bkkc jaarverslag 2013

Page 1

13 13

bkkcjaarvers slag 2013


“Ik ben trots op wat we dit jaar bereikt hebben. 2013 stond in het teken van de Impulsgelden. Met deze financiële impuls voor de toekomst blijven we de waarde van kunst en cultuur zichtbaar maken.”


inleiding Afgelopen jaar heeft bkkc topsport bedreven. Schreef ik een jaar geleden dat 2012 een bewogen jaar was, nu stel ik vast dat 2013 ons blijvend in beweging heeft gebracht. De veranderingen in het afgelopen jaar hebben ons en het culturele veld een impuls voor de toekomst gegeven die zowel inspirerend als hoopgevend is. Het werkplan waarmee bkkc 2013 inging was het resultaat van de herijking van organisatie en activiteiten die noodzakelijk was geworden door de korting van nominaal 25% die door de Provincie aan bkkc was opgelegd. Eind 2012 was afscheid genomen van zeven medewerkers. In overleg met de Provincie concentreerde bkkc zich op een drietal kerntaken, aansluitend op de Agenda van Brabant:

waarin de grenzen tussen disciplines en sectoren, tussen traditionele en vernieuwende kunst, tussen ‘hoge’ en ‘lage’ kunst, tussen kunst en economie een ondergeschikte rol spelen. Voor ons is het vanzelfsprekend dat de culturele sector naar wegen zoekt om die grenzen te overschrijden.

• het bevorderen van talentontwikkeling en in het verlengde en als verbijzondering hiervan: het stimuleren van ondernemerschap; • het verbeteren van de omgevingskwaliteit (ruimtelijk en sociaal); • het versterken van de culturele markt.

impulsgelden bieden kansen

impulsgelden Als onderdeel van de herijking was bkkc ten tijde van de indiening van het werkplan voor 2013 met de Provincie in overleg over de toekomst van de verdeelsubsidieregeling zoals die tot en met 2012 door bkkc in opdracht van de Provincie werd uitgevoerd. In het werkplan voor 2013 werden de contouren geschetst van een nieuw systeem waarbij de schaarser geworden middelen op een meer duurzame en effectieve wijze konden worden ingezet, gekoppeld aan de door de Provincie aan bkkc opgedragen kerntaken (talentontwikkeling, omgevingskwaliteit, culturele markt) en een omslag zou worden gemaakt van incidentele subsidie naar renderende programmatische investering. De gesprekken die bkkc hierover met de Provincie voerde werden verbreed naar aanleiding van het besluit van Provinciale Staten bij de behandeling van de voorjaarsnota 2012 om voor de periode 20132016 €6 miljoen in te zetten voor de versterking van de infrastructuur professionele kunsten. Na de beslissing van de Commissie Cultuur & Samenleving op 1 februari 2013 om de middelen voor 2013, €1,25 miljoen, vrij te geven formuleerde bkkc een addendum op zijn werkplan, Motor voor vernieuwing. Het daarin gepresenteerde Impulsgeldenprogramma, waarin de voorjaarsnotagelden werden opgehoogd met de vanouds voor verdeelsubsidies beschikbare middelen, werd op 14 maart 2013 in het Provinciehuis gelanceerd. Centrale doelstelling van het programma is vernieuwing van de positionering van de culturele sector in het maatschappelijk krachtenveld, in de overtuiging dat een dergelijke vernieuwing uiteindelijk bijdraagt aan artistieke vernieuwing en een nieuwe context creëert voor het gesprek over de financiering van cultuur. Het programma stuurt op: • een vraaggerichte in plaats van een aanbodgerichte oriëntatie. Dat vraagt om ondernemerschap en leidt tot het verminderen van de financiële afhankelijkheid van de overheid; • nieuwe allianties binnen maar ook buiten het culturele veld. Daardoor wordt kennis ontsloten en gedeeld en worden risico’s en rendementen gespreid; • grotere zichtbaarheid van het culturele veld en zo vergroting van het maatschappelijk draagvlak.

waarde van kunst en cultuur: grensoverschrijdend De doelstellingen van het programma sloten daarmee naadloos aan op visie en missie van bkkc, zoals neergelegd in het Beleidsplan 2013-2016. We willen de waarde van kunst en cultuur zichtbaar maken. bkkc laat zien wat kunst en cultuur toevoegen aan (regionale) identiteit, sociale cohesie en economisch welzijn. bkkc staat zo voor vernieuwend cultuurbeleid. Het bepleit een integrale visie op cultuur,

Met het Impulsgeldenprogramma kwamen vooral extra middelen beschikbaar om realisatie van de in het Beleidsplan 2013-2016 voor de culturele sector geformuleerde doelstellingen mogelijk te maken. Het Impulsgeldenprogramma bood ruimte om nieuwe financiële instrumenten (door) te ontwikkelen (crowdfunding, lening, borgstelling, participatie) en in kaart te brengen wat de uiteindelijke behoefte aan verdeelsubsidies is. Tegelijkertijd zag bkkc het als de opmaat tot de in het Beleidsplan 2013-2016 bepleite vorming van een investeringsfonds voor kunst en cultuur, waarvan de urgentie des te sterker werd gevoeld toen Brabant in september 2013 de ambitie moest opgeven om in 2018 culturele hoofdstad van Europa te worden.

extra aandacht voor dans en beeldcultuur Ontwikkeling, formulering en uitvoering van het Impulsgeldenprogramma vroegen na de reorganisatie – die in 2012 haar beslag had gekregen – om nieuwe aanpassingen in de organisatie. Naast de in het werkplan 2013 vastgelegde programma’s Talentontwikkeling, Omgevingskwaliteit en Culturele Markt, moesten specifieke programma’s worden ontwikkeld voor Dans en Beeldcultuur, disciplines die relatief zwaar waren getroffen door de bezuinigingen van de verschillende overheden. Daarnaast kwam er een Kamer Coproductie, die via het stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen makers en vertonings- en presentatieplekken op een meer aanbodgerichte wijze tegemoet komt aan de nadrukkelijke vraag om productiemiddelen.

tussenstand De formatie van extra programmagroepen vroeg veel van de afgeslankte organisatie. Activiteiten binnen de bestaande programma’s moesten zich gaan verhouden tot het Impulsgeldenprogramma. Tegelijkertijd bood het programma aanknopingspunten om de mogelijkheden te onderzoeken van versnelde overdracht aan het veld van door bkkc geïnitieerde activiteiten. Ik kijk met trots terug op het afgelopen jaar. We zijn in 2013 in staat geweest onze kerntaken te bewaken en de waarde van kunst en cultuur blijvend zichtbaar te maken. We hebben veerkracht en aanpassingsvermogen getoond. De komende jaren zullen wij blijven meebewegen met de veranderingen in vraag en aanbod. Dit jaarverslag is dus ‘slechts’ een tussenstand. We doen een greep uit onze activiteiten, maar nodigen u ook nadrukkelijk uit mee te blijven denken. Wilt u meer weten over bkkc of de Brabantse makers? Op onze site www.bkkc.nl is veel informatie te vinden. U kunt zich daar ook abonneren op een van onze nieuwsbrieven. Uiteraard mag u ons ook altijd bellen of mailen. Met vriendelijke groet, Chris van Koppen directeur-bestuurder bkkc 3


4


wie zijn we? bkkc is het brabants kenniscentrum kunst en cultuur. Een onafhankelijk platform waar zakelijke creativiteit en creatieve zakelijkheid bij elkaar komen. Met overtuiging bouwen wij aan een sterke culturele infrastructuur voor Noord-Brabant. Want wij geloven in kunst en cultuur. Wij zien dat een bruisend cultureel klimaat profiel geeft aan onze provincie. Dat het een vliegwiel is voor economische groei en sociale aantrekkingskracht. Tastbare resultaten waarmee we de waarde van kunst en cultuur zichtbaar maken.

voor wie zijn we? Iedereen die werk maakt van kunst en cultuur heeft aan bkkc een krachtige en inspirerende partner. Wij zijn een levend netwerk dat kennis, middelen en werk laat stromen. Een plek waar mensen en ideeën elkaar vinden en versterken. bkkc is in de eerste plaats een kenniscentrum. Het functioneert als informatie- en debatcentrum, als netwerkorganisatie en als communicatieplatform. Het is een plaats waar de waarde van cultuur wordt getoond en gedemonstreerd, waar spelers uit het culturele veld elkaar en representanten van andere maatschappelijke sectoren ontmoeten. Die rol als kenniscentrum spelen we dankzij de mensen die bkkc vormen, dankzij hun kennis en hun relatienetwerk, binnen en buiten de culturele sector.

wat doen we? Vanuit het kenniscentrum speelt bkkc een drietal operationele rollen: • adviseur: voor makers, podia en het kunstvakonderwijs stimuleert het bkkc talentontwikkeling en ondernemerschap en treedt het op als servicepunt voor zakelijke dienstverlening; het adviseert provincie en gemeenten inzake cultuurbeleid en inrichting van de openbare ruimte; • makelaar: bkkc verzorgt collectieve marketing voor de Brabantse culturele sector, brengt vraag en aanbod bij elkaar, creëert in contact met provincie en gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen vraag en ontwikkelt in samenspraak met makers aanbod; • financieel expertisecentrum: bkkc adviseert het culturele veld inzake financieringsvraagstukken, het ontwikkelt en onderhoudt financieringsinstrumenten, voert regelingen uit, adviseert over de toepasselijkheid van derde regelingen.

bkkc ziet in kunst en cultuur een zelfbewuste sector, die stevig verankerd is in de Brabantse infrastructuur. Tegelijkertijd is het culturele landschap volop in ontwikkeling. Om onze ambities waar te maken, kijken we per definitie over de grenzen van het culturele domein. Zo slaan we bruggen naar onderwijs, zorg, bedrijfsleven en ruimtelijke ontwikkeling. Want kunst en cultuur bestaan niet in een vacuüm, maar zijn permanent in dialoog met hun omgeving.

kamers Om daar zo goed mogelijk op in te spelen heeft bkkc in 2012 in overleg met de Provincie drie aandachtsgebieden geformuleerd waarop het zich vooral zou richten: • het bevorderen van talentontwikkeling en het stimuleren van ondernemerschap; • het verbeteren van de omgevingskwaliteit (ruimtelijk en sociaal); • het versterken van de culturele markt. Met de komst van het Impulsgeldenprogramma in 2013 zijn daar nog drie aandachtsgebieden aan toegevoegd: • coproductie: het stimuleren van nieuwe manieren van produceren en presenteren, waardoor de producenten en presentatie-instelling de verbinding met het publiek versterken; • dans: het werken aan een hernieuwde, toekomstgerichte en duurzame infrastructuur voor dans in Brabant; • beeldcultuur: het vergroten van de zichtbaarheid van de beeldende disciplines, door het versterken van de infrastructuur en het verbeteren van het vestigingsklimaat. Die aandachtsgebieden functioneren binnen bkkc niet als van elkaar gescheiden afdelingen, maar als kamers. Iedere kamer heeft zijn eigen functie. Samen vormen de kamers een cultuurhuis, waarin flexibele wandjes staan. Tussen de kamers kunnen we muren wegrollen, om nieuwe en onverwachte samenwerkingen te stimuleren. Zo ontstaat een levend huis waarin we samen met partijen binnen en buiten het culturele veld de mooiste dingen tot stand laten komen.

5


vernieuwing heeft een regelvrije ambiance nodig. Het doel mag dan bekend zijn, de precieze uitkomst en de weg er naartoe zijn dat niet


financiering

Duurzame vernieuwing van de professionele Brabantse kunst- en cultuursector. Dat is kort samengevat het doel van de Impulsgelden. Het programma werd tot onze vreugde in 2013 niet ingericht als een subsidieregeling, maar als een investeringsprogramma.

De Romantische Mannen, een foto-expositie en Turnhoutse Kweepeergelei. Ze stonden gezamenlijk op het programma van de in september georganiseerde culturele fietstocht BelsLijntje. Het dode spoorlijntje tussen Tilburg en Turnhout werd voor één dag tot leven gewekt door fietsers een verrassende tocht langs streekproducten en artiesten te bieden. Een uniek cultureel grensoverschrijdend samenwerkingsproject dat een historische spoorlijn aanwendde als landschappelijk icoon. Diverse partners werkten samen om culturele verscheidenheid te laten zien. Het BelsLijntje was een van de eerste projecten die in aanmerking kwamen voor de Impulsgelden: een investeringsprogramma dat ons in 2013 volop nieuwe kansen bood.

zonder tom tom de weg vinden De weg naar vernieuwing is spannend en verrassend. Wie zonder tom tom op reis gaat naar een nieuwe bestemming, slaat onverwachte wegen in. Soms lopen die dood, maar veel vaker leiden ze naar plaatsen die – juist door de verrassing – een ongekende schoonheid hebben. Het Impulsgeldenprogramma is een proeftuin waarin wegen worden verkend om op een slimme manier vorm te geven aan wenselijke ontwikkelingen in een hectische, dynamische omgeving. Zonder exacte routebeschrijving, proberen we kunst en cultuur een nieuwe positie te geven in de samenleving. Om dat voor elkaar te krijgen, is uiteraard geld nodig. Wil je dat vernieuwingen breed gedragen worden, dan is het noodzakelijk dat activiteiten vanuit diverse hoeken financieel gedragen worden. Dat creëert betrokkenheid en draagvlak. Dat betekent dus ook dat we zoeken naar een nieuwe financieringscontext met nieuwe financiële partners (zonder de oude uit te sluiten overigens) en nieuwe financiële instrumenten. Het Impulsgeldenprogramma is een groot experiment. Vernieuwing heeft een regelvrije ambiance nodig. Het doel mag dan bekend zijn, de precieze uitkomst en de weg er naartoe zijn dat niet. Juist door het ontbreken van een navigatiesysteem, moet die weg soms nog worden verkend en soms nog worden aangelegd. Door bkkc werd het dan ook toegejuicht dat het programma in 2013 niet werd ingericht als een subsidieregeling, maar als een investeringsprogramma. Op deze manier is er namelijk écht ruimte voor innovatie en transparantie.

openheid van zaken Wie open kaart speelt, kan veel gemakkelijker keuzes uitleggen en verantwoorden. Het Impulsgeldenprogramma was in 2013 een opdracht van Gedeputeerde Staten aan bkkc, waarbij bkkc het veld

het programma in cijfers In het kader van het Impulsgeldenprogramma zijn in de loop van 2013, 185 verschillende plannen ingediend. Daaronder vallen ook enkele plannen die in een vernieuwde versie opnieuw werden ingediend. Het daarbij in totaal gevraagde bedrag bedraagt € 5 miljoen. De jury heeft zich gebogen over 56 plannen. 43 plannen kregen een positief juryadvies. 38 plannen zijn in 2013 door de ABC-commissie beoordeeld en goedgekeurd. Het totale toegezegde bedrag bedraagt uiteindelijk € 2,1 miljoen. In 2013 hebben 27 Brabantse projecten zich op de crowdfunding-site Voordekunst gepresenteerd (in 2012: 20). 22 daarvan zijn succesvol afgesloten, dat is 81% (2012: 18 projecten, 90%). Ter vergelijking: landelijk is de successcore 77% (2012: 76%). De Brabantse projecten kregen een startbijdrage (in 2013 € 8.337) en begeleiding door bkkc: ze haalden in 2013 € 132.806 uit de markt (in 2012: € 88.265). Met de Stichting Borgstellingsfonds voor de kunsten- en creatieve sector werd eind 2013 overeenstemming bereikt over de totstandkoming van een Brabantse Cultuurlening, naar analogie van de Amsterdamse Cultuurlening (een samenwerking tussen de Stichting Cultuur-Ondernemen en het Amsterdamse Fonds voor de Kunst). bkkc treedt daarbij op als zogenaamde front office: het beoordeelt en begeleidt de lening-aanvraag inhoudelijk. Stichting Cultuur-Ondernemen in Amsterdam is back office. De stichting beoordeelt de kredietwaardigheid van de aanvrager en verzorgt de incasso en de daarbij horende administratie. Met ingang van 1 februari 2014 kunnen leningen worden verstrekt tot een maximum van € 15.000 tegen een rente van 3%.

