om een radiozendmast te maken. Van de koperdraad maak je een spoel die je om het onderste gedeelte van een boomstam wikkelt, met de juiste windingen op de juiste afstand van elkaar. Die spoel sluit je aan op de sapstroom van de boom (dat is makkelijker dan het klinkt), et voilà: de hele boom functioneert als antenne. De cipres voor het Eindhovense NatLab was de eerste testlocatie. Binnen een mum van tijd stonden er zo'n twintig zendamateurs om de boom heen – ze konden niet geloven wat ze hadden gehoord.

Tree Antenna is ontwikkeld door Bio-Art Laboratories, in samenwerking met de Eindhovense afdeling van Veron, de Nederlandse vereniging voor radioamateurs.

Foto: Femke Rijerman

Het idee achter de vondst is schitterend in zijn eenvoud. De ideale hoogte voor een antenne is een kwart van de golflengte. Voor de 40 meter-band, de standaard die gebruikt wordt door zendamateurs en die geschikt is voor communicatie over lange afstanden, is dat dus 10 meter – en laat dat nu net de hoogte zijn van een gemiddelde boom.

De ‘bacteriënlamp’ Ambio

TERESA VAN DONGEN: AMBIO (2014 / 2015) Licht, glas en water – daarmee maakt Teresa van Dongen poëtische kunstwerken, die tegelijk biotechnologische hoogstandjes zijn. In 2014 studeerde ze af aan de Design Academy Eindhoven met haar lamp Ambio, een jaar later won ze de Young Designer Award. Ambio is een lamp met zogeheten bioluminescente bacteriën. Die kennen we vooral uit de zee, waarbij ze oplichten zodra je het water in beweging brengt. Door de zuurstof die vrijkomt door de beweging van het speciaal samengestelde water in de lamp, gaan ook hier de bacteriën 'werken'. De boomantenne

MEST nr 16

17


De ‘vleeslamp’

ISAAC MONTÉ: THE MEAT PROJECT (2015) In The Meat Project, dat Isaac Monté uitvoerde in opdracht van de Bio-Art Laboratories, gebruikte hij de nieuwste technologieën om vlees, dat weggegooid was door supermarkten, ‘uit te wassen’. In dit proces wordt vlees ‘gedecellulariseerd’: alle inhoud van de cellen verdwijnt, en het ‘skelet’ dat overblijft is een rubberachtig, transparant wit, op marmer lijkende materie. De lampen die hij hiervan wist te maken, gaf hij vormen gebaseerd op de Escherichia coli, een bacterie die vlees na een bepaalde periode aantast en de reden is dat we het weggooien.

Foto: Mike Roelofs

De stof van Mestic

18

MEST nr 16


MESTIC (2016) Holy crap...these dresses are made from cow shit! Manure goes couture! De internationale pers kwam woordspelingen te kort om de modeshow van Bio-Art Laboratories te beschrijven in juni 2016. Jalila Essaïdi ontwikkelde een manier om de cellulose uit koeienmest te halen – een droge, prettig ruikende massa, die bestaat uit resten van gras, hooi, bijvoeding en stalbedding (stro of gehakselde maisplanten) die normaal met de mest mee de put in gaat. Die cellulose verwerkte ze tot pulp, en van die pulp wist ze een bioplastic te maken dat om te vormen is tot draad – waar je weer textiel en dus kleding van kunt maken.

Jurk van Mestic

Wie mest zegt, zegt er automatisch ‘overschot’ achteraan. Om uit mest een waardevolle grondstof te destilleren is een revolutie van formaat, vinden ze bij BAL. Daar zetten ze vol in op de doorontwikkeling van Mestic. Uiteindelijk moet de omzetting van mest naar textiel winstgevend worden, zodat BAL financieel onafhankelijk wordt.

Foto: Ruud Balk

“...these dresses are made from cow shit!”

MEST nr 16

19


In haar boek Bulletproof Skin (2012) beschrijft Jalila Essaïdi o.a. het creatieproces van de door haar ontwikkelde ‘kogelvrije huid’. Hier wordt de opperhuid verwijderd van een kunstmatig gegenereerde blaar.

“Biomaterialen zie ik als een nieuw palet voor kunstenaars”

20

MEST nr 16


sNaPsHoTs vAn dE tOeKoMsT Hoe vullen kunst en wetenschap elkaar aan? En hoe gaat de bio art zich in de toekomst ontwikkelen? Drie kenners.

JALILA ESSAÏDI:

“Ik ben opgeleid als kunstenaar, maar tegelijk heb ik altijd de drang gehad om de natuur te begrijpen. Kunstenaars laten een glimp zien van de toekomst, én zijn altijd op zoek naar nieuwe materialen om mee te werken. Biomaterialen zie ik als een nieuw palet voor kunstenaars. Je kan puur conceptueel bezig zijn met biotechnologie, maar ik vind het veel interessanter om, zoals ik het noem, concept-reële biokunst te maken. Als je biomaterialen echt gebruikt, heeft dat veel meer zeggingskracht. De spinnenzijde waar ik mee heb gewerkt, is bijvoorbeeld vele malen sterker dan staal, en biologisch afbreekbaar. Dat zijn geweldige eigenschappen. En zo is er nog veel meer te ontdekken in de natuur, waarmee wij mensen ons leven kunnen verbeteren of verlengen.”

HUB ZWART, HOOGLERAAR FILOSOFIE AAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT EN DIRECTEUR VAN HET CENTRE FOR SOCIETY & GENOMICS:

“Vanuit een historisch perspectief moeten samenwerking en dialoog tussen kunst en wetenschap eerder gezien worden als norm dan als uitzondering. De splitsing in twee verschillende 'culturen' is een betrekkelijk recent fenomeen, en een zoveelste ijzeren gordijn dat op het punt staat te verdwijnen. Kunst en wetenschap moeten allebei beschouwd worden als een experimenteel streven. (…) In onze tijd verkennen kunst en wetenschap opnieuw manieren om op een intensieve manier samen te werken. Zoals ik het zie, ‘vertegenwoordigt’ of ‘bekritiseert’ biokunst de wetenschap niet. Het is meer een aanvullende, samenwerkende onderneming. Zo brengt biokunst belangrijke aspecten en dimensies van wetenschappelijke onderzoeksmethoden aan het licht, bijvoorbeeld bij kunstmatige weefselkweek of synthetische biologie. (...) De rol van biokunst, zoals ik die zie, is het verkennen van het veld, om snapshots van mogelijke toekomsten te laten oplichten, en om de opkomende scene te voorzien van morele vraagtekens.” (Uit het boek Bulletproof Skin, over het werk van Jalila Essaïdi)

Tekst Anneke van Wolfswinkel Foto’s Bio-Art Laboratories Illustratie Suzanne Hertogs

MEST nr 16

TERESA VAN DONGEN, WERKT OP HET SNIJVLAK VAN DESIGN EN BIOTECHNOLOGIE:

“In biochemische laboratoria worden geweldig interessante dingen onderzocht, waar het grote publiek geen weet van heeft. Als ontwerper kan ik die kennis vertalen naar objecten die tot de verbeelding spreken. Mijn nieuwste lamp ‘Spark of Life’ werkt met elektrochemisch-actieve bacteriën, een fenomeen waar al jarenlang onderzoek naar gedaan wordt. Een professor die daarmee werkt, kwam met zes familieleden naar de expositie, omdat hij eindelijk kon laten zien waar hij zich nu eigenlijk mee bezighoudt.” “Energie interesseert mij als ontwerper, ook omdat we als maatschappij voor een grote uitdaging staan om nieuwe energiebronnen te ontdekken. Ik ben geen wetenschapper, ik ontdek die natuurverschijnselen niet zelf, en ik pretendeer ook geen oplossingen te bieden. Maar met zo’n lamp laat ik wel een mogelijkheid zien.” “Ik merk dat mensen nog vaak alle biotechnologie over één kam scheren. Vooral voor genmodificatie zijn veel mensen angstig. Dat is jammer. Onze kennis over de werking van de natuur wordt steeds groter, en dat biedt juist heel veel mogelijkheden. Als we zorgvuldig werken, kunnen we met die kennis de natuur ondersteunen, in plaats van haar te vernietigen.” “In het biodesign worden vooral prototypen en unica gemaakt. Ik denk dat het belangrijk is dat we nu de volgende stap nemen, en ontwerpen maken die echt in productie genomen kunnen worden. Ik wil dat mensen een lamp in huis kunnen halen die op bacteriën werkt. Het zijn sprankjes hoop die ik plant.” A

21


22

MEST nr 16


PE DAL ENBOUW ER

dR.

Spirituele devotie voor the true evil motherfuzzing sound

MEST nr 16

23


De mannelijke voet is bedoeld voor het gitaarpedaal. Daarover geen discussie. En wie zichzelf écht serieus neemt als rockheld zorgt dat hij vrienden is met Dr. No. Ruben Block (Triggerfinger), Chris Cornell (Soundgarden) en de halve Queens of the Stone Age-crew: allemaal mannen die hun signature sound creëren met hulp van de Eindhovense pedalendokter. Zijn geheim? Een goede soldeerbout en een haast spirituele devotie voor that true vintage, evil motherfuzzing guitarsound.

rian May wilde een nieuw effectenpedaal. Gewoon wat speelgoed om aan zijn heftig knipperende pedalenkermis toe te voegen. Doe mij maar zo'n apparaat van Dr. No, had de Queen-gitarist tegen zijn technici gezegd; die spullen zien er immers altijd fraai uit. Mooi gezeefdrukt en volgens collega-rockhelden zijn ze ook nog eens subliem in geluidskwaliteit. Zodoende kreeg Eindhoven laatst een belletje vanuit Engeland. Dr. No, die zijn soldeerbout moest wegleggen om de telefoon op te nemen, weet nog goed hoe dat gesprek verliep.

BLA BLA BLA “Die kerel zei: Brian May wil een pedaal van jou. Ik moest er even over denken, wat hij volgens mij al heel vreemd vond, maar uiteindelijk leek het me wel een goede klus. Ik zei: prima, vertel Brian maar dat hij me op dit telefoonnummer kan bereiken. Vervolgens kreeg ik een héél verhaal. Dat grote gitaristen als hij dit soort zaken aan personeel overlaten. Dat hij zelf absoluut geen tijd had om zomaar met

jan en alleman te praten. Bla bla bla. Nou, dan hoeft het van mij ook niet. Ik ga niet zomaar een pedaal maken voor iemand. Bovendien: ik vind Queen een kutband. Bel maar iemand anders.”

Wiedlie-wiedliewiedlie Aldus Dr. No: pedalendokter, Eindhovenaar, spiritueel ingestelde rocker en – wie het Brian May zou vragen – af en toe een behoorlijk dwarse drol. Hij is een cultfiguur in de moderne rock ’n roll. Niet zozeer voor ons, het publiek, maar des te meer voor rockhelden die graag wiedlie-wiedlie-wiedlie doen op hun gitaar. Mannen als Seasick Steve, George Kooymans en Troy van Leeuwen plaatsen hun voet graag op zijn pedalen – of die nu de vorm hebben van een oude Ford Falcon, een doodshoofd of (zijn laatste creatie) een vers gedraaide hondendrol. Sinds zijn allereerste pedaal voor Peter Pan Speedrock (de Drive-O-Matic, 15 jaar geleden), drukt hij zijn stempel op het geluid van de

RUBEN BLOCK

24

ALAIN JOHANNES

Triggerfinger

PJ Harvey, Mark Lanegan

“Er is momenteel een enorm overaanbod aan handgemaakte pedaaltjes. Het verschil tussen al die merken is vaak miniem en als klant zie je door de bomen het bos niet meer. Daarom werk ik samen met Dr. No aan een reeks op maat gemaakte pedalen. Dat is fantastisch, om iets te kunnen zoeken dat meerwaarde geeft aan wat er reeds borrelt op mijn kleurige kerncentrale.”

“Dr. No heeft voor mij een pedaal gemaakt: de Alain Johannes 11:11, ontstaan uit lange dialogen en betrokken feedbacksessies. Hij creëerde een pedaal, diep geaard in mijn muzikale en persoonlijke historie. Dr. No is een badass. A true original.”

MEST nr 16


“Ik vind Queen een kutband, bel maar iemand anders”

hedendaagse rock ’n roll. Zeker in Amerika kent iedereen ‘The Doc’. Dat ze hem nooit gewoon Roel noemen, komt doordat hij zijn kop altijd achter een masker verstopt, ooit gekocht bij feestwinkel ’t Snabbeltje. Maar los van alle mystiek rondom deze ‘rockdoc’ was hij ooit gewoon een broekie met een soldeerbout.

DRRUNNGG Dr. No mocht geen gitaar van zijn vader. “Daar doe je toch niks mee”, kreeg hij te horen. Daarom besloot hij er zelf een te bouwen. Visdraadje spannen, houten plank zagen, spijkertjes er in en hoppakee: ploing, ploing, ploing. Het klonk voor geen meter. Maar goed, zijn eerste échte gitaar klonk ook maar droog, vond hij. Door een paar effectenpedalen aan die Ibanez te knopen, dacht de dokter het heilige geluid van Jimi Hendrix op te wekken, maar tevergeefs. In de gitaarwinkel vond hij slechts digitaal kinderspeelgoed; schrale reproducties van de oude, analoge

ERIC CORTON

presentator en muzikant

“Voor Cortonville, mijn oude muziekplatform (voor ‘heavy alternative music’ – red.), bouwde hij een schaalmodel van de Ford Falcon. Met daarin een beest van een fuzz. Superding! Alles wat hij maakt klinkt en oogt uniek. Ik ben ook een grootgebruiker van zijn legendarische Drive-O-Matic en Octofuzz.”

pedalen uit de sixties en seventies. Waarom kopen mensen die zooi, dacht hij. Zodoende begon hij weer te sleutelen op zijn kamer: een circuitje bouwen, potmeters ertussen, luisteren, de weerstanden bijstellen en nog eens goed luisteren. Na maanden van harde arbeid, klonk er opeens een alles verscheurend geluid op de zolderkamer van zijn ouderlijk huis. Drrunngg. Drrunngg. Drrunngg. Beneden kletterde het bestek op de grond. En helemaal boven – in de rockhemel – stak Jimi Hendrix voldaan een sigaret op, zo wil de mythe.

Fuzz Inmiddels zijn er zo’n 4800 effectenmerken in de wereld. Voor een groot deel zijn dat thuisbouwers: obsessieve gitaristen die – net als Dr. No – fanatieker met hun pedalen in de weer zijn dan Tom Dumoulin met zijn fietstrappers. Ze delen een frustratie om de digitalisering en de hegemonie van topmerken als Boss, electro-harmonix en Ibanez. Maar gelukkig hebben ze een soldeerbout. Én Google. Een onervaren techneut begint met DIY-handleidingen,

Pedaal dat Dr. No speciaal maakte voor de bandleden van The Devil’s Blood. De opgedroogde spetters varkensbloed zitten er nog op. MEST nr 16

25


“Ik zou niet weten met wie ik nog seks moet hebben als ik een pedaal voor Josh Homme heb gemaakt” tot hij uiteindelijk zelf gitaarpedalen kan tekenen, ontwikkelen, bouwen en assembleren met authentieke materialen. Voor zichzelf of (zoals Dr. No) voor de mensen die zij bewonderen. Dat wil dus niet zeggen dan jan en alleman en Brian May zomaar een pedaaltje kunnen bestellen bij Dr. No. Hij maakt alleen signature pedals voor mensen die hij zélf benadert. En die verkoopt hij via zijn eigen webshop. “Mijn pedalen zijn functionele kunst”, zegt hij. “Die zie ik liever niet opgestapeld achter een winkelruit staan. Maar de wereld is daar heel conservatief in. Mensen zeggen vaak: leuk pedaaltje, wat kost dat? Ja, zo werkt het dus niet. Ik ben geen productmaker, ik ben een verhalenverteller. Het juiste effect vinden voor een gitarist is vaak een kwestie van maanden, daar gaat psychologisch research naar de gebruiker aan vooraf – er zijn immers meer soorten fuzz dan mensen op aarde. Leuk pedaaltje? Man, in zo’n pedalendoosje zit het muzikaal DNA van een persoon verstopt.”