7


koeienmagen: van slachtafval tot nieuw leven Algen, zalmhuiden en koeienmagen. Kunstenaar Mandy den Elzen kan niet anders dan enthousiast worden van producten waar de meesten van gruwen. In 2012 studeerde ze af als autonoom beeldend kunstenaar aan St. Joost. In datzelfde jaar startte ze met de exploratie van het magenstelsel van een rund. Ze wil onderzoeken wat er met de magen van een koe gemaakt kan worden. Mandy: “Ik wil zo veel mogelijk aandacht besteden aan het onderzoek, zodat de eigenschappen die mij fascineren tot uiting komen in mijn werk. Hiermee toon ik mijn bewondering voor de natuur.” Met steun van de Impulsgelden kan ze haar onderzoek naar een innovatieve toepassing van koeienmagen voortzetten. Zo is via het Impulsgeldengeldenprogramma de link met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) gelegd. De BOM helpt Mandy om de mogelijkheden te onderzoeken om haar product ook economisch te exploiteren. Met dit experiment bouwt Mandy voort op de eeuwenoude Brabantse expertise op het gebied van leerlooien. Het project wordt afgerond in juni 2014. Mandy’s werk is permanent te zien in de Material ConneXion innovatiecentra in New York, Bangkok, Beijing, Keulen, Daegu, Istanbul, Milaan, Seoul, Kopenhagen, Design museum Holon, Berlijn en Shanghai. 8


uitnodigde permanent mee te denken over invulling van het programma en voorstellen te doen. bkkc trad op als intendant of regisseur: het bekeek in samenspraak met externe deskundigen of en hoe die voorstellen een plaats in het programma konden krijgen. De gelden die via het programma beschikbaar waren gesteld, moesten we uiteraard op een transparante manier inzetten en verdelen. Die transparantie zochten we niet in van tevoren vastgelegde kaders. Dergelijke kaders zouden immers direct al beperkend werken. In plaats daarvan kozen we voor een volstrekt open communicatie waarbij een zo volledig mogelijk inzicht werd gegeven in de afwegingen die Provincie, bkkc en hun partners maakten bij de formulering van voorstellen en de beoordeling daarvan. Ten opzichte van de traditionele subsidieregeling realiseren we zo ten minste vijf voordelen: • Het programma biedt ruimte voor werkelijke innovatie, op plekken en vanuit hoeken waar we die niet verwachten; • Het programma creëert optimale mogelijkheden voor overleg; • Het programma maakt maatwerk mogelijk; • Het proces is volstrekt transparant – veel transparanter dan de traditionele subsidieregeling; • Het programma zelf is al een vorm van kennisdeling. Daarnaast bieden de participatie-overeenkomsten, zoals ze worden gesloten met de partijen die gebruik maken van het programma, mogelijkheden voor monitoring die veel verder gaan dan de gebruikelijk inhoudelijke en financiële verantwoording na afronding van het project. In de overeenkomsten worden concrete samenwerkingsafspraken vastgelegd die er op gericht zijn de continuïteit van een project zo veel als mogelijk te waarborgen.

centrale doelstelling: vernieuwing Centrale doelstelling van de inzet van de Impulsgelden is vernieuwing. Dan gaat het niet alleen om artistieke vernieuwing, maar vooral ook om vernieuwing van de positie van de culturele sector in het maatschappelijke krachtenveld. Hoe verhoudt de culturele sector zich tegenover de maatschappij, de diverse andere sectoren, instellingen en makers? Welke plek neemt hij in en wat vinden we daarvan? Overigens in de overtuiging dat een dergelijke vernieuwing uiteindelijk ook bijdraagt aan artistieke vernieuwing. Door na te denken over je eigen positie en samen te werken met onverwachte partners, kom je immers ook tot nieuwe artistieke producten en ideeën. We sturen met de Impulsgelden op een vraaggerichte in plaats van een aanbodgerichte oriëntatie. Dat vraagt om ondernemerschap en leidt tot het verminderen van de financiële afhankelijkheid van de overheid. Daarnaast zijn nieuwe vormen van samenwerking binnen en buiten het culturele veld van belang. Door samenwerking wordt kennis ontsloten en gedeeld en worden risico’s en rendementen gespreid. Samenwerking en vraaggerichte oriëntatie dragen bij aan de zichtbaarheid van het culturele veld, aan vergroting van het maatschappelijke draagvlak en aan artistieke vernieuwing. Met als resultaat: een groter zelfbewustzijn van de culturele sector én van alle burgers in Noord-Brabant. Het maakt cultuur tot een visitekaartje voor de provincie en creëert een nieuwe context voor het gesprek over de financiering van cultuur.

multiplier van de beschikbare middelen te realiseren. En altijd zal daarbij worden gestreefd naar een voor ieder voorstel instrumenteel ‘maatpak’ waarbij rekening wordt gehouden met wensen en mogelijkheden van deelnemende makers en instellingen.

evaluerend Terugkijkend op het eerste jaar van dit grote experiment, kunnen we niet anders dan tevreden zijn: • Wij hebben in de loop van het jaar de kwaliteit van de plannen zien verbeteren. De tijd nemen voor de voorbereiding, voor gesprekken met niet voor de hand liggende samenwerkingspartners en voor overleg met onze adviseurs lijkt te renderen. Daarbij zien we ook de tijdhorizon verschuiven. Er komen steeds meer plannen langs die een langere looptijd hebben, maar dan ook veel structurelere veranderingen beogen. Er is een toenemende openheid voor advies van deskundigen. Bovendien stellen we vast dat de openbaarheid zich uitbetaalt. Partijen nemen actief kennis van elkaars plannen en zoeken elkaar in toenemende mate op in een streven synergie te realiseren. • Wij onderkennen dat het Impulsgeldenprogramma geen directe oplossing biedt voor het gebrek aan productiemiddelen. Maar wij verwachten dat de ontwikkeling vanuit het Impulsgeldenprogramma van additioneel financieel instrumentarium – het uitrollen van een leningfaciliteit, het breder toegankelijk maken van het crowdfunding platform – een belangrijke bijdrage kan zijn aan de oplossing van de problemen. Daarnaast zien wij op termijn mogelijkheden om met ondersteuning vanuit het Impulsgeldenprogramma samenwerkingsverbanden tussen vertoningsplekken tot stand te brengen met het doel ruimte te creëren voor ‘kwetsbaar’ aanbod. • In de plannen die langskomen en die we honoreren wordt breed samengewerkt door partijen binnen het culturele veld maar vooral ook met partijen buiten de culturele sector. In de plannen manifesteert zich een breed maatschappelijke draagvlak voor kunst en cultuur. Dat tot stand brengen en zichtbaar maken was en is een van de belangrijkste doelstellingen van het Impulsgeldenprogramma. Wat we jammer vinden: toen de Staten in het najaar van 2013 besloten het Impulsgeldenprogramma te verlengen tot en met 2016, werd het bestuurlijk als onvermijdelijk beschouwd het programma onder te brengen in een regeling onder het regime van de provinciale Algemene Subsidie Verordening. Hoewel juristen zich tot het uiterste inspanden de regelgeving dienstbaar te maken aan de inmiddels ontwikkelde systematiek waren bureaucratisering, verminderde flexibiliteit en bevriezing van het instrumentarium de onontkoombare uitkomst. Wij zien dat als een gemiste kans.

instrumenten voor vernieuwing Om die vernieuwing te bewerkstelligen gebruikt en ontwikkelt bkkc taal en instrumentarium dat voor de culturele sector nieuw is. We sluiten contracten, maken afspraken over tegenprestaties, in natura of – nu nog incidenteel maar in de toekomst wellicht vaker – in revolverende gelden (gelden die uiteindelijk weer aan ons worden terugbetaald, zodat we ze opnieuw kunnen inzetten voor een ander project), we bieden we leningen aan en stimuleren we (al sinds september 2011) crowdfunding. Impulsgelden zijn een bijdrage om de start en ontwikkeling van een initiatief mogelijk te maken. Ze worden gebruikt ter aanvulling van de private financiering en gaan het aan private middelen beschikbaar gekomen bedrag nooit te boven. Dat allemaal met het doel duurzame resultaten te bewerkstelling en een 9


als kenniscentrum bleven wij ook in 2013 dĂŠ plaats waar we de waarde van cultuur demonstreren


kenniscentrum

bkkc is een kenniscentrum. De komst van de Impulsgelden veranderde veel, maar onze kernrol als kenniscentrum bleef. In 2013 stimuleerden we offline en online ontmoetingen en gesprekken. Tijdens lezingen, exposities en symposia, op social media en in het nieuwe MEST Magazine gingen we het debat aan, om samen kennis te delen en kennis te maken.

Als kenniscentrum bleef bkkc dĂŠ plaats waar we de waarde van cultuur tonen. Het kenniscentrum ondersteunt en faciliteert al onze activiteiten, maar het is ook de levendige ontmoetingsplaats waar spelers uit het culturele veld elkaar en representanten van andere maatschappelijke sectoren ontmoeten. Daarmee zijn we ook een informatie- en debatcentrum, een netwerkorganisatie en een uitgelezen communicatieplatform voor mensen die beroepshalve te maken hebben met kunst en cultuur.

ontmoeten en in gesprek gaan Die ontmoetingen vonden in huis plaats, in de vorm van lezingen en exposities, maar we gingen in 2013 ook vaak naar buiten. Zo hebben we in maart en april zeven regionale bijeenkomsten rondom de impulsgelden georganiseerd. We waren in gesprek met onze doelgroepen in Den Bosch, Breda, Tilburg, Oss, Roosendaal, Helmond en Eindhoven. We hebben input geleverd op diverse bijeenkomsten zoals bijvoorbeeld tijdens het Elsevier Subsidiecongres op 11 april, waar bkkc de kansen en mogelijkheden voor de cultuursector in Nederland en de EU besprak met deelnemers. En we waren aanwezig op de KvK-startersdag, waarop we meer dan 100 starters hebben gesproken. We verzamelden en deelden kennis. Dit deden we tijdens de bijeenkomsten zoals hierboven genoemd, in onze cursussen en op het door bkkc georganiseerde symposium over de waarde van kunst en cultuur. Zo waren we meer zichtbaar en meer in gesprek met makers, culturele organisaties, overheden, organisaties en bedrijven. Nieuw waren de lunchlezingen waarbij we laagdrempelig onszelf en derden gelegenheid boden om te netwerken, kennis te delen en informatie uit te wisselen. Om samenwerking te bevorderen presenteerden we in het najaar voor het eerst een gezamenlijk kennisaanbod in een folder waar uiteenlopende activiteiten in stonden voor creatieve ondernemers, makers, organisaties, bedrijven en beleidsmakers. Zo zetten we op verschillende communicatiekanalen in en versterken drukwerk, website en social media elkaar.

in de toekomst kijken Voor de Provincie is de toekomst van Brabant van belang. Hoe ziet de provincie er over een paar jaar uit? En wat doet de Provincie voor de toekomst van Brabant? Dat is te lezen in de Agenda van Brabant (mocht u ‘m volledig willen lezen, ga dan naar www. brabant.nl). Een van de speerpunten in die agenda is de positionering van de provincie als complete kennis- en innovatieregio die op Europees en mondiaal niveau meespeelt. Het ontwikkelen van een milieu voor kennis en innovatie kan onder meer door het bundelen van sociaal en cultureel kapitaal en goed geschoold talent. bkkc draagt bij aan deze doelstelling door zijn rol als kenniscentrum.

Van grote betekenis in het netwerk van bkkc was de C10, het informele samenwerkingsverband van Brabantse culturele instellingen, voortgekomen uit het overleg met de Provincie over het BrabantBod (het Brabantse voorstel aan het Rijk voor de kunstenplanperiode 2012-2016). bkkc faciliteerde de C10: we boden onderdak, schonken koffie, verzorgden het secretariaat en regelden, in de zomer van 2013, de overgang van informeel overleg naar formele vereniging, de Kunst van Brabant. Van die vereniging, waarvan de secretaris voorlopig kantoor houdt bij bkkc, wordt bkkc geen lid. De vereniging is voor bkkc een klankbord en gesprekspartner. 11


van kermis tot halve hond Die informatie-uitwisseling en ontmoetingen vinden ook plaats in de expositieruimte op de benedenverdieping van ons gebouw. We tonen kunst en kunstprojecten die ook daadwerkelijk makers ondersteunen, verbinding leggen binnen en buiten het culturele veld en innovatieve of nieuwe invalshoeken tonen ten aanzien van de omgevingskwaliteit van Noord-Brabant. Alle presentaties worden ondersteund door nevenactiviteiten, zoals lezingen, concerten, filmvertoningen en debatten. Zo komen ook andere disciplines aan bod en bereiken we een ander, nieuw publiek. In 2013 organiseerden we vijf verschillende exposities:

twittergesprek met bkkc

‘Henny: de documentaire’: Ter gelegenheid van de presentatie van het zesde Henny boek Henny, het zit best wel tegen van Michel Szulc Krzyzanowski presenteerde bkkc de expositie ‘Henny: de documentaire’. De expositie toonde een audiovisuele presentatie van Studio APVIS over het ‘Henny’-project en stond in het teken van documentairefotografie. Aan deze expositie was een wedstrijd masterclass fotografie en een avondlezing documentairefotografie gekoppeld. who cares: Met deze expositie richtte bkkc zich op de zorgsector. Drie kunstenaars, Zeger Reyers, Pietertje van Splunter en Philip Lüschen, kregen de opdracht hun invalshoek te tonen rondom het populaire begrip Healing Environment. Naast de expositie organiseerden we ook een inspiratiemiddag over de rol die makers kunnen spelen bij het ontwerpen van omgevingen die het welzijn bevorderen. chop, chop, chop….. altijd prijs. Tussen kunst en kermis: Deze expositie was helemaal gericht de Tilburgse kermis, die pal voor het pand van bkkc wordt gehouden. De verhalen van bezoekers aan de kermis werden verwerkt in een van de werken die kunstenaar Coen van Rooij maakte voor de expositie. een halve hond heel denken (samen met Natuurmuseum Brabant): Natuurmuseum Brabant en bkkc organiseerden samen met de kunstenaars Hanneke Wetzer, Hanny van den Brand en Mandy den Elzen deze expositie over taxidermie (het opzetten en prepareren van dieren). Onderdeel van deze expositie was een bijeenkomst over het gebruik van dierlijk materiaal in de beeldende kunst. Deskundigen uit het netwerk van Natuurmuseum Brabant vulden kunstenaars aan. Beide partijen keken soms anders naar de technische, ethische en juridische aspecten van het opzetten van dieren. verborgen parels: Deze expositie toonde werk van zes beeldend kunstenaars die niet jong en ondernemend zijn maar zich toch al jaren weten te manifesteren. Deze expositie was onderdeel van de Kunstronde-extra in Tilburg waarbij je in gesprek kon over het getoonde werk met een aantal van deze kunstenaars.

populaire pagina’s De Impulsgelden kregen op www.bkkc.nl een prominente plek. Naast alle algemene achtergrondinformatie en richtlijnen zijn ook alle projectaanvragen en de status van de aanvraag terug te vinden en openbaar in te zien. Via de site kunnen geïnteresseerden zich aanmelden om aanwezig te zijn bij een pitch voor de jury. Het is geen verrassing dat na de home-pagina de pagina impulsgelden de meest populaire websitepagina is. Het meest gezocht is er naar ‘voordekunst’. Overigens beheert bkkc ook nog vijf projectwebsites: www.kunstroutesbrabant.nl, www.landkunst.nl, www.cultureleatlas.nl, www.mestmag.nl en www.KONKAV.nl.

12

databases, website & social media Uiteraard hoefden mensen niet per se naar ons te komen om gebruik te maken van het kenniscentrum. Online verzamelen en presenteren we veel informatie. Zoals voorgaande jaren verzamelde bkkc informatie en documentatie over de Brabantse culturele sector en over gemeentelijk, provinciaal en landelijk cultuurbeleid. Al deze informatie is terug te vinden in onze online databases: de mediatheek en de makersdatabase. In de mediatheek zijn publicaties en een uitgebreide tijdschriftencollectie te vinden. De makersdatabase maakt het werk van professionele Brabantse makers zichtbaar voor mogelijke opdrachtgevers en publiek. De disciplines film en AV hebben een eigen database in KONKAV, het digitale platform van en voor de Brabantse audiovisuele sector. In november 2013 bestond KONKAV precies een jaar. De database groeide flink. In het najaar waren er bijna 400 profielen te vinden van bedrijven, organisaties, individuele makers en studenten. Zo’n 11.000 mensen bezochten het digitale platform. Om dat te vieren werd er samen met de partners AVEC-Brabant en The Cre8ion. Lab een zeer succesvolle netwerkbijeenkomst georganiseerd tijdens het Playgrounds Festival.

nieuwsbrieven Wekelijks geven we op onze website een update met een overzicht van trends en ontwikkelingen op het gebied van cultuurbeleid en cultuurnieuws. Vanaf augustus was het mogelijk om die update te ontvangen als wekelijkse nieuwsbrief. Nog heel even en de nieuwsbrief wordt zelf een trend, want de belangstelling is groot. In een paar maanden tijd groeide het aantal abonnees naar 412. Naast de nieuwsbrief over trends en ontwikkelingen verscheen er ook een corporate magazine. Dit digitale tijdschrift lijkt een beetje op de zeswekelijkse nieuwsbrief die we in 2012 nog verstuurden. Het magazine is echter uitgebreid met stukken waarin een medewerker van bkkc, een maker en een bedrijf aan het woord komen. In 2013 is deze nieuwsbrief zeven keer verstuurd aan bijna 7000 abonnees. Ook verzorgden we vanaf de start van het Impulsgeldenprogramma in maart 2013 een nieuwsbrief met al het nieuws rondom de Impulsgelden. Van deze nieuwsbrief zijn er vanaf april tien digitale edities verstuurd aan 742 abonnees.


symposium ‘Een nieuwe toekomst’ Op 14 november 2013 organiseerden we voor de tweede keer het symposium over de waarde van kunst en cultuur. Het thema was ‘Een nieuwe toekomst’. Dit keer vond het symposium plaats in het klokgebouw in Eindhoven. Centrale vraag was of wij in deze tijd op zoek durven te gaan naar nieuwe wegen en grenzen durven te verleggen. Hoe zorg je ervoor dat een idee opgepikt wordt? Er waren diverse sprekers die ruim 200 mensen toespraken. Wie niet live aanwezig kon zijn, boden we de mogelijkheden via live streaming toch alles te kunnen zien. Daar maakten 590 mensen gebruik van.

13


culturele atlas Overzicht is prettig. bkkc krijgt regelmatig het signaal dat er bij Brabantse overheden een grote behoefte bestaat aan een overzicht van de infrastructuur en van (cijfermatig) inzicht in prestatie-, financiële en organisatorische gegevens van de culturele sector. Daarom kwam bkkc in 2013 met de publicatie ‘Culturele atlas Brabant. Monitor professionele kunsten 2013’. We willen een dergelijk overzicht met feiten en cijfers om de twee jaar uitbrengen.

14


MEST

E. du Perronprijs

In 2013 lanceerden we MEST, het nieuwe cultureel magazine van Noord-Brabant. De lancering vond plaats in mei tijdens het Geen Daden Maar Woorden Festival in de Verkadefabriek in Den Bosch. Peter Swinkels, voorzitter van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging, nam het eerste exemplaar van MEST in ontvangst uit handen van hoofdredacteur Stan van Herpen. Doel van het tijdschrift is het zichtbaar maken van bijzondere cultuur in Brabant. We presenteerden ook de website mestmag.nl. Hier staat meer informatie over het initiatief en is het tijdschrift (deels) digitaal in te zien. De website veranderde in de loop van 2013 van een breed digitaal platform naar een interactieve cultuuretalage. Aanleiding hiervoor was de wens vanuit de Cultuuragenda Brabant om het culturele aanbod beter op de kaart te zetten. Het is een van de eerste stappen die genomen kan worden om samen te werken aan een ‘sterk, toekomstbestendig en samenhangend cultuursysteem’. Mestmag.nl is de nieuwe online community voor cultuur in Brabant. De website moet dialoog, samenwerking en innovatie op gang brengen.

Met zijn roman ‘Duizend Heuvels’ won Koen Peeters de E. du Perronprijs 2013. In samenwerking met de Gemeente Tilburg en de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg organiseerde bkkc de (22e) uitreiking van E. du Perronprijs, op 28 maart. De prijs is bedoeld voor personen of instellingen die met een cultuuruiting in brede zin een bijdrage leveren aan de multiculturele samenleving. Dit doen zij door grenzen te signaleren en scheidsmuren te doorbreken die wederzijds begrip tussen verschillende bevolkingsgroepen in de weg staan. Voorafgaand aan de prijsuitreiking vindt altijd de E. du Perronlezing plaats. Job Cohen sprak in 2013 de lezing uit.

dag van de filosofie

MEST

is hét tijdschrift over kunst en cultuur in noord-BraBant Er gebeurt hier veel interessants op cultureel gebied waar de meeste Brabanders en andere Nederlanders geen weet van hebben. En dat vinden we jammer. In MEST besteden we vier keer per jaar aandacht aan kunst en cultuur waarvan we denken dat ze die in zowel Oss en Oudenbosch als Alkmaar interessant vinden. Af en toe promoten we ‘onze helden’ schaamteloos, een andere keer analyseren we kritisch en hopelijk kun je zo nu en dan ook lachen om MEST.

Mest is verkrijgbaar via

www.mestmag.nl

De Dag van de Filosofie organiseerden we voor de derde keer samen met de Universiteit van Tilburg en Avans Hogeschool. De dag probeert het filosofisch en literaire denken bij een breder publiek onder de aandacht te brengen. We zoeken daarvoor aansluiting bij andere wetenschappen, het maatschappelijk debat en bij verschillende cultuurvormen. Op deze dag werd ook de winnaar van de wedstrijd Kunst & Filosofie 2013 bekend gemaakt. Dit jaar jaren er 32 inzendingen geïnspireerd op het thema Schuld & Boete. Componiste Nicoline Soeter won de prijs en ontving hiermee een beschouwing door filosoof Robin van den Akker en een geldbedrag van €1000,-.

Meld je tijdens het symposium aan als nieuwe abonnee en neem direct een welkomstgeschenk mee naar huis!.

we gieren samen MEST maken we natuurlijk niet alleen. Het magazine is een initiatief van bkkc, Kunstbalie, Erfgoed Brabant, PON, Cubiss en Vrijetijdshuis, met medewerking van 2018Eindhoven|Brabant, Prins Bernhard Cultuurfonds en Provincie Noord-Brabant. We verspreiden MEST in controlled circulation onder 3000 personen, binnen en buiten de provincie, die belangrijk zijn, kunnen zijn of moeten zijn voor kunst en cultuur in Brabant. Daarnaast is het mogelijk om je te abonneren op MEST. In 2013 verschenen vier edities van het tijdschrift. Ook landelijk is het nieuwe tijdschrift opgevallen. Zo schonk NRC Handelsblad aandacht aan MEST in het artikel: ‘MEST en Brabeau: het leven is goed in het Brabantse blad’. Om meer bekendheid te genereren hebben we onder andere samengewerkt met Festival Boulevard en November Music.

meten is weten! Wij vinden het belangrijk om te weten wat mensen van onze activiteiten vinden. Daarom hebben we van bijna al onze workshops, symposia, startersdagen en andere bijeenkomsten de klanttevredenheid gemeten. Dit gebeurt door digitale enquêtes waarbij we vragen stellen over de waardering voor de activiteit, de achtergrond van de deelnemers en behoeften aan en interesse voor mogelijk verdiepende of andere thema’s. Uit deze enquêtes blijkt dat onze activiteiten gemiddeld beoordeeld worden met een 7,8 voor de inhoud en organisatie. Het merendeel van onze activiteiten wordt beoordeeld met een 100% tevredenheid over de gevraagde prijs. Het symposium is hierop een uitzondering. ‘Slechts’ 70% is tevreden over de hier gehanteerde prijsstelling. Verder blijkt dat deelnemers aan onze activiteiten vooral geïnteresseerd zijn in netwerkbijeenkomsten, lezingen, trends & ontwikkelingen, verdiepende workshops en masterclasses. Genoemde thema’s zijn met name talentontwikkeling, financieringsmogelijkheden en social media. Naast onze enquêtes geven ook gesprekken op social media en analyses van website en social media goed inzicht in wat onze doelgroepen belangrijk vinden en naar welke informatie zij op zoek zijn. In 2013 hebben we geen algemeen klanttevredenheidsonderzoek gehouden vanwege het lopende onderzoek door de provincie naar nut en noodzaak van de provinciale ondersteuningsstructuur. Hierbij wordt ons relatienetwerk al regelmatig bevraagd. 15


de ontwikkeling van talent lijkt steeds meer op een echte loopbaan, waardoor ondernemerschap des te belangrijker wordt


ondernemerschap en talentontwikkeling

Het stimuleren van ondernemerschap en het ontwikkelen van talent zijn kerntaken van bkkc. De afgelopen jaren is gebleken dat voor het succesvol ontwikkelen van talent, naast ontwikkeling op artistiek vlak, vooral ook gefocust moet worden op ondernemerschap en de werkhouding. Om inzichtelijk te maken op welk van deze vlakken het talent welke ontwikkeling behoeft, heeft bkkc loopbaanontwikkelingsinstrumenten ontwikkeld. Deze instrumenten worden inmiddels veelvuldig ingezet. bkkc stimuleert daarnaast samenwerkingen aan de voorkant. Via diverse projecten koppelen we talentvolle makers aan coaches, ervaren kunstenaars en podia. Op deze manier worden netwerken, faciliteiten en kennis gebundeld en beschikbaar gesteld aan talenten

De Provincie hecht veel waarde aan de ontwikkeling van haar talenten. Talenten zorgen voor een bloeiend cultureel en economisch klimaat en dragen bij aan de (internationale) uitstraling en positionering van Brabant. Investeren in talenten geeft de provincie smoel: het verbetert het woon- en werkklimaat en versterkt het imago van de provincie. Talentontwikkeling heeft als doel het talent te ontwikkelen zodat het zijn naam kan vestigen en een zelfstandige beroepspraktijk kan opbouwen. Makers moeten zich in deze tijd bewust zijn van hun talenten, competenties en vaardigheden om deze zo doeltreffend mogelijk in te zetten, bijvoorbeeld bij het bouwen aan een relatie met hun publiek en de omgeving waarin ze werken. Jonge, startende makers zien vaak de noodzaak van het ondernemerschap wel in, maar vinden zichzelf niet altijd voldoende toegerust op dat vlak. Via zijn cursusaanbod, met workshops over onderwerpen als crowdfunding en financiering, marketing, projectplan schrijven en presenteren, biedt bkkc op dit front generieke ondersteuning aan makers en culturele instellingen.

maker centraal Bij het ontwikkelen van talent staat de maker centraal. bkkc benadert de beroepspraktijk van talenten als een loopbaan waarbij gekeken wordt naar meerdere competenties naast elkaar, namelijk vakmanschap, ondernemerschap en werkhouding. De basis van elk talentontwikkelingstraject is idealiter een helder en onafhankelijk ontwikkeladvies waarbij naar deze belangrijkste drie elementen uit de beroepspraktijk wordt gekeken. Met het instrumentarium dat bkkc in

samenwerking met Cultuur-Ondernemen heeft ontwikkeld kan getest worden op welk vlak een talent gecoacht moet worden. bkkc gelooft in dat instrumentarium omdat het een heldere en onafhankelijke analyse van het talent oplevert die, samen met enkele loopbaangesprekken, een goed uitgangspunt vormt voor het vormgeven van een op maat gemaakt ontwikkelingstraject. bkkc zoekt naar onafhankelijke coördinatie en een gezamenlijke inspanning van het culturele veld bij het ontwikkelen van talent. Daarbij is bkkc sparringpartner en de organisatie die partijen bij elkaar kan brengen.

versnippering Zeker na de bezuinigingen door het Rijk, zoals die inmiddels volledig doorwerken, is de ruimte voor talentontwikkeling gefragmenteerd en versnipperd. Voor muziek (Muzieklab Brabant: €150.000) en theater en dans (Het Zuidelijk Toneel: €200.000 en Dans Brabant: €200.000) zijn er instellingen die van de Provincie een vierjarige subsidie voor talentontwikkeling toegekend hebben gekregen. Deze subsidies zijn echter niet toereikend om voor de desbetreffende discipline goede en afdoende talentontwikkelingsprogramma’s op te zetten. Bij de brede discipline beeldcultuur (beeldende kunst, e-culture, AV, vormgeving) wordt door de Provincie niet structureel geïnvesteerd in talentontwikkeling. Een instelling die ter zake een expliciete verantwoordelijkheid heeft ontbreekt en vooralsnog lijkt het er niet op dat er instellingen zijn die de ambitie hebben die verantwoordelijkheid op zich te nemen. 17


impulsgelden: high potentials en basis

Kenmerken van de zogenoemde high potentials:

Bij aanvang van de Impulsgeldenregeling is in de kamer een onderscheid gemaakt tussen projecten/programma’s voor de zogenaamde basislaag en individuele trajecten voor zogenoemde high potentials.

• ze hebben reeds de nodige ervaring opgedaan; • ze hebben bewezen kwaliteiten waarmee ze iets unieks toevoegen aan het culturele landschap en waarvoor ze erkenning krijgen van het veld en het publiek; • ze zijn zichtbaar en genieten minimaal regionale of provinciale bekendheid; • ze hebben een professionele ambitie.

Kenmerken van makers in de basislaag: • • • • • •

ze zijn hun beroepspraktijk aan het opbouwen en ontwikkelen; ze moeten meters maken en meer (podium)ervaring opdoen; ze moeten zich verbreden en verdiepen in de beroepspraktijk; ze moeten hun netwerk leren inzetten en uitbreiden; ze moeten zich gaan positioneren in de markt; ze moeten zichtbaar worden in het culturele veld en bij het lokale en regionale publiek, zodat ze daarmee de potentie ontwikkelen om door te stromen naar een hoger niveau.

Voorgedragen door het veld is bkkc met tien talenten aan de slag gegaan. De high potentials uit de podiumkunsten bleken goed ingebed te kunnen worden in de bestaande infrastructuur, zonder dat ontwikkeling op maat uit het oog verloren raakt: DansBrabant en MuziekLab Brabant spelen hierbij een belangrijke rol. In het geval van film/AV, beeldende kunst en letteren zijn er door het high potentialsprogramma wel talenten boven komen drijven die anders geen aansluiting hadden gevonden bij de bestaande organisaties voor talentontwikkeling, domweg omdat die er niet zijn. Voor de basis konden samenwerkende organisaties en instellingen plannen indienen om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het Impulsgeldenprogramma. Dat is in 2013 gelukt voor een achttal projecten: Gloednieuw, BLVRD Pitch, Proud of the South, New Arrivals, Brabantse Beauties, Kunstpodium T, Poetry Circles Brabant en EKWC. In de theater- en danssector groeide in de loop van het jaar de bereidheid bij een aantal van de meest prominente organisaties (Theaterfestival Boulevard, Festival Cement, DansBrabant, Het Zuidelijk Toneel, Gloednieuw) om juist op het gebied van talentontwikkeling verregaand samen te werken. De verwachting is dat dit in de loop van 2014 tot een integrale aanpak onder de paraplu van het Impulsgeldenprogramma leidt. Voor beeldcultuur tracht bkkc zelf een infrastructuur te creëren die talenten de mogelijkheid tot ontwikkeling biedt. Daartoe zijn gesprekken gestart met de musea voor hedendaagse kunst, de kunstenaarsinitiatieven en een aantal galeries. Dit heeft in 2013 reeds geleid tot een samenwerkingsverband tussen de galeries Pennings, Jan van Hoof, Majke Hüsstege, Ingrid Luycks en bkkc om in 2014 talentvolle beeldend kunstenaars te ontwikkelen.

eerste conclusies De ervaringen met talentontwikkeling vanuit het Impulsgeldenprogramma leveren nu al een aantal belangrijke lessen op die aanknopingspunten bieden voor de beleidsontwikkeling ook op de middellange termijn:

Proud of the South De poppodia (013, Mezz, Gebouw T, De Effenaar, Groene Engel, W2) hebben in samenwerking met bkkc een plan ontwikkeld onder de noemer ‘Proud of the South’. Er is inmiddels met een tiental talenten van start gegaan. Ze krijgen een coachings- en leertraject, waarin gekeken wordt naar presentatie, de zakelijke aspecten, songwriting, marketing en carrièreplanning. Daarnaast staan de zalen garant voor 120 optredens van Proud of the South-talenten. Verder heeft bkkc samen met Muzieklab Brabant, November Music, Muziekgebouw Eindhoven, Paradox Tilburg, Axesjazzpower, Intro InSitu en Muziekcentrum De Toonzaal een nieuw talentenprogramma ontwikkeld. In dit plan worden netwerken, faciliteiten en kennis van de deelnemende organisaties gebundeld en beschikbaar gesteld aan muzikale talenten.