HM Denkt de dokter niet een beetje te moeilijk? Waarschijnlijk wel. Zijn er vrienden die hem weleens op zijn muil willen slaan als hij weer een megaklus afslaat? Absoluut. Maar de dokter weet ook: “Geld is geen vooruitgang, geld is hoofdpijn.” Hij steekt zijn tijd vaak in projecten waar hij geen rooie cent aan overhoudt, maar juist die anticommerciële houding maakt hem geliefd bij rocksterren die – net als hij – zoeken naar een beetje echtheid in het door bullshit gedreven rock ’n roll-circus. Daar is het hem om te doen: iets moois en zinnigs teruggeven aan de rockers die zoveel voor hem betekenen. “Bijna alle mannen die vroeger boven mijn bed hingen, spelen nu op mijn pedalen”, zegt hij tevreden. Eigenlijk heeft hij nog maar één posterheld zonder Dr. No-pedaal: Queens of the Stone Age-voorman Josh Homme. “Hm, ja, ik heb hem één keer ontmoet. Toen stelde ik me zenuwachtig voor als zijn grootste fan. Hij – een boomlange kerel natuurlijk – keek me aan en zei: ‘You aren’t so big, motherfucker.’ Daarna liep hij weg. Ha! Prima, sommige dingen moeten gewoon onbereikbaar blijven. Ik zou niet weten met wie ik nog seks moet hebben als ik een pedaal voor Josh Homme heb gemaakt.” A

26

Tekst Thomas Snoeijs Illustratie ZenkOne

DAVE CATCHING

Eagles of Death Metal, Earthlings?

“Toen ik Dr. No leerde kennen, ging er een nieuwe wereld voor me open. Alles is mogelijk als je met hem aan een pedaal werkt. Er zijn veel effectenbouwers, maar op het gebied van verbeelding, conceptueel denken en productie streeft hij iedereen voorbij. Daarnaast is hij een van de meest oprechte mensen in de industrie.”

TROY VAN LEEUWEN

Queens of the Stone Age, Iggy Pop

“Ik werk alleen met mensen die visie hebben, die meer bieden dan ‘zomaar’ een pedaaltje. Dr. No herken je uit duizenden door zijn unieke sound en esthetiek. En nog een pluspunt: hij komt uit Nederland, net als mijn voorouders.”

MEST nr 16


[advertentie]

bkkc, Kunstbalie, Erfgoed Brabant en Cubiss bedanken hoofdredacteur Stan van Herpen voor zijn rol in de totstandkoming van MEST Magazine, zijn tomeloze inzet en betrokkenheid bij het maken van zestien afleveringen van MEST Magazine en zijn hart voor Brabantse kunst en cultuur. We hopen dat hij de energie die hij elk kwartaal in MEST kon stoppen, de komende tijd elders kwijt kan. En we hopen ergens in de culturele sector.

Bedankt! bkkc, Kunstbalie, Erfgoed Brabant en Cubiss bedanken ook iedereen die ooit in MEST Magazine heeft gestaan. Met een foto, met een verhaal, met een illustratie of anderszins… Arold van der Aa, Selçuk Akinci, Erik Alink, Jenna Arts, Joyce van Belkom, Dieter van den Bergh, Marcel van den Bergh, Martin Beversluis, Mirthe Blussé, Leo de Boer, Mario van Brakel, Lars van den Brink, Erik van der Burgt, Sigrid Calon, Evelyne Coussens,

Studio De Leijer, Judith Dekker, Linelle Deunk, Romy van Dongen, Serge van Duijnhoven, Sophie Eekman, Annette Embrechts, Anouk Essers, Vicky Franken, Koen Frijns, Vivian van Gaal, Dennis Gaens, Wouter Gresnigt, Maria van der Heyden, Joost Heijthuijsen, Nick Helderman, Janine Hendriks, Suzanne Hertogs, Rene van de Hulst, Anke van Iersel, Eline Jetten, An-Sofie Kesteleyn, Peter de Krom, Doeko L Pinxt, Ivo van Leeuwen, Jeroen de Leijer, Pjotr van Lenteren, Elske van Lonkhuyzen, Luis Mendo, Y. Né, Martijn Neggers,

Martyn F. Overweel, Mijke Pol, Esther Porcelijn, Saskia Rasink, Arnoud Rigter, Frank Ruiter, Marjolein Schalk, Sanne Schepers, Shootmedia, Bart Smout, Thomas Snoeijs, David Stevens, Nick J. Swarth, Masaya Takeda, Kevin Toma, S. Lloyd Trumpstein, Vrouwkje Tuinman, Frank Verhallen, Milan Vermeulen, Angelique Viester, Mark van de Voort, Wout Waanders, Lucas de Waard, Ilse Weisfelt, Esther Wittenberg, Anneke van Wolfswinkel, Sarah Yu Zeebroek en iedereen die dit nummer nog bevolkt!


HET

LICHT

In deze rubriek herenigen we een docent met een oud-leerling. Als eerbetoon aan de docent(e) die met zijn/haar passie voor cultuur het leven van tenminste één voormalig leerling voor altijd veranderde.

“Ik was kwaad omdat je muziek als competitie zag” Paul Damen (48, drummer en drumdocent) was twaalf toen hij voor het eerst drumles kreeg van Sjoerd van Bommel (59, drumde o.a. met Bots, Frédérique Spigt en Clemens van de Ven). De vijf jaar die volgden was Sjoerd niet alleen zijn drumleraar, maar ook de man bij wie hij zijn verhaal kwijt kon. Sjoerd had nooit een betere leerling.

p

aul heeft Sjoerd thuis opgehaald om samen naar de Verkadefabriek in Den Bosch te gaan. Paul: “Ik kreeg al op mijn kop dat ik te vroeg was.” Sjoerd: “Ik moest de hond nog uitlaten.” Paul: “Dat hebben we nu samen gedaan.” Het lijkt alsof de twee elkaar dagelijks zien, maar dat is niet zo. Maar in de vijf jaar dat Sjoerd Paul lesgaf, is een band tussen hen ontstaan waarop ze de rest van hun leven kunnen voortbouwen. Sjoerd: “Op een dag kwam je vader naar me toe om te vragen of ik jou les wilde geven. Ik denk dat het na een optreden was.” Paul: “Ik had al sinds mijn zesde drumles van Joop, de zoon van de groenteboer. Toen jij kwam was ik een jaar of twaalf. Ik keek er naar uit, want ik keek tegen jou op. Jij speelde in de Poockel Band. Dat was in die tijd dé band van Den Bosch man.” PUNKERTJE

Sjoerd: “Ik kwam bij je boven en zag een heel recalcitrant punkertje.” Paul: “Kom op, joh.” Sjoerd: “Met een mooie hanenkam met een paarse gloed.” Paul: “Kunnen we dat punkgedeelte alsjeblieft buiten dit gesprek laten?” Sjoerd: “Meestal gaf ik les aan bedeesde jongens. Jij was anders. Ook omdat je al een goeie drummer was en wist wat je wilde leren.” Paul: “Ik had een eigen visie.” Sjoerd: “Je was verbeten en ongedurig. Bij sommige leerlingen bouwde ik lessen op ervaring uit. Bij jou moest ik voorbereid zijn.” Paul: “Is dat echt zo?” Sjoerd: “Jij had de concentratie en de techniek om dingetjes te fileren en hoorde het meteen als ik een foutje maakte.” Paul: “Weet je nog die keer dat je in mijn huiswerkmapje schreef: ‘Bossa Bossa, Paulus!’.” Sjoerd: “Ik vond dat ook punkertjes andere stijlen moesten leren spelen. Zuid-Amerikaanse ritmes, jazz, funk.” Paul: “Je haalde me uit mijn comfortzone.”

28

Sjoerd: “Je was een leergierige, getalenteerde, maar ook hanige jongen. Door je te vragen andere stijlen te spelen, wist ik weer een hardwerkende leerling van je te maken.” TWEEDE VADER

Paul: “Met jou kwam er iemand bij ons thuis bij wie ik mijn verhaal kwijt kon.” Sjoerd: “Er was bij jou genoeg aan de hand.” Paul: “Je werd mijn tweede vader.” Sjoerd: “Ik vind het veel belangrijker dat leerlingen lekker in hun vel zitten dan dat ze hun huiswerk maken.” Paul: “Ik ging naar al je optredens. Ik stond altijd vooraan. Weet je nog die keer op het Fonteinplein toen tijdens Jazz in Duketown je hi-hat-clutch losschoot?” Sjoerd: “Toen kroop jij op het podium om ’m weer vast te zetten.” Paul: “Van jou leerde ik feel.” Sjoerd: “Dat is mooi dat je dat zegt. Veel drummers kunnen fantastisch drummen, maar missen feel.” Paul: “Feel kun je niet metrisch uitschrijven.” Sjoerd: “Je maakt de noot breder door er gevoel in te leggen.” KWAAD

Paul: “Op mijn zeventiende zei je tegen me: ‘Zoek het lekker zelf uit!’” Sjoerd: “Je was onhoudbaar arrogant geworden. Ik was kwaad omdat je muziek als een competitie zag.” Paul: “Later kwamen we elkaar weer tegen bij optredens.” Sjoerd: “Ik ben meer een samensteller van bandjes, jij meer de drummer die een bestaand bandje op de rails zet.” Paul: “Ik dicteer, stel het kader.” Sjoerd: “Als we elkaar zien hebben we elkaar altijd veel te vertellen. We zijn er voor elkaar. Jij bent de beste drummer die ik ooit lesgegeven heb.” Paul: “Nou, dankjewel.” Tekst Esther Wittenberg Fotografie Maria van der Heyden

MEST nr 16


– Sjoerd van Bommel (links) en Paul Damen –

MEST nr 16

29


B E R O E R D E V E R G O E D I N G E N I N D E C U LT U U R S E C TO R : I S E R E E N A LT E R N AT I E F ?

Fluitend, zingend en dansend je eigen graf graven De cultuursector betaalt vaak beroerd. En het werd de afgelopen jaren alleen maar erger. Daarbij zijn de verschillen tussen disciplines soms enorm. Accepteert de sector dat nog langer? En is er een uitweg uit de patstelling met veel aanbieders, veel ideeën, weinig vraag of geld en kunstenaars die hun passie blíjven volgen, ook al graven ze daarmee hun eigen graf?

Eerlijk is eerlijk, ik praat ook makkelijker over de hoogte van een vergoeding als ik naar mijn idee te weinig betaald krijg voor een klus. Wat op zich al opvallend is: trots zijn op een goed uurtarief is nadrukkelijk not done in de Nederlandse cultuursector. Dat praten over inkomsten ook in de cultuursector een taboe is, bleek weer toen ik voor dit artikel een mailtje rondstuurde en een oproep plaatste op Facebook, met de vraag of mensen wilden delen wat ze verdienen. Na wat aandringen verzamelde ik zo’n honderd reacties. Dat viel niet mee. Veel mensen wilden zelfs hun inkomen niet noemen als ik ze nadrukkelijk anonimiteit beloofde. Het zou jammer zijn als het taboe stand houdt, want daarmee is ook een open gesprek over beloningen in de cultuursector lastiger. En hou je onwetendheid in stand (bijvoorbeeld over het verschil tussen uurloon in vaste dienst en het uurtarief van een zelfstandige), en daarmee een belangrijk deel van het probleem. Drie vragen voor nu. 1: hoe dramatisch is het werkelijk gesteld met de salarissen en beloningen binnen de culturele sector? 2: zijn er belangrijke verschillen tussen de verschillende disciplines in de culturele sector en zijn die verschillen nog verdedigbaar? 3: zijn er oplossingen?

30

MEST nr 16


Arbeidsmarkt: ‘zorgwekkend’ Het kan natuurlijk zijn wat ‘we’ een stelletje zeiksnorren zijn in de cultuursector, gefrustreerde creatieven, die volgens hun buren blij mogen zijn dat ze hun hobby mogen uitoefenen, die altijd het gevoel hebben dat ze wat tekort komen, dat het onzin is, die veronderstelde matig tot slechte salarissen en beloningen over de hele breedte. Wel, de gezamenlijke conclusie van de Raad voor Cultuur (RvC) en de Sociaal-Economische Raad (toch alles behalve een kort-door-de-bocht-orgaan) begin 2016 laat weinig te raden over. Hun conclusie in het rapport ‘Verkenningen arbeidsmarkt culturele sector’ luidt simpelweg ‘zorgwekkend’. De samenvatting van de diagnose: dalende werkgelegenheid, lage en dalende inkomens, zelfstandigen die zich nauwelijks verzekeren voor arbeidsongeschiktheid en ook zelden aan pensioenopbouw doen. De oorzaak ligt volgens de twee raden deels bij de bezuinigingen op cultuur (zowel op nationaal als op regionaal en lokaal niveau) van de afgelopen jaren. En het is duidelijk wie de klappen opvangen: de zelfstandigen, de afgelopen jaren aangevuld met een legioen aan ontslagen werknemers die noodgedwongen ook hun heil zoeken in een zzp-bestaan. Even wat cijfers. Het aantal vaste banen in de cultuursector daalde in de periode van 2009 tot en met 2013 met 12,3 procent. Ter vergelijking: in de Nederlandse economie als geheel was dat 2,5 procent. Tegelijkertijd steeg het aantal zelfstandigen in de culturele sector met maar liefst 20,4 procent, tegen een gemiddelde van 9,6 procent in de hele vaderlandse economie. Nog een verontrustende conclusie: de helft van de mensen met een creatief beroep heeft een bruto-jaarinkomen van minder dan dertigduizend euro. Bij andere beroepen van vergelijkbaar niveau (lees: hbo) is dat nog geen twintig procent. MEST nr 16

EXTRA ZORGWEKKEND Volgens Birgit Donker, directeur van het Mondriaan Fonds, in NRC Handelsblad, is dit beeld nog te rooskleurig. “Extra zorgwekkend is dat de cijfers waar de SER zich op baseert, tot en met 2013 gaan – het eerste jaar van de drastische bezuiniging van het Rijk op de kunst, toen er nog reserves konden worden ingezet (…) De schade is de afgelopen twee jaar verder opgelopen en zal nog veel groter worden als nu niet wordt ingegrepen.”

Peter van den Bunder, bestuurder bij de Kunstenbond: “We zien dat er enorm is bezuinigd de afgelopen jaren, maar dat het aanbod grotendeels in stand is gebleven. Uit dit rapport kun je opmaken hoe dat is gerealiseerd: veel makers hebben fors ingeleverd op hun inkomsten.” De SER en de RvC dalen aan het eind van hun conclusie af naar menselijk microniveau: ‘Vaak is het inkomen van een partner nodig om een gemiddeld huishoudinkomen te kunnen verdienen.’ Herkenbaar? Als u zich altijd al eens afvroeg waarom festivals, literaire productiehuizen, musea enzovoort voornamelijk bevolkt worden door dames en heren van tussen de twintig en de dertig jaar, dan heb je hier het antwoord: die kunnen het zich nog veroorloven om hun carrière als vakkenvuller te vervolgen bij een culturele instelling voor een vergelijkbaar uurtarief. Zodra er in iemands leven kinderen en/of hypotheken opduiken, moet de heil noodgedwongen buiten de cultuursector gezocht worden. KANTELPUNT? Een wrange troost: het beeld van de cultuurmaker als mateloze subsidieslurper is met deze cijfers eenvoudig te ontkrachten. Volgens Van den Bunder is er een ongezonde gewenning opgetreden. “We vinden het niet gek meer dat een kunstenaar slecht of zelfs helemaal niet wordt betaald. Maar dit is roofbouw, dit houden we niet langer vol. Ik hoop dat we op een kantelpunt zitten, omdat vrijwel iedereen nu wel inziet dat het zo niet verder kan.”