18

• talentontwikkeling op maat levert het meest op; • neutrale coördinatie in dienst van de maker(s) is wenselijk; coördinatie die faciliteert, transparant is, talenten zichtbaar maakt en kan verbinden; • betrokken instellingen zijn mede verantwoordelijk, maar nooit belangrijker dan het talent; • scheiding tussen talentontwikkeling basis en top is onhoudbaar; er moet per discipline veel meer naar de keten gekeken worden en talentontwikkeling moet in samenhang georganiseerd worden; • er moet een systeem zijn, binnen elke discipline, waarin we makers de mogelijkheid bieden zichzelf te ontwikkelen op gebied van vakmanschap, ondernemerschap en werkhouding; • talentontwikkeling moet altijd open en transparant plaatsvinden.


op maat gemaakt ontwikkelingstraject voor toptalent Vanuit het Impulsgeldenprogramma investeren provincie en bkkc in talentontwikkeling. Er konden in 2013 voorstellen worden ingediend voor de basislaag, om het gat te dichten tussen kunstvakonderwijs en professionele beroepspraktijk en voor talenten die al verder zijn. Het format voor talenten in de top, high potentials, richt zich op het individu. Het doel is de high potentials zo te ontwikkelen dat zij na afloop van het traject in staat zijn zelfstandig en professioneel te opereren binnen de beroepspraktijk. Dat talentontwikkeling zijn vruchten afwerpt, blijkt uit successen uit het verleden: Jameszoo (muziek), Mijke Pol (literatuur) en Hunting the Robot (muziek) zijn makers die eerder een talentontwikkelingstraject volgden en op dit moment successen boeken. In 2013 bepaalden Brabantse culturele organisaties in gezamenlijkheid in welke talenten, werkend in alle disciplines, ge誰nvesteerd zou moeten worden. De door bkkc ontwikkelde loopbaantesten, die helpen bij het inzichtelijk maken van de sterke en zwakke kanten van de individuele beroepspraktijk, loopbaancoaching en de aanwezige kennis in het culturele veld, helpen bij het samenstellen en uitstippelen van een op maat gemaakt ontwikkeltraject. Tijdens dit ontwikkeltraject blijven relevante partijen en zakelijke en inhoudelijke coaches betrokken. Jalila Essa誰di (beeldende kunst), Esther Porcelijn (theater en literatuur), Dyane Donck (muziek), Arnoud Rigter (literatuur), OddOne (AV/e-culture), Jan Martens (dans), Arno Schuitemaker (dans), Jelena Kostic (dans) zijn de high potentials die op dit moment grote stappen zetten. We gaan nog veel van ze horen.

19


een goede ruimtelijke kwaliteit versterkt de sociale cohesie, draagt bij aan economische ontwikkeling, geeft een gebied een sterke identiteit en bindt mensen aan de provincie


omgevingskwaliteit

De provincie wil met ruimtelijk, economisch en cultureel beleid een goed vestigingsen leefklimaat scheppen en de randvoorwaarden creëren waarmee Brabant een toonaangevende kennisregio is en blijft. Een goede ruimtelijke kwaliteit versterkt de sociale cohesie, draagt bij aan economische ontwikkeling, geeft een gebied een sterke identiteit en bindt mensen aan de provincie. bkkc zoekt proactief naar mogelijkheden om cultuur te integreren in de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte om zodoende de ruimtelijke kwaliteit te versterken.

Cultuur is een integraal onderdeel van de ontwikkeling en inrichting van de openbare ruimte. Ze speelt daarbij op verschillende momenten en op verschillende niveaus een rol. Kunstenaars kunnen meedenken over de fysieke inrichting van de openbare ruimte, ze kunnen het gebruik van de ruimte door bewoners en bezoekers stimuleren en/of de identiteit van een regio en zijn bewoners versterken door middel van storytelling en door het verbeelden van immaterieel erfgoed. We zoeken proactief naar mogelijkheden om cultuur te integreren in de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte. bkkc doet dit vanuit zijn rol als kenniscentrum, adviseur en makelaar. We ontwikkelen pilotprojecten die laten zien welke meerwaarde cultuur genereert bij gebiedsontwikkeling en welke kansen er voor makers liggen in diverse maatschappelijke sectoren. Daarnaast brengen we partijen en sectoren, die zich bezighouden met ontwikkeling, beheer en gebruik van de ruimte, bij elkaar en nodigen we deze uit tot samenwerking en kennisuitwisseling. Ook adviseren we overheden en maatschappelijke organisaties over integraal cultuurbeleid en stimuleren we (potentiële) opdrachtgevers om makers in te schakelen bij de ontwikkeling van de openbare ruimte. Op deze manier worden makers uit alle artistieke disciplines getraind om in opdracht te werken en zich te bekwamen in het werken met het publiek en de publieke ruimte.

gebiedsontwikkeling In 2013 heeft bkkc de pilotprojecten die de afgelopen jaren dankzij een financiële impuls vanuit het voormalige BKV-budget zijn ontwikkeld verder uitgewerkt en met elkaar in verbinding gebracht. Tevens werd een aantal nieuwe projecten opgestart. Bij gebiedsontwikkeling gaat het om een aantal innovatieve projecten, die laten zien welke meerwaarde cultuur genereert bij gebiedsontwikkeling en welke kansen er voor makers liggen in diverse maatschappelijke sectoren. bkkc is in 2013 nauw gaan samenwerken met BERK, het Brabants Expertisecentrum Ruimtelijke Kwaliteit. In het begin van het jaar was bkkc goed vertegenwoordigd tijdens het Festival Ruimtelijke

Rezone – Playful Interventions’ Vanuit het Impulsgeldenprogramma was bkkc betrokken bij het project ‘Rezone – Playful Interventions’ van de Digitale Werkplaats uit ’s-Hertogenbosch en het BAI (Bosch Architectuur Initiatief), een project over de rol van gaming bij herbestemming van industrieel erfgoed (in dit geval de oude mengvoederfabriek De Heus in Den Bosch).

Kwaliteit van BERK in de Brabanthallen. We leverden sprekers voor de workshops over grote erfgoedcomplexen en de gebiedsopgaven en presenteerden onze pilotprojecten in de stand in de ontvangsthal. Bij het merendeel van de negen gebiedsontwikkelingen die binnen BERK centraal staan is bkkc betrokken. We waren in 2013 bijvoorbeeld lid van de Regionale Groep de Peelhorst en het Peelnetwerk, en voerden regelmatig overleg met de gebiedsmanagers. Voor de N69 ontwikkelde bkkc een creatieve paragraaf in het beeldkwaliteitsplan. Binnen de gebiedsopgave N65 denken we mee over de ontsluiting van landelijk gebied en verhoging van toeristische aantrekkingskracht binnen het streven ‘De mooiste rijksweg van Brabant’ te worden. Verder ontwikkelde bkkc een projectvoorstel voor de opgave ‘Waterpoort’, waarin aansluiting is gezocht bij de thema’s forten, vestingen en waterpoorten. Om het belang van de integratie van kunst en cultuur in gebiedsopgaven te onderstrepen werd in 2013 in samenwerking met de 21


landkunst Landkunst, in eerste instantie ontwikkeld om de identiteit van Nationaal Landschap Het Groene Woud te versterken, werd in 2013 Brabantbreed doorontwikkeld met tal van partijen zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Erfgoed Brabant. Brabant is vruchtbare grond gebleken voor Landkunst. Veel partijen uit alle maatschappelijke sectoren hebben zich al aan Landkunst verbonden, maar er liggen nog meer mogelijkheden voor samenwerken. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan permanente kunstwerken in de publieke ruimte, álle artistieke disciplines worden uitgedaagd om met site specific werk te reageren op de ontwikkeling van de ruimte in Brabant. Landkunst brengt land, stad, natuur, erfgoed, cultuurhistorie en hedendaagse kunst samen. Op eigentijdse en historische ontmoetingsplekken, op plaatsen waar bewoners en bezoekers, recreanten en passanten samenkomen. Centraal staat de genius loci: de geest van de plek. De kunstwerken, tentoonstelling of evenementen die worden gerealiseerd, zijn speciaal voor díe plek bedacht en gemaakt. In 2013 verschoof de rol van bkkc van initiator van Landkunst naar adviseur en coördinator. Op die manier stimuleren wij Landkunstinitiatieven van andere en nieuwe partijen en proberen we bij te dragen aan de kwaliteit en professionaliteit daarvan. Daarnaast zorgden we voor de collectieve marketing van Landkunst. We willen zoveel mogelijk toeristen in Brabant, recreanten en kunst- en cultuurliefhebbers in contact brengen met Landkunst. Dat doen we onder andere met de Landkunstkrant en de Landkunstwebsite. 2013 was het eerste jaar waarin de Landkunstkrant verscheen waarin Brabantbreed alle Landkunstinitiatieven een podium kregen. Daarnaast verscheen de publicatie Land en Kunst. In deze publicatie werd bijzondere aandacht besteed aan de Landkunstinitiatieven die in 2013 door bkkc samen met Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het VanGoghHuis in Zundert werden georganiseerd in het Leenderbos en op de Oude Buisse Heide. Landkunst sluit nauw aan bij de projecten binnen de gebiedsopgaven. In alle gevallen wordt gestreefd naar het zichtbaar maken en versterken van de identiteit van een gebied door de bijzondere aspecten die het kenmerken voor het publiek te verbeelden. Zo zijn bijvoorbeeld enkele projecten van de Stichting Kunst aan de A50 ook als Landkunst herkenbaar geworden, en zal in De Biesbosch het nieuwe Biesbosch Museumeiland aansluiten als partner van Landkunst. We hebben in 2013 onder invloed van het Impulsgeldenprogramma sterk ingezet op het creëren van kruisbestuivingen en samenwerkingsverbanden tussen partijen uit verschillende sectoren. 22


Provincie Overijssel en het KunstenLab in Deventer de publieksversie van het onderzoek ‘Ruimte voor Kunst’ gepubliceerd en gepresenteerd tijdens het symposium van bkkc in het najaar. Het onderzoek betreft de meerwaarde van een kunstinbreng in ruimtelijke processen en biedt handvatten om de inzet van kunstenaars op een effectieve wijze te koppelen aan de ruimtelijke opgave(n) van de opdrachtgevers. De focus ligt hierbij op de kwaliteit van het proces. Het onderzoek gaat in op de gedachte dat culturele inbreng in ruimtelijke plannen een maatschappelijke meerwaarde genereert. Daarnaast geeft het antwoord op de vraag hoe de baten van de kunstinbreng preciezer te duiden zijn, in kwalitatieve en kwantitatieve termen.

leegstand en herbestemming Leegstand en herbestemming van grote erfgoed- en industriecomplexen en van winkel- en kantoorruimtes was een belangrijk thema in 2013. Daarbij hebben wij aansluiting gezocht bij het programma van de Provincie voor grote Erfgoedcomplexen. In 2013 was bkkc bijvoorbeeld betrokken bij de ontwikkeling van drie herbestemmingen: de Spoorzone in Tilburg, waarvoor wij een adviseur afvaardigden binnen het ontwerpatelier; het CHV-terrein in Veghel, een grootschalig terrein dat werd ondersteund vanuit het Impulsgeldenprogramma; de Piushaven in Tilburg waarvoor bkkc een creatief lichtplan ontwikkelde in het kader van de herontwikkeling van de oude industriële haven in het centrum van de stad. Daarnaast was bkkc betrokken bij de plannen betreffende de zichtbaarheid van de Zuiderwaterlinie. In het kader van het Impulsgeldenprogramma werd een voorstel begeleid voor de verhuizing van het Europees Keramisch Werkcentrum naar het KVL-terrein in Oisterwijk. Op kleinere schaal werkten wij o.a. samen met het City Change Center aan plannen voor leegstaande winkelpanden in het centrum van Den Bosch. Deze activiteiten bevorderen niet alleen de kwaliteit van de omgeving (leegstand wordt vermeden en het woonwerkmilieu wordt aantrekkelijker), maar sluiten ook aan op de programmalijnen Talentontwikkeling en Culturele Markt van bkkc. Kunstenaars, vormgevers en industrieel ontwerpers presenteren zich in leegstaande panden in het centrum van de stad. Zij krijgen de kans hun positie als cultureel ondernemer te versterken. Ze werken samen met verhuurders en vastgoedeigenaren en tonen hun werk aan een breed publiek. Kunstenaars die mee willen doen wordt scholing op maat aangeboden via bkkc.

archief voor de toekomst Samen met de Verbeke Foundation in Kemzeke (B) bereidde bkkc eind 2012 het project ‘Archief voor de Toekomst’ voor dat in het kader van de regeling Bijdrage Opdrachtgeverschap in 2013 een subsidie van het Mondriaan Fonds ontving. Het project schenkt aandacht aan het behoud en beheer van de nalatenschappen van hedendaagse kunstenaars, en de problematiek rond werk waar zij bij leven niet langer zelf zorg voor kunnen dragen. Aanleiding voor het project was de realisatie van een permanente presentatieplek voor het werk van Jacobus Kloppenburg (Amsterdam, 1930) in Kemzeke. Een deel van de door het Mondriaan Fonds toegekende bijdrage is bestemd voor kennisontwikkeling en kennisdeling, presentaties en een symposium die in 2014 en 2015 in Tilburg (bij bkkc en in De Pont) plaatsvinden. bkkc verzorgde de pr en communicatie voor Nederland rond de opening in december 2013 van het permanente paviljoen en startte met studenten van de Reinwardt Academie een onderzoek naar kunstenaarsnalatenschappen, met als doel het opstellen van een richtlijn voor behoud en beheer en het versterken van de adviestaak van bkkc als kenniscentrum. Het project kreeg een uitstekende kritiek in de pers. De reacties op het vervolgonderzoek door bkkc zijn zeer positief. De medewerking die kunstenaars, erven van kunstenaars en (kennis)instellingen hebben toegezegd in relatie tot het onderzoek, de presentaties en het symposium tonen aan dat het onderwerp breed gedragen wordt en voorziet in een snel groeiende behoefte aan kennis en inzicht op dit gebied.

beheer en onderhoud Een bijzonder aandachtspunt binnen de kerntaak Omgevingskwaliteit was in 2013 de groeiende vraag naar expertise op het gebied van beheer en onderhoud van reeds bestaande kunstwerken. Als kenniscentrum hebben we deze expertise in huis. Meer dan voorheen besteden met name gemeenten aandacht aan het beheer en onderhoud van hun kunstbezit. De kwaliteit van de leefomgeving valt of staat met goed onderhoud. Vandalisme gericht tegen kunstwerken in de publieke ruimte wordt voorkomen met goed beheer van zowel kunstwerk als de omringende ruimte en door het ‘vertellen van het verhaal van het kunstwerk’. Maar kunstwerken moeten wel vakkundig en in samenspraak met de kunstenaar of diens erfgenamen worden onderhouden. bkkc is daarbij een vakkundige en objectieve partner. Zo hebben wij in 2013 onder meer de kunstwerken in de openbare ruimte van de Gemeente Boxtel geïnventariseerd, een onderhoudsplan ontwikkeld en de restauratie van een aantal kunstwerken begeleid.