Hoe het dan wel moet? De eerste voorzichtige kantelingen lijken zichtbaar. Zo gaan het Mondriaan Fonds en musea vanaf januari experimenteren met een honorariumrichtlijn voor beeldend kunstenaars. Zie ook puntje 3. Maar eerst:

De klassieke muziek als grootverdiener, de zzp’er als paria Hoe groot zijn de onderlinge verschillen tussen sectoren? Is er reden voor geldnijd richting collega’s in specifieke beroepsgroepen? Die vraag blijkt lastig te beantwoorden. Opvallend is dat de RvC en de SER in hun onderzoek wel – weggestopt op pagina 67, en de bron is onduidelijk – de gemiddelde bruto jaarinkomsten van enkele freelancende beroepsgroepen opsomt (zie ook illustratie), maar nergens vermeldt of er opvallende verschillen zijn tussen sectoren. Ook ik heb nergens zo’n vergelijkend onderzoek kunnen vinden. Dus deden we zelf een eerste poging, aan de hand van reacties op een oproep, cao’s en financiële jaarverslagen. De conclusie die we voorzichtig durven te trekken: voor mensen in loondienst zijn de verschillen tussen de culturele disciplines over het algemeen niet opvallend groot. Ben je medewerker bij een museum, een bibliotheek of een galerie dan kom je bij een volledige baan uit op een bruto salaris tussen de 2000 en 3500 euro, vanzelfsprekend afhankelijk van leeftijd en ervaring. Marketing- en educatiemedewerkers zitten qua inkomen gemiddeld vaak wat hoger. Ben je zakelijk of artistiek leider van een (middel)groot dans- of theatergezelschap, of hoofd programmering bij een groot poppodium bijvoorbeeld, dan heb je waarschijnlijk een bruto maandsalaris tussen de 3500 en 4500 euro (bij een 40-urige werkweek). Opvallend zijn wel de tamelijk grote inkomensverschillen tussen zakelijk en artistiek leiders van relatief grote instellingen en die van kleine organisaties. De meeste zakelijk en artistiek leiders van kleinere organisaties verdienen bruto tussen de 15.000 en 20.000 euro per jaar, omgerekend naar een volledig dienstverband. Die laatste groep zit qua netto salaris dan rond het bijstandsniveau. Dat is des te schrijnender als je dat vergelijkt met de inkomsten van de echte grootverdieners in de culturele sector, de dames pag. 30 31


BRUTO JAARINKOMENS CULTUURWERKERS IN LOONDIENST

GEMIDDELDE BRUTO JAARINKOMENS FREELANCE MAKERS

Zakelijk leider groot theater- of dansgezelschap: 45.000 – 55.000 Directeur landelijk fonds: 100.000 Directeur groot festival: 80.000 – 100.000 Educatiemedewerker museum: 25.000 – 45.000 Directeur symfonieorkest: 100.000

Beeldend kunstenaar: 13.990 Schrijver: 20.500 Filmmaker: 21.500 Fotograaf: 23.100 Popmuzikant: 16.400 Bron: rapport ‘Verkenningen arbeidsmarkt culturele sector’, januari 2016

Bronnen: cao’s, jaarverslagen, reacties van werknemers in de cultuursector

32

MEST nr 16


Wat is een redelijk uurtarief voor een zzp’er? Dat blijft een subjectief oordeel natuurlijk, maar het is wel zo eerlijk om zo’n oordeel te vellen op basis van feitelijk juiste gronden. Aangezien veel mensen geen idee hebben hoe je uurtarieven van een freelancer met bruto of netto loondienstsalarissen moet vergelijken, volgt hierbij een rekenoverzichtje. Voor de duidelijkheid: bij de berekening zijn we uitgegaan van een zzp’er met: • een minimale arbeidsongeschiktheidsverzekering (van gemiddeld zo’n €150 per maand) • een zuinige pensioenvoorziening (met een premie van €250 per maand) • zeer beperkte overheadskosten (€500 per maand) De persoon in kwestie staat bij de Belastingdienst te boek als ondernemer en heeft dus recht op een zelfstandigenaftrek. Ook belangrijk om te weten: we zijn uitgegaan van een 40-urige werkweek. Iedere ondernemer weet dat ongeveer maximaal 75% van je tijd facturabel is. Op jaarbasis komt dat neer op zo’n 1400 facturabele uren. Daarnaast zet onze fictieve cultuurwerker maandelijks van zijn netto inkomen €750 opzij om een buffer op te bouwen. Dat is ondernemen, dat is verstandig omgaan met risico’s. En dat is ook redelijk, want hij/zij loopt immers het risico, de opdrachtgever koopt dat af door je flexibel in te huren. • Als je in dit geval gemiddeld €25 per uur factureert, kom je maandelijks netto uit op een bedrag van zo’n €1.600. Dat je daar geen buffer mee kunt opbouwen, lijkt me evident. • Bij €40 per uur -> €2.760 - €750 = €2.010 • Bij €50 per uur -> €3.530 - €750 = €2.780

MEST nr 16

33


en heren van de klassieke muziek. De verzameling ingehuurde dirigenten kosten per jaar bij een regionaal orkest bijvoorbeeld tussen de €200.000 en €500.000, bij een landelijke orkest tussen de €800.000 en 1 miljoen. Na een vergelijking van de directeurssalarissen van een landelijk symfonieorkest en drie regionale orkesten, kunnen we de conclusie trekken dat een zakelijk leider van een symfonieorkest gemiddeld meer dan een ton bruto per jaar verdient. En dan heb ik bij die berekening het salaris van directeur Jan Raes van het Concertgebouworkest maar buiten beschouwing gelaten. Die zit met een inkomen van €221.572 in 2015 (exclusief €18.411 aan onkostenvergoedingen) stevig boven de Balkenendenorm en zelfs €40.000 boven het zogeheten maximum volgens de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen (WNT). THE WINNER TAKES ALL In elke andere sector zou de pleuris uitbreken bij dit soort verschillen, in de culturele sector niet. Wellicht omdat we bang zijn dat we het draagvlak onder bevolking en politici nog verder uithollen als we de omerta van schijn-solidariteit laten varen?

Van Pim van Klink, al decennialang bestuurder in de cultuursector, kwam dit najaar het boek ‘De bijzondere economie van het kunstenaarschap’ uit. Volgens hem is het principe van the winner takes all een belangrijk kenmerk van de cultuursector. Er zijn altijd een paar spelers die erg goed verdienen. “Dat komt mede door smaakonzekerheid bij de consument. Daarom loopt iedereen achter elkaar aan.” ZZP’ER-LEED Het échte financiële leed gaat schuil achter de voordeuren van de zzp’ers. Maar die zijn slecht georganiseerd en klagen niet snel. Hij of zij kijkt wel uit, die hoort al direct het kritisch zeurende stemmetje van de goegemeente in het achterhoofd: ‘Je kiest er toch zelf voor?’ Of: ‘Joh, ben blij, je krijgt betaald voor iets wat je leuk vindt!’ Zeggen we dat ook tegen de heftruckchauffeur die lol heeft in zijn werk, maar via de vakbonden wel knokt voor rechtvaardige primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden?

Het bleek al uit de voorbeelden in het rapport van de RvC en de SER, maar het komt ook genadeloos terug in ons eigen onderzoekje; de gemiddelde uurtarieven van zzp’ers in de cultuursector zijn vaak 34

schrikbarend laag. Autonome makers, zoals muzikanten, illustratoren, filmmakers, zitten gemiddeld op tien euro per uur. Waarbij beeldend kunstenaars daar vaak nog fors onder zitten. Iets beter is het gesteld met de gemiddelde vergoedingen voor bijvoorbeeld docenten en educatiemedewerkers, die bungelen zo rond de 35 euro per uur. Communicatie- en marketingmensen horen vaak bij de best betaalde freelancers in de cultuursector, met gemiddelde uurtarieven van rond de zestig euro. Nou zijn er mensen die het idee hebben dat een freelance uurtarief tussen de tien en de dertig euro helemaal zo slecht niet is. Omdat ze vaak overeenkomen met de bruto uurtarieven van soortgelijke functies in loondienst. Het is opvallend hoe hardnekkig het misverstand is dat je die twee soorten uurtarieven zomaar één op één met elkaar kunt vergelijken. Een bruto uurtarief voor iemand in dienstverband zegt bijvoorbeeld niks over de daadwerkelijke loonkosten, daar komt gemiddeld nog zo’n dertig procent bij aan werkgeverslasten. En in het uurtarief van een freelancer zitten allerlei onkosten verdisconteerd die een bedrijf met personeelsleden ook heeft, maar je niet terug ziet in het bruto uurloon.

“De overheid moet makers in staat stellen hun exploitatierechten op het internet uit te oefenen” Zelfs grote professionele culturele instellingen maken de fout. De theater- en dansgezelschappen in de landelijke BIS (Basisinfrastructuur) hebben bijvoorbeeld afgesproken dat ze hun honoraria voor zzp’ers baseren op de cao voor

theater en dans. Dat wil zeggen dat ze het brutosalaris inclusief de werkgeverslasten als uitgangspunt nemen. Dat klink sympathiek, de gezelschappen bedoelen het vast goed, de bewuste zzp’ers gaan er waarschijnlijk nog iets op vooruit ook, maar rechtvaardig is het nog lang niet. Daarom (zie kader, pag. 29), een voorbeeldberekening. Ook om te voorkomen dat iemand die bijvoorbeeld veertig euro per uur factureert onterecht door zijn culturele collega’s met de nek wordt aangekeken.

Oplossingen? Blijven we alleen maar klagen hier? Nee. Hup, immer optimistisch voorwaarts op zoek naar oplossingen. Achter het microleed van crepeerbeloningen gaan grote vragen schuil, die we hier niet kunnen beantwoorden. Waarom heeft een samenleving als de onze structureel zo weinig over voor cultuur? Waarom blijven veel makers maar doorgaan, ook als ze moeten rondkomen van een vergoeding onder bijstand-niveau? En dat terwijl ze weten dat ze met hun passie als spade hun eigen graf graven. Want als je doorgaat, laat je mensen denken: zie je wel, het kan ook wel voor minder. En hoe geloofwaardig ben je dan nog als je de volgende keer bij een subsidieaanvraag een redelijk tarief begroot? Als er de komende jaren geen structurele bedragen bijkomen voor cultuur, lijkt er op macroniveau maar één oplossing mogelijk: niet hetzelfde blijven produceren voor minder geld zoals we de afgelopen jaren deden, maar minder gaan maken. Anne Breure, artistiek directeur bij het Veem Theater in Amsterdam: “Ik vind dat je allereerst als maker jezelf serieus moet nemen en redelijke tarieven moet eisen. Dan maar minder produceren. Als je voor jezelf gaat staan, krijg je een kwalitatief beter aanbod. En daar overtuig je mee, niet met kwantiteit.” MEST nr 16


Maar de maker laat zich niet zo makkelijk tegenhouden, dat hebben we gezien. Dus dat betekent, bijna als een vorm van zelfbescherming: strenger selecteren bij de poort, met name door de landelijke, regionale en lokale subsidiefondsen. Maar dat blijkt lastig in de praktijk. Want dat betekent harde keuzes maken op basis van softe criteria als ‘kwaliteit’ en ‘artistieke meerwaarde’. Of is er een alternatief? RICHTLIJNEN VOOR HONORARIA Op landelijk niveau lijken de fondsen eindelijk te gaan luisteren naar een idee dat al een tijdje rondzingt, dat van een richtlijn voor redelijke beloningen. De beeldend kunstenaars hebben de primeur. Belangenorganisaties, musea en het Mondriaan Fonds gaan vanaf 1 januari experimenteren met een richtlijn voor kunstenaarshonoraria. Goede zaak, want de fondsen hebben de macht om redelijke uurtarieven af te dwingen. Ik heb zelden een adviescommissie van een subsidiefonds de reactie zien geven dat een aanvrager de in een begroting opgevoerde uurtarieven moet ophogen om geloofwaardig te zijn; misschien gaat dat nu veranderen.

Hopelijk volgen andere sectoren spoedig het voorbeeld. Ik weet uit eigen ervaring hoe lastig adviescommissies het vaak vinden om te bepalen wat een redelijk uurtarief is. En een redelijk aantal uren. Het moet niet al te moeilijk zijn om daar per discipline en per functie richtlijnen voor op te stellen. Belangrijk bijkomend voordeel is dat het voor organisaties en individuele makers makkelijker is om zich zakelijk op te stellen omdat ze zich in onderhandelingen gesterkt zullen voelen door dergelijke richtlijnen. Peter van den Bunder: “We zitten vast in ons eigen gedrag. Zakelijke gesprekken over honoraria vinden we moeilijk. Daar zit een psychologische factor achter. Kunstenaars vinden het lastig om over geld te praten omdat je vaak te maken hebt met producten die erg dicht bij jezelf liggen. Het is eng om dat zakelijk te benaderen.”

HERINVOERING VAN DE WWIK Cultuurbestuurder Pim van Klink ziet nog andere mogelijkheden. Hij pleit voor een beperking van de instroom op kunstvakopleidingen en voor een herinvoering van de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK). Volgens hem door Rutte in 2012 op onzinnige gronden afgeschaft. “Als kunstenaar kreeg je zeventig procent van de bijstand met het recht om tot 125 procent van de bijstand bij te verdienen. Dat is geen privilege zoals Rutte dat deed voorkomen.”

Van Klink beschrijft in zijn boek de ‘waardeparadox van de kunst’: ‘Het gebruik wordt algemeen positief gewaardeerd, maar het besef dat daar een redelijke vergoeding tegenover zou moeten staan ontbreekt.’ Dat is wat Van den Bunder bedoelt als hij zegt dat we als consument (vaak onbewust) gewend zijn geraakt aan gratis cultuur en content. We betalen ons scheel aan de digitale dragers van kunst en content (smartphones, ipad’s, e-readers etc.) maar vinden een vergoeding voor hetgeen er op te zien en te horen is raar. Van Klink maakt zich dan ook hard voor een drastische versterking van het exploitatierecht of auteursrecht voor makers in de digitale omgeving. “Veel mensen vergeten dat de exploitatiemogelijkheden van makers enorm zijn afgenomen door de komst van het internet. De Nederlandse overheid is daar te lang veel te laks in geweest. Zij moet kunstenaars in staat stellen hun exploitatierechten op het internet uit te oefenen. En campagnes ondersteunen om de mentaliteit van ‘de generatie gratis’ te veranderen. Ik vind dat veel belangrijker dan de veertien miljoen extra waar de SP en D66 voor pleiten. Want dat gaat toch weer naar een select groepje.” A

Hoe lossen we het op? Vervolgonderzoek van SER en Raad voor Cultuur Het onderzoek van de SER en de Raad voor Cultuur uit begin 2016 krijgt een vervolg. Op aandringen van de Federatie Cultuur en de Kunstenbond komen de twee raden met een vervolgonderzoek, over mogelijke duurzame oplossingen. Dat rapport moet er in het voorjaar van 2017 liggen.

Tekst Stan van Herpen Illustraties Jenna Arts

Maar met zulke richtlijnen alleen ben je er niet, benadrukt Anne Breure. Opdrachtgevers moeten er ook naar handelen. Daarom pleit ze voor een fair practice label, dat in België al in de maak schijnt te zijn. “Ze kunnen je als maker een redelijk uurtarief bieden, maar je alsnog afschepen met te weinig uren. We moeten onderlinge solidariteit stimuleren.” MEST nr 16

35


KRONIEK DER

MINIMUSEA

Slapen in het Armand-museum

n

ee, joints roken ze niet. Liever nemen Herman en Hanny van der Pluym een tompoes. Of een speculaas. Of ik iets wil?

De keuken van Herman en Hanny is ouderwets gezellig, je zou er zo een aflevering van Heel Holland Bakt in kunnen opnemen, al zou dat wel proppen worden. Hun hele leven wonen ze in Raamsdonk. “Zo’n dorp als dit is natuurlijk veel te klein voor een jonge man als jij”, zegt Herman. “Maar wij zijn hier heel gelukkig.” Naast Raamsdonk is er nog een rode draad in het leven van Herman en Hanny: de vorig jaar overleden Armand, protestzanger en fervent blower. Fan zijn ze, tot op het bot. Maar ook als het om bewonderaars gaat, kan er maar een de beste zijn. “Herman is een grotere fan dan ik”, zegt Hanny. “Hij kan alle liedjes meezingen, ik niet.” Na de tompoes en speculaas lopen we de trap op naar zolder. Het museum bevindt zich in twee van elkaar gescheiden zolderkamertjes. Ertussen is de slaapkamer. Is dat nou lekker, slapen in het Armandmuseum? “Heerlijk”, knikt Hanny. Natuurlijk zijn alle platen en singles van Armand aanwezig, inclusief speciale drukken. Maar er is meer, want Herman en Hanny hadden een goede band met Armand. Hij kwam regelmatig op de koffie en heeft officieel zijn goedkeuring gegeven aan het onofficiële museum. En dus kwam hij op een dag aanzetten met een koffer vol bijzondere spullen. Zijn handgeschreven songteksten bijvoorbeeld. Eerste versies, tweede versies, derde versies: Herman en Hanny hebben ze allemaal. Ook persoonlijke documenten zoals zijn scheidingspapieren heeft Armand aan het Raamsdonkse koppel overgedragen. “Het was een moeilijke man om mee samen te wonen”, weet Hanny. Herman knikt. “Een schat van een vent hoor, maar zijn muziek stond altijd op nummer één.” Als er een nationaal kampioenschap snelpraten bestond, zou Herman dat ongetwijfeld winnen. Opgewonden praat hij constant in de hoogste versnelling, de ene Armand-anekdote is nog niet afgelopen of de volgende wordt alweer ingezet. “Druk is-ie of niet?”, zegt Hanny met glimmende ogen. Ze heeft sowieso

36

de meest gulle lach die ik ooit heb gehoord. Als een vrolijk rustpunt staat ze naast Herman, die als een woordtornado door zijn museum raast. Na een half uur weet ik het zeker: het leukste koppel ter wereld woont in Raamsdonk. Niet in een penthouse in New York City, of in een villa in Dubai, nee, het leukste koppel ter wereld woont gewoon tussen de koeien, middenin het kleine dorpje Raamsdonk. Ontroerend is het speelgoed van Armand. Een houten takelwagen, een raceauto. Speelgoed uit een andere tijd, toen er nog geen computers bestonden of smartphones waarmee je Pokémons kunt vangen. In de tweede zolderkamer hangen de typische kleurrijke kleren en kostuums van Armand. Eentje zit vol vlekken. “Dat shirt is gedragen door Armand”, vertelt Hanny. “Ik heb lang gedacht dat ik het moest wassen. Maar uiteindelijk heb ik besloten het zo te laten.” En natuurlijk hangen er overal foto’s van Armand. Vaak met een joint tussen zijn vingers of in zijn mondhoek. Want een protestzanger die niet blowt, dat kan niet. Een dik uur later lopen Herman, Hanny en ik de trap weer af. Herman brengt me naar de dichtstbijzijnde bushalte. In de auto vertelt hij me dat hij vroeger weleens een jointje geprobeerd heeft. “Dat is niks jongen. Je kunt niet normaal leven als je de hele dag dat spul rookt.” Precies vijftig jaar na de release van Ben ik te min verscheen op 15 november 2016 bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, in samenwerking met Top Notch, het boek Armand. En nou ik. Marcel Groenewegen is muzikant en journalist. Hij is bassist van beatgroep The Kik, waarmee Armand in 2015 het album Armand & The Kik uitbracht.

Tekst Bart Smout Fotografie Jostijn Ligtvoet

MEST nr 16


Armand-museum Bezichtiging collectie op afspraak 0162 515247 • 06 – 42660130 • hermanenhanny@casema.nl

MEST nr 16

37


38

MEST nr 16


JAN CUNEN, HET ENI GE MU S EUM VAN O S S

Overleven in een half pand Museum Jan Cunen in Oss ondergaat een facelift. Gelijktijdig hoopt de directie een nieuwe start te maken na jaren van onzekerheid. Het museum blijft tijdens de verbouwing open, al moet je naar binnen via de zij-ingang. Tot eind januari is er de tentoonstelling Van Armando tot Tajiri te zien, met werk uit de omvangrijke kunstverzameling van oud-leraar Frans van Ooijen. “Als je de kraan van Jan Cunen dichtdraait, draai je Oss de nek om.”

i

k groeide op in het Oss van de jaren tachtig, voor mij een tijd van werkeloosheid, atoombomdreiging, de opkomst van de SP, de eerste coffeeshops, Ted de Braak in schouwburg De Lievekamp, jeugdbende de Snakes, flipperen op vrijdagmiddag in café De Lollipop, de moord op bokser Maik Krol, livemuziek met enthousiast coke-consumerende coverbandjes op zaterdagavond, vechtpartijen op vrijdagavond, liberale katholieken (pastoor Goedhart), motorcross, bier voor een gulden in het jongerencentrum, woonwagenkamp Vorstengrafdonk, zoethout, Jozef van den Berg, burgemeester Eppo, de tennisbalbom van John Staal, hardrocksoos Kwibus, vleeshandelaren in Mercedessen, lokale demonstraties tegen de neutronenbom, een Mariabeeld op de vuilnisbelt, voetbalclub TOP, alto’s, festival Poposs, discotheek Space, marketing-slogan ‘Oss MEST nr 16

Trekt’, de geur van soep en rookworst, en 4711… Toegegeven: ik steek nogal eens de draak met Oss; daar zal een therapeutische reden voor zijn. Maar mijn vriendin wijst me er fijntjes op dat ik afwezig in de verte tuur en vol trots over het industriële verleden vertel als we er met de trein van Nijmegen naar Den Bosch langskachelen. Over dat de Uni van Unilever van de Osse Margarine Unie komt. En dat ik daar wel de directeur van wil worden, van het Unox-museum. In zo’n stad kom je, ook nog eens opgroeiend in een cultuurarm gezin, niet vanzelf in aanraking met cultuur. Ja, muziek – met name blues en hardrock – was er in de jaren tachtig in overvloed, toen bijna elk café een podium had, maar voor de rest was het behelpen. Natuurlijk, er was

een muziekschool, een bibliotheek, een schouwburg en een museum (Jan Cunen), zoals in elke stad van 50.000 inwoners. Later, jaren na mijn jeugd, kwam daar in 1999 cultuurpodium De Groene Engel bij. Bakens in een cultureel bescheiden stad, waar gemeenteambtenaren liever geld staken in bronzen standbeelden van varkens en clowns. ZONDE VAN DE TIJD Frans van Ooijen, mijn docent in de zesde klas van de lagere school, was in zijn eentje ook zo’n baken. In ieder geval voor de zesdeklassers van de Mgr. Bekkersschool in de wijk Krinkelhoek, de jaren zestig hoek van Oss-Noord waar ik opgroeide. ‘Meneer Van Ooijen’ was met zijn passie voor moderne schilderkunst een van de eerste mensen die me een alternatieve blik op de werkelijkheid bood. Hij nam wel eens een abstract schilderij mee naar 39


“Het lijkt alsof de stad zich nog nog steeds schaamt voor de vermeende moordzucht van weleer”

de klas, onderging het sceptisch gemompel van de elfjarigen stoïcijns en had zelfs het lef om ons mee te nemen naar ‘het Jan Cunen’. “Veel collega’s vonden die uitstapjes maar zonde van de tijd.” De lessenaar van Van Ooijen en de muren van Jan Cunen waren de eerste plaatsen waar ik dingen zag die in de verste verte niet leken op wat ik kende. Abstracte beelden die verwarden, ontregelden, maar ook spannend en troostrijk waren: Oss was de wereld niet, er was altijd nog iets anders. KOFFIEKAN MET KARAKTER Nu, 35 jaar later, loop ik met Frans van Ooijen (74) wederom door het museum. Door de tentoonstelling, samengesteld uit werken uit de enorme collectie moderne kunst die hij in vijftig jaar bij

elkaar verzamelde. En nu pas begrijp ik in retrospectief hoe die man het 35 jaar geleden voor elkaar kreeg om een eigenwijs ventje van elf te interesseren voor abstracte schilderijen. Met een authentieke en directe fascinatie voor kunst en kunstenaar. Frans van Ooijen is een van de grootste verzamelaars van het werk van JCJ Vanderheyden, maar ook van Klaas Gubbels. Ik heb eerlijk gezegd niet zoveel op met de koffiekannen en andere geschilderde objecten van Gubbels, en deins een moment terug als de grootste zaal van het Jan Cunen er helemaal mee gevuld blijkt. Frans van Ooijen kijkt me lachend aan na de bekentenis, en begint – in het geheel niet uit het veld geslagen – te vertellen over zijn fascinatie voor de schilderijen. Hoe bijzonder hij het vindt dat iedere koffiekan een ander karakter heeft. En dat Gubbels bewust voor zo’n ogenschijnlijk

JURGEN PIGMANS,

specialist Erfgoed bij het Stadsarchief Oss: “Artistieke gevoeligheid en cultuurhistorische inzichten zijn in Oss nog relatief onderontwikkeld. In veel andere steden ligt de geschiedenis op straat, hier niet. Een stad heeft voor zijn leefbaarheid cultuur en historie nodig. Anders rest een kaal landschap, zowel fysiek als mentaal. Aandacht voor cultuur en historie draagt bij aan eigenwaarde en identiteit. En het creëert betrokkenheid bij je burgers. Als je dat laat varen, kun je een stad wel opheffen. Je hebt een plek nodig waar je het verhaal van de stad constant vertelt. Dat kan het Jan Cunen zijn. En laten we wel wezen: Oss, met 90.000 inwoners de vijfde gemeente van Noord-Brabant, verdient toch wel tenminste één museum?” 40

MEST nr 16


MEST nr 16

41


42

MEST nr 16


MEST nr 16

43


banaal object koos om te laten zien dat in alles de potentie van schoonheid en emotie schuilt, mits op de juiste wijze bekeken. Eén van de indrukwekkendste objecten van de tentoonstelling, juist door zijn bescheidenheid, is een werk (‘zonder titel’) met allemaal streepjes van minimalist Jan Schoonhoven. Het hangt een beetje verscholen, rechts in een hoek, relatief laag bij de grond. Meester Frans ziet me bewonderend kijken; een man van anekdotes heeft vervolgens niet veel meer aansporing nodig. Hij kwam wel eens bij Schoonhoven over de vloer, vertelt hij. “Och, och, wat een armoe daar. Geen kunst, geen koelkast, geen badkamer, alleen een stoel, een granieten aanrecht en een kraan.” Van Ooijen vroeg Schoonhoven eens of hij helemaal geen kunst van zichzelf had. “Nee”, zei Schoonhoven, “maar dit rolgordijntje is het mooiste kunstwerk in huis.” Van Ooijen: “Dat meende hij oprecht. En vanuit dat huisje elke dag met de aktentas naar de PTT. Hij maakte zero-kunst, maar hij leefde ook zo. Zulk consequent gedrag, dat ontroert me.” DE NEK OM Museum Jan Cunen moest jarenlang vrezen voor het voortbestaan toen de gemeente tot fikse bezuinigingen besloot. Sinds 1 januari dit jaar is het museum op papier zelfstandig en moet het financieel

44

deels op eigen benen staan; de gemeente blijft, in ieder geval de komende jaren, verantwoordelijk voor zo’n 75 procent van de financiering. Een Oss zonder Jan Cunen? Ondenkbaar voor Frans van Ooijen. “Cultuur is essentieel voor de ontwikkeling van de mens. En zoveel hebben we daar niet van in Oss. Terwijl er steeds meer hoger opgeleiden in de stad komen wonen, die verlangen een zeker cultureel aanbod. Als je de kraan van Jan Cunen dichtdraait, draai je Oss de nek om.” GESLAGEN HOND Ik heb nog nooit een lofdicht over Oss gelezen. Je voelt het als je er loopt, de stad duikt als een geslagen hond weg voor het eigen verleden. Het is niet alleen het ontbreken van oude gebouwen, van een Unox- of Organon-museum, het lijkt wel alsof de stad zich nog steeds schaamt, nog steeds te biecht gaat voor de vermeende moordzucht van weleer. Toch: het is er wel, het zelfbewustzijn, zoals de verhalen over de industriële grootsheid van toen. Maar de trots blijft geïsoleerd, monotoon zoemend hangen in door armoe geharde koppen, zichzelf versterkend tot er enkel nog een schraal geluid van slachtofferschap klinkt. Want de trots kan nergens heen.

Ga zien, die Schoonhoven, en al die Armando’s, Tajiri’s en wat al niet meer. Nog tot en met 29 januari in Museum Jan Cunen.

ANNEMARIE SCHAMP,

teamleider op het Titus Brandsma Lyceum, theaterprogrammeur bij De Groene Engel en jarenlang educatief medewerker bij Museum Jan Cunen: “Ik vind dat educatie het kernpunt van Museum Jan Cunen moet zijn. Naast de bestaande collectie heb je daarvoor ook moderne kunst nodig. Eerst en vooral omdat een bezoek aan het museum vaak de eerste keer is dat kinderen uit Oss en omgeving in aanraking komen met kunst. Die kennismaking vind ik cruciaal voor de ontwikkeling van een kind. Ik maak het elke keer weer mee, hoe een kunstwerk hun blik verruimt, ze andere vragen laat stellen, de fantasie prikkelt. Het maakt dingen in kinderen los die je van tevoren echt niet verwacht. Ik vind het jammer als Museum Jan Cunen educatie niet meer als hét centrale uitgangspunt zou nemen. Want om educatie aan basis- en middelbare scholieren echt effectief te laten zijn, helpt het als je daar de kunst en kunstenaar(s) voor een tentoonstelling mede op selecteert.” MEST nr 16


Museum Jan Cunen heeft onzekere jaren achter de rug, waarbij het voortbestaan van het museum serieus werd bedreigd. Dit voorjaar vertrok plotseling (al na een jaar) directeur Nurnaz Deniz. Artistiek directeur Karin van Lieverloo bleef, en in augustus trad Margo Elemans aan als (deeltijd) zakelijk leider. Nog is niet alle ellende uit de lucht, want de verbouwing loopt vertraging op. In mei is het museum weer volledig operationeel, in september volgt de officiële opening. “Er valt op commercieel vlak nog veel te winnen.”

“We willen niet alleen een streekmuseum zijn”

g

evraagd naar de (potentieel) sterke punten van Jan Cunen, noemen de directeuren vijf aspecten: de unieke 19e eeuwse collectie schilderijen, het gebouw, educatie, cultuurhistorische aandacht voor Oss en omgeving én moderne kunst. De gemeenteraad gaf in 2015 te kennen dat het maar wat minder moest met die moderne kunst, en dat het museum zich vooral op de cultuurhistorie moest gaan richten. Juist met educatie en moderne kunst, met directeuren als Edwin Jacobs en René Pingen, maakte Jan Cunen de afgelopen decennia nationaal faam. Hoe gaan jullie daarmee om de komende jaren? Karin van Lieverloo (KvL): “We willen een nationaal bereik hebben, we streven er niet naar om alleen een lokaal streekmuseum zijn. En daar hoort aandacht voor moderne kunst bij. Maar wel op een toegankelijke manier, gekoppeld aan thema’s die zowel lokaal als nationaal relevant zijn.” Margo Elemans (ME): “Iedereen in Oss draagt het museum een warm hart toe. Oss heeft erg weinig van dit soort historische panden, het gebouw brengt trots teweeg. Jan Cunen speelt van oudsher een belangrijke cultuureducatieve rol in de stad. Vrijwel iedereen is er in zijn jeugd geweest, hun kinderen komen hier ook weer. En toch ervaren veel mensen MEST nr 16

Geef eens wat voorbeelden van tentoonstellingen met nationale potentie? KvL: “Nou, met de werken uit de verzameling van Frans van Ooijen heb je een indrukwekkende verzameling namen bij elkaar, daar moet je nationaal een groot publiek mee kunnen bereiken. En het mag dan niet allemaal makkelijke kunst zijn, het is wel een tentoonstelling met een persoonlijk verhaal. En met een lokale inbedding, omdat Frans van Ooijen hier vandaan komt en ontzettend veel mensen hem kennen. In september komen we met een groot programma rondom het thema ‘powervrouwen’. Met aan de ene kant onder andere een tentoonstelling met portretten van vijf Nederlandse koninginnen, en aan de andere kant diverse andere kunst-interpretaties van het thema. We zoeken naar goede verhalen. Naar verhalen die haken aan de actualiteit, aan Oss, en die zich met inzet van kunst goed laten vertellen. Op die manier moeten we een breed publiek kunnen bereiken.” Ondertussen zitten jullie met een half museum zonder serieuze ingang. Waarom loopt de verbouwing uit? ME: ‘Er is een paar keer asbest gevonden. En het gebouw is eigendom van de gemeente, die is ook verantwoordelijk voor de verbouwing, dus daar hebben wij weinig invloed op.”

een drempel. Ik denk mede omdat er in het verleden vaak tentoonstellingen van moderne kunst zijn geweest die door veel Ossenaren als tamelijk ontoegankelijk werden gezien. Dat moet anders.” Maar willen jullie niet teveel? Snappen mensen straks nog wel waar het Jan Cunen voor staat? ME: “Ik denk dat het kan. We hebben een onderzoekje laten doen onder de inwoners van Oss met de vraag hoe zij het museum zien. En dan zie je die vijf thema’s letterlijk terugkomen.” KvL: “Ik heb bij de Fundatie in Zwolle gezien wat je met breed denken kunt bereiken. Met sandwich-formules, combinaties van low- en high brow, met een juiste mix van klassieke en vernieuwende tentoonstellingen. We moeten steeds kijken hoe wie die vijf elementen op een creatieve manier met elkaar kunnen verbinden.”