kamer Omgevingskwaliteit De hierboven beschreven taak en werkzaamheden sluiten naadloos aan bij de opdracht van de Kamer Omgevingskwaliteit die in 2013 in het kader van het Impulsgeldenprogramma in het leven werd geroepen. Inzet van de middelen (€ 300.000) uit de Kamer Omgevingskwaliteit moet leiden tot een toename en vernieuwing van het opdrachtgeverschap vanuit verschillende maatschappelijke sectoren (bijvoorbeeld economie, welzijn, ruimtelijke ordening, recreatie en toerisme) en het bevorderen van het ondernemerschap van kunstenaars. Zo ontstaat een culturele sector die sterk is verankerd in de samenleving en zich verbonden weet met zijn omgeving. De 23


culturele sector denkt mee over creatieve en innovatieve oplossingen voor ruimtelijke en sociale vraagstukken, zoals (stedelijke en landschappelijke) gebiedsontwikkeling, leegstand en herbestemming van cultuurhistorische complexen, een healing environment in de zorgsector of het welzijn in de buurt. Kunstenaars worden betrokken bij maatschappelijke vraagstukken, hun afzetmarkt wordt vergroot en ze krijgen de kans zich zowel artistiek als bedrijfsmatig verder te ontwikkelen. De Kamer Omgevingskwaliteit legt verbindingen met de Kamers voor Talentontwikkeling, Beeldcultuur, Coproductie, Collectieve Marketing en Dans.

veel vraag naar verbetering omgevingskwaliteit In de loop van 2013 kwamen er veel aanvragen binnen bij de Kamer Omgevingskwaliteit. Omgevingskwaliteit is voor veel partijen een speerpunt vanwege de voor hen belangrijke sociale, maatschappelijke en economische waarden. De ingediende voorstellen kwamen uit de kunstensector zelf, maar ook uit andere sectoren zoals de zorg, recreatie en toerisme, infrastructuur en onderwijs. De pro-

jecten waren geografisch over Brabant verspreid, alhoewel er een concentratie was in de omgeving Den Bosch, Veghel, Uden en Oss. West-Brabant bleef achter. De toegekende voorstellen beslaan zowel de ruimtelijke als sociale aspecten van omgevingskwaliteit: leegstand en herbestemming, healing environment, onderwijs en gebiedsontwikkeling. In de tussentijdse evaluatie van de Kamer Omgevingskwaliteit in de zomer van 2013 is gesproken over een meer sturende rol van de Kamer; niet afwachten wat er aan aanvragen binnenkomt, maar actief in gesprek gaan met potentiële opdrachtgevers. Zo kunnen we aan de voorkant samenwerking tussen makers en opdrachtgevers bewerkstelligen om zo nog nadrukkelijker goed opdrachtgeverschap te bevorderen en nieuwe markten voor makers te creëren. In de praktijk blijken de werkzaamheden van de Kamer als vanzelfsprekend samen te vallen met kerntaken die bkkc in het kader van Omgevingskwaliteit en Makelaar uitvoert. Daarbij tekenen we aan dat voor een deel van de in het werkplan 2013 aangekondigde projecten geldt dat zij minder intensief konden worden (door)ontwikkeld vanwege het tijdsbeslag dat de invoering van het Impulsgeldenprogramma op de adviseurs legde.

een fata morgana langs de snelweg In het kader van Kunst aan de A50 werd in januari 2013 het spraakmakende kunstwerk ‘Het gezicht van de A50’ van Stanislaw Lewkowizc onthuld, een kunstwerk verbonden aan de silo’s van Agrifirm in Veghel. Het was het derde kunstproject dat de Stichting Kunst aan de A50 onder begeleiding van bkkc realiseerde. Het werk van Lewkowizc geeft de dynamiek weer van het verkeer op het kruispunt van de A50 en N279 in Veghel. Die dynamiek wordt zichtbaar als een luchtspiegeling op de silowand en de verbindingsbruggen van Agrifirm. Het is als het ware een opgetild landschap, een ‘fata morgana’. Het ontwerp bestaat uit een 104 meter lang en 4 meter hoog ledscherm dat als een horizontale lijn over de silowand loopt. Camera’s gericht op de weg aan de kanaalzijde laten op het scherm een sterk versoberd zwart-wit beeld zien, met het accent op de beweging van de verkeersstroom die de wand passeert. Het werk is zowel overdag als ’s nachts zichtbaar vanaf de weg en vanuit de omgeving.

24


kunst in de Biesbosch Wandelend en fietsend door Nationaal Park de Biesbosch genieten van hedendaagse kunst. Dat kon al in natuurgebied De Noordwaard. In 2013 besloten bkkc en Biesbosch MuseumEiland (voorheen Stichting Biesbosch Museum) opnieuw samen te gaan werken in de realisatie van het nieuwe Biesbosch MuseumEiland. Voor de ontwikkeling van het Biesbosch MuseumEiland gingen we een samenwerkingsovereenkomst aan, waarmee hedendaagse kunst een positie verwerft binnen een cultuurhistorisch museum en in de ontwikkeling van nieuwe natuur. Het vernieuwde Biesbosch MuseumEiland, dat vertelt over verleden, heden en toekomst van de Biesbosch, opent zijn deuren in 2015. Na de verbouwing beschikt het nieuwe museum over een inpandige tentoonstellingsruimte én over een buitengebied van ongeveer 1,2 hectare. Beide ruimtes dienen straks als podium voor eigentijdse kunst in relatie tot de collectie van het museum en het omringende landschap.

25


bkkc is de ‘tolk aan tafel’: we spreken de taal van opdrachtgevers en makers en vertalen daar waar nodig


culturele markt bkkc is een culturele markt waar makers en opdrachtgevers elkaar kunnen vinden. Dat doen we op verschillende manieren. We sporen culturele ondernemers aan om de promotie gezamenlijk aan te pakken. Via collectieve marketing kan een breder publiek worden aangesproken. Daarnaast zijn we werkzaam als makelaar. We brengen de opdrachtgever en de maker met elkaar in contact door bijeenkomsten te organiseren en databases te gebruiken. De kerntaak Culturele Markt zoals omschreven in het Werkplan 2013 werd onder invloed van het Impulsgeldenprogramma gesplitst in twee speerpunten, die echter onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en integraal onderdeel zijn van de bkkc-werkzaamheden: coproductie en collectieve marketing. Daarnaast bleef bkkc actief als makelaar. bkkc beschouwt het samenbrengen van vraag en aanbod als belangrijke taak, waarbij er een voortdurende en vanzelfsprekende wisselwerking is met de richtlijnen voor de Impulsgelden. Ook daarbij wordt immers gestreefd naar meer ondernemerschap, nieuwe verbindingen, het vergaren en delen van kennis (zie ook Kamer Coproductie). bkkc brengt partijen bij elkaar en faciliteert processen en productontwikkeling. We zijn daarbij de ‘tolk aan tafel’. We spreken zowel de taal van de opdrachtgevers als die van de makers en ‘vertalen’ daar waar nodig. We werken actief aan het stimuleren van de vraag en het versterken van het aanbod. bkkc werkt voor en met (onder meer) overheden, de zorgsector, woningcorporaties en projectontwikkelaars. We zoeken interactie met deze doelgroepen en nodigen uit tot samenwerking. Daarbij informeert bkkc gericht over het belang van cultuur voor economische ontwikkeling, sociale cohesie, innovatie, maatschappelijk verantwoord ondernemen, het versterken van ‘corporate identity’, enz. Via pilotprojecten zoeken we bovendien naar nieuwe marktsegmenten en ontginningsmogelijkheden.

kamer Collectieve marketing De concurrentie in het vrijetijdsaanbod is groot en het aanbod neemt nog steeds toe. Door samen met andere spelers in het culturele veld programma’s te ontwikkelen en de marketing en publiciteit daarvan gezamenlijk te voeren, willen we ervoor zorgen dat het publiek niet om het aanbod van de Brabantse makers en culturele instellingen heen kan. Collectieve marketing is een manier om cultureel ondernemerschap bij makers en instellingen te bevorderen. Met gezamenlijke promotie trekken projecten een breder publiek en worden ze levensvatbaar. De rol van bkkc is die van coördinator. De directe lijnen met het publiek liggen bij de podia en makers. Wanneer er Brabantse makers bij deze projecten zijn betrokken, zorgen we ervoor dat zij worden toegerust om ook bij te kunnen dragen aan de marketing en communicatie van het project. Vanuit de Kamer Collectieve Marketing (€ 150.000) wordt bevorderd dat partijen in de sector elkaar gemakkelijker weten te vinden en collectieve marketing een meer natuurlijke manier van denken wordt voor de Brabantse culturele sector.

zichtbaarheid verbeteren De Brabantse culturele infrastructuur is in overwegende mate kleinschalig en die kleinschaligheid draagt bij aan de relatief geringe zichtbaarheid, zowel in Brabant zelf als in de rest van het land en over de grens. Door te investeren in collectieve marketing maken we kunst en cultuur in Noord-Brabant beter zichtbaar en wordt het draagvlak onder publiek binnen en buiten de provincie vergroot. Collectieve marketing maakt kunst en cultuur zichtbaar en versterkt het imago van de regio. Daardoor wordt de kwaliteit van de leefomgeving beter ervaren en maakt de provincie aantrekkelijker voor recreanten en toeristen.

gehonoreerde projecten Een aantal voorbeelden van concrete projecten die binnen de Kamer Collectieve Marketing voorbereid en gehonoreerd zijn, waren bijvoorbeeld: • ‘Gloednieuw2’ van Podium Bloos, een samenwerking van podia en festivals waarbij de instellingen gezamenlijk de producties van jonge talenten lieten zien; • De Kunstenmanifestatie ‘Kunsten onder 1 dak’ van Stichting Blommenkinders, een grote manifestatie in het RBC stadion in Roosendaal gericht op professionalisering en verbetering van de culturele infrastructuur in West-Brabant; • een voorstel voor marktvergroting van ‘Circo Circolo’; • ‘Brabant vindt en bindt’: een voorstel voor collectieve marketing van de 4 grote theaters in Brabant; • een voorstel voor collectieve marketing voor de werkplaatsen in Brabant.

27


kunstroutes Brabant De interactieve routes van ‘Kunstroutes Brabant’ bestaan uit kunst, natuur, cultuur, landschap en erfgoed. De routes zijn ontwikkeld voor fietsers en wandelaars, voor liefhebbers van natuur en cultuur en voeren door het landschap van Brabant. Via een app maakt de bezoeker kennis met kunstwerken, verhalen, animatiefilms, muziek en gedichten die speciaal voor bepaalde plekken zijn ontwikkeld. Kunstroutes Brabant is een innovatieve manier om kunst en cultuur in Brabant zichtbaar te maken aan een nieuw en breed publiek. Maar Kunstroutes is ook een collectieve promotie van het Brabantse landschap en de Brabantse historie. De routes kunnen ingezet worden om bijvoorbeeld een gemeente of natuurgebied te promoten en kunnen een impuls geven voor toerisme en recreatie. In 2013 lag de focus op het vergroten van de zichtbaarheid van Kunstroutes Brabant. Er werd actief acquisitie gevoerd bij gemeenten en aansluiting gezocht bij voorstellen die in de Kamer Omgevingskwaliteit passeerden. Zo werden de routes uitgebreid met bijdragen van de gemeente Tilburg, Waterschap Aa en Maas en het project Bels Lijntje. Voorbereidingen werden getroffen voor routes bij Ziekenhuis Bernhoven, in Blixembosch (Eindhoven) en rond de Halve Zolen Lijn (Geertruidenberg, Waalwijk en Heusden). Voor het project ‘Kunst aan de A50’ werden diverse routes in het snelweglandschap van de A50 doorontwikkeld. Daarvoor werden ook enkele kunstwerken gerealiseerd, zoals de wandelloopbrug A50/N324 van Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk, een samenwerkingsproject van de Stichting Kunst aan de A50, bkkc en de Gemeente Oss.

28


nieuwe manieren van marketing In de wereld van theaters en festivals zijn mooie voorbeelden te vinden van het op een goede en zo effectief mogelijke manier in de markt zetten van een organisatie en/of artistiek product. Maar zij zijn niet kenmerkend voor de culturele sector als geheel. Getuige de aanvragen die binnenkwamen wordt nog steeds gedacht vanuit de ontwikkeling van aanbod in plaats van vanuit een (te genereren) vraag. Wat ook opviel was dat er weinig voorstellen binnenkwamen waarbij het écht om collectieve marketing ging. Er wordt, concludeerden wij, op veel plaatsen nog niet automatisch nagedacht over marketing, laat staan over collectieve of vernieuwende marketing. In de loop van het jaar hebben we daarom de doelstelling van de Kamer Collectieve Marketing aangescherpt: door te investeren in verschillende vormen van marketing willen we kunst en cultuur in Noord-Brabant beter zichtbaar maken en het draagvlak onder publiek binnen en buiten de provincie vergroten. Waar de kamer eerst alleen inzette op collectieve marketing, bleek uit binnenkomende voorstellen en gesprekken met het veld dat naast projecten die geschikt zijn voor collectieve marketing ook initiatieven ontwikkeld worden waarbij nieuwe manieren van marketing een rol spelen. Ook deze projecten zijn naar de mening van de kamer impulswaardig. Innovatie en experiment in cultuurmarketing zouden aandacht moeten krijgen. Bij alle projecten waarin collectieve of vernieuwende marketing een rol speelt, dienen de projecthouders aandacht te hebben voor de evaluatie van het proces en de opgedane ervaringen, zodat andere partijen kunnen leren van deze projecten. De reikwijdte van de kamer werd dus verbreedt en de drempel verlaagd.

bkkc als makelaar bkkc brengt makers in contact met potentiële klanten. Voor bedrijven, gemeenten, waterschappen, landschapsbeheerders en de Provincie is bkkc de toegangspoort tot de professionele creatieve sector. Voor makers openen we de deuren naar opdrachtgevers. We bemiddelen tussen de kunstenaar en de opdrachtgever. Denk bijvoorbeeld aan een gemeente die een kunstwerk aan de bewoners van een nieuwe wijk wil schenken, een bedrijf dat zijn nieuwe gebouw op artistieke wijze wil openen of een zorginstelling die kunst inzet om het welzijn van patiënten te verbeteren. bkkc kan indien gewenst het hele proces van idee tot onthulling begeleiden op zowel inhoudelijk als zakelijk vlak. Tevens zijn we actiever op zoek gegaan naar potentiële opdrachten. We wijzen organisaties op de meerwaarde van het inzetten van kunst vanuit een maatschappelijk, economisch of bedrijfsmatig belang.

van koning tot healing environment In 2013 begeleidden we 29 opdrachten van gemeenten en maatschappelijke organisaties. Opvallende speerpunten waren de vraag naar portretten van de nieuwe koning en projecten in het kader van healing environment. Healing environment draagt bij aan het fysiek, mentaal en sociaal welbevinden van de gebruikers van een gebouw door gericht de omgeving aan te kleden en vorm te geven. Met name vanuit het laatste speerpunt zijn kruisbestuivingen gerealiseerd met de Impulsgelden. De Kamer Omgevingskwaliteit honoreerde voorstellen van het nieuwe ziekenhuis Bernhoven in Uden, het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch en de Reinier van Arkel Groep. Het voorstel van Ziekenhuis Bernhoven was aanleiding voor de tentoonstelling en inspiratiemiddag ‘Who Cares?’, die in maart 2013 plaatsvond bij het bkkc. Daarbij was de centrale vraag welke rol creatieve dienstverlening kan spelen binnen de zorgsector.

portfoliomiddag We organiseerden in 2013 voor de derde keer de ‘Portfoliomiddag’. Er werd daarbij gezocht naar een uitbreiding van de originele opzet. In juni 2013 vond een bijeenkomst plaats die in het teken stond van architectuur en vormgeving. Partijen als de Kamer van Koophandel, werkplaats Beeldenstorm, Gebouw F centrum voor architectuur en OXO Woonwinkel waren aanwezig om de portfolio’s van makers te bekijken en te bespreken. In december hebben we een succesvolle koppeling gemaakt met film en AV.

materials Het derde jaar Materials liet zien dat de reeks inmiddels een plek heeft verworven in het veld. Deelnemers weten dat de bijeenkomsten in maart en september plaatsvinden en ook het bedrijfsleven hecht waarde aan de opzet. In 2013 stond Materials in het teken van glas en beton. Glas was met 65 deelnemers een zeer geslaagde bijeenkomst. Het Glasbewerkingsbedrijf Tilburg (GBB), Kiki van Eijk en Marc Mulders vertelden over het ambacht en de mogelijkheden. In het geval van beton was het Concrete Valley (Bergen op Zoom) zelf die bkkc benaderde om als gastbedrijf op te treden. Gaspard Estourgie van West 8 Urban Design & Landscape Architecture en Renate Vos namen de aanwezigen mee in hun verhalen over beton en de ontwerppraktijk.

materials XL Het tweede jaar ‘Materials XL’, een bijeenkomst in het kader van de Dutch Design Week, stond in het teken van textiel. ‘Materials XL’ vond plaats in de werkplaats van Piet Hein Eek op Strijp R in Eindhoven en trok ruim 100 geïnteresseerden. Isolde Hallensleben begeleidde de middag. Het programma kende een sterke multidisciplinaire opzet. Naast de sprekers Fokkema & Partners Architecten, Innofa Textiles, Mandy den Elzen en Jalila Essaïdi was er ook ruimte voor een filmprogramma waarin korte documentaires te zien waren van Marleine van der Werf (het portret ‘Walter van Beirendonck’) en Thijs van Gasteren (de documentaire ‘Voortborduren’).