Hoe gaan jullie het financieel bolwerken de komende jaren? KvL: “Het heet een privatisering te zijn, maar de gemeente blijft een belangrijke financier. Daarnaast moeten we zoeken naar slimme manieren om tentoonstellingen te realiseren. De tentoonstelling met werken uit de collectie van Frans van Ooijen is daar een goed voorbeeld van.” ME: “Er valt op commercieel vlak nog veel te winnen. Met het nieuwe museumcafé en de museumwinkel die na de verbouwing opengaan. En we willen het bedrijfsleven structureel gaan betrekken bij het museum. Vergeet niet: het gaat ook niet om gigantische bedragen. We hebben een jaarbegroting tussen de 700.000 en één miljoen. Eén mecenas die een paar miljoen aan het museum nalaat en we kunnen weer decennia vooruit.” A

Tekst Stan van Herpen Fotografie Anke van Iersel 45


VERGETEN

HELDEN

Vergeten helden van Brabantse grond, die meer verdienen dan een voetnoot in de cultuurgeschiedenis. Een ereschavot.

Aflevering 8:

Nick MacKenzie

i

n een tijd dat je van een goeie single-hit nog een huis kon kopen, scoorde hij maar liefst vijf hits. We praten over de periode 1973-1975, hoogtijdagen van de West-Brabantse (paling)pop met entertainers als saxofonist André Moss, zanger Jack ‘De Nijs’ Jersey en, jawel: Nick van den Broeke, alias Nick MacKenzie. De zanger wordt in 1950 geboren in Bandoeng op Java, in Nederlands-Indië, als zoon van een politieagent. Als achtjarig jongetje komt hij met zijn moeder en oma naar Nederland, waar ze zich vestigen in Bergen Op Zoom, later in het nabijgelegen dorp Lepelstraat. Eind jaren zestig staat hij aan de basis van de Roosendaalse band Road. De eveneens uit Nederlands-Indië afkomstige Jack de Nijs uit Roosendaal, dan nog niet bekend als Jack Jersey, pikt de band op en schrijft mee aan de single Leave me lonely, middle of the roadpop met een flowerpowertwist, in 1971 nummer 15 in de Top 40. De band flopt en Van den Broeke gaat onder de naam Nick MacKenzie door als protegé van De Nijs, als producer al zeer succesvol met Nederlandstalige artiesten als Tony Bass, Jan Boezeroen en Ria Valk. Met MacKenzie scoort De Nijs zijn eerste Engelstalige hits: One Is one, met wijlen sax-icoon André Moss, en Juanita. Beide nummers bereiken de top tien. Van de ijzersterke smartlap Juanita verkoopt hij wereldwijd zelfs een miljoen platen. NACHTKAARS

De grote klapper, die MacKenzie in Nederland onsterfelijk zou maken, volgt pas vijf jaar later: de oorwurm Hello, good morning (how are you, tuut, tuut – red.), die twintig jaar later zelfs in de Top 2000 belandt. Geschreven overigens door Tilburger Henk van Broekhoven, alias John Spencer, die in 1975 zijn eerste hit Call It Love schreef met stadsgenoot Henny Vrienten. Is MacKenzie in Nederland vooral geliefd bij het singlekopend hitparadepubliek, in België en Duitsland is de charmezanger-met-snor ook in de discotheken ongekend populair. In Duitsland blijft dat nog even 46

zo – zijn singles verschijnen er op het legendarische Telefunken – maar in Nederland dooft zijn succes als een nachtkaars uit. GOUWEOUWECIRCUIT

Vanaf 1995 werkt de Lepelstrater met hulp van gerenommeerde artiesten aan een comeback. Maar album The best and more today flopt volledig. Hello, good morning wordt opnieuw uitgebracht, maar komt niet verder dan de tipparade. In 1997 brengt hij nog een laatste single uit, maar die komt niet verder dan een ‘Radio Noordzee Airplay Tip’. Hoewel hij in eigen beheer nog countrypop uitbrengt, wordt het stil rond de voormalige millionseller, die wel in het gouweouwe-circuit blijft optreden. In 2015 trekt hij echter weer de aandacht, maar niet op de manier zoals hij zich gewenst had. Amper twee weken nadat hij 65 is geworden, doet de politie een inval in zijn huis. Reden: een groot onderzoek naar een bende die drugs smokkelt, nog zo’n West-Brabantse specialiteit. Twee weken later wordt hij opgepakt, maar na vier dagen weer vrijgelaten. Volgens justitie in Breda is zijn rol ‘gering’. Hij wordt niet voorgeleid, maar blijft nog wel verdachte in de zaak. VERBORGEN BOODSCHAP

Sommigen zagen in Hello, good morning al een veeg voorteken. Als je de single achterstevoren draait, zou je er een verborgen drugsboodschap in horen. Wij van MEST hebben het nog niet kunnen verifiëren, maar als het klopt past het lied in een rijke traditie van geheime hints in popliedjes. Bij muziek- en showbureau Jan Vis in Den Bosch is MacKenzie overigens nog gewoon te boeken. Prijs volgens de website: op aanvraag. Goedkoper is het waarschijnlijk om rechtstreeks naar zijn jarenzeventigrijtjeshuis in het dorp Lepelstraat te bellen, zie het telefoonboek. Tekst Dieter van den Bergh Illustratie Trumpstein & De Leijer

MEST nr 16


MEST nr 16

47


“Uiteindelijk willen we allemaal lala-liedjes”

48

MEST nr 16


MEST nr 16

49


BERK MUSIC: HOOFDLEVERANCIER VAN HOLLANDSE HITS

Berk Music in Eindhoven is de grootste leverancier van Hollandse hits en feestmuziek. Iedereen zingt wel ‘s een liedje van hem mee, zegt platenbaas Adrie van den Berk. Al is het soms stiekem. MESTredacteur Dieter van den Bergh (tevens groot kenner van het Nederlandstalige lied) deinde even mee. “In Hilversum hebben ze het allemaal over inburgering en zo, maar draai dan ook muziek van eigen bodem.”

et is november, maar op kantoor bij Berk Music heerst al carnavalstress. Morgen komt – na weken van ‘teaseren’ – Springen Nondeju uit, de nieuwe single met clip van Snollebollekes, een feestact uit Best. Wat gaat-ie doen? “We rekenen op minstens een miljoen views,” zegt Adrie van den Berk, baas van Berk Music. Hun vorige hit Feestmuts ging daar ruim overheen. Berk Music, dat kantoor houdt op de Woenselse Markt in Eindhoven, is de grootste onafhankelijke platenmaatschappij van Nederland. “We coveren 90 procent van het feestgedruis, 70 procent van het Hollandse lied.” Trek op de kaart van Nederland een banaan en je ziet waar het publiek zit, aldus Adrie. “Van Groningen naar het oosten via Brabant naar Zeeland. Limburg kun je overslaan, daar doen ze hun eigen ding.” 50

– AD RIE –

ROY DONDERS

Adrie van den Berk, in 1960 geboren in Liempde, woonachtig in Son en Breugel. Een eenvoudige vent van het type ‘joviale buurman’, met pretoogjes, zonder opsmuk en verborgen agenda. Niet iemand van

dit jaar binnenhaalde. “Draai ik een bardienst bij de tennisclub, komen er allemaal mensen naar me toe: ‘Ik zag je op tv!’”

“Wij zijn de kampioen van de gezelligheid”

Adrie staat op met muziek en gaat er mee naar bed, zegt hij. Niet alleen Hollands hoor, ook ‘gewone’ muziek zoals Queen, Common Linnets, Vangelis. Zijn bedrijf kwam in 2000 voort uit de legendarische platenwinkel van vader en oud-groenteman Jan. Met Berk Music doken zonen Adrie en John (later afgehaakt) in het Nederlandstalige gat in de markt. “In 1999 stonden er maar zes Nederlandse plaatjes in de hitparade. Maar zes!”

de schijnwerpers, zegt hij zelf. Maar hij ontkomt er niet aan sinds hij figureert in de soap rond Roy Donders, die hij eerder

De broers startten het platenlabel deels uit ondernemersdrang en deels uit idealisme. “We moeten de dingen uit ons eigen land een bietje hoog houden, vind ik. Juist door chauvinisme word je groot zeg ik altijd. Daarom hebben we hier op kantoor ook alleen maar computers van Philips en abonnementen van KPN.” MEST nr 16


'jIj kRiJgT dIe lAcH nIeT vAn mIjN gEzIcHt' ANTON AUS TIROL

Het begint in 2000 met Nederlandstaligmet-een-beat. Pretentieloze feestmuziek. “Omdat we zelf ook wel van een feestje houden.” De tweede single, Anton aus Tirol, wordt meteen een knaller. Vijf jaar na de start heeft Berk Music 23 singles in de hitlijsten. Let wel: tegelijk. Bij Berk Music werken inmiddels acht mensen in loondienst, met daaromheen nog ‘s zo’n veertig medewerkers. De catalogus omvat levensliedartiesten als Roy Donders, Gordon, Marianne Weber, Sieneke, Alex, Stef Ekkel, Jaman, Jeffrey Heesen, Gebroeders Ko, Ferry de Lits en Jan van Est. Veelal Brabanders. Sintizanger Django Wagner is al jaren een hit, maar dé succes-act van de laatste tijd is John de Bever: oud-topvoetballer uit Berlicum. Kwam twee keer uit de kast: als MEST nr 16

homo en als levensliedzanger. Zijn Jij krijgt die lach niet van mijn gezicht is een knaller in het circuit. TOETER OP M’N WATERSCOOTER

Honderden hits scoorde Berk. Houdoe en bedankt, Het is stil aan de overkant, Toeter op m’n waterscooter. Allemaal uit de Berk-koker. Hoe weet Adrie of iets een hit wordt? Fingerspitzengefühl. Iedereen wil tegenwoordig bij de Berkfamilie horen, zegt Adrie. “Want bij ons kom je in een warme huiskamer terecht. En krijg je kwaliteit.” Maar hij moet de muziek wel zelf op kunnen zetten, en er moet een persoonlijke match zijn. “Django kwam ik tegen in de kroeg. Met jou wil ik wel ’s praten, zei ik. Ik moet met iemand een pilske kennen vatten. Neem Nick & Simon, aardige gasten hoor, maar niet geschikt voor mijn stal. Die behoren niet

tot mijn Bourgondische bloedgroep, die nippen alleen maar aan een glaasje, haha.” Soms lopen er ook wel eens artiesten weg. Zoals René Schuurmans. “Kwam vanzelf weer terug. Zoals iedereen eigenlijk. Mensen denken: da ken ik hendig zelf, maar dat valt vies tegen.” BOTEN ANNA

Ondanks de successen zit het Nederlandse lied nog steeds in het verdomhoekje, vindt Adrie. In Hilversum willen ze er maar niet aan. Adrie spreekt zelfs van een boycot. “In het Hilversumse hebben ze het allemaal over inburgering en zo, maar draai dan ook muziek van eigen bodem. Van onze versie van het Zweedse lied Boten Anna hebben we ontzet-tend veel verkocht, maar Hilversum vond hem niet draaibaar. Radio-dj Erik de 51


'mAg iK dE zOn lAtEn sChIjNeN iN jOuW hArT' – G INO –

Zwart vond de tekst te simpel. ‘Ik heb een hele mooie boot, hij is te groot.’ Ja, maar weet jij wat die Zweden zingen dan?” Wat we voor de grap eens zouden moeten doen, zegt hij: het lied Mooie blauwe ogen van Django Wagner naast Love me do van The Beatles leggen. “Wat is het verschil?” In het populaire programma Die Verrückte Halbe Stunde van Edwin Evers wordt soms wél Berkmuziek gedraaid. “Een kolderuurtje. Maar zo’n Django, dat is pure kwaliteit, 100.000 platen verkocht, Edisons en alles. We hebben ieder weekend evenementen met duizenden bezoekers, laatst nog de Brabanthallen vol, binnenkort HMH, deze week bereikt ons YouTube-kanaal 200 miljoen views. Dat is geen kolder meer hè.” SEKS MET DIE KALE

Iedereen kent zijn muziek, weet Adrie, “maar zogenaamd bijna niemand vindt het mooi. Ga je op stap, dan hoor je onze muziek. Iedere student kan alles meezingen, van Seks met die kale van De Lawineboys tot In ons café van Django. Als Guus Meeuwis een feestje heeft, wordt 52

ónze muziek gedraaid. Uiteindelijk willen we toch allemaal lala-liedjes. Jij ook als je op stap gaat (brede grijns). Wij hebben de mensen aan het lalala’en gekregen, en wij verdienen daar een goeie boterham mee. We zijn de kampioen van de gezelligheid.”

“Deze week bereikt ons YouTube-kanaal 200 miljoen views. Dat is geen kolder meer hè”

Er is veel veranderd in de muziekindustrie, er wordt nauwelijks meer ‘fysieke muziek’ gekocht. De reden dat de muziekwinkel van Berk, onder de huidige kantoren, vorig jaar de deuren sloot. Met pijn in het hart, “er zit toch een stuk van je leven in.” Jolanda Hommes (1973) werkt al bijna vijftien jaar op het kantoor in Woensel, aan de finance van Berk Music, tegen een wand die steeds voller komt te hangen met gouden platen. Ze luistert naar Sky Radio en rookt af en toe een sigaret. “Ik weet niks van muziek, ik zeg altijd maar zo: Adrie doet het, ik maak het mogelijk.” Een kamer verder zit Adrie’s neefje Gino Boudewijns non-stop aan de telefoon. Hij is boeker, negentien pas, maar al helemaal vergroeid met het Hollandse lied; oom Adrie nam hem als kind overal mee naar toe. Hotste act van het moment, volgens Gino? “Al onze artiesten hebben het keidruk. Maar Snollebollekes springt er wel uit.” Te boeken voor 1995 euro voor een half uur, excl. btw. “Met carnaval hadden we ze honderd keer kunnen wegzetten, maar meer dan dertig optredens is niet te doen.” KONTEBONKE

Ook Apolonia Gort uit Woudrichem en Chantal van Geelen uit Den Dungen gaan hard. Samen vormen ze De Alpenzusjes, bekend van Hoemparapapa, Hutje op de MEST nr 16


hei en niet te vergeten Kontebonke, goed voor miljoenen views op YouTube. Voor 1695 euro heb je ze een half uurtje in huis. “Sommige mensen vinden dat veel geld”, zegt Adrie. “Maar die artiesten moeten er iets aan overhouden. En de geluidsman, de zaal, de Buma, wij; iedereen moet er aan verdienen.” Beste koopje van het moment: snel opkomend talent Nelis Leeman uit Made. Door een goeie single is zijn ‘posterwaarde’ gestegen en werd hij opgeschaald van 595 naar 795 euro. MAG IK DE ZON LATEN SCHIJNEN IN JOUW HART

Jeffrey Heesen (1990) uit Oss ‘doet’ 1495 euro en heeft dankzij zijn deelname aan Bloed, Zweet & Tranen en de catchy hit Mag ik de zon laten schijnen in jouw hart nóg meer posterwaarde. Eerder dit jaar kwam zijn debuutalbum op 2 binnen in de Top 100. Deze zaterdag vertolkt hij zijn hits in partycentrum Ons Thuis in Terheijden. Backstage tuigt plaatsgenoot Ferry Kanters, al negen jaar zijn technicus en

MEST nr 16

chauffeur, hem op met een zendertje. De stijlvolle Ossenaar – felblauwe ogen, stropdas, pak, achterover gekamd haar – praat keurig ABN. Niet het stereotype volkszanger. “Ik hou van Hazes, maar ook van Elvis en Sinatra.” Jeffrey, een goede zanger die “nog liever vals zingt dan playbackt”, maakt naar eigen zeggen ‘volkspop’, met “één been in de jeugd en één in het volkse”. Hij neemt zijn platen op met echte muzikanten en schrijft zijn muziek zelf. Berk heeft groot vertrouwen in de zanger; binnenkort stuurt het label hem zelfs naar Amerika om een clip op te nemen, “een romantische ballad voor in de winter.” IK MIS JE ZO

Of het een beetje vol zit binnen, wil Jeffrey weten van Ferry. “Weer bommetjevol!”, zegt deze. “Mooi. Hopelijk doen ze keihard mee.” De Ossenaar stort zich – op weg naar het podium – in de rokerige meute en wordt aangeklampt door vrouwelijke fans die met hem op de foto willen. Een beveiliger helpt de zanger het podium op. Uit de geluidsband klinken de eerste tonen van zijn nieuwste hit De

wereld is van ons. “Zijn er mensen met handen in de zaal?!”, roept Jeffrey. Het publiek klapt meteen enthousiast mee. Op de eerste rijen vooral rolstoelers en vrouwelijke fans, die zijn liedjes woordelijk meezingen. Bij het tweede nummer klimt er al een vrouw het podium op. Ze klampt de zanger aan en wil hem niet meer loslaten. Jeffrey grijpt het moment aan om een groepsselfie te maken met het publiek, met zachte hand duwt hij de vrouw terug de zaal in. De ballad Ik mis je zo, een cover van Will Tura, is het traditionele rustpuntje. In het publiek wordt een traantje weggepinkt. Na de toegift – nog een keer De wereld is van ons – is het gedaan. Jeffrey duikt – met bos bloemen – nog even het publiek in voor foto’s en moet dan snel weer verder. Er wacht nog één nachtklus, 75 kilometer verderop in het gehucht Eeneind – mystery guest op een VIP-party van John de Bever. A Tekst Dieter van den Bergh Fotografie Joyce van Belkom

53


[advertentie]

LAATSTE KANS

T/M 12 FEBRUARI 2017

YINKA SHONIBARE MBE

PARADISE BEYOND M U S E U MHEL M OND. NL


[advertentie]

Een magazine boordevol beelden en artikelen dat laat zien wat de creatieve sector kan betekenen voor de zorgsector. www.bkkc.nl/whocares


56


KENJEZELF KIT-SESSIE 10

MET JEROEN DE LEIJER E N K AT I N K A P O L D E R M A N

BUITEN HET

tH eAt eR WORD IK VAAK VERKEERD BEGREPEN

Jeroen de Leijer, naast briljant tekenaar ook sjamaan, spiritueel gids en bedenker van de Kenjezelf Kit, ontvangt een bekende Brabander op zijn sofa. Aan de hand van de Kenjezelf Kit biedt hij haar of hem de unieke mogelijkheid om middels de spirituele kaarten te komen tot een bijzondere mate van zelfreflectie. In deze aflevering: cabaretière Katinka Polderman. Ze staat toert sinds eind september met haar nieuwe voorstelling, Polderman tiert welig, door het land. “Als iemand denkt dat ik een misplaatste grap maak over Joden, denk ik: waar denk jij dat je anderhalf uur naar hebt zitten kijken? Alsof ik een kind ben dat op z’n flikker krijgt.” MEST nr 16

57


andaag ben ik in Hoofddorp, waar Katinka Polderman (35) haar vijfde voorstelling Polderman tiert welig speelt. “Er komt geen geld uit hoor!”, zegt een oudere man in een fleecejack als ik het pinpasje in de parkeermeter steek. Oudere mensen zijn er veel vanavond. De zaal is er tot de nok toe mee gevuld. “Het lijkt wel alsof ik voor een muur van ruitjesbloezen speel.” Grapt Katinka Polderman. Ze heeft een nummer over de babyboomers gemaakt. Een loflied op de ouderen die met zo weinig tevreden zeggen te zijn. Toch komt een oudere heer – in een ruitjesbloes – verhaal halen als Katinka de foyer betreedt. Hij is verbolgen over een passage in een van de liedjes. Een liedje waarin de cabaretière fantaseert over de wereld, en hoe die eruit had gezien als het allemaal net even anders was gelopen. Als Hitler de oorlog had gewonnen bijvoorbeeld. Dan zouden we nu op school leren dat Joden rotzakken zijn. “Dat mag je niet zeggen.” Meent de oude baas. Katinka vraagt nog wat hij precies bedoelt, maar hij laat haar niet uitpraten en priemt zijn vinger in haar richting. “Dat mag je niet zeggen. Dat moet je eruit halen.” Katinka blijft kalm en zegt het jammer te vinden dat meneer er boos van is geworden. We zoeken ergens een rustig plekje. Als we zitten valt me pas op dat ze een halsketting om heeft met een hanger waarop het woord ‘zeiksnor’ te lezen is.

Maakte je toen al liedjes?” K: “Ik treed al op vanaf mijn veertiende. Het is eigenlijk begonnen met pornografische liefdesgedichten die ik voor leraren schreef. Die deed ik in hun postvakje. “Meneer als ik je zie, kan ik niet meer leren, ik kan alleen nog masturberen.” Ik vond dat volkomen normaal. Een beetje puberaal branie schoppen. Op den duur dacht ik: ik kan die gedichten ook op muziek zetten. Toen ben ik ze tijdens de open podia op school gaan voordragen. Stond er elke keer een leraar met een knalrood hoofd achter in de aula.”

PARALLELLEPIPIDUM

“Het is eigenlijk begonnen met pornografische liefdesgedichten die ik voor leraren schreef”

PARALLELLEPIPIDUM De eerste kaart die uit de stapel tevoorschijn komt, is een abstracte blauwe vorm. “Is het de bedoeling dat ik zeg wat in me opkomt?” Katinka staart naar de kaart. “De zee, die verschillende tinten blauw doen me aan de zee denken. En als je de kaart een kwartslag draait, kun je er de horizon in zien. De zee is altijd goed, welk seizoen het ook is.”

J: “Je deed nu ook een liedje van Jules de Corte. Waar komt dat vandaan?” K: “Ik zat dat liedje te luisteren in de auto en toen dacht ik: hoe zit dat rijmschema in elkaar? Ik luister veel naar oud cabaret, Don Quishocking, Kabaret Ivo de Wijs, dat is allemaal erg goed. Ze hadden goede schrijvers, Drs. P, Dorrestijn, Boerstoel, Jules de Corte, dat zijn wel mijn helden.” J: “Het begint bij het schrijven?” K: “Veel mensen kunnen niet schrijven, maar ze gaan wel liedjes lopen doen. Dan krijg je een lange, saaie avond.”

Dat beaam ik. Zelf hou ik meer van het bos, maar mijn gezinsleden zien alleen een verzameling bomen en dan is de lol er snel af als je samen gaat wandelen. J: “Je komt uit Zeeland?” K: “Ja, maar we woonden best ver van de zee hoor. Ik kom uit ’s-Heer Abtskerke, een dorpje bij Goes.” J: “Moest je vast ver fietsen naar school. 58

GOUDEN HANDEL J: “Dat is wel stoer voor een meisje van veertien. Vond je dat niet eng?” K: “Doodeng, maar de mensen vonden het heel erg grappig. Ik dacht: Blijkbaar kan ik hier iets mee. Toen ben ik ook liedjes over andere dingen gaan schrijven. In een kroeg in Goes kun je geen liedjes over leraren gaan zingen. Met een stel vriendinnen traden we op, dat verdiende beter dan een krantenwijk. Met Koninginnedag hadden we soms wel vijf optredens. Voor twee maanden geld voor shag, jointjes en bier. Gouden handel!” J: “En goed voor je zelfvertrouwen.” K: “Dat optreden bleef ik heel eng vinden. Op de theaterschool vond ik iedereen ook beter dan mezelf. Ik kan schrijven, maar als je in een klas zit waar iedereen heel goed is in de uitvoering, dan voelt het alsof je niet veel kunt.” J: “Je liedjes zitten echt goed in elkaar.” K: “Ja, maar het schrijven is toch iets wat achter de schermen gebeurt. Sommige lui hadden vooral een grote bek en een hoge pet op van zichzelf. En juist van die mensen hoor je nu niks meer!” Zegt ze lachend.

DIEPZEEMONSTER

DIEPZEEMONSTER K: “Octopus met visjes in de zee... We zitten wel in het thema zee vandaag. Mijn technicus moet heel veel dingen tegelijk MEST nr 16


doen in deze voorstelling. Licht, geluid, video’s instarten. De regisseur zei: Je zit als een octopus achter de knoppen. Achter de schermen wordt er veel voor me geregeld.” J: “In de voorstelling zeg je over je bevalling dat iedereen er klaar voor was behalve jij.” K: “Ja, zo is het ook met de optredens. De speeldata voor 2018 staan bijvoorbeeld al vast. Als ik nu naar mijn impresariaat zou bellen kan ik vragen waar ik in mei 2018 ben. Ik vind dat wel wat hebben.” “Bij het impresariaat zorgen ze een beetje voor me. Ik hoef me alleen bezig te houden met het maken van de voorstelling. Ze bellen me wel om te vragen wat voor hapjes ik wil bij de première.” J: “Iedereen is op de hoogte...” K: “Behalve ik. Ja, zo is het echt.” J: “In je voorstellingen komt het vaak terug dat je zo ongeorganiseerd bent.” K: “Ik kan het wel hoor. Als het voor iemand anders is. Als het niet hoeft dan doe ik het niet, maar ik heb wel alle verzekeringspapieren netjes in een map zitten.” J: “En nu je moeder bent? Hoe combineer je dat met je werk?” K: “Ik heb een hele lieve vriend dus morgen mag ik uitslapen.” VERBORGEN SCHAT “O, dat is niet zo mooi.” Katinka schrikt een beetje van de kaart die op tafel ligt. “Een schedel met bloemen er doorheen.” J: “Polderman tiert welig, toch?” K: “De bloemen op de mestvaalt.” J: “Je benoemt een hoop ellendige situaties op een ironische manier. Heb je

niet de neiging om buiten het theater je mening te geven?” K: “Nee. Als ik al die discussies op Facebook en Twitter zie dan denk ik: ik heb helemaal geen zin in dat gezeik. Hier in het theater heb ik mijn context. Maar om dat verder nog in het openbaar te doen, dat hoeft voor mij niet.” J: “Er zijn hier ook mensen die het niet vatten.” K: “Ik vind het heel raar en bloedirritant als mensen de boodschap niet goed oppikken. Blijkbaar is er veel domheid. Zodra ik buiten het theater kom, word ik vaak verkeerd begrepen. Ik had een column in Spits en wat voor ellende je dan over je heen krijgt, dat is niet fijn. In Trouw had ik ook een column en daar kreeg ik steeds reacties van mensen die dachten dat ik het allemaal letterlijk bedoelde. Terwijl ik het allemaal heel overdreven opschreef. Wat dat betreft is het theater heel fijn. Dat mensen weten: Het is cabaret, dus ze zal het wel niet zo letterlijk bedoelen.” GRAPJES OVER JODEN J: “In de voorstelling zit een lied waarin je het lot van een vluchteling bezingt. Dat het niet meevalt om in een bootje op de Middellandse Zee te dobberen, maar dat het hier ook niet alles is. Daar klaagde die zeiksnor dan weer niet over.” K: “Als-ie dat nou had gedaan, dan had ik dat nog terecht gevonden op de een of andere manier. Zo van, dat kun je toch niet maken? Waarschijnlijk vond hij dat gewoon een leuk liedje. Ik vind het jammer als mensen verdrietig worden van mijn liedjes. Daar zijn ze meestal niet voor bedoeld. Ze moeten luisteren en nadenken. Als iemand denkt dat ik een misplaatste grap maak over Joden, dan denk ik: waar denk jij dat je anderhalf uur naar hebt zitten kijken? Alsof ik een kind ben dat op z’n flikker krijgt.”

J: “Je lijkt heel rustig, maar het doet je wel wat.” K: “Ja, daar kan ik nog wel een paar dagen last van hebben.” J: “Misschien moet je volgende keer je excuses aanbieden en hem een vrijkaartje geven voor een moderne dansvoorstelling?” Katinka lacht. “Dat is een goed idee. Dat zal ik doen. Wat is uw naam? Dan krijgt u van mij een vrijkaartje. Het liefst voor een voorstelling waarbij ze naakt over het toneel rollen.” A VERBORGEN SCHAT MEST nr 16

Tekst en illustraties Jeroen de Leijer

KATINKA POLDERMAN

(’s-Heer Abtskerke, 1981) verdiepte zich in de lach aan de Cabaretacademie in Rotterdam en de Koningstheateracademie in Den Bosch. Met succes. Wij van MEST vonden haar al leuk (en waren ook een beetje verliefd op haar) voordat ze in 2005 de jury- én de publieksprijs won van het Leids Cabaret Festival. Polderman tiert welig is alweer haar vijfde soloshow. Katinka is sinds kort moeder. Wie haar nog niet kent: de liedjes zijn een goede introductie. Er staan er aardig wat op Youtube. Onze favorieten: Peuter in kofferbak, Hij wil niet beffen en Ode aan Nick en Simon.

JEROEN DE LEIJER (Hilvarenbeek, 1969) “De Kenjezelf Kit is een methode die ik heb ontwikkeld om met 48, intuïtief getekende kaarten, onbestemde momenten te duiden en te laten voor wat ze zijn. Tijdens momenten die geen bestemming hebben, is er ruimte voor rust en contemplatie.” 59


mEsT’s

gRoTe cUlTuReLe aFsChEiDs-

qUiZzZz

60


HOOFDPRIJS: 30 X UNOX ANONIEM! Lekker flauw en paternalistisch: als je MEST de afgelopen vier jaar goed gelezen hebt, is deze quiz een peulenschil. Want het gros van de antwoorden ligt ergens in een van de zestien edities verborgen. Zeker niet flauw, want uit de Osse kookketels van Unox: de hoofdprijs. Nog nooit vertoond: een Super Verrassings Unox-pakket. Doe mee en gun uzelf, partner of het hele gezin de kans op wekenlang surprise-eten. Vele variaties mogelijk. Zoals: iedereen mag elke dag bij het avondeten een verrassings-blik uitkiezen. Ook leuk voor bij het kampvuur.

WINNEN?

Noteer de goede antwoorden en stuur een mailtje naar redactie@mestmag.nl onder vermelding van: Afscheidsquiz. Onder de goede inzendingen wordt de prijs verloot.