29


ondernemerschap en samenwerking leiden tot een sterke en goed zichtbare beeldcultuur


kamer beeldcultuur In het kader van de Impulsgelden werd in 2013 de Kamer Beeldcultuur geformeerd. Naast dans is beeldcultuur het enige discipline georiënteerde speerpunt binnen de Impulsgelden. Voor de Kamer Beeldcultuur werd € 400.000,- impulsgeld gereserveerd.

Een spelletje op je telefoon, games voor de playstation, design, autonome beeldende kunst, vormgeving, de audiovisuele sector en toegepaste architectuur. Ze vallen allemaal onder beeldcultuur. En we doen het goed in Brabant, want ‘onze’ beeldcultuur heeft een (inter)nationale allure. Dat betekent echter niet dat we tevreden achterover kunnen leunen. Er wordt weinig samengewerkt tussen de verschillende disciplines en organisaties. Het aanbod is divers, maar ook zeer versnipperd en soms te weinig zichtbaar. In de Kamer Beeldcultuur probeert bkkc daar verandering in te brengen door met de Impulsgelden plannen te ondersteunen die de infrastructuur en zichtbaarheid verbeteren. We denken daarbij vooral vanuit de keten talentontwikkeling, productie en presentatie.

zwakke infrastructuur Naast intrinsieke waarde heeft de beeldcultuur een toegevoegde waarde voor de economische en ruimtelijke ontwikkeling in Brabant. Het domein beeldcultuur staat echter onder druk, waardoor er schakels uit de keten dreigen weg te vallen. Met name de posities van de werkplaatsen (productie) en de presentatie-instellingen zijn penibel. Ons uitgangspunt is om een sterke culturele infrastructuur en een goed vestigingsklimaat te creëren en daarbij voor alle schakels in de keten te komen tot: • • • • •

meer ondernemerschap; nieuwe verbindingen; het stimuleren van nieuwe ontwikkelingen; het vergaren en delen van kennis; een grotere zichtbaarheid.

Met de nadruk op ondernemerschap en nieuwe verbindingen, kunnen we het maken van kunst direct koppelen aan het productieproces en de presentatie van de resultaten. Hierbij is het van belang dat we sectoroverschrijdend werken. Dat wil zeggen dat het veld van beeldcultuur samenwerking zoekt met andere maatschappelijke domeinen zoals (vrijetijds)economie, ruimtelijke ordening, erfgoed en onderwijs. Door het stimuleren van ondernemerschap en sector-overschrijdende samenwerking ontstaat een infrastructuur die duurzamer is en minder afhankelijk is van overheidssteun. Crossovers tussen de sectoren leiden tot nieuwe ontwikkelingen en meer zichtbaarheid. De opgedane kennis en ervaring delen we met het veld.

kwetsbaarheid instellingen Uiteraard viel en valt het grote knelpunt binnen de brede sector beeldcultuur, het ontbreken van een goede infrastructuur, niet op korte termijn op te lossen. Dit probleem vraagt om een langere adem en meer regie. Er kwamen in eerste instantie weinig goede voorstellen bij ons binnen. De sector dacht nog te veel vanuit projecten en te weinig vanuit een nieuwe structuur en samenwerking. We botsten daarbij ook op de kwetsbaarheid van de instellingen. Veel instellingen voor beeldcultuur werken met een minimale bezetting, weinig budget en veel vrijwilligers. Daardoor was het soms te veel gevraagd om op korte termijn anders te gaan werken. Het veld is bovendien erg versnipperd. De voorstellen die binnenkwamen waren met name gericht op reparatie op de korte termijn en niet op samenwerking of verbetering van de infrastructuur op langere termijn. In de loop van 2013 zagen we echter steeds betere

aanvragen binnenkomen. Het veld snapte de systematiek van de Impulsgelden steeds beter en de intensieve begeleiding vanuit bkkc leverde resultaat op. In 2013 hebben we vooral ingezet op de ontwikkeling van een duurzame samenwerking met en tussen de werkplaatsen. We startten een regelmatig overleg met de werkplaatsen om te onderzoeken hoe zij meer en beter kunnen samenwerken en zichtbaarder kunnen zijn voor een breed publiek. Aandachtspunten zijn daarbij talentontwikkeling, een gezamenlijk webportal, een landelijk symposium, een vertegenwoordiging op beurzen en de presentatie tijdens de Dutch Design Week. Vooral met Beeldenstorm, het Textielmuseum en het Europees Keramisch Werkcentrum overlegden we intensief over innovatie, samenwerking en verbetering van de zichtbaarheid.

nieuwe rol als intendant We hebben ons in de loop van het jaar gerealiseerd dat de Kamer Beeldcultuur meer de rol van intendant moet oppakken. We signaleerden dat de presentatie-instellingen achterbleven met hun voorstellen. Van de door presentatie-instellingen ingediende voorstellen honoreerde bkkc die van MU Eindhoven, MOTI, het Vincent van Goghhuis en Kunstpodium T. We willen in samenwerking met de presentatie-instellingen en de provincie komen tot een plan voor de sector beeldcultuur. Een gezamenlijk plan dus, dat tegelijk op maat is gemaakt voor de diverse instellingen. Met het oog op een duurzame ontwikkeling en het bewerkstelligen van minder (financiële) afhankelijkheid denken we aan shared services, collectieve marketing en meer samenwerking met het bedrijfsleven.

van beeldcultuur een publieke zaak maken Op de nieuwe interactieve site Play&Learn breidt MU Eindhoven de expositieruimte uit met een digitale speel- en leeromgeving. bkkc participeert in Play&Learn door middel van een bijdrage uit de Impulsgelden. Op de interactieve website kunnen bezoekers vanaf eind 2014 zelf aan de slag met apps, games, video’s en online workshops. Play&Learn is een project dat binnen de Impulsgelden past, omdat het een pilotproject is waarin MU zich als pionier presenteert. Er zijn verschillende samenwerkingspartners bij betrokken en MU weet spelen en leren in relatie tot kunst en audiovisuele media op vernieuwende wijze met elkaar te verbinden. Bovendien is de kennisdeling een belangrijke toevoeging die past binnen het Impulsgeldenprogramma.

31


investeringen van de afgelopen 20 jaar zijn teniet gedaan door bezuinigingen. Het doel van de Kamer Dans is om te komen tot een hernieuwde, toekomstgerichte en duurzame infrastructuur voor dans in Brabant


kamer dans

De danssector in Noord-Brabant is flink beschadigd door gewijzigd cultuurbeleid. Het doel van de Kamer Dans is om de infrastructuur op te knappen. In 2013 schreef DansBrabant een plan voor ‘een dynamisch dansklimaat’. bkkc werkte, in een andere rol dan we gewend zijn, intensief mee aan het voorstel.

Tot voor kort werd Noord-Brabant, naast de Randstad, gezien als een bijzonder vruchtbare dansregio in Nederland. Gevoed door en in samenhang met de aanwezige vakopleiding werd de dans uit NoordBrabant in Nederland en ver daarbuiten opgemerkt. Als gevolg van gewijzigd cultuurbeleid en bezuinigingen zijn echter in hoog tempo diverse knelpunten in de Brabantse danssector ontstaan. Hierdoor is een goed op elkaar afgestemde keten van ontwikkeling, productie en afname in de dans weggevallen. Investeringen van de afgelopen twintig jaar zijn teniet gedaan.

duurzame infrastructuur Deze situatie vormt de aanleiding voor de oprichting van deze Kamer. De belangrijkste doelstelling van de Kamer Dans is om te komen tot een hernieuwde, toekomstgerichte en duurzame infrastructuur voor dans in Brabant. Plannen dienen bij te dragen aan: • een grotere zichtbaarheid van dans uit en in Noord-Brabant; • nieuwe werkwijzen en samenwerkingsverbanden van de Brabantse partijen; • het versterken van het maatschappelijk draagvlak en de positie van dans in de samenleving; • aansluiting bij nationale en internationale circuits. Om dit voor elkaar te krijgen moeten vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd zijn. De danssector moet zich nog nadrukkelijker verbinden met het publiek. Dit vraagt om collectieve marketing, maar ook om innovatieve concepten en presentatievormen. Daarnaast helpt samenwerking met andere maatschappelijke domeinen natuurlijk ook in het vergroten van de zichtbaarheid. bkkc helpt instellingen en makers in het maken van plannen die dit willen bewerkstelligen. Daarnaast vinden we het van belang dat we doelgerichte talentontwikkeling koppelen aan publieksopbouw met als doel talenten te laten groeien naar nationale en internationale zichtbaarheid. In 2016 moet er door de verschillende partijen een solide basis voor de dans zijn neergelegd. In de periode 2017-2020 kunnen we dan een plek heroveren in de landelijke basisinfrastructuur.

dynamisch dansklimaat DansBrabant heef een plan geschreven met als doel de professionele dans in Brabant naar een hoger plan te tillen. In ‘Voorstel gezamenlijke Brabantse dansinitiatieven – voor een dynamisch dansklimaat: kwaliteit, pluriformiteit, nieuwe aanwas, doorstroom, ontwikkeling en innovatie’ staan vier belangrijke doelen: 1. Het onderzoek naar coöperatieve werkvormen. Het doel hiervan is om meer inzicht te krijgen op welke wijze we samenwerkingsverbanden moeten opzetten, waarbij de identiteit van afzonderlijke partners niet verloren gaat. Onderlinge samenwerking maakt de sector minder kwetsbaar; 2. Creëren van nieuwe speelruimte en -markten; 3. Internationalisering en collectieve marketing ‘Made in Brabant’; 4. Optimaliseren van de talentontwikkelingsketen in de schakel van regionaal naar (inter)nationaalniveau. De betrokken Brabantse partijen zijn onder andere De Stilte, T.r.a.s.h., United-C, Vloeistof, LaMelis, LeineRoebana, Chassé Theater, Theaterfestival Boulevard, Festival Cement, Theater De NWE Vorst, Plaza Futura, Gloednieuw, Tilburg Dansstad en individuele makers waaronder Arno Schuitemaker, Pia Meuthen en Jelena Kostic. De totstandkoming van het plan is veelbelovend voor de verdere invulling en uitwerking ervan. Er is sprake van een breed draagvlak en partijen zijn bereid met elkaar te zoeken naar nieuwe vormen van samenwerking vanuit een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid. Het aanlooptraject van dit plan en de rol die bkkc daarin speelde, wijkt enigszins af van plannen in andere Kamers waarbij het veel meer gaat om concrete projectvoorstellen. bkkc fungeerde in dit traject als sparringpartner, procesregisseur en bewaker van het overzicht. De intensieve afstemming met DansBrabant heeft geleid tot een constructieve basis van waaruit met vertrouwen gewerkt kan worden aan de verdere stappen in dit proces.

33


makers en instellingen schakelen langzaam over van een aanbodgerichte werkwijze naar een vraaggestuurde manier van werken. Samenwerking is het sleutelwoord


kamer coproductie Het huidige cultuurbeleid vraagt om een vraaggerichte aanpak in de cultuursector. De Kamer Coproductie stimuleert instellingen en individuele makers om in allianties inhoud te geven aan hun gezamenlijke ambities. Het doel van projecten binnen deze Kamer is niet het eenzijdig creëren van aanbod, maar het gezamenlijk ontwikkelen van cultureel aanbod dat aansluit bij de vraag van het publiek. Veel voorstellen die in 2013 zijn binnengekomen geven blijk van een behoefte aan zakelijke deskundigheid in de zoektocht naar een andere financieringsmix en vraaggerichte aanpak.

In het hoofdstuk Ondernemerschap en talentontwikkeling kwam het belang van goed ondernemerschap bij kunstenaars al ter sprake. Door bezuinigingen moeten makers op zoek gaan naar nieuwe manieren om aan geld te komen, denk aan crowdfunding, en aan het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden binnen én buiten de culturele sector. Het doel van de Kamer Coproductie is het komen tot nieuwe manieren van produceren en presenteren. Uitgangspunt hierbij is dat de driehoek ‘producent – presentatie-instelling – publiek’ door een nieuwe manier van produceren en presenteren actief zichtbaar wordt. Afstemming tussen publiek, producent en presentatieinstelling en een gezamenlijke verantwoordelijkheid leidt tot afzet van producties waar aantoonbaar vraag naar is. Publieksontwikkeling is daarbij van belang, net zoals ruimte voor het ontwikkelen van innovatieve concepten, nieuwe financieringsmodellen en allianties met andere maatschappelijke domeinen.

financieringsmix Wat in de Kamer opvalt is dat er weinig voorstellen zijn die zich primair richten op het ontwikkelen van andere manieren van financiering. Crowdfunding is een financierings- én marketinginstrument dat voor bepaalde projecten een bruikbaar middel is om een project mede mogelijk te maken. Hoewel het slagingspercentage van projecten die crowdfunden via Voordekunst Brabant hoog is, maken lang niet alle projecthouders gebruik van crowdfunding voor (aanvullende) financiering. In overleg met de Provincie kijken wij naar mogelijkheden om crowdfunding te stimuleren.

samenbrengen vraag en aanbod Binnen de disciplines theater en dans is, met de mogelijkheden die het Impulsgeldenprogramma biedt als stimulans, een aantal podia en makers bij elkaar gekomen met het doel om in 2014 een concreet voorstel in te dienen. Vanuit het vakgebied is er behoefte aan het samenbrengen van vraag en aanbod. Het blijkt heel lastig voor makers om voor het grote aanbod speelplekken te vinden. Een belangrijke en veelgehoorde vraag vanuit deze disciplines is het beschikbaar stellen van middelen voor het financieren van producties. Crowdfunding kán in sommige gevallen uitkomst bieden, maar zeker niet elk project leent zich ervoor.

omschakeling Met name individuele makers slagen er (nog) niet in om andere financieringsbronnen aan te boren. Dat geldt niet voor iedereen. Lucas de Man (project OOG, voorheen ‘Traan’) heeft vele partners aan zich weten te binden en wist daarmee, naast een bijdrage uit de Impulsgelden, andere inkomsten te genereren. Makers en instellingen hebben moeite met de omschakeling waarbij een meer vraaggestuurde manier van werken centraal staat. Vaak ontbreekt hiervoor de kennis. Het opstellen van een businessplan of het ontwikkelen van een marketingstrategie is niet voor iedereen

met het OOG op samen-leven In 2014 start Lucas de Man een multidisciplinaire stadsproject OOG Den Bosch dat unieke in- en uitzichten op de stad gaat bieden. Samen met (ondernemende) bewoners, bezoekers, overheidsen onderwijsinstellingen, bedrijven en organisaties kijkt De Man vanuit drie perspectieven naar de stad ‘s-Hertogenbosch: ik, de ander en o.n.s. (onderzoek naar samen-leven). Het bijzondere is dat het project niet alleen plaatsvindt in de stad, maar ook ingebed is in, en tot stand komt met en door de stad. Niemand wordt uitgesloten, iedereen wordt gevraagd mee te doen, van jong tot oud. Oog is een stadsproject over samenleven nu en in de toekomst dat bestaat uit 3 thema’s, 3 kunstwerken en een wetenschappelijk, sociaal, cultureel en educatieve programmering als omkadering en verdieping. Oog is bedacht door Lucas de Man en wordt gerund door Stichting Nieuwe Helden in samenwerking met Het Zuidelijk Toneel, gemeente ’s-Hertogenbosch, bkkc, Omroep Brabant, Brabants dagblad en vele andere partners uit de culturele, wetenschappelijke, sociale, educatieve en bedrijfswereld binnen en buiten Brabant.

gesneden koek. In 2013 hebben we daarom een kennisvouchersyteem ontwikkeld dat we in 2014 gaan inzetten. Daarnaast werken we binnen de Kamer Coproductie door middel van advies en begeleiding aan het bewustzijn dat het verwerven van kennis op dit gebied een mogelijke (gedeeltelijke) oplossing kan betekenen van de financieringsproblemen. Concrete projecten die (mede) binnen de Kamer Coproductie zijn gehonoreerd, zijn bijvoorbeeld: Het Grote Letterfestival (Vitalis Woonzorg Groep), En Plein Public (stichting Worstenbrood), het dossier 3.0 (De Cultuurkantine), Showroom (Stichting Incubate), Traan (Lucas de Man), De exploratie van het magenstelsel van een rund (Mandy den Elzen), Slokdarmfestival als continue inspirator/ innovator (stichting Slokdarmfestival), Internationale dans in de Grote Zaal (Stichting Date/LeineRoebana), Windkrachtfestival (stichting Balkenbrij), Storioni Academy (Stichting Storioni Festival), De nieuwe weg van Panama Pictures (Panama Pictures), Project EGG (Michiel van der Kley), De Kudde (Ruut van der Beele) en Karmaflow (Stichting MASH). 35


kunstenaars en foodbedrijven werken samen Een mooi voorbeeld van een project dat in 2013 binnen de Kamer Coproductie een impulsbijdrage heeft ontvangen is het festival Fabriek Magnifique (voorheen Slokdarmfestival) waarbij kunstenaars en foodbedrijven samenwerken. Wat dit festival uniek maakt is de verbinding met de agro-foodsector, een belangrijke pijler van de Veghelse identiteit. Met literatuur, theater, dans, muziek, beeldende kunst ĂŠn culinaire hoogstandjes worden alle zintuigen geprikkeld. De organisatie van het festival wil verdere stappen zetten: de samenwerking tussen culturele instellingen en de agro-foodsector zichtbaarder en duurzamer maken.