Welke onterecht vergeten Brabantse held zette een moordaanslag op zichzelf in scène? A Mien Oostvogels B Tymen Trolsky C Benny Ludemann

Welke Osse band plaveide de weg voor bands als Band Zonder Banaan en WC Experience? A De Piranha's B Jacques Le Filateliste C De Konthamers

Met wie schreef Henk van Broekhoven, aka John Spencer, zijn eerste hits? A Pierre Kartner B Dimitri van Toren C Henny Vrienten

Welke roemruchte Brabander stond nooit in onze grafrubriek? A Hans van Tongeren B Toon Kortooms C Ria Valk

Welke cabaretier zat er niet in New Kids? A Ronald Goedemondt B Theo Maassen C Hans Teeuwen

Zonder welke Brabantse hit had Luc de Vos met Gorki nooit een hit gehad met Anja? A De laatste dans B Ik leg mijn hart in jouw hand C Wat het klootjesvolk wil weten

MEST nr 16

Wie wordt er verantwoordelijk gehouden voor de blindheid van Jules de Corte? A De zusters van Liefde van Tilburg B Hendrik Wiegersma C Willem van de Moosdijk Wie zong het lied Opgedragen Aan De Oorden Der Benevelde Agrariërs? A Jan de Wilde B Gerard van Maasakkers C Armand

61


Museum De Wieger in Deurne beheert een bijzonder stukje Nederlands erfgoed. Welk? A Een brief voor mijn moeder B Het tuinpad van mijn vader C Een tuintje in mijn hart De beroemde buur van keramiekwerkplaats sundaymorning@EKWC zegt op TV vaak hetzelfde. Wat? A ̦Koekwaus!’ B ̦’t Is nie gaar hè.’ C ̦Laterrrrr!’ Extince is de tekst van Spraakwater even kwijt, maak jij 'm af? ‘Ook al zit mijn mond vol met chips...’ A ‘Ik blijf rappen en vul je beeldbuis met clips’ B ‘Ik blijf eten yo, breng me nog wat spareribs’ C ‘Ik blijf kletsen als platte handen op die blote bips’

Hoeveel shows speelde Peter Pan Speedrock de afgelopen twintig jaar? Tip: het is een Nederlands record. A 1775 B 1980 C 2247 Het exacte middelpunt van de driehoek Tilburg, Eindhoven, Den Bosch (vanaf hun stadhuis gerekend) is: A De Keel in Liempde B Helweg in Esch C Banisveld in Lennisheuvel Manon van Hoeckel in haar mobiele ambassade voor uitgeprocedeerde vluchtelingen. { zie ook pagina 71 }

Welke van de onderstaande drie covers is geen echte Mest-cover? A B C

b In dit nummer vind je ook: FRESKU (op de spirituele pijnbank van Jeroen de Leijer), een BEZEM MET EEN GOED DOEL (of: hoe servies je leven kan veranderen), MARGA MINCO (ja, die van je boekenlijst), de BESTE AFSTUDEERDERS van dit jaar, de BESTE KINDERBOEKENWINKELS van Noord-Brabant (want: Kinderboekenweek) en: WAAROM BESTEDEN BRABANTSE GEMEENTEN ZO VERDOMD WEINIG AAN CULTUUR?

nr 11

oktober 2015 € 7,95 bijzondere cultuur in Noord-Brabant

a MEST

Welke namen zijn niet van een Eindhovens designduo, maar van onze doodgewone buren? A Piet en Mirjam B Joost en Kiki C Maarten en Guus

MEST-Redacteur Eric Alink is zijn eerste roman aan het schrijven. Werktitel: A Kieuwen B Wak C De nachtfabriek

In 2014 beroofde Selim Lemouchi zich van het leven. Met welke band werd hij wereldberoemd buiten Nederland? A JudasVille B Textures C The Devil’s Blood

MEST

Uit welke roman, die zich grotendeels afspeelt in een stad die verdacht veel op Eindhoven lijkt, komt deze weergaloze zin over voetbalsupporters: ‘De vuist- en messengevechten worden hier ’s nachts gevoerd, aan het eind van de lange, lange bierketen, die ook het sterkste saamhorigheidsgevoel ten slotte kapottrekt, alsof er een andere manier is om de groepsgeest tot bedaren te brengen en de omhoogkolkende energie van de eensgezinde massa te dempen, de gezworen kameraden uiteen te laten stuiven en ze hun roes te laten uitslapen.’ A Ralph Mohren: Tonic B A.F.Th. van der Heijden: De helleveeg C Marie Kessels: Brullen

De as van de Bossche filosoof Cornelis Verhoeven (1928-2001) is verstrooid op: A Het Kuilpad in Udenhout B De Zeeg in Nieuwkuijk C De Droevendaal in Heeswijk

In het Misschiens, een taal die Brabantse basisschoolkinderen i.h.k.v. een project van Theater Artemis ontwikkelden, is dit het woord voor liefde: A krikkie B ovraloers C wagga

In dit nummer ook: KWETSBARE ONTBOEZEMINGEN OVER DE LIEFDE voor onze kinderen en ouders. Vanwege de bijzondere voorstelling van Het Zuidelijk Toneel en Theater Artemis. Niet minder kwetsbaar: MEST-redacteur Thomas Snoeijs ging ALL THE WAY MET PETER PAN SPEEDROCK in Berlijn. Onze huissjamaan Jeroen de Leijer praat met WIM DANIËLS over de schoonheid van komma’s en kikkervisjes. En dan hebben we verder ook nog DICK VERDULT, TOON KORTOOMS, Rietveld-fabriek DE PLOEG, STUDIO SMACK, bomkraters en het heerlijke geluid van een Lambretta-scooter.

nr 14

juni 2016 € 7,95

De achteringang van het Van Abbemuseum is te bereiken via een knalroze huisje van John Körmeling. Met welke vrolijk oplichtende tekst op het dak heet hij bezoekers welkom? A TERWIJL JULLIE WERKEN B HI HAA HI HI H A HI HAA HI C ECHT IETS VOOR U

bijzondere cultuur in Noord-Brabant

SOCIAL DESIGNER

MANON VAN HOECKEL 11

NOG MEER: FRANK VERHALLEN OVER CABARET

“Ik geloof in verandering van onderop”

Ook zinnig: HOE WE ONSZELF MET CULTUUR DIGITAAL WEERBAAR MAKEN

SINGER-SONGWRITER EN STIEKEME STOEPKRIJTER

TEAM MEST

Iris Penning

{ zie ook pagina 67 }

62

‘We zijn allemaal sukkels’ 14

MEST nr 16


Dick Raaijmakers componeerde in 1957 de eerste elektronische popsong aller tijden. Hoe heet dit nummer? A Variations Electroniques B Song Of The Second Moon C Fantasy in Orbit De grootste hit van levensliedzangeres Anja (1950-2002) uit Schaijk was: A De Eerste Kus B Ik zag jou met die ander C De Laatste Dans Hoe heet de platenzaak waar dj's als Tiesto, Funkerman en Cor Fijneman hun eerste platen kochten? A Tunes Ville B Green Vinyl C The Magik Store Zie de portretten hieronder. Wie is wie? A 1. Fresku 2. Diederik Stapel 3. Sigrid Calon B 1. Armand 2. Fresku 3. Sigrid Calon A 1. Armand 2. Diederik Stapel 3. Sigrid Calon

c in haar atelier

HET OOG VAN LUCAS DE MAN

KUNSTRIDDER TED VAN LIESHOUT

KARIN BRUERS IS EIGENLIJK EEN MAN

MEST

Kunstenares

Ria van Eyk

{ zie ook pagina 71 }

dIt iS oSs’ eRfGoEd! Daar kun je lacherig over doen, over zo'n hoofdprijs. Maar MEST zou MEST niet zijn als we aan een quiz als deze geen fijn stukje cultureel erfgoed zouden koppelen. Want zo zijn we dan ook wel weer. Het is niet helemaal een grap hoor, dat met die blikken. Tot voor nog niet zo heel lang geleden, had Unox in Oss een eigen winkel, voor het personeel, de Unox-winkel. Kon je onder vertoon van je pasje goedkoper Unox-producten kopen. Echt goedkoop waren de producten zonder etiket die er regelmatig werden aangeboden; blijkbaar werkte de etiketteerlijn niet altijd naar behoren. Hele Osse generaties groeiden op met het verrassingsvoer, waarom zouden wij ons daar dan te goed voor voelen?

Nr 7

oktober 2014 € 7,95 bijzondere cultuur in Noord-Brabant

RIA VAN EYK:

“Natuurlijk heb ik gevoelens en frustraties. Maar die hoef je niet terug te zien in mijn werk. De strijd zit er wel in, maar dan bezonken.” 7

MEST nr 16

63


Op wie of wat slaat de volgende zin die ooit in MEST stond: ‘Het is een anachronisme, een afspiegeling van de negentiende-eeuwse maatschappij’? A Het symfonieorkest B Het Paleis-Raadhuis in Tilburg C De schoenen van Chris van Koppen

Dit is MEST’s enige echte:

Onderstaande beeld van de blauwe drolschepschoen hoort bij een artikel over: A Carnaval in Bergen op Zoom B Schoenenontwerper Jan Jansen C Schoenenlab SLEM in Waalwijk Welke architect of kunstenaar zette ooit zijn fiets op slot tegen het hek van het bouwterrein in Shanghai waar jaren later het Nederlands paviljoen van de World Expo 2010 moest verrijzen? Met de woorden: ‘Die haal ik over een paar jaar wel weer op.’ Let wel: toen moest de keuze voor de architect die het paviljoen mocht bouwen nog worden gemaakt. A Winy Maas B Joep van Lieshout C John Körmeling

b A eindredacteur B columnist Lucas de Waard (niet zijn echte naam) C schoonmaker van het redactielokaal

c

a

Van welke band was/is deze meneer hieronder lid? A Textures B Peter Pan Speedrock C Ggu:ll

64

MEST nr 16


hOuDoE Wie of wat was nooit te koop in de MEST-rubriek TE KOOP? A Vogelhuisje B Fotoboek Men & Pussy C Rogier Warnawa uit Eindhoven: Men Universe Model 2015

c

Welke covertante zei: “We zijn allemaal sukkels”? A cover mest 14 B cover mest 15 C cover mest 11 Wie zei ooit in zijn column dat je als kunstenaar beter als paria door het leven kan gaan dan dat je wordt vastgenageld aan de meetlat van Jan Modaal? A Stan van Herpen B Lucas de Waard C Joost Heijthuijsen

Weggevertje: waar werd dancefestival Extrema Outdoor twintig jaar georganiseerd? A Aquabest, Best B De Roost, Erp C De AA, Beek en Donk Wiens graf is voor ons als MESTredactie nog steeds spoorloos? A Fons Rademakers B Jan Hanlo C Wim Kersten Welke Brabantse regisseur vinden wij van MEST de stoerste van Nederland? A Jan de Bont B Jetse Batelaan C Michiel van Erp

Wie heeft Bart Smouts hart op positieve wijze verknipt? A Jo Jacobs van Museum ’t Oude Ambacht B Colette Driessens van ’t Kniphof C Cor van Seters van Tweewieler Museum De Scooter Welk boek hieronder had nooit een voorpublicatie in MEST? A 1 en 2 B 2 C3 D Al deze boeken hadden een voorpublicatie in MEST Collages Suzanne Hertogs

MEST nr 16

65


GOED

GRUT

bOeR zOeKt kUnStEnAaR

w

at te doen met het bladafval van laurierkweker Charl? Of de wortelvezels van boerin Anne die overblijven nadat ze van haar tweedekeuswortels wortelsap maakt? Of de afgekeurde appels van boerin Juanita? Producten waar we misschien nog wel iets mee kunnen, maar die nu allemaal – toedeledokie – in de vuilnisbak belanden. Dat kan duurzamer, vinden ze bij FoodLab Food Heroes, onderdeel van Agri Meets Design. Voor dit project zoeken ontwerpers en boeren samen naar creatieve oplossingen voor het boerenleven. De drie bovengenoemde boeren zijn gematcht aan respectievelijk Jalila Essaïdi, Tjeerd Veenhoven en Lobke Meekes. Voorganger FoodLabPeel leverde al fraaie ideeën op om de kloof tussen boer en consument te dichten. Kijk maar naar kippenboer Twan, die zijn eieren tegenwoordig inzet als betaalmiddel (Eggchange van kunstenares Marije Vogelzang). Zo kan creativiteit voor van alles een uitkomst bieden. Ook een hoopvol idee voor appels met een deukje… Halverwege 2017 presenteren de koppels hun eerste concepten. Check agrimeetsdesign.com

'mOlMaN' vAn sChIpPeRs&vAnGuChT

m

olman, wat een schitterend personage. In de gelijknamige productie van theaterduo Schippers&VanGucht uit Breda krijgen we te maken met deze vreemde snuiter. Hij leeft diep onder de grond, werkt voor een spionagedienst en komt zo overal ongezien binnen. Van Breda tot Alaska, van New York tot het Afrikaanse Ouagadougou. Maar Molman is ook bang. En een beetje eenzaam. In de theatershow werpt deze ultieme outsider een blik op ons, de bovengrondse mens. Leerzaam en een tikkie confronterend. De Volkskrant beloonde de jeugdvoorstelling met vier sterren. Een van de hoogtepunten van Theaterfestival Boulevard, volgens de recensent. En er is meer goed nieuws voor de Bredanaars: ze worden komende jaren ondersteund door het landelijke Fonds Podiumkusten. Ondertussen staat Molmans supergeheime agenda gewoon online. Vanaf 23 t/m 27 februari te zien op het Krokusfestival in Hasselt. Zie ook: schippersenvangucht.com

66

MEST nr 16


hOuSe oF dJ's Foto: AllThingsHardstyle

h

et komt steeds vaker voor: Amerikaanse toeristen die naar Breda komen om een stukje van de wereldberoemde dancegeschiedenis te bezichtigen. Tof, maar waar stuur je ze naar toe als trotse inwoner van de nummer 1 dj-stad van de wereld? De lokale helden (Tiësto, Hardwell, R3hab) begonnen hun carrière vaak in lullige feestcafés. Hun eerste hits schreven ze bij pa en ma op zolder. Geen trekpleisters. Daarom komt er nu een House of DJ’s. Hier moet de vaderlandse danceglorie een fysieke plek krijgen, en wel in de thuisstad van zijn grootste sterren. Het wordt een museum, een school en een café onder één dak. Prima idee, volgens Tiësto, die zich onlangs meldde als ambassadeur. De komende maanden worden de plannen bekend. De ambitie: 200.000 bezoekers per jaar. Tot die tijd kunnen toeristen hun fotorolletjes vullen in Hardwell z’n stamkroeg Café Janssen. Leren ze gelijk de polonaise lopen.

bAtMoBiLe iS bAcK

Volg de ontwikkelingen op houseofdjs.nl

a he Ruggeds in het theater, dat hadden ze zelf vast niet verwacht toen ze hun eerste salto maakten vanaf een stoeprand in Woensel-Noord. Het theater is het domein van balletdansers en musicalsterren, niet van baggy b-boys. Wel dus. Met Adrenaline debuteren de breakdancers op de schouwburgposters. De Eindhovenaren – die zich op haast elk continent tot kampioen kroonden – bieden een avondvullend programma. Verwacht wervelende dansmoves, krachtige powermoves, lollig geklooi met een stuiterbal en Dutch boys spinnin’ round like teetering gyroscopes (aldus The Guardian na een try-out in Londen). Ook geschikt voor kinderen, want die zijn al zwaar The Ruggeds-fan sinds hun optreden in de laatste videoclip van Justin Bieber en Skrillex.

aah... de zoete geur van haarlak en verbrand rubber. Batmobile komt terug! Voor het eerst in pakweg tien jaar heeft de Bredase/Rotterdamse band weer een nieuwe plaat in de pijplijn. Hoe die gaat klinken? Dat weet je zelf ook wel. Vettige psychobilly uit de koker van dronken mannen die nog lange niet, nog lange niet naar huis gaan. Krakende leren jackies, voorbij stuivende brommers, ratelende tondeuses – awel, Batmobile. Onze drie favoriete superschurken tekenden onlangs een verse platendeal bij Butler Records. En er staat alvast één optreden op de kalender: ScumBash Festival in Rotterdam. Niet eens in Japan dus, waar de band nog altijd een cultstatus heeft. Een echte rock-nroller weet wat hem te doen staat: draai een Batmobile-plaatje, bestel kaarten, throw some frikandellen in the hot oil en wees erbij.

Vanaf 2 februari overal in Nederland. Alle speeldata op theruggeds.com/adrenaline

Tickets voor ScumBash Festival (4 maart) via scumbash.nl

b-bOyS oP dE pLaNkEn

t

MEST nr 16

67


DE ZONE

Locaties met een toekomst. Dichter en fotograaf adopteren een plek.

De Heilige Driehoek Ik prevel als een razende, ik bijt de nagel van mijn voorkeursvinger af, in drie vier vijf een rechte hoek, formules zijn niet nodig, het aantal bomen is genoeg om een ritme te bepalen, raadselachtig radicaal. Ik denk te snel, zet honderd kruisjes op een blad, alleen er is geen regelmaat. Dan naar de wijngaard in een vruchteloze poging. Het klooster ondervangt, werkt gisting bij, het sop verdwijnt. Maar klaarte is niet na te bootsen. Het blijft een dronkemansgebed. Ik roep de vrouwen aan, de vrouwen die zich tonen, ik zoek een schoot zacht als de trekken van een biechthoekscène. De eerste moeder die ik aankijk, is een vrouw. Het woonhuis is een vrouw. Niet alles is orewoet en waarheid. Ik dacht dat mijn moeder van negen tot vier aan de schoolpoort bleef staan, haar sporen in de kinderkopjes naliet, verstoppertje speelde bij de bomen wanneer ze naar de ingang liep. Ik telde tot drie. Tot een punt waar het allemaal nog moest komen. Leen Pil

De Heilige Driehoek van Oosterhout Iedere christen weet: de drie, daar is iets mee. Je hebt de Goddelijke Drie-eenheid, en als iets drie keer gebeurt, is dat een teken van God. Verder duren belangrijke gebeurtenissen in de bijbel vaak drie dagen. Jona zat drie dagen en nachten in de buik van een vis, Jezus stond na drie dagen en nachten op uit de dood. In Oosterhout hebben ze ook hun drie: De Heilige Driehoek. Een gebiedje ten oosten van de kom van Oosterhout, omsloten door drie abdijen. Een speciale stichting organiseert daar vanaf volgend jaar elke twee jaar een kunst-biennale. www.kunstindeheiligedriehoek.nl

De dichter Leen Pil is dichter, master in de Taal en Letterkunde en pedagogisch begeleider. Ze is één van de zes schrijvers van talentprogramma Talent op Tilt 2016. Gedichten van haar verschenen in tijdschriften zoals Deus ex Machina, Gierik & NVT, Kluger Hans en de Poëziekrant. Haar dichtbundel Eigenwillig is in voorbereiding.

Fotografie David Stevens

68

MEST nr 16


MEST nr 15 16

69


FIJNE TIPS VAN DE

MENSEN

MARIA VAN DER HEYDEN fotograaf, beeldredacteur TIPT Tentoonstelling ‘Zwart. Van houtskool tot high res’ in museum Kranenburgh in Bergen. Daarna koffie bij Het Huis Met De Pilaren, waar Brel ooit speelde.

STAN VAN HERPEN hoofdredacteur MEST TIPT David Claerbout, in De Pont, nog tot eind januari.

JEROEN DE LEIJER tekenaar TIPT Behalve dat hij aan zijn eind kwam door dronken van de trap te lazeren, weet niemand veel van Hercules Segers. Raadselachtige landschappen uit Gouden Eeuw, Rijksmuseum t/m 8 januari.

SUZANNE HERTOGS grafisch ontwerper TIPT Momfest. “Headbangen op duivelse klanken, zuipen tot je nek kraakt en pissen in de wasbak.” 24e editie van Monsters of Mariaheide, 30 januari.

ANNEKE VAN WOLFWINKEL journalist en schrijver TIPT Design, technologie en (licht-)kunst smelten fantastisch samen in een gaaf gebouw. Je kan er ook goed eten. Escape, De Kazerne, Eindhoven, t/m 24 feb.

JANINE HENDRIKS grafisch ontwerper TIPT Verscholen in de Oisterwijkse bossen ligt een natuurtheater. Optredens, poppentheater, boscafé met vloerbedekking, speeltuin, houtvuur. Sympathieke jongens. www.natuurtheater.nl

DIETER VAN DEN BERGH journalist, eindredacteur TIPT Niks mis met New Kids. Première van nieuwe film van de Maaskantjenaren, ‘Ron Goossens, Low Budget Stuntman’, 26 januari, vetgedrukt in m’n agenda.

THOMAS SNOEIJS journalist TIPT Een expositie waarvoor ik het vliegtuig pak: David Hockney in Tate Modern, Londen. Vooral voor zijn landschappen die kronkelen als Britse heuvelweggetjes. Vanaf 9 februari.

IS EEN UITGAVE VAN bkkc, BrabantC, Cubiss, Erfgoed Brabant en Kunstbalie.

REDACTIEADRES MEST, Postbus 72, 5000 AB Tilburg www.mestmag.nl

Oplage: 4.500 MEST verschijnt medio eind maart, eind juni, begin oktober en eind december.

HOOFDREDACTIE Stan van Herpen, redactie@mestmag.nl

ISSN 2214-451X

VORMGEVING Janine Hendriks en Suzanne Hertogs

CONTACT Redactie magazine en website: redactie@mestmag.nl Abonnementen, adreswijzigingen of nazendingen: www.mestmag.nl of info@mestmag.nl Advertenties: www.mestmag.nl/adverteren Iris van den Boezem iris@mestmag.nl 06 33 79 41 23

BASISONTWERP GOOD Inc. www.goodinc.nl Luis Mendo + Masaya Takeda

Aan dit nummer werkten verder mee: Eric Alink, Jenna Arts, Joyce van Belkom, Joost Heijthuijsen, Anke van Iersel, Jeroen de Leijer, Jostijn Ligtvoet, Leen Pil, Robin Nas, Bart Smout, Thomas Snoeijs, David Stevens, S. Lloyd Trumpstein, Lucas de Waard, Esther Wittenberg, Anneke van Wolfswinkel. LITHOGRAFIE Plusworks Amsterdam

COPYRIGHT Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de rechthebbenden. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen contact opnemen met de redactie. © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder nadrukkelijke toestemming van de uitgevers.

DRUKWERK PreVision Eindhoven

EINDREDACTIE Dieter van den Bergh en Stan van Herpen

PAPIER Reviva Offset

BEELDREDACTIE Maria van der Heyden

Macula, Brandon Text, Miller Text en Miller Display.

FONTS

MEST #17 VERSCHIJNT NIET www.mestmag.nl

70

MEST nr 16


Ra lf

r

né (Pa

in d gE Afsl a

de,

• Re

e

t)

os

os (c o

nd Ma

an (Dr vg

(v

on

n

b la d)

W

Wand

, Sloot • Roel (

Da g

s en ov

n ku

en

er

nd Sa

en

an der L i n d

vormgever) •

te

ns ( ku er s ga Bo

a ul

ld S

hu

,T

il

, vor eving mg

ia (v

ke r)

•P

ho ve n).

hef cult uu en , c oon r (Sch r t, filmmaker) • Tramkade Den Ei nd h

n B us s el

lu s t , il

r at i e

rm

n( Di

jk ,

G ale r ie Nas t

a

(v a

sk

B il

vo r m

i el b , ) • Ro d an

Bosch • Vera (van

ste

Toni (van T

(d

str

n

(b

Pi m

e e le m m , fil a

)• Gaal, MU an (v cv lt ian v r e ) • Viv )• k u nstenaar ge P ve je ( • Piet (Menu, Het Zuidelij r ) • Wiepko (Oost es k To erhu • Wi is) (Bosma, St. ne Jo

aar) • Ton ( va n RO G o ol, V P

ita Lyn

trator, animatie) •

•R

Voor de cover van deze laatste editie verzamelden we een paar honderd namen van (veelal minder bekende) Brabantse cultuurmakers. Doe er je voordeel mee, dit zijn de mensen uit de digitale rolodexen van de redactie, mensen die vaak nog niet eerder in MEST stonden, maar waardoor wij geïnspireerd raken. Ons afscheidscadeautje: een alternatief Brabantse netwerk. Er staan ook veel mensen en organisaties op de cover die we nog graag aan bod had willen laten komen in ons tijdschrift. Misschien later, op een andere manier, op een andere plek.

us

t)

an Z

maar als succesvolle community voor de Brabantse cultuursector. Want dat er behoefte is aan een plek waar we elkaar digitaal kunnen ontmoeten, waar we voorbij onze eigen stad en disciplines kunnen kijken, en waar je vakmatig inspiratie kunt opdoen, dat is wel duidelijk; MEST verwelkomt online elk jaar meer dan 100.000 bezoekers en heeft meer dan 10.000 FB-vrienden; dan ben je populair.

Stan van Herpen Hoofdredacteur MEST

(l’Istelle , i ll

s ke

moter) • Ron (v Ce kate nter an H (D erp en e Bo n, g s ch i t ) • a r is Yv t) on • R ne uut (va (van der nB euke r in g ,

or e uk

al, pro

l)

uro B

s) • Sebastia

am (Kr

er, Social Label) • Tante N

t Brigade (band ) • The Ligh aker

nH (va

L ab e

I e r sel, B

ab )•T

antvoo

is) • Ron

Ik ben blij dat MEST digitaal doorgaat. Wat mij betreft niet als vervanger van de papieren MEST,

ci a l

B

n (va

ij

em incent Kor m erica) • To • Tom (Am ) r a a sten ers, kun ak k

filmmaker) • V

Medial

oo (R • T ijs

n

ik

eren,

p

Ja

•R

(D

gh

)•T

h

(Pete , vo rs

Vincent van Go

o lf

a (van Riet,

nK em

tontwerper) • Pet , li ch ra

rt

Auf Wiedersehen ronie, sarcasme, slag om de arm, ik heb er even geen zin in. Daarom, rechtdoorzee: naast liefde doet alleen kunst ertoe in het leven. Die twee houden me gaande. En de vier doelen die ik met het tijdschrift MEST had, raken daar direct aan. De eerste is van nogal wiedes: ik wilde bijzondere cultuur laten zien aan mensen aan wie dat anders misschien voorbij zou gaan. 2: Ik wilde laten zien dat cultuur een centraal onderdeel van ons leven is. 3: Ik wilde mensen verder laten kijken dan de onderwerpen waar ze sowieso al in geïnteresseerd zijn. 4: En verder laten kijken dan hun eigen stad. Misschien was dat teveel. Eric Japenga, zakelijk leider van Het Zuidelijk Toneel, zei bij de presentatie van het eerste nummer van MEST, in het voorjaar van 2013: “Ben je niet bang dat je iets moois maakt waar geen behoefte aan is?” Misschien had-ie gelijk, al weet ik zeker dat we met MEST op z’n minst een kleine bijdrage hebben geleverd aan puntje 1 t/m 4. En dat blijf ik doen, op allerlei manieren.

(va

en

M A D Em e r g

nter)

Ro n

ir ve n,

eo

rm aa gever) • Thier&vanDaalen (ontwerpstudi M o) • T ies (van de Werff,

y) t Universit ich

s) • Pe te r

f ) • Ranti (Tja raa n, E og

é,

e

e l s , fo tog

heate

ra f e )•W or

,t

va n d e r D o nk r) • Tet ( rijfste

Cow boy

Ce

a

nited

tA en

ttoo) • S

o ne

ty (soc

s ch

s Ta

rm

ig nR

Sim

et

, esign) • Teddy (Tops

ht

, vo

Huma

ice ) • S e li m

ver) • Pauli

uline (Roelants, U

cist, filosoof ) • R r, publi alp elie h (R d o oel (B se, fo t

e l) •

eters

bu rg C o wBo ys,

yA l

, †)

ge

i n g ) • Pa

ené •R C) KW

ul (Ro

i uz

ducer)

u

rket

(So

• Pa

ie, m

pro

m

m

a n ic

a ,m tie

en

a f)

D elab t r i ck (

ar, fotogra

ss

• Pa ek

h (Lemouc i, The Devil’s Blood

ial d

na


podiumbouwers dance) • Aart (Strootman, muzikant) • Albert (Siebelink, Gipsy Festival †) • André (Grekhov, dans) • Anna (Lange, kunsten

H

•B

er

na

o lo

nstverz

n,

er tw on

amelaar) •

Frans ( Vogels k

,

r tus

ut

er s ,

e na

ar)

muz

ri •F

e•

ik a

) nt

)

a

de r P t, u

(va n n,

r) make

•E

ve

m Fa of

d er We s

te

Denn i

e

an

va s(

n

Dr

ie

n(

film

r Elbe s(

n,

is)

m y

Lu

id

gr

kun tenaar) • E-moves • Envy s The West (ba ma

all )•H a ar ten u ns r, kunstenaar) •kFran k n, ( v an d e le er L e (G

nd) • Er ic ( M a as , D e a( S t ilte) Hi jink) • Ilse ( Ver • Eric (v an m

kunstena

mm

k,

, fil

n

m

e r, ontwerp

in d e

Il j

Pott er s , f otogra

d e V is s e ouwers dance) • Faq festival • Florian (

id o

ar) •

o d iu m b

Gu

ena

p p ly (p

s ch • sch Atelier Den Bo

ts

(D a

g (Bor

eul

)•E yes u

Ja ck i (D ode mont ová

u ns t

di (M

tena

• Be

r

Ja n

ol

Giel (Pastoor, Parktheater) • Grafi

af

er) ps t

g

le it a

S

t , ku en

de won

a Co n ontr •C

rdokter) • C ha

tte No e( tt

Ge

• Ce es

enaar)

de

an

en nd va ( s

is)

oon (Geur

itaan) • Ant on

hu

mu n , zi k

nst

be

nne m

d

ku

aar) • Cl ub

uns

r) • De m r a)

( A lb e r s

an

it ,

Ab tenaa r) • Ben (van Kollenburg, Van

n g e l) • A amp, De Groene E

ze n

nnemarie (Pijnappel, Fontys) • Annemarie (Sch

eT

u r k, k u ns

(k

er ak

ate

enner, stk n , ku

tentoonstellingsm

n

a k e r Ap vis) •

) • Har (v

n te

t we r p e r )• on D e Fa b

Hanneke (W

Sm

k

u

ian

)•

Fr o n t • C a r o lein (

elaar, exposi

ratio n

am

L ib e

rz

i ro

-in

t Sonja Prins) • A

s t ) • Ba ni

Ca

ti e

lmmaker) • Anne (Pillen, Boshu

• o)

(Jetten, kuns

D

• Ivo van Le e

pe

( Ver

Rij

(

k•

E r) • llen (va

s,

r ie

st

n( bergh, Studio Boot) • Eef van R ooij ( Verkadefabriek) • Elle

k, kunstenaar) • Ernest o

2 mans, W

m Ke

r ie

Ie

( V in

tuur the

ar

r

beek, filmm

)• er ak

un te, k chu S ( s

we

P

ns)

uw e( na

, kunstenaar) • In

unste ut , k

me

le r i ks (ga eh

y r) • I v o (C o o

en

ke n

eK er s

c

Ha

r te

e eld

ik Er

e Kerkhof, Theater A ica (van d t) • Er

r n aa ) • H

H

er

niversit y

lle Vo

(van Drunen, b

oud e

r, kunstenaar) •

l , T il b u

gU

ik Er

i

tin e

g

ud

is Chr

te

st

n • Dave (

ah) •

üs s

(T

, fo H annek e (van Oostaijen

tografe

m

mb

atm ker) a

alerie Majke H

i lb

ur g) • et ze

, Gu

De Kempe

s, Afslag Eindhoven) • Ger tjan (van Leeuwen

p l a za

r (Fie

ultuur

bo

be

r ie

rp

a

tr a ( b a

et er (

•G

(kunstena

ns Re

we

• r)

oije n , o u d s (van O er) • Fran filmmak

al nt

nt

•C

s ch ,

Stadscamping Tilburg) • by aaaa (o

n d)

(van O

en (Woolstock,

-d o c

oth

(S

git te Blank t) • Bri

o

o

r

as Va er, t i ch

rank )•F eek

m

ikan

ngen, comp

•B

ris

Sm ith

(dj ) • Bram (Knol, film

Bra r) • e k ma

d ta

u ho

r de

uz s, m

rA

B

an Do

at

sen , D

ol Ar

de

di

t On The Spot • Baltan Laboratories •

t (v

1 (sk ea 5 • Ar

Kazerne) • Anneroos (G

oo

e p a r k Ein

• en) dhov

van d(

ollo a, c

raaf ) • Ar fotog um -

ar

rg

er)

, De

be

h r ij , sc v

aar, fi

k( 250

)•

Ja

cq u

e li n

e H am el

s , G rap h

ic Design Festival) • Dick (Verdult) • Dolph (Cantrijn, fotograaf ) • Dorien (van den H

ur k , V e

r tig o ) •E dw i


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.