36


37


in de media

EXPOSITIE

p ht

Kunst van kadavers

en mogelijk art

uurmonumenten

reca-onderneel voor zijn re„Van cruciaal de Ven. „Een enorm succes n prutser kan oblemen zormenten zoekt e de samenaan („Iemand enblad.”), die eekproducten n goed finan-

*Deze aanbieding geldt voor Alles-in-1 Thuis Standaard. Na 3 maanden betaal je € 58,- /mnd. Kijk voor de beschikbaarheid en voorwaarden op kpn.com

n de zomer is maken. Maar dag in februag zijn en dan open zijn, miNatuurmonuit jaar een uita te presentezich melden.”

s

STAD &

BRABANTS DAGBLAD DONDERDAG 5 SEPTEMBER 2013

Een opgezette kat met propellors, is dat kunst of gewoon mishandeling van een dood dier? door Joop van der Pol TILBURG – Het opzetten van huisdieren – taxidermie in vaktaal - is populairder dan ooit. Mensen willen het afscheid van hun hond, kat, vis of parkiet verzachten door het postuum een plekje op de schouw of in de gang te gunnen. Ook kunstenaars experimenteren en choqueren met vaak bizarre objecten van dierlijk materiaal. Een bekend voorbeeld is dat van de kunstenares Tinkebell (Katinka Simonse). Tinkebell, die ook enkele jaren in Tilburg een atelier had, wurgde een paar jaar geleden haar depressieve kat en maakte van de vacht een poezelige handtas. Het zijn kunstuitingen die soms bewondering, maar dikwijls ook afkeer en vragen oproepen: mag en kan dat allemaal zomaar? Wettelijk, maar vooral ook ethisch gezien? Of is het gewoon bij de dooie konijnen af? Het Natuurmuseum Brabant en het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur (bkkc) gooien, toepasselijk in dit verband, de knuppel in het hoenderhok. Ze vroegen drie

regionale kunstenaars om zich te laten inspireren door de ‘gewone’ collectie geprepareerde dieren van het Natuurmuseum: Hanneke Wetzer (Eindhoven), die al eens uitgeholde hommels in cocktailglaasjes stopte; Mandy van den Elzen (Andel), gefascineerd door ingewanden en botten van koeien, en Hanny van den Brand (Den Bosch), die een voorkeur heeft voor complete dieren in allerlei situaties. De kunst van het drietal wordt de komende maanden tentoongesteld. Uitgebreid in het bkkc, en op kleinere schaal tussen de dieren en fossielen van het Natuurmuseum. Het project en de tentoonstelling kregen de titel ‘Een halve hond, heel denken’, naar een boek van Joke van Leeuwen. Dat is niet toevallig: Van Leeuwen schrijft en tekent vaak door de ogen van kinderen. „Net als kinderen kijken kunstenaars speels en onbevangen naar dieren en materialen”, zegt Susanne Visser van het Natuurmuseum Brabant. „Bij de dierlijke kunstwerken in het Natuurmuseum leggen we daarom een schriftje waarin kinderen kunnen opschrijven wat ze ervan vinden.” Bedoeling is de discussie te voeden over de trends, de ethiek en de grenzen – als die er al zijn – aan het gebruik van dierlijk materiaal voor kunst en huiskamer. Juist natuurmusea hebben jaren-

Net als kinderen kijken kunstenaars speels en onbevangen naar dieren Suzanne Visser, Natuurmuseum

Kunstenares Mandy

van den Elzen gebruikte ee kunstwerk Tongue. Van een koeienblaas maakt

‘Een dood mere je vriezer is al r door Joop van der Pol TILBURG – Drie Tilburgers be-

Pollex Morpho

van de Eindhovense kunstenares Hanneke Wetzer; de vleugeltjes zijn echt, de vinger niet. Wetzer stopte ook al eens uitgeholde hommels in cocktailglaasjes.

lang het bezit en de handel in dode, opgezette dieren ontmoedigd, omdat die weinig van doen hebben met de bescherming van die natuur. Visser: ,,Al verschillen ook hier de opvattingen.”

De expositie ‘Een halve hond, heel denken’ loopt van vrijdag 6 september t/m zondag 10 november in het Natuurmuseum Brabant (ma-vrij 10-17u) en het bkkc (ma-vrij 9-17u), beide aan de Spoorlaan in Tilburg. Op zondag 29 september houdt het Natuurmuseum voor maximaal vijftig belangstellenden een themamiddag over het gebruik van dierlijk materiaal in de kunst. De ethische en wettelijke aspecten worden dan belicht door deskundigen. Medewerkster Nadine Müller van het Natuurmuseum geeft tevens een demonstratie prepareren.

BEESTENKUNST

Steeds meer mensen hebben er behoefte aan hun huisdier na overlijden te laten opzetten. Dat gebeurt vooral met katten en honden, maar ook met vogels en zelfs paarden. De officiële term voor opzetten en prepareren luidt taxidermie, van de Griekse begrippen taxis (verplaatsen) en derma (huid). Beeldend kunstenaars hebben het prepareren van menselijk en dierlijk materiaal ontdekt als uitingsvorm. Beroemd en omstreden zijn de geplastineerde mensenlichamen van Günther von Hagens. Kunstenares Tinkebell (Katinka Simonse) maakte een handtas van

haar poes, Bart Jansen transformeerde zijn kat met propellors tot de vliegende Orvillecopter. Wie gediplomeerd dieren wil prepareren moet een theoretisch examen afleggen bij de Stichting Flora- en Faunawetexamens. Het examen behelst vragen over onder andere kennis van soorten, biologie, chemie, conserveermethoden, ziekten en wetgeving. Een voltijdsopleiding bestaat niet. De Nederlandse Vereniging van Preparateurs (NVP) en Bos en Fauna geven workshops en trainingen. De NVP telt 220 leden (2012) en is groeiend.

kwaamden zich de afgelopen tijd in het prepareren van dieren. Hun opvattingen en beweegredenen lopen nogal uiteen. Nadine Müller (26) werkt bij het Natuurmuseum Brabant aan collectiebeheer en educatie. Uit liefhebberij deed zij het examen voor preparateur. „Ik vind het interessant om een dier na zijn dood een tweede leven te geven. Met respect. Maar zo’n platgereden konijn met een bandenspoor eroverheen? Tsja. Ik zou dat zelf nooit doen. De kunst heeft zo haar eigen normen - of misschien juist niet. Het hoeft niet altijd verkeerd te zijn, maar zelf blijf ik toch liever wat dichter bij de natuur.” Een kunstenares - ‘geen naam, ik wil de aandacht niet op me vestigen’ - wilde leren welke grenzen de wet stelt. „Ik maak dingen met geprepareerde dieren, maar je mag haast niks. Als mijn buurman een dood mereltje op de stoep vindt en ik bewaar dat in mijn vriezer, kan ik daar al last mee krijgen. Ik durf nog geen pootje van een roodborstje te gebruiken, uit vrees dat inspecteurs van de Flora- en Faunawet me betrappen. Ik snap wel dat de wetge-

100 jaar Ans (Johanna) van der Waal-Van de Water

Oud worden zit in de familie

E 38

r was geen ontkomen aan voor mevrouw Ans (Johanna) van der Waal - Van de Water. Ze stond gisteren in het middelpunt van de belangstelling omdat ze honderd jaar is geworden. „Al die flauwekul”, zegt ze zachtjes tegen de oudste zoon. Die oudste zoon glimlacht fijntjes; hij weet dat ze geniet. Hoogtepunt van de feestdag in Jozefzorg is de brief met felicitaties van koning Willem-Alexander en koningin Maxima. Dat de burgemeester niet komt en op de valreep een bloemetje met een brief

zo goed meer. Had ze vorig jaar gedacht de honderd te halen? „Nou... In mei ben ik achterover gevallen. Nou is het voorbij, dacht ik toen.” Maar de Van de Waters laten zich niet kisten. Ze worden oud, een neef van vader werd 102. Of ze dat ook wil? „Ik hoef geen record te breken”, lacht ze. Is ze niet bang voor concurrentie? „Daar let ik niet op. Ik heb genoeg aan mezelf.” Terzijde: de gemeente Tilburg kon gisteren niet Mevrouw Van der Waal en haar vijf kinderen foto Jeroen de Jong/PVE zeggen hoeveel honderdjarigen er zijn in de stad. ze de teugels moest strak houden bij Volt. Was Tilburg een cul-

ver te m die voge kopen a stropen vind da Gelukki pese reg Peter W of tien Beekse leerd da pect beh rateur b ook in realiteit vragen w opzetten niet. Zo lijk, je b uitdrukk Wouters derlands teurs d een fraa leeuw Maar ee weg, een stuur va zulke d wat is kleinkin vraagt in dek: opa bollen, z als je he het wel


Mest en Brabeau: het leven is goed in het Brabantse blad T Tij ijd dssc ch hrriifftte en n MEST en Brabeau MEST en Brabeau Geiten, Geiten, worstenbroodjes worstenbroodjes en en het het Kwèkfestijn. Noord-Brabant Kwèkfestijn. Noord-Brabant heeft heeft heel heel wat wat te te bieden, bieden, zo zo blijkt blijkt uit twee tijdschriften. uit twee tijdschriften. Door Door onze onze redacteur redacteur Peter Peter Leijten Leijten

M

E EST, ST, dat dat is is nog nog eens eens een een goede goede naam voor een tijdschrift. naam voor een tijdschrift. Kort, Kort, prikkelend, prikkelend, raar. raar. „Bij„Bijzondere zondere cultuur cultuur in in Noord-Brabant” Noord-Brabant” is is het motto. motto. ME MEST ST verschijnt verschijnt in in NoordNoordhet Brabant en en gaat gaat over over cultuur. cultuur. Mest Mest Brabant maakt grond vruchtbaar, zodat er een een maakt grond vruchtbaar, zodat er cultuur kan ontstaan. En voor een Bracultuur kan ontstaan. En voor een Brabant is ME ST helemaal toepasselijk, bant is MEST helemaal toepasselijk, met z’n z’n enorme enorme veestapel. veestapel. met Een blad maken voor alleen alleen NoordNoordEen blad maken voor Brabant is niet gek: het is de derde proBrabant is niet gek: het is de derde provincie van het land, met 2,5 miljoen invincie van het land, met 2,5 miljoen inwoners. Daarom nog maar een Brawoners. Daarom nog maar een Brabants blad: blad: B Brab rabea eau u.. Klinkt Klinkt glossyachglossyachbants dat ‘be au’, en het is ook een vavatig met tig met dat ‘beau’, en het is ook een riant op Brabo. riant op Brabo. MEST ST ziet ziet er er prachtig prachtig uit. uit. Mooi Mooi dik dik ME mat papier, strak vormgegeven, goede mat papier, strak vormgegeven, goede typografie. De De kopletters kopletters doen doen denken denken typografie. aan de onmogelijke figuren van Esaan de onmogelijke figuren van Escher. Het kwartaalblad (7,95 euro) is cher. Het kwartaalblad (7,95 euro) is bijna een jaar oud, oplage: 4.500. Gebijna een jaar oud, oplage: 4.500. Gesteund door door het het Prins Prins Bernhard Bernhard CulCulsteund tuurfonds (met (met 15.000 15.000 euro, euro, volgens volgens tuurfonds zijn database) database) en en de de provincie. provincie. Flink Flink zijn nauwelijks gesubsidieerd dus, er staan gesubsidieerd dus, er staan nauwelijks advertenties tussen tussen de de 75 75 pagina’s. pagina’s. advertenties Interviews, opinies en reportages Interviews, opinies en reportages over theater, theater, popmuziek, popmuziek, fotografie fotografie over (geweldige foto’s foto’s van van vrouwen vrouwen in in SpaSpa(geweldige kenburger klederdracht, omdat daarkenburger klederdracht, omdat daar-

De De Gruijter Gruijter werd werd De Gruyter, De Gruyter, dat dat was was goedkoper goedkoper in in neon neon

van van een een expositie expositie is is in in Bergen Bergen op op Zoom), kunstbeleid, literatuur Zoom), kunstbeleid, literatuur en en een een uitgebreid en vrolijk verslag van uitgebreid en vrolijk verslag van het het carnavalsliedjesfestival carnavalsliedjesfestival Kwèkfestijn. Kwèkfestijn. Het Het is is absoluut absoluut geen geen blad blad voor voor de de hardhardcore highbrow kunstelite, maar core highbrow kunstelite, maar een een prettig prettig tijdschrift tijdschrift voor voor liefhebbers liefhebbers van van kunst en cultuur. Al staat kunst en cultuur. Al staat zo zo hier hier en en daar daar wel wel typisch typisch kunstenaarsgeneukunstenaarsgeneuzel: „De gaten zel: „De gaten in in mijn mijn theorieën theorieën vorvormen men de de basis basis van van mijn mijn zijn.” zijn.” B u (4,95 (4,95 euro) euro) verschijnt verschijnt ook ook Brab rabea eau vier keer per jaar, sinds vier keer per jaar, sinds maart maart 2012, 2012, in in een een oplage oplage van van 20.000. 20.000. Het Het is is minder minder verrassend, verrassend, voorspelbaarder voorspelbaarder zo zo u u wilt, wilt, dan dan ME MEST. ST. Het Het lijkt lijkt op op landelijke landelijke glosglossy’s: ’s: een een recept, recept, leuke leuke adresjes, adresjes, een een ininsy terview – de bekende Brabander is terview – de bekende Brabander is taalman Wim Wim Daniëls Daniëls –– een een interieurinterieurtaalman reportage, tuintips. Dat is niet erg, als als reportage, tuintips. Dat is niet erg, het maar goed gedaan wordt. B rab ea u het maar goed gedaan wordt. Brabeau doet het best goed. doet het best goed. Schot in in de de roos roos zijn zijn de de historische historische Schot verhalen. Over de ondergang van verhalen. Over de ondergang van „kruideniersimper ium” De Gruyter „kruideniersimperium” De Gruyter –– met in in de de jaren jaren zestig zestig 550 550 winkels winkels in in met heel Nederland. Nederland. „Hun „Hun naam naam was was De De heel Gruijter, maar maar ze ze schreven schreven De Gruijter, De Gruyter. Gruyter. Dat scheelde twee transformators Dat scheelde twee transformators bij bij de de neobelettering neobelettering op op de de winkelpuien.” winkelpuien.” Lekkere Lekkere oude oude foto’s foto’s erbij: erbij: de de fabriek fabriek in in Den Den Bosch, Bosch, winkelpersoneel, winkelpersoneel, reclareclamemateriaal memateriaal van van weleer. weleer. Dan een stuk Dan een stuk over over de de Nederlandse Nederlandse Landgeit, als we B rab eau u moeten moeten gelogeloLandgeit, als we Brabea ven had zowat elke Brabantse boerdeven had zowat elke Brabantse boerderij vroeger vroeger zo’n zo’n geit, geit, en en een een historica historica rij vertelt over het heerlijke Brabantse vertelt over het heerlijke Brabantse blad worstenbroodje. Voilà: Voilà: een een fijn fijn blad worstenbroodje. van 100 pagina’s. van 100 pagina’s. Wat een een gezellig gezellig land, land, dat dat Brabant. Brabant. Wat Of zoals ME ST schrijft: „Alles van waarwaarOf zoals MEST schrijft: „Alles van de weegt weegt in in het het zuiden zuiden honderd honderd gram. gram. de Ons mam, mam, ons ons pap, pap, ons ons Brabant.” Brabant.” Ons

39


eigen uitingen bkkchenny: de documentaire michel szulc krzyzanowski documentaire fotografie

bkkcchop, chop, chop... altijd prijs!

bkkcwho cares?

de kunst gaat naar de kermis en de kermis gaat naar de kunst

inspiratiemiddag en expositie over ‘healing environment’ en de rol die kunst kan spelen

bkkcmaterials s: beton vrij 20 sept | 14.00-18.00 uur

20 juni

tot en met

tot en met

18 augustus

7 april

gratis entree

A3

A4

Z/W

A5 en kleiner

culturele atlas atlas brabant

A1 en A2

7 februari

Brabant kent een uitgebreide maakindustrie. Veel verschillende bedrijven bewerken veel verschillende grondstoffen tot halffabricaten en eindproducten voor de commerciële markt. bkkc organiseert voor het derde jaar de lezingenserie Materials waarin we aandacht besteden aan deze bedrijven en de materialen die in Brabant vervaardigd worden. Baksteen, keramiek, leder, metaal, licht en glas kwamen in deze reeks al aan bod. De zesde editie van Materials staat in het teken van beton. Ben je ook benieuwd naar de innovatieve en verrassende bewerkingsmogelijkheden van beton, meld je dan snel aan!

monitor professionele kunsten 2013

bkkcmaterials x xl: textiel @ddw do 24 okt | 13.00-18.00 uur Materials xl tijdens DDW. Inspirerende presentaties en een kort filmprogramma belichten verschillende aspecten van textiel. Een interessante kruisbestuiving tussen creatieve sector en bedrijfsleven.

bkkcverbor rgen parels

bkkcintroductie werken in opdracht di 8 okt | 10.00 – 12.30u

28 nov 2013 tot en met

26 jan 2014

klassiekers films die je gezien moet hebben van zo 6 okt 2013 t/m ma 21 apr 2014

40

d By’ label | CMYK

Focus Filmtheater // arnhem chassé cinema // Breda verkadeFaBriek // den Bosch luX // nijmegen Filmtheater FanFare // oudenBosch

1

gratis toegang

Alles wat je wil weten over werken in opdracht! Of het nu gaat over muziek voor film of reclame, ontwerp en design van producten voor een bedrijf, kunst in de openbare ruimte, het maken van een bedrijfsfilm of de illustraties voor een boek. Werken in opdracht biedt de maker, de creatief ondernemer en de kunstenaar mogelijkheden en kansen. Extra werk, extra inkomsten en een breder netwerk.


bkkceen nieuwe toe ekomst

bkkcklaar voor de nieuwe we toekomst?

symposium de waarde van cultuur programmaboekje en meer #eennieuwetoekomst

aanbod najaar 2013 [masterclass] [workshop] [lezing] [symposium] [cursus] [expertmeeting] [bijeenkomst] [portfoliomiddag] [expositie] [landkunst] [podium] [startersdag]

ontmoeting innovatie ondernemen samenwerking live talentontwikkeling omgevingskwaliteit werken in opdracht

netwerken inspiratie internationalisering beleid strategie kennis

23 activiteiten van september tot en met december

Kunst en Ruimte onderzocht Samenvatting van het onderzoeksrapport ‘Ruimte voor kunst. Meerwaarde van kunstinbreng bij ruimtelijke processen’

Hoe kun je de creatieve denk- en ontwerpkracht van kunstenaars effectief inzetten in ruimtelijke plannen en projecten? Wat is de meerwaarde en valt die uit te drukken in maatschappelijke baten? Welke zijn dat en hoeveel economische meerwaarde levert dat op? En hoe kunnen de intermediairs – degenen die opdrachtgevers en kunstenaars aan elkaar koppelen, veelal kunstinstellingen – de inzet van kunstenaars zo effectief mogelijk koppelen aan de opgaven van de opdrachtgevers? Dit zijn de centrale vragen in het onderzoek ‘Ruimte voor kunst. Meerwaarde van kunstinbreng bij ruimtelijke processen’, dat drie kunstinstellingen lieten uitvoeren. Het gaat om het brabants kenniscentrum kunst en cultuur (bkkc) in Tilburg, het Kunstenlab in Deventer, en de voormalige stichting Kunst & Cultuur Overijssel (KCO) in Zwolle. Deze intermediairs, gevestigd in Noord-Brabant en Overijssel, zijn vergelijkbaar actief op het gebied van kunstinbreng bij

ruimtelijke processen in opdracht van publieke en private opdrachtgevers. Op basis van een aantal onderzochte praktijkcases is de conclusie van het onderzoek dat er via kunstinbreng in ruimtelijke processen baten zijn te realiseren en dat deze ook in maatschappelijke en economische meerwaarden zijn uit te drukken. In deze samenvatting lichten wij het onderzoek, de conclusies en de aanbevelingen kort toe.

41


P&O fte’s opbouw 31-12- 2013

bkkc

man

vrouw

gem. salaris full time

3.530,38

4.105,29

3.283,99

gem. salaris part-time

3.093,90

3.860,42

2.765,40

9,4

12,7

8,0

25,6

8,3

17,3

gem. dienstjaren fte

31-12-2012

bkkc

man

vrouw

gem. salaris full time

3.434,53

3.957,72

3.194,73

gem. salaris part-time

2.962,62

3.716,44

2.617,12

8,7

12,1

7,1

29,3

10,1

19,2

gem. dienstjaren fte

gemiddeld loon Gemiddelde loonsom per maand totaal â‚Ź 90.462 Gemiddeld loon per maand per medewerker â‚Ź 3.015

verzuimgegevens 2013

kengetallen

5,61

waarde

verzuimpercentage

5,38

verzuimuren kort

859

verzuimuren middellang

671

verzuimuren lang

771

verzuimuren extra lang

137

verzuimuren totaal

2.438

roosteruren totaal

45.290

meldingsfrequentie

35,26

31,61

Kort verzuim Middellang verzuim Lang verzuim

27,53

Extra lang verzuim

64

medewerkers extern 18 16 14 12 10 8 6 4 2

2013 42

2012

vrijwilligers

suppoosten

trainees

stagiaires

freelancers

vrijwilligers

suppoosten

stagiaires

freelancers

0


medewerkers en leeftijdscategorie 16 14 12 10 8 6 4 2 0 tot 50

tot 30

tot 30

tot 70

tot 50

2013

man

tot 70

vrouw

2012

verzuimgegevens 2012

kengetallen

waarde

verzuimpercentage

5,83

verzuimuren kort

656

verzuimuren middellang

536

verzuimuren lang

22,91

21,30 Kort verzuim

1.181

verzuimuren extra lang

705

verzuimuren totaal

3.078

roosteruren totaal

52.819

meldingsfrequentie

Middellang verzuim

17,42

Lang verzuim

38,36

Extra lang verzuim

53

stageplaatsen opleidingsniveau 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 mbo

hbo

2013

wo

mbo

hbo

wo

trainee

2012 43


financieel overzicht

De financiële ontwikkeling van bkkc in 2013 is in belangrijke mate bepaald door de nawerking van de reorganisatie zoals die in 2012 haar beslag heeft gekregen en door het Impulsgeldenprogramma, waarvoor bkkc in het voorjaar van 2013 de opdracht van de Provincie Noord-Brabant kreeg.

toelichting balans per 31-12-2013 na resultaatbestemming

administratiekosten

Het balanstotaal is ten opzichte van 2012 toegenomen met ca. 60%, van 1,3 miljoen naar 2,1 miljoen. Het Impulsgeldenprogramma leidt, in ieder geval op korte termijn, tot een toename van kortlopende schulden en tot een sterke groei van de liquide middelen. In afwijking van oude subsidieregelingen, waarbij bij toekenning direct 80% werd bevoorschot, vindt bevoorschotting in het Impulsgeldenprogramma in meerdere termijnen, afhankelijk van prestaties, plaats. Twee posten op de balans zijn aanzienlijk afgenomen ten opzichte van 2012: Vorderingen op korte termijn (Incidentele subsidies provincie en lagere stand debiteuren) en het Eigen Vermogen. De afname van het Eigen Vermogen wordt veroorzaakt door de besteding van de gereserveerde middelen ter dekking van de in 2013 gemaakt kosten als gevolg van de reorganisatie (Voorziening reorganisatie en Reorganisatiereserve).

De kosten van de online werkplek (‘cloud’) vallen hoger uit dan geraamd als gevolg van extra dataopslag.

exploitatie 2013

In de rubriek kennisinstituut zijn twee belangrijke posten opgenomen: • de kosten van het symposium Waarde van cultuur | een nieuwe toekomst; • de kosten van de Culturele atlas | monitor professionele kunsten 2013, gepresenteerd op het symposium.

De exploitatie 2013 sluit met een negatief resultaat van € 142.000 t.o.v. een geraamd nadelig saldo van € 117.000.

huisvesting De lagere huisvestingskosten worden veroorzaakt door een lagere afrekening van de servicekosten 2012 dan geraamd.

personeel In de loonkosten zijn ook de kosten opgenomen van de in het reorganisatieplan als boventallig aangemerkte personeelsleden, omdat deze medewerkers in 2013 hun normale reguliere taken uitvoerden. De kosten waren in de oorspronkelijke begroting 2013 opgenomen als ‘frictiekosten’. Ter dekking van deze kosten is in 2012 een reorganisatiereserve gevormd welke ten gunste van de exploitatie is gebracht (resultaatbestemming). De kosten van o.a. de aanvullende uitkeringen en opleidingskosten van de in 2012 ontslagen medewerkers zijn rechtstreeks ten laste van de Voorziening Reorganisatie gebracht. In 2013 zijn loonkosten opgenomen van 0,88 fte (vanaf augustus) voor de uitvoering van de werkzaamheden van het Impulsgeldenprogramma tot en met 2016. 44

kosten Impulsgeldenprogramma Het Impulsgeldenprogramma heeft in 2013 maatwerk op het gebied van automatisering noodzakelijk gemaakt. De materiële kosten van het Impulsgeldenprogramma worden in 2013 deels gedekt door de reservering van 7% (€ 63.000) uit het budget van de oude subsidieregeling (€ 900.000), dat opgenomen is in het Impulsgeldenprogramma.

kennisinstituut

inkomsten De inkomsten zijn opgenomen inclusief de middelen voor het Impulsgeldenprogramma. Los van het impulsgeldenprogramma bedroegen de eigen inkomsten van ruim € 164.000, als volgt te specificeren: kennisinstituut talentontwikkeling omgevingskwaliteit collectieve markt

€ € € €

198.341 5.016 45.561 15.401


balans per 31 december 2013 na resultaatbestemming (x â‚Ź 1,--)

activa omschrijving

31-12-2013

vergelijkende cijfers 31-12-2012

vaste activa materiĂŤle vaste activa

17.254

30.183

vorderingen op korte termijn subsidies Provincie Noord-Brabant incidentele subsidies debiteuren overige vorderingen en overlopende activa

4.600 22.155 42.476 111.957

73.600 8.336 149.446 111.957

181.189

350.209

liquide middelen kas banken

330 1.913.500

781 950.846

1.913.830

951.627

2.112.272

1.332.019

passiva omschrijving

31-12-2013

vergelijkende cijfers 31-12-2012

eigen vermogen algemene risicoreserve reserve impulsgeldenprogramma reorganisatiereserve reserve inventaris

12.700 24.178 0 20.000

96.978 0 91.657 10.000

56.878

198.635

0

93.976

voorzieningen reorganisatievoorziening

schulden op korte termijn verdeelsubsidies impulsgeldenprogramma Provincie Noord-Brabant (verdeelsubsidies) crediteuren belastingen en premies overige schulden overlopende passiva

152.733 1.440.685 5.358 54.788 89.694 239.037 73.099

333.400 0 1.822 183.183 150.896 313.160 56.947

2.055.394

1.039.407

2.112.272

1.332.019 45


staat van baten en lasten 2013 (X € 1)

lasten rubriek

omschrijving

40 41 42 43a

bestuur- en organisatiekosten huisvesting personeelskosten administratiekosten

43b 50

kosten impulsgeldenregeling onvoorziene kosten

exploitatie 2013

gewijzigde begroting 2013

vergelijkende cijfers 2012

67.706 297.051 1.955.070 130.292

76.810 326.000 1.793.584 112.194

66.800 314.154 2.058.950 118.942

93.858 2.506

100.000 0

7.447 10.855

2.546.483

2.408.588

2.577.148

clustering taken 44 45 46

kennisinstituut talentontwikkeling omgevingskwaliteit

369.242 595.345 330.910

361.975 619.000 351.500

288.720 46.156 65.177

47a 47b 48 49

collectieve Marketing coproductie beeldcultuur dans

138.440 537.019 347.000 200.000

169.500 489.500 400.000 200.000

80.144 0 0 0

90

verdeelsubsidies

0

0

1.369.813

51

frictiekosten

0

114.500

201.366

5.064.438

5.114.563

4.628.524

exploitatie 2013

gewijzigde begroting 2013

vergelijkende cijfers 2012

67.706 297.051 1.955.070 130.292

76.810 326.000 1.793.584 112.194

66.800 314.154 2.058.950 118.942

2.546.483

2.408.588

2.577.148

213.341 617.016 345.780 172.401 500.000 400.000 200.000

138.550 633.500 438.750 209.075 500.000 400.000 200.000

144.488 24.235 118.262 35.504 0 0 0

0

0

1.499.733

141.758

117.188

121.787

5.064.438

5.114.563

4.628.524

baten rubriek

omschrijving

88 88 87

activiteitensubsidies Provincie Noord-Brabant subsidie Gemeente Tilburg diverse baten

80 81 82 83a 83b 84 85

kennisinstituut talentontwikkeling omgevingskwaliteit collectieve marketing coproductie beeldcultuur dans

90

verdeelsubsidies resultaat

resultaatbestemming: • • • •

onttrekking reorganisatiereserve toevoeging reserve inventaris toevoeging reserve impulsgelden onttrekking algemene risicoreserve

91.657 -10.000 -24.178 84.279 141.758

46


colofon beeld Marcel de Buck, Vivian van Gaal, Marja van Hassel, Nikola Kostic, Stanislaw Lewkowisc, Arno Lucas, Hanneke van Oostaijen, Marcus Peters, Jan Joost Verhoef, William van der Voort, Hanneke Wetzer, Brabants Dagblad, Omroep Brabant, Studio Marco Vermeulen met dank aan Joost van Bleiswijk, Gery Bouw, Femke Dekkers, Kiki van Eijk, Mandy den Elzen, Martijn Engelbregt Isolda Hallesleben, Nathalie Jansen, Stanislaw Lewkowisc, Jelena Kostic, Lucas de Man, Esther Porcelijn, Biesbosch Museum, Fabriek Magnifique, Gloednieuw, MEST, MU Eindhoven, Prouth of the South, Verbeke Foundation met dank aan

redactie Mijke Pol en Rob van Ooijen ontwerp Kaftwerk drukkerij ipress4you.nl

bkkc brabants kenniscentrum kunst en cultuur spoorlaan 21 i-k 5038 CB Tilburg 013 7508400 info@bkkc.nl www.bkkc.nl @bkkc_nieuws /brabantskenniscentrumkunstencultuur bkkc


14


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